Altijd
DE ENCYCLIEK OVER DEN STRIJD
TEGEN DE KATHOLIEKE ACTIE
PETITIONNEMENT VOOR
INTERNATIONALE ONTWAPENING
een mooie en
zachie huid
PETITIONNEMENT VOOR INTERNATIONALE
ONTWAPENING
TWEEDE BLAD
WOENSDAG 8 JULI 1931
BLADZIJDE i
GEEN POLITIEKE, DOCH EEN ZEDELIJKE EN
GODSDIENSTIGE STRIJD
De Italiaansche boodschap strijdig met de waarheid Dwang
maatregelen tegen plaatselijke kerkelijke overheden
De Katholieke Actie voert geen partijpolitiek
STADSNIEUWS
Zilveren jubileum
Middelbare Meisjesschool
,,'t Kopje"
Feestelijke bijeenkomst
De molen van den Wijkerbroefcpolder
Faillissementen
Orgelbespeling
Na de droogmaking van
de Wieringermeer
Een gemeente voor heel den
polder gewenscht
Ik verzoek Uwe Conferentie met den meesten aandrang, in naam der
menschelijkheid, die maatregelen te nemen, die tot ontwapening der naties
zullen leiden.
Naam:
Adres:
Naam:
Adres:
Naam
Adres:
Naam:
Adres:
Reeds maakten wij melding van de nieuwe
Encycliek van Paus Pius XI over de Katho
lieke Actie en de daarmede verband hou
dende gebeurtenissen te Rome. Tot juist be
grip der zaak laten wij ten aanzien van de
essentieele punten van de Encycliek hieron
der uitvoerige uittreksels volgen uit dit
Pauselijke document.
Na dank te hebben gebracht aan al de
genen, die Z. H. trouw en aanhankelijkheid
betuigd hebben m deze moeilijke dagen, zegt
de Paus over den strijd tegen de katholieke
vereenigingen:
Reeds meermalen, Beminde Broeders, heb
ben Wij zoo uitvoerig mogelijk en met de
aanvaarding der volle verantwoordelijkheid
voor wat Wij zeiden, Ons uitgesproken en
geprotesteerd tegen de campagne van val-
sche en onbillijke beschuldigingen welke de
ontbinding der Universitaire en Jeugd-ver-
eenigingen der Katholieke Actie voorafging.
Deze ontbinding werd doorgevoerd met da
den en maatregelen welke den indruk wek
ten dat men optrad tegen een uitgebreide
en gevaarlijke bende van misdadigers: niet
temin ging het om een jeugd en jongeling
schap, die de beste onder de goede was en
van wie Wij verheugd en vaderlijk trotsch
zijn nog eens deze getuigenis te kunnen af
leggen. Men zou zoo zeggen, dat zelfs de
uitvoerders dezer maatregelen lang niet
allemaal, maar toch velen ook dezen in
druk hadden, want bij het volbrengen van
hun taak gebruikten zij uitdrukkingen en
hoffelijkheden, waarmee zij om verontschul
diging schenen te vragen en om vergeving
voor wat zij gedwongen waren te doen; Wij
hebben daarmee rekening gehouden en hun
Onze bizondere zegeningen voorbehouden.
Maar, als om een smartelijk evenwicht te
herstellen, wat al hardheden en geweld tot
mishandeling en bloed toe, wat al oneerbie
digheden van pers, woord en daden, tegen
dingen en personen, de Onze niet buiten
gesloten, gingen vooraf, vergezelden en volg
den op de uitvoering van dien onverwachten
politie-maatregel, welke vrij dikwijls door
onwetendheid of kwaadwilligen ijver werd
toegepast op vereenigingen en genootschap
pen die door de orders van hooger hand niet
eens getroffen waren, tot op de oratoria der
jongens en de vrome congregaties der Doch
ters van Maria toe.
Dan zegt de H. Vader:
Zoo niet alle, dan toch de voornaamste
valschheden en vierkante leugens, welke
verspreid waren door de vijandige partijpers,
de eenige, welke vrij is en dikwijls gecom
mandeerd wordt of zoo ongeveer, om alles
te durven en om alles te zeggen, werden
samengevat in een, zij het ook niet-officieele,
wat een zeer voorzichtige maatregel is,
boodschap en zoo voorgezet aan het groote
publiek met de machtigste middelen van
verspreiding welke onze tijd kent. De ge
schiedenis der documenten welke niet in den
di st maar ter beknotting der waarheid en
der rechtvaardigheid geschreven werden, is
lang en treurig; maar Wij moeten met de
grootste bitterheid vaststellen, dat Wij on
danks vele jaren van leven en werken als
bibliothecaris, zelden een document aange
troffen hebben, d»t zoo tendentieus en strij
dig was met de waarheid en de rechtvaar
digheid, ten opzichte van den H. Stoel, van
de Italiaansche Katholieke Actie en voorai
van de vereenigingen welke er zoo zwaar
door getroffen worden.
