i
PAUSELIJKE ENCYCLIEK OVER DE
KATHOLIEKE ACTIE
R.K. Bond van Kath. Jonge Middenstands-
vereenigingen in het Bisdom Haarlem
TWEEDE BLAD
MAANDAG
6 JULI 1931
BLADZIJDE 1
In verband met de gebeurtenissen te RomeDe gewelddaden gelaakt
„Ontwaakt, het is een nieuwe tijd'
Schitterend geslaagde eerste Bondsdag
«lp?
Het W.B. seint uit München;
De „Bayrische Kurier" publiceert, als
eerste Duitsche courant, een nieuwen Pau
selijke omzendbrief aan de patriarchen,
primaten, aartsbisschoppen, bisschoppen en
andere ordinarii der Katholieke kerk, over
de Katholieke Actie.
De inleiding van het Pauselijk schrijven
vermeldt, dat het noodzakelijk is, ter zake
van de gebeurtenissen, die den laatsten tijd
te Rome en in heel Italië plaats grepen,
in bijzonderheden te treden.
Men heeft getracht, aldus het Pauselijk
schrijven, datgene doodelijk te treffen, wat
den Paus, als Vader en Herder der zielen,
het dierbaarst is, en de wijze, waarop dit is
geschied, is uiterst kwetsend geweest.
Daarom is het den H. Vader een behoefte
en acht Hij het een plicht, zich tot de
katholieken der geheele wereld te wenden,
om de waarheid en de gerechtigheid te ver
dedigen in een zaak, die de vitale belangen
en de rechten raakt der Katholieke kerk.
De H. Vader betuigt dan allereerst Zijn
dank aan de geestelijkheid, hoogwaardig-
heidsbekleeders en clerus, voor de blijken
van trouw, den laatsten tijd den Paus ge
geven.
Het is voor den Opperpriester, aldus het
Pauselijk schrijven, ten zeerste bemoedigend
en troostend geweest, de Katholieke Actie
van alle landen in deze dagen om haar
gemeenschappelijken Vader te zien ge
schaard.
In strenge woorden worden dan de ge
welddaden gelaakt, welke in Italië zijn be
gaan en de oneerbiedigheden in woord en
daad, waarbij zelfs de persoon des Pausen
niet werd ontzien en in het bijzonder ook
de vijandige perscampagne. Vanzelf dringt
zich, bij zoo vele vijandigheden, de gedachte
cp.dat het parool daartoe van hoogerhand
is gegeven.
Het Pauselijk schrijven meldt vervolgens,
dat men de verzinsels, leugens en lasterin
gen der vijandig-gezinde partijpers, zoo niet
alle, dan toch de voornaamste, in één
document verzameld heeft, dat voorzichti-
gerwijze „een boodschap" genoemd werd.
Van deze „boodschap" zegt het Pauselijk
schrijven, dat de H. Vader zelden een
document heeft gezien, zóó tendentieus
opgesteld en zóó in strijd met de waarheid
en de rechtvaardigheid ten opzichte van
den H. Stoel en de Katholieke Actie.
Er is in die „boodschap" o. a. sprake van
den „zwarten ondank" der priesters, die
zich tegen de partij stelden, welke, naar
hare meening, de waarborg der godsdienst
vrijheid in heel Italië is geworden.
De omzendbrief gewaagt vervolgens van
de vrees en de bezorgdheid van den Opper
priester in verband met de aanslagen op
de godsdienstvrijheid. Deze aanslagen be
reikten hun hoogtepunt in politie-maat-
regelen, welke de H. Stoel ten slotte tot
tegenmaatregelen noopten.
Met onzegbaar leed, aldus het Pauselijk
schrijven, ziet de H. Vader, hoe in Rome
en geheel Italië een ware laster-campagne
is losgebroken tegen datgene, wat den Paus
en de Kerk het dierbaarst is, tegen de vrij
heid en rechten der zielen, ofschoon de
Paus herhaaldelijk en plechtig verklaard
heeft, dat de Katholieke Actie, krachtens
haar wezen en karakter, en krachtens de
duidelijke en nadrukkelijke orders van den
H. Stoel, buiten en boven alle partij-poli
tiek staat.
