c73innenlandsch Nieuws Voor de Huiskamer Caravellis Het gestolen Luchtballonnetje OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN O n JUBILEUM De automatiseering van de telefoon Ook een Jubile 1 Wijziging in de personeelsorganisatie Nederlandsche arbeiders in België FINANCIEN Unie van Ijsfabrieken Parochie H, Agatha Lisse KERK EN SCHOOL ONZE OOST GEMENGD NIEUWS De moord onder Stompwijk Uit den kersenboom gevallen Schoolkind ernstig aangereden Doodelijk mijnongeluk JUBILEUM-GESCHENK aan Belangrijke Mededeeling Jongetje aangereden Vrouw in brand geraakt FAILLISSEMENTEN Het Tijdschrift voor Posterijen, Telegrafie en Telefonie publiceert thans de van den directeur-generaal der P. T. en T. ontvan gen beschouwing betreffende: „Uiteenzetting betreffende de voorgenomen wijzigingen in de personeelsorganisatie van het bedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie, in verband met de automatiseering van de telefoon" en „De ombouw en modemiseeripg van 't Ne- derlandsche telefoonstelsel", waarvan thans de geheimhouding is opgeheven. Aan laatst genoemde beschouwing is door het hoofdbe stuur der P. T. en T. reeds in de pers be kendheid gegeven. Aan eerstgenoemde beschouwing wordt het volgende ontleend: Het rfjk zal worden verdeeld in 22 tele foondistricten, waarvan de hoofdzetels ge vestigd zullen worden te Alkmaar, Haarlem, Amsterdam, Leiden, 's-Gravenhage, Rotter dam, Dordrecht, Goes, Roosendaal, Breda, Maastricht, Venlo, Eindhoven, 's-Hertogen- bosch, Nijmegen, Arnhem, Utrecht, Henge lo, Deventer, Zwolle, Leeuwarden en Gronin gen. Het ligt nu in het voornemen 5 districten zoo spoedig mogelijk in den nieuwen organi satievorm te brengen en wel met de hoofd plaatsen Haarlem, Arnhem, Deventer, Hen gelo en Leeuwarden. De ervaring heeft geleerd, dat het naast elkaar werken van ambtenaren, die tot ver schillende dienstonderdeelen behooren (nJ. van den exploitatieven en van den techni- schen dienst) slechts zelden tot de vereisch- te innige samenwerking voert en dat de eenige weg om een doelmatige behandeling onder dergelijke omstandigheden te verzeke ren is, de verschillende zijden van het tele foonbedrijf ook ter plaatse door een enkel diensthoofd te laten verzorgen, die dus zoo wel voor de exploitatieve als voor de tech nische zijde van dit bedrijf aansprakelijk is. Te voorzien is dus thans, dat, zoowel de or ganisatie van den uitvoerenden technischen dienst als van den exploitatieven dienst, wat het telefoonbedrijf betreft, op geheel andere wijze zal moeten plaats vinden dan het te genwoordig organiek besluit aangeeft en wel door in het leven te roepen beheerseenheden, samenvallende met de 22 te scheppen tele foondistricten, waarvan de leidende ambte naren zoowel de technische als de exploita tieve zorg voor het telefoonbedrijf in hun district hebben. Wat de telegraaf betreft zijn de consequen ties nog niet ten volle te overzien, doch aan vankelijk wordt het waarschijnlijk geacht, dat men de beste oplossing zal krijgen door de uitvoering van den telegraafdienst ex- ploitatief in te deelen bij de postkantoren ter plaatse, terwijl de technische verzorging zal berusten bij de hoofden der telefoondis tricten, voor zoover zulks niet vanwege de directie van den technischen dienst ge schiedt. Zulks zal niet gelden voor de groot ste kantoren te Amsterdam. Rotterdam en Den Haag, waarvoor wellicht de telegraaf dienst, afgescheiden van den telefoondienst, als afzonderlijke kantooreenheid zal worden georganiseerd. Ten aanzien van de organisatie der dis tricten zooals die als voorloopige oplossing is gedacht, valt in de eerste plaats te vermel den, dat zij, zonder verder regionaal verband, zich rechtstreeks