Uit den Haarlemsciien
Gemeenteraad
Ij-ggfefcy.
Sïf
v
WESTFRONT 1918
TWEEDE BLAD
DONDERDAG 16 JULI 1931
BLADZIJDE 1
Auto's geslipt te Halfweg
Het motor-ongeluk
te Halfweg
Een felle aanklacht tegen den oorlog
Het is r'et gewoon, dat een stervende
Gemeenteraad in het midden van de
maand Juli een agenda behandelt met
belangrijke punten. Toch had dit giste
renmiddag in den Haarlemschen Raad
plaats. Belangrijk toch mag het besluit
genoemd worden, dat na een discussie
van twee uur genomen werd en waarbij
het geheele terrein van het voormalig
Militair Hospitaal door den Gemeente
raad verkocht werd aan de N.V. Druk
kerij De Spaarnestad.
Met dat groote, ingebouwde terrein,
tusschen Kinderhuisvest en Kinderhuis-
straat, is het een eigenaardige geschie
denis. Wanneer men een gedeelte van
den Raad zou moeten gelooven, dan is
er door den verkoop van dit terrein
gisterenmiddag een misdaad, althans
een ongeoorloofde daad gepleegd. Im
mers, de leiders van den Vrijheidsbond
en van de S. D. A. P., de heeren Loosjes
en Reinalda, om van de communisten
nu nog maar te zwijgen, betoogden met
klem, dat het bezit van een dergelijk
groot terrein in het hartje van de stad,
van onschatbare waarde moest worden
geacht, en dat een gemeente met zoo
groote behoefte aan bouwgrond als de
gemeente Haarlem, er nooit over mocht
denken dergelijken grond te vervreem
den. Daartegenover stond lijnrecht de
meening van den heer Klein Schiphorst,
die heel wat aannemelijker verklaarde:
ik had gedacht, dat er dezen middag
in den Raad een blijde stemming zou
heerschen. Immers, voor de gemeente
Haarlem is dit een vreugdevolle dag.
Acht jaar lang hebben wij aan de Kin
derhuisvest een onmogelijk groot terrein
gehad, waarvan wij niet goed wisten,
wat wij er eigenlijk mee zouden doen.
Nu kunnen wij er van een industrie, op
wier behoud wij prijs stellen, een zeer
goeden prijs voor krijgen; moesten wij
met een dergelijke oplossing dan niet
blij zijn?
Ziedaar twee uitersten waartusschen
de meeningen zich bewogen. Er werden
tegen het voorstel vier principieele be
zwaren ingebracht. Ten eerste dit, dat
door de heeren Loosjes en Reinalda
werd aangevoerd, dat het n.m. onge
oorloofd zou zijn om de stichting van
een gebouw voor den Geneeskundigen
Dienst met een voorstel tot verkoop van
een gemeenteterrein aan elkaar vast te
koppelen. Waar gaat het heen, vroeg
de heer Loosjes, wanneer wij in de toe
komst voor elk nieuw gebouw, dat de
gemeente gaat stichten, tevens een ver
koopobject moeten aanwijzen, waaruit
de bouwkosten worden bestreden? Wij
mogen dan wel, zei de heer Reinalda,
een lijst van gemeente-eigendommen
opmaken, die voor liquidatie in aan
merking komen om met het bouwen van
openbare inrichtingen verder te kunnen
gaan.
Wethouder Slingenberg, die de verde
diging van deze zaak op zich had geno
men en die een zeer goeden middag
had, weerlegde dit argument door er op
te wijzen, dat alles wat ongewoon is
daarom nog niet verkeerd is. Alle Raden
van alle groote gemeenten zouden in de
toekomst wel eens gedwongen kunnen
worden, van vaststaande gewoonten
af te wijken, dreigde de wethou
der. Bovendien, gesteld, dit ware een
novum, dan was er voldoende reden om
ditmaal van een gewoonte af te wijken.
