Buitenlandsch odCieuws FEUILLETON DE TOESTAND IN DUITSCHLAND DE MAN VAN NERGENSHUIZEN DERDE BLAD ZATERDAG 18 JULI 1931 BLADZIJDE 1 Het Parijsche Chequers' Het leeningsvoorstel van Frankrijk ongunstig beoordeeld HEEREN-BAA1 Relletjes in België De onrust in Spanje Gemengde Buitenlandsche (Berichten De bom in de St. Pieterskerk De aardbeving in Ecuador Hitte op den Balkan KOPT NIEUWS GEMENGD NIEUWS Het programma voor de Parijsche conferentie Gisteravond om 20 uur is het programma bekend gemaakt voor de a.s. Parijsche con ferentie. Minister-president Laval heeft den Duit- schen gezant Von Hoesch in den loop van den middag ontvangen, waarbij gesproken werd over de aankomst der Duitsche mi nisters te Parijs. Rijkskanselier Brüning en Curtius zullen aan het Gare du Nord worden opgewacht door Laval, Briand en den onder staatssecretaris Francois Poncet. Hedenmid dag zal Brüning Laval een persoonlijk be zoek brengen, dat Laval in aansluiting daar op zal beantwoorden. Desgelijks zullen be zoeken gewisseld worden tusschen Cürtius en Francois Poncet. Om 16 u. 30 zullen de besprekingen beginnen in 't gebouw van 't minister-presidium (mi nisterie van binnenlandsche zaken) waaraan de Duitsche en de Fransche ministers zullen deelnemen. De algemeene beraadslagingen, waaraan ook Stimson en Henderson, bene vens Grandi zullen deelnemen, zullen Zon dagmorgen worden gehouden, waarna de premier, Laval, een dejeuner zal aanbieden ter eere van de Duitsche gasten. De Duitsche ministère naar Parijs vertrokken. Rijkskanselier Bruening, Rijksminister van Buitenlandsche Zaken Curtius en de overige heeren van de Duitsche delegatie zijn gis teravond om 21 uur 59 met den Nord ex press van het station Friedrichsstrasse naar Parijs vertrokken. Aan het station werden zij onder anderen Uitgeleide gedaan door de Engelsche en de Fransche gezanten. Een verklaring van Bruening' voor zijn vertrek Rijkskanselier dr. Bruening heeft, naar de „Germania" meldt, voor zijn vertrek naar Parijs de volgende verklaring aan een persvertegenwoordiger gegeven Nadat de Rijksregeering de noodige maat regelen had genomen om de gevaren af te wenden, die het Duitsche volk na de zware schokken op het gebied van geld- en credietwezen bedreigden, is mij thans de mogelijkheid gegeven om den door mij in mijn radiorede uitgesproken wensch naar een persoonlijke gedachtenwisseling met de Fransche staatslieden te verwerkelijken. De minister van buitenlandsche zaken en ik vertrekken naar Parijs met den besten Wil om een open wederzijdsche gedachten- wisseling te voeren, welker resultaat, naar ik hoop, den weg zal vrij maken voor een vertrouwensvolle samenwerking. Het a.s. onderhoud kan des te vruchtbaarder zijn, daar wij tegelijkertijd de gelegenheid hebben ook den Engelschen minister van buiten landsche zaken en den Amerikaanschen staatssecretaris te ontmoeten. Van Parijs zullen wij, op uitnoodiging van de Engel sche regeering, naar Londen dorreizen, ten einde de aangevangen gedachtenwisselingen daar voort te zetten. Ik, hoop, dat deze persoonlijke voelingneming zal bijdragen tot opheldering van den toestand en een zichtbaar bewijs zal geven van internatio nale solidariteit. „Geen formeele onderhandelingen" Onder den kop „Geen formeele onderhan delingen" legt de „Germania" er den nadruk op, dat in verband met de voorgenomen vertrouwensvolle gedachtenwisseling te Parijs, eelijk te Chequers, ook problemen zullen worden aangeroerd, die later te Lon den op de aldaar te houden conferentie voorwerp van besprekingen zullen vormen Van een van te voren oplossen der te be spreken zaken is echter geen sprake. Op een andere plaats merkt de „Germa nia" nog op, dat de Rijkskanselier zich van het feit bewust is, dat er voor zijn Parij sche onderhandelingen grenzen zijn, die geen enkele Duitsche regeering zou kunnen overschrijden. De Parijsche besprekingen zullen ook dan fiog een historische reden van bestaan heb ben, wanneer zij eindigen met als het ware een protocolair vastgelegde verklaring. De Parijsche besprekingen. Het bericht, volgens hetwelk MacDonald naar Parijs zou gaan, wordt van officieele Zijde met nadruk tegengesproken. Het