tot het hoofdbestuur zullen verbinden. Aan het hoofd van elk telefoondistrict komt een functionnaris te staan, die leiding heeft te geven aan alles wat in het geheele district, zoowel in de locale netten die daar toe behooren, als ten aanzien van het inter- locale verkeer behoort te geschieden om het bedrijf in elk opzicht aan het doel te laten beantwoorden. Daartoe behoort zoowel de zuiver technische als de zuiver administra tieve, alsook de exploitatieve zijde van deze taak, welke laatste zich naar gelang van de omstandigheden meer naar den technischen of meer naar den administratieven kant zal richten. Rekening houdende zoowel met den omvang der werkzaamheden als met het feit, dat de leider van het district vermoedelijk ook veel buiten zijn standplaats zal zijn, wordt het aanvankelijk noodig geacht, on der het districtshoofd een adjunct-districts hoofd werkzaam te stellen, wiens rang in ieder geval nader zal worden bepaald. Ook deze functionnaris zal een taak hebben welke alle onderdeelen van het telefoonbedrijf om vat. Onder de algemeene leiding van de voren- besproken functionnarissen zullen de dage- lijksohe Werkzaamheden moeten worden verricht door personeel, dat over de ver- eischte vakkennis en ervaring beschikt, het geen er toe zal leiden, die werkzaamheden in 3 deelen te splitsen, zijnde de bepaaldelijk technische, welke zullen zijn uit te voeren onder de algemeene verantwoordelijkheid van een ingenieur of electrotechnisch-hoofd- ambtenaar of -ambtenaar, de in het bijzon der explotatieve, die tot het ressort van een referendaris, referendaris 2e klasse of ad junct-referendaris zullen behooren en ten slotte de zuiver administratieve, waarvoor de zorg aanvankelijk aan een referendaris 2e klasse of adjunct-referendaris, doch op den duur waarschijnlijk beter aan een hooger ambtenaar van een in te stellen administra tieven dienst der P. T. T. zal zijn toe te ver trouwen. De functies van districtshoofd en adjunct districtshoofd brengen, zooals reeds werd vermeld, verantwoordelijkheid mede, zoowel op het terrein, waarop de tegenwoordige technische districtsdienst zich beweegt, als op het terrein van den tegenwoordigen ex ploitatieven dienst, terwijl de gedaante, welke deze aanneemt, zoodanig is, dat daarbij een goed inzicht in den bouw en de ontwikke lingsmogelijkheden der automatische tele fooninstallaties van groote beteekenis moet worden geacht. Geeft men zich rekenschap van de vakkennis, de ervaring en de hoeda nigheden, waarover een districtshoofd zou moeten beschikken om zijn taak op zijn al lerbest te kunnen vervullen, dan komt men tot de conclusie, dat bij geen enkele der bij het staatsbedrijf der P. T. T. aanwezige groe pen van personeel ambtenaren worden aan getroffen, die volledig aan die eischen vol doen. Aanvankelijk zal daarom de voor het bedrijf beste oplossing worden verkregen, wanneer er naar gestreefd wordt, de combi natie districtshoofd-adjunct districtshoofd zoodanig te bezetten, dat in die combinatie de vereischte vakkennis en ervaring zoo vol ledig mogelijk aanwezig zijn, terwijl in de beide functionnarissen, maar vooral in het districtshoofd de algemeene hoedanigheden moeten worden aangetroffen, die onontbeer lijk zijn voor ambtenaren, die leiding hebben te geven aan personeel met zeer verschillend karakteristiek en dat ten deele werkzaam heden verricht, waarvan men niet uit eigen ervaring op de hoogte is. Teneinde de combinatie districtshoofd-ad junct districtshoofd aan te stellen eischen zoo goed mogelijk te doen beantwoorden, zal het aanvankelijk noodig zijn ernaar te stre ven, dat in de districten, waar 't hoofd af komstig is uit den exploitatieven dienst, een adjunct