Altijd DE ENCYCLIEK OVER DEN STRIJD TEGEN DE KATHOLIEKE ACTIE PETITIONNEMENT VOOR INTERNATIONALE ONTWAPENING een mooie en zachie huid PETITIONNEMENT VOOR INTERNATIONALE ONTWAPENING TWEEDE BLAD WOENSDAG 8 JULI 1931 BLADZIJDE i GEEN POLITIEKE, DOCH EEN ZEDELIJKE EN GODSDIENSTIGE STRIJD De Italiaansche boodschap strijdig met de waarheid Dwang maatregelen tegen plaatselijke kerkelijke overheden De Katholieke Actie voert geen partijpolitiek STADSNIEUWS Zilveren jubileum Middelbare Meisjesschool ,,'t Kopje" Feestelijke bijeenkomst De molen van den Wijkerbroefcpolder Faillissementen Orgelbespeling Na de droogmaking van de Wieringermeer Een gemeente voor heel den polder gewenscht Ik verzoek Uwe Conferentie met den meesten aandrang, in naam der menschelijkheid, die maatregelen te nemen, die tot ontwapening der naties zullen leiden. Naam: Adres: Naam: Adres: Naam Adres: Naam: Adres: Reeds maakten wij melding van de nieuwe Encycliek van Paus Pius XI over de Katho lieke Actie en de daarmede verband hou dende gebeurtenissen te Rome. Tot juist be grip der zaak laten wij ten aanzien van de essentieele punten van de Encycliek hieron der uitvoerige uittreksels volgen uit dit Pauselijke document. Na dank te hebben gebracht aan al de genen, die Z. H. trouw en aanhankelijkheid betuigd hebben m deze moeilijke dagen, zegt de Paus over den strijd tegen de katholieke vereenigingen: Reeds meermalen, Beminde Broeders, heb ben Wij zoo uitvoerig mogelijk en met de aanvaarding der volle verantwoordelijkheid voor wat Wij zeiden, Ons uitgesproken en geprotesteerd tegen de campagne van val- sche en onbillijke beschuldigingen welke de ontbinding der Universitaire en Jeugd-ver- eenigingen der Katholieke Actie voorafging. Deze ontbinding werd doorgevoerd met da den en maatregelen welke den indruk wek ten dat men optrad tegen een uitgebreide en gevaarlijke bende van misdadigers: niet temin ging het om een jeugd en jongeling schap, die de beste onder de goede was en van wie Wij verheugd en vaderlijk trotsch zijn nog eens deze getuigenis te kunnen af leggen. Men zou zoo zeggen, dat zelfs de uitvoerders dezer maatregelen lang niet allemaal, maar toch velen ook dezen in druk hadden, want bij het volbrengen van hun taak gebruikten zij uitdrukkingen en hoffelijkheden, waarmee zij om verontschul diging schenen te vragen en om vergeving voor wat zij gedwongen waren te doen; Wij hebben daarmee rekening gehouden en hun Onze bizondere zegeningen voorbehouden. Maar, als om een smartelijk evenwicht te herstellen, wat al hardheden en geweld tot mishandeling en bloed toe, wat al oneerbie digheden van pers, woord en daden, tegen dingen en personen, de Onze niet buiten gesloten, gingen vooraf, vergezelden en volg den op de uitvoering van dien onverwachten politie-maatregel, welke vrij dikwijls door onwetendheid of kwaadwilligen ijver werd toegepast op vereenigingen en genootschap pen die door de orders van hooger hand niet eens getroffen waren, tot op de oratoria der jongens en de vrome congregaties der Doch ters van Maria toe. Dan zegt de H. Vader: Zoo niet alle, dan toch de voornaamste valschheden en vierkante leugens, welke verspreid waren door de vijandige partijpers, de eenige, welke vrij is en dikwijls gecom mandeerd wordt of zoo ongeveer, om alles te durven en om alles te zeggen, werden samengevat in een, zij het ook niet-officieele, wat een zeer voorzichtige maatregel is, boodschap en zoo voorgezet aan het groote publiek met de machtigste middelen van verspreiding welke onze tijd kent. De ge schiedenis der documenten welke niet in den di st maar ter beknotting der waarheid en der rechtvaardigheid geschreven werden, is lang en treurig; maar Wij moeten met de grootste bitterheid vaststellen, dat Wij on danks vele jaren van leven en werken als bibliothecaris, zelden een document aange troffen hebben, d»t