Buitenlandsch cX^ieuws FEUILLETON DE KRISIS IN DUITSCHLAND DE SANEERING VAN DUITSCHLAND DE MAN VAN NERGENSHUIZEN De pogingen tot hulpverleening - Verklaring van dr. Lüther Het conflict tusschen Denemarken en Noorwegen Ongeldigheid der Noorsche maatregelen gevraagd Depressie en prijzenpolitielc De Rijksminister van Arbeid, Dr. Stegerwald, over de hervormingen Onrust in Bagdad Gemengde (Buitenlandsche Berichten Bandieten-aanvallen te Kaapstad Moord opgehelderd RADIO-OMROEP KORT NIEUWS In aansluiting op hetgeen wij op pag. 1 melden over de besluiten tot steunverleening aan Duitschland, volgt hieronder nog een en ander, wat daaraan voorafging. Liither te Bazel Direct na zijn aankomst te Bazel begaf Or. Luther, de president van de Duitsche Rijks bank, zich naar de zitting van den Raad van Beheer van de Bank voor Internationale Be talingen, waar hü een overzicht gaf van den toestand in Duitschland. Hij wees op de drin gende noodzakelijkheid van credieten op langen termijn en verklaarde met nadruK, dat een catastrofe, als die waarvoor men zici thans politiek zoowel als economisch ge plaatst zag, vermeden had kunnen worden, -indien men eerder en sneller had ingegrepen. Hij verheelde echter niet, dat er geen minuut tijd te verliezen was, indien men althans nog iets wilde redden. In verband met de be langrijkheid der onderhandelingen werd de geheele rede van Dr. Luther uit het Duitscn Zoowel in het Fransch als in het Engelsch vertaald, waardoor zeer veel tijd verloren ging en men te 18.30 uur de zitting moest onderbreken, zonder dat nog andere punten aan de orde waren gekomen. Reeds een uur later, te half acht, werden de besprekingen voortgezet. Dr. Luther voerde wederom het woord en in den loop der ba- .sprekingen trad een zekere ontspanning in, waardoor een atmosfeer geschapen werd, die 1 eenig uitzicht gaf op de mogelijkheid, tot een resultaat te komen. Te 9 uur werden de be sprekingen wederom tijdelijk onderbroken om „te 10 uur weer te worden voortgezet- Er deden tegen 9 uur geruchten de ronde, die spraken van plannen inzake een nieuwe financieele operatie voor credietverleening aan Duitschland. Deze geruchten zijn echter, op zijn zachtst gezegd, voorbarig, indien zij al inderdaad een kern van juistheid zouden bevatten, wat nog lang niet zeker is. Na afloop van de avondzitting maakte Dr. Luther van de pauze in de besprekingen ge bruik voor het voeren van een lang telefoon gesprek met Berlijn, waar hij de Rijksrege»- ring van den stand van zaken op de hoogte stelde. In het officieele communique, dat na ai- loop van de avondzitting werd uitgegeven wordt gezegd, dat na kennisneming van het maandbericht over de maand Juni een diep- gaande bespreking heeft plaats gehad van 'den toestand in Oostenrijk en Hongarije. Wat betreft de kwestie van het Fransc/ie garantiefonds besloot de Raad van Beheer, dat de Bank voor Internationale Betalingen -• in haar hoedanigheid van trustee en uitslul- tend ten aanzien van zichzelf accoord gaat met het Fransche voorstel, om de bedragen, die volgens de trustee-overeenkomst in geval van een moratorium binnen het kader van het nieuwe plan nog in het garantiefond» gestort moeten worden, door maandelijkscne betalingen aan te vullen, en wel op de wijze, die wordt aangegeven in den brief van den Franschen Minister van Financiën van 9 - Juli 1931 aan den President der Bank voor ^«Internationale Betalingen. •03 Een veriilaring van Dr. Luther aan de pers. Na afloop van de zitting van den Raad van Beheer van de bank voor Internatio nale Betalingen verklaarde Dr. Luther diep bewogen aan de hem omringende journalis ten, dat de zware strijd, waarin Duitschland thans gewikkeld is, niet slechts door eigen schuld is veroorzaakt, maar vooral door in grijpen van buiten af. Zoo lang Duitschland zooveel geld naar het buitenland moet doen afvloeien, zal het steeds minder in de ge legenheid zijn, om in het buitenland grond stoffen en waren te koopen. Zonder een gezonde en rustige ontwikkeling van Mid den-Europa achtte Dr. Luther ook een nor- - male ontwikkeling van het overige deel van de wereld ondenkbaar. Verordening inzake de Danat-Bank r i Voor de Verordening van den Rijkspresi- - dent inzake de Darmstaedter