Immers er is een raadsbesluit van 1926,
waarbij de Gemeenteraad van Haarlem
zelf heeft beslist, dat de perceelen op
het terrein van het voormalig Militair
Hospitaal zouden worden gesloopt en
dat op den vrij komenden grond een
gebouw voor den Geneeskundigen Dienst
zou worden gesticht. Burgemeester en
Wethouders handelden dus volkomen in
den geest van den Raad, door deze twee
zaken aan elkaar te koppelen. Wanneer
men nu vraagt wat in dit verband
geschied was of uit de eventueele
koopsom, door de Spaarnestad te be
talen, het nieuwe gebouw van den Ge
neeskundigen Dienst kan worden be
taald, dan moet de wethouder naar hij
zeide, daarop neen antwoorden. Maar
wat er betaald zal worden, zal toch een
zeer belangrijke bijdrage zijn en het is
vooral in dezen tijd niet onlogisch, om
bij de heerschende moeilijke finantieele
omstandigheden, wanneer men groote
uitgaven heeft voor een nieuw gebouw,
tegelijk naar dekking van de bouwkos
ten om te zien.
Het tweede principieele bezwaar was
de waarschijnlijkheid, dat de oude
Magdalenakapel zou worden gesloopt.
De heer Loosjes wees er op, dat dit
bouwwerk er een is uit de middel
eeuwen. De heer Visser vulde dit later
nog aan met de mededeeling, dat de
kapel, die uit de 15e eeuw stamt, een
historische merkwaardigheid is en voor
Haarlem behouden dient te blijven. Het
liefst zou hij zien, dat het bouwwerk
werd gerestaureerd en dat er een ar
chief of museum in werd onderge
bracht.
De heer v. Liemt stelde voor, dat B.
en W. zouden trachten met de Spaarne
stad tot overleg te komen, om ten min
ste het uitwendige van deze kapel te
sparen en de heer Slingenberg beloofde
namens B. en W. ernstig in dezen geest
te zullen handelen.
Het derde principieele bezwaar was
van veel grooter belang en wij noemden
het reeds boven, n.m. de vraag, of in
een aan gemeentegrond arme gemeente
als Haarlem, een groot terrein van pl.m.
4500 M2., in het centrum van de stad
gelegen, aan een particuliere instelling
mag worden verkocht. De heer Loosjes
trachtte op practische gronden aan te
toonen, dat het fout was gezien van de
Spaarnestad om dit terrein te bemach
tigen. Een moderne industrie, zeide hij,
moet niet midden in de stad gaan zit
ten. De groote bezv/aren daarvan heeft
de firma Enschede ondervonden. En het
Gemeentebestuur moet de industrie voor
haar ontwikkeling wijzen naar den rand
der gemeente. De heer Reinalda sprak
namens zijn socialistische fractie na
tuurlijk nog sterker. Principieel achtte
hij allen verkoop van gemeenteterrein
en zeker van een zoo groot terrein, op
een paar minuten afstand van het
stadhuis gelegen, ongeoorloofd. Indien
hij echter een uitzondering zou willen
maken, dan was dit, naar hij zeide, voor
de industrie, die hij gaarne wil helpen en
wier behoud en ontwikkeling hij een
groot voordeel voor de gemeenschap
noemde. Speciaal de Spaarnestad gunde
hij een gedeelte van het terrein, wan
neer deze industrie dit voor haar ver
dere expansie noodig had, omdat deze
drukkerij een der beste industrieën van
ons land en in haar soort zelfs een der
best geoutilleerde van Europa is. Beider
belangen echter, zoowel die van de
Spaarnestad als die der Gemeente zou
den naar zijn meening zijn te vereeni
gen, wanneer n.m. de Kinderhuisstraat
werd onteigend en met een daaraan
grenzende strook grond van het voor
malig Militair Hospitaal aan de Spaar
nestad werd verkocht; de rest zou dan
voor de Gemeente blijven.
