R innenlandsch Nieuws
Car avelus
I
f
is
Voor de Huiskamer
Het gestolen Luchtballonnetje
OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
n JUBILEUM
De automatiseering van
de telefoon
Nederlandsche arbeiders in België
FINANCIEN
KERK EN SCHOOL
Ook een Jubile
ONZE OOST
GEMENGD NIEUWS
JUBILEUM-GESCHENK aan
Bij het baden verdronken
FAILLISSEMENTEN
Wijziging in de personeelsorganisatie
Het Tijdschrift voor Posterijen, Telegrafie
en Telefonie publiceert thans de van den
directeur-generaal der P. T. en T. ontvan
gen beschouwing betreffende: „Uiteenzetting
betreffende de voorgenomen wijzigingen in
de personeelsorganisatie van het bedrijf der
posterijen, telegrafie en telefonie, in verband
met de automatiseering van de telefoon"
en „De ombouw en moderniseering van 't Ne-
derlandsche telefoonstelsel", waarvan thans
de geheimhouding is opgeheven. Aan laatst
genoemde beschouwing is door het hoofdbe
stuur der „P. T. en T. reeds in de pers be
kendheid gegeven.
Aan eerstgenoemde beschouwing wordt het
volgende ontleend:
Het rijk zal worden verdeeld in 22 tele
foondistricten, waarvan de hoofdzetels ge
vestigd zullen worden te Alkmaar, Haarlem,
Amsterdam, Leiden, 's-Gravenhage, Rotter
dam, Dordrecht, Goes, Roosendaal, Breda,
Maastricht, Venlo, Eindhoven, 's-Hertogen-
posch, Nijmegen, Arnhem, Utrecht, Henge
lo, Deventer, Zwolle, Leeuwarden en Gronin
gen.
Het ligt nu in het voornemen 5 districten
zoo spoedig mogelijk in den nieuwen organi
satievorm te brengen en wel met de hoofd
plaatsen Haarlem, Arnhem, Deventer, Hen
gelo en Leeuwarden.
De ervaring heeft geleerd, dat het naast
elkaar werken van ambtenaren, die tot ver
schillende dienstonderdeelen behooren (n.l.
van den exploitatieven en van den techni-
schen dienst) slechts zelden tot de vereisch-
te innige samenwerking voert en dat de
eenige weg om een doelmatige behandeling
onder dergelijke omstandigheden te verzeke
ren is, de verschillende zijden van het tele
foonbedrijf ook ter plaatse door een enkel
diensthoofd te laten verzorgen, die dus zoo-
wel voor de exploitatieve als voor de tech-
'nische zijde van dit bedrijf aansprakelijk is.
Te voorzien is dus thans, dat, zoowel de or
ganisatie van den uitvoerenden technischen
dienst als van den exploitatieven dienst, wat
het telefoonbedrijf betreft, op geheel andere
wijze zal moeten plaats vinden dan het te
genwoordig organiek besluit aangeeft en wel
door in het leven te roepen beheerseenheden,
samenvallende met de 22 te scheppen tele
foondistricten, waarvan de leidende ambte
naren zoowel de technische als de exploita
tieve zorg voor het telefoonbedrijf in hun
district hebben.
Wat de telegraaf betreft zijn de consequen
ties nog niet ten volle te overzien, doch aan
vankelijk wordt het waarschijnlijk geacht,
dat men de beste oplossing zal krijgen door
de uitvoering van den telegraafdienst ex-
ploitatief in te deelen bi) de postkantoren
ter plaatse, terwijl de technische verzorging
zal berusten bij de hoofden der telefoondis
tricten, voor zoover zulks niet vanwege de
directie van den technischen dienst ge
schiedt. Zulks zal niet gelden voor de groot
ste kantoren te Amsterdam, Rotterdam en
Den Haag, waarvoor wellicht de telegraaf
dienst, afgescheiden van den telefoondienst,
als afzonderlijke kantooreenheid zal worden
georganiseerd.
Ten aanzien van de organisatie der dis
tricten zooals die als voorloopige oplossing is
gedacht, valt in de eerste plaats te vermel
den, dat zij, zonder verder regionaal verband,
zich rechtstreeks tot het hoofdbestuur zullen
verbinden.