communiqué deelt verder mede, dat de voorbereidingen voor de minister-confe rentie te Londen in verband met den finan- eieelen toestand in Duitschland verder ge voerd worden. Alle uitgenoodigde landen hebben de Engelsche uitnoodiging toestem mend beantwoord, slechts van Frankrijk is tot dusverre nog geen antwoord binnenge komen. De 100 millioen pond sterling lee ning aan Duitschland. Het Departement van Staat te Washing ton deelt mede, dat het Fransche voorstel een leening ten bedrage van 100 millioen pond sterling door de voornaamste mogend heden aan Duitschland te verstrekken voor de Vereenigde Staten onaannemelijk is. De onderstaatssecretaris van Buitenland sche Zaken, Castle, verklaart dat de Ame- rikaansche bankiers een eigen plan zullen opstellen. Hoover tegen de Fransche eischen Volgens berichten in de ochtendbladen heeft de Amerikaansche onderstaatssecre taris nog verklaard, in verband met de Fransche eischen in verband met een lee ning van Duitschland, dat President Hoover, toen Stimson hem dezen eisch mededeelde, verklaard heeft, dat Amerika hierover on mogelijk van gedachten kon wisselen en dat de Fransche staatslieden na een onderhoud met dr. Bruening zelf zouden inzien, dat zij onuitvoerbaar zijn. De rijksregeering heeft, aldus Castle, in de laatste dagen eenige zeer energieke en goede maatregelen genomen die het Rijk over de eerste moeilijkheden heen zullen helpen. Duitschland kan thans ver wachten, dat een leeningsplan op zoo lang mogelijken termijn zal worden opgesteld. Dit zal de taak zijn van de Londensche con ferentie. De Amerikaansche opvatting van de Fransche eischen Het Amerikaansche staatsdepartement heeft tot dusverre geweigerd stelling te ne men tot de Fransche leeningsvoorstellen. Onderstaatssecretaris Gastle gaf toe, dat staatssecretaris Stimson in een draadloos on derhoud een leeningsbedrag van 500 mil lioen dollars had genoemd, doch weigerde verdere mededeelingen te doen. Ook te Washington zijn berichten binnen gekomen, waaruit blijkt, dat Frankrijk als tegenprestatie voor een leening zou eischen, dat de Reichswehrbegrooting tijdens den duur der leening niet wordt verhoogd, dat geen verandering van den politieken status quo wordt nagestreefd en dat als dekking van de leening de douane-inkomsten zullen worden gebruikt. Uit uitlatingen van aan de regeering nauw verwante personen blijkt, dat Washington niet van zins is de Fransche voorstellen in deze te aanvaarden, althans niet in hun huidigen vorm. Hedenmiddag heeft president Hoover tele grafisch staatssecretaris Stimson nauw om schreven constructies gezonden. In verband hiermede wordt op het Witte Huis verklaard, dat Stimson opdracht heeft gekregen zijn medewerking bij de onderhandelingen vol komen te beperken tot economische vraag stukken. Geen gunstig oordeel te Londen. Het aanbod, dat Frankrijk zou hebben ge daan om deel te nemen aan een leening van honderd millioen pond sterling (1 mil jard 200 millioen gulden) onder voorwaarde van een soort controle over de Duitsche douane, lokte veel commentaar uit in po litieke kringen te Londen. Men gelooft te weten, dat het voorstel met eenige beducht heid wordt beschouwd. Men veronderstelt zelfs, dat* het in den tegenwoordigen vorm weinig waarschijnlijk is, dat het door de Britsche regeering zal worden aanvaard. De indruk in Engeland De in de „Daily Telegraph" gepubliceer de Fransche voorwaarden, die aan Duitsch land zullen worden gesteld in verband met een crediet van 100 millioen pond, hebben te Londen groote ongerustheid verwekt. Weliswaar zijn geen officieele bevestigingen ontvangen over de juistheid dezer berichten; men schijnt echter in toonaangevende En gelsche kringen van meening te zijn, dat zij over het algemeen in overeenstemming zijn met de waarheid. Volgens een officieuze mededeeling zou vooral de eisch inzake een controle der douane, waardoor ook de Duitsch-Oosten- rjjksche tolunie onmogelijk zou worden ge maakt, in den tegenwoordigen vorm voor de Engelsche regeering niet aanvaardbaar zijn. Van vele kanten werd heden beweerd, dat het eenvoudig onbegrijpelijk zou zijn, wan neer de Duitsche regeering bereid zou zijn op