National Bank is reeds de uitvoeringsverordening be- r kend. Zij bevat tien artikelen en brengt slechts nadere uiteenzettingen van de reeds tot in bijzonderheden gaande Verordening. Bij artikel I, dat de afzonderlijke binden de bepalingen bevat, worden deze uitgevoerd. Hierbij komen alle artikelen van eindende kracht voor het bedrijfsleven in aanmerking. Uitgezonderd worden slechts die verbinte nissen waarvoor een vereffening wegens een tegoed bij de Bank mogelijk is, voorts verbin tenissen van persoonlijk aansprakelijke fir manten en tegenover dochterondernemin gen. Verder zijn voorzorgen getroffen, opdat ónder zekere omstandigheden verbintenissen op langen termijn buiten de regeling zullen komen te vallen. De artikelen III en V betreffende de rech ten en verplichtingen der gevolmachtigden en gaan buitengewoon ver. De artikelen 6 tot 8 behandelen een fei- ielijk moratorium voor de Bank tot 31 Juli 1931. Voor handelingen voortvloeiende uit het wissel- en chèquerecht loopen de ter mijnen tot 7 Augustus. Het moratorium wordt ook uitgebreid tot het vermogen der persoonlijk aansprakelijke firmanten. De deskundigenconferentie. In het Lagerhuis heeft de Britsche pre mier MacDonald officieel bevestigd dat uit- noodigingen gezonden zijn aan de regeerin gen van België, Duitschland, Frankrijk, Italië, Japan en de Vereenigde Staten tot bijwoning der deskundigenconferentie welke Vrijdagmorgen a.s. in het ministerie van financiën zal aanvangen. Een definitieve beslissing inzake de mi nisterconferentie is nog niet genomen. Op een vraag of hij verdere mededeelin- gen zou kunnen verstrekken over de ge beurtenissen tijdens het weekend, in het bij zonder ten aanzien der credieten voor Duitschland, antwoordde de Britsche pre mier dat het onmogelijk voor hem is hierop te antwoorden. Op een vraag of de Engelsche regeering Duitschland tracht te overreden tot het opgeven van de Duitsch-Oostenrijksche Tol- unie, ontving de vrager geen antwoord. Herstel van den markenkoers te New York. Een bericht, dat de conferentie te Bazel besloten zou hebben tot de vernieuwing van het crediet van 100 millioen dollar, ver wekte een licht herstel van den marken- koers, die tegen 2 uur Amerikaanschen tijd 22 was. Daarentegen brokkelden de notee ringen der Duitsche leeningen af. De Goud- feening is met een notecring van 62 >4 tien punten lager dan Zaterdag. De stemming te Londen. De stemming aan .de Londensche beurs was onder den indruk der gebeurtenissen in Berlijn gedrukt. De markennoteering werd iets hooger, toen bekend werd dat New York de situatie met meer vertrouwen be ziet. De bladen merken op, dat Dr. Luther veertien dagen geleden de maatregelen had moeten nemen. De „Standard" schrijft dat de sluiting der beurzen in Duitschland terecht en juist is geweest. In Citykringen hoopt men dat de Danat- bank haar zaken weer in orde zal kunnen brengen, nadat de officieele steun is toe gezegd, mits de groote problemen in Duitschland zullen worden opgelost. De toestand bij de Berlijnsche depositobanken. In vergelijking met de eerste angstige gestes der crediteuren der Berlijnsche De positobanken is de toestand in de eerste middaguren tot de sluiting der kassa's kalmer geworden. Een gemeenschappelijk optreden der ban ken heeft nog niet plaats gehad. Evenwel worden in de avonduren desbetreffende be sprekingen verwacht. Individueel zou men reeds algemeen tot reconstructiemaatregelen zijn overge gaan. Washington en do besprekingen te Bazel. In regeeringskringen te Washington ziet men met vertrouwen den afloop der bespre kingen te Bazel tegemoet. Men verwacht dat de Centrale circulatie banken gemeenschappelijk met de Bank voor Internationale Betalingen een plan zullen uitwerken, waarbij de verdere vlucht der Mark zal worden tegengegaan. Opnieuw wordt er de nadruk op gelegd, dat de op lossing van de credietaangclegenheid ter hand moet worden genomen door de finan cieele en technische leiding van de Bank. Een overeenstemming zou ongetwijfeld ge makkelijker te bereiken zijn, indien de Rijksregeering de garantie zou geven, dat de devisenbandel zoo streng mogelijk zal worden gecontroleerd. Aangenomen mag worden, dat tot de her opening der beurzen in Duitschland reke ning