Aan het hoofd van elk telefoondistrict
komt een functionnaris te staan, die leiding
heeft te geven aan alles wat in 'het geheele
district, zoowel in de locale netten die daar
toe behooren, als ten aanzien van het inter-
locale verkeer behoort te geschieden om het
bedrijf in elk opzicht aan het doel te laten
beantwoorden. Daartoe behoort zoowel de
zuiver technische als de zuiver administra
tieve, alsook de exploitatieve zijde van deze
taak, welke laatste zich naar gelang van de
omstandigheden meer naar den technischen
of meer naar den administratieven kant zal
richten. Rekening houdende zoowel met den
omvang der werkzaamheden als met het feit,
dat de leider van het district vermoedelijk
ook veel buiten zijn standplaats zal zijn,
wordt het aanvankelijk noodig geacht, on
der het districtshoofd een adjunct-districts
hoofd werkzaam te stellen, wiens rang in'
ieder geval nader zal worden bepaald. Ook
deze functionnaris zal een taak hebben welke
alle onderdeelen van het telefoonbedrijf om
vat.
Onder de algemeene leiding van de voren-
besproken functionnarissen zullen de dage-
lijksche werkzaamheden moeten worden
verricht door personeel, dat over de ver-
eischte vakkennis en ervaring beschikt, het
geen er toe zal leiden, die werkzaamheden in
3 deelen te splitsen, zijnde de bepaaldelijk
technische, welke zullen zijn uit te voeren
onder de algemeene verantwoordelijkheid
van een ingenieur of electrotechnisch-hoofd-
cunbtenaar of -ambtenaar, de in het bijzon
der explotatieve, die tot het ressort van een
referendaris, referendaris 2e klasse of ad
junct-referendaris zullen behooren en ten
slotte de zuiver administratieve, waarvoor de
oorg aanvankelijk aan een referendaris 2e
klasse of adjunct-referendaris, doch op den
duur waarschijnlijk beter aan een hooger
ambtenaar van een in te stellen administra
tieven dienst der P. T. T. zal zijn toe te ver
trouwen.
De functies van districtshoofd en adjunct
districtshoofd brengen, zooals reeds werd
vermeld, verantwoordelijkheid mede, zoowel
op het terrein, waarop de tegenwoordige
technische districtsdienst zich beweegt, als
op het terrein van den tegenwoordigen ex
ploitatieven dienst, terwijl de gedaante, welke
deze aanneemt, zoo4anig is, dat daarbij een
goed inzicht in den bouw en de ontwikke
lingsmogelijkheden der automatische tele
fooninstallaties van groote beteekenis moet
worden geacht. Geeft men zich rekenscnap
van de vakkennis, de ervaring en de hoeda
nigheden, waarover een districtshoofd zou
moeten beschikken om zijn taak op zijn al
lerbest te kunnen vervullen, dan komt men
tot de conclusie, dat bij geen enkele der bij
het staatsbedrijf der P. T. T. aanwezige groe
pen van personeel ambtenaren worden aan
getroffen, die volledig aan die eischen vol
doen. Aanvankelijk zal daarom de voor het
bedrijf beste oplossing worden verkregen,
wanneer er naar gestreefd wordt, de combi
natie districtshoofd-adjunct districtshoofd
zoodanig te bezetten, dat in die combinatie
de vereischte vakkennis en ervaring zoo vol
ledig mogelijk aanwezig zijn, terwijl in de
beide functionnarissen, maar vooral in het
districtshoofd de algemeene hoedanigheden
moeten worden aangetroffen, die onontbeer
lijk zijn voor ambtenaren, die leiding hebben
te geven aan personeel met zeer verschillend
karakteristiek en dat ten deele werkzaam
heden verricht, waarvan men niet uit eigen
ervaring op de hoogte is.
Teneinde de combinatie districtshoofd-ad
junct districtshoofd aan te stellen eischen
zoo goed mogelijk te doen beantwoorden, zal
het aanvankelijk noodig zijn ernaar te stre
ven, dat in de districten, waar 't hoofd af
komstig is uit den exploitatieven dienst, een
adjunct wordt aangewezen, afkomstig uit
den technischen dienst, en omgekeerd. Het
ligt dan ook in het voornemen, deze wijze
van bezetting toe te passen op de 5 proef-
telefoondistricten, Haarlem, Arnhem, Deven
ter, Hengelo en Leeuwarden. Daarmee zal
gepaard gaan een verandering van de be
grenzing der ingenieursdistricten, welke
aanvankelijk tot een vermindering met twee
districten zal leiden. Er wordt naar ge
streefd, de bezetting van de eerste 5 te vor
men telefoondistrictën te doen geschieden
door 2 districtshoofden afkomstig uit den
technischen dienst en 3 uit den exploitatie
ven dienst; voor de adjunct-districtshoofden
zal de verhouding vermoedelijk omgekeerd
zijn.