Wethouder Slingenberg was in zijn
strijd tegen dit gedeelte van den aanval
al heel gelukkig. Den heer Loosjes
hield hij het liberale beginsel voor:
laat de industrie zelf bepalen waar zij
zich wil vestigen; dat moet niet de ge
meente beslissen. En de wethouder heeft
hier het volle gelijk aan zijn kant. Kijk
maar eens naar Amsterdam, waar in
het hart van de stad, rondom het Ko
ninklijk paleis, alle groote dagblad
ondernemingen liggen, die voor een
vlotte exploitatie op de nabijheid van
spoor, telegraafkantoor etc. zijn aange
wezen. En den heer Reinalda wees de
wethouder terecht door hem toe te voe
gen: gij zegt principieel tegenstander
van verkoop van gemeenteterrein te zijn
en niettemin wilt ge aan de Spaarne
stad een paar duizend M2. verkoopen;
hiermede is uw principieel standpunt
weg. Immers, wanneer gij een belangrijk
stuk grond van het voormalig Militair
Hospitaal overdoet, dan is er tusschen
U en B. en W. alleen maar een verschil
over meer of minder en niet meer over
een principe!
Een laatste argument tegen den ver
koop was de z.g. te lage prijs. De heer
Reinalda zeide, dat, ook al zou de Raad
in meerderheid voor verkoop besluiten,
het toch zeer te laken zou zijn, wanneer
Jubileum Spaarnebank
Gisteren had het 12 -jarig bestaan p aats van de N.V. de Spaarnebank te Beverwijk,
terwijl tevens de directeur, de heer H. A. J. J. van den Bergh, den dag herdenkt, waar
op hij voor 12 jaar bij de Spaarnebank N.V. in dienst trad. Een foto van den
jubilaris m et familie.
„NIETS is zoo belangrijk, als het
oorlogsgevaar van Europa af te wen
den, zoodat ELK streven in deze
richting moet worden beschouwd als
te zijn in het algemeen belang."
(Z. H. Paus Leo XIII.)
een prijs beneden de f 40.werd be
taald. Hier stond de socialistische lei
der al heel zwak. Een kind toch kan
wel begrijpen, dat dit geheel ingebouw
de terrein, met slechts een zeer smal
front aan de Kinderhuisvest, een ge
ringe waarde heeft. Als bouwterrein is
het, naar wij van een deskundige hoor
den, hoogstens f 50.000.waard en
slechts de toevallige omstandigheid dat
het grenst aan een bloeiende onderne
ming als de Spaarnestad, maakt het
voor deze laatste waardevol. Wethouder
Slingenberg achtte het dan ook niet
onvoorzichtig, nu, naar hij zeide, de
prijs tusschen de partijen eenmaal vast
stond, te verklaren, dat een prijs van
f 30.per M2. een zeer goede was. Ver
schillende deskundigen had hij er naar
gevraagd en allen bleven in hun schat
ting ver daar beneden. Onzerzijds mag
hierbij de opmerking worden geplaatst,
dat het een juiste tactiek van een Ge
meentebestuur als dat Van Haarlem
mag Worden geacht, om een industrie,
op wier behoud de gemeente unaniem
prijs stelt, en die door haar werkgele
genheid aan honderden levensonder
houd verschaft, niet heit vel over de
ooren te halen en dat een nog meer
tegemoetkomende houding ruimschoots
te verdedigen ware geweest. Objectief
heeft de gemeente met deze transactie
een zeer goede, een te goede zaak ge
maakt. De eisch van f 40.is dan ook
in het verder debat niet meer naar
boven gekomen: dat was al te gek.