wordt aangewezen, afkomstig uit den technischen dienst, en omgekeerd. Het ligt dan ook in het voornemen, deze wijze van bezetting toe te passen op de 5 proeï- telefoondistricten, Haarlem, Arnhem. Deven ter, Hengelo en Leeuwarden. Daarmee zal gepaard gaan een verandering van de be grenzing der ingenieursdistricten, welke aanvankelijk tot een vermindering met twee districten zal leiden. Er wordt naar ge streefd, de bezetting van de eerste 5 te vor men telefoondistricten te doen geschieden door 2 districtshoofden afkomstig uit den technischen dienst en 3 uit den exploitatie ven dienst: voor de adjunct-districtshoofden zal de verhouding vermoedelijk omgekeerd zijn. De omzetting van de organisatie in de vol gende groep van 17 telefoondistricten zal waarschijnlijk eerst over eenige jaren plaats hebben, zoodat reeds voor de bezetting van de dan komende plaatsen als districtshoofd en adj.-districtshoofd maatregelen kunnen worden getroffen om aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren gelegen heid te geven, hun ervaring en kundigheden ten behoeve van de aanwijzing voor derge lijke functies aan te vullen. In nog sterker mate zal zulks het geval zijn voor degenen, die voor de plaatsen in aanmerking zullen komen welke in nog verder verwijderde toe komst zullen ontstaan. Het ligt in de bedoe ling om ter verkrijging van een regelmatigen gang van zaken in dit opzicht een regeling tot stand te brengen, waardoor ambtenaren van den exploitatieven dienst, die aan ze kere vereischten voldoen, in aanmerking zullen komen om eenige jaren deel te nemen aan den in gang zijnden bouw van automa tische centrales, aan 't technische districts- werk en mede aan werkzaamheden in de werkplaatsen en laboratoria. Omgekeerd zul len eenige ambtenaren van den technischen dienst in de gelegenheid worden gesteld, grondige ervaring in den exploitatieven dienst op te doen. Te zijner tijd zal met de gewijzigde om standigheden rekening moeten worden ge houden bij het beantwoorden van de vraag, hoe verder de aanvulling van het corps hoo- gere ambtenaren zal moeten geschieden. En niet-Nederlandsche arbeiders in ons land Op de vragen van het Tweede Kamerlid, den heer Lockefeer, betreffende uitwijzing van Nederlandsche arbeiders uit België, die aldaar zonder de verlangde arbeidsvergun ning werken en het vaststellen van beper kende bepalingen en het verleenen van ar beidsvergunning aan hier te landt werkende buitenlandsche arbeiders, heeft de Minister van Arbeid, H. en N. geantwoord: Sedert 15 Maart 1931 worden Nederland sche arbeiders, die in België Handenarbeid wenschen te gaan verrichten, daar te lande niet toegelaten, tenzij zij voldoen aan de navolgende voorwaarden: Zij moeten door tusschenkomst en ten over staan van een Belgisch diplomatiek of con sulair ambtenaar een schriftelijk verzoek richten tot de administratie der openbare Veiligheid te Brussel om vergunning tot net verrichten van den door hen begeerden handenarbeid. Bij dit verzoek moeten wor den overgelegd: le. een arbeidscontract op hun naam, ge viseerd door het Ministerie van Nijverheid, Arbeid en Sociale Voorzorg te Brussel; 2e. een bewijs van goed gedrag, hetwelk moet vermelden of, en, zoo ia, welke veroor deelingen belanghebbende in de laatste vijf jaren heeft ondergaan; werd hij nimmer veroordeeld, dan moet dit eveneens uitdruk kelijk vermeld worden; 3e. een geneeskundige verklaring, opge maakt door een daartoe van Belgische zijde aangewezen geneesheer en inhoudende, dat belanghebbende niet lijdende is aan een be smettelijke ziekte, of een ziekte, die zijn op neming in een hospitaal zou kunnen noo dig maken. Naar den Minister is gebleken, komt het wel voor dat