De omzetting van de organisatie in de vol
gende groep van 17 telefoondistricten zal
waarschijnlijk eerst over eenige jaren plaats
hebben, zoodat reeds voor de bezetting van
de dan komende plaatsen als districtshoofd
en adj.-districtshoofd maatregelen kunnen
worden getroffen om aan de daarvoor in
aanmerking komende ambtenaren gelegen
heid te geven, hun ervaring en kundigheden
ten behoeve van de aanwijzing voor derge
lijke functies aan te vullen. In nog sterker
mate zal zulks het geval zijn voor degenen,
die voor de plaatsen in aanmerking zullen
komen welke in nog verder verwijderde toe
komst zullen ontstaan. Het ligt in de bedoe
ling om ter verkrijging van een regelmatigen
gang van zaken in dit opzicht een regeling
tot stand te brengen, waardoor ambtenaren
van den exploitatieven dienst, die aan ze
kere vereischten voldoen, in aanmerking
zullen komen om eenige jaren deel te nemen
aan den in gang zijnden bouw van automa
tische centrales, aan 't technische districts-
werk en mede aan werkzaamheden in de
werkplaatsen en laboratoria, Omgekeerd zul
len eenige ambtenaren van den technischen
dienst in de gelegenheid worden gesteld,
grondige ervaring in den exploitatieven
dienst op te doen.
Te zijner tijd zal met de gewijzigde om
standigheden rekening moeten worden ge
houden bij het beantwoorden van de vraag,
hoe verder de aanvulling van het corps hoo-
gere ambtenaren zal moeten geschieden.
En niet-Nederlandsche arbeiders in ons land
Op de vragen van het Tweede Kamerlid,
den heer Lockefeer, betreffende uitwijzing
van Nederlandsche arbeiders uit België, die
aldaar zonder de verlangde arbeidsvergun
ning werken en het vaststellen van beper
kende bepalingen en het verleentn van ar
beidsvergunning aan hier te landt werkende
buitenlandsche arbeiders, heeft de Minister
van Arbeid, H. en N, geantwoord:
Sedert 15 Maart 1931 worden Nederland
sche arbeiders, die in België nandenarbeid
wenschen te gaan verrichten, daar te lande
niet toegelaten, tenzij zij voldoen aan de
navolgende voorwaarden:
Zij moeten door tusschenkomst en ten over
staan van een Belgisch diplomatiek of con
sulair ambtenaar een schriftelijk verzoek
richten tot de administratie der openbare
Veiligheid te Brussel om vergunning tot net
verrichten van den door hen begeerden
handenarbeid. Bij dit verzoek moeten wor
den overgelegd:
le. een arbeidscontract op hun naam, ge
viseerd door het Ministerie van Nijverheid,
Arbeid en Sociale Voorzorg te Brussel;
2e. een bewijs van goed gedrag, hetwelk
moet vermelden of, en, zoo ia, welke veroor
deelingen belanghebbende in de laatste vijf
jaren heeft ondergaan; werd hij nimmer
veroordeeld, dan moet dit eveneens uitdruk
kelijk vermeld worden:
3e. een geneeskundige verklaring, opge
maakt door een daartoe van Belgische zijde
aangewezen geneesheer en inhoudende, dat
belanghebbende niet lijdende is aan een be
smettelijke ziekte, of een ziekte, die zijn op
neming in een hospitaal zou kunnen noo
dig maken.
Naar den Minister is gebleken, komt het
wel voor dat Nederlandschen arbeiders, die,
zonder in het bezit te zijn van de vereischte
vergunning, in België arbeid verrichten, door
de politie wordt belet om verder te werken.
Aangezien Nederlandsche arbeiders, die in
België handenarbeid verrichten zonder de
vereischte vergunning, daar te lande niet
worden toegelaten en dus geen v -rbtijfsver-
gunning ontvangen, kan het wel voorkomen
dat Nederlandschen arbeiders om deze reden
het verblijf in België wordt ontzegd
De Minister kan hieraan toevoegen, dat
overleg gaande is, om met de Belgische re
geering tot een bevredigende regeling te ko
men.