De encycliek spreekt ook van de verhou
ding tusschen de vroegere volkspartij en
de Katholieke Actie, en constateert, dat
niemand, die een leidende positie in de
volkspartij destijds bekleedde, tegelijk in de
Katholieke Actie een vooraanstaande plaats
had kunnen innemen.
Gevallen, dat gewezen plaatselijke leiders
der volkspartij later groepsleiders der Ka
tholieke Actie werden, zijn er slechts vier.
De Paus, noch de Kerk, zoo heet het
verder, de godsdienst, noch de geloovige
katholieken hebben tot dankbaarheid re
den.
In strijd met de andersluidende bewerin
gen heeft men de vrijmetselarij wel eerst
buiten het land gezet, maar daarna de
deur toch weer wijd voor haar open gezet.
De strijd, die thans gestreden wordt, is
geen politieke, maar een godsdienststrijd.
De H. Vader verlangt, dat men aan het
land en aan heel de wereld de bewijzen
voorlegt, dat de Katholieke Actie politiek
heeft gevoerd, of politieke plannen heeft
beraamd, welke gevaar voor den staat zou
den beteekenen.
Het Pauselijke schrijven trekt ten slotte
de conclusie, dat de verdachtmaking, als
zoude de Katholieke Actie staatsgevaarlijke
politiek voeren, slechts een voorwendsel is,
om aan de Katholieke Actie en aldus aan
de Kerk de jeugd te ontrukken.
De opvoeding is echter door God aan de
Kerk opgedragen en de Kerk heeft dus den
„goeden strijd voor vrijheid en geweten" te
strijden.
Het een ongerechte en een met den naam
van Katholiek onvereenigbare vermetelheid,
als geloovigen de Kerk en haar opperhoofd
te willen voorschrijven, wat voor de christe
lijke opvoeding en vorming der zielen vol
doende is.
Een opvatting van den staat, welke de
jonge generatie geheel en zonder uitzonde
ring, van de eerste kinderjaren af tot den
rijpen leeftijd voor den staat opeischt, is
voor een katholiek onvereenigbaar met de
katholieke leer en met het natuurrecht van
het gezin.
Na zijn afkeuring te hebben uitgesproken
over de eedsaflegging, welke het fascistische
bewind van de jeugd eischt, beveelt de Paus
den jongens en meisjes aan, in verband met
de moeilijkheid om in dezen tijdsomstandig
heden dien eed te weigeren, „voor God en
het eigen geweten, het voorbehoud te ma
ken," voor zoover niet in strijd met de gebo
den van God en de Kerk.
Aan het slot van zijn schrijven spreekt de
Paus de hoop uit, dat God de geesten tot de
waarheid moge geleiden, opdat men ophoude
de Kerk te bestrijden in datgene, wat haar
recht is, n.l. de christelijke opvoeding der
jeugd.
De eerste indrukken.
Een Vaz Dias-telegram uit Rome bericht:
Voor Maandag kan men geen stelling
neming verwachten tot den Zaterdagmiddag
o.a. in den „Osservatore Romano" gepubli-
ceerden brief van den Paus. Deze brief heeft
door de scherpte waarmede hij is opgesteld
algemeen opzien gebaard, vooral daar ver
luidt, dat de Paus hem eigenhandig ontwor
pen heeft en geredigeerd. Mussolini heeft
waarschijnlijk den brief niet ontvangen voor
laat in den middag. Men kan niet nagaan
welke houding hij zal aannemen.
Volgens hier loopende geruchten zal de
Congregatie van het H. Officium, het belang
rijkste orgaan van het katholieke centrale
kerkbestuur, ingesteld tot het zuiverhouden
van geloofs- en zedenleer, een veroordeeling
bekend maken van zekere principes van het
fascisme betreffende jeugdopvoeding. Wan
neer dit waar mocht blijken, zou de thans
gepubliceerde brief van den Paus slechts een
eersten stap vormen.
In officieele kringen bewaart men volledige
reserve tegenover den nieuwen toestand. In
fascistische kringen heerscht echter ernstige
ontstemming en men verwacht een energiek
antwoord van Mussolini.