Nederlandschen arbeiders, die, zonder in het bezit te zijn van de vereischte vergunning, in België arbeid verrichten, door de politie wordt belet om verder te werken. Aangezien Nederlandsche arbeiders, die in België handenarbeid verrichten zonder de vereischte vergunning, daar te lande niet worden toegelaten en dus geen v -rbliifsver gunning ontvangen, kan het wel voorkomen dat Nederlandschen arbeiders om deze reden het verblijf in België wordt ontzegd. De Minister kan hieraan toevoegen, dat overleg gaande is, om met de Belgische re geering tot een bevredigende regeling te ko men. Het vraagstuk betreffende het werken van niet-Nederlandsche arbeiders in ons land worlt onderzocht door een interdepartemen tale commissie. Zoodra het advies dezer commissie in zijn bezit is, hetgeen, naar de Minister vernam, zeer spoedig het geval zal zijn, zal hij zijn houding in deze nader overwegen. Winstsaldo f 23.308 (f 679.761), dividend totaal 5 pet. (8). Aan het jaarverslag der Unie van Ijsfa brieken over 1930 is het volgende ontleend: De abnormaal langdurige regenperiode in 1930 is van ongunstigen invloed geweest op ons bedrijf en het verslagjaar heeft tevens gestaan in het teeken van scherpe concur rentie, hetgeen tot uiting komt in de min der gunstige bedrijfsresultaten vergeleken bij die van vorige jaren. Toch verkeert ons concern nog in de gunstige positie, dat de prijzen van het door haar gemaakte pro duct niet zoo sterk den terugslag onder vinden van den slechten economischen toe stand. Tijdens het verblijf van onzen directeur in Inliië werden vele regelingen getroffen met de concurrenten, waardoor in de naaste toe komst de bedrijfsresultaten beter zullen zijn. De totale omzet onzer overzeesche fa brieken neemt nog steeds toe. In 1930 was de omzet 305 mill. h. kg. De gang van zaken te IJmniden minder bevredigend. Over den gang van zaken in het thans afgeloopen boekjaar kan worden medege deeld, dat de exploitatieuitkomsten der be drijven over zee bevredigend zijn en die in dezelfde periode van het vorige jaar aan merkelijk overtreffen; die te Umuiden wor den beïnvloed door de malaise in de vis- scherij. Daar het ook de bedoeling is om in de naaste toekomst de uitbreidingen in een langzaam tempo te doen gecshieden, is het te verwachten, dat de garantie ten behoeve van de N. V. IJsmij. Debodjo spoedig be langrijk kan worden verminderd. Het is ons streven om de restant boek waarde der aandeelèn dochtermijen te brengen op haar nominale waarde en de reserves, die thans reeds op de balansen der dochtermijen voorkomen, te vermeerde ren met later te vormen reserve, die uit de winsten dier dochtermijen zullen worden gemaakt. Door de N. V. Unie van IJfabrie- ken is nl. in de voorgaande jaren een klei ner dividend aan hare aandeelhouders uit gekeerd dan door haar aan dividenden van de dochtermijen werd ontvangen, want een gedeelte werd als reserve ingehouden. Daar de Dividend- en Tantièmebelasting bij de dochtermijen wordt geheven, wordt uit dien hoofde een hooger bedrag betaald dan over eenstemde met door onze N. V. betaalde dividend. Door nu bij de Indische dochter mijen geen dividend uit te keeren, bestaat de gelegenheid om dit bedrag in te loopen. De totale winst der dochtermijen bedraagt, na de gebruikelijke afschrijving voor belas tingen f 341.243 incl. het onverdeeld saldo van 1929 ad f 24.231. De daarvan gereser veerde winsten ad f 326.243 verschijnen niet op de balans en winst- en verliesrekening der N. V. Unie van Ijsfabrieken. Het divi dend der N. V. zal worden gebracht ten laste der rekening „Onverdeeld dividend". Voorgesteld wordt het saldo winst 1930 groot f 23.308 toe te voegen aan de „Af schrijvingsrekening der dochtermijen" en het dividend te bepalen op 5 pet. (8 pet.), waarvan reeds 2 pet. betaalbaar werd ge steld. De Winst- en Verliesrekening vermeld onder: Credit: ontv. div. f 15.000 f 664.000) int. rek. f 12.183 f 2755). Debet: onk. rek. f 3500 (f 3757), reg. rechten f 375 9665), saldo w. f 23.308 (f 679.761). 