cTBinnenlandsch Nieuws S: Voor de Huishamer Het gestolen Luchtballonnetje OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN De ramp te Vincennes Een ongeluk Voorontwerp-Bedrijfsradenwet Het advies van den Hoogen Raad van Arbeid Gevraagd: een A.V.Ül.O.-voorzitter GEMENGD NIEUWS Een Haagsche beroofd in Berlijn Ernstig auto-ongeval Vechtpartij in- Utrecht Groote brand te Amsterdam Wederom inbraken te Eindhoven Ernstige aanrijding LANDBOUW EN VEETEELT Uitvoering Tarwewet Nederlandsche dankbetuiging aan Frankrijk Jhr. Loudon, Nederlandsch gezant te Pa rijs, thans te 's-Gravenhage vertoevend, heeft aan den Franschen minister van ko loniën het volgend telegram gezonden. Harer Majesteits regeering, zeer gevoelig voor uw nobel initiatief, heeft mij opgedra gen U haar diepe erkentelijkheid te betui gen voor de bewonderenswaardige geste van de Fransche regeering, die aanbood met 3 millioen francs bij te dragen aan den her opbouw van ons paviljoen. Wijl Nederland evenwel besloot, ten spoe digste een nieuw paviljoen op te richten, welks kosten door verzekering en aanbiedin gen van verscheidene Nederlanders reeds worden gedekt, is de Nederlandsche regee ring van oordeel, dat er geen reden meer is voor het Fransche gouvernement, gevolg te geven aan zijn edelmoedig voornemen, waarvoor zy U intusschen nogmaals haar diepen dank betuigt. Communisten-actie te Vincennes Een B. T. A.-telegram meldt d.d. 5 Juli uit Parijs: Gisteravond werden politie en electricl- teitsbedrijven gewaarschuwd, daar de elec- trische stroom in het Indo-Chineesche kamp, achter den tempel van Angkor-Vat op de koloniale tentoonstelling te Vincen nes afgesneden bleek. De stroom kon echter spoedig weer worden ingeschakeld. Het onderzoek bracht communistische pamfletten aan het licht, welke, in Anami- tische taal opgesteld, in het donker in het kamp waren verspreid. De daders zijn nog niet opgespoord. In aansluiting op hetgeen wij gisteren meldden omtrent de uitspraak van den Hoogen Raad van Arbeid over het vooront werp van een bedrijfsradenwet, dat Minister Verschuur bij den Raad had aanhangig ge maakt, laten wij hier het officieel communi qué over de desbetreffende zitting van den Hoogen Raad volgen. Bij de besprekingen van het voorontwerp zijn vier verschillende opvattingen op den voorgrond getreden. In de eerste plaats is een aantal leden van oordeel, dat de wetgever geen taak heeft te vervullen door, zooals het voorontwerp doet, de instelling van colleges te bevorde ren, aan welke voorloopig nog slechts advi- seerende en op den duur allicht verder strek kende bevoegdheden zullen worden geschon ken. Deze leden meenen, dat ten aanzien van elke wet afzonderlijk moet worden bezien op welk terrein behoefte aan wijziging of de centralisatie bestaat en zoo ja .welke wijze daartoe het meest geëigend is. Op dien grond staan deze leden afwijzend tegenover het voorontwerp. Een tweede groep van leden is van mee ning, dat op dit gebied wel een taak voor de overheid is weggelegd, doch dat de over heid dergelijke colleges niet moet Uttellen, doch dat zij moet volstaan met aan uit het vrije bedrijfsleven opgekomen organen, ad- viseerende en uitvoerende functies toe te kennen. Op dien grond geven deze leden aan de grondgedachte van het ontwerp der studiecommissie de voorkeur boven het voor ontwerp. Een derde groep van leden heeft tegen het voorontwerp voornamelijk twee bezwa ren. Deze leden zouden wenschen, dat de wetgever de instelling van ondernemingsra den in de eerste plaats zou ter hand nemen. Voorts zou de taak van de in te stellen be drijfsraden niet moeten liggen op het ge bied der arbeidsvoorwaarden, doch in hoofd zaak op dat van de productie en de distri butie, in verband daarmede zouden naast werkgevers'en werknemers tevens vertegen woordigers van het algemeen belang zitting moeten