Besprekende de meening van den Itali-
aanschen Staat, dat het een belachelijk po
gen is den H. Stoel voor het slachtoffer te
laten doorgaan in een land, waar duizenden
reizigers getuigenis kunnen afleggen van de
achting welke wordt betoond jegens pries
ters, prelaten, Kerk en godsdienstige func
ties, zegt de Paus:
Ja, Beminde Broeders, helaas zou dit po
gen belachelijk zijn als van dengene die een
openstaande deur probeert te forceeren;
want jammer genoeg hebben de duizenden
reizigers die in Italië en Rome nooit ont
breken, met eigen oogen de dikwijls lage en
heiligschennende oneerbiedigheden, de ge
weldplegingen, de vernielingen, de vanda-
lismen kunnen aanschouwen welke tegen
plaatsen, dingen en personen, in heel het
land en zelfs in Onzen Bisschoppelijken
Zetel begaan zijn en welke door Ons her
haaldelijk na grondige en nauwkeurige in-
liohtingen werden betreurd.
De boodschap van den Italiaanschen Staat
maakt den „zwarten ondank" openbaar der
geestelijken die stelling nemen tegen een
partij welke zegt men voor heel Italië
de waarborg der godsdienstvrijheid is ge
weest. De Geestelijkheid, de Bisschoppen en
ook de H. Stoel hebben nooit miskend wat
er de laatste jaren gedaan is ten voordeele
en ten gunste van den Godsdienst, en hebben
daarvoor zelfs dikwijls hun levendigen en
oprechten dank geuit. Maar èn Wij èn de
Bisschoppen èn de Geestelijken èn de goede
geloovigen, ja, alle burgers die minnaars
zijn van de orde en van den vrede, voelen
zich beangst en bezorgd tegenover de al
te spoedig begonnen stelselmatige aansla
gen op de gezondste en dierbaarste vrijheden
van Godsdienst en geweten, zooals daar wa
ren de aanslagen op de Katholieke Actie
en de van haar afhankelijke vereenigin
gen, vooral die voor de jeugd, aanslagen,
welke hun hoogtepunt vonden in de po-
litie-maatregelen, welke genomen werden
en op de reeds genoemde manier: aansla
gen en maatregelen, welke er ernstig aan
doen twijfelen, of de aanvankelijke wel
willende of goedgunstige houding wel uit
sluitend voortkwam uit eerlijke liefde en
oprechten ijver voor den Godsdienst. Want
als men van ondank spreken wil, dan werd
en wordt deze alleen betoond jegens den
H. Stoel door een party en door een re
geering, welke, volgens het oordeel der ge-
heele wereld, aan haar vriendschappeiyke
betrekkingen met den H. Stoel, in het land
en daarbuiten, een vermeerdering van aan
zien en vertrouwen dankte, welke aan ver
schillenden in Italië en in het buitenland
overdreven voorkwamen, zooals men ook de
gunstige gezindheid en het vertrouwen van
Onzen kant te groot achtte.
En verder verklaart de Paus:
Wü weten hoe het ging waar Onze be
schikkingen niet tijdig meer konden aan-
komep, met de tusschenkomst der autori
teiten, van regeering en van partij,
die reeds stom en werkloos gestaan
hadden of spoedig nog staan zouden, by het
volbrengen der rechtstreeks anti-katholieke
en anti-godsdienstige daden; dit zegt de
boodschap niet. Wel zegt zij dat er plaatse-
ïyke kerkelijke overheden waren die zich
gerechtigd achtten „geen nota te nemen"
van Ons verbod. Wü kennen geen enkele
plaatselijke Kerkelijke overheid die de aan
tijging en de beleedlging verdient welke deze
woorden bevatten.
Wat Ons daarentegen bekend is en wat Wü
levendig betreuren zyn de dwangmaatrege
len die men op de plaatseiyke kerkelijke
overheden toepaste of liet toepassen en die
dikwijls van bedreigingen en geweld verge
zeld gingen; Wü zün op de hoogte van
schunnige na-aperijen van gewijde gezangen
en processies, iets dat men rustig begaan
liet tot diepe droefheid en groote ontstelte
nis van alle burgers die den vrede en de
orde liefhebben en deze beide onverdedigd
zagen of erger, juist door hen die tot die
verdediging niet alleen den zwaren plicht,
maar ook hun levensbelang hebben.