4 pet. leening tegen een koers van 97. De Nederlandsche Landbouwbank en Lentjes en Drossaerts berichten, dat vanaf Donderdag 25 Juni 1931 de inschrijving op f 75.000 4 pet. obligaties (deel uitmakende eener leening groot f 200.000) ten laste van het R.K. Kerkbestuur der Parochie van de H. Agatha te Lisse (Z.H.) in stukken van f 1000 en f 500 nom. aan toonder tot den koers van 97 pet. is opengesteld. De betaling der toegewezen obligatiën moet geschieden op Woensdag 1 Juli 1931. De leening dient ter aflossing van de nog uitstaande obligatieleeningen van hooger rentetype en consolidatie van diverse on- dershandsche schuldbekentenissen met kor ten opzeggingstermijn, een en ander te sa men pro resto f 140.000, alsmede voor den bouw van een nieuwe R.K. bewaarschool te Lisse, ter waarde van f 63.000. De uniform van de „Jonge Werkman" groenhemden Volgens de „Volksk." heeft de Federatie van Diocesane Bonden de „Jonge Werkman" voor al zijn leden beslist, dat de onlangs in het Bossche bisdom ingevoerde uniform zal gelden. We krijgen dus straks groen hemden. Groenhemden is de kleeding voor de le den van de „Jonge Werkman". De broek is van manchester; sterk in het werk. Het hemd is in groene kleur ontwor- Wij: Do rus, Frans, Willem, ik en een paar andere handelsbedienden, vormden een vroolijk clubje. In de groote handelsstad, waarheen we getrokken waren, hadden we elkaar leeren kennen en nu kwamen we op onze vrije avonden geregeld bijeen in het lokaal „de Adelaar", waar voor weinig geld een goede pot bier geschonken werd. De jongelui, boven aangeduid als de „an dere handelsbedienden" bohoorden tot de gaanden en komenden van ons gezelschap, doch Dorus, Frans, Willem en ik waren al sinds jaren onafscheidelijk. We waren alle vier begonnen als jongste bedienden, geza menlijk opgeklommen en nu al zoover, dat we op de jongste bedienden al zoo'n beetje neerzagen. Van ons vieren was Dorus ongetwijfeld de voornaamste. Vooreerst was hij de oudste, ofschoon we niet juist z'n leeftijd wisten. Met zjjn donkere gelaatskleur, z'n zwarten haardos, zag hij er uit als een dertiger en we hielden hem er voor. Wij overigen waren pas vooraan in de twintig en keken dus een beetje naar hem op, vooral ook, omdat hij een trapje hooger op den trap der handels bedienden gestegen was. Hij bekleedde n.l. de functie van chef. Bovendien ded hij zoo ongmerkt z'n heerschappij over ons gelden en in 't bijzonder wist hij ons te bewaren voor groote verteringen. Hij was zuinig van aard en wanneer we op het punt stonden nog een potje „Pils" te bestellen, wist hij ons daarvan terug te houden met de op- de functie van chef. Bovendien deed hij zoo Van tracteeren wilde hij niets weten. Ove rigens was hij een prettige, joviale kerel, die het aan kwinkslagen nooit liet ntbre- ken. Zoo maakte hij altijd op de bezoekers van onze „kneip" aardige opmerkingen en aan al de „stamgasten" had hij karakteristieke bijnamen gegeven, waarmee we de goede kennissen onder hen wel eens aanspraken. En ook, waar het er op aankwam den avond gezellig door te brengen, wist hij altijd een middeltje. Een van die avonden, waarop we aan Dorus ons amusement dankten, is me altijd in de herinnering gebleven, ook omdat hij toen voor de eerste maal, sinds we hem kenden, tracteerde. 