hebben in den bedrijfsraad. Een vierde groep van leden ten slotte kan zieh in het algemeen met het voorontwerp vereenigen, zij het ook, dat sommige dezer leden de waarde van het voorontwerp voor namelijk zien in het perspectief dat het opent, terwijl andere leden de totstandko ming van deze wet zouden toejuichen, ook al zou het vaststaan, dat deze regeling vooralsnog tot hetgeen het voorontwerp be vat werd beperkt. Bij de eindstemming over het vooront werp bleek een kleine meerderheid in den Hoogen Raad van Arbeid (2117) een wet in den geest van het aanhangig gemaakte voorontwerp niet gewenscht te achten. In het zeer uitvoerige advies wordt stil gestaan bij de vragen, of de bedrijfsraden hun werkkring moeten uitstrekken tot de arbeidsvoorwaarden, of tot de productie en distributie, of zij over verordenende en rechtsprekende bevoegdheid en over het recht van enquête moeten beschikken en of in die bedrijfsraden vertegenwoordigers van het algemeen belang opgenomen moeten Worden. ARBEIDSLOON EN KOSTPRIJS In dezelfde vergadering besloot de Hooge Raad van Arbeid zich tot den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid te wenden met het verzoek, in aansluiting op de reeds op dit gebied plaats hebbende onderzoekingen, een onderzoek te doen instellen naar de sa menstelling van den kostprijs van bijvoor beeld een lO-tal belangrijke artikelen, ver deeld over enkele bedrijfstakken, ten einde te weten te komen, welken invloed het ar beidsloon heeft op den prijs van het pro duct bij het verlaten van de fabriek en op den winkelprijs, en meer in het bijzonder, pf door stijging van het per arbeider in de industrie belegde vaste kapitaal de factor arbeidsloon aan beteekenis gaat inboeten. "t vergadering werd voor een gedeelv door den Minister van Arbeid, Har.del en Nijverheid bijgewoond. De regie zal eventueel zorgen voor. „spontanen aandrang" uit de zaal Het bestuur van de A.V.R.O. heeft thans naar „De Radiobode" meldt, een Algemeene Vergadering bijeengeroepen, die op 25 Juli te Utrecht zal plaats vinden. Als punt 7 komt °P de agenda van deze vergadering voor: -.Bespreking in verband met het vacant ko men van den voorzitterszetel." Deze aankondiging, aldus bleek het „Volk" dezer dagen, heeft niet slechts in kringen van A.V.R.O.-leden, maar ook in die van het Algemeen Bestuur verwondering gewekt. In de kringen van dat Algemeen Bestuur is het een publiek geheim, dat aan het be sluit van dr. Molhuysen, nu eenige weken geleden, om terug te treden, voorafging een langdurig bezoek van den heer H. M. C. Hol- dert aan het A.V.R.O.-bureau. Holdert was voor deze conferentie expresselijk uit Pa rijs gekomen. Nadat de berichten over zijn terugtreding (naar den zin van sommige A.V.R.O.-leiders te vroeg) in de pers waren gekomen, is dr. Molhuysen naar Parijs vertrokken voor nieuwe besprekingen, die, verneemt het blad verder, niet uitsluitend betroffen zijn eere lidmaatschap van een komende Radio-Ten toonstelling. Intusschen is men er nog niet in geslaagd, een gegadigde te vinden voor de voorzitters functie. Ettelijke personen zijn reeds aange zocht, zelfs personen, die aanvankelijk als minder geschikt ter zijde waren gelegd, maar een voorzitter heeft men nog niet kunnen vinden. Men hoopt nu vóór den 25en Juli te slagen. Mocht dit echter niet gelukken, dan zal door de Utrechtsche vergadering „spontane aan drang" worden uitgeoefend op dr. Molhuysen, om aan te blijven. De zin in het bestuurs- communiqué, dat de vergadering aankondigt: „Leden, die de vergadering willen bijwonen, wordt verzocht van dat voornemen kennis te geven vóór den 19 Juli a.s". met het oog op de behoefte aan zaalruimte" zou voigens de zegslieden (die in de Avro een belang rijke rol spelen) een onderdeel zijn van de regie van dezen „spontanen aandrang". In een hotel aan de Potsdammerplatz te