It KATOEN VOOR JONGENS VAN VIER JAAR IN DE EETKAMER MAAKT UW OUDE JAPONNEN NIEUW Lu ZOMERSOEPEN SPORT EN GYMNASTIEK 6 Zoo I OP VERZOEK 3 'P Wy zullen in deze rubriek meermalen gelegenheid hebben om er op te wijzen hoe onjuist inzicht de ouders vaak brengt tot het nemen van minder doel treffende maatregelen bij de geestelijke en lichamelijke opvoeding van hun kin- fleren. Vandaag zullen wij het dan eens met elkaar hebben over sport en gym nastiek. Over het algemeen worden deze wel beschouwd als een goed middel om een gezond sterk lichaam te krijgen. Hoewel lk dit als zoodanig gaarne onderschrijf, ls het toch noodig, dat hier streng ge ïndividualiseerd wordt, dat dus ieder geval op zich zelf bekeken wordt. Al lereerst toch moet men weten of de constitutie van het kind deze sport toe laat m.a.w. het moet vooraf geneeskun dig onderzocht worden. Het bestaan van eportkeuringsburcaux in grootere plaat een wijst er reeds op, dat men in deze richting werkzaam is. Op deze wijze wordt voorkomen, dat men een te zwak kind te zware eischen gaat stellen. Het debiele kind dient eerst langs anderen weg, met rust en doelmatige voedingsre geling opgekweekt te worden. Is dit ge lukt, dan kan met de noodige voor zichtigheid gekozen worden welke sport en welke gymnastiek nuttig kan werken. Ik denk hierbij aan de groote groep Van kinderen met platte borst, voor over hangend hoofd, naar voren afhan gende schouders, ronden rug, uitstekende schouderbladen, lichten vorm van X of O beenen of platvoeten. Meestal zijn dit de physiek zwakkeren. Hier moet men met; doorzicht te werk gaan en allereerst de constitutie verbeteren; dieet, hoogtezon, buitenlucht, heilgym nastiek zyn hier de heilzame factoren. Bijtijds ingrijpen geeft hier de beste resultaten zooals gemakkelijk te begrij pen is. Voorkomen is steeds beter dan genezen. Een voorbehoedmiddel van groote be- teekenis dat door alle moeders kan wor den toegepast, maar waarop helaas te weinig acht wordt geslagen, is het krui pen. De goede volgorde in de bewegingen van het kind om te komen tot het loo- pen is om de buikligging zoolang moge lijk vol te houden en van deze houding uit te komen tot het kruipen. Het ver zuimen van borstligging en kruipen en inplaats daarvan het vroegtijdig zitten en staan is wel een van de voornaam ste oorzaken van een slappen rug en slappe beenen. Ik raad dan ook vaak de moeders aan hun kind geheel ont kleed op een groot bed te laten krui pen. wy komen hier zoo langzamer hand van zelf in de richting van de zuigelingen-gymnastiek, welke, mits goed toegepast, aan onze kleinen goede diensten kan bewijzen, waarover wy een volgende maal wel eens spreken. Uit het voorgaande volgt van zelf, dat ik het verkeerd vind om het kind in het eerste jaar reeds in een stoel te zetten. Het gebeurt vaak maar er zijn maar weinig kinderen, die dit goed ver dragen. Dit alles zijn eenvoudige za ken, maar toch zyn zij, zooals ik uit ervaring weet, slecht bekend.Vandaar het belang er nog eens op te wijzen, ENKLAAR. Het is kenmerkend, dat als iemand ons als zeer gemoedelijk geteekend wordt, wij hem voor een sul houden. Jonge vrouwen achten zich beleedigd, als hun echtgenooten jaloersch zijn en nog veel meer, als ze het „niet" zijn! Een gerust geweten geeft een rustigen slaap. Vriendschap en eigenbelang zijn meestal tweelingen, die oogenschijnlijk goed met elkaar overweg kunnen, niet tegenstaande ze eigenlyk vijandig