een dergelijke voorwaarde in te gaan. Men geeft algemeen uiting aan de verwach ting, dat Duitschland zich te Parijs niet zal binden, zoodat het in ieder geval met on gebonden handen te Londen zal arriveeren. Zitting van het rijkskabinet. Onder voorzitterschap van rijkskanselier Dr. Bruening en in aanwezigheid van den president der Rijksbank, Dr. Luther, heeft volgens een officieele mededeeling het rijks- kabinet gisteren den algeheelen politieken toestand uitvoerig besproken. In verband met het vertrek der Duitsche delegatie naar Parijs en Londen werd reeds gisteren principieel besloten tot die economi sche en financieel-politieke maatregelen die voor de naaste toekomst vereischt zullen worden. Gelijkertijd werden die problemen bespro ken, die verband houden met de a.s. politieke debatten te Parijs en de in het begin van de volgende week te Londen te houden in ternationale conferentie. De officieele mededeeling geeft dan ver der de samenstelling der Duitsche delega tie voor zoover die Vrijdagavond naar Pa rijs vertrekt. Aan <3e conferentie te Londen zullen dan van a.s. Maandag af bovendien deelnemen, Staatssecretaris Schaeffer van het Rijks ministerie van Financiën, Ministerialdirek- tor Zechlin van den officieelen persdienst en Geheimraad Vocke van de Rijksbank. In verband met deze belangrijke politieke besprekingen blijven de overige rijksminis ters te Berlijn. Het Rijkskabinet zal onder leiding van den vicekanselier en Rijksminister van Financiën, Dietrich, voortdurend in contact staan met de Duitsche delegatie. Bestrijding politieke excessen. Op grond van art. 48, 2e lid der rijksgrond wet wordt voor het Duitsche rijksgebied be paald: De verantwoordelijke redacteur van een periodieke uitgave is verplicht op verlangen van de opperste rijks- of landsautoriteiten of van de door haar te bepalen instanties, proclamaties, zoomede antwoorden op de ooor periodieke uitgaven medegedeelde feiten zon der toevoeging of weglating kosteloos op te nemen. De opneming dient bij dagbladen ten laatste in de na ontvangst der proclama tie of antwoord in het eerstvolgende nog niet geheel gereed zijnde nummer te wor den opgenomen. De proclamatie of het antwoord moet aan de door den inzender te bepalen instantie met het door hem te bepalen onderschrift en in de door hem te bepalen letter worden gedrukt. Het wordt niet toegestaan in het zelfde nummer commentaar te geven. Geschriften, die door hun inhoud de openlbare orde en veiligheid in gevaar zou den kunnen brengen worden van politiewege in beslaggenomen en ingetrokken. Periodieke uitgaven kunnen in bepaalde gevallen worden verboden. Treviranus over den toestand. De Duitsche Rijksminister Treviranus hieeft gisteravond een radio-rede gehouden over den politieken toestand. Tijdens zijn uiteenzetting kondigde de minister aan, dat van Maandag tot Donderdag van de vol gende week opnieuw een verlichting van de betalingsovermaking zal plaats hebben. De mogelijkheid zal worden geopend, spaar- saldi tot een maximum van 20 Mark daags, op te nemen. TREVIRANUS Van de loopende rekeningen mogen tot 100 Mark, i'in het giroverkeer tot 2000 Mark, in het verkeer tusschen de banken, tot 15000 Mark worden opgenomen. Voorts zal het wisselmoratorium worden verminderd. Aan het buitenland moet thans worden ver klaard, dat Duitschers thans in het buiten land hun geld kunnen opmaken. Te begin nen met heden zal een ieder bij het over schrijden van de grens voor iederen dag 100 Mark moeten betalen. Van dezen maatregel zullen arbeidtere en lieden die aan het grens verkeer deelnemen, worden vrijgesteld. De oogen der gieheele wereld, aldus vervolgde Treviranus, irijn thans gericht op de man nen die naar Parijs vertrekken. Een volk van 65 millioen wacht er op, weer in vrede en vrijheid te; kunnen leven. De offers die zij bereid zijn te brengen zullen evenwel niet mogen komer, i ten koste van onzen nationalen trots. De rijksregeering heeft met haar re cente noodverordeningen niet den kapitaal- nood kunnen opheffen. Aan het einde zij ner rede verklaarde de minister dat men zich door de opschorting der herstelbetalin gen niet mag laten verlokken tot de mee