Berlijn drong gisternacht een inbreker met valsche sleutels in een kamer, die door mevr. C. Stove, uit Den Haag, werd bewoond. Kostbaarheden ter waarde van 6000 Mark zijn in zijn handen gevallen. Op den Kruisweg te Monster is een auto van O. uit Monster te wate gereden en zoo goed als geheel vernield. O. kreeg ernstige verwondingen aan het hoofd en zijn zwager uit Amsterdam'nog ernstiger wonden aan het gelaat. De zwager moest onmid dellijk naar het Ziekenhuis in Den Haag vervoerd worden. Zijn toestand baart thans geen zorg meer. O. reed met een flink gangetje op den Kruisweg in de richting van de Zwartendyk- sche veiling. Plotseling sloeg een portierdeur van den auto aan den kant van den be stuurder open, waardoor deze doordat hij tegen het deurtje geleund zat bijna uit den auto viel. Hierdoor raakte O. zijn stuur kwijt, tengevolge waarvan de auto In volle vaart de sloot in reed. O. en zijn zwa ger konden met moeite uit hun benarde positie bevrijd worden. Droevig einde van een rijtoer Oude man van een auto gevallen en gedood Zondagmiddag heeft te Someren-Eind een bijzonder droevig ongeluk plaats gehad. Ter gelegenheid van de kermis aldaar waren enkele personen in een vrachtauto, bestuurd door v. d. L„ aan het toeren. Op zeker oogenblik verloor de vader van den chauf feur, de 68-jarige P. v. d. L., die ook op den vrachtwagen zat, het evenwicht, sloeg ach terover van den auto en kwam onder de wielen terecht. Een der achterwielen ging den ongelukkige over zijn hoofd. Zeer ern stig gewond werd de man opgenomen en binnengebracht bij een tweeden zoon, die juist tegenover de plaats woonde, waar het ongeluk plaats vond. In allerijl werd geeste lijke en geneeskundige hulp ingeroepen, doch de laatste mocht niet meer baten. De man heeft nog slechts enkele minuten ge leefd. Uit het politie-onderzoek is gebleken, dat den bestuurder van den vrachtauto geen schuld treft. Gevaarlijke grap Slachtoffer aan de gevolgen overleden Vrijdag j.l. richtte de 18-jarige arbeider S., werkzaam op de bovengrondsche werken van Staatsmijn Maurits spelende een slang, waaruit samengeperste lucht stroomde, op het zitvlak van zijn mede-arbeider R. De samengeperste lucht drong in het darmka naal van R., dat daardoor ernstig werd verwond. Onmiddellijk werd R. overgebracht naar het ziekenhuis te Heerlen," waar een operatie niet meer mocht baten. De onge lukkige is thans aan de gevolgen overleden. Tegen S. is proces-verbaal opgemaakt. De getroffene was 31 jaar oud en gehuwd. In den nacht.. Een indringer in een meisjeskamp Sedert enkele jaren gaan leerlingen van de Rotterdamsche industriescholen in de zomer - vacantie in groepjes van 20 tot 25 meisjes met enkele leeraressen als leidster, een weekje doorbrengen in de Hollandsche Rading, bij Maartensdijk, waar aan de Binkhorstlaan het Berkenhuisje ligt, dat daartoe speciaal is ingericht. Bij dit houten huisje behooren nog een paar houten gebouwtjes, en in den loop van de vorige week hebben twee van de leid sters in zulk een bijgebouwtje overnacht, in plaats van, zooals gebruikelijk was, in 't hoofdgebouw by de meisjes. Het terrein is slechts door een lage rietheining van den openbaren weg gescheiden. Om middernacht werd een van de twee leidsters uit haar slaap opgeschrikt, doordat een man door het openstaande venster naar binnen kwam. Ook de andere leidster werd wakker. De indringer, die blijkbaar met on eerlijke bedoelingen was gekomen, heeft de beide meisjes bedreigd. Zij boden hem geld aan, om hem te bewegen heen te gaan. Eerst wilde de man er niets van hooren, maar toen de aangeboden som opgeloopen was tot f 170, het totale bedrag dat in huis was, accep teerde hij 't en hij verdween, maar niet zon der den dames bevolen te hebben, zich nog geruimen tyd stil te houden. Aan dit bevel is gehoorzaamd; eerst nadat de indringer