Stadsnieuws
REUZENLETTERS
IN DE LUCHT
PERSIL BLIJFT PERSIL
M 1 A tandpasta
ZIJLSTRAAT 70
PROTOSSTOFZUIGER
PHILIPS
RADIO-COMBINATIE
LAAT KOMEN WAT WIL
TWEEDE BLAD
MAANDAG 29 JUNI 1931
BLADZIJDE 1
GEMENGD NIEUWS
Zware brand te Nijmegen
Ontstaan in balen kapok, opgeslagen
in een kelderruimte onder een fabriek
Brand bij „Hulp voor
Önbehuisden" te
Amsterdam
Aangestoken?
Dr. H NANNING'S
111 I v ^A25&75c.p.tube
De brand te Aarle-Rixtel
De brand gesticht?
Door een auto aangereden
Door een kogel in het hoofd
getroffen
Hofstede afgebrand
Auto's in botsing
Inbraak in Eindhoven
Hand afgekneld
BINNENLANDSCH NIEUWS
„De Standaard" in moeilijkheden?
Heeft u zich in onze
TOONKAMER
gevestigd
R. K. Reclasseeringsvereeniging
Het Moederhuis der
St. Julianacongregatie
We hebben in de verkiezingsdrukte de Re
dactie maar niet willen storen, doch nu die
nen we toch weer een berichtje te sturen,
want ik mag veronderstellen, dat Haarlem
belang stelt in de belangen der Juliaantjes,
die al bijna tien jaar de belangen der huis
gezinnen in Haarlem behartigen.
De vorige week ontving ik f 18.50 en deze
week f 101 in den vorm van f 100 en een van
f 1.Met groote dankbaarheid vermeld ik
vooral die gift van f 100.
Als er zoo honderd volgden, dan zou ik
ernstig over bouwen gaan denken. Laat ik
liever zeggen: zeer ernstig, want ernstig
denk ik daar altijd over. Het wordt zoo drin
gend noodig. Een onverkwikkelijke positie:
wij moeten bouwen en wij kunnen niet, wij
willen graag postulanten aannemen en wij
hebben er geen plaats voor. Wij zullen ons
toch maar houden aan Coen's woord: „Ende
desespereert niet".
Er is nog f 27257.88 noodig, een nietig-
heidje als men dat bedrag vergelijkt bij de
12K millioen, die New-York elk jaar uit
geeft aan waarzegsters. Er zouden 250.000
Moederhuizen voor gebouwd kunnen worden.
Het wordt me wee om het hart bij de ge
dachte aan zoovele millioenen voor derge
lijke dwaasheden weggesmeten.
Een gift voor het Moederhuis der Juliaan
tjes is millioen maal beter besteed.
Den Haag, 27 Juni 1931.
Da Costastraat 44. Giro 88072.
J. JORNA S. J. Pastoor,
Bisschoppelijk Bestuurder der
St. Julianacongregatie.
stendigheid der ondermaansche zaken niets
anders ten gevolge gehad, dan het maken van
onkosten, waarin zeer weinig voordeel voor
de burgerij gelegen was.
Voor Amsterdam kan het anders zijn.
Een Amsterdamsche en een
Haarlemsche Raadhuis-handel
De Amsterdamsche Paleis-Raadhuis-kwes-
tie brengt het Haarlemsche geval in herin
nering, dat er in veel opzichten op ge
lijkt, schrijft N. in „De Vrijheid".
Als wij, in Haarlem, in dezen tijd van
twijfel voor Amsterdam, een tijd, waarin vol
gens onzen wethouder voor de Financiën,
de economische crisis zijn schaduw over het
kohier der gemeentefondsbelasting doet val
len, het oude Raadhuis voorbij gaan, is het
alsof we in den kelder de zilverlingen hoo-
ren rinkelen, waarvoor wij eens dit huis,
dat de stad „in vrijen eige,ndom" behoorde,
hebben veil gehad. Want liet is nauwelijks
één en een kwart eeuw geleden ,rtat de
stadsregeering in volle tevredenheid zijn
Raadhuis „aan den Lande" verkocht voor
f 25.000!
Dat blijft ons in deze lentedagen op het
gemoed drukken, nu de Amsterdamsche
stadsregeering, die althans tot dezen dag
haar raadhuis niet heeft te koop gegeven,
een millioenen-handel schijnt te willen aan
gaan met een gelijken inzet. En als wij her
lezen wat B. en W. van Amsterdam in hun
voordracht zeggen, en wij slaan Comelis de
Koning's „Tafereel der stad Haarlem" na,
dan is er wel een treffende overeenkomst
in de houding der beide stadsbesturen.
Voor Haarlem stond het zóó: De Consti
tutie van 1798 bepaalde, dat in elk van de
acht departementen een gerechtshof zou zijn.