ning dat thans een gouden tijd aanbreekt. Stemmen uit Engeland Er gaan thans te Londen ook ernstige stemmen op, die het uitstellen van de reis der Engelsche ministère naar Berlijn voor een ernstige fout houden. Naar het schijnt, is men het met de politiek van Henderson te Parijs ook niet geheel eens. De gouverneur van de Bank of England heeft gisteren "wederom besprekingen ge voerd met den minister-president, over den inhoud waarvan echter niets is medegedeeld. De Bank of England is echter nog steeds van meening, dsit Duitschland zoo veel slechts eenigermate mogelijk is zich zelf moet helpen en dat voorwaarden, gelijk die door Frankrijk gesteld worden niet vereenigbaar zijn met een gezonc le financieele politiek. ECHTE FRIESCHE '20 SO ct. per ons Geen bijeenkomst Rijksdag. van den Tiet seniorenconvent van den rijksdag heeft de voorstellen tot bijeenroeping van den rijksdag op 20 Juli (met de stemmen der voorstellers en van den vertegenwoordiger van den landvolkbond vóór) verworpen. Hei senioren-convent besloot, op voorstel der o ppositie-partijen, Donderdag 23 Juli a.s. opnie uw bijeen te komen, om nogmaals over de kwestie van het bijeenroepen van den rijksditg te beraadslagen. Communisten tegen werkwilligen Te Wervicq, in België, hebben zich ern stige inci denten voorgedaan bij het voor bijrijden 'van een automobiel, die textielar beiders terugbracht. Tweehon derd communisten, die bij den ingang tot de gemeente barricaden hadden opgeworpenbombardeerden den auto met flesschen en klinkbouten. De chauffeur zet te zijn weg' voort Verscheidene inzittenden werden gewo:na Gendarmes werden met steenen ontvangen, doch bestormden ver volgens mei'; versterkingen de barricaden. Vele gendarmes werden door projectielen geraakt. Veertig personen werden gear resteerd, waarvan er zeven werden vastge houden. Strenge maatregelen worden genomen om soortgelijke incidenten te voorkomen. Sabotage door telefonisten. Te Valencia z.ljn de leden der staking leiding der telefoonbeambten in hechtenis genomen. Te Sevilla zijn vele telefonisten wegens sabotage gearresteerd. Het spionna ge-geval in Polen De verdachte ter dood gebracht. De onder verdenking van spionnage ge arresteerde majoor van den Poolschen Ge- neralen Staf Demk owski is door een mi litaire rechtbank totden kogel veroordc ld. Demkowski bekende de ten laste gelegde spionnage en deelde mede overtuigd com munist te zijn. Het vonnis zou in den nacht van Vrijdag op Zaterdag worden voltrokken. De ontdekking voorkwam ernstige gevolgen De misdadige aanslag in <le Sint Pieters kerk te Rome, waarvan de rdet te overziene gevolgen door de waakzaamheid der Pause lijke politie nog tijdig konden worden voor komen, heeft de Vaticaansche Stad in groo te beroering gebracht. De Romeinsche middagbladen geven uiting aan hun gevoelens van afschuw over deze heiligschennende en terroristische daad en rangschikken dezen nieuwen bomaanslag onder de reeks van anti-fascistische aan slagen, die in den laatsten tijd hebben plaats gehad. Volgens de uit de Vaticaansche: Stad ont vangen berichten werd de H. Vader van de ontzettende gebeurtenis op de hoogte ge steld, onmiddellijk nadat de helscl ie machi ne, die zooals men weet, midden in den nacht met een geweldigen knal elders ont plofte, uit Sint Pieter was verwijderd. In het Vaticaan werd daarop onmiddellijk een nauwkeurig onderzoek ingesteld', of zich wellicht nog andere bommen in de Vaticaan sche gebouwen bevonden. De helsche machine, die op verren afstand in een moestuin in de Vaticaansche Stad ge deponeerd was, heeft bij de explosie e/an diep gat in den grond geslagen. Het terrain was over een afstand van twee honderd meter met aardkluiten en splinters bezaaid, waar uit men kan concludeeren, dat, zoo de bom in een besloten ruimte ontploft was, de ge volgen niet te overzien waren geweest. Bij de ontploffing, waardoor de bewoners uit de nabijgelegen stadswijk uit hun sïaap werden opgeschrikt, werden enkele venster ruiten van het zich in de nabijheid bevin dende gouvernementsgebouw der Vaticaan sche Stad verbrijzeld, maar overigens werd gelukkig geen schade aangericht. De H. Vader heeft zich