De H. Vader weerspreekt dan op duidelüke
en uitvoerige wyze de beschuldiging, als zou
de Katholieke Actie partijpolitiek voeren. Z.
H. verklaart na eerste onderzoekingen nieu
we inlichtingen te hebben ingewonnen en
zegt dan in zijn document:
Voor alles hebben Wij kunnen vaststellen,
dat, terwijl de „Partito Popolare" nog be
stond en de nieuwe party nog niet was op
gericht, krachtens bepalingen, welke in 1919
uitgevaardigd werden, niemand, die een lei
dende rol speelde in de „Partito Popolare",
geiyktijdig de rol van leider vervullen kon
in de Katholieke Actie.
Voorts, Beminde Broeaers, is Ons geble
ken, dat de gevallen, waarin voormalige
plaatseiyke leeken-leiders der „Partito Po
polare" later leiders werden van de Katho
lieke Actie, zich onder die, welke, zooals wy
reeds zeiden, door de vüandige pers genoemd
werden, beperken tot vier, Wü zeggen en
herhalen: vier, en dat op e-n aantal van
250 diocesane vereenigingen, ~"T) secties van
Katholieke mannen en meer dan 5000 clubs,
voor de Katholieke mannehjke jeugd. En
hieraan moeten Wü nog toevoegen, dat er
in de vier gewraakte gevallen sprake is van
personen, die nooit tot eenige moeiiykheid
aanleiding gaven en deels zelfs zeer vrien-
deiyk tegenover party en regeering stonden
en van dien kant ook goed gezien waren.
Dan vervolgt het Pauseiyk schrijven:
De voornaamste reden gaat de Italiaan
sche boodschap voort welke kan worden
aangevoerd als een rechtvaardiging voor de
verwoesting der Katholieke jeugdvereenigin-
gen, is de verdediging van den Staat, die
meer is dan de eenvoudige plicht van elke
regeering. Geen enkele twijfel kan er be
staan omtrent de plechtigheid en het levens
belang van dezen plicht en dit recht, voe
gen Wij daaraan toe, omdat wy meenen en
tot eiken prijs met alle rechtvaardigen en
ordelievenden doorvoeren willen dat het eer
ste recht de vervuiling van zün plicht is.
Maar alle ontvangers en lezers der bood
schap zouden ongeloovig geglimlacht of zich
ten zeerste verbaasd hebben, wanneer de
boodschap ook gezegd had dat van de ge
troffen jeugdclubs er 10.000 waren, of lie
ver: zijn, voor de vrouwelüke jeugd, met
een totaal van büna 500.000 jonge vrouwen
en meisjes, waarir een ernstig gevaar en een
ware bedreiging voor de veiligheid van den
Staat nu niet bepaald voor de hand ligt.
Daarby verlieze men niet uit het oog, dat
slechts 220.000 „effectief" ingeschreven zijn,
naast meer dan 100.000 kleine „aspiranten"
en meer dan 150.000 nog kleinere „Benja
minnetjes".
Resten de clubs der Katholieke manneiyke
jeugd, die in de jeugduitgaven der party en
in de redevoeringen en in de circulaires van
zoogenaamde ge/archen, voorgesteld en aan
de algemeene uitkrijting en verachting over
geleverd wordt met een gevoel van pae-
dagogische verantwoordelijkheid, om alleen
dit maar te noemen, dat een ieder begrij
pen kan als een troep konijnen of niets-
nutters, die alleen <;oed zün om kaarsen te
dragen en rozenkransen te bidden in de
processies, en die misschien daarom den
laatsten tijd zoo dikwijls en met een zoo
weinig edelen moed aangevallen en tot bloe
dens toe mishandeld zün, zonder verdediging
gelaten door wie hen beschermen kon en
moest zijn, en vreedzaam en hulpeloos over
geleverd aan gewapenden en bruten.
Wanneer hier de voornaamste reden ligt
van de genoemde „verwoesting" een
woord dat omtrent de bedoelingen inderdaad
weinige twüfels overlaat der Ons zoo dier
bare en heldhaftige jeugdvereenigingen van
de Katholieke Actie dan ziet Ge, Beminde
Broeders, dat Wij Ons zouden kunnen en
zouden moeten verheugen, wijl deze reden
klaarblijkelijk onaannemelijk en onhoudbaar
is.
Maar Wij moeten helaas herhalen dat „de
leugen zichzelve geloochend heeft" (Psalm
26. 12)en dat „de voornaamste reden" der
voorgenomen verwoesting gezocht moet wor
den op een heel ander terrein: de strijd,
welke op het ocgenblik gestreden wordt, is
niet politiek maar zedelijk en godsdienstig:
alleen en uitsluitend zedelijk en gods
dienstig.