Voor het departement Texel, waarvan Haar
lem het middelpunt was, zou het in deze
stad gevestigd worden. De Municipaliteit
zoo zegt de Koning „oordeelende, dat het
zoogenaamde Prinsenhof een geschikte plaats
tot het houden der vergaderingen (van het
Geregtshof) wezen zou, schreef op den 31
Julii des jaars 1798 een Missive aan de
Wetgevende Vergadering, op dien dag hare
eerste zitting houdende, en wenschte de
zelve hartelijk geluk met hare bijeenkomst".
Na dezen vriendeiyken aanloop, waarvan het
tegenwoordige gemeentebestuur zich niet
meer bedient, volgde het verzoek, dat „het
Departementaal Geregtshof te Haarlem mogt
worden gevestigd."
En „nog dien avond" werd deze Missive
verzonden.
De Regeering in Den Haag was er even
vlug by. De Hooge Vergadering nam een
gunstige beslissing op het verzoek der Mu
nicipaliteit „en ieder verheugde zich, datdoor
het grooter getal huisgezinnen en der per
sonen, welke met de komst van het Ge
regtshof zich hier zeker zouden neerzetten,
vermeerdering van welvaart te wachten was."
Toen kwam de vraag van de huisvesting.
De Stadsregeering kreeg last de plattegron
den op te zenden van het Prinsenhof, het
Pand en „van het Raadhuis op de Groote
Markt". En men begreep, waarop het zou
uitloopen. „Hoe zeer de Stadsregeering ver-
biyd was over de plaatsing van het meer
gemelde Geregtshof binnen deze stad, was
echter de keuze van het gebouw tot het
houden der vergaderingen van het zelve,
minder overeenkomstig met haren wensch;
dan eindelük werd alles in der minne ge
vonden en het Raadhuis op de Markt, waar
in de Regeering dezer stad zoovele jaren,
ja eeuwenlang hare vergaderingen had ge
houden, en hetwelk aan deze Stad in vrijen
eigendom toebehoorde, aan den Lande ver
kocht voor een somma van f 25.000, welke
som iii het begin van de maand January
des jaars 1800, ten kantore van Ketwich en
Voomberg te Amsterdam ontvangen is."
De indruk wordt wel sterk gewekt, dat
„alles in der minne gevonden" werd, toen
door „den Lande" voldoende geboden was.
Het handelen heeft ons nu eenmaal altyd
in het bloed gezeten. En zoo trok het Stads
bestuur eenigen tyd later met vreugde in
het verbouwde complex aan de Jansstraat,
dat voor f 7500 gekocht was. Die f 25.000
waren dus niet noodig om een ander raad
huis te bouwen.
Omdat de verbouwingen en veranderingen
aan het oude Raadhuis uitgevoerd, veel tijd
vorderden, is het nooit gekomen tot een ver
gadering van het Gerechtshof in dat gebouw.
De omwenteling maakt een eind aan de mo
gelijkheid van het gebruiken van het Raad
huis als Gerechtsgebouw. De regeering had
het gebouw niet noodig en in 1803 werd
„na eenige onderhandelingen daarover, het
Raadhuis op de Groote Markt, door het Land
weder aan de Stad afgestaan."
Er was groote vreugde over deze daad
van onbaatzuchtigheid, waarbij van koopen
en bieden geen sprake schijnt te zijn ge
weest. Het stadsbestuur was er dan ook blijk
baar zóó versteld van, dat het „ter vergel
ding aan de Nationale Galerij eenige fraaije
schilderijen door een van de beroemdste kun
stenaars onzer stad vervaardigd," afstond.
Die schilderyen waren de „Kindermoord"
de „Godenmaaltijd op de Bruiloft van Pe-
leus en Theti^" en „het beroemde eerste paar
menschen, levensgrootte", alle door Kornelis
Komelisz. van Haarlem: en een „Maria Mag-
delena" van J. van Schorel.
Het stadsbestuur liet toen aan het Raad
huis het noodige „repareeren en vertimme
ren"; en zoo duurde het tot 1805. voordat de
regeering der stad weer in haar oude huis
aan de Groote Markt zetelde. Het gemeen
tehuis aan de Jansstraat werd in 1813 gou
vernementsgebouw en is dit meer dan een
eeuw gebleven.
Zoo hebben wij, in Hes-1™"!, „de quaestie",
die Amsterdam nu bezig houdt, „aan den
lyve" gekend. Maar voor ons heeft ze, om
met De Koning te spreken, „door de onbe-
Afschaffing der
gemeentelijke orgelbespelingen in de
Gemeentelijke Concertzaal
B. en W. schrijven aan den raad-:
Toen in 1924 het orgel in de gemeentelijke
concertzaal in gebruik werd genomen, is het
instituut der gemeentelijke orgelbespelingen
aldaar in het leven geroepen op het voet
spoor van de orgelbespelingen in de Groote
of St. Bavokerk. Teneinde het publiek in te
leiden omtrent den aard van deze nieuwe
concerten, werd in hetzelfde seizoen even
eens door den heer G. Robert, doch voor
rekening van de Volksuniversiteit, een zestal
cursus-avonden georganiseerd. Mede werd
van den aanvang af aan de reeks gemeente
lijke concerten de medewerking verleend van
solisten, waartoe machtiging werd verkregen
bij Uw besluit van 10 September 1924, No.