te genover elkander staan. Met de waarheid is het heel eigen aardig: wij zyn boos, als iemand ons de waarheid zegt, en ergeren ons, als iemand ons de waarheid verbergt. Hoe ryk aan liefde is toch 't eene leven en hoe arm het andere. Er zijn vrouwenlevens, die doen denken aan bloemen in een vaas, waarin het water niet tot aan de stengels reikt. Vlak bij de lafenis verdorren ze van dorst. Er ligt geen verdriet in een opoffering, als 't iemand geldt, dien men liefheeft, 't Is dan geen opoffering meer. Men telt 't niet. Laten we steeds zorg dragen, dat de kring, waarin wij leven, ons bijzijn voelt als een kracht en een steun, en onze afwezigheid als een gemis. VERA Er is dezen zomer een groote voor liefde merkbaar voor katoenen weefsels. Zelfs de avondtoiletten, welke we een paar jaar geleden niet anders zouden durven maken dan van zijde, crêpe geor gette of zyden voile, zien we nu in ge kleurd katoen, geheel versierd met En- gelsch borduursel. We kunnen deze stof dan ook per meter koopen in pastelkleu ren, zooals rose, blauw, roomkleur en geel. Natuurlijk zien we ze ook veel in wit, terwyl ze dan gedragen worden op een gekleurde onderjurk met een breede flu- weelen ceintuur in dezelfde tint. De ja ponnen zijn van hetzelfde model als de werkelijk gekleede avondjaponnen, doch er is over het algemeen een neiging merkbaar naar wat korteren rok, waar schijnlijk met het oog op ds altyd meer zich verfijnende schoenenmode en naar een klein mouwtje of pelerine over den schouder. Ook katoenen en linnen hoe den zyn in de mode. Natuurlijk ook de schoentjes met Engelsch borduursel. Zelfs de wit en zwart peau de suède schoentjes vertoonen diezelfde voorkeur voor „open werk". We zien hier in dit genre drie mooie modellen, die we maar vlug moeten ma ken, om er dezen zomer nog wat aan te hebben, want wat er het volgende jaar weer zijn zal? De mode gaat zoo snel, dat alleen zij, die een heel groot kleedgeld hebben, ze in al haar uitingen kunnen bijhouden. POLA OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN '"2 j i Heupwijdte 68 c.M„ broeklengte 30 c.M., blouse-lengte 38 c.M. Benoodigd: 1.10 M. kamgaren van 140 c.M. breedte, 1 M. voering, 55 c.M. wit Fransch flanel, y2 M. donkerblauw jeans, een stukje smal veterband, 30 c.M. rood bies, 1 M. zwart lint, 3 ankertjes, 7 groote knoopen, 2 kleine, en 2 kleine knoopjes voor het frontje. In dit artikel vindt u de broek en het wit flanellen frontje beschreven; in een volgend artikel hoop ik u blouse en kraag te geven. Ge maakt eerst van het geheel een patroon, waarna ge alles op de stof legt, zoodat ge kunt zien, dat ge alles zoo voordeelig mogelyk knipt. Dan knipt ge het met een naad uit, terwyl ge voor zoom onder aan de broek nog 4 c.M. bijrekent. In het broekje maakt ge eerst de zakken; voor eiken zak knipt ge twee als op de teekening aangegeven stukkeri voering. Ter hoogte van de accolade stikt men aan weerskanten van de voe ring van den zak een stuk stof op, zóó, dat de goede kanten der stof op elkaar komen te liggen. Dan kan de zak dicht gestikt worden. Aan den voorkant slaat men de stof van de accolade en de op gestikte stof van den zak tegen elkaar ip, waarna het precies op het kantje wordt gestikt. Dan kunt ge den zijnaad opstik ken, den voorkant op den achterkant, met uitzondering van de breedte van den zak. Van den voomaad van het broekje stikt ge 6 c.M. dicht. Voor het splitje wordt rechts een