Door verschillende raadsleden als de
heeren Wolzak, v. Liemt en Klein Schip
horst, werd wethouder Slingenberg ge
steund in zijn pogen om een voor Haar
lem belangrijke industrie binnen deze
gemeentegrenzen te houden en haar
niet te dwingen naar elders te verhui
zen. Wij gelooven, dat dit gezonde ge
meentepolitiek is. En de stand der
Haarlemsche gemeentefinantiën toont
hoe langer hoe duidelijker aan, dat in
deze richting noodzakelijk zal moeten
worden verder gegaan, wil onze stad
niet tusschen twee stoelen komen te
zitten; n.m. eenerzijds een halve luxe
stad, die niet kan concurreeren tegen
omliggende forensen-gemeenten als
Bloemendaal en Heemstede; anderzijds
een gemeente waaruit de industrie
vlucht, omdat haar het leven onmoge
lijk wordt gemaakt. In een warm plei
dooi voor het behoud van de industrie
heeft wethouder Slingenberg gisteren
middag opnieuw getoond een uitsteken
de stadsregent te zijn, met wien samen
te werken de aangewezen richting voor
de niet-socialistische partijen zal blij
ken te zijn.
Door de heeren Wolzak en Bijvoet
werden in het concept-besluit nog
eenige redactiewijzigingen voorgesteld,
die voor een buitenstaander van minder
belang kunnen worden geacht. Bij de
replieken dreigde de geheele zaak nog
even mis te loopen, toen de heer Rei
nalda in een schijnbaar sterk betoog
den gemeenteraad bezwoer, om ten
minste tot uitstel van behandeling van
deze zaak te besluiten. Uit de stukken,
zoo zeide de heer Reinalda, was duide
lijk gebleken, dat de Spaarnestad het
geheele terrein van 4600 M2. niet noodig
had, integendeel, met minder dan de
helft zou deze onderneming kunnen
volstaan. Wat er dus gedaan moest
worden was, aan B. en W. opdragen, om
met het bestuur van de Spaarnestad
nogmaals aan één tafel te gaan zitten,
uit te maken hoeveel grond de in-
dustrieele onderneming voor haar ver
dere expansie noodig had en op het
overblijvende, grootste deel een nieuw
gebouw voor den Geneeskundigen dienst
te ontwerpen.
Dit betoog leek sterk, maar zijn zwak
heid school in de slechte situatie van
het terrein. Immers, wanneer de Spaar
nestad de onteigende Kinderhuisstraat
en een daarachtergelegen strook grond
tot zich trekt, en verder een strook
grond langs de Magdalenastraat tot aan
de Kinderhuisvest opeischt, om een uit
gang naar het water te hebben, dan is
het overblijvende stuk zoo geheel om
singeld en van zulk een grilligen omtrek,
dat daarop een gemeentegebouw toch
moeilijk kan worden geplaatst.
De Raad zag dit dan ook in en ver
wierp het voorstel tot uitstel met 11
stemmen vóór en 25 tegen.
Het voorstel van B. en W. om het
gebouw van den Geneeskundigen dienst
aan de Burgemeester Sandbergstraat te
plaatsen, werd daarop aangenomen met
22 tegen 14 stemmen en het andere ge
deelte van het voorstel, dat zooveel op
positie had verwekt, n.m. tot verkoop
van het geheele terrein van het voor
malig Militair Hospitaal aan de Spaar
nestad, werd aangenomen met 20 tegen
16 stemmen.
Daarop heeft de heer Peper weer eens
over uitkeering aan werkloozen geïnter
pelleerd en de heer Oversteegen over
het optreden van de politie bij het ver
wijderen van verkiezingsbiljetten.
In het begin der zitting was nog ge-
debateerd over een voorgenomen wijzi
ging van het reglement van orde.
Belangstellenden verwijzen wij hier
voor naar het verslag.
Ongevallen tengevolge van gladheid
der Boezembrug
Ernstige verkeersstremming
Gisteravond even na 5 uur kwam een mo
torrijder van Haarlem in de richting Half
weg van de Boezembrug te Halfweg afge
reden. Wegens de gladheid der Boezembrug,
een gevolg van den regen, raakte de motor
aan het slippen, waardoor beide berijders
kwamen te vallen De motorrijder klaagde
over pijn in zijn been. De motor werd licht
beschadigd.