ge- ruimen tijd vertrokken was, zijn zij luidkeels om hulp gaan roepen. Het Berkenhuisje ligt vrij eenzaam. Een paar boschwachters, die in de buurt wonen, hebben op het gegil geen acht geslagen, om dat er wel eens meer lawaai klonk, en dan bleek bij onderzoek, dat men aan het stoeien was. Ten slotte is de politie verschenen en deze heeft een uitgebreid onderzoek ingesteld. Er is een man aangehouden. De beide leid sters hebben hem evenwel niet herkend, zoo dat deze man weer op vrije voeten is gelaten. Uiteraard heeft het gebeurde in het kamp veel consternatie veroorzaakt. Voortaan wordt het kamp des nachts'bewaakt. Vechtpartij in een café De politie schiet Vijf arrestaties Gisterenavond is in een café aan den Nieboerweg te Den Haag een vechtpartij ontstaan, waarbij een zestal Scheveningers betrokken waren. Op sommatie van de po litie wilden zij het café niet verlaten en namen ze zelfs een dreigende houding aan, zoodat de politie van den wapenstok gebruik moest maken. Toen ook dat niet hielp en de vechtersbazen de agenten te lijf gingen, trok een van de politiemannen zijn revol ver, dreigde er eerst mede en schoot ten slotte een vier-en-twintigjarigen man uit de Scholstraat in'den buik. Toen kalmeer de de troep en buiten gelukte het mét be hulp van vier andere agenten de belhamels in te rekenen.. Vijf werden er achter slot en grendel gezet. De gewonde is naar het Roode Kruis- Ziekenhuis overgebracht. Gevaren van den weg links overgestoken. De bestuurder van een hem achterop komenden luxe-auto, de ta bakshandelaar O. uit Venlo, die het nade rende onheil zag, poogde nog uit alle macht te remmen en het stuur zooveel mogelijk naar links om te gooien, doch kon niet verhinde ren, dat S. door den auto werd gegrepen en met het hoofd onder den wagen terecht kwam. Tengevolge van het krachtige remmen en het plotseling omwerpen van het stuur kan telde de auto. Dr. Paulussen, die spoedig ter plaatse was, liet den gewonde, die een ernstige hoofd wonde had opgeloopen per ziekenauto naar het R. K. Ziekenhuis vervoeren. Kort na aan komst aldaar is S. aan de bekomen verwon dingen overleden. Den bestuurder van den auto treft geen schuld. Een 63-jarige man overreden Maandagmiddag begaf de 63-jarige S. S. uit Blerick zich per fiets van Venlo in de richting Kaldenkirchen. Ongeveer ter hoogte van het klooster „Bethanië" is hij plotseling van het rechtsche gedeelte van den weg naar Een zwaar gewonde Zondag is op den Loevenhoutschen dijk te Utrecht een vechtpartij ontstaan tusschen twee gebroeders en een familie, bestaande uit een vader en diens beide zoons. Een der gebroeders kreeg drie messteken in den rug, zoodat hij in zorgwekkenden toestand naar de Rijksklinieken moest worden vervoerd. De politie, die later ter plaatse verscheen om de vechtersbazen te arresteeren, bleek onmach tig hiertoe over te gaan, daar vader en zoons zich in hun woning hadden verscholen en weigerden deze te verlaten. Den geheelen nacht is daarop voor de deur gepost en eerst om kwart voor zes gisterochtend, toen alle drie zich naar 't werk wilden begeven, durfde de politie het ten slotte aan hen naar het bureau over te brengen. Het gebeurde toen Driek van huis was. Hij had werk gekregen bij een zandgraving, heel in Holland en het kon nog wel een week of drie aanloopen, eer hij terug zou zijn. Toen hij pas weg was, verdronk het kind, hun eenigst, in de sloot achter hun huis. Maar dat zou hij eerst hooren, als hij weerom kwam; hij noch z'n vrouw waren» vlug met de pen en ze schreven elkaar geen brieven. Zij, de moeder, was den eersten dag m huis gebleven, bij het lijkje; tegen schemer- avond ging ze uit. Ze kwam bij den bak- ker om brood; ze scheen zeer bedaard en sprak van het gebeurde niet. De bakkers- vrouw, die haar hielp, wilde wel iets zeggen, maar ze wist niet wat. Voor tranen of ru moerige