dubbel stukje aangezet, in den vorm als op de teeke ning is aangegeven, terwyl men links eerst een stukje voering tegenstikt, en later nog een stukje stof en voering, waar de knoopsgaten in gewerkt worden. Dan stikt men den achternaad, en ook den kruisnaad dicht. Onderaan rijgt men de breedte van den zoom in, terwyl bo venaan een inslag wordt ingeregen. De voeringbroek stikt ge in elkaar. Alvorens de beide broekjes in elkaar te zetten, strijkt men eerst alle naden goed uit. Daarna worden de overeenkom stige naden op elkaar gelegd, met de rafels naar binnen. De bovenkant, als mede de onderkantjes der pijpjes en de voorkant van het splitje worden tegenge- zoomd, waarna ge bovenaan de groote knoopen aanzet voor de bretelles, en aan het splitje de kleine knoopjes. Voor het frontje knipt ge eerst het model van papier, waarna ge vier van deze stukken uit het flanel knipt. De schouder is aan den eenen kant één cM. hooger voor den overslag. Eerst stikt men aan één kant de beide schoudernaadjes dicht. Dan legt ge de stukken met de goede zyden op elkaar, waarna ge den geheelen buiten kant om kunt stikken. Dan keert ge het geheel om, waarna ge langs den hals knipjes geeft, en de beide kanten tegen elkaar inslaat. Denk er vooral om, dat ge een mooien, ronden vorm behoudt. In den kant van den schouder, welke open is, maakt ge de knoopsgaatjes, waarna ge aan den anderen kant de knoopjes aanzet. Onderaan maakt ge, zooals de teekening u laat zien, 2 lusjes van band, terwijl ge aan den anderen kant twee lange banden aanzet. De ban den worden door de lussen gehaald en op den rug vastgestrikt. Zoowel op den voor- als op den achterkant van het frontje zet ge een ankertje. Wanneer één kant dan vuil is, kunt ge het omkeeren. DINY Van allerlei jonge groente kunnen smakelijke soepen worden gekookt. Weet u byv. dat doperwten, die wat hard ge worden zijn om zóó te eten, nog heerlijk zijn voor soep? Soep van versche doperwten. Men kookt Vi liter gedopte erwten goed gaar in 2 14 liter bouillon of water met 'n paar bouillonblokjes, 'n Beetje gehakte selderij en 'n uitje laat men mee gaar worden en vlak voor het opdienen voegt men er wat fijn, gehakte peterselie bij- Aspergesoep. Het is er nu al wel wat laat voor, maar ik zet ze er toch nog maar bij, daar aspergesoep bij de zo mersoepen hoort en ieder wie wil, het recept ervan kan bewaren. Op ruim 1 liter aspergewater (water waarin den vorigen dag asperges zijn gekookt), neemt men 'n half ons boter, 'n half ons bloem en 'n beetje melk of room. De harde onderstukjes van de asperges laat men nog 'n poos in het nat ko ken, tot ze zacht genoeg zijn om door een zeef te worden gewreven. Dan doet men de puree ervan weer bij het asper- genat. De boter smelt men in de pan, roert de bloem er bij en dan langzamer hand, terwyl men voortdurend roert, het aspergenat. Men laat de soep dan nog 'n minuut of tien doorkoken; heeft men nog stukjes asperge overgehouden, dan doet men die, klein gesneden, in de soep, die men afmaakt met 'n weinig room of melk of een eierdooier. Worteltjessoep. Op 'n flinken bos wor teltjes neemt men 114 liter water of bouillon, 1 bosje peterselie, wat melk, 1 lepel bloem en 'n onsje boter, zout. De worteltjes worden geschrapt, in plakjes gesneden en gaar gekookt, waarna de soep gezeefd wordt; de worteltjes wor den heelemaal door de zeef gewreven. Boter en bloem worden op een zacht vuurtje geroerd, de kokende