Even na dit ongeval wilde zekere v. D.
uit Laren, die met een autochassis voor het
café Cornelissen stond, vertrekken. Hij had
nauwelijks op de chauffeursplaats zitting
genomen of eene luxe auto, komende van
Haarlem, reed pardoes op dit chassis, met
het gevolg, dat v. D. achterover sloeg en on
der zijn eigen waren terecht kwam, terwijl
deze wagen wederom zoo'n duw kreeg, dat
een voor hem staande wagen flink bescha
digd werd.
v. D. kreeg een hoofdwonde en werd op
last van Dr. Kuipers, die de eerste hulp ver
leende. met een anderen auto naar Am
sterdam gebracht
De luxe wagen werd bestuurd door J. d. R.
uit Amsterdam. Volgens diens opgave is de
schuld aan de gladheid van de brug te wij
ten, waardoor zijn remmen niet het ge-
wenschte effect had.
Nauwelijks was het autoslagveld ontruimd
of er kwam een wagen van „Bronbelang",
uit de Haarlemmermeerstraat (hetzelfde
punt waar de zooeven beschreven aanrijding
plaats had) terwijl drie wagens van Haarlem
in de richting Amsterdam reden. De eerste
wagen stopte tijdig, de tweede echter niet
en vloog op nummer 1, terwijl nummer drie
ook niet voldoende op zijn qui vive bleek
en op nummer twee botste.
Een en ander had een ernstige verkeers
stremming tengevolge.
Bij eiken regenachtigen dag is de Boe
zembrug uitermate gevaarlijk voor automo
bilisten, en het is te hopen, dat er door den
Rijkswaterstaat eindelijk eens maatregelen
worden genomen, welke het wegdek der brug
afdoende zullen verbeteren.
Nieuwe directeur H. B. S. B
Dr. J. J. v. dL Hoek benoemd
Gisteren is door den Haarlemschen ge
meenteraad tot directeur van de H. B. S. E
aan het Santpoorterplein benoemd, Dr. J. J.
v. d. Hoek.
Dr. v. d. Hoek werd in 1877 te Pernis gebo
ren. Hij bezocht het gymnasium te Schiedam
en studeerde daarna aan de Leidsche Univer
siteit, waar hij tot Dr. in de Ned. letteren
promoveerde op een historisch proefschrift.
In 1904 werd Dr. v. d. Hoek benoemd tot
leeraar in geschiedenis en staatsinrichting
aan de H. B. S. te Brielle, in 1905 volgde
zijn benoeming tot leeraar aan de H. B. S.
met 5-jarigen cursus te Haarlem.
Ook doceerde Dr. v. d. Hoek eenige jaren
handelsgeschiedenis aan de Hoogere Handels
school.
In 1919, bij oprichting der H. B. S. B met
5-jarigen cursus aan het Prinsenbolwerk
(thans Santpoorterplein) werd Dr. v. d. Hoek
tot leeraar aan deze H. B. S. en tevens tot
plaatsvervangend directeur benoemd. Als zoo
danig bleef hij tot heden aan deze school
verbonden.
Gedurende de langdurige ziekte en na het
overlijden van wijlen Dr. Donk nam Dr. v.
d. Hoek het directoraat waar.
Gedurende de geheele mobilisatie was Dr.
v. d. Hoek als reserve-officier in werkelijken
dienst. In 1928 werd hem op zijn verzoek als
reserve-majoor eervol ontslag verleend.
De berijder overleden
Gisteren meldden wij, dat Dinsdagavond
te ongeveer half 10 de 32-jarige motorbe
stuurder P. H. op den Amsterdamschen
straatweg nabij de Liedebrug met zijn motor
slipte bij het passeeren van twee voor hem
rijdende auto's. Oorzaak van dit ongeluk was
waarschijnlijk een defect aan den motor.