De „Giornale d' Italia" zegt in een desbe
treffend bericht:
„Het schijnt dat de politieke invloed van
den clerus op de massa is overschat. In ieder
geval schijnt het, dat deze invloed afneemt,
wanneer hij niet door den staat als werkelijke
macht wordt ondersteund. Dit blijkt bijv. bij
de tot voor eenige jaren als bijzonder reli
gieus beschouwde volkeren als Russen, Tur
ken en misschien tegenwoordig de Spanjaar
den. De Heilige Stoel moet zich door zekere
successen (bedoeld schijnen hiermede de be
tuigingen van instemming uit de geheele
wereld) niet tot overschatting van moreele
krachten laten verleiden. Hij behoort den
invloed van de Kerk op den staat niet te
forceeren, aangezien hij dan gevaar loopt, de
religieuse autoriteit der geestelijken, der
kerkelijke organisaties en in laatste instan
tie ook het religieuse gevoel van de massa's
te compromitteeren."
In dezen tijd, zich bijzonder kenmerkend
door het alom heerschende organisatie-stre
ven, door uiterlijk vertoon, spreekkoor of
andere demonstratie van de innerlijke kracht,
kwaliteit en kwantiteit naar buiten uit te doen
blijken en tevens een nog hechter en sterker
eenheid te verkrijgen, kon ook een nog zoo
jeugdige, doch sterk groeiende organisatie
als de R. K. Bond van Katholieke Jonge
^diddenstandsvereenigingen in het bisdom
Haarlem niet achterblijven, aan zijn éénjarig
bestaan bekendheid te geven en door een
bondsdag zijn gelederen te versterken.
Want, alhoewel deze organisatie reeds vele
afdeelingen, vooral in Zuid-Holland, telt en
haar ledental omstreeks duizend bedraagt,
is vergrooting nog steeds mogelijk, ja nood
zakelijk immers alleen door organisatie-van-
jongs-af, zal later iets te bereiken zijn, zoo
vel in middenstands- als in andere organi
saties.
Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent, zoo-
Veel verhopend van den R. K. Bond van K.
J. M. V. voor Kerk en Vaderland, en ver
heugd, dat deze eerste bondsdag in de bis
schoppelijke residentie gehouden werd,
tvoonde hem geheel bij.
Ook waren aanwezig de Bondsmoderator,
de Zeereerw. heer rector J. B. M. Timp, de
thoderatoren der bij den bond aangesloten
afdeelingen, prof. J. H. Niekel, voorzitter
van den Diocesanen Jeugdraad, vertegen
woordigers van Hanze, A. R. K. A., R. K.
Onderwijzersbond, mr. F. H. Bach, direc-
teur van het Centraal Hanzebureau, rector
I- F. A. Bots, geestelijk adviseur van ,,De
Hanze", pater J. J. C. Hentzen, voorzitter
van den Decanalen Jeugdraad, en prof. J.
S- N. van de Wiel van het Seminarie „Hage-
Veld".
De verschillende afdeelingen van den
bond werden door den voorzitter van de
afdeeling Haarlem des middags in den tuin
Van het Brongebouw binnengeleid.
De veranda van dit gebouw was met palm-
Versiering en wimpels in de pauselijke kleu-
fen opgeluisterd en de vele kleurrijke vaan
dels van de onderscheidene afdeelingen waren
voor deze varanda opgesteld. Het geheel
maakte in het stralende zonlicht een schit
terend effect.
In den tuin waren loudspeakers opgesteld
door middel waarvan het gesproken woord
aan alle zijden van het terrein zeer duidelijk
verstaanbaar werd gemaakt.
Toen alle deelnemers in het Brongebouw
bijeen waren, werd, nog voor de aankomst
van Mgr. Aengenent, onder voorzitterschap
van den bondsvoorzitter, den heer A. Loh-
man, een buitengewone algemeene vergade
ring gehouden, waarin besprekingen gehou
den werden over het Bondsblad, het Retraite-
werk en het programma voor den komenden
winter.
Bij de opening van deze vergadering las de
Rector J. B. M. Timp, de jonge midden
standspionier en moderator van den Dioce
sanen bond.
voorzitter een tweetal telegrammen van ge-
lukwensch voor, gezonden door zusterver-
eenigingen uit Utrecht, en vroeg hij meer
medewerking van de leden, inzake het te
stichten bondsblad.
De directeur van het Retraitehuis te Noord
wij kerhout, de Zeereerw. pater Lourijsen
C. s. s. R., sprak hierna over het retaitewerk.
Het meemaken eener retraite doet in uw
harten ontvlammen de echte liefde Gods
daardoor worden gevormend echte apostelen
Gods.