klachten had ze een overvloed van troostwoorden kunnen vinden, tegenover deze vreemde kalmte, beving haar een on gewone schroom. Het rook in den twinkel naar versch brood en koffie, juist zooals anders en 't was toch anders, dat voelden de beide vrouwen. Toen de bakkersvrouw haar klant de brooden in 't omgeslagen, blauwe voor schoot legde, zei ze, hoofdschuddend, met een blik naar den groenen trommel op de toonbank: „Ik zal er nooit pepernoten meer voor hem hoeven bij te doen; 't is toch spijtig." „Ja, 't is een ongeluk," zei de andere vrouw, en toen ging ze heen, even stil en bedaard als ze gekomen was. „Ze heeft er veel weet van," dacht de bakkerin. ,,'t Is een ongeluk," daarmede hadden de buren haar getroost en zij had de woorden werktuigelijk herhaald. „Zulk^ dingen, daar kón je niet tegen in, daar kon niemand voor En zóó had zy wel willen getroost zijn, totdat zij het kind en zich zelf was gaan beschouwen met een soort van verteederde meewarigheid, als slachtoffers van het on geluk; 't had zoo moeten wezen. Later had zij oogenblikken van weelde in haar leed. Zij was trotsch op het lykje, toen het zoo stil en bleek lag tusschen al dat wit. „Net een engeltje in den hemel." Bij haar weinig diepe natuur beschouwde zij het kind al meer als een heilig speel goed in haar huis, iets om te vertoonen en te laten bewonderen, dan als iets, dat ge leefd had en dat zij had lief gehad. En dan begon ze het te prijzen: ,,'t Was toch zoo'n hef kind," en onderwijl liet zij de tranen langs haar wangen loopen, zonder ze te drogen, met een, zich flauw bewust vertoon van gepaste droefheid. Na de begrafenis vond zij het leeg in huis en ze liep nog meer bij de buren dan vroe ger en naarmate de dagen vorderden, kwam 's avonds, als ze alléén was, een vage angst over haar. „Wat zou Driek zeggen?" Als ze zat in haar kamertjej met haar ellebogen op de tafel en de brandende lamp voor zich, haar schaduw op den muur, on natuurlijk vergrors, rijzend en dalend met de bewegingen, die zij maakte, dan bekroop haar die schuwe vrees. De muggen vlogen om de lamp, getrok ken door het licht en gonsden om haar heen. Zij klapte er met haar handen naar en als ze er een dood tusschen de vingers had, dan hoorde zij dadelijk daarop weer hetzelfde eentonige, zingende geluid, dicht aan d'r oor. Zij zag ze komen onder het licht van de lamp en weer terug zweven in het donker en ze hielden haar bezig, werktuigelijk, droomerig, uren lang. 's Nachts hielden ze haar uit den slaap en dan kwam weer die angst over haar. En de slagen, die ze wel had willen terug houden, kwamen, onverbiddellijk met de zelfde gedachte: „Hij was goedig, maar een driftkop; wat zou hij doen?" Soms kon ze het vergeten en dacht ze niet aan hem, maar alleen aan hun kind, „dat nu een'* engeltje was in den hemel", en: „geen mensch sterft voor z'n tijd; 't had zoo moeten wezen." Dan werd ze rustiger. Hij was thuis en zij stond tegenover hem voor de tafel. Zij had hem alles verteld met een huilerige stem en vol witweidingen. ,,'t Was een ongeluk." En voor' zijn vagen blik, haar aanzag, zonder te zien, vond zij telkens nieuwe bij zonderheden, in haar ijver om zich zelf vrij te pleiten van alle schuld. „Zij was aan *het goed spoelen en het kind stond er bij; je wist nooit met kinderen; je kon niet overal je oogen hebben. Zij had hem nog gegrepen, maar hij schoot onder haar handen weg, in de diepte, en ze ein digde met den troost van de menschen aan haar: „Als het ongeluk je wil Al den tijd dat zij sprak, was langzaam bij den man het onbestemde gevoel gerezen dat ze loog; hij kon die gedachte niet vat ten, niet vasthouden of formuleeren, hij ver dacht haar niet, hij had alleen een vage gewaarwording van iets onwaars, dat er was in haar woorden en in haar zelf. Hij bleef zwijgen; hij zocht in zijn her sens naar iéts, dat