Uit den Haarlemsciien
Gemeenteraad
EEN ROOKVERBOD TE HAARLEM
EN ZIJN GEVOLGEN
Meer waard
dan de prijs
TWEEDE BLAD
DONDERDAG 30 JULI 1931
BLADZIJDE i
STADSNIEUWS
VERKEERSONGEVALLEN
BINNENLANDSCH NIEUWS
ONDERWIJS
1690
De burgemeester, die Vrijdag zelf met
verlof gaat, heeft ook den raadsleden
gedurende de maand Augustus vacantie
gegeven. Tenzij buitengewone omstan
digheden dit noodig maken, zal de
Haarlemsche Raad in de volgende
vijf weken niet meer bijeenkomen,
deelde hij mede, en zoo was het gisteren
de laatste vergadering, die de eerste
vroedschap van Groot-Haarlem hield.
In de maand September treedt
een nieuwe Raad op. Acht leden uit
den ouden zullen in de vergadering van
1 September ontbreken: mejuffrouw
Berdenis van Berlekom van den Vrij
heidsbond, de heeren Heer kens Thijssen
en Bartels (R.K.), Vos en Stam (S.D.
A.P.), Delfos (Chr. Hist.) en v. d. Kamp.
Aan het slot van de vergadering heeft
de burgemeester gisterenmiddag harte
lijk afscheid van hen genomen. Het
„honneur aux dames" in acht nemende,
huldigde hij eerst 't vrouwelijke raads
lid voor haar werk, in het bijzonder
voor wat zij ten bate van het openbaar
onderwijs heeft gedaan; vervolgens de
heeren Bartels, Vos, Stam, Delfos en v.
d. Kamp voor het door hen verrichte in
het belang der gemeente Haarlem,
waarbij hij herinnerde aan de 32 dienst
jaren van den nestor van den Raad, den
heer v. d. Kamp, om tenslotte uitvoerig
de verdiensten van den heer Heerkens
Thijssen te schetsen. Nog een maand
lang zal de katholieke wethouder waar
nemend burgemeester zijn en het ora
torisch vuurwerk, dat, veronderstellen
wij, in de volgende weken te zijner eere
zal worden ontstoken, zal niet van de
lucht zijn, zoodat dit korte woord van
den burgemeester als het inleidende sa
luutschot moest worden beschouwd.
Ruim 29 jaar raadslid te zijn geweest,
waarvan ruim 16 jaar wethouder en dat
op een wijze zooals mr. Heerkens Thijs
sen zijn taak opvatte, is een groote ver
dienste en prestatie. De heer Heerkens
Thijssen heeft veel voor Haarlem ge
daan. Omdat u zoovéél in het belang
der gemeente hebt gedaan, zeide de bur
gemeester tot hem, die in de raadsver
gaderingen immer aan zijn rechterzijde
heeft gezeten, omdat u zoovéél hebt ge
daan, kan ik maar enkele punten naar
voren brengen. Ook zelf zoudt u niet
alles kunnen opnoemen. Inderdaad is
het kenmerkende van mr. Heerkens
Thijssen's arbeid voor de gemeente
Haarlem de groote omvang daarvan.
Bijzonder gelukkig was de burgemeester
ook toen hij de aandacht vroeg voor
dat werk van den wethouder, dat nim
mer naar buiten is gekomen. Want dat
is zeer belangrijk: dagelijks en dagen
lang werkte hij jarenlang voor onze
stad.
De heer Heerkens Thijssen bedankte
den burgemeester voor zijn waardee-
rende woorden, de raadsleden voor hun
vriendelijke houding te zijnen opzichte
en liet laatste woord, dat wij van hem
in een Haarlemsche raadszitting hoor
den, was het kon wel niet anders
een wensch voor het welzijn van Haar
lem. Hartelijk drukten alle raadsleden
hem de hand. In den heer Heerkens
Thijssen zal de nieuwe Raad een deco
ratieve, sympathieke en kundige figuur
missen. Geen raadslid zal hem ooit in
liefde en in arbeidzaamheid voor de stad
zijner inwoning overtreffen.
In den aanvang der zitting waren de
geloofsbrieven van de nieuw gekozen
raadsleden onderzocht. Er werd bezwaar
gemaakt tegen de toelating van den
heer Westerveld (S.D.A.P.) op grond
van het feit, dat hij leeraar is aan de
Middelbare Technische School. De heer
Gerritsz betoogde, dat dit geen bezwaar
behoefde te zijn. Volgens hem is de
heer Westerveld niet bij het middelbaar
onderwijs werkzaam en geldt de onver-
eenigbaarheid van het lidmaatschap
van den Raad niet voor de leerkrachten
bij het Nijverheidsonderwijs, waartoe hij
ook de M. T. S. in dit geval rekende. Er
zijn, zeide hij, voorbeelden van, dat
dergelijke leerkrachten als raadslid zijn
toegelaten. De moeilijkheid werd opge
heven, toen bekend werd, dat de heer
Westerveld ontslag heeft genomen ais
leeraar van de M. T. S. en van dat ont
slag een afschrift in den Raad kwam.