De motorbestuurder sloeg tegen den grond
en kreeg een schedelfractuur en hersen
schudding. Voorts brak hij zijn rechtersleu-
telbeen.
Het slachtoffer werd per zieken-auto naar
de Maria-Stichting overgebracht, waar zijn
toestand steeds verergerde en de man gis
termiddag aan de bekomen verwondingen is
overleden.
De overledene laat een vrouw en twee kin
deren achter.
Jubileum
Heden herdenkt de heer P. J. E. van den
Berg den dag waarop hij voor 40 jaar in
dienst trad a'.s letterzetter bij de firma Joh.
Enschede en Zonen, aan de afd. part. letter-
zetterij
Ter gelegenheid van dit jubileum had zich
een commissie gevormd, bestaande uit de
heeren J V. van Akker en H. Rijkens die den
urbilaris 'oer avto var. zijn woning baalden.
Op zijn afdeeling aangekomen, nam de
heer Rijkens het woord en schetste de loop
baan van den jubilaris; o.m. dat hü als ty
pograaf bij de Zuid-Afrikaansche Republiek
op de Staatsdrukkerij heeft gewerkt, onder
Paul Kruger, en een gedeelte van den krijg
daar heeft medegemaakt.
Hierna werd den heer v. d. Berg namens
zijn collega's oen prachtigen leunstoel aan
geboden, gepaard gaand met een bloemen
hulde.
De jubilaris dankte in korte woorden.
Ook de firma had zich niet onbetuigd ge
laten; van haar kreeg de jubilaris een b.oe-
menmand en werd later op het firma
kantoor door een der patroons toegesproken,
terwijl hem de gebruikelijke enveloppe mee
inhoud werd aangeboden.
Het verdere gedeelte van den dag had de
jubilaris vrijaf.
Oorlog i
Zou er één woord
bestaan, dat in deze
dagen zoo verwenscht
wordt?
Is er één zaak,
waarop in deze dagen
meer gewezen wordt
dan op het petitionne
ment voor Internatio
nale Ontwapening?
Remarque is met
zijn beroemde boek
„lm Westen nichts
neues" gekomen, het
werk is verfilmd ge
worden, duizenden
hebben begrepen, dat
wij ons niet gelukkig
genoeg kunnen achten
buiten den Europee-
schen Oorlog gebleven
te zijn. Er zijn meer
films gekomen, waar
onder die mislukt wa
ren en beter niet had
den kunnen verschij
nen.
Nu zal „Westfront
1918", in het Duitsch
getiteld „Vier von der
Infantrie" in onze stad
in het Rembrandt-Theater gaan draaien.
Het is een brute film van afschrikkende
realiteit.
Wat komt het er op aan, of een regisseur
van naam aan het werk geweest is, wat in
teresseeren ons de hoofdspelers? En is het
niet juist een verdienste, dat men uit eerbied
voor het oorlogsverdriet den romanvorm
heeft laten varen?
„Westfront 1918" is een brok werkelijkheid,
een stevige greep uit de ontzettende oórlogs-
annalen, een film zonder veel inhoud voor
den wekelijkschen bioscoopbezoeker, maar
van groote beteekenis voor den mensch, die
de vredesidee nog niet ten volle beseft.
Natuurlijk worden er weer eenige helden
uit de millioenen soldaten genomen, natuur
lijk heeft de scenario-schrijver personen met
karakter gekozen, maar hij heeft in ieder
geval geen fantastische figuren op het witte
doek willen brengen.
We leven met die vier stoere kerels van de
Duitsche infanterie mee, met den blonden
student, met zijn vele levensidealen, met den
ruwen grooten kerel uit het volk en met de
twee krachtige mannen, die het land beter
hadden kunnen dienen dan in den oorlog.