Het vraagstuk betreffende het werken van
niet-Nederlandsche arbeiders in ons land
wordt onderzocht door een interdepartemen
tale commissie.
Zoodra het advies dezer commissie in zijn
bezit is, hetgeen, naar de Minister vernam,
zeer spoedig het geval zal zijn, zal hij zijn
houding in deze nader overwegen
Unie van Ijsfabrieken
Winstsaldo f 23.308 (f 679.761), dividend
totaal 5 pet, (8).
Aan het jaarverslag der Unie van Ijsfa
brieken over 1930 is het volgende ontleend:
De abnormaal langdurige regenperiode in
1930 is van ongunstigen invloed geweest op
ons bedrijf en het verslagjaar heeft tevens
gestaan in het teeken van scherpe concur
rentie, hetgeen tot uiting komt in de min
der gunstige bedrijfsresultaten vergeleken bij
die van vorige jaren. Toch verkeert ons
concern nog in de gunstige positie, dat de
prijzen van het door haar gemaakte pro
duct niet zoo sterk den terugslag onder
vinden van den slechten economischen toe
stand.
Tijdens het verblijf van onzen directeur in
Indië werden vele regelingen getroffen met
de concurrenten, waardoor in de naaste toe
komst de bedrijfsresultaten beter zullen zijn.
De totale omzet onzer overzeesche fa
brieken neemt nog steeds toe. In 1930 was
de omzet 305 mill. h. kg.
De gang van zaken te IJmuiden
minder bevredigend.
Over den gang van zaken in het thans
afgeloopen boekjaar kan worden medege
deeld, dat de exploitatieuitkomsten der be
drijven over zee bevredigend zijn en die in
dezelfde periode van het vorige jaar aan
merkelijk overtreffen; die te IJmuiden wor
den beïnvloed door de malaise in de vis-
scherij.
Daar het ook de bedoeling is om in de
naaste toekomst de uitbreidingen in een
langzaam tempo te doen gecshieden, is het
te verwachten, dat de garantie ten behoeve
van de N. V. IJsmij. Debodjo spoedig be
langrijk kan worden verminderd.
Het is ons streven om de restant boek
waarde der aandeelen dochtermij en te
brengen op haar nominale waarde en de
reserves, die thans reeds op de balansen
der dochtermijen voorkomen, te vermeerde
ren met later te vormen reserve, die uit
de winsten dier dochtermijen zullen worden
gemaakt. Door de N. V. Unie van IJfabrie-
ken is nl. in de voorgaande jaren een klei
ner dividend aan hare aandeelhouders uit
gekeerd dan door haar aan dividenden van
de dochtermijen werd ontvangen, want een
gedeelte werd als reserve ingehouden. Daar
de Dividend- en Tantièmebelasting bij de
dochtermijen wordt geheven, wordt uit dien
hoofde een hooger bedrag betaald dan over
eenstemde met door onze N. V. betaalde
dividend. Door nu bij de Indische dochter
mijen geen dividend uit te keeren, bestaat
de gelegenheid om dit bedrag in te loopen.
De totale winst der dochtermijen bedraagt
na de gebruikelijke afschrijving voor belas
tingen f 341.243 incl. het onverdeeld saldo
van 1929 ad f 24.231. De daarvan gereser
veerde winsten ad f 326.243 verschijnen niet
op de balans en winst- en verliesrekening
der N. V. Unie van Ijsfabrieken. Het divi
dend der N. V. zal worden gebracht ten
laste der rekening „Onverdeeld dividend".
Voorgesteld wordt het saldo winst 1930
groot f 23.308 toe te voegen aan de „Af
schrijvingsrekening der dochtermijen" en het
dividend te bepalen op 5 pet. (8 pet.),
waarvan reeds 2 pet. betaalbaar werd ge
steld.
De Winst- en Verliesrekening vermeld
onder: Credit: ontv. div. f 15.000 f 664.000)
int. rek. f 12.183 f 2755). Debet: onk. rek.
f 3500 (f 3757), reg. rechten f 375 9665),
saldo w. f 23.308 (f 679.761).
Parochie H. Agatha Lisse
4 pet. leening tegen een koers van 97.
De Nederlandsche Landbouwbank en
Lentjes en Drossaerts berichten, dat vanaf
Donderdag 25 Juni 1931 de inschrijving op
f 75.000 4 pet. obligaties (deel uitmakende
eener leening groot f 200.000) ten laste van
het R.K. Kerkbestuur der Parochie van de
H. Agatha te Lisse (Z.H.) in stukken van
f 1000 en f 500 nam. aan toonder tot den
koers van 97 pet. is opengesteld.