Men moet wel allebei zyn oogen sluiten
voor deze waameid, en politiek zien of lie
ver uitvinden, waar niets is dan Godsdienst
en Zeden, om te kunnen besluiten, zooals de
boodschap doet, dat er de cnmogeiyke toe
stand geschapen was van een krachtige or
ganisatie onder het bestuur van een „bui-
tenlandsche" macht, het „Vaticaan", iets dat
geen enkele regeering van deze wereld zou
hebben toegestaan.
In massa heeft men in alle zetels der
Italiaansche Katholieke Actie alle bescheiden
in beslag genomen en men gaat voort
want ook dit gebeurt de correspondentie
te onderscheppen en in beslag te nemen,
waarvan men denkt, dat ze in eenig ver
band zou kunnen staan met de getroffen en
zelfs met de niet getroffen vereenigingen,
zooals de oratoria, Laat men nu eens aan
Ons, aan net land, aan de wereld zeggen,
welke en hoeveie bewijzen men gevonden
heeft van de politiek welke door de Katho
lieke Actie met gevaar voor den Staat ge
voerd en ontwikkeld werd. Wü durven zeg
gen, dat men er geen één zal vinden, al
thans wanneer men niet wil lezen en uit
leggen met vooroordeelen die onrechtvaardig
zijn en in ïynrechte tegenspraak met de fei
ten en met de ondubbelzinnigheid van tal-
looze bewü'zen en getuigenissen. Wanneer
men er zou vinden die echt zijn en waard
om in overweging genomen te worden, zou
den Wij de eersten zün om zulks te erkennen
en om er rekening mee te houden. Maar wie
zou büvoorbeeld eenige aanduiding of be
treuring der ook vóór de laatste gebeurte
nissen reeds hatelijke behandeling, welke de
Katholieke Actie al zoo dikwijls en zoo over
al ondergaan moest, als politiek en nog wel
als staatsgevaarlüke politiek durven beschou
wen? Of wie zou willen bouwen cp bevolen
of afgeperste verklaringen, zooals Ons ge
bleken is dat hier en daar plaats vinden?
Integendeel, zal men onder de in beslag
genomen bescheiden tallooze bewijzen en
getuigenissen vinden van den diepen en
standvastigen godsdienstzin en van den
godsdienstigen yver van heel de Katholieke
Actie zoowel als van de universitaire en
jeugdvereenigingen in het bijzonder. Vol
doende is het te kunnen lezen en op de
juiste waarde te kunnen schatten, zooals Wy
Zelf ontelbare malen hebben gedaan, de pro
gramma's, verslagen, notulen van congres
sen, van weken voor godsdienstonderricht
en gebed, van retraites, van toepassing en
bevordering eener veelvuldige nadering tot
de H.H. Sacramenten, van apologetische
voordrachten, van catechistische studie en
werkzaamheid, van samenwerking en initia
tief voor ware en zuivere naastenliefde in
de Conferenties van den H. Vincentius en
op andere manieren, van werkzaamheid en
samenwerking voor de missie.
En ten slotte zegt de Paus:
Overtuigd als Wij er van waren Ons steeds
op godsdienstig terrein gehouden te. hebben,
hadden Wü niet gedacht, dat Wü ook nog
eens als een „buitenlandsche mogendheid"
beschouwd zouden worc'en, vooral nitt van
den kant der Katholieken en der Italiaan
sche Katholieken.
Het is krachtens het apostolische gezag,
hetwelk Ons, ondanks Onze onwaar ligheid,
door God werd toevertrouwd, dat alle Ka
tholieken der geheele wereld GU weet dat
maar al te goed, Beminde Broeders Rome
als een tweede vaderland beschouwen voor
allen en voor ieder hunner afzonderiyk. De
dag is nog niet zoo lang verstreken, waarop
een staatsman, die zeker als een der be
roemdste zal biyven gelden, een niet-Katho-
liek en ook geen vriend van het Katholi
cisme, te midden eener politieke samenkomst
zeide, dat hij niet iets als een buitenland
sche mogendheid beschouwen kon, waaraan
twintig millioen Duitschers gehoorzaamden.