25. Een en ander had tot gevolg, dat voor
het eerste seizoen een gemiddeld betalend
bezoek van 500 personen per concert kon
worden geboekt, hetgeen toen naar het oor
deel van den Stads-Organist bevredigend
kon worden genoemd. Hij meende destyds te
kunnen constateeren, dat zich een vaste kern
van bezoekers had gevormd en hij ver
wachtte, dat deze kern zou uitgroeien tot een
talrijk publiek. Aangezien het bezoek der
gewone concerten met verhoogden toegangs
prijs als deel van de reeks te wenschen over
liet, werd bij Uw besluit van 2 September
tot een uniform-prijs van 25 cent per per
soon en per concert besloten en verviel
daarmede de onderscheiding van gewone en
volksconcerten.
Niettegenstaande deze maatregelen, welke
aldus ten doel hadden de aantrekkelijkheid
van de orgelbespelingen te verhoogen, kon
blijkens de ciifers omtrent het bezoek in de
afgeloopen tydperken niet van genoegzame
belangstelling van de zijde van het publiek
worden getuigd. Slechts in één seizoen werd
het vorengenoemde gemiddelde (500) eenigs-
zins belangrijk overschreden namelijk met
222, in een ander seizoen bedroeg de over
schrijding niet meer dan 56, terwijl in de
vier overige tijdperken de aantallen belang
rijk lager waren dan 500 en wel in 1925—-'26,
1926'27. 1928'29 en 1930'31 onderschei
denlijk 457. 414, 412 en 356. Zoodanige dalen
de lijn teekent zich nog duidelijker af in de
ciifergroeDen der negen concerten in het
tijdvak 1930—1931 en wel als volgt:
le concert 850
2e 269
3e 132
4e 485
5e 181
6e 147
7e 711
8e 241
9e 192
Het blijkt dus dat het meerendeel van de
concerten en voornamelijk die ia het afge
loopen seizoen, geen ruim bezoek ten deel
viel en dat zulks zelfs het geval was bij con
certen met solisten van bekende reputatie.
Uit het gering bezoek maken wij de gevolg
trekking dat de smaak van het publiek voor
orgelbespelingen in eene concertzaal blijk
baar is veranderd.
Wij meenen daarom niet te moeten ingaan
op de ons in overweging gegeven voorstellen
van den Stads-Organist in den hierby tér
lezing nedergelegden brief vervat, om het
aantal concerten voortaan van 10 op 8 te
brengen en ook meer afwisseling te doen
aanbrengen in de samenstelling van de pro
gramma's, teneinde zoo door grooter tus-
schenruimte in de reeks als door het verrij
ken der programma's de belangstelling van
het nubliek te doen toenemen.
Wy achten het in de gegeven omstandig
heden plicht nu blijkbaar belangstelling voor
orgelbespelingen in het algemeen zoozeer
afwezig is, U voor te stellen tot afschaffing
van de gemeentelijke orgelbespelingen in de
gemeentelijke concertzaal over te gaan. Het
daarioe strekkend ontwerpbesluit, mede in
houdende de'in verband daarmede noodige
wijziging der betreffende verordening, is
hierbij gevoegd.
Zaterdagmiddag woedde in de kapokfabriek
„Textile et Filature" v.h. Continentale Ka
pokfabriek aan de De Ruyterstraat te Ny-
megen een zware brand, die groote schade
heeft aangericht.
Omstreeks kwart voor twee namen voor
bijgangers rookverschijnselen waar, waarop
de brandweer gealarmeerd werd. Een afdee-
ling rukte met den ladderwagen uit. Het
bleek echter een felle brand te zijn, die een
sterke rookontwikkeling veroorzaakte, waar
door het blusschingswerk ten zeerste be
moeilijkt werd. De brandweer kreeg spoedig
versterking. Het vuur bleek te woeden in de
kelderruimte, die onder het geheele kapitale
fabrieksgebouw gelegen is en een groote
oppervlakte beslaat, zy is vrijwel geheel
gevuld met balen kapok. Vermoedeiyk had
het vuur reeds geruimen tyd zijn vernielend
werk verricht, want het bevond zich door
de geheele kelderruimten en veroorzaakte
een geweldige hitte en kolossale rookwolken.
De gelukkige omstandigheid, dat de kelder
van gewapend beton was, had tot nu toe
verhoed, dat het vuur naar de bovengrond-
sche verdiepingen was doorgebroken. Echter
bleek al spoedig, dat daarvoor groot gevaar
bestond.