't Was op een Zaterdag avond, dat we met ons zessen bijeen zaten, ieder met een glas bier, dat bijna weer tot bierglas was gedegradeerd, 't Gesprek was kwijnend en 't werd er niet beter op, toen een stortregen tegen de ruiten begon te kletteren. Van wandelen kon nu geen spra ke zijn. en de gezellige kout scheen voor goed gebroken, ondanks alle pogingen van Dorus, om wat nieuw vuur in het gesprek te brengen. Het bier in de glazen daalde al lager en lager in onze achting en allen zaten we zwijgend en rekenden uit, of het nog een potje lijden kon. Alleen Dorus was vroolijk en maakte grappen ten koste der overige bezoekers. Maar ook dit had op ons geen vat, want we waren tot de bevinding gekomen, dat er geen glas Pils meer op kon overschieten. Opeens zei Dorus: .Jongens, ik tracteer!" We keken elkaar verbluft aan en Dorus scheen op onze gezichten verwondering en twijfel te lezen, want hij hernam: „Ja zeker, ik tracteer. Ik vier vandaag feest en nu wil ik niet. dat jullie zitten te kijken als waterrotten in een leegen provi siekelder En de daad bij het woord voegende, riep hij: „Aannemen, Zwabberdam!" zoo noemde Dorus den kellner, omdat 's mans rokspan- den op de anoogHikste manier om z'n dunne beenen zwabberden. Dat „aannemen" klonk als muziek in onze ooren en zonder er naar te vragen, wat onze vrijgevige vriend eigenlijk voor een feest vierde, stonden we op en wilden hem als om strijd de hand drukken. Nauwelijks hadden we de glazen in beslag genomen, of het klonk: „Prosit!" en wij sta ken onze bovenlippen in het heldere schuim. Onze tongen waren nu weer wat losser geworden en een onzer eerste vragen was: ,Maar welk feest vier je dan toch, Dorus?" „Raadt er maar naar. Als jullie er achter komen, tracteer ik nog eens." Sakkerloot, als hij dat durfde beloven, moest het wel een moeilijk probleem zijn en dadelijk spanden we ons dapkvermogen in, alsof we voor onzen patroon een fout in de balans moesten zoeken. Te midden van de kleine stilte, die door ons diepzinnig denken ontstond, riep Dorus eensklaps: ,Daar heb je waarachtig den Blaasbalg!" De Blaasbalg was een stamgast, die de gewoonte had het «chuim van zijn glas met geweld weg te blazen. „Kom hier zitten, mijn waarde," ging Do rus voort; „ik tracteer vandaag Zwabber- dam, één glas Pils verbr mijnheer, maar doe er een lepel bij om er het schuim van af te kunnen scheppen." De nieuw aangekomene nam bij ons plaats en ook zijn eerste vraag was: „Waar om tracteer je?" „Ik vier vandaag feest." „Dan ben je zeker jarig," opperde de stamgast. Onze gezichten helderden op, doch Dorus zei minachtend: Jarig? Zou ik me voor zoo'n simpel iets zoo'n kolossale uitgaaf veroor loven in den tegenwoordigen slechten tijd? 't Is wat beters, hoor." Daar begonnen we weer met ons hersen werk. De een zocht aan de zoldering de oplossing van het raadsel, een ander tracht te die uit de toppen van z'n vingers te krabbelen, een derde meende het feest uit zijn voorhoofd te kunnen strijken en de Blaasbalg zocht in het schuim van zijn glas, dat veel te langzaam naar z'n zin slonk. Eindelijk meende Frans wat goeds gevon den te hebben. „Je hebt opslag gekregen. Dorus." „Mis." „Je bent deelgenoot geworden," opperde Willem. „Was 't maar waar." „Mijnheer is heden verloofd," waagde een der jongeren, die een gouden ring droeg, op te merken. „Ben je mal? Ik heb toch geen ring aan." En t jonge mensch kleurde. „Je hebt een andere betrekking gekre gen," zei ik. „Denk je, dat ik zoo ontevreden ben als jij?" „Je gaat een eigen zaak beginnen," sprak de Blaasbalg. „Dan zou ik doen als de kikvorsch, die zich te bersten blies. Kom, mijnheer, drinx eens; 't schuim is haast weg." „Je gaat acht dagen met verlof." „Wel neen, 't is heel wat anders. Ik zal jullie wat op weg helpen. Ik vier vandaag een