Om voorts te zeggen, dat geen enkele re-
geering ter wereld den toestand zou hebben
laten voortbestaan, welke geschapen was
door de Katholieke Actie in Italië, moet men
wel of niet weten of vergeten, dat in alle
staten ter wereld en zelfs in China de Ka
tholieke Actie bestaat én leeft en werkt, dik
wijls in haar geheel en ook in onderdeelen
geiyk aan de Italiaansche Katholieke Actie,
maar dikwijls ook met organisatorische vor
men en eigenaardigheden van een heel wat
meer toegespitst karakter dan in Italië. In
geen staat ter wereld is de Katholieke Actie
ooit voor staatsgevaariyk aangezien; in geen
staat ter wereld is de Katholieke Actie ooit
zoo hatelijk vervolgd Wü zien niet in,
welk ander woord aan de werkeiykheid en
de waarheid der feiten beantwoordt; als
in Italië en in Onzen Bisschoppeluken Ro-
meinschen zetel; en dit is zeer zeker een on-
mogeiyke toestand, maar die werd niet door
Ons, maar rechtstreeks tegen Ons geschapen.
Dinsdag 7 Juli herdacht de Middelbare
Meisjesschool ,,'t Kopje" te Bloemendaal,
haar 25-jarig bestaan. Te dezer gelegenheid
was een feestdag georganiseerd.
's Middags vond een feestehjke bijeen
komst plaats, welke buitengewoon druk be
zocht werd.
Allereerst werd, door de vele aanwezige
leerlingen, het welkomstlied gezongen,
waarna mej. Dorhout-Mees allen hartelük
welkom heette.
Allereerst voerde de directrice der school,
mej. H. Barger, het woord. Spreekster sprak
haar vreugde er over uit met deze gelegen
heid het woord te mogen voeren en achtte
het een voorrecht by het begin van dit feest
allen te zamen te zien en een hartelük
welkom toe te mogen roepen.
Spreekster gaf hierna een overzicht van
hetgeen in de afgeloopen 25 jaar gebeurd
was, maar, aldus spreekster, naast grooten
dank komt er ook weemoed in ons hart,
wanneer wü denken aan hen, die in deze
25 jaar zyn heengegaan. Vervolgens werden
de overleden oprichtsters, leeraren en
leerlingen plechtig herdacht.
Ten slotte gaf spreekster een kort over
zicht van de geschiedenis van de school. In
Mei 1906 werd het „Kopje" gehuurd. Het
eerste jaar had de school 13 leerlingen, en...
een staf van 13 leeraren. Het eerste jaar
was dan ook zeer moeiiyk. Echter, het
kleine schooltje groeide gestadig aan, zoo
zelfs, dat naar een grootere ruimte moest
worden uitgezien. Een andere school werd
gebouwd en in 1910 betrokken. In 1920
heeft ,,'t Kopje" alle directricen van Meis
jesscholen bijeen geroepen; toen werd ge
komen tot het ontstaan van een officieel
diploma voor middelbare meisjesscholen.
Op dit gebied heeft „*t Kopje" pioniers
arbeid verricht. Pogingen zijn aangewend,
om Rükssubsidie voor de school te ver
krijgen.
Spreekster dankte alle leeraren en leera-
ressen, die korten of langen tijd aan
,,'t Kopje" zün verbonden geweest en juf
frouw De Jong, voor de wijze, waarop zy
voor de school heeft gezorgd.
„Wü mogen voortgaan en blüven reke
nen op Gods hulp in ons werk."
Hierna werd mededeeling gedaan, dat de
heb ondervonden dal het
f goed is om een oi twee maal
iper week des avonds hel ge
een paar minuten met
Purol te masseeren, waarna
'ik de gewoonte heb de niet
r in de huid gedrongen Purol
een zacht doekje al te
'vegen. Deze eenvoudige be-
f handeling geelt op den duur
'aan de huid een bijzonder
1 zachte en mooie teint.
De molen van den Wükerbroekpolöer nabij Beverwijk zal van zyn wieken worden ont
daan, als gevolg van het feit, dat het polder bestuur geen subsidie kon verkrijgen voor
restauratie.
Minister van Onderwüs een schrijven had
gezonden, waarin deze meldde, wegens
drukke werkzaamheden tot zün spüt ver
hinderd te zün persoonlyk dit jubileum
mee te maken.
Vervolgens voerde wethouder dr. J. Th.
Bornwater het woord. Spr. feliciteerde allen
met dit buitengewoon heugelijk feit en
hoopte, dat de school mocht blijven groeien
en zich ontwikkelen tot heil van het onder
wüs.
De heer De Visser sprak namens de Com
missie van Toezicht op het M. O. eenige har-
teiyke woorden. „Wanneer ik het groot
aantal aanwezigen hier zie, kom ik tot de
overtuiging, dat er nog een groote toe
komst voor deze school is."