zal worden gehouden met dergelijke in het belang van Duitschland zijnde nood zakelijkheden. Bijeenroeping van het Seniorenconvent? De Duitsch-nationale Volkspartij heeft bij den voorzitter van den Rijksdag een voor stel ingediend om het Seniorenconvent van den Rijksdag bijeen te roepen om over den huidigen toestand te beraadslagen. De Dnitsch Nationalen voor bij- eenroepfng Seniorenconvent. Het bestuur van de Duitsch Nationale Rijksdagfractie Is gistermiddag in zitting bijeen geweest. Aangenomen wordt, dat ook de Dultsch-Nationalen in het Senioren convent zuilen aandringen op de bijeenroe ping van den Rijksdag. Ten aanzien van de houding der Sociaal Democraten nopens het resultaat der zitting van het partijbestuur werd officieel niets medegedeeld. Verwacht wordt dat het standpunt der Sociaal Democraten Dinsdag bekend zal worden. Het Partijbestuur der Sociaal Democraten bijeen. Het Partijbestuur van de S.D.A.P. is Maandagmorgen bijeengekomen ten einde den geheelen binnenlandschen economi- schen en politieken toestand te bespreken. De Partijcommissie zou hedenmorgen bijeen komen. Terughoudendheid te Parijs. In Parijs volgt men de ontwikkeling van den toestand in Duitschland met de grootste aandacht. Men ziet den ernst der situatie in, terwijl men bovendien volkomen begrijpt, dat een financieele ineenstorting van Duitschland niet haar uitwerking zal missen op het overige Europa. De reserve, welke zoowel door de officieele instanties als door de openbare meening wordt in acht genomen, wordt hierdoor ver klaard, dat men nog steeds hoopt, dat Duitschland nog zekere politieke concessies zal doen, doch dat aan den anderen kant de Fransche regeering niet in de gelegenheid is krachtige maatregelen te nemen zonder toestemming der Kamer. Voor zoover reeds thans is na te gaan, staat de mogelijkheid nog open, dat Frank rijk deelneemt aan een credietverleening op korten termijn. President Hoover in conferentie met Castle. Gistermorgen confereerde de president der Vereenigde Staten, Hoover, geruimen tijd met onderstaatssecretaris Castle. De attaché s bij het Witte Huis verklaren, dat de toestand in Duitschland de volledige aandacht heeft van den president. Het is evenwel niet in zijn macht eenige actie te ondernemen, afgescheiden van de bepalingen van het moratorium. Aan den anderen kant zal iedere maatregel, die zou kunnen bijdragen tot de oplossing der crisis, den algeheelen moreelenen steun hebben van den president. In verband met het feit, dat de Deensche Regeering de zaak van de occupatie van Oost-Groenland door Noorwegen bij het Permanente Hof van Internationale Justitie aanhangig heeft gemaakt, wordt het volgen de medegedeeld: Den 12en Juli 1931 heeft de Deensche le gatie te Den Haag bij de Griffie van het Permanente Hof van Internationale Justitie een verzoekschrift ingediend, houdende een rechtsvordering van de Deensche regeering tegen de Noorsche regeering terzake van het meeningsverschil, dat bestaat tusschen beide regeeringen ten aanzien van het juri disch Statuut van zekere deelen van Oost- Groenland, Dit verzoekschrift, dat de verklaringen van instemming van Denemarken en Noorwegen aanhaalt ten aanzien van de facultatieve be paling, voorzien in artikel 36, alinea 2 van het Statuut van het Hof, beroept zich op de proclamatie, den lOen Juli gepubliceerd, door de Noorsche regeering, waarbij deze re geering verklaart te zijn overgegaan tot oc cupatie van zekere gedeelten van Oost- Groenland, territoir, dat volgens het ver zoekschrift is onderworpen aan de souverei- niteit van de Deensche Kroon. De Deensche regeering, die verklaring van de occupatie beschouwend als een onrecht vaardige inbreuk en een schending van gel dende verdragen en van het bestaande ju ridische Statuut, verklaart gedwongen te zijn het Hof te verzoeken over te gaan tot een onderzoek en een oplossing van dit conflict. By gevolg verzoekt de Deensche regeering het Hof uit te spreken, dat de bovenbedoelde proclamatie der occupatie, evenals alle maat regelen in verband hiermede door de Noor sche regeering genomen, een inbreuk vormen op het bestaande juridische Statuut en dien- téngevolge onwettig en ongeldig zijn. De Deensche regeering behoudt zich voor