hij niet begreep, dat hij uit moest denken, moest zoeken te verstaan, naar een flauwen schijn, die begon te schemeren in zijn begrip en toen ze hem zoo stil zag, vatte zij moed en, begon weer van voren af aan met haar huilerige stem. Hij hoorde, door z'n verwarde gedachten heen alleen haar geluid, nauwelijks wat ze zeide, en ze zei telkens weer het zelfde. Zij stond zich te prijzen om haar moed, om haar da delijk vooroverbuigen in het water, haar grijpen naar het kind, en dat zij het bestierf toen het onder haar handen wegglipte. Hij hoorde haar stem altijd door zijn ge dachten heen, als iets, dat hem belette dui delijk te zien; als een valsche toon, die hem hinderde en hij maakte een onwillekeurige heftige beweging van ongeduld. Zij deinsde zóó plotseling achteruit, dat hij haar aankeek, nu met bewustheid. Zij hield haar arm afwerend vóór haar gezicht alsof zij dacht, dat hij haar ging slaan en hij zag in haar gezicht een doodelijken, wil den angst. En alsof eensklaps de nevel scheurde in zyn verwarde gedachten, zag .hij de waar heid: ,,'t Is gelogen!" riep hij, hard met de vuist op tafel slaande; „je was er niet bij, je stond met buurvrouw Mulders te praten." Hij lette niet op de uitwerking zijner woorden. Zij waren niet gesproken om haar te be proeven, opdat zy zich zou verraden, ze wa ren niet listig overdacht; ze hadden zich ge vormd als vanzelf, als buiten zijn wil of be grip om, en dat ééne oogenblik, toen hij de waarheid zag, omdat hij haar kende. Zij had alles verraden in die onbewuste beweging van schrik, in haar angst voor hem. Ze kon niet bleeker worden dan ze al was, maar zij kromp ineen, sidderend, ver nietigd. Hoe wist hij het; had hij het in de buurt gehoord, eer hij bij haar kwam? Wisten ze het allemaal? Zij geloofde toch, dat zij het zoo goed had verborgen. Zij had het lijkje gevonden toen ze thuiskwam, maar na haar eersten gil van schrik, had zij zich bedwongen en eerst veel later misbaar gemaakt. Zij had aan anderen verteld wat ze hem zeide, en niemand had haar verdacht van te liegen. Hij wist het. Zy herstelde zich, toen ze zag dat hij geen geweld gebruikte, maar zij dorst geen woord meer te zeggen, in ontkenning niet en niet in. zelfverdediging. Hy zat stil te rooken en stopte de eene Piip na de andere. Hy gaf geen antwoord als ze iets zei, bevend, omzichtig. Hij lette er niet op, zoomin als hy er op lette, dat de klok de uren sloeg en zij deed haar gewone werk in huis, en toen het tyd was, schonk ze hem koffie. Maar hy liet die koud wor den op de plaats, waar zy ze had neergezet en hij zag niet naar haar om, hy deed alsof ze niet in de kamer was. f En, langzaam bekroop een andere angst haar, in de tegenwoordigheid van den zwij genden man. Een angst, vager, akeliger dan de eerste, een geheimzinnige vrees, byge- loovig in haar sombere fantasie: „Hoe had hij het geweten, wie had het hem gezegd? Had het onnoozele schaap zich gewroken? Was het de geest van hun kind?" Fabriek tot den grond afgebrand Tegen twee uur in den afgeloopen nacht ontdekte de heer Nonhebei, brouwer aan Heinekeh's Bierbrouwerij aan de Stadhou derskade te Amsterdam, dat er brand was bij de N. V. Fabriek van Bronswerken, voorheen Becht Dyserinck, op den hoek van de Stadhouderskade en de Va\ der Helststraat. De man waarschuwde onmid dellijk de brandweer. Toen deze na enkele oogenblikken ter plaatse arriveerde, begreep zy dadeiyk, dat zy voor een zware taak kwam te staan, want de vlammen woedden reeds in een groot gedeelje van het gebouw, dat zich uitstrekt van de Stadhouderskade tot aan de Tweede Jacob van Campenstraat. Al heel spoedig sloegen de vlammen door 't dak. Met groote snelheid vrat het vuur verder naar de werkplaatsen, die achter den winkel zyn gelegen. Om kwart over twee reeds stortte het dak van het gebouw in. Zeer veel brandweermateriaal