melk wordt er langzaam, onder voortdurend roeren bijgevoegd en ten slotte het wortelen- nat. Men kan er ook nog wat cayenne peper bij doen en vóór het opdienen doet men er de gehakte peterselie in. Ge bruikt men gewoon water, dan doet men er ten slotte ook nog 'n stukje boter bi) ofwel een of meer bouillonblokjes. Magere tomatensoep. Op 1% pond to maten neemt men 2 liter water, 1 ons boter, 80 gr. bloem, 1 eierdooier, 1 eetlepel fijngehakte peterselie, 1 ui, 1 worteltje, 'n paar takjes peterselie, 'n stukje thijm, 'n stukje foelie, twee schijf jes citroen zonder pitten en zout naar smaak. De gesneden tomaten, wortel, ui, pe- terselietakjes, thijm, foelie en citroen- schijfjes laat men 'n minuut of 10 smo ren in 'n lepel boter. Dan voegt men er het water bij en laat alles koken tot de tomaten geheel gaar zijn. Men giet deze soep door een paardenharen zeef, waar men de tomaten goed doorheen wrijft, roert intusschen de overgebleven boter niet de bioem en voegt daar lang zaam het gezeefde zout bij. In de soep- terrien klopt men den dooier met 'n weinig melk, doet de soep erin en maakt ze af met de fijngehakte peterselie. Wil men een meer gebonden soep hebben, dan kan men ze nog met wat sago binden, eer ze in de soepterrien gaat. Tomatenvelouté. Ik neem hierdoor kalfsbouillon en op 2 liter bouillon heb ik noodig: 4 ons tomaten, 30 gr. ham, 75 gr. bloem, 1 ons boter, I wortel en 'n uitje. Wortel en uitje worden fijnge snipperd en de ham in stukjes gesneden. Dat alles braad ik licht bruin in de boter en roer er voorzichtig de bloem door. Daarbij giet ik, langzamerhand, de kokende kalfsbouillon en de gepelde to maten. Dat alles laat ik ongeveer 1 uur zachtjes koken, terwijl ik nu en dan even afschuim. Dan wrijf ik de soep door 'n paardenharen zeef en kook ze daarna nog 'n minuut of tien met klei ne balletjes van kalfsgehakt en 'n beetje tomatenpuree. In de soepterrien doe ik 1 Vi d.L. slagroom en giet de soep daar voorzichtig bij. Zuringsoep. Op een liter water neem ik voor deze soep: 1 ons zuring, onge veer ons kervel, 1 klein kropje sla of een half kropje, 3 afgestreken eet lepels boter, 3 afgestreken eetlepels bloem, 'n weinig peper en zout naar smaak en een ei. Zuring, kervel en sla hak ik, als ik alles goed gewasschen heb, samen fijn en laat dit met de helft van de boter, peper en zout heel zachtjes 'n minuut of 10 smoren. Daar strooi ik dan de bloem bij en laat die nog even mee smo ren. Dan roer ik er, heel voorzichtig, met kleine beetjes, net water door. Alles samen laat ik dan koken tot de groente goed gaar is 'n minuut of twintig is 'wel voldoende. Onderwijl klop ik het ei in de soepterrien met 'n klein beetjd melk, leg de overgebleven boter er in vlokjes op en daar giet ik dan, terwijl ik voortdurend blijf roeren, de heete soep over heen. Ik presenteer hier knappend gebak ken dobbelsteentjes brood by of sol daatjes. Magere groentesoep kan men ook heel smakelijk koken van allerlei soorten groente, hoe meer soorten hoe lekker der, sla, spinazie, bloemkool, preitjes, kervel, zuring, postelein, erwtjes, wor teltjes, selderie, peterselie, het wordt al les by elkaar goed schoon gemaakt en fijn gesneden en in water met zout goed gaar gekookt. Men kan de soep, die ook voor kinde ren zeer gezond en voedzaam is, nog afmaken met bouillonblokjes of boter; noodig is dat echter niet. Versiering van soepen. Sommige soe pen hebben 'n beetje aankleeding