jubilé." We keken beteuterd. „Is dat zoo vreemd? Iedereen viert te genwoordig een jubilé, tot stovenzetters en lantaarnopstekers toe, Dan mag een han delsbediende het ook wel eens doen." We zwichtten voor dat argument, begon nen meer te denken en met ons eenige stamgasten, die door het luide gesprek wa ren aangelokt en naderbij getreden. „Je bent vandaag 12% jaar bij je pa troon," zei Willem. „Mis; 'k ben er nog niet zoo lang. „Dan ben je 6^ jaar chef." „Neen, dat werd ik pas voor een paar jaar.' Zwabberdam was er ook bij gekomen en zei: „Mijnheer viert z'n koperen feest als stamgast." „Gelukkig niet." „U bent vandaag 15 jaar in deze stad," voerde een stamgast aan. „Wel neen, denk je dat ik zoo'n kinder achtig jubilétje vier? Ik vier vandaag een zilveren feest." Een zilveren feest? Dat ging ons aller be grip te boven! Dorus lachte triomfantelijk en zei: „Enfin, dan zal ik 't maar zeggen. Ik vier vandaag een zilveren feest, omdat het heden juist vijf en twintig jaar geleden is, dat ik geboren ben!" „Is 't anders niet? riepen wij. „Me dunkt," was 't antwoord. „Maar dan vier je toch je verjaardag,' bracht de Blaasbalg nog in 't midden. „Natuurlijk, maar een zilveren!" pen. Deze kleur is genomen naar de lente, die de toekomst opent en de belofte brengt voor een beteren tijd. De das is donker bruin, de kousen gespikkeld. De muts. die meer bij demonstraties dienst zal doen, is meer onderscheidingsteeken; zij draagt een driehoek met groen veld, en in twee streepjes de kleuren der plaatse- lijké afdeeling, benevens de letters J. W. Brand op een Rubberonderneming Het rubberblokhuis van de afdeeling Ka- rang Pandan van de onderneming Batoe- lawang is afgebrand. Blusschen was onmo gelijk door de snelheid waarmede het vuur om zich heengreep en de enorme hitte. De belendende fabriek en de houtloods werden behouden, doordat men deze nat gooide; 3300 kilo rubber gingen verloren. De schade wordt door verzekering gedekt. De oorzaak van den brand is onbekend. Elevator gekapseisd De opvarenden gered Hedennacht omstreeks half twee is te Am sterdam in het Oosterdok ter hoogte van de Schipperstraat een zand- en grindelevator „Oosterdok I" geheeten door onbekende oor zaak gezonken. Aan boord bevonden zich man, vrouw en een volwassen zoon. Een schipper, die met zijn vaartuig in de nabij heid lag, bemerkte op een zeker oogenblik, dat de elevator in elkaar zakte en begon te zinken. Hij waarschuwde de opvarenden, van wie de vrouw half verlamd is. De 3 personen konden tijdig op het vaartuig van den schip per worden overgebracht. De elevator is daarop gekapseisd. Met een bootje van de havenpolitie zijn de drie personen op den vasten wal gebracht. De vrouw werd daarbij vervoerd op een brancard van den Genees kundigen dienst. De brandweer verleende nog assistentie. De drie geredden werden in een woning in de Schipperstraat onder dak gebracht. Geen schadevergoeding De Haagsche rechtbank heeft afwijzend beschikt op het verzoek van J. B. om van den Staat een schadevergoeding van ƒ60.000 te mogen ontvangen in verband met zijn arrestatie en gevangenhouding als ver dachte van den moord op den Voorburg- schen manufacturier van der Drift. B., die wordt bijgestaan door mr Paauwe, zal van deze afwijzende beschikking fn hooger beroep gaan bij het Haagsche Gerechtshof. Gisteren is door het breken van een ladder de kersenplukker D. W. uit Eist uit een kersenboom gevallen. Met een ernstige hersenschudding en een bekkenfractuur werd hij per auto van het Roode Kruis naar het ziekenhuis overgebracht, waar hij ter verpleging is opgenomen. Zijn toestand is zorgwekkend. Toen Woensdag het 6-jarig zoontje van A. Boeren, wonende aan den Rijksweg te