zoo tendentieus en strij dig was met de waarheid en de rechtvaar digheid, ten opzichte van den H. Stoel, van de Italiaansche Katholieke Actie en voorai van de vereenigingen welke er zoo zwaar door getroffen worden. Besprekende de meening van den Itali- aanschen Staat, dat het een belachelijk po gen is den H. Stoel voor het slachtoffer te laten doorgaan in een land, waar duizenden reizigers getuigenis kunnen afleggen van de achting welke wordt betoond jegens pries ters, prelaten, Kerk en godsdienstige func ties, zegt de Paus: Ja, Beminde Broeders, helaas zou dit po gen belachelijk zijn als van dengene die een openstaande deur probeert te forceeren; want jammer genoeg hebben de duizenden reizigers die in Italië en Rome nooit ont breken, met eigen oogen de dikwijls lage en heiligschennende oneerbiedigheden, de ge weldplegingen, de vernielingen, de vanda- lismen kunnen aanschouwen welke tegen plaatsen, dingen en personen, in heel het land en zelfs in Onzen Bisschoppelijken Zetel begaan zijn en welke door Ons her haaldelijk na grondige en nauwkeurige in- liohtingen werden betreurd. De boodschap van den Italiaanschen Staat maakt den „zwarten ondank" openbaar der geestelijken die stelling nemen tegen een partij welke zegt men voor heel Italië de waarborg der godsdienstvrijheid is ge weest. De Geestelijkheid, de Bisschoppen en ook de H. Stoel hebben nooit miskend wat er de laatste jaren gedaan is ten voordeele en ten gunste van den Godsdienst, en hebben daarvoor zelfs dikwijls hun levendigen en oprechten dank geuit. Maar èn Wij èn de Bisschoppen èn de Geestelijken èn de goede geloovigen, ja, alle burgers die minnaars zijn van de orde en van den vrede, voelen zich beangst en bezorgd tegenover de al te spoedig begonnen stelselmatige aansla gen op de gezondste en dierbaarste vrijheden van Godsdienst en geweten, zooals daar wa ren de aanslagen op de Katholieke Actie en de van haar afhankelijke vereenigin gen, vooral die voor de jeugd, aanslagen, welke hun hoogtepunt vonden in de po- litie-maatregelen, welke genomen werden en op de reeds genoemde manier: aansla gen en maatregelen, welke er ernstig aan doen twijfelen, of de aanvankelijke wel willende of goedgunstige houding wel uit sluitend voortkwam uit eerlijke liefde en oprechten ijver voor den Godsdienst. Want als men van ondank spreken wil, dan werd en wordt deze alleen betoond jegens den H. Stoel door een party en door een re geering, welke, volgens het oordeel der ge- heele wereld, aan haar vriendschappeiyke betrekkingen met den H. Stoel, in het land en daarbuiten, een vermeerdering van aan zien en vertrouwen dankte, welke aan ver schillenden in Italië en in het buitenland overdreven voorkwamen, zooals men ook de gunstige gezindheid en het vertrouwen van Onzen kant te groot achtte. En verder verklaart de Paus: Wü weten hoe het ging waar Onze be schikkingen niet tijdig meer konden aan- komep, met de tusschenkomst der autori teiten, van regeering en van partij, die reeds stom en werkloos gestaan hadden of spoedig nog staan zouden, by het volbrengen der rechtstreeks anti-katholieke en anti-godsdienstige daden; dit zegt de boodschap niet. Wel zegt zij dat er plaatse- ïyke kerkelijke overheden waren die zich gerechtigd achtten „geen nota te nemen" van Ons verbod. Wü kennen geen enkele plaatselijke Kerkelijke overheid die de aan tijging en de beleedlging verdient welke deze woorden bevatten. Wat Ons daarentegen bekend is en wat Wü levendig betreuren zyn de dwangmaatrege len die men op de plaatseiyke kerkelijke overheden toepaste of liet toepassen en die dikwijls van bedreigingen en geweld verge zeld gingen; Wü zün op de hoogte van schunnige na-aperijen van gewijde gezangen en processies, iets dat men rustig begaan liet tot diepe droefheid en groote ontstelte nis van alle burgers die den vrede en de orde liefhebben