kwam op de plaats des onheils. Geweldige vlammen sloe gen hoog ten hemel. Een groot aantal stra len stortte een overvloed van water in het brandende gebouw, waaruit aan alle kan ten de vlammen sloegen. Over .een drietal ladders, een aan de Stadhouderskade, een in de Van der Helststraat en een in de Ja cob van Campenstraat werd eveneens van bovenaf water in den vuurpoel gegoten. Om half drie bezweek onder donderend geweld 't dak van de werxplaats aan de Van der Helststraat. De brandweer hield aan de Ja cob van Campenstraat taai vast, teneinde 'n paar huizen op den hoek te sparen, hetgeen haar ten slotte mocht gelukken. Om kwart voor drie arriveerde ook de Jan van der Heyden, die weldra meehielp met haar krachtige st.alen een einde te maken aan de vlammenzee. Ongeveer half vier ver minderde het vuur zienderoogen. Maar het geheele gebouw is tot den grond toe uit gebrand. Auto tegen een boom Bij de botsing in brand geraakt Maandagnamiddag is de den Horsterweg te Blerick een ledige vrachtauto bestuurd dooi den 32-jarigen aannemer J. Th. uit Venlo, met zeer groote vaart, tegen een boom langs den weg gereden, waarby "de motor in brand vloog. Ijlings toegeschoten hulp slaagde er in den gewonden bestuurder, die in bewusteloozen toestand verkeerde, uit de brandende cabine te trekken, terwyl het ook nog mocht geluk ken, den brandenden auto te blusschen, Th. had een diepe wonde aan het hoofd en verscheidene brandwonden bekomen en zyn rechtervoet bleek ernstig gekneusd. Per auto werd de gewonde naar het R. K. Ziekenhuis te Venlo overgebracht. De juiste oorzaak van het ongeluk is nog niet bekend, daar men Th. nog niet heeft kunnen hooren. Voetganger aangereden Het slachtoffer overleden Op den Scheumiksweg te Enschede is de 57-jarige schilderspatroon J. Graaff aange reden door een vrachtauto uit Losser. De heer De Graaff werd met een schedelbreuk naar het ziekenhuis vervoerd, waar hy aan de gevolgen is overleden. De daders niet te vinden Zaterdagnacht is ingebroken by den foto graaf Van Beurden aan de Meuwstraat te Eindhoven. Uit den winkel hebben de inbre kers de kssa meegenomen en naar de achter plaats gesleept, waar zij haar openbraken en den inhoud meenamen. Ook twee fietsen werden gestolen. In een nabygelegen woning aan den Vest dijk werd in denzelfden nacht op geheel de zelfde wijze ingebroken, doch hier is alleen eenig geld ontvreemd. Voorts is Zondagavond tydens de' kennis gebruik gemaakt van de afwezigheid der be woners door in te breken by een koopman aan de Oude Torenstraat No. 2. Een groot aantal doublé, gouden en zilveren sieraden werden ontvreemd. Van de daders geen spoor. De 75-jarige heer H. is in den nacht van Zaterdag op Zondag op den Parallelweg te Bussum door een auto aangereden. Hij werd naar de Majellastichting vervoerd, waar hy in den loop van Zondagochtend is overleden. De heer H. was slecht ter been. De auto mobilist, de heer M„ had gewaarschuwd, doch kon niet verhinderen, dat de heer H. onverhoeds onder de auto kwam. Onweer boven Groningen Kapitale boerderij door het hemelvuur getroffen Gistermiddag heeft boven de stad en pro vincie Groningen een zwaar onweer gewoed, vooral boven de provincie heeft het zeer lang aangehouden. Te kwart voor vier sloeg de bliksem in de kapitale boerderij van den heer H. Mellema. te Winschoterzuiderveen. In korten tijd stond alles in lichter laaie. Het vee, dat in den stal was, kon worden gered. De boerderij brandde totaal af. Verzekering dekt ce schade. Ongeregeldheden bij de werkverschaffing Twee belhamels verwijderd Gistermiddag ontstonden ernstige onregel matigheden bij de werkverschaffing van het waterschap de Beneden-Slinge te Ruurloo, waar een 50-tal werkloozen uit Helmond te werk is gesteld. Reeds by het verlaten van den trein te Ruurloo bleek, dat verschillende der mannen in beschonken toestand