aan het Hof een verzoekschrift te richten, indien de omstandigheden dit vereischen ten aanzien van de te nemen maatregelen om haar rechten te handhaven en te bescher men. Eveneens behoudt zij zich voor het Hof te verzoeken zich uit te spreken over den aard van de vergoeding, verschuldigd voor de bovengenoemde inbreuken op het be staande juridische Statuut. Het verzoekschrift, waarover het hier gaat, heeft uitgemaakt, of zal uitmaken het on derwerp van mededeeling, bepaald bij het statuut en het reglement. Maatregelen ter verbetering aanbevolen Het rapport is gepubliceerd van de Engel sche industrieele en financieele commissie- Mac Millan, ingesteld in November 1929 teneinde een onderzoek in te stellen naar de financierings-, crediet- een betalings- politiek der banken en teneinde aanbevelin gen op te stellen waardoor het mogelijk v/ordt, dat met behulp der banken de han del ontwikkeld wordt in gunstigen zin voor het tewerkstellen van werkloozen in de industrie. De commissie is van meening, dat op grond van de opgedane ervaringen gezocht dient te worden naar een middel, waardoor een contróle van het prijzenpeil mogelijk wordt. Dit zou moeten geschieden op een basis van internationale samenwerking. De centrale banken over de geheele wereld zouden een verhooging van prijzen kunnen belemmeren en dienen zoo mogelijk te voorkomen, dat er een stabilisatie van het huidige prijzenpeil zou intreden, wat vol gens de commissie noodlottige gevolgen zou kunnen hebben. De prijzen dienen in een bepaalde verhouding te worden gebracht tot De Duitsche Rijksminister van Arbeid, Dr. Stegerwald, heeft in een verklaring omtrent de saneering van Duitschland de hervor mingen omschreven, die in de economische politiek en de staatsorganisatie van Duitsch land onvermijdelijk zullen zijn. Hi) zegt om.: De Rijksregeering heeft bewezen, dat ze genegen is, uit de fouten van het verleden de noodige gevolgtrekkingen te maken: het zelfde moet echter ook in de particuliere economie worden gedaan. De Duitsche par ticuliere economie heeft met vele milliarden buitenlandsche schuld op korten termijn in haar bedrijven investies ondernomen en be taalt daarmee verder gedeeltelijk van week tot week haar loonen. Dat is een onhoud bare toestand. Hierdoor wordt alle stelsel matige buitenlandsche politiek onmogelijk gemaakt. Een groot gedeelte der schulden op korten termijn moet worden veranderd in zulke op langen termijn. Ook het aan deden- en bankwezen moet dringend wor den herzien. De Duitsche particuliere eco nomie is op de leidende plaatsen veelal nog meer opgeblazen, nog bureaucratischer dan het openbare huishouden. Door landbouw-rechten, subsidies, on economische prijsbindingen, door middel van kartels en prijs-conventies, door het overgroote apparaat voor het beheer, zoo wel in de openbare als in de particuliere economie, is het Duitsche volk tegenwoor dig meer belast, dan door de kosten der wettelijke sociale verzekering, waarvan de helft door de verzekerden zelf wordt opge bracht. Daar, waar de sociale verzekering den familiezin en de arbeidsmoraal bena deelt, wordt overal ingegrepen. In Duitsch land geven de breede massa's ongeveer 70 pCt. hunner inkomsten uit voor levensmid delen, woning en verkeersmiddelen van en naar hun werk. Wanneer de Duitsche prij zen voor levensmiddelen, woning en ver keersmiddelen worden gelijk gemaakt aan die van het Europeesche gemiddelde, dan kan er heel goed aan een verdere vermin dering der loonen worden gedacht. Het is den Duitschen arbeider niet te doen om de hoogte van het nominale loon. Beslissend voor hem is, wat hij voor zijn loon kan koopen. Maar in het Duitsche openbare en particuliere beheer van economie en finan ciën zitten nog heel wat inflatie-bacillen, tegen welke men spoedig met alle macht te velde moet trekken. In Duitschland maakt men er zich veelal nog geen voorstelling van, hoe andere be langrijke landen de dingen zien. Daar is men van meening, dat de wereldprijs voor tarwe de basis moet zijn voor alle overige prijzen en dat alleen op die manier de krisis der wereldeconomie kan worden overwon nen. De wereldprijs voor tarwe staat op het oogenblik op ongeveer 50 percent van den vredesprijs. De verwezenlijking