De betaling der toegewezen obligatiën
moet geschieden op Woensdag 1 Juli 1931.
De leening dient ter aflossing van de nog
uitstaande obügatieleeningen van hooger
rentetype en consolidatie van diverse on-
dershandsche schuldbekentenissen met kor
ten opzeggingstermijn, een en ander te sa
men pro resto f 140.000, alsmede voor den
bouw van een nieuwe R.K. bewaarschool
te Lisse, ter waarde van f 63.000.
De uniform van de
„Jonge Werkman"
GROENHEMDEN
Volgens de „Volksk." heeft de Federatie
van Diocesane Bonden de „Jonge Werkman
voor al zijn leden beslist, dat de onlangs
in het Bossche bisdom ingevoerde uniform
zal gelden. We krijgen dus straks groen-
hemden.
Groenhemden is de kleeding voor de le
den van de „Jonge Werkman".
De broek is van manchester; sterk in het
werk. Het hemd is in groene kleur ontwor-
Wij: Dorus, Frans, Willem, ik en een paar
andere handelsbedienden, vormden een
vroolijk clubje. In de groote handelsstad,
waarheen we getrokken waren, hadden we
elkaar leeren kennen en nu kwamen we op
onze vrije avonden geregeld bijeen in het
lokaal „de Adelaar", waar voor weinig geld
een goede pot bier geschonken werd.
De jongelui, boven aangeduid als de „an
dere handelsbedienden" bohoorden tot de
gaanden en komenden van ons gezelschap,
doch Dorus, Frans, Willem en ik waren al
sinds jaren onafscheidelijk. We waren alle
vier begonnen als jongste bedienden, geza
menlijk opgeklommen en nu al zoover, dat
we op de jongste bedienden al zoo'n beetje
neerzagen.
Van ons vieren was Dorus ongetwijfeld de
voornaamste. Vooreerst was hij de oudste,
ofschoon we niet juist z'n leeftijd wisten.
Met zijn donkere gelaatskleur, z'n zwarten
haardos, zag hij er uit als een dertiger en
we hielden hem er voor. Wij overigen waren
pas vooraan in de twintig en keken dus een
beetje naar hem op, vooral ook, omdat hij
een trapje hooger op den trap der handels
bedienden gestegen was. Hij bekleedde n.l.
de functie van chef. Bovendien ded hij zoo
ongmerkt z'n heerschappij over ons gelden
en in 't bijzonder wist hij ons te bewaren
voor groote verteringen. Hij was zuinig van
aard en wanneer we op het punt stonden
nog een potje „Pils" te bestellen, wist hij
ons daarvan terug te houden met de op-
de functie van chef. Bovendien deed hij zoo
Van tracteeren wilde hij niets weten. Ove
rigens was hij een prettige, joviale kerel,
die het aan kwinkslagen nooit liet ntbre-
ken.
Zoo maakte hij altijd op de bezoekers van
onze „kneip" aardige opmerkingen en aan
al de „stamgasten" had hij karakteristieke
bijnamen gegeven, waarmee we de goede
kennissen onder hen wel eens aanspraken.
En ook, waar het er op aankwam den avond
gezellig door te brengen, wist hij altijd een
middeltje.
Een van die avonden, waarop we aan
Dorus ons amusement dankten, is me altijd
in de herinnering gebleven, ook omdat hij
toen voor de eerste maal, sinds we hem
kenden, tracteerde. 't Was cp een Zaterdag
avond, dat we met ons zessen bijeen zaten,
ieder met een glas bier, dat bijna weer tot
bierglas was gedegradeerd, 't Gesprek was
kwijnend en 't werd er niet beter op, toen
een stortregen tegen de ruiten begon te
kletteren. Van wandelen kon nu geen spra
ke zijn, en de gezellige kout scheen voor
goed gebroken, ondanks alle pogingen van
Dorus, om wat nieuw vuur in het gesprek
te brengen. Het bier in de glazen daalde ai
lager en lager in onze achting en allen zaten
we zwijgend en rekenden uit, of het nog
een potje lijden kon. Alleen Dorus was
vroolijk en maakte grappen ten koste der
overige bezoekers. Maar ook dit had op ons
geen vat, want we waren tot de bevinding
gekomen, dat er geen glas Pils meer op
kon overschieten.