en deze beide onverdedigd zagen of erger, juist door hen die tot die verdediging niet alleen den zwaren plicht, maar ook hun levensbelang hebben. De H. Vader weerspreekt dan op duidelüke en uitvoerige wyze de beschuldiging, als zou de Katholieke Actie partijpolitiek voeren. Z. H. verklaart na eerste onderzoekingen nieu we inlichtingen te hebben ingewonnen en zegt dan in zijn document: Voor alles hebben Wij kunnen vaststellen, dat, terwijl de „Partito Popolare" nog be stond en de nieuwe party nog niet was op gericht, krachtens bepalingen, welke in 1919 uitgevaardigd werden, niemand, die een lei dende rol speelde in de „Partito Popolare", geiyktijdig de rol van leider vervullen kon in de Katholieke Actie. Voorts, Beminde Broeaers, is Ons geble ken, dat de gevallen, waarin voormalige plaatseiyke leeken-leiders der „Partito Po polare" later leiders werden van de Katho lieke Actie, zich onder die, welke, zooals wy reeds zeiden, door de vüandige pers genoemd werden, beperken tot vier, Wü zeggen en herhalen: vier, en dat op e-n aantal van 250 diocesane vereenigingen, ~"T) secties van Katholieke mannen en meer dan 5000 clubs, voor de Katholieke mannehjke jeugd. En hieraan moeten Wü nog toevoegen, dat er in de vier gewraakte gevallen sprake is van personen, die nooit tot eenige moeiiykheid aanleiding gaven en deels zelfs zeer vrien- deiyk tegenover party en regeering stonden en van dien kant ook goed gezien waren. Dan vervolgt het Pauseiyk schrijven: De voornaamste reden gaat de Italiaan sche boodschap voort welke kan worden aangevoerd als een rechtvaardiging voor de verwoesting der Katholieke jeugdvereenigin- gen, is de verdediging van den Staat, die meer is dan de eenvoudige plicht van elke regeering. Geen enkele twijfel kan er be staan omtrent de plechtigheid en het levens belang van dezen plicht en dit recht, voe gen Wij daaraan toe, omdat wy meenen en tot eiken prijs met alle rechtvaardigen en ordelievenden doorvoeren willen dat het eer ste recht de vervuiling van zün plicht is. Maar alle ontvangers en lezers der bood schap zouden ongeloovig geglimlacht of zich ten zeerste verbaasd hebben, wanneer de boodschap ook gezegd had dat van de ge troffen jeugdclubs er 10.000 waren, of lie ver: zijn, voor de vrouwelüke jeugd, met een totaal van büna 500.000 jonge vrouwen en meisjes, waarir een ernstig gevaar en een ware bedreiging voor de veiligheid van den Staat nu niet bepaald voor de hand ligt. Daarby verlieze men niet uit het oog, dat slechts 220.000 „effectief" ingeschreven zijn, naast meer dan 100.000 kleine „aspiranten" en meer dan 150.000 nog kleinere „Benja minnetjes". Resten de clubs der Katholieke manneiyke jeugd, die in de jeugduitgaven der party en in de redevoeringen en in de circulaires van zoogenaamde ge/archen, voorgesteld en aan de algemeene uitkrijting en verachting over geleverd wordt met een gevoel van pae- dagogische verantwoordelijkheid, om alleen dit maar te noemen, dat een ieder begrij pen kan als een troep konijnen of niets- nutters, die alleen <;oed zün om kaarsen te dragen en rozenkransen te bidden in de processies, en die misschien daarom den laatsten tijd zoo dikwijls en met een zoo weinig edelen moed aangevallen en tot bloe dens toe mishandeld zün, zonder verdediging gelaten door wie hen beschermen kon en moest zijn, en vreedzaam en hulpeloos over geleverd aan gewapenden en bruten. Wanneer hier de voornaamste reden ligt van de genoemde „verwoesting" een woord dat omtrent de bedoelingen inderdaad weinige twüfels overlaat der Ons zoo dier bare en heldhaftige jeugdvereenigingen van de Katholieke Actie dan ziet Ge, Beminde Broeders, dat Wij Ons zouden kunnen en zouden moeten verheugen, wijl deze reden klaarblijkelijk onaannemelijk en onhoudbaar is. Maar Wij moeten helaas herhalen dat „de leugen zichzelve geloochend heeft" (Psalm 26. 