Wanneer gij elkander daar drie dagen
leert kennen, worden de echte banden van
vriendschap gelegd en de ziel van uw ver-
eeniging gekweekt. „Het werk der gesloten
retraiten is het redmiddel voor dezen tijd",
haalt spr. aan en hij citeert hierna wat 2. H.
Paus Pius XI over het nut van het volgen
der retraite gesproken heeft.
De jonge middenstand, de steun waarop
alles moet rusten, zal in het retraitehuis de
innerlijke kracht en energie vinden, om in de
toekomst het katholiek leven te dragen.
Spr. wees op het verlangen van Z. H. Paus
Pius XI, dat retraites meegemaakt worden,
en hij drong er op aan, dat, zooals altijd bij
een pauselijk verzoek, ook thans weer van
Nederland zou kunnen worden gezegd, dat
het't veelvuldigst aan dit verzoek heeft vol-
daa n.
In de retraite immers vindt u de kracht,
die van den middenstand kan uitgaan. Daar
verkrijgt men de liefde tot God en de be
zieling, te werken tot heil van Kerk eb Staat.
Uit het spontaan applaus, dat na deze woor
den volgde, viel te concludeeren, dat het
enthousiasme van den middenstand voor de
retraite gewonnen was. Van 6 tot 9 Septem
ber zal in het St. Clemens-retraitehuis te
Noordwij kerhout deze Jonge Middenstands
retraite worden gehouden.
Komst Mgr. Aengenent.
Toen Mgr. Aengenent, begeleid door het
bondsbestuur, den tuin van het Brongebouw
betrad, speelde „De Spaarnebazuin" een
march, waarna ook begeleid door dit mu
ziekcorps het „Aan U, o Koning der
Eeuwen" gezongen werd.
Mgr. was vergezeld van zijn secretaris den
Zeereerw. heer Th. W. Pichot.
Nadat het begroetingslied was gezongen,
werd Z. H. Exc. welkom geheeten door den
bondsvoorzitter.
In zijn openingsrede heette de Bondsvoor
zitter, de heer A. H. J. Lohman, Z. H. Exc.
Mgr. Aengenent, hartelijk welkom en be
tuigde Mgr. zijn dank voor de benoeming
van rector Timp indertijd tot moderator
van den Bond, omdat gebleken is, dat deze
met ijver voor den Bond arbeidt.
Ook heette spr. welkom den spr. van den
middag, pastoor Van Eeden, en verdere aan
wezigen.
Hij wees voorts op het groote doel van den
Bondsdag en vervolgde dan
Van nature heeft den mensch een socialen
aanleg en daaruit volgt noodzakelijk dat een
bestuur of hiërarchie aanwezig is en moet
zijn. Waar een leger is, daar zijn aanvoerders
en soldaten. Zoo ook bij onze organisatie.
Daaruit volgt volstrekt niet, dat de sol
daten minder zijn dan de aanvoerders, want
een soldaat kan grooter held wezen dan zijn
aanvoerders. Maar het is nu eenmaal een
sociale noodwendigheid, dat in een aaneen
gesloten menschengroep sommigen de lei
ding hebben en dat anderen die leiding volgen
Maar steeds weer wordt gemerkt, dat hoe
wel de leiding erkend wordt, deze niet ge
volgd wordt.
De leiding tracht te bereiken een organis-
satie voor Jonge Middenstanders, waarin zij
zich kunnen ontwikkelen tot mannen van
karakter en tot Katholieken van de daad in
het openbare leven.
De leiding tracht niet te bereiken een or
ganisatie waarin, laat ik het noemen een uit
was van het bieden van gezellig vriendschaps-
verkeer, de eerste plaats inneemt. In de eerste
plaats moet komen het bevorderen van
godsdienstzin en godsdienstkennis bij de
leden en geestelijke en algemeene ontwikke
ling.
Dat is een grondgedachte en daarop moet
worden voortgebouwd.
Een organistie, die dit middel heeft, kan
in onzen tijd schijnbaar slechts langzaam
groeien en de bemoeiingen van de leiders
kunnen zich eerst van lieverlede gaan uit
strekken over allerlei belangen en stn.v 1 en,
die in het begin nog meest aan het particulier
initiatief werden overgelaten.