De heer Westerveld werd toen als raads
lid toegelaten.
De heer Castricum maakte bezwaar
tegen het voorstel van B. en W. om de
110 woningen voor economisch zwakke
ren, die gebouwd worden in de omge
ving van de Archipelstraat, in beheer te
geven aan de Haarlemsche Stichting tot
Woningverbetering. Hij zag de zorg
daarvoor liever toevertrouwd aan Cen
traal Woningbeheer, een instelling, die
door het gemeentebestuur in het leven
is geroepen om de door de stad ge
bouwde woningen te beheeren. De ge-
dachtengang van den heer Castricum
was wel logisch, doch daar stond de
redeneering van den heer Gerritsz te
genover, die meende, dat de Haarlem
sche Stichting, omdat zij een woning-
inspectrice heeft, beter geschikt is voor
het beheer van dit complex. De Raad
beaamde dat door het voorstel van B.
en W. aan te nemen.
Bij de rondvraag had de heer Wolf
succes. Hij had aan B. en W. vragen ge
steld over de aanslagen in de straatbe
lasting. Het gemeentebestuur heeft,
volgens hem, bij de berekening der ver
koopwaarde van ongebouwde gronden
geen rekening gehouden met het feit,
dat sommige terreinen in het Noorden
der gemeente in den zoogenaamden
Verboden Kring liggen, dat is een kring
rond de forten waar geen gebouwen mo
gen gezet worden. Die gronden zijn, om
dat zij niet voor bouwterrein in aan
merking komen, minder waard dan de
gronden, waarop wel mag worden ge
bouwd. De heer Slingenberg gaf zich
direct gewonnen en erkende, dat er een
fout was gemaakt. Hij stelde voor
staande de vergadering de verkoop
waarde van de door den heer Wolf be
doelde gronden te bepalen op 3500 per
hectare en de aanslagen voor die gron
den ambtshalve naar rato te verminde
ren, doch de heer Wolf was daarmede
niet tevreden en wenschte de verkoop
waarde op 2500 te stellen. De Raad
voelde meer voor het voorstel van den
heer Slingenberg, doch deze rimpel op
het succes van den heer Wolf behoeft
de eigenaren van de gronden in den
fortenkring niet te ontmoedigen, want
zij werden door den heer Slingenberg
zelf uitgenoodigd om tegen hun aan
slagen te reclameeren als zij er niet
mede tevreden zijn. Dat zullen zij zich
wel geen tweemaal laten zeggen, maar
het zou wel eens kunnen gebeuren, dat
de ambtenaren het druk krijgen met
het behandelen van reclames tegen de
straatbelasting. Van verschillende kan
ten toch kwamen bezwaren tegen de
toegepaste huurschattingen en allicht
zullen er ook onder onze lezers zijn, die
zich verbaasd hebben over de vrijmoe
digheid waarmede de huurwaarde van
hun perceelen is verhoogd, waardoor
hun aanslag in de straatbelasting aan
zienlijk hooger is geworden dan verle
den jaar. Wij gelooven, dat het niet
overbodig is onze lezers aan te sporen,
de op hun aanslagbiljet aangegeven
huurwaarde zeer critisch te bekijken en
ruim gebruik te maken van het recht
om te reclameeren. De fout, die met de
gronden in den verboden kring heeft
plaats gehad, maakt een onpleizierigen
indruk.
Wij herinneren ons, dat bij de behan
deling van het voorstel tot wijziging der
straatbelasting, vooral van katholieken
kant, met name door den heer v. Liemt,
oppositie tegen het voorstel is gevoerd.
De nu toegepaste hooge huurschattin
gen dragen er toe bij, de destijds ge
maakte opmerkingen te ontzenuwen.
Van de communisten waren er weer
vele vragen. Eén over 't stempelen door
de werkloozen. Op de gewone manier
werd de werkloosheid door de commu
nisten voor eigen propaganda uitgebuit.
Wat den heer Loerakker, blijkbaar on
der den indruk van het leed, dat bij de
staking in den Wieringermeerpolder is
geleden, aanleiding gaf zijn gemoed te
luchten over de misdadigheid van de
communisten, die de werkloozen ophit
sen en het groote leed der werkloosheid
gebruiken voor hun politieke doeleinden.
Schande noemde hij het om, zooals een
der communisten had gedaan, de werk
loozen aan te sporen zich „kordaat te
gedragen" als zij hun zin niet zouden
krijgen. Wie krijgen de klappen, vroeg
hij, als zij inderdaad aan die uitnoodi-
ging gevolg geven? Laat men de men-
schen liever in de vakorganisatie bren
gen. Dat deze uitval van den heer Loer
akker (de Raad werd er stil van) niet
onbeantwoord bleef, ligt voor de hand.
De communisten vielen het comité aan,
dat verleden jaar is opgericht om de
werkloozen te steunen. Wat den heer
Castricum gelegenheid gaf, het werk
dezer commissie, in het bijzonder dat
van den secretaris, te prijzen.