De leider van het blusschingswerk, ad-
junct-opperbrandmeester F. J- de Rooy,
liet het sein „groote brand" geven, waarop
al het beschikbare personeel en materiaal
van de Nijmeegsche brandweer naar de
plaats des onheils gedirigeerd werd. Eerst
toen kon, naar het „Hdbd." meldt, het
blusschingswerk met volle kracht ter hand
genomen worden, waarby men echter voor
een buitengewoon zware taak stond, daar
het kapok werkte als schietkatoen en het
vuur telkens weer op andere plaatsen fel
uitsloeg. Zooals by kelderbranden te doen
gebruikelijk is, werd getracht het vuur te
„verdrinken".
Met zeven stralen op de waterleiding en
een zware straal van de groote motorspuit
werden enorme hoeveelheden water in de
kelders gespoten, maar het eigenaardige
feit deed zich voor, dat de op het water
drijvende kapok bleef doorbranden. Dit en
de omstandigheid, dat door de groote hitte
en den rook de menschen om het kwartier
moesten worden afgelost, was oorzaak, dat
ernstig gevaar voor uitbreiding van den
brand bestond.
Ook de bovenverdiepingen
aangetast
Omstreeks half vier was de toestand
uiterst kritiek. Het vuur had zich langs een
der toegangswegen een uitgang naar de
bovengrondsche verdieping gebaand en
tastte drie kapokkamers en drie kapokmo
lens aan. Het gelukte de brandweer met
groote inspanning, het gevaar te bezweren.
Na urenlangen arbeid werd het zwoegen
van de brandweerlieden met succes be
kroond. Tegen zes uur begon het vuur zien-
deroogen te minderen en toen tegen zeven
uur de kelderruimten nagenoeg onder water
gezet waren, kon de brandweer voor het
grootste deel inrukken.
Een enorme hoeveelheid kapok is verbrand
en de schade is dan ook zeer groot, doch
kon nog niet worden vastgesteld. Pand en
voorraden zijn verzekerd op beurspolis.
Omtrent de oorzaak van den brand tast
men volkomen in het duister. Vrijdag waren
uit de kelderruimten circa vierhonderd ba
len kapok gehaald en gistermiddag, een
kwartier voordat de brand ontdekt was, had
een bedrijfschef nog een inspectietocht door
de fabriek ondernomen, zonder dat iets ver
dachts bemerkt was.
Eenige honderden kinderen zonder
incidenten in veiligheid gebracht
Een ware vuurzee achter het oude „Pest-
huys" te Amsterdam heeft Zaterdagavond
omstreeks 8 uur groote consternatie veroor
zaakt in en om de gebouwen van de Ver.
Hulp voor Önbehuisden, van het Wilhelmina-
gasthuis en in wijden omtrek. De zware rook
wolken kon men zelfs tot zeer ver in de
stad en hoog in de lucht zien, zoodat er in
vele wijken der gemeente al spoedig bekend
was, dat er in het stadscentrum een flinke
brand woedde.
Te 7 uur 40 ontdekte de heer J. C. Gest-
man, directeur van de mannen-afdeeling van
„Hulp voor Önbehuisden", dat de twee hou
ten loodsen, op het terrein achter de gebou
wen tegenover de Jacob van Lenneplcade, in
brand stonden. Onmiddeliyk trok hy de
brandschel af en op dit gestichtsalarm
rukte de brandweer op slag met groot materi
aal van verschillende stations uit.
Toen de motoren het achtererf van het
oude en weldra ten doode opgeschreven
„Pesthuys" opreden, stonden de beide hou
ten loodsen, welke door een smal voetpad
van elkaar gescheiden waren, in volle vlam.
Knetterend verteerde het hout, hoog schoot
het vuur op, breede rookkolommen stegen de
lucht in. Met bekwamen spoed werden de
noodige slangen afgerold en weldra gaf de
brandweer van twee kanten volop water;
twee stralen werden gekoppeld op ae brand-
kranen van het aangrenzende Wilhelmina-
gasthuis, drie op één der motorspuiten welke
rechts van de brandende loodsen haar stand
plaats had.