St. Willebrord onder de gemeente Hoeven, in gezelschap van enkele schoolmakkertjes onderweg was naar school, liep hij op een oogenblik spelende achteruit, juist toen een vrachtauto, uit de richting Breda, pas seerde, welke voor een anderen auto moest uitwijken. Het gevolg was, dat de kleine door een uitstekenden haak van den vrachtauto aan het hoofdje werd geraakt, waardoor hij een ernstige schedelbreuk op liep. Nadat een noodverband was gelegd en pastoor Bastiaanse den kleine het H. Oliesel had toegediend, is het knaapje op advies van dr. van Dortmund te Hoeven naar het St. Ignatius ziekenhuis te Breda overge bracht. Hoewel zjjn toestand zorgwekkend is. bestaat er hoop hem in hét leven te houden. Den chauffeur treft geen schuld In de mijn „Adolf", te Merkstein, gren zende aan Kerkrade, geraakte de gehuwde 34-jarige mijnwerker, M. Jansen, onder af vallend gesteente. De dood trad onmiddel lijk in. Ter gelegenheid van ons JUBILEUM bieden wij eiken Caravellis-rooker een waardevol en passend Zie de etalages en lees de bij zonderheden In onze doosjes De termijn voor Inlevering der Jubileum-Zegels is verlengd tot 15 NOVEMBER 1931 i Gistermorgen te negen uur werd te St. Willibrord (gem. Rucphen) het zesjarig zoontje van den heer A. Boeren door een vrachtauto aangereden en ernstig gewond. Het knaapje werd naar het ziekenhuis te Breda overgebracht. Zijn toestand is zorg wekkend. Bij het aanmaken van een kachel Op de sleepboot „Duo Amici", liggend in het Oude Bassin te Maastricht, wilde Woensdagmiddag de schippersvrouw M. L. M. een kachel aansteken. Zij kwam hierbij echter met haar kleeren in aanraking met het vuur en stond in een oogwenk in lichte laaie. Met ernstige brandwonden overdekt, werd de ongelukkige overgebracht naar het Calvariënberg-Ziekenhuis. Haar toestand doet het ergste vreezen. Bij het baden verdronken Een 17-jarige jongen verongelukt Dinsdagavond is de 17-jarige Van Voorst uit Bussum bij het baden in de Buitenves tinggracht te Naarden" verdronken. Hij zwom met een broertje en een vriendje en riep op een gegeven moment om hulp, waarop de beide anderen hem trachtten te helpen. Tot eenige malen werden ze door den stevigen jongen mee in de diepte ge sleurd, waarna een andere zwemmer, ter hulp geroepen, tevergeefs dook. Een kwar tiertje later werd het lichaam met dreggen opgehaald, doch na langdurige toepassing van kunstmatige ademhaling door dr. Croi- set van Uchelen, bleken de levensgeesten geweken. Uitgesproken: 22 Juni: N. V. Perzische Tapijthandel Perzia", in liquidatie, Den Haag, Molen straat 2. R.c. Mr. A. S. Rueb. Cur. Mr. W. P. M. v. d. Loo. N V. Bouwsociëteit ,,'s-Gravenhage" te Den Haag, kantoorhoudende te Voorburg, v, Luchtenburgstraat 28. R.c. Mr. H. W. E. Klomp. Cur. Mr. L. G. Kortenhorst, Den Haag. H. Brouwer, modiste en pensionhoudster, gescheiden huisvr. van A. F. Bruijm, Den Haag, Amsterdamsche Veerkade 11. R.c. Mr. H. van Wageningen. Cur. Mr. J. v. Woer- len, Den Haag. 23 Juni: Johannes Ernst Dzn., landbou wer, Made c.a. R.c. Mr. G. J. Kronenberg. Cur. Mr C. A. A. M. d. Kroon, Zevenberg- schenhoek. r 403. Wat die jongen toen wel een pret had, Hij vermaakte zich geducht. Voor den baas had hij moeten vluchten, Nu was die zelf op de vlucht. Hij lachte om den dikken kerel, Die wist nu gewis geen raad. Op de hielen achterna gezeten Door Wim's nieuwsten kameraad. 404. Dicht bij hun Kltinen kraal gekomen, Hieven zij een woest krijgslied aan. Zij dansten daarbij in het ronde, De blanken moesten blijven staan. Hoog hieven zij daarbij hun speren En hun schilden in de lucht. „Dat alles zie ik_ liever op de film," Zei de jongen met een zucht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10