12)en dat „de voornaamste reden" der voorgenomen verwoesting gezocht moet wor den op een heel ander terrein: de strijd, welke op het ocgenblik gestreden wordt, is niet politiek maar zedelijk en godsdienstig: alleen en uitsluitend zedelijk en gods dienstig. Men moet wel allebei zyn oogen sluiten voor deze waameid, en politiek zien of lie ver uitvinden, waar niets is dan Godsdienst en Zeden, om te kunnen besluiten, zooals de boodschap doet, dat er de cnmogeiyke toe stand geschapen was van een krachtige or ganisatie onder het bestuur van een „bui- tenlandsche" macht, het „Vaticaan", iets dat geen enkele regeering van deze wereld zou hebben toegestaan. In massa heeft men in alle zetels der Italiaansche Katholieke Actie alle bescheiden in beslag genomen en men gaat voort want ook dit gebeurt de correspondentie te onderscheppen en in beslag te nemen, waarvan men denkt, dat ze in eenig ver band zou kunnen staan met de getroffen en zelfs met de niet getroffen vereenigingen, zooals de oratoria, Laat men nu eens aan Ons, aan net land, aan de wereld zeggen, welke en hoeveie bewijzen men gevonden heeft van de politiek welke door de Katho lieke Actie met gevaar voor den Staat ge voerd en ontwikkeld werd. Wü durven zeg gen, dat men er geen één zal vinden, al thans wanneer men niet wil lezen en uit leggen met vooroordeelen die onrechtvaardig zijn en in ïynrechte tegenspraak met de fei ten en met de ondubbelzinnigheid van tal- looze bewü'zen en getuigenissen. Wanneer men er zou vinden die echt zijn en waard om in overweging genomen te worden, zou den Wij de eersten zün om zulks te erkennen en om er rekening mee te houden. Maar wie zou büvoorbeeld eenige aanduiding of be treuring der ook vóór de laatste gebeurte nissen reeds hatelijke behandeling, welke de Katholieke Actie al zoo dikwijls en zoo over al ondergaan moest, als politiek en nog wel als staatsgevaarlüke politiek durven beschou wen? Of wie zou willen bouwen cp bevolen of afgeperste verklaringen, zooals Ons ge bleken is dat hier en daar plaats vinden? Integendeel, zal men onder de in beslag genomen bescheiden tallooze bewijzen en getuigenissen vinden van den diepen en standvastigen godsdienstzin en van den godsdienstigen yver van heel de Katholieke Actie zoowel als van de universitaire en jeugdvereenigingen in het bijzonder. Vol doende is het te kunnen lezen en op de juiste waarde te kunnen schatten, zooals Wy Zelf ontelbare malen hebben gedaan, de pro gramma's, verslagen, notulen van congres sen, van weken voor godsdienstonderricht en gebed, van retraites, van toepassing en bevordering eener veelvuldige nadering tot de H.H. Sacramenten, van apologetische voordrachten, van catechistische studie en werkzaamheid, van samenwerking en initia tief voor ware en zuivere naastenliefde in de Conferenties van den H. Vincentius en op andere manieren, van werkzaamheid en samenwerking voor de missie. En ten slotte zegt de Paus: Overtuigd als Wij er van waren Ons steeds op godsdienstig terrein gehouden te. hebben, hadden Wü niet gedacht, dat Wü ook nog eens als een „buitenlandsche mogendheid" beschouwd zouden worc'en, vooral nitt van den kant der Katholieken en der Italiaan sche Katholieken. Het is krachtens het apostolische gezag, hetwelk Ons, ondanks Onze onwaar ligheid, door God werd toevertrouwd, dat alle Ka tholieken der geheele wereld GU weet dat maar al te goed, Beminde Broeders Rome als een tweede vaderland beschouwen voor allen en voor ieder hunner afzonderiyk. De dag is nog niet zoo lang verstreken, waarop een staatsman, die zeker als een der be roemdste zal biyven gelden, een niet-Katho- liek en ook geen vriend van het Katholi cisme, te midden eener politieke samenkomst zeide, dat hij niet iets als een buitenland sche mogendheid beschouwen kon, waaraan twintig millioen Duitschers gehoorzaamden. Om voorts te zeggen, dat geen