Inmiddels waren direct na het ontdekken
van den brand de hoofddirecteur van „Hulp
voor Önbehuisden", de heer G. H. Honing, en
de directeur van de kinderafdeeling, de heer
P. C. Faber, gewaarschuwd. De brandende
loodsen lagen nml. onmiddeliyk acnter den
achtersten vleugel van het steenen „Pest
huys", in welker vleugel de kinderafdeeling
op twee verdiepingen gevestigd is. De heer
Faber was binnen zeer korten tijd ter plaat
se en nam, volgens het verslag in het
„Hdbd.", in verband met den op dat oogen-
blik inderdaad zeer dreigenden toestand zon
der verwijl de noodige maatregelen. Onge
veer 120 babies, die natuuriyk al lang lagen
te slagen, werden in allerijl naar het nacht-
asyl van de vrouwenafdeeling in den voor
sten vleugel van 't gebouw overgebracht. Ook
lagen reeds pl.m. 240 kinderen, meisjes en
jongens tusschen 3 en 6 jaar, te bed. zy
werden gewekt, aangekleed en naar buiten
gebracht. Alles in volmaakte kalmte en orde,
ondanks den betrachten spoed. Wel waren de
kleinen natuuriyk wat overstuur en er waren
er, die huilden, maar de zusters gingen met
de kleinen gezellig in het Vondelpark wande
len en daar waren alle leed en schrik gauw
geleden en vergeten en vonden zij die onver
wachte excursie maar wat een bof! De wan
deling duurde voort, tot de meisjes en jon
gens na een anderhalf uur naar hun slaap
zalen konden terugkeeren.
Het gevaar voor den achtervleugel van
het gebouw was waariyk niet denkbeeldig ge
weest. De wind stond er pal op en de rook
drong er binnen en zelfs tastten de wreede
vlammen het houten hekwerk van een berg
hok, dat tegen den achtermuur getimmerd
stond, aan, ja enkele vensteriysten en het
houtwerk van een schoorsteen van den ach
tergevel vatten vlam doch de brandwachts
stonden op hun post om er het vuur weg te
„poeieren", doch op vele plaatsen werd de
achtergevel raak geblakerd.
Om half negen restte er van beide loodsen
die te zamen een oppervlakte hadden van
ruim 30 bij 15 M. niets dan een geheel
verkoold geraamte, een zwarte nog smeulende
en zwaar rookende massa, waarover nog heel
wat water werd uitgestort. En groote stukken
van de puinhoopen vielen om of moesten
gesloopt worden.
De brand is door nog onbekende oorzaak
ontstaan m de bergloods. De politie heeft de
zaak in onderzoek, want de kans op brand
stichting is in dit geval niet uitgesloten. Er
was nml. eergisteren in dien geest een be
dreiging geuit door een man, wien een verder
verbiyf in de tehuizen der vereeniging ont
zegd moest worden omdat hy zeer onbehoor
lijk tegen den heer Honing was opgetreden,
nadat hy een zijner wenschen niet ingewil
ligd zag. De man zei toen, dat hy den heer
Honing wel zou krijgen, hij zou wraak nemen
en den boel in brand steken.
De portier, die nog niet wist, dat den man
het verbiyf op de vereenigingsterreinen ont
zegd was, had hem 's middags nog toegela
ten. Wat hy er toen gedaan heeft, is niet be
kend. Zaterdagavond was de man onvind
baar en de politie ging er op uit om hem op
te sporen.
reir»igt mond en tanden.
Omtrent den brand te Aarle-Rixtel wordt
nader gemeld, dat de schade alleen reeds
door de vernieling van de machines ongeveer
f 100.000 bedraagt. In het geheel zyn twee
of drie k.g. stroo verbrand en is een half
millioen k.g. papier in asch veranderd.
De N.V. Van Dam's Stroofabrieken is niet,
de firma Henny wel tegen bedryfsschade
verzekerd. Ondanks de malaise werd op bei
de fabrieken regelmatig gewerkt. Zeer waar-
schynhjk wordt het fabriekscomplex weer
opgebouwd.
Omtrent de oorzaak van den brand is niets
met zekerheid te zeggen. De heer Van Dam
verklaarde dat van broeiing geen sprake is.
zyn meening is, dat de brand moet zyn ge
sticht. De recherche stelt een onderzoek in.
De brand is ontstaan in een der verst van de
fabriek gelegen stroomijten, ongeveer op
dertig meter afstand der fabriek. Een der
fabrieksgebouwen bestond uit drie verdiepin
gen.
De schade zal zeker tusschen de twee- en
driehonderdduizend gulden bedragen.
De ongelukkige op slag gedood
Op den Ryksweg tusschen Susteren en
Nieuwstad is de fabrieksarbeider H. Tilmans
afkomstig van Aalst by Eindhoven, terwyl
hy zich met zyn rywiel in de richting Sit-
tard bewoog, aangereden door een luxe auto.
De ongelukkige werd tegen een boom ge
slingerd en was op slag dood.
De bestuurder van den auto is in hechte
nis genomen. Tilmans was vader van 9 kin
deren. De verongelukte was juist Donderdag
te Eindhoven ontslagen. Hy begaf zich naar
Lutterade, waar twee zijner zoons op de myn
werkzaam zyn, om zich aldaar te vestigen.
Door hollend paard gedood
Een tragisch ongeval met doodelyken af
loop heeft gistermiddag om 3 uur plaats
gehad voor den ingang van het kerkhof
Obergum, gemeente Winsum.