Hierna was het woord aan den heer
Tussen, voorzitter der Vereeniging „Bloe-
mendaal's Bloei". Spr. was heel dankbaar
zün gelukwenschen te mogen aanbieden en
gaf een kort overzicht van de geschiedenis
der school in verband met „Bloemendaal's
Bloei", van 1906 af tot heden.
Prof. Casimir sprak namens de school
commissie, de heer Brouwer sprak namens
de gecommitteerden bü de examens.
Als blilk van waardeering bood de laatste
een mooie ets aan.
Vervolgens sprak mevrouw CohenTer-
vaert namens het Kennemer-Lyceum.
„Ik beschouw het als een groot voorrecht,
aldus spreekster, dat het Kennemer-
Lyceum mij heeft opgedragen u onze geluk
wenschen aan te bieden. Ik spreek de hoop
uit, dat dezelfde bloei van deze afgeloopen
jaren mag biyven aanhouden."
Een der oud-leerlingen sprak eenige zeer
waardeerende woorden en bood de directie
een enveloppe aan, om den inhoud daarvan te
besteden tot den groei van ,,'t Kopje".
Een der leeraressen sprak de hoop uit,
dat „Het Kopje" zich in de komende ja
ren, zoo mogelijk, nog fierder zal oprichten
dan in de afgeloopen periode. Spreekster
bood den directrices een stel gordijnen aan
als biyk van waardeering.
Nog hielden eenige leerlingen korte toe
spraken en overhandigden den directrices,
respectieveiyk namens de vierde en derde
klasse een vüftal schilderyen en een kleed.
Laatste spreekster was mevr. De Haan
Gratema, oud-directrice der school. Spreek
ster hield een zeer geestige toespraak.
Mej. H. Barger, de directrice, dankte
ten slotte allen voor hun hartelüke woorden
en mooie cadeaux.
Na afloop van het officieele gedeelte, wer
den de feesteiykheden onderling voortgezet.
Verliest zijn tooi
Omstreeks vyf jaar geleden besloot het be
stuur van den Wükerbroekpolder om den wa
termolen nabü Beverwyk te electrificeeren.
Tegeiykertü'd besloot het polderbestuur ech
ter om den prachtigen molen geheel intact
te laten. De wieken, zoomede het geheele
z. g. „gaande werk" werden dan ook niet
verwyderd.
Vanzelfsprekend behoefde dit alles onder
houd en restauratie, in verband waarmede in
den loop der laatste jaren pogingen zün aan
gewend om subsidie voor dit doel te ver
krijgen.
In deze pogingen is het Polderbestuur niet
geslaagd met het gevolg, dat een dezer dagen
besloten is om den molen van zün tooi te
ontdoen. Waarschijniyk zal reeds morgen een
aanvang worden gemaakt met het afnemen
der wieken.
Hiermede verliest de omgeving van Bever
wyk haar eenigsten mo'en. Want al biyft de
romp bestaan, zonder het „gaande werk" is
het een zielloos overbiyfsel.
De molen vormde in het landschap van ds
Wijkerbroek een buitengewoon schilderachtig
décor, al deed de geëlectrificeerde spoorweg,
welke in de onmiddeliyke nabyheid ligt, wel
eenige afbreuk aan het geheel.
Toch biyft het te betreuren, dat met de
onttakeling van dezen molen weer een brokje
Hollandsche karakteristiek verdwijnt.
Tuinbouwvakonderwijs voor de
bloementeelt
De wd. directeur-generaal van den Land
bouw brengt ter kennis van belanghebben
den dat bü voldoende deelneming begin No
vember 1931 te Lisse een cursus ter oplei
ding van tuinbouw-vakonderwüs voor de
bloembollenteelt geopend zal worden.
Aanmeldingen moeten vóór of uiterlyk op
15 September as. worden ingezonden bü den
Rykstuinbouwconsulent te Lisse, den heer ir.
K. Volkersz.
Door de Arrondissements-Rechtbank te
Haarlem zün in staat van faillissement ver
klaard:
Wouter Hinlopen, automobielhandelaar,
wonende te Aerdenhout gem. Bloemendaal,
Zandvoortschelaan 46. Cur. mr. W. G. J.
Veenhoven, wonende te Haarlem.
J. Verzylberg, schilder, wonende te Haar
lem, Semarangstraat 12. Cur. mr A. Brucn,
wonende te Haarlem.
Th. H. Bosschert, kleermaker en winkelier,
wonende te IJmuiden-Oost, Trompstraat 151
Cur. mevr. mr. Biewenga Gümink, wonende
te IJmuiden.