door den kardinaal staatssecretaris uitvoerig verslag laten uit brengen over het gebeurde en den betrok ken autoriteiten en beambten, zonder wier waakzaamheid wellicht een ontzaglijke schade zou zijn aangericht, zijn groote er kentelijkheid betuigd. Gebouwen geheel vernield Uit Guayaquil wordt gemeld, dat bij de aardbeving te Latacunga een persoon ge dood en velen gewond werden. Het stadhuis, twee kerken en andere gebouwen werden met den grond gelijk gemaakt. De aardbe ving werd voorafgegaan door verschrikke lijk onderaardsch gerommel. Dorps- en boschbranden Op heel den Balkan heerechte de laatste dagen een buitengewone hitte. Te Belgrado werd een temperatuur van 40 gr. in de schaduw geregistreerd. In verscheidene deelen van Joego-Slavië heeft de hitte groote schade aangericht. Op verschillende punten ontstonden dorpsbran- den en boschbranden, die wegens het gebrek aan water, slechts moeilijk bedwongen kon den worden. Vele boeren zagen hun bezittingen in vlam men opgaan, terwijl ook uitgestrekte boscn- gebieden een prooi der vlammen werden. Gevangenis bestormd De gevangenen bevrijd De gevangenis te Pudukkottai in Engelsch- Indië is door een menigte van duizenden menschen bestormd. Alle gevangenen werden bevrijd. Er is een troependetachement gezonden, om de orde te herstellen. De residentie en de bureaux van den pre sident van den bestuursraad werdén even eens aangevallen. Op verschillende punten der stad werd brand gesticht. Een commissaris van politie werd gewond. De onlusten waren het werk, zegt men, van een groep raddraaiers, doch blijkbaar waren ze bedoeld als protest tegen de voor genomen verhooging der grondbelasting. Jack Diamond zal in staat van be schuldiging gesteld worden, wegens het be zit van een clandestiene distilleerderij op zijn boerderij in het Catskillgebergte. Een inspecteur en een agent van Scotland Yard werden ontslagen wegens het aannemen van geld, o.a. van een bokmaker. Ernstig auto-ongeval Enkele gewonden. Omstreeks 10 uur Donderdagavond is op den Tilburgschen weg onder Gilze en Rijen een luxe auto, waarin zich 2 dames en 2 heeren bevonden, komende uit de richting Tilburg, tegen een stilstaanden zwaar be laden vrachtauto gereden. De schok was zeer hevig; de luxe auto werd nagenoeg geheel vernield, terwijl de bestuurder van den vrachtauto van zijn zitplaats werd ge slingerd. Hij bekwam enkele lichte kwetsuren. De inzittenden van den luxe auto werden allen min of meer ernstig gewond. Een der dames, die achterin zat was zoodanig tus schen de zitplaatsen bekneld geraakt, dat zij eerst na een half uur uit haar benarde positie kon worden bevrijd. Na in het ziekenhuis te Breda te zijn verbonden, konden 3 personen hun reis naar Tilburg voortzetten. De dame is ter verpleging in het Sint-Ignatius ziekenhuis opgenomen. Haar toestand is zeer ernstig De marechaussée stelt een onderzoek in. Een woesteling Officier van Justitie bedreigd. Voor de rechtbank te Tiel stond eergis teren terecht H. van D. te Tiel, ter zake van mishandeling. Toen de substituut-offi cier van justitie, mr. J. J. G. van Ever- dingen, in zijn requisitoir betoogde dat verd.'s schuld bewezen was, ontstak deze daarover zoo in drift, dat hij zijn mes open vouwde en hiermede een dreigende bewe ging maakte in de richting van den officier, onderwijl uitroepende: „Al krijg ik maar een dag, dan steek ik je kapot." Eenige in de zaal aanwezige politiemannen wisten den woesteling het mes afhandig te ma ken; ter zake van bedreiging is hij later in het huis van bewaring ingesloten. Het „meisje", dat een jongen was De Haagsche rechtbank heeft de door mr. Tj. Mobach bij request verzochte doorha ling en verbetering gelast van het in de re gisters van den Burgerlijken Stand te Rijs wijk onjuist ingevulde geslacht van den jongeman, wiens huwelijksvoltrekking op grond hiervan door den ambtenaar van den Burgerlijken Stand geweigerd was. Door een auto gegrepen en gedood Gistermiddag omstreeks twee uur reed de winkelier C. Legemaat uit Leersum op de fiets op den straatweg bij Leersum. Toen een auto naderde stak hij plotseling den weg over, doch op dat moment werd hij door een vrachtauto, afkomstig