Een familie uit Groningen was per rijtuig
aldaar aangekomen om een bezoek te bren
gen aan de graftombe van een overleden
bloedverwant. Plotseling sloeg het paard op
hol. De 26-jarige ongehuwde Zijl uit Gronin
gen, wonende aan den Achterweg te Gronin
gen, trachtte het dier te grijpen, doch kwam
ongelukkigerwijze onder den wagen terecht.
De man werd ernstig verwond opgenomen.
Dr. Brons kon slechts den dood constateeren.
De overige inzittenden liepen lichte ver
wondingen op.
Lyk in een sloot gevonden.
Zaterdagmiddag is in een sloot op de grens
der gemeenten Ruurlo en Zelhem het lijk
gevonden van den 30-jarigen landbouwer
G. H. De man had een schot in het hoofd.
Een geweer lag dicht by hem. Men vermoedt
een nngeluk. De amn was gehuwd en vader
van twee kinderen.
Doodelijk ongeluk
17-jarige jongen door een tram gegrepen.
Op den Rotterdamschen Dyk, ter hoogte
van het Groenewegje te Rotterdam, heeft
gisteren een ernstig ongeluk plaats gehad.
De 17-jarige smidsjongen, H. Huysman,
wilde met de fiets aan de hand de tram
baan oversteken. Uit de richting van Schie
dam naderde op dat moment een tram met
vrij groote snelheid. De jongen aarzelde even
toen hy op de trambaan was en dit werd
,hem noodlottig. Hoewel de bestuurder alles
in het werk stelde om de tram tot staan
te brengen, werd de jongen gegrepen en te
gen de straat geslingerd, waar hy bewuste
loos bleef liggen. Een lid van de E. H. B. O.
uit Schiedam heeft hem voorloopig verbon
den. Door den G. G. D. is de ongelukkige
naar het ziekenhuis aan den Coolsingel ver
voerd, waar hij aan de gevolgen van een
ernstige schedelbreuk is overleden.
Zaterdagmorgen is te Eist (Bet.) afge
brand de groote hofstede langs den ryksweg
ArnhemNijmegen, bewoond door en in
eigendom van J. Door. Niets werd gered van
den inboedel, doch het vee werd bytyds ge
borgen.
Alles is verzekerd.
Een dronken chauffeur
Zaterdagmiddag is een auto, komende uit
de richting Ede, waarin gezeten was mevr.
Vermaas uit Bilthoven en een chauffeur, op
den Amsterdamschen weg by den Schelm-
schen weg te Arnhem in botsing gekomen
met een vrachtauto uit Arnhem, die links
van den weg reed en waarvan de chauffeur,
zooals later bleek, onder den invloed van
sterken drank verkeerde.
„Uw kostganger van de
vijfde verdieping ziet er
zeer intelligent uit."
Hospita: „Mensch spreek
me er niet van'. Hy is de
grootste uitvinder van
deze eeuw."
„Is het waarachtig?"
Hospita: „Absoluut. Ie
dere maand weet hjj een
andere reden te vinden
om zyn huur niet te be
talen."
(L' Humour)
Beide auto's werden zwaar beschadigd.
Mevrouw Vermaas werd aan het hoofd ge
wond en had pijn in de borst. Zy werd naar
het Diaconessenhuis te Arnhem overge
bracht en later naar haar woonplaats ver
voerd.
De chauffeur bekwam geen letsel.
Juweelen gestolen
De "recherche te Maastricht heeft in sa
menwerking met de politie te Aken gear
resteerd een Duitscher, die ten nadeele van
een patissier te Maastricht enkele juweelen,
waaronder ringen en sierspelden, had gesto
len ter waarde van f 600.
De sieraden zijn te Aken op een bank van
leening teruggevonden.
De dader aangehouden, maar weer
ontkemen
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag is
ingebroken by de firma De Haan in de Kerk
straat te Eindhoven.
De dader is langs den achterkant in de
woning gekomen na verbreking van een ruit.
Nadat hy op het kantoor alles onderstebo
ven had gehaald, wist hy zich toegang te
verschaffen tot den winkel, waaruit hy de
kassa wegsleepte naar de binnenplaats om ze
daar te forceeren. Een bedrag van f 10 werd
eruit ontvreemd. Daarna begaf zich de dader
naar de slaapkamer van de bewoners. Deze
werden door het stommelen wakker en be
gonnen om hulp te roepen. Hierop nam de
dader de vlucht, doch hy werd door twee
politieagenten achterhaald. Terwijl deze
agenten hem naar het politiebureau brach
ten, hoorden zij daarna opnieuw hulpkreten.
Een der agenten snelde naar de woning te
rug, waar de inbraak was gepleegd. Van deze
gelegenheid maakte de dader gebruik om
den anderen agent een stomp tegen de borst
te geven, waardoor deze over zijn rywiel
struikelde. IJlings nam de inbreker daarna
de vlucht, achtervolgd door agenten, die van
vuurwapenen gebruik maakten.