Het zajn maar tafreelen, die de regisseur
ons laat beleven: een vroolijk intermezzo in
de loopgraven, een aanval van de Franschen,
uiteenspattende granaten, ratelende mitrail
leurs, bulderende kanonnen, een gesis, een
gefluit, een gekerm. Een der mannen gaat
met verlof naar huis en hij is blij, na 18
maanden zijn jonge vrouw weer in zijn
armen te kunnen nemen. En als hij de deur
van zijn woning opent, hoort hij zijn vrouw
lachen; zij amuseert zich met een vriend.
Hij heeft ieeren schieten op het slagveld, hij
geeft er niet meer om een mensch te ver
moorden en met het geladen geweer be
dreigt hij den vriend, die de vlucht neemt.
Dan komt de dramatiek in dit kleine ver
woeste huiselijke kringetje op haar hoogte
punt. De vrouw barst in tranen uit, smeekt
om vergiffenis en schreeuwt wanhopig:
„Maar waarom maken jullie dan niet eens
eindelijk vrede.... Waarom niet? Waarom
niet?"
De gebroken man komt terug aan het front
en hij meldt zich om als vrijwilliger aan de
vóórlinie te gaan. Vier vrijwilligers worden
gevraagd en onze vier soldaten trekken naar
het uiterste front.
Er staat weinig tekst in de film en met een
enkel woord wordt aangekondigd: „Het
groote Fransche offensief". Onmiddellijk
daarna kraakt en dondert het van alle kan
ten, storten loopgraven ineen, vallen de sol-
Een genoeglijk onder -onsje in een loopgraaf, tusschen de
vuuraanvallen.
daten in rijen, is een vuurgloed niet van den
hemel. Even een heftig realisme: één der
vier is gesneuveld en ze vinden slechts terug
een hand, een witte hand in de zwarte
modderDan komt er een climax van
verschrikkingen, het is alsof de wereld ver
gaat, of de jonge levens met duizenden wor
den neergemaaid. En dan weer even een
beeld: een' rustig hoekje buiten de vijande
lijke linie, waar uit ruw hout honderden
kruisen gesneden worden, die worden op
gestapeld en ommiddelliik kunnen dienen.
De regisseur wilde méér van den oorlog
laten zien. Waarom zou hij het ergste ach
terwege laten?
Kunnen de menschen ooit voldoende
doordrongen worden van de ellende van den
oorlog?
De sergeant „van de vier" staat rechtop,
midden op het slachtveld. Hij begint te
schreeuwen, zijn oogen rollen woest in de
oogkasten, het schuim staat hem op z'n
mond: „Jawohl Majestat," gilt hij. „Hoera!
Hoera! Hoeraa
Door stevige handen vastgehouden wordt
hij in de tot hospitaal ingerichte kerk bin
nen gebracht.
Vooral in dit tafereel heeft de regisseur
de felste aanklacht tegen den oorlog laten
hooren.
Hooren vooral, omdat de geluidsfilm hier
de grootste suggestie bracht, ons deed ge
looven, dat we werkelijk in de kerk aanwe
zig waren. De gewonden worden af- en aan
gedragen, het gekreun, het gegil, het ijlen
van de zieken is hartverscheurend, is bijna
niet aan te hooren. Aan de operatietafels
snijden de doktoren zonder mededoogen. Er
wordt een man gebracht en als de chirurg
de operatie gaat verrichten gilt hij: „Ik ben
vader, vader van vier kinderen".
En terwijl de laatste gillen van den krank
zinnige tot ons doordringen, wordt het
donker.
Einde??? staat er op het doek.
God geve het. Dit filmwerk zal ieder
mensch een onuitwischbaren haat tegen den
oorlog inbranden. Als ge het theater ver
laat, zult ge diep onder den Indruk zijn.
Dan zal ook het petitionnement U voor de
oogen komen. Teekent, teekent dan! Ter-
wille van den vrede.
v. W.