int Utrecht, die hem van achteren naderde, gegrepen en bijna op slag gedood. De vrachtauto reed tusschen twee boomen door en werd vrijwel geheel vernield. De chauffeur bekwam geen letsel. De auto is in beslag genomen. Het lijk is naar het lijkenhuisje op de Nieuwe Be graafplaats te Leersum overgebracht. Hoe een hotelrat in de val liep Een „dame", die veel op haar kerfstok heeft In verband met de aanhouding der vrou welijke logeergast, die er haar werk van maakte, op tal van plaatsen in ons land hotelhouders en winkeliers op te lichten, kan de „Tel." nog het volgende mededee- len: Toen de rijks- en gemeentepolitie van Muiden het hotel „Het Wapen van Am sterdam" te 's-Graveland binnentraden, deed de, voor de hotelhouders zoo onvoor- deelige logeergast, nog een poging om te ontvluchten. Dit werd haar echter door de politie belet, waarna op een der bovenka mers het verhoor door de politie een aan vang nam. Een groote moeilijkheid was, dat zij haar naam niet wilde noemen. Zij deed een omstandig verhaal van de plaatsen, waar zij al geweest was. Maar Zwolle zou haar bij dit verhoor noodlottig worden, wanteen der politiemannen had toe vallig een paar jaar in dit stad gewoond en zoodoende kon hij haar op eenige flagrante onjuistheden wijzen. Toen was het opeens met de zekerheid en de radheid van tong van de dame gedaan. Zij gaf eindelijk op te zijn mevrouw B. G. W., eertijds gehuwd met den heer M., van wien zij echter gescheiden zou zijn. Op dat oogenblik wist de politie nog niet, wat de dame zooal op haar kerfstok had. Zij wist alleen nog maar van de oplichting in Muilen. Toen mevr. W. dus te kennen gaf, dat in Watergraafsmeer een familielid van haar woonde, dat bereid was de in Mui den gemaakte schuld te vereffenen, over woog de politie of het niet wenschelijk zou zijn met de aanwezigen per auto naar het opgegeven adres te rijden, ten einde den hotelhouders te Muiden en 's-Graveland in het bezit te stellen van het hun toekomen de geld. Inmiddels was het opgevallen, dat mevr. W. in het bezit was van een handkoffer en een japon, welke zij bij haar verblijf in Muiden nog niet haar eigendom had kunnen noemen. Ook dit wekte argwaan. De rijks veldwachter van 's-Graveland belde de po litie te Hilversum op en.... toen barstte de bom! Het bleek nJ., dat mevr. W. nog een jaar kosteloos logies van het rijk tegoed had. Maar er stond nog meer op haar lijstje. De politie van Nijmegen, Zwolle en Zandvoort had haar aanhouding verzocht wegens op lichting; de'Officier van Justitie te Leeuw arden wegens flesschentrekkerij, waarvoor zij de bovengenoemde gevangenisstraf van een jaar had te ondergaan. Toen de politie dit hoorde, werd er niet meer gedacht aan een autotocht naar Wa tergraafsmeer. Bij het verhoor, dat mevr. W. gisteren ochtend te Muiden door de politie werd af genomen, kwam nog het volgende aan het licht: Te Zandvoort had zij in de tweede helft van Juni in een tweetal hotels gelogeerd, resp. onder den naam van mevr. Mensing en van mevr. Hoogland. Zij was in het bezit van een portret, dat een kapitein der infan terie voorstelde. Dit portret heeft haar goede diensten bewezen bij haar pogingen om te Zandvoort oplichting te plegen. In een mode-magazijn wist zij een blazer afhan dig te maken, bij een juwelier slaagde zij er in een tweetal gouden horloges mee te krijgen. Wat dit laatste betreft, ontkende de verdachte eerst pertinent zich oók daaraan te hebben schuldig gemaakt, doch op het laatste oogenblik erkende zij zulks. Den nieuwen koffer en de nieuwe japon wist zij bij twee winkeliers te Hilversum machtig te worden. De namen dier winkeliers kon zij niet aan de politie opgeven, doch dit zal nu wel spoedig opgehelderd worden. Volgens haar verklaring moet zij ook te Rotterdam op de vorenomschreven wijze „gewerkt" hebben, doch daaromtrent wilde zij zich ver der niet uitlaten. Opmerkelijk was -de voorliefde welke deze on ge wensch te logeergast in de hotels te Muiden en 's-Graveland aan den dag legde voor de kranten en de radio. Ir Muiden had zij zelfs gevraagd, of er niet een draad naar haar kamer kon worden aangelegd, zoodat zij daar de radio kon hooren. Klaarblijkelijk