Men is er echter niet in geslaagd den
vluchtenden inbreker te achterhalen.
Een relletje te Schiedam
Proces-verbaal opgemaakt
Een 40-tal communisten trok Zaterdag
morgen naar de Arbeidsbeurs te Schiedam
om te protesteerer tegen het onthouden van
steun aan eenige personen, die onlangs rel
letjes uitgelokt hebben. De vrouw van het
raadslid Collé, een der uitgestotenen, heeft
een ruit ingeworpen. Tegen haar is proces
verbaal opgemaakt.
Collé zelf had zich met een zyner kornui
ten naar de woning van den burgemeester
begeven en wilde zich daar niet verwyderen.
Zy bleven zich verzetten toen de politie
kwam opdagen, die hen overmeesterd en in
gesloten heeft.
Tegen hen is proces-verbaal opgemaakt
wegens huisvredebreuk en verzet tegen de
politie.
Den 17-jarigen Ravestein te Geldermalsen
werd een zyner handen afgekneld by het
uit elkander slaan van een oud geweer, dat
werd aangewend tot verdrijving van schade-
ïyke vogels in de kersenboomgaard van den
her Witteveen.
heer Witteveen.
Aandeelhouders vragen een onderzoek.
Aan een vertrouwelyke circulaire, tot aan
deelhouders van het anti-revolutionnair
hoofdorgaan „De Standaard" gericht, ont
leent „Het Volk" de volgende byzonderhe-
den:
Op 17 Maart 1930 werd een buitengewone
vergadering van aandeelhouders te Amster
dam gehouden. Deze vergadering was slechts
door een simpele advertentie in „De Stan
daard" gepubliceerd, waarin de mededeeling:
„Statutenwyziging".
Enkelen aandeelhouders was echter be
kend geworden, dat een afschryving van 80
pet. op de aandeelen zou worden voorgesteld,
wat beteekent, dat er op de exploitatie ruim
een half millioen verloren was.
Eenige vertegenwoordigers uit de Gronin
ger aandeelhouders stelden de vergadering
voor, een commissie te benoemen, om de oor
zaken van dit groote verlies na te gaan. Van
een officieele commissie van onderzoek wil
den commissarissen niet weten, maar zy
hadden er geen bezwaar tegen om aan eeni
ge Groninger aandeelhouders, gelegenheid te
geven alles te onderzoeken, daar, zoo zeide
de President-Commissaris, er niets te ver
bergen viel. Deze toezegging werd aanvaard.
Het bleek reeds spoedig, dat de opvatting
over den aard van dit onderzoek verschilde;
echter werd by schrijven van de directie d.d.
5 Juni 1930 in opdracht van commissarissen
overeengekomen dat door de Groningers een
accountant kon worden aangesteld om, in
overleg met hun accountant', de boeken en
administratie na te gaan.
Op hun verzoek stelde de heer Schilder,
accountant in Den Haag, zich hiervoor be
schikbaar, die zich hierop in verbinding stel
de met den accountant van „De Standaard"
Van den heer Schilder ontvingen de Gro
ningers kort daarop bericht, dat jyn be
moeiingen practisch onmogelyk werden ge
maakt door het „beding", dat geen ander
cyfermateriaal mocht worden doorgegeven
aan zijne opdrachtgevers, dan het reeds ge
publiceerde, hetgeen voorkomt in gewone
jaarverslagen aan aandeelhouders.
Uit de gevoerde correspondentie had de
heer Schilder een andere opvatting van zyn
taak gekregen en hy vond het dan ook raad
zaam, onder zulke omstandigheden niet aan
het werk te gaan. Uit dit alles leidden de
Groningers af, dat commissarissen hun woord
niet gestand wilden doen en een grondig
onderzoek beslist wilden voorkomen. Hierop
zyn de Groninger aandeelhouders byeenge-
roepen en werd op een vergadering van 24
November 1930 besloten nog eens ten sterk
ste op het onderzoek aan te dringen, met de
mededeeling, dat by niet inwilliging van het
verzoek commissarissen hen noodzaakten,
uitbreiding aan de actie te geven.
Toen geen bericht hierop ontvangen was,
werd 28 Mei te Utrecht een vergadering ge
houden van eenige aandeelhouders over het
geheele land, die aan een comité opdroeg een
voorstel aan de Directie van „De Standaard"
te zenden. Dit voorstel komt 29 Juni aan
staande op de algemeene vergadering van
aandeelhouders te Amsterdam aan de orde
en tot een talrijke vertegenwoordiging van
reeds de nieuwste
en de
LATEN DEMONSTREEREN
Het verplicht U tot niets.
DE VEREENIGDE
ERKENDE INSTALLATEURS
VAN HAARLEM EN OMSTR.
aandeelen op die vergadering wordt nu een
propaganda-actie op touw gezet.