enkele re- geering ter wereld den toestand zou hebben laten voortbestaan, welke geschapen was door de Katholieke Actie in Italië, moet men wel of niet weten of vergeten, dat in alle staten ter wereld en zelfs in China de Ka tholieke Actie bestaat én leeft en werkt, dik wijls in haar geheel en ook in onderdeelen geiyk aan de Italiaansche Katholieke Actie, maar dikwijls ook met organisatorische vor men en eigenaardigheden van een heel wat meer toegespitst karakter dan in Italië. In geen staat ter wereld is de Katholieke Actie ooit voor staatsgevaariyk aangezien; in geen staat ter wereld is de Katholieke Actie ooit zoo hatelijk vervolgd Wü zien niet in, welk ander woord aan de werkeiykheid en de waarheid der feiten beantwoordt; als in Italië en in Onzen Bisschoppeluken Ro- meinschen zetel; en dit is zeer zeker een on- mogeiyke toestand, maar die werd niet door Ons, maar rechtstreeks tegen Ons geschapen. Dinsdag 7 Juli herdacht de Middelbare Meisjesschool ,,'t Kopje" te Bloemendaal, haar 25-jarig bestaan. Te dezer gelegenheid was een feestdag georganiseerd. 's Middags vond een feestehjke bijeen komst plaats, welke buitengewoon druk be zocht werd. Allereerst werd, door de vele aanwezige leerlingen, het welkomstlied gezongen, waarna mej. Dorhout-Mees allen hartelük welkom heette. Allereerst voerde de directrice der school, mej. H. Barger, het woord. Spreekster sprak haar vreugde er over uit met deze gelegen heid het woord te mogen voeren en achtte het een voorrecht by het begin van dit feest allen te zamen te zien en een hartelük welkom toe te mogen roepen. Spreekster gaf hierna een overzicht van hetgeen in de afgeloopen 25 jaar gebeurd was, maar, aldus spreekster, naast grooten dank komt er ook weemoed in ons hart, wanneer wü denken aan hen, die in deze 25 jaar zyn heengegaan. Vervolgens werden de overleden oprichtsters, leeraren en leerlingen plechtig herdacht. Ten slotte gaf spreekster een kort over zicht van de geschiedenis van de school. In Mei 1906 werd het „Kopje" gehuurd. Het eerste jaar had de school 13 leerlingen, en... een staf van 13 leeraren. Het eerste jaar was dan ook zeer moeiiyk. Echter, het kleine schooltje groeide gestadig aan, zoo zelfs, dat naar een grootere ruimte moest worden uitgezien. Een andere school werd gebouwd en in 1910 betrokken. In 1920 heeft ,,'t Kopje" alle directricen van Meis jesscholen bijeen geroepen; toen werd ge komen tot het ontstaan van een officieel diploma voor middelbare meisjesscholen. Op dit gebied heeft „*t Kopje" pioniers arbeid verricht. Pogingen zijn aangewend, om Rükssubsidie voor de school te ver krijgen. Spreekster dankte alle leeraren en leera- ressen, die korten of langen tijd aan ,,'t Kopje" zün verbonden geweest en juf frouw De Jong, voor de wijze, waarop zy voor de school heeft gezorgd. „Wü mogen voortgaan en blüven reke nen op Gods hulp in ons werk." Hierna werd mededeeling gedaan, dat de heb ondervonden dal het f goed is om een oi twee maal iper week des avonds hel ge een paar minuten met Purol te masseeren, waarna 'ik de gewoonte heb de niet r in de huid gedrongen Purol een zacht doekje al te 'vegen. Deze eenvoudige be- f handeling geelt op den duur 'aan de huid een bijzonder 1 zachte en mooie teint. De molen van den Wükerbroekpolöer nabij Beverwijk zal van zyn wieken worden ont daan, als gevolg van het feit, dat het polder bestuur geen subsidie kon verkrijgen voor restauratie. Minister van Onderwüs een schrijven had gezonden, waarin deze meldde, wegens drukke werkzaamheden tot zün spüt ver hinderd te zün persoonlyk dit jubileum mee te maken. Vervolgens voerde wethouder dr. J. Th. Bornwater het woord. Spr. feliciteerde allen met dit buitengewoon heugelijk feit en hoopte, dat de school mocht blijven groeien en zich ontwikkelen tot heil van het onder wüs. De heer De Visser sprak namens de Com missie