noo dig om er smakelijk uit te zien. We ne men daar ryst voor, vermicelli, kleine stukjes macaroni, nudeln, balletjes ge haat en zoo al meer. Voor fijnere soepen kunnen we cham pignons nemen of eiergelei of 'n ge pocheerd ei in ieder bord, of ook wel torentjes van eiwit of van slagroom. Eiergelei maakt men door goed ge klutste eieren au bain Marie te laten stollen en dan koud te laten worden, waarna men ze in blokjes kan snijden, die men vlak vóór het opdienen in de soep doet. Torentjes van zeer styf geklopt eiwit met 'n weinig zout of van slagroom wor den in kleine hoopjes op de soep ge spoten. Men kan het eiwit nog 'n kleurtje geven door er fijngehakte pe terselie doorheen te roeren, ook roert men er wel eens geraspte kaas door, voor bloemkoolsoep bijvoorbeeld. Men kan eiwit of slagroom ook in vlokjes op de- soep leggen en de vlokjes dan weer versieren met 'n heel klein hoopje gehakte peterselie. Gehakte peterselie alleen, in 'n klein hoopje midden op ieder bord gelegd, vormt ook al 'n aardige versiering. ADRIANA KNUIST—POLLEPEL. Wy hebben reeds vroeger geschreven over het kleuren van eetkamervloeren. Naar aanleiding van enkele hieromtrent ingekomen vragen van lezeressen, geven we hier nog eenige nadere wenken. Natuurlijk begint men met den vloer (we veronderstellen dat het een gewone plankenvloer is) zoo gelyk mogelijk te maken, uitstekende spijkers dieper in te slaan, plekjes kalk of plamuur, bij den bouw van het huis er op gemorst, af te schuren, enz. Daarna kan men den vloer lakken met gewone vloerlak. Dat was echter niet onze bedoeling; in het artikeltje hadden wij meer op het oog het beitsen van den vloer, omdat we daarmee alle gewenschte kleuren kunnen verkrijgen. Vooral transparante kleuren leenen zich bijzonder voor vloeren. Kleurbeits is verkrijgbaar in tal van kleuren: Berlijnsch blauw, Casselsbruin of Casselaarde Terasiene, Rauw- of ge brande Omber, gebrand- en ongebrand, Engelsch rood, Geel- en Bruinoker. By al deze kleuren kunt u naar verkie zing wit of andere kleuren mengen. Te veel dekkende kleuren kunt u trans parant maken door bijvoeging van Gutte- gom, dit in een weinig olie mengen, voor men het bij de kleuren voegt. De verhouding voor het mengen van alle beitsen is half olie, half terpentijn. Om snel te laten drogen kan wat sicca tief toegevoegd worden. Op een klein wit plankje kunnen we beproeven of de kleuren naar smaak zijn. Voor een eetkamer door een onzer lezeressen beschreven lijkt Engelseh-rood mij zeer geschikt. Berlijnsch blauw is niet altijd aan te raden, daar het bij droging verkleurt, en met den tijd de kleur van den ondergrond aanneemt. De vloeren, op deze manier behandeld, kunnen met was gewreven worden en blij ven glad zonder krassen. De beits wordt met een platten kwast opgebracht, met de houtverf mee. Alvorens men gaat wrijven moet de vloer zeer goed droog zijn. Naden dicht maken geeft niets, daar bij het krimpen en uitzetten het vulsel steeds opwerkt en uitvalt. Een vloer met naden is echter volstrekt niet leelijk of minderwaardig; in Enge land ziet men ze in eetkamers en in slaapkamers zeer veel, zelfs in overigens weelderig gemeubileerde vertrekken. Vaak zal het gebeuren, dat u nog een aardige japon van verleden jaar hebt, die nog in uitstekende conditie is, al leen.... het model is niet nieuw meer. De mode is zoo grillig geweest om plot seling van die verschrikkelijk lange rok ken te