Noot. Het behoeft waarschijnlijk geen be
toog, dat de film niet geschikt is voor kin
deren.
Een der versehikkelijkste scenes uit de film. De kerk tot hospitaal ingericht.
Suppl. begrooting voor het P. E. N.
Onderzoek in de Statencommissie
Bij de behandeling der Eerste suppletoire
begrooting van het P. E. N. vestigde een der
leden van Prov. Staten van Noord-Holland
de aandacht op het bedrag van 500.000.
uitgetrokken voor onvoorziene uitgaven.
Hoewel hij erkende, dat een bedrijf van de
grootte van het P. E. N. ook in financieel
opzicht ruimen armslag noodig had. vreesde
hü niettemin, dat een zoo aanzienlijk bedrag
de gelegenheid zou openen verschillende
uitgaven te ondernemen zonder dat de
Staten daarin gekend behoefden te worden,
hetgeen kwalijk strookte met hun bud
getrecht.
Een der andere leden had in het alge
meen tegen een ruimen post voor onvoor
zien geen bezwaar, doch was van oordeel,
dat er bezwaar tegen kon bestaan uit dezen
post te putten voor belangrijke grondaan-
koopen, waarvan de aankoop in het Kin-
heimpark een voorbeeld was. Door derge-
pen op de stichting van een administratie
lijken aankoop mocht men niet vooruitloo-
gebouw zonder dat de Staten erin gekend
waren.
Een ander lid wilde echter ook dit voorbe
houd niet maken en sprak als zijne meening
uit, dat het voeren van een groot en sterk
groeiend bedrijf als het P. E. Nniet lang
vooraf en over eene lange periode aan een
begrootingscijfer kon worden gebonder
tenzij daarnaast voor onvoorziene omstan
digheden en nieuw opgekomen behoeften,
ook in de begrooting gelegenheid werd ge
boden.
Het demissionaire lid van Gedeputeerde
Staten stelde zich op hetzelfde standpunt.
Een groote mate van bewegingsvrijheid was
noodig voor eens goede bedrijfsvoering, die,
na machtiging van het beheerend College,
over de noodzakelijke credieten moest kun
nen beschikken. Uiteraard moest daarbij
misbruik buitengesloten zijn, maar daarvoor
waakten dan ook Gedeputeerde Staten,
daarin bijgestaan door de adviezen van den
door de Staten gekozen Raad van Toezicht.
Wat grondaankoop betreft, diende men
te bedenken, dat ruchtbaarheid van het
voornemen tot aankoop als regel eene op
drijving der prijzen inluidde, zoodat hier
omzichtigheid geboden was om niet in
fmancleele schade voor de Provincie te ver
vallen In het genoemde geval-Kinheimpark
had de Provincie daardoor, zonder vooruit
te loopen op het bouwen van een admini
stratiegebouw, tegen redelijken prijs den be-
noodigden grond ter beschikking gekre
gen, met eene vrije keuze tusschen twee ter
reinen; zij kon de beste oplossing overwe
gen en kon ieder oogenblik, zonder te ver
wachten verlies, zich ontdoen van wat na
rijp beraad niet noodig zou blijken.
Hoewel het eerstgenoemde lid zijn be
zwaar tegen de grootte van den post on
voorzien meende te moeten handhaven,
waarbij zich een ander lid aansloot, was de
groote meerderheid voor ongewijzigde aan
vaarding der voordracht.
Kind verdronken
In een onbewaakt oogenblik geraakte
gistermiddag te Vijfhuizen het ongeveer
tweejarig zoontje van den hee; G. v. d. B.,
wonende aan den Vijfhuizerweg. in de sloor.
Het kind moet slechts zeer kort in het water
gelegen hebben voor het gevonden wevd.
Alhoewel kunstmatige ademhaling direct
werd toegepast en doktershu'p spoedig aan-
wezig was, mocht het niet gelukken de le-
1 vensgeesten op te wekken.