L. Schrama, los werkman, wonende te
Haarlem, Harmenjansstraat 1. Cur. mevr. mr
G. Biewenga Gümink, wonende te IJmuiden.
Opgeheven werden de faillissementen we
gens gebrek aan actief van:
P. A. van Wük, wonende te Haarlem. Cur
mr. L. G. van Dam, wonende te Haarlem.
J. Timmerman, wonende te Heemstede.
Cur. mr. G. W. C. Pliester, wonende te
Haarlem.
Roelof Bone, wonende te Zaandam. Cur.
mr. J. H. van Gelderen, wonende te Haar
lem.
Gerrit Bone, wonende te Zaandam. Cur.
mr. J. H. van Gelderen, wonende te Haar
lem.
Geëindigd zün de faillissementen door het
e:bindend worden der uitdeelingsiyst van:
H. van Velzen, wonende te Beverwijk. Cur.
ir. A. W. Hellema, wonende te IJmuiden.
F^Selhorst, wonende te Hillegom. Cur. mr.
J. Gerritsen, wonende te Haarlem.
J. Battum, wonende te IJmuiden. Cur. mr.
v. d. Flier, wonende te IJmuiden.
Ernstige aanrijding op de
Amsterdamschevaart
Jongen door de tram meegesleurd
Tramverkeer een half uur vertraging
Gisteravond omstreeks half 8 heeft op de
Amsterdamschevaart een ernstige aanry'ding
plaats gehad tusschen een tram-trein,
gaande in de richting Halfweg en den 14-
jarigen wielrijder A. H„ die in dezelfde rich
ting reed.
De aanryding ontstond doordat de jongen
achter zich keek en zoodoende de naderende
tram niet bemerkte. De bestuurder van de
tram gaf uit alle macht signaal. Toen de
jongen de tram bemerkte, stak hy plotseling
den weg naar rechts over, met het gevolg dat
hü door den vóórkant der tram werd ge
grepen. De jongen werd één Meter meege
sleurd en raakte daarna onder den baan-
schuiver bekneld.
De tram moest worden opgevijzeld.
Het slachtoffer is naar de politiepost ge
bracht en daar door een lid van den O. D.
behandeld. Hierna is hy per ziekenauto naar
de Mariastichting vervoerd en aldaar ter
observatie opgenomen.
Vermoedelijk is het linkeronderbeen van
den jongen gebroken .verder had hij een
schaafwond aan de knie en een wond aan
het hoofd.
Het tramverkeer ondervond een half uur
vertraging.
Bü informatie hedenmorgen vernamen wü,
dat de jongen een goeden nacht heeft ge
had, doch dat de koorts nog hoog is.
Het verdere zal moeten worden afgewacht.
,SneIverband'
Laatste verantwoording der binnengekomen
bijdragen
Beide tochten zullen met de P. v. d. Hoog
inplaats van de Piet Cronjé ondernomen
wórden.
Inzameling heer B12.
mej. S. en heer M18.30
heer R3.50
mej. B19.20
Driehoeksmeisjes 17.
heer B. en mej. v. B... 25.
mej. H27.45
mej. v. d. P17.25
mej. de B11.
heer E. v. d. W5.25
heer B. de V6.10
Bü'drage mevr. W2.50
Inzameling Personeel Remise L.
Vaart 8.30
Inzameling Openbaar Slachthuis.100.
Vertrek der boot P. v. d. Hoog, Donderdag
morgen 8 uur van de Friesche Varkens-
markt. Terugkomst 's avonds ongeveer 6 uur
op dezelfde plaats.
Het programma der orgelbespeling in de
Groote of St. Bavokerk, op Donderdag 9 Juli,
des namiddags van 34 uur door den heer
George Robert, bevat:
1. Praeludium et Fuga Es gr. t., J. S. Bach.
2. „Mein Jesu, der Du mich", Joh. Brahms.
3. Tweede Sonate, F. Mendelsohn Bartholdy.
Grave.
Adagio.
Allegro maestoso e vivace.
Fuga.
4a. Cantilène, A. Mailly.
b. Méditation, A. Mailly.
5. Eerste ged. v. d. 1ste Sonate,
A. Guilmant
Door een commissie, ingesteld door het
Ned. Instituut voor Volkshuisvesting en Ste-
debouw en de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten is een rapport uitgebracht over
de vraag, welke maatregelen te bevorderen
zouden zyn tot het treffen van een goede
administratieve regeling ten aanzien van de
Wieringermeer.
De coijimissie was samengesteld als volgt:
prof. mr. G. A. van Poelje, chef afd. Onder-
wys ter gemeente-secretarie van 's-Graven-
hage, hoogleeraar aan de Ned. Handelshooge-
school, voorzitter; H. de Bordes, burgemees
ter van Bussum; prof. mr. dr. J. H. P. M.
van der Grinten, hoogleeraar aan de R. K.