Opeens zei Dorus: „Jongens, ik tracteer!"
We keken elkaar verbluft aan en Dorus
scheen op onze gezichten verwondering en
twijfel te lezen, want hij hernam:
„Ja zeker, ik tracteer. Ik vier vandaag
feest en nu wil ik niet. dat jullie zitten te
kijken als waterrotten in een leegen provi
siekelder
En de daad bij het woord voegende, riep
hij: „Aannemen, Zwabberdam!" zoo noemde
Dorus den kellner, omdat 's mans rokspan-
den op de onoogliikste manier om z'n dunne
beenen zwabberden.
Dat „aannemen" klonk als muziek in
onze ooren en zonder er naar te vragen,
wat onze vrijgevige vriend eigenlijk voor een
feest vierde, stonden we op en wilden hem
als om strijd de hand drukken.
Nauwelijks hadden we de glazen in beslag
genomen, of het klonk: „Prosit!" en wij sta
ken onze bovenlippen in het heldere schuim.
Onze tongen waren nu weer wat losser
geworden en een onzer eerste vragen was:
„Maar welk feest vier je dan toch, Dorus?"
„Raadt er maar naar. Als jullie er achter
komen, tracteer ik nog eens."
Sakkerloot, als hij dat durfde beloven,
moest het wel een moeilijk probleem zijn en
dadelijk spanden we ons denkvermogen in,
alsof we voor onzen patroon een fout in de
balans moesten zoeken. Te midden van de
kleine stilte, die door ons diepzinnig denken
ontstond, riep Dorus eensklaps:
„Daar heb je waarachtig den Blaasbalg!"
De Blaasbalg was een stamgast, die de
gewoonte had het schuim van zijn glas met
geweld weg te blazen.
„Kom hier zitten, mijn waarde," ging Do
rus voort; „ik tracteer vandaag Zwabber-
dam. één glas Pils voor mijnheer, maar doe
er een lepel bij om er het schuim van af
te kunnen scheppen."
De nieuw aangekomene nam bij ons
plaats en ook zijn eerste vraag was: „Waar
om tracteer je?"
„Ik vier vandaag feest."
„Dan ben je zeker jarig," opperde de
stamgast.
Onze gezichten helderden op, doch Dorus
zei minachtend: „Jarig? Zou ik me voor zoo'n
simpel iets zoo'n kolossale uitgaaf veroor
loven in den tegenwoordigen slechten tijd?
't Is wat beters, hoor."
Daar begonnen we weer met ons hersen
werk. De een zocht aan de zoldering de
oplossing van het raadsel, een ander tracht
te die uit de toppen van z'n vingers te
krabbelen, een derde meende het feest uit
zijn voorhoofd te kunnen strijken en de
Blaasbalg zocht in het schuim van zijn
glas, dat veel te langzaam naar z'n zin
slonk.
Eindelijk meende Frans wat goeds gevon
den te hebben.
„Je hebt opslag gekregen. Dorus."
„Mis."
„Je bent deelgenoot geworden," opperde
Willem.
„Was 't maar waar."
„Mijnheer is heden verloofd." waagde een
der jongeren, die een gouden ring droeg, op
te merken.
„Ben je mal? Ik heb toch geen ring aan."
En 't jonge mensch kleurde.
„Je hebt een andere betrekking gekre
gen," zei ik.
„Denk je, dat ik zoo ontevreden ben als
jij?"
„Je gaat een eigen zaak beginnen," sprak
de Blaasbalg.
„Dan zou ik doen als de kikvorsch, die
zich te bersten blies. Kom, mijnheer, drinx
eens; 't schuim is haast weg."
„Je gaat acht dagen met verlof."
„Wel neen, 't is heel wat anders. Ik zal
jullie wat op weg helpen. Ik vier vandaag
een jubilé."
We keken beteuterd.
„Is dat zoo vreemd? Iedereen viert te
genwoordig een jubilé, tot stovenzetters en
lantaarnopstekers toe, Dan mag een han
delsbediende het ook wel eens doen."
We zwichtten voor dat argument, begon
nen meer te denken en met ons eenige
stamgasten, die door het luide gesprek wa
ren aangelokt en naderbij getreden.
„Je bent vandaag 12% jaar bij je pa
troon," zei Willem.