brengen, waarbij onze jurk van verleden jaar armoedig kort lykt. Met een langen mantel van dit seizoen er over zal u haar nog afdragen, maar o wee, als u het ook met uw korten mantel van verleden jaar moet doen, geen tintje komt er onder uit; we vinden het nog gaan, todat we plotseling langs een dame wandelen met een ruischend gewaad tot over de enkels, dan is het mis. Indien het even mogelyk is, nemen we een nieuwe japon, die tenminste onder den korten mantel een flink eind uitkomt, en het kan! jaar u te vervelen, de schaar er in een ingezet half mouwtje is immers modern en u kunt er weer een man chetje opzetten of een strookje aanma ken van de garneerende stof. Wilt u een radicale verandering van uw effen japonnen, zet dan een mooi gesneden bovenstuk op van geruite stof en onderaan een plooistuk in punten geknipt en uw japon is weer geheel an ders, niemand zal de japon van verleden jaar herkennen. A, b, c, laten u een handigheidje zien om een japon op drie verschillende ma nieren te dragen. Blouse-rok, blouse-rok met daaroverheen een lijfje met sierlijke kraagvolant en mouwvolant en ten slotte voor luchtige dagen de blouse weggela ten. De blouse hiervoor is het mooist van crêpe georgette in effen tint. De bovenste rf Ci> Maar nu de korte japon, zy was mis schien nog heel best en niet één, maar meer japonnen hangen in de kast, die we niet durven aantrekken, sommige nog met- de even lastige lange punten, nu de rok gelyk hangt. Welnu, hier ziet u verschillende op lossingen en u kunt naar aanleiding daarvan nog heel veel varieeren. De geliefde stippen leenen zich bizon der om een korte jurk lang te maken en te moderniseeren in haar geheel. Een I-eede revers-kraag en onder een aan gezette rand, een snufje van het stippen- goed op mouw en ceintuur en de japon is weer klaar. Voor een dunne effen japon kunnen we met gestipte voile garneeren en vernieuwen. Bij een kor ten klokrok kunnen we een ruime strook onder aan zetten, een schuine garnee rende bies, klokbiesjes onder de elleboog en gemoderniseerd is de japon. Weet u geen raad met uw gekleurde voile of crêpe georgette japon? Effen randen in de kleur van den ondergrond of wit bij teere kleuren voor randen, ver- lengsels enz.; het zal eerder fyn dan leelijk maken. Begint de lange mouw van verleden teekening toont u eveneens een manier om dezelfde japon voor verschillende ge legenheden te gebruiken. Zeer practisch op de huwelyksreis indien u 's avonds aan tafel moet verschijnen, en u geen zin heeft in een algeheele verkleedpartij; of op een tuinfeestje b.v. en op een dag aan 't strand, wanneer u 's avonds dan sen wilt. Indien u haar draagt als wan deltoilet, dan gebruikt u de onderjapon van gebloemde zyde of crêpe georgette, met er over het korte lijfje met lange mouwen. Voor namiddagtoilet doen we het korte lijfje uit, vervangen dit door den pelerine-kraag en trekken den rok met korte strook onder de japon aan, zoodat deze nu lang valt. Wilt u haar als avondjapon gebruiken, dan vervalt de pelerine-kraag, en een willekeurige bridge-coat van kant kan er over gedragen worden, een bloementoef kan het geheel versieren. Bij de hoeden houdt men ook al van verandering. Een klein hoedje, passend bij tailleur, kan in weinige oogenblikken zoo veranderd worden, dat het bij het sierlijkste zomertoilet past, door er een lossen rand omheen te leggen. ANEMOON

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 11