Universiteit te Nymegen; prof. dr. F. J. A
Huart, hoogleeraar aan de Gem. Universi
teit te Amsterdam; Mr. A. Koelma,. secreta
ris der gemeente Alkmaar en J. J. Talsma,
burgemeester en secretaris van Kamerik en
Zegveld, leden en C. van den Berg, adj. di
recteur der Vereeniging van Ned. Gemeen
ten, secretaris.
De commissie is tot de conclusie gekomen,
dat zoo spoedig mogelijk een gemeente moet
worden gesticht, die het geheele gebied van
de Wieringermeer omvat. Zü erkent echter,
dat tot deze stichting nog niet terstond kan
worden overgegaan en dat gedurende een
aantal jaren een overgangsregeling zal moe
ten gelden. Gedurende deze overgangspe
riode wenscht zy het gebied van de Wierin
germeer ingedeeld te laten by de 5 randge
meenten, waarby dit gebied thans ingedeeld
is, n.l. de gemeenten Anna Paulowna, Wie-
ringen, Barsingerhora, Winkel en Medem-
blik. Door deze randgemeenten wenscht zy
echter slechts een klein deel der gemeen te-
ïyke belangen binnen t gebied van de Wie
ringermeer te laten behartigen, zy wil aan
die gemeenten geen andere functie opdragen
dan het zün van de wettelyke woonplaatsen
van de nieuwe Wieringermeer-bevolking met
alle consequenties die daaruit voort
vloeien ten aanzien van bevolkingsboekhou
ding, burgerlijken stand, kiesrecht, dienst
plicht e.d. zaken. De behartiging van alle
andere gemeentelijke belangen wenscht zij
gedurende de overgangsperiode op te dragen
aan een daarvoor te stichten afzonderiyk
lichaam, genaamd ,,de Wieringermeer",
waaraan zy overeenkomstig art 194 der
Grondwet verordenende bevoegdheid wenscht
toe te kennen.
De commissie heeft haar denkbeelden na
der uitgewerkt in een ontwerp van wet met
daarby behoorende toelichting.
Hieronder vinden onze lezers een for
mulier afgedrukt, waarop zij, door het te
onderteekenen en bij ons dagblad in te
zenden, hun wensch tot Internationale
Ontwapening aan de a.s. Ontwapenings
conferentie zullen kenbaar maken.
Alle Nederlanders boven de 18 jaar
worden uitgenoodigd aan dit petition
nement deel te nemen. Het is, gelyk ge
meld, georganiseerd door de Nederland
sche Dagbladpers. Dagbladen van alle
politieke richtingen en neutrale dag
bladen nemen er alle aan deel.
Wij noodigen al onze lezers uit, dit
petitionnement met hun handteekenin-
gen te bekrachtigen. Aller steun, aller
hulp wordt vereischt om dit te maken
tot een grootsche en waardige demon
stratie van het Nederlandsche Volk.
Onze lezers buiten de stad kunnen het
formulier bezorgen bij onze plaatselijke
agenten, welke heeren bij dezen vriende
lijk worden verzocht, de onderteekende
formulieren uiterlijk 21 Juli aan ons
bureau te bezorgen.
Het onderteekenen van dit petition
nement sluit geenszins uit dat men an
dere petitionnementen van internatio
nale groepen, partijen, beroepsorganisa
ties onderteekent, waartoe men krach
tens zijn geestesovertuiging behoort en
die als zoodanig wenschen op te treden.
Overeenstemming omtrent de aan te
bieden formule en de te volgen ge
dragslijn voor dit petitionnement werd
verkregen door een door de algemeene
vergadering van de Vereeniging de Ne
derlandsche Dagbladpers benoemde
commissie, bestaande uit de heeren Ro
bert Peereboom, Directeur-Hoofdredac
teur van Haarlem's Dagblad (voorzitter),
H. Nijgh, Directeur van de Nieuwe
Rotterdamsche Courant, S. S. Smeding,
Directeur van de Middelburgsche Cou
rant, Mr. F. Teulings, Directeur van het
Huisgezin en G. C. de Vlugt, Directeur
van De Standaard, welke commissie
voorts in overleg trad en overeenstem
ming bereikte met de Directie van de
N.V. De Arbeiderspers, uitgeefster van
Het Volk en De Voorwaarts.
van het Nederlandsche Volk aan de Ontwapenings
conferentie in Februari 1932 te Ceneve te houden.
Georganiseerd door de Nederlandsche Dagbladpers.