verkeerden. By het kamp gekomen, was een gedeelte der'arbei ders bereid de werkzaamheden te beginnen, doch een ander gedeelte weigerde. De met het toezicht belaste ambtenaar waarschuwde den hoofdopzichter van de Nederlandsche Heidemaatsobapy, den heer Wijnbergen, on der wiens leiding het werk berust. Deze ver scheen weldra ter plaatse met zes# mare- chaussee's en veldwachters. Aangezien het bekend was, dat er in het kamp verschillende revolvers aanwezig waren, werd voorzichtig te werk gegaan. Na eindeloos geduld en veel moeite gelukte het twee der ergste belhamels uit de keeten te verwijderen. Zy werden over gebracht naar het politiebureau te Ruurloo, vanwaar zy zullen worden teruggezonden. Twee weken geleden speelden zich met de zelfde groep vrijwel dezelfde gebeurtenissen af. Toen werd een voorwerker in den buik ge stoken en gevaarlyk gewond. Naar de hr. Wijnbergen ons mededeelde heeft hij uit verschillende plaatsen van het land ca. 1200 werkloozen onder zijn hoede, waar mede op uitstekende wijze werd gewerkt, ter wijl van de Helmondsche werkloozen reeds zeven zijn ontslagen, welke niet meer voor steun in aanmerking komen. Over den weg geslingerd Een ernstig gewonde Zondagavond is op den nieuwen Ryksweg naby de Brasserkade te Delft de motorrijder Groeneveld uit Rotterdam met zijn motor met zyspan in botsing gekomen met een auto die te ver uithaalde om een aanrijding met een wielrijdster te voorkomen, die plotseling den weg overstak. De heer G., zyn vtouw, die op den duo zat en zijn beide kinderen, een jongen en een meisje die in 't zijspan zaten, werden over den weg geslingerd. De heer G. die een ernstige schedelfractuur had bekomen, werd door de politie naar het gasthuis vervoerd, zyn toestand is hoogst ernstig. Zyn zoontje die enkele verwondin gen had bekomen werd ter plaatse verbon den. Mevrouw G. en haar dochtertje bekwa men gêen letsel. Het motorrywiel werd zwaar beschadigd. De tarwe-organisaties De Minister van Staat, Minister van Bin- nenlstndsche Zaken en Landbouw heeft toe gelaten: Als gewestelyke tarwe-organisaties: de vereeniging Gewestelyke Tarwe-Orga- nisatie voor Gelderland, Utrecht en Overijs sel, gevestigd te Arnhem, onder bepaling, dat haar arbeidsgebied zich zal uitstrekken over de provinciën Gelderland, met uitzondering van den Bommelerwaard en het Land van Maas en Waal, Utrecht, met uitzondering van het gedeelte ten westen van den spoor weg AmsterdamWoerden, en Overijssel, be nevens het gedeelte van de provincie Noord holland ten oosten van genoemden spoor weg; de vereeniging Gewestelyke Tarwe-Organi- satie voor Noord-Holland, gevestigd te 's-Gravenhage onder bepaling, dat. haar ar beidsgebied zich zal uitstrekken over de pro vincie Noord-Holland, met Uitzondering van 't gedeelte ten oosten van den spoorweg Am sterdamWoerden, benevens het gedeelte van de provincie Utrecht ten westen van ge noemden spoorweg en het gedeelte van de provincie Zuidholland ten noorden van den Ouden Rijn; de vereeniging Gewestelyke Tarwe-Orga- nisatie voor Zuid-Holland onder bepaling, dat haar arbeidsgebied zich zal uitstrekken over de provincie Zuid-Holland, met uitzonde ring van het gedeelte ten noorden van den Ouden Rijn. 423. Heel mooi deed het meisje haar toeren, Danste op den paardenrug, Maakte pirouetten, salto-mortales, Alles even kloek en vlug. Het publiek vond het dan ook prachtig. Toonde zich ook zeer voldaan. Mimi, om te laten zien, wat zij kende, Ging toen nog op haar handen staan. 424. Moeroe, het lieve negermeisje, Had meely met Pim en diens vriend. „Ik wilde," dacht ze, „dat ik ze kon redden, Ik hoop dat ik een middel vind." Het meisje had groote ringen in haar ooren. In een rokje was zij gekleed. Alaar dat was ook wel te begrijpen, In haar land was het heel erg heet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 7