Het comité, waarin, behalve Groningers,
ook aandeelhouders uit Friesland, Overijsei
Gelderland, Utrecht en Zeeland zitting heb
ben, heeft de volgende voorstellen ingediend:
a. Een deskundige te benoemen teneinde
een onderzoek in te stellen naar den hui-
digen financieelen toestand van „De Stan
daard", naar het beleid en beheer van direc
teuren en commissarissen over 't afgeloopen
boekjaar, als ook over de voorafgaande boek
jaren en daarover aan een zoo spoedig mo-
gelyk weer byeen te roepen vergadering
van aandeelhouders rapport uit te brengen,
welk rapport minstens veertien dagen vóór
die vergadering op het kantoor der Vennoot
schap ter inzage moet liggen, terwyl ieder
aandeelhouder op zijn verzoek dit rapport
tege overzending van frankeerkosten per
eerste gelegenheid moet worden toegezonden.
b. De beslissing over de goedkeuring van
de balans, winst- en verliesrekening over het
afgeloopen boekjaar uit te stellen tot de
vergadering waarin het rapport zal worden
uitgebracht.
c. De benoeming van een directeur even
eens aan te houden tot die vergadering.
d. Als deskundige voor het onderzoek aan
te wijzen den heer A. Schilder, accountant
te 's-Gravenhage.
oobriëtas-Jeugddag
15 Augustus te Utrecht
De Centrale Jeugdcommissie van Sobriëtas
heeft besloten, op Zaterdag 15 Augustus te
Utrecht een jeugdlanddag te houden. In twee
vergaderingen zullen worden besproken de
vragen: Waarom is het Sobriëtasjeugdwerk
juist in onzen tyd zoo noodig? en: Hoe moet
het Sobriëtas jeugdwerk zijn ingericht, en
hoe kan en moet de samenwerking zyn met
andere vormen van jeugdwerk?
In drankbestrijderskringen wordt voor de
zen dag groote belangstelling verwacht.
Samenstelling van het bestuur.
In zyn laatste byeenkomst heeft het
Hoofdbestuur der R. K. Reclasseeringsver
eeniging tot vice-voorzitter herbenoemd:
Prof. Mr. W. P. J. Pompe te Utrecht; tot
secretaris: Mr. H. Manders te Den Bosch en
tot penningmeester: Dr. C. Kortenhorst te
Vught.
De samenstelling van het Hoofdbestuur is
thans als volgt:
Voorzitter: Mr. Dr. W. Fick, raadsheer in
den Hoogen Raad der Nederlanden, te
's-Gravenhage; Vice-voorzitter: Prof. Mr.
W. P. J Pompe te Utrecht; Secretaris: Mr.
H. Manders te 's-Hertogenbosch; Penning
meester: Dr. C. Kortenhorst te Vught; Le
den: B. van Haagen te Bilthoven; J. H. M.
Rademaker te Amsterdam; Mr. M. J. A. M.
v. d. Grinten te Roermond en A. C. dé
Bruyn, voorzitter van het R. K. Werklieden
verbond en lid der Eerste Kamer der Sta-
ten-Generaal, te Utrecht. Rector W. G. J.
de Haer te Arnhem is Geestelyk Adviseur
der vereeniging.
Het secretariaat der vereeniging is geves
tigd: Ververstraat 30 te 's-Hertogenbosch.
Op een hoogte van circa 4000 Meter
schreef Zaterdagmiddag 'n vliegenier met zijn
vliegmachine het woord ,persil" in de lucht
boven onze stad. Al vielen de letters an
ders uit dan hier beneden in spiegelschrift
is afgebeeld, hy vormde ze toch met zoo'n
volkomen zekerheid en vertrouwen, alsof hy
rustig aan zyn bureau het woord „Persil"
zat te schrijven.
Deze grootsche reclame voor het wereld
beroemde zelfwerkende Waschmiddel „Per
sil" hetwelk door E. Ostermann Co's
Handel My. N.V. te Amsterdam in den han
del wordt gebracht, wekte de algemeene be
wondering; duizenden volgden met belang
stelling al de bewegingen van den schrijver
aan het firmament.
I Ml
De Piloot, met zijn machine hoog in de
lucht manoeuvreerende, ontwikkelt tevens
uit de chemicaliën, die hy daartoe mede-
voert, per seconde ongeveer 8000 kubieke
Meter rook. Door dezen rook achteruit de
machine te stooten, worden de letters door
hem, al vliegende met een snelheid van 150
200 K.M. per uur in spiegelschrift geschre
ven (volgens afbeelding), opdat men ze van
af den beganen grond kan lezen. De letters
P en 1 verkrijgen daarby een hoogte van l1/,
K.M., de overige letters e-r-s-i een hoogte
van 1 K.Mterwyl het geheele woord 7000
Meter lang is en bij helder weer in een om
trek van meer dan 100 vierkante K.M. lees
baar blijft.