Onze organisatie is gegroeid en op vol
komen wettige .wijze zijn de besturen ge-
Ter gelegenheid van den Bondsdag van Kath. Jonge Middenstandsvereenigingen in het
bisdom Haarlem, voerde de Amsterdamsehe afdeeling in het Brongebouw een open
luchtspel op. Een scène uit het eerste bedrijf van „De goede reis, of de doode
paard" van Henri Ghéon.
te
kozen, maar een krachtig bloeien van die
organisatie is eerst te verwachten, wanneer
ieder van ons doordrongen is van de grond
idee het bevorderen van godsdienstzin en
algemeene ontwikkeling en op de basis daar
van een gezonde en hartelijke omgang met
vrienden, gevoed niet door het kwantum al te
uitbundig amusement, maar door de hoe
veelheid werkelijke hoogachting, die wij aan
goede vrienden toedragen en de werkelijke
geestigheid, die wij in hen bewonderen.
Van ons, jonge middenstands wordt veel
verlangd en duidelijk zal aanstonds blijken,
dat er van ons meer geëischt zal worden voor
een goed maatschappelijk leven, dat wij nog
voor ons hebben.
Wij immers moeten dat maatschappelijk
leven nog beginnen.
Om een doel te raken, moet vaak hooger
gemikt worden en zeker moet, om ons doel
te bereiken, een nog hooger doel voorstaan
en dat hooger doel is te vinden in het ant
woord op de eerste vraag van de Christelijke
leer God dienen, om daardoor in den hemel
te komen. Niet eerder kan dan ook ons aller
werk eenig nuttig effect hebben, voordat
wij allen naar dit einddoel streven, er hard
voor werken en elkander daarbij helpen.
En juist dit elkander helpen eischt krachts
inspanning, eischt zelfoverwinning en zelf
opoffering, maar daarnaast het sterken van
onzen wil en persoon.
Daarom juist hebben onze vereenigingen
zulk een buitengewoon praktische waarde,
zij helpen ons sterker maken, maar ook alleen
dan, wanneer de eenig goede middelen ge
bruikt worden en niet, wanneer het prach
tige middel, het bevorderen van goed vriend-
schapsverkeer misbruikt wordt.
Dat elkander helpen maakt grootmoedige
menschen, heldhaftige menschen, die nood
zakelijk zijn in dezen enormen overgangstijd,
waarin offers en in de toekomst nog zwaarder
offers van ons zullen worden geëischt.
De heldhaftigheid komt daarop neer, dat
wij bij een moeilijk offer tot ons zelf kunnen
zeggen Is het niet anders dan dat
Een ideaal moet uitblinken boven ons
alledaagsche streven, wil dit laatste kleur
krijgen en boeiend zijn. Een ideaal moet het
voor ons zijn, man van karakter te worden.
Onze organisatie heeft krachtige kernen,
die een blijvenden bloei waarborgen. Met
uw aller medewerking is het mogelijk verder
te komen.
Vast overtuigd van die medewerking, kun
nen wij met Gods zegen voortwerken.
Vertrouwt op uw leiding, vraagt haar om
inlichtingen en om raad, wanneer u die
wenscht of noodig vindt. Weest spontane
kerels, wien het jeukt in de handen om aan
te pakken, die het aandurven om met kracht
mede te werken tot uitbreiding van een
krachtig Roomsch-Katholiek leven.
Door de transportcoUone van het Roode Kruis werden heden oefeningen gehouden
in de omgeving van Beverwijk. Twee R. K. soldaten verbinden een gewonde.
ers Wat een jongelingschap Zie welk een
heldenmoed straalt uit hun verschijnen.
De dichter Vigilius (Vie boek) laat zijn
gefantaseerden Aeneas rondgaan door de An
dere Wereld. Daar ontmoet hij de jonge hel
den uit het verleden, die eens door hun jeug
digen moed en kracht de grootheid van het
vaderland hadden opgebouwd.
Wij zijn gelukkiger dan Aeneas, want wij
zien hier in werkelijkheid de jongelingschap
van het Heden, van wie verwacht wordt, dat
zij de vervallen grootheid van ons christelijk
vaderland weer zullen opbouwen.
Qui juvenes etc.