Bij de volgende vragen der commu
nisten verzocht de burgemeester telkens
toestemming aan den Raad voor het
stellen dier vragen. Dit prikkelde den
heer Peper, die daarom vrij krachtig
aan den voorzitter vroeg, wat dit betee-
kende. De burgemeester deelde mede,
dat hij slechts het Reglement van Orde
handhaafde en dat hij dit straf
wenschte te doen, omdat de vragen van
de communisten in den laatsten tijd
steeds talrijker worden en de indruk
wordt gevestigd, dat het hun alleen
maar om politieke reclame voor de
communistische partij te doen is. De
heer Peper bleef het antwoord niet
schuldig en het ging nogal heftig toe,
maar bij stemming bleek de Raad zich
met 15 tegen 13 stemmen achter den
burgemeester te scharen, zoodat de
communisten geen gelegenheid kregen
hun vragen toe te lichten. Deze stemming
bracht ook deining in het socialistische
kamp. „Ik begrijp niet," bitste de heer
Gerritsz tegen zijn partijgenooten, „dat
jelui vóór stemmen; de communisten
gebruiken de gelegenheid alléén om ons
te beleedigen." De heer Peper beloofde
den raadsleden, dat zij pleizier aan deze
stemming zullen beleven. Dat was het
laatste teeken van leven, dat de oude
Raad gaf. En in deze prettige sfeer ging
de burgemeester tot zijn afscheidsspee-
ches over.
De groote Internationale
Gladiolustentoonstelling,
te Haarlem
Nimmer geziene variëteiten
Nog één dag en het scherm wordt opge
trokken. Dan zal men zich in het Krelage-
huis te Haarlem kunnen verlustigen in een
zee van schoone kleuren en vormen, zóó
fraai, zóó boeiend als niemand zich dat had
durven droomen.
Neen, liefhebbers van bloemen en plan
ten, gij kent geen Gladiolen! O ja, dié ge
wone, welke ge nu allerwegen in tuinen en
winkels aantreft, maar dat zijn verbleekte
sterren aan den GladiolushemelZaagt ge
wel ooit Gladiolen, van welke de afzonder
lijke kelken 1520 cM. in middellijn waren?
Wij zagen ze niet, vóórdat we ons op de
kweekerijen gingen oriënteeren, betreffende
wat op de tentoonstelling te zien zal zijn.
En dan die kleuren! Ge hebt wel eens ge
zien zoo'n paars-violetten, welken de kweekers
den blauwen noemen, maar zonder veel emotie
gingen ze aan uw oog voorbij. Straks op de
tentoonstelling zal het anders zijn, als uw
blik getroffen wordt door het diepste flu-
weelblauw, het teederste hemelsblauw, het
donkerste kastanjebruin, het reinste wit, het
warmste oranje, het zuiverste geel, om nog
maar niet te spreken van fonkelend rood,
zalmkleur, oranje, rose en alle tusschen-
tinten. Het zal voor allen zijn ongekende
kleurenweelde, door kunstzinnige handen
bovendien in een harmonisch geheel ver-
eenigd.
De bruikbaarheid van de kleuren
In alle stilte hebben de bekwame kwee
kers aan de veredeling van dit planten
geslacht gewerkt en hun, die de tentoonstel
ling bezoeken, zal het opvallen, dat er geen
salon is, geen meubelstuk, geen be
hangselpapier, geen tapijt, of er is een Gla
diolus, welke er in kleur mede harmonieert.
Zóó fijn, zóó volmaakt zijn de kleuren en
vormen, dat deze bloem, eertijds als grof
betiteld, zich volkomen aanpast bij het fijn
ste kristal, het kostbaarste aardewerk. M. a.
w. de Gladiolus is zoo veredeld, dat men hem
in afgesneden toestand elke plaats kan toe
wijzen. Het was daarom een goede gedachte
van de Nederlandsche Gladiolus Vereeniging
om H. M. de Koningin bij hare terugkomst
in het vaderland met bloemen van den Gla
diolus te verwelkomen.
De toepassing van den Gladiool
in de bloemschikking.
Op de tentoonstelling zal op onovertref-
felijke wijze gedemonstreerd worden hoe de
Gladiolusbloem in de bloemschikkunst tot
het edelste materiaal behoort. Geen bloem
kan hem in dit opzicht overtreffen. Temeer
niet, omdat de Gladiolus de onschatbare
eigenschap bezit, op water zeer lang goed te
blijven en daarin den laatsten knop tot
bloem te ontwikkelen. Daarom ook gioelt
de waardeering voor deze bloem biizonder en
leggen de kweekers er zich op toe, door ver
vroeging in de kassen reeds van Mei af bloe
men te kunnen leveren. De bloemstengels
worden steeds gaarne gekocht, want het is
voor de dames zoo'n voldoening gevend werk,
dit materiaal zelf in vazen te schikken. Het
best doet men dit zonder toevoeging van
ander groen dan het blad van den Gladiolus!
De Gladiolus in den tuin.
In den tuin kan men den Gladiolus met
Den I8den Juli 1690 stelden „myne E. E.
Heeren van den Gerechte der stad Haerlem"
een keur vast, waarbij verboden werd, „Ta
bak te drinken binnen deze stad ofte de