„Mis; 'k ben er nog niet zoo lang,
„Dan ben je 6% jaar chef."
„Neen, dat werd ik pas voor een paar
jaar.'
Zwabberdam was er ook bij gekomen en
zei: „Mijnheer viert z'n koperen feest als
stamgast."
„Gelukkig niet."
„U bent vandaag 15 jaar in deze stad,"
voerde een stamgast aan.
„Wel neen, denk je dat ik zoo'n kinder
achtig jubilétje vier? Ik vier vandaag een
zilveren feest."
Een zilveren feest? Dat ging ons aller be
grip te boven!
Dorus lachte triomfantelijk en zei:
„Enfin, dan zal ik 't maar zeggen. Ik vier
vandaag een zilveren feest, omdat het heden
juist vijf en twintig jaar geleden is, dat Ik
geboren ben!"
„Is 't anders niet? riepen wij.
„Me dunkt," was 't antwoord.
„Maar dan vier je toch je verjaardag,''
bracht de Blaasbalg nog in 't midden.
„Natuurlijk, maar een zilveren!"
pen. Deze kleur is genomen naar de lente,
die de toekomst opent en de belofte brengt
voor een beteren tijd. De das is donker
bruin, de kousen gespikkeld.
De muts, die meer bij demonstraties dienst
zal doen, is meer onderscheidingsteeken;
zij draagt een driehoek met groen veld, en
in twee streepjes de kleuren der plaatse
lijke afdeeling, benevens de letters J. W.
Brand op een Rubberonderneming
Het rubberblokhuis van de afdeeling Ka-
rang Pandan van de onderneming Batoe-
lawang is afgebrand. Blusschen was onmo
gelijk door de snelheid waarmede het vuur
om zich heengreep en de enorme hitte. De
belendende fabriek en de houtloods werden
behouden, doordat men deze nat gooide;
3300 kilo rubber gingen verloren. De schade
wordt door verzekering gedekt. De oorzaak
van den brand is onbekend.
Elevator gekapseisd
De opvarenden gered
Hedennacht omstreeks half twee is te Am
sterdam in het Oosterdok ter hoogte van de
Schipperstraat een zand- en grindelevator
„Oosterdok I" geheeten door onbekende oor
zaak gezonken. Aan boord bevonden zich
man, vrouw en een volwassen zoon. Een
schipper, die met zijn vaartuig in de nabij
heid lag, bemerkte op een zeker oogenblik,
dat de elevator in elkaar zakte en begon te
zinken. Hij waarschuwde de opvarenden, van
wie de vrouw half verlamd is. De 3 personen
konden tijdig op het vaartuig van den schip
per worden overgebracht. De elevator is
daarop gekapseisd. Met een bootje van de
havenpolitie zijn de drie personen op den
vasten wal gebracht. De vrouw werd daarbij
vervoerd op een brancard van den Genees
kundigen dienst. De brandweer verleende
nog assistentie. De drie geredden werden in
een woning in de Schipperstraat onder dak
gebracht.
De moord onder Stompwijk
Geen schadevergoeding
De Haagsche rechtbank heeft afwijzend
beschikt op het verzoek van J. B. om van
den Staat een schadevergoeding van
60.000 te mogen ontvangen in verband met
zijn arrestatie en gevangenhouding als ver
dachte van den moord op den Voorburg-
schen manufacturier van der Drift.
B., die wordt bijgestaan door mr Paauwe,
zal van deze afwijzende beschikking ih
hooger beroep gaan bij het Haagsche
Gerechtshof.
Uit den kersenboom gevallen
Gisteren is door het breken van een
ladder de kersenplukker D. W. uit Eist uit
een kersenboom gevallen. Met een ernstige
hersenschudding en een bekkenfractuur
werd hij per auto van het Roode Kruis
naar het ziekenhuis overgebracht, waar hij
ter verpleging is opgenomen. Zijn toestand
is zorgwekkend.