Waar gaat het hier eigenlijk om Wat heeft
al dat geredeneer en propaganda maken, al
dat vergaderen en congresloopen van Kath.
jonge mannen te beteekenen
Is 't alleen maar om de organisatie te
doen? Wel neen. 'n Parade-leger is geen
weelde-artikel dat niet past in onzen tijd. Or
ganisatie alleen geldt als middel).
Waar gaat het om jongelui Om uw eigen
belang Ongetwijfeld. Maar meer nog om 't
welzijn van het geheel.
Om 't herstel der menschelijke samenle
ving.'t Is'n overduidelijk feit: Deze maat
schappij is aan 't vermolmen kraakt in heel
z'n lichaam en zakt in elkaar.
Er zit iets anders in de lucht.
I
Gisteren hield de Bond van Kath. Jonge Middenstandsvereenigingen in het bisdom
Haarlem zfjn eersten bondsdag in het Bron gebouw te Haarlem. De bisschop, het be
stuur en eenige genoodigden tijdens de rede van post oor v. Eeden.
Uit levensvreugde vrij en frank, gesterkt
door den jongen heldenmoed, die bezielt.
Durf te leven naar het mooie ideaal.
Deze rede werd meermalen door enthou
siast applaus onderbroken en met een geest
driftig handgeklap besloten.
Met vuur en bezieling werd vervolgens
het Bondslied gezongen. Samensteller van
dit lied, de bondssecretaris Wim van Wil
lige, zoowel als de componist der muziek,
prof. J. C. W. Van de Wiel, hadden na het
Zingen van dit lied dankwoorden van den
voorzitter en een daverend applaus der
deelnemers en genoodigden in ontvangst
te nemen.
Hierna was het woord aan pastoor A
Van Eeden uit Nieuwerkerk aan den IJssel.
Rede pastoor van Eeden
Wat een heerlijk schouwspelZooveel
jonge mannen bij elkaar uit 't midden, uit 't
hart der maatschappij, van heinde en verre
gekomen, om hun saamhoorigheid te vieren
met elkander en met hun Bisschop.
Ja, Excellentie, vandaag zijn deze aan de
beurt.
Wij, gewone priesters, doen huisbezoek in
't klein 't eene oogenblik in 't huis van een
arme, een kwartier later in 't huis van een
rijke in een middag doorwandelen we op
die manier de heele maatschappij en passee-
ren alle klassen en standen, oor-hebbend voor
de diverse persoonlijke en huishoudelijke
en sociale klachten sprekend zooals verstand
en hart deze ingeeft.
Een bisschop doet 't zelfde en gros de be
richten en foto's der kranten toonen ons den
Bisschop nu eens op een vergadering van
werkgevers, dan weer te midden der arbei
ders dan weer hooren we hem spreken tot
de middenstanders in 't vergaderlokaal (fcn
nog meer misschien over hun hoofden
heen tot de middenstanders buiten de ver
gadering) hij zit aan 't hoofd der vereenigde
vrouwen, en niet 't minst, hij presideert de
aaneengesloten drommen der georganiseerde
jeugd en zegent de geestdrift der meisjes
van de Graal, der jongens van de patronaten:
Vandaag weer een stuk Jong Holland van een
aparte soort en voor zoover ik weet is 't
voor 't eerst, Exc., dat u de toekomstige mid
denklasse zóó voor u ziet.
Nu moet men gelooven, dat 't is bereikt
de jonge middenklasse is ontwaakt, heeft he-
onmaatschappelij k en dus onchristelijk in dit
vidueel-zijn prijsgegeven, is vastgegroeid tot
één orgaan, passend in het lichaam van een
christelijke maatschappij.
't Is wel laat— laten we het eerlijk zeggen
maar we juichen vandaag op dit geboorte
feest. We feliciteeren elkander en brengen
hulde aan onzen geestelijken Herder bij zijn
huisbezoek in dit nieuwe gezin.
Qui juvenes, quantas ostentant aspice vi-
We leven tusschen twee dagen in de vo
rige is voorbij, de nieuwe is op komst en ik
weet niet of we pas zijn aan den avond of
reeds midden in den nachtlaten we hopen
dat 't niet donkerder wordt, dat spoedig de
volle zon zal rijzen van den nieuwen tijd.