van genoemde these zou gelijk staan met een vermindering der loonen en salarissen met rond twee der den van den tegenwoordigen stand. Daar van kan natuurlijk geen sprake zijn. Even zeker is-het, dat een menigte zeer belang rijke ruwstoffen, die tegenwoordig ver onder de vredesprijzen liggen, deze niet meer zul len bereiken. De Duitsche landbouw zal waarschijnlijk binnen afzienbaren tijd wel in staat zijn, uit eigen grond en bodem het Duitsche volK te voeden; maar wat hij niet meer kan, is: meer dan zestig millioen menschen op Duit schen bodem werk geven. Reeds nu is Duitschland naast Amerika het grootste uit- voerland der wereld. Meer dan 75 percent van het Duitsche volk moet van industrie, ambacht en handel en verkeer leven. Bij zulk een toestand te gelooven, dat Duitsch land door rechten op den landbouw op den duur hoogere prijzen voor den landbouw zou kunnen verzekeren dan de wereldmarkt prijzen, is een illusie. Tijdelijk kan men vel deze of gene voortbrenging van den land bouw door rechten begunstigen, om het ver- anderings-proces mogelijk te maken, maar zonder een fundamenteele omwenteling van den Duitschen landbouw is op den duur geen redding mogelijk. Het zal spoedig blij ken, dat hooge rechten slechts hulpmidde len op korten termijn beteekenen. Ook op het gebied der geld- en kartel economie, evenals bi) de maatschappijen op aandeelen, zijn grondige hervormingen een noodzakelijkheid, die niet kan worden uitge steld. Het komende jaar stelt aan politiek en economie, maar ook aan de zenuwen van het Duitsche volk reusachtige eischen. Van het standpunt van afzonderlijke interessen ten-groepen zijn deze dingen zeker niet te regelen. Ook met staatsgrepen, spektakel en agitatorisch kabaal kan hier niet geholi»n worden. de loonschaal en de geldpolitiek moet er, wanneer een dergelijke juiste verhouding is bereikt, naar streven de prijzen dan zoo stabiel mogelijk te maken. Ten aanzien van de huidige depressie acht de commissie het noodzakelijk, dat de credietverstrekkende staten een grootere bereidheid toonen om geld te leenen en om buitenlandsche producten te koopen. Ten aanzien van het verstrekken van credieten voor binnenlandsche industrieele doeleinden is de comm'ssie van meening, dat de kapitaalbezitters op het oogenblik te weinig vertrouwen hebben, waaraan de commissie tegemoet wil komen door het in stellen van een adviseerend instituut, waar aan de groote industrieelen en de voor naamste financiers deelnemen, waardoor ook de goede betrekkingen tusschen finan ciers en industrie op den duur bevorderd zullen worden. De fabricage van verdoovende middelen De Volkenbondsconventie geteekend. Op de volkenbondsconferentie voor de be perking van de fabricage van verdoovende middelen is de aangenomen conventie door 28 staten onderteekend, terwijl waarschijn lijk nog andere zullen volgen. Tot de staten, die gisteren onderteekend hebben, behoort Nederland. Staking van winkeliers. De staking der winkeliers als protest te gen de nieuwe gemeentebelasting ontwik kelt zich tot een ernstig conflict. Alle win kels, behalve de apotheken, zijn sinds een week gesloten en er is geen teeken, dat wijst op verbetering. De beweegredenen tot de staking schij nen van politieken aard en de actie is ge richt tegen het huidige kabinet. Nu koning Feisal in Europa vertoeft, treedt zijn broeder, cx-koning Ali, als re gent op. Ook uit verschillende andere streken des lands wordt onrust gemeld. Beroovingen aan- de orde van den dag Tegen het vallen van de duisternis begint te Kaapstad tegenwoordig een schrikbewind, uitgeoefend door gemaskerde gewapende roo- vers, die niets ontzien. Er hebben geweldda den plaats gehad, die herinneren aan de ver bazingwekkende en ernstige overvallen ge pleegd door een vertwijfeld met een geweer gewapend roover in 1929. De identiteit van dezen roover werd nooit vastgesteld, doch naar men gelooft, heeft hij zich schuldig ge maakt aan den moord op een taxichauffeur, wiens dood nog steeds een onopgelost raad sel is. Eenige dagen geleden werden automobilis ten aangehouden en beroofd, en sedert dien hebben er hardnekkige roofpartijen plaats. Gisteren zag de politie zich wederom genoopt haar krachten te concentreeren om