Schoolkind ernstig aangereden
Toen Woensdag het 6-jarig zoontje van
A. Boeren, wonende aan den Rijksweg te
St. Willebrord onder de gemeente Hoeven,
in gezelschap van enkele schoolmakkertjes
onderweg was naar school, liep hij op een
oogenblik spelende achteruit, juist toen een
vrachtauto, uit de richting Breda, pas
seerde, welke voor een anderen auto moest
uitwijken. Het gevolg was, dat de kleine
door een uitstekenden haak van den
vrachtauto aan het hoofdje werd geraakt,
waardoor hij een ernstige schedelbreuk op
liep. Nadat een noodverband was gelegd en
pastoor Bastiaanse den kleine het H. Oliesel
had toegediend, is het knaapje op advies
van dr. van Dortmund te Hoeven naar het
St. Ignatius ziekenhuis te Breda overge
bracht. Hoewel zfjn toestand zorgwekkend
is, bestaat er hoop hem in het leven te
houden. Den chauffeur treft geen schuld
Doodelijk mijnongeluk
In de mijn „Adolf', te Merkstein, gren
zende aan Kerkrade, geraakte de gehuwde
34-jarige mijnwerker, M. Jansen, onder af
vallend gesteente. De dood trad onmiddel
lijk in.
I
Ter gelegenheid van ons JUBILEUM
bieden wl] eiken Caravellls-rooker
een waardevol en passend
Zie de etalages en lees de bij
zonderheden In onze doosjes
Belangrijke Mededeeling!
De termijn voor Inlevering der
Jubileum-Zegels is verlengd tot
15 NOVEMBER 1931
Jongetje aangereden
Gistermorgen te negen uur werd te St.
Willibrord (gem. Rucphen) het zesjarig
zoontje van den heer A. Boeren door een
vrachtauto aangereden en ernstig gewond.
Het knaapje werd naar het ziekenhuis te
Breda overgebracht. Zijn toestand is zorg
wekkend.
Vrouw in brand geraakt
Bij het aanmaken van een kachel
Op de sleepboot „Duo Amici", liggend ln
het Oude Bassin te Maastricht, wilde
Woensdagmiddag da schippersvrouw M. L. M.
een kachel aansteken. Zij kwam hierbij
echter met haar kleeren in aanraking met
het vuur en stond in een oogwenk in lichte
laaie.
Met ernstige brandwonden overdekt,
werd de ongelukkige overgebracht naar het
Calvariënberg-Ziekenhuis.
Haar toestand doet het ergste vreezen.
Een 17-jarige jongen verongelukt
Dinsdagavond is de 17-jarige Van Voorst
uit Bussiun bij het baden in de Buitenves
tinggracht te Naarden verdronken. Hij
zwom met een broertje en een vriendje en
riep op een gegeven moment om hulp,
waarop de beide anderen hem trachtten te
helpen. Tot eenige malen werden ze door
kden stevigen jongen mee in de diepte ge
sleurd, waarna een andere zwemmer, ter
hulp geroepen, tevergeefs dook. Een kwar
tiertje later werd het lichaam met dreggen
opgehaald, doch na langdurige toepassing
van kunstmatige ademhaling door dr. Croi-
set van Uchelen, bleken de levensgeesten
geweken.
Uitgesproken
22 Juni: N. V. Perzische Tapijthandel
„Perzia", in liquidatie, Den Haag, Molen
straat 2. R.c. Mr. A. S. Rueb. Cur. Mr. W.
P. M. v. d. Loo.
N V. Bouwsociëteit ,,'s-Gravenhage" te
Den Haag, kantoorhoudende te Voorburg,
Luchtenburgstraat 28. R.c. Mr. H. W. E.
Klomp. Cur, Mr. L. G. Kortenhorst, Den
Haag.
H. Brouwer, modiste en pensionhoudster,
gescheiden huisvr. van A. F. Bruijm, Den
Haag, Amsterdamsche Veerkade 11. R.c. Mr.
H. van Wageningen. Cur. Mr. J. v. Woer
den, Den Haag.
23 Juni: Johannes Ernst Dzn., landbou
wer, Made c.a. R.c, Mr. G. J. Kronenberg.
Cur. Mr C. A. A. M. d. Kroon, Zevenberg-
schenhoek.
403. Wat die jongen toen wel een pret had,
Hij vermaakte zich geducht.
Voor den baas had hij moeten vluchten,
Nu was die zelf op de vlucht.
Hij lachte om den dikken kerel,
Die wist nu gewis geen raad.
Op de hielen achterna gezeten
Door Wim's nieuwsten kameraad.
404. Dicht bü hun Kleinen kraal gekomen,
Hieven zij een woest krijgslied aan.
Zij dansten daarbij in het ronde,
De blanken moesten blijven staan.
Hoog hieven zij daarbij hun speren
En hun schilden in de lucht.
„Dat alles zie ik liever op de film,"
Zei de jongen met een zucht.