Nu staan we nog midden in de crisis. We
beleven den doodstrijd van c'e oude en den
barensnood der nieuwe wereld.
Dat 't nu niet deugt, behoef ik niet te zeg
gen. Elke kranten-editie schrijft over het
bankroet van den menschelijken arbeid de
verlamming der industrie 't mislukken van
den handel 't vermenigvuldigen der werk
loosheid beroering in de werkwereld, be
roering in de geldwereld.
De menschen zijn saamgehoopt in bonden
en trusttom zichzelf te dekken en anderen te
bestormen.
We zien de bonden en partijen, belangheb
benden van eenzelfden stand of geestesrich
ting zich verheffen als bergen links en rechts.
Overal rijzen organisaties. Maar de maat
schappij is sinds eeuwen niet zoo gedesorga
niseerd geweest als thans.
't Is de wanorde van een hooggebergte met
overal dreigende toppen zonder verband, ge
scheiden door ravijnen.
We hooren voortdurend 't rollen van den
donder, 't knetteren der kraters de stormen
van lawines aardschokken scheuren dan
hier dan daar den grond en scheppen nieuwe
afgronden en scheidingslijnen.
De menschen zeggen 't allemaalwe leven
op een vulkaan.
Is 't dan zoo hopeloos tegenwoordig Moe
ten we de wereld maar laten vergaan? Waar
achtig niet. We willen niet behooren tot de
sombere menschen, die, wanneer ze geen
uitkomst zien, dadelijk maar 't laatste oordeel
gaan voorspellen.
Dat heeft O.L. Heer al gedaan zo eeuwen
geleden en Hij heeft er expres bij gezegd, dat
we van 't wanneer niets afweten. Wij hebben
genoeg zorg met ons bijzonder oordeel en
hebben praktisch met 't Laatste oordeel geen
rekening te houden.
Wij moeten gelooven in de toekomst ge
looven in 't Herstel.
En gij vooral mijne vrienden, gelooft in
de toekomst. Want, als 't waar is dat de jon
geren de bezitters zijn der toekomst, dan zijt
gij de aangewezen herstellers en opbouwers.
Herstellers, niet als archeologen door re
constructie van oude ruinen, maar door op
nieuw te bouwen op de fundamenten der
ware beginselen, door nieuw te bouwen
naar de teekening van het Kruis
waarvan de lijnen elkander raken, elkander
vasthouden: Justitia et paxosculataesunt,
de rechtvaardigheid en de menschlievend-
deid omhelzen elkander nieuwbouw volgens
het bestek der Solidariteit, door den Godde-
lijken architect uitgedacht, door de Kerk
voor dit geslacht nader uitgewerkt in Rerum
Novarum van Leo XIII en Quadragesimo
Anno van Pius XI.
Jonge mannen, ontwaakt 1 Wordt u bewust
dat gij thans iets moet doen en veel moet
doen, om later iets te zijn.
Mijne vrienden, die de toekomst wilt
beheerschen, die sinds lang den drang voelt
om toekomst te maken, ik vraag nog eens
Waar gaat het hier om
Gaat het om uw persoonlijk belang?
Of om 't eens laag-bij-de-gronds te zeggen:
gaat het om uw toekomstige portemonnaie
Ja ongetwijfeld ook daarom. Ge moet
niet denken dat ge achter uw toonbank kunt
blijven staan of op uw kantoorkruk zitten,
of met den monsterkoffer op den trein stappen
of uw mooie positie bij particulier of Overheid
kunt handhaven zonder de beschutting van
een vakvereeniging.
't Is algemeen bekend, dat juist economisch
door organisatie-vrees de middenstand tus
schen kapitaal en arbeid in de knel is geraakt.
Dit vereenigingsleven hier zal u ook zeker in
die richting weg wijzen. Maar gaat 't hier
eigenlijk omdat soort belangen Neen,
zeker niet. Alle stands-organisatie alleen
om de zilveren materie is klassenstrijd-
politiek, ook al loopen we achter een roomsch
vaan.
*t Gaat om uw plicht en aandeel ten op
zichte van 't welzijn van 't geheel. Zooals nu
de verhoudingen zijn kan het niet blijven.
Zooals tot nu toe de industrie voor zichzelf
produceerde, de geldhandel op de beurs
intrigeerde, de arbeid als een geplaagd last
dier recalcitreerde zoo kan 't niet langer gaan.