wilde de hotelrat nauwkeurig op de hoog te blijven met de politieberichten en weten, of en door wie nu weer haar aanhouding verzocht zou worden. Op het oogenblik van haar arrestatie te 's-Graveland, was zij nog maar in het bezit van f 1.47 Reeds sinds 1928 wordt deze verdachte door de politie gezocht, zoodat met recht gezegd mag worden, dat de politie te Muiden een bijzonder goede vangst ge daan heeft. Eergisteren is zij per Gooische tram on der geleide van den rijksveldwachter vaü Muiden, naar Amsterdam overgbracht. „Natuurlijk weet ik wel, hoe het met U, groote financiers, gaat er wordt zooveel beslag op uw tijd gelegd. Wij arme gewone menschen moeten U maar zien te vangen Wanneer wij kunnen. Maar U kunt zich niet voorstellen, beste mijnheer Northcote, hoe teleurgesteld die arme Minnie was. 't Malle kind heeft beslist een bijzondere genegen heid voor U opgevat ha, ha, ha! Zij was erg onvriendelijk tegen dien besten Lord Clevedon, die haar toch zooveel oplettehd- heid bewees. Maar meisjes zijn allemaal hetzelfde, is het niet? Ik zeg altijd maar, dat hetgeen wij niet hebben juist datgene is, wat wij zouden verlangen. Vreeseüjk warm, vindt U niet? Het schijnt, dat heel honden hier is geïnviteerd. Ik zei' zooeven".. Om mijn positie te redden stuitte ik haar stortvloed van onzin en vroeg de goede dame, of ik 't genoegen mocht hebben haar aan het souper te begeleiden. Met ongewone gretigheid ging zij op mijn aanbod in en terwijl zij een onuitputtelijken voorraad al- gezaagde dingen afratelde, aanvaardde zij mijn escorte naar boven in de groote zaal, waar de gasten van Sangatte bezig waren hun verloren energie weer in evenwicht te brengen. Door middel van een fretachtig jongmensch, dat wij onderweg tegen kwa men en dat haar bij haar naam groette, ver nam ik dat mijn schoone metgezellin me vrouw Garnett heette. Behalve, dat deze in lichting een vage sympathie voor mijnheer Garnett bij mij wekte, was zij mij van geen nut, want de eenige Garnett, dien ik ooit had gekend, was een heer, dien ik, dood geschoten, gezien had na een twist in een der salons te Villa Maria en dat was al jaren geleden. Onder de gegeven omstandigheden wachtte ik mij wel te vragen, of er eenige relatie tusschen hen bestond en vergenoegde er mij mede, mijn tafelgenoote zoo goed mogelijk te bedienen en van tijd tot tijd haar onbe daarlijk gesnap met een droog „ja" of „neen" te vermengen, zoo dikwijls en dit was hoogst zelden er in haar alleenspraak spa tie voor een dezer woorden voorhanden was. Wij zullen zoo ongeveer een half uur m de souperzaal samen doorgebracht hebben, gedurende welk tijdsverloop ik den inhoud van een halve flesch champagne gebruikte en zoover ik mij kan herinneren, de plechtige belofte aflegde, den volgenden Zaterdag naar Staines te komen, om de kwellingen van de verliefde Minnie door mijn tegen woordigheid te balsemen. Natuurlijk had ik niet het minste plan het te doen, maar zelfs mijn natuurlijke neiging voor oprechtheid was tijdelijk wegged'sezeld en ik zou in al les toegestemd hebben, liever dan mij aan argwaan bloot te ste llen. Toen wij in de bal :aal terugkeerden, werd de aandacht van mevrouw Garnett getrok ken door een vreemdeling. Hij werd op zijn be\ ïrt haar slachtoffer en ik nam de gelegenheid te baat haar bijzijn te ontvluchten. In mij .u haastige vlucht, liep ik tegen den ouden directeur van de bank aan, waar ik de chèqrve van Northcote had ingewisseld. De goede oude heer was zoo buitengewoon vriendelijk, dat ik in spijt van mijn verlangen, om Me;vcia te vinden en ons gesprek voort te zetten, het niet van mij kon verkrijgen, hem te kwetsen door ons gesprek af te breken. Tben ik tenslotte af scheid van hem nam, bogon de balzaal weer vol te loopen, maar er was geen spoor van dat eene lieflijke gelaat, waarnaar mijn oogen zoo verlangend uitzagen. Ik zocht op het trapportaal en de (.wee lange gangen, waar verschillende menschen op rustbanken zaten te praten, doch mijn zoeken was te vergeefs. Indien Mercia 1 liet in de souper zaal was, moest zij zich in den wintertuin bevinden; dus ging ik naar beneden met den vurigen wensch, dat ik ga en bekende van