de bedrij vers van drie overvallen, die Zondagavond en gister snel op elkander volgden, op te spo ren. Een automobilist werd onder bedreiging met een revolver beroofd, ook een caféhou der werd uitgeschud. Een automobilist, die een man met een wit masker midden op den weg zag staan, versnelde zijn vaart en reed den man bijna onderstboven. Roovers zet ten den automobilist daarop achterna, doch hij liet hen verre achter zich. De stiefvader de schuldige. Donderdagavond werd in het Grünewald te Berlijn een 17-jarige kantoorjuffrouw vermoord gevonden. Zij was -gewurgd. Haar stiefvader, met wien zij een wandeling had gedaan, was sedert verdwenen, doch is gis teren door de politie aangehouden en heeft tijdens een langdurig verhoor bekend, dat hij de misdaad heeft gepleegd. „De stervende soldaat opende de oogen toen ik naast hem neerknielde: „Ach, Pater Doyle, pater Doyle," fluisterde hij met moei te en gaf mij daarna te kennen, dat ik mij over hem heen zou buigen, alsof hij mij iets bijzonders had te zeggen. Toen ik mij voor over boog, sloeg hij zijn beide armen om mijn hals en kuste mij. Het was alles, wat hij nog doen kon, om mij te toonen, hoe dankbaar hij was, dat hij niet alleen zou sterven en den troost smaken de laatste H. Sacramenten te ontvangen, voordat hij op ging tot zijn God." (Brieven van Pater Aalmoezenier Doyle S.J.) WOENSDAG 15 JULI 1931 HUIZEN, 298 M. Uitsl. NCRV-programma 8.008.15 Schriftlezing 8.159.45 Gra- mofoonpl. 10.3011.00 Ziekendienst 11.0012.00 Harmoniumspel door M. F. Jur- jaanz. Zang: mej. A. Geest (sopraan) 12.00 Gramofoonpl. 12.302.00 Concert. Mevrouw C. v. RavenswaayMöllenkamp (zang). H. Hermann (viool), H. v. d. Horst Jr. (cello), mevr. R. A. v. d. HorstBleek rode (piano) 2.003.00 Leger des Heils liederen 3.004.00 Concert. Annie Hermes (alt), G. Beths (viool), P. Halseman (piano) 4.304.45 Gramofoonpl. 5.006.00 Kin deruurtje 6.00 Een vroolijk uurtje met de pick-up op stap 6.457.00 J. Th. W. J. Vermolen: „Hoe moeten groote en kleine gezelschappen de Zuiderzeewerken bezoe ken" 7.00 Gramofoonpl. 7.14 H. Ame- link: Causerie 7.30 Causerie door H. H. van Eden: „Wat moet ik doen bij aankoop van een huis" 8.009.00 Concert door het Chr. Radio-orkest, omgewerkt in Harmonie orkest, op den Kerkbrink te Hilversum o. 1. v. P. v. d. Kurk 9.00 ds. L. Oranje: „De liefde als gave en opgave" 9.3010.30 Vervolg concert 10.00 Vaz Dias 10.30 11.30 Gramofoonpl. HILVERSUM, 1875 M. 6.45—7.00 en 7.30 7.45 Gymnastiekles door G. Kleerekoper 8.00 Gramofoonpl. 9.30 Orgelspel door Joh. Jong 11.00 Gramofoonpl. 11.35 Gramofoonpl. 12.00 Politieber. 12.15 Concert VARA-septet o. 1. v. Is. Eyl en Gramofoonpl. 1.45 Zenderverzorging 4.25 Gramofoonpl. 6.30 Concert VARA- Mandoline-Ensemble o. 1. v. Joh. B. Kok 7.30 Politieber. 7.45 Vervolg Mandoline concert 8.10 Concert door het VARA- Strijkorkest o. 1. v. H. de Groot 10.15 Vaz Dias 10.25 Vervolg concert 11.0012.00 Gramofoonplatenconcert. DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgen wijding 11.05 Lezing 12.20 Gramofoon pl. 1.05 Orgelspel door W. S. Vale 1.50 2.50 Orkestconcert 3.50 Concert. Orkest en solisten 5.05 Orgelspel door R. New 5.35 Kinderuurtje 6.20 Verslag van Cric ketmatch 6.35 Berichten 6.55 Verslag van pricketmatch 7.00 Pianospel door Elsa Karen 7.20 Lezing 7.50 Concert. Orkest, R. Newell (bariton) 9.20 Berich ten 9.35 Berichten 9.40 Lezing 9.55 Concert. Orkest, Joan Boulter (piano) 11.2012.20 Dansmuziek. PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05 Gramofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. 1.25 Gramofoonpl. 6.50 Gramofoonpl. 7.20 Gramofoonpl. 9.05 Radio-Tooneel. LANGENBERG, 473 M. 7.25—8.20 Gra mofoonpl. 11.0011.20 Gramofoonpl. 12.20 Gramofoonpl. 1.252.50 Orkestcon cert 5.206.20 Concert 8.2010.20 Mi litair concert. Daarna: Causerie en berich ten. Vervolgens tot 11.20: Concert 11.20 12.20 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1153 M. 12.20—2.20 Orkestconcert 3.505.50 Orkestconcert en voordracht 6.106.40 Gramofoonpl. 8.209.15 Orkestconcert 9.159.35 Radio- Tooneel 9.359.55 Liederen-voordracht 10.0010.50 Uitz. voor de jeugd 11.05 12.50 Dansmuziek. BRUSSEL, 508.5 en 338.2 M. 508.5 M.: 5.20 Gramofoonpl. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Concert. Viool en piano 9.25 Liede- renvoordracht 338.2 M.: 5.20 Dansmuziek 6.20 Cello, solo 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Mandoline-soli 8.50 Gramofoonpl. 9.20 Concert. Orkest en piano. ZEESEN, 1635 M. Ca. 7.00—7.50 Gramo foonpl. 10.5512.20 Berichten 12.20 Gramofoonpl. 1.152.20 Berichten 2.20 3.20 Gramofoonpl. 3.204.20 Lezingen 4.205.20 Concert 5.208.20 Lezingen 8.20 Militair Orkestconcert 9.55 Tziganer- muziek uit Boedapest 10.35 Berichten en daarna tot 12.50 Dansmuziek. Generaal Vicente Gomez heeft den eed afgelegd als president van Venezuela. Gomez, die 72 jaar oud is, had in 1929 het presidentschap neergelegd. „Waar heb je dien hoed gekocht?" „Dat weet ik niet ik had hem ai" .23. Lord Sangatte begroette met behulp van een oudachtige dame met grijs haar, eiken ;gast op zijn beurt, doch toen de huisknecht mijn naam riep, stapte hij uit de rij der gasten en kwam direct naar mij toe. Hü was een man van rijzige gestalte, ongeveer vijf en veertig jaar oud, met een grof, glad geschoren gelaat en harde blauwe oogen. Ik gevoelde onmiddellijk een geweldigen afkeer plegen hem. „Ik ben blij, dat je gekomen bent. North cote," fluisterde hij, terwijl hij mijn hand schudde. „Je hebt immers mijn briefje ont vangen? Ik zou graag even met je willen praten, zocdra ik met deze aanstellerij klaar ben." „Uitstekend," antwoordde ik. „Waar kan ik je vinden?" „O, kom maar in mijn studeerkamer, zei 1 ij haastig, „ik zal tegen elf uur wegslippen en dan kan je me daar vinden." Toen met riem1verheffing: „ik geloof niet, vervolgde hij, dat u mijn tante reeds heeft ontmoet," „laat ik u even voorstellen: tante Susanna, mijnheer Northcote." Het glimlachje van de oude dame, dat mijn oogen ontmoette, kon niet beschreven worden als „in-hartelijk", zelfs niet door een optimist, doch ik voelde het alsof mij een onwaardeerbare gunst werd bewezen. Na hetgeen ik van North- cote wist, voelde ik wel eenige sympathie voor de oude dame. Sangatte bemerkte na tuurlijk, dat zij niet zeer enthousiast over mijn verschijning was, want er flikkerde een boosaardige glans in zijn oogen. Hij zei ech ter niets en ging de balzaal binnen, en ik ver borg bescheiden het genoegen dat mij ver vulde. Op de maat der muziek van een strijkje, dat juist boven het praten en lachen uit klonk, was een zaal vol menschen in kramp achtige bewegingen bezig, wat men met den technischen naam aanduidde als „dansen". Ik stond voor een oogenblik verblind door het licht, de toiletten en diamanten enbleer op den drempel staan. Plotseling bemerkte ik, dat er iemand ach ter mij stond te wachten, om binnen te gaan. Ik deed een stap züwasrts, sloeg mijn oogen op en even plotseling deed mijn hart, de onbehoorlijke en hinderlijke poging, om in mijn keel te schieten.Want daar stond vlak voor mij, met haar hand op den arm van een reeds grijzend heer, die mij zeer bekend voor kwam, iemand anders den Mercia Solano. X. Ik was zoo blij haar te zien, dat het maar weinig scheelde, of ik had mij als een idioot aangesteld. Inderdaad stond ik op het punt naar haar toe te gaan en onze kennismaking te hernieuwen, toen iets in de gelaatsuit drukking van Mercia mij weerhield. Een vale bleekheid had plotseling haar gelaat overto- gen en de hand die op de mouw van haar begeleider rustte, had onmiskenbaar gebeefd. Haar bedroefde oogen rustten een oogenblik in de mijne, met een uitdrukking die ge deeltelijk vrees, gedeeltelijk verlichting ver tolkte; tenminste, zoo scheen het mij toe. Daarna ging zij de zaal in en het vol gende oogenblik hoorde ik iemand mijn naam noemen. Instinctmatig keerde ik mij om en stond vlak voor Lord Lammersfleld, den vriendelijken, ouden, beleefden staats man, die mij den vorigen dag in Park-Lane had staande gehouden. In' zijn avondtoilet en met de decoratie van den Kouseband, maakte hij een bijzonder gedistingeerd fi guur. „Ah, Northcote," zei hij, mij met zijn hand toewuivend. „Ik vroeg mij juist af, Óf jé al gekomen was. Het is gewoonweg een wonder, als men iemand in dezen menschelljken maalstroom kan vinden." Met een buitenge wone inspanning kwam ik weer tot mijzelf, „Ja," zei ik. .Sangatte moest een loud speaker en een bel