De onbesuisde vrachtauto der technische
productie keek nergens naar uit, maakte
ongelukken en zit nu vast in een sloot langs
den weg.
De maatschappij moet vernieuwd. Andere
wegen moeten geopend, breedere wegen,
waar plaats is voor allen, waar ieder veilig is,
waar 't eigenbelang van personen en groepen
wordt geremd door een rechtvaardige en
menschlievende verkeersregeling.
De nieuwe tijd moet komen Uw toekomst
jongeluiEn daarom is 't uw taak vooral,
om in 't zonnelicht van het Evangelie mede
te werken aan de groote Kertening der 20e
eeuw. Daarvoor voelen, daarvoor in geest
drift slaan, daarvoor actie voeren, daarvoor
praten als Brugman, daarvoor de zolen van
je schoenen loopen, daarvoor wat prijsgeven
en offers brengen dat is menschenplicht,
menscheneerdat alleen is consequent
christendom.
Mijne vrienden, ontwaaktWordt u dit
bewust, dat gij niet voor u zeiven leeft, maar
ook aan de anderen toebehoort.
Nog bestaat helaas, ondanks Rerum
Novarum ook onder ons het verderfelijke
practisch Evangelie sinds Voltaire een Rous-
individualisme, dat de moordenaren van het
seau ons christelijk voorgeslacht als morfine
hebben ingespoten. „Laissez-faire, laissez
aller ieder zorgt voor zichzelf en als
ge wilt God voor allen".
„Ieder op z'n eigen erf". Bijna heel de
maatschappij heeft meef dan een eeuw lang
zoo gedacht en gedaan de menschen werkten
en zorgden los van elkaar. De geloovigen
gewenden zich laat 't zijn te goeder trouw
om hun christendomalleen te zien in
gebed en kerkgang en uitingen van gods
vrucht en 't geven van aalmoezen en 't onder
houden van de strikte rechtvaardigheid.
Maar ze vergaten de sociale rechtvaardigheid
tegenover concurrenten en medeproducenten,
ze vergaten hun plichten tegenover hun
medestrijders om 't dagelijksch brood.
Dat heeft de liberale gedachte uitgezaaid
en de oogst was crisis en klassenstrijd.
Nu moet ge niet straks naar huis gaan en
uw vader of grootvader gaan verwijten, dat
Zij eigenlijk liberaal zijn geweest zij waren
kinderen van hun tijd en in hun goede
trouw omtrent sociale gerechtigheid voor
't overige misschien veel betere menschen
dan wij.
Maar, wel moet ge u zei ven verwijten doen,
wanneer ge de nu weer nieuwe maar
toch oud-christelijke gedachte der saamhoorig
heid niet kent en aanvaardtwant gij zijt
kinderen van dezen tijd, geroepen tot de
groote taak van maatschappelijk Herstel.
We kunnen in dezen gedachtengang een
heele reeks losse vragen stellen.
Wie zal de toekomst beheerschen?
God natuurlijk. De iste Stuurman die 't
roer niet los laat. De menschgeworden God
Christus in Zijn Kerk.
O ja, de Kerk is onvergankelijk en zal uit
elke stortzee weer verrijzen. Maar ieder
christen, die 't oprecht met Christus meent
moet meestreven en zwoegen om in zijn
eigen levenstijd Christus triomf te zien.
Wie zal de naaste toekomst beheerschen?
't Socialisme of 't Communisme of 't
christendom
Wellicht laat God dat afhangen van ons,
van u. In ieder geval ook gij hebt mee te
spreken bij 't beantwoorden van die vraag.
Hoe zal de nieuwe tijd er uit zien Ik
weet 't niet. Zal b.v. de middenstand ver
dwijnen in de toekomst Ik weet niet wat ge
precies onder middenstand verstaat. Maar dit
is zeker hoe ook de nieuwe maatschappij
zich vorme een middenklas heeft altijd
bestaan of om 't anders te zeggen uw
maatschappelijk soort zal niet voor goed
verdwijnen, omdat de wereld nooit een
maaatschappij zal zien blijven waar allen
gelijk zijn en ook niet waar twee uitersten
Zonder overgang naast elkander leven.
Een andere vraag Zal ieder uwedie hier
tegenwoordig zijt middenklasser blijven