van Toezicht op het M. O. eenige har- teiyke woorden. „Wanneer ik het groot aantal aanwezigen hier zie, kom ik tot de overtuiging, dat er nog een groote toe komst voor deze school is." Hierna was het woord aan den heer Tussen, voorzitter der Vereeniging „Bloe- mendaal's Bloei". Spr. was heel dankbaar zün gelukwenschen te mogen aanbieden en gaf een kort overzicht van de geschiedenis der school in verband met „Bloemendaal's Bloei", van 1906 af tot heden. Prof. Casimir sprak namens de school commissie, de heer Brouwer sprak namens de gecommitteerden bü de examens. Als blilk van waardeering bood de laatste een mooie ets aan. Vervolgens sprak mevrouw CohenTer- vaert namens het Kennemer-Lyceum. „Ik beschouw het als een groot voorrecht, aldus spreekster, dat het Kennemer- Lyceum mij heeft opgedragen u onze geluk wenschen aan te bieden. Ik spreek de hoop uit, dat dezelfde bloei van deze afgeloopen jaren mag biyven aanhouden." Een der oud-leerlingen sprak eenige zeer waardeerende woorden en bood de directie een enveloppe aan, om den inhoud daarvan te besteden tot den groei van ,,'t Kopje". Een der leeraressen sprak de hoop uit, dat „Het Kopje" zich in de komende ja ren, zoo mogelijk, nog fierder zal oprichten dan in de afgeloopen periode. Spreekster bood den directrices een stel gordijnen aan als biyk van waardeering. Nog hielden eenige leerlingen korte toe spraken en overhandigden den directrices, respectieveiyk namens de vierde en derde klasse een vüftal schilderyen en een kleed. Laatste spreekster was mevr. De Haan Gratema, oud-directrice der school. Spreek ster hield een zeer geestige toespraak. Mej. H. Barger, de directrice, dankte ten slotte allen voor hun hartelüke woorden en mooie cadeaux. Na afloop van het officieele gedeelte, wer den de feesteiykheden onderling voortgezet. Verliest zijn tooi Omstreeks vyf jaar geleden besloot het be stuur van den Wükerbroekpolder om den wa termolen nabü Beverwyk te electrificeeren. Tegeiykertü'd besloot het polderbestuur ech ter om den prachtigen molen geheel intact te laten. De wieken, zoomede het geheele z. g. „gaande werk" werden dan ook niet verwyderd. Vanzelfsprekend behoefde dit alles onder houd en restauratie, in verband waarmede in den loop der laatste jaren pogingen zün aan gewend om subsidie voor dit doel te ver krijgen. In deze pogingen is het Polderbestuur niet geslaagd met het gevolg, dat een dezer dagen besloten is om den molen van zün tooi te ontdoen. Waarschijniyk zal reeds morgen een aanvang worden gemaakt met het afnemen der wieken. Hiermede verliest de omgeving van Bever wyk haar eenigsten mo'en. Want al biyft de romp bestaan, zonder het „gaande werk" is het een zielloos overbiyfsel. De molen vormde in het landschap van ds Wijkerbroek een buitengewoon schilderachtig décor, al deed de geëlectrificeerde spoorweg, welke in de onmiddeliyke nabyheid ligt, wel eenige afbreuk aan het geheel. Toch biyft het te betreuren, dat met de onttakeling van dezen molen weer een brokje Hollandsche karakteristiek verdwijnt. Tuinbouwvakonderwijs voor de bloementeelt De wd. directeur-generaal van den Land bouw brengt ter kennis van belanghebben den dat bü voldoende deelneming begin No vember 1931 te Lisse een cursus ter oplei ding van tuinbouw-vakonderwüs voor de bloembollenteelt geopend zal worden. Aanmeldingen moeten vóór of uiterlyk op 15 September as. worden ingezonden bü den Rykstuinbouwconsulent te Lisse, den heer ir. K. Volkersz. Door de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem zün in staat van faillissement ver klaard: Wouter Hinlopen, automobielhandelaar, wonende te Aerdenhout gem. Bloemendaal, Zandvoortschelaan 46. Cur. mr. W. G. J. Veenhoven, wonende te Haarlem. J. Verzylberg, schilder, wonende te Haar lem, Semarangstraat 12. Cur. mr A. Brucn, wonende te Haarlem. Th. H. Bosschert, kleermaker en winkelier, wonende te IJmuiden-Oost, Trompstraat 151 Cur. mevr. mr. Biewenga Gümink, wonende te IJmuiden. L. Schrama, los werkman, wonende te Haarlem, Harmenjansstraat 1. Cur. mevr. mr G. Biewenga Gümink, wonende te IJmuiden. Opgeheven werden de faillissementen we gens gebrek aan actief van: P. A. van Wük, wonende te Haarlem. Cur mr. L. G. van Dam, wonende te Haarlem. J. Timmerman, wonende te Heemstede. Cur. mr. G. W. C. Pliester, wonende te Haarlem. Roelof Bone, wonende te Zaandam. Cur. mr. J. H. van Gelderen, wonende te Haar lem. Gerrit Bone, wonende te Zaandam. Cur. mr. J. H. van Gelderen, wonende te Haar lem. Geëindigd zün de faillissementen door het e:bindend worden der uitdeelingsiyst van: H. van Velzen, wonende te Beverwijk. Cur. ir. A. W. Hellema, wonende te IJmuiden. F^Selhorst, wonende te Hillegom. Cur. mr. J. Gerritsen, wonende te Haarlem. J. Battum, wonende te IJmuiden. Cur. mr. v. d. Flier, wonende te IJmuiden. Ernstige aanrijding op de Amsterdamschevaart Jongen door de tram meegesleurd Tramverkeer een half uur vertraging Gisteravond omstreeks half 8 heeft op de Amsterdamschevaart een ernstige aanry'ding plaats gehad tusschen een tram-trein, gaande in de richting Halfweg en den 14- jarigen wielrijder A. H„ die in dezelfde rich ting reed. De aanryding ontstond doordat de jongen achter zich keek en zoodoende de naderende tram niet bemerkte. De bestuurder van de tram gaf uit alle macht signaal. Toen de jongen de tram bemerkte, stak hy plotseling den weg naar rechts over, met het gevolg dat hü door den vóórkant der tram werd ge grepen. De jongen werd één Meter meege sleurd en raakte daarna onder den baan- schuiver bekneld. De tram moest worden opgevijzeld. Het slachtoffer is naar de politiepost ge bracht en daar door een lid van den O. D. behandeld. Hierna is hy per ziekenauto naar de Mariastichting vervoerd en aldaar ter observatie opgenomen. Vermoedelijk is het linkeronderbeen van den jongen gebroken .verder had hij een schaafwond aan de knie en een wond aan het hoofd. Het tramverkeer ondervond een half uur vertraging. Bü informatie hedenmorgen vernamen wü, dat de jongen een goeden nacht heeft ge had, doch dat de koorts nog hoog is. Het verdere zal moeten worden afgewacht. ,SneIverband' Laatste verantwoording der binnengekomen bijdragen Beide tochten zullen met de P. v. d. Hoog inplaats van de Piet Cronjé ondernomen wórden. Inzameling heer B12. mej. S. en heer M18.30 heer R3.50 mej. B19.20 Driehoeksmeisjes 17. heer B. en mej. v. B... 25. mej. H27.45 mej. v. d. P17.25 mej. de B11. heer E. v. d. W5.25 heer B. de V6.10 Bü'drage mevr. W2.50 Inzameling Personeel Remise L. Vaart 8.30 Inzameling Openbaar Slachthuis.100. Vertrek der boot P. v. d. Hoog, Donderdag morgen 8 uur van de Friesche Varkens- markt. Terugkomst 's avonds ongeveer 6 uur op dezelfde plaats. Het programma der orgelbespeling in de Groote of St. Bavokerk, op Donderdag 9 Juli, des namiddags van 34 uur door den heer George Robert, bevat: 1. Praeludium et Fuga Es gr. t., J. S. Bach. 2. „Mein Jesu, der Du mich", Joh. Brahms. 3. Tweede Sonate, F. Mendelsohn Bartholdy. Grave. Adagio. Allegro maestoso e vivace. Fuga. 4a. Cantilène, A. Mailly. b. Méditation, A. Mailly. 5. Eerste ged. v. d. 1ste Sonate, A. Guilmant Door een commissie, ingesteld door het Ned. Instituut voor Volkshuisvesting en Ste- debouw en de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten is een rapport uitgebracht over de vraag, welke maatregelen te bevorderen zouden zyn tot het treffen van een goede administratieve regeling ten aanzien van de Wieringermeer. De coijimissie was samengesteld als volgt: prof. mr. G. A. van Poelje, chef afd. Onder- wys ter gemeente-secretarie van 's-Graven- hage, hoogleeraar aan de Ned. Handelshooge- school, voorzitter; H. de Bordes, burgemees ter van Bussum; prof. mr. dr. J. H. P. M. van der