Northcote mocht ontmoeten. Tot mijn verontwaardigimg was de winter tuin ledig. Profiteerende van mijn eenzaam heid, zette ik mij in een aifgelegen hoekje vlak bij de deur van Sangatte's studeerka mer op een stoel neder en stak een siga ret op. Het was mogelijk, zoo overwoog ik, dat Mercia naar huis was gegaan. Ik zou nog eens even de ronde doen en indien ik haar niet zag, haar voorbeeld volgen. Ik weet niet, hoe het kwam, maar ik had een soort voorgevoel, dat Billy in Pai-k-Lane op mij wachtte en de gedachte aan zijn leuken jo- vialen glimlach, waarmede hij mijn onge looflijk verhaal zou aanhooren, maakte mij onweerstaanbaar verlangend hem te zien. Ik voor mijWat was dat? Uit de kamer van Sangatte drong plotseling een zwakke kreet tot mij door, welke bfjna onmiddellijk gevolgd werd door den doffen smak van een omvergeworpen stoel. Ik vloog op en luister de aandachtig en toen, o hemel, hoorde ik het weer en het was de stem van Mercia. In een seconde had ik den afstand tusschen mij en de deur bereikt; ik greep den knop, doch zij was op slot. Ik was niet in een gemoedstemming, om mij aan plichtplegingen te storen; ik deed een paar stappen achteruit, nam een aan loopje en gaf, met concentratie van al mijn kracht een trap tegen de deur, zoodat zij met een gekraak van splinterend hout open vloog. Sangatte stond met een gelaat, gloeiend van opwinding en toom midden in de ka mer. Mercia, hijgend, verontwaardigd en bleek, leunde tegen den schoorsteenmantel. Toen Zijn Lordschap zag, wie het was, die zijn onderhoud zoo eigenaardig had ver stoord, veranderde zijn gelaatsuitdrukking plotseling, alsof hij een aanval van ver standsverbijstering kreeg. Met verwrongen gelaat en uitpuilende oogen kwam hij voor mij staan. „Weet je wel, wat je doet?" vroeg hij schor fluisterend. Ik nam absoluut geen notitie van hem. „Miss de Rosen," zei ik op mijn vriende- lijkisten toon, „ik geloof, dat U mij dezen dans beloofd heeft." Mercia glimlachte mij vriendelijk toe. „Ik geloof het ook," sprak zij. Ik deed een paar passen in haar richting en voor een ondeelbaar oogenblik sneed hij mij den pas af. Toen moet zijn goede genius hem zeker iets in het oor gefluisterd heb ben, want hij ging plotseling terzijde en zonder hem zelfs een blik waardig te keu ren, ging ik naar Mercia en bood haar mijn arm aan. „Het spijt mij, dat ik iets te laat was," zei ik kalm. Met een allerliefst, kuiltjesvormend glim lachje legde zij haar hand op mijn mouw. „U is steeds een model van vaardigheid, mijnheer Northcote," sprak zij. Indien het aan blikken gegeven was, iemand te dooden, zouden wij geen van bei den de deur bereikt hebben, doch aangezien de Voorzienigheid in deze anders heeft be schikt, had de moorddadige uitdrukking van Sangatte geen andere uitwerking, dan mijn innerlijk genoegen slechts te verhoogen. Toen wij op den drempel stonden, keek ik hem over mijn schouder aan. „Ik kom straks nog even terug om een praatje met je te maken, Sangatte; wacht hier dus op mij." Hij gaf geen antwoord en ik leidde Mer cia in den wintertuin, nadat ik de gehaven de deur achter ons gesloten had. „Onze ontmoetingen," zei ik glimlachend, „schijnen steeds van eenigszins opwindenden aard te moeten zijn." „En mij telkens meer aan U te verplich ten," antwoordde zij. „Van verplichten is ^een sprake," zei ik, ,,'t is mij een voorrecht U nog eens te mo gen spreken. Ik begon al te denken, dat U naar huis was gegaan en dat ons belangrijk kort onderhoud geen vervolg zou hebben." Zij bleef een oogenblik stilstaan en keek vlug, behoedzaam rond, om zich te vergewis sen, dat er niemand was, die ons kon be luisteren. „Ik meende ernstig, wat ik U zei," fluis terde zij haastig. „Ga niet naar Woodford. Ikik kan er U geen verklaring van ge ven; trouwens ik doe er verkeerd aan, U te waarschuwen; maar zoek een voorwendsel en ga vooral niet." „Zouden wij niet naar boven gaan en een zitje zoeken," stelde ik voor, „misschien...." „Neen, neen," onderbrak zij mij haastig. „Ik kan hier niet langer blijven. Sir Henry wacht op mij en in geen geval zou ik U meer kunnen zeggen." (Wordt vervolgd) f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 9