aanschaffen, ofschoon de laatste niet veel nut zou doen. Lord Lammersfleld lachte cynisch. „De menschelij.ee stem," sprak hij, „is een eigen aardig ding. Alleen gehoord, kan zij zeer aangenaam zijn, maar collectief!" hij haalde zijn schouders op. „Collectief," zei ik, om den volzin af te maken, „doet zij mij aan als het meest onaangename van alle dierlijke geluiden." ,Een uitstekende beschrijving," zei am- mersfield. „Wat zou je er van denken, als Wij naar de rookkamer gingen en de siga retten van Sangatte eens probeerden. Als je tien minuten tijd hebt, zou ik je graag over een paar aangelegenheden willen spre ken." „Zeker, zeker," zei ik; wij keerden de deur van de balzaal den rug toe en ik vergezelde Lammersfield over het trapportaal dat vol menschen was, naar beneden, waar wij een lange galerij doorliepen, waarvan de wan den met familieportretten waren behangen. De rookkamer was aan het uiterste einde en toen wü er binnen kwamen bevonden wij, dat wij de eenige bezoekers waren. Ik was natuurlijk nieuwsgierig, wat die „paar aangelegenheden" zouden zijn, waar over deze minister mij zoo gaarne wenschte te spreken. Het zou zeer goed mogelijk kun nen zijn, dacht ik, dat Northcote aan poli tiek deed en aangezien ik te dien opzichte absoluut onwetend was, besloot ik buitenge woon op mijn hoede te zijn, opdat ik dit niet door een of andere onjuiste aan- 'of opmerking zou verraden. Mijn gemoed werd op dit punt gerustge steld, doch op een geheel onverwachte wijze. Feitelijk verbaasden de inleidings- woorden van Lammersfield mij dan ook méér, dan welke politieke ontboezeming dit met eenige mogelijkheid had kunnen doen. „Het dient nergens toe, Northcote, om mij op te jagen", sprak hü kalm. „Ik heb het geld op 't oogenblik niet disponibel en het is mü absoluut onmogelijk, om het los te ma ken." Indien ik in mijn verrassing niet „Wat geld?" uitstootte, dan was het meer door een gunst van boven, dan door mijn eigen scherpzinnigheid. „Om het kind bij zijn naam te noemen", vervolgde Lammersfield vriendelijk, „ik ben geheel in je handen. Indien je het verkiest mij te dwingen, zal ik verplicht zijn Cran- leigh te verkoopen en mij uit de politiek terug te trekken. Het Britsche publiek kan zün leiders alles vergeven behalve overspel en geldverlies. Het laatste wordt, geloof ik, als het meest onvergeeflüke van de twee be schouwd, Als je mü den dienst zou willen bewüzen, te willen wachten, dan zal ik je betalen, zoodra ik slechts in de gelegenheid ben. Indien echter mijn ongelukkig fortuin nog lang zooveel geweld wordt aangedaan, als in den laatsten tijd, zal er vermoedelük van Cranleigh niets meer overschieten, om je te voldoen." Ik had inmiddels tijd genoeg om den toe stand te overzien. Het was duidelük, dat Northcote geld geleend had aan Lammers field een groote som, dat bleek zonne- '''aar uit zijn woorden en dat de terug betalingstermijn was verstreken. WeJke be doeling Northcote hiermede had gehad, kon ik niet raden, maar ik "jogreep spoedig tot mün voldoening, dat ik hierdoor in staat werd gesteld een grooten dienst te bewüzen aan iemand, die mü vroeg of laat weder- keerig van onberekenbaar nut kon zijn. Er is niets aangenamers dan edelmoedig te zijn met 'n andermans geld en ik besloot van deze omstandigheid zoo goed mogelük ge bruik te maken. „Er is een Indisch spreekwoord, Lord Lammersfield", zei ik, „dat zegt: „Haast be hoort bü den duivel." In het onderhavige geval ben ik het er volkomen mede eens." ,,'t Zou voor mü zeker duivelsch slecht zijn", bekende de staatsman eerlijk. „Mün vüfduizend pond per jaar van mijn minis terschap js alles, waarmede ik moet rond komen Als ik net tot 't volgend jaar kan uithouden, zal het beter gaan. In het voor jaar komt er geld van een verzekering los en de veestapel van Cranleigh belooft volgens myn rentmeester een aanzienlijke som af te werpen, ofschoon dit natuurlük nooit met zekerheid te zeggen is." Ik lachte. Als een gewone liberale kiezer zijn hooggeschatte leider eens zoo had hoo- ren spreken, wat zou zün gelaat een studie geweest zün! „Nu", zei ik, ,,die vooruitzichten zijn mij voldoende, Ik heb wel eenig zwak voor spe- "■"—•te vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 6