Grinten, hoogleeraar aan de R. K. Universiteit te Nymegen; prof. dr. F. J. A Huart, hoogleeraar aan de Gem. Universi teit te Amsterdam; Mr. A. Koelma,. secreta ris der gemeente Alkmaar en J. J. Talsma, burgemeester en secretaris van Kamerik en Zegveld, leden en C. van den Berg, adj. di recteur der Vereeniging van Ned. Gemeen ten, secretaris. De commissie is tot de conclusie gekomen, dat zoo spoedig mogelijk een gemeente moet worden gesticht, die het geheele gebied van de Wieringermeer omvat. Zü erkent echter, dat tot deze stichting nog niet terstond kan worden overgegaan en dat gedurende een aantal jaren een overgangsregeling zal moe ten gelden. Gedurende deze overgangspe riode wenscht zy het gebied van de Wierin germeer ingedeeld te laten by de 5 randge meenten, waarby dit gebied thans ingedeeld is, n.l. de gemeenten Anna Paulowna, Wie- ringen, Barsingerhora, Winkel en Medem- blik. Door deze randgemeenten wenscht zy echter slechts een klein deel der gemeen te- ïyke belangen binnen t gebied van de Wie ringermeer te laten behartigen, zy wil aan die gemeenten geen andere functie opdragen dan het zün van de wettelyke woonplaatsen van de nieuwe Wieringermeer-bevolking met alle consequenties die daaruit voort vloeien ten aanzien van bevolkingsboekhou ding, burgerlijken stand, kiesrecht, dienst plicht e.d. zaken. De behartiging van alle andere gemeentelijke belangen wenscht zij gedurende de overgangsperiode op te dragen aan een daarvoor te stichten afzonderiyk lichaam, genaamd ,,de Wieringermeer", waaraan zy overeenkomstig art 194 der Grondwet verordenende bevoegdheid wenscht toe te kennen. De commissie heeft haar denkbeelden na der uitgewerkt in een ontwerp van wet met daarby behoorende toelichting. Hieronder vinden onze lezers een for mulier afgedrukt, waarop zij, door het te onderteekenen en bij ons dagblad in te zenden, hun wensch tot Internationale Ontwapening aan de a.s. Ontwapenings conferentie zullen kenbaar maken. Alle Nederlanders boven de 18 jaar worden uitgenoodigd aan dit petition nement deel te nemen. Het is, gelyk ge meld, georganiseerd door de Nederland sche Dagbladpers. Dagbladen van alle politieke richtingen en neutrale dag bladen nemen er alle aan deel. Wij noodigen al onze lezers uit, dit petitionnement met hun handteekenin- gen te bekrachtigen. Aller steun, aller hulp wordt vereischt om dit te maken tot een grootsche en waardige demon stratie van het Nederlandsche Volk. Onze lezers buiten de stad kunnen het formulier bezorgen bij onze plaatselijke agenten, welke heeren bij dezen vriende lijk worden verzocht, de onderteekende formulieren uiterlijk 21 Juli aan ons bureau te bezorgen. Het onderteekenen van dit petition nement sluit geenszins uit dat men an dere petitionnementen van internatio nale groepen, partijen, beroepsorganisa ties onderteekent, waartoe men krach tens zijn geestesovertuiging behoort en die als zoodanig wenschen op te treden. Overeenstemming omtrent de aan te bieden formule en de te volgen ge dragslijn voor dit petitionnement werd verkregen door een door de algemeene vergadering van de Vereeniging de Ne derlandsche Dagbladpers benoemde commissie, bestaande uit de heeren Ro bert Peereboom, Directeur-Hoofdredac teur van Haarlem's Dagblad (voorzitter), H. Nijgh, Directeur van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, S. S. Smeding, Directeur van de Middelburgsche Cou rant, Mr. F. Teulings, Directeur van het Huisgezin en G. C. de Vlugt, Directeur van De Standaard, welke commissie voorts in overleg trad en overeenstem ming bereikte met de Directie van de N.V. De Arbeiderspers, uitgeefster van Het Volk en De Voorwaarts. van het Nederlandsche Volk aan de Ontwapenings conferentie in Februari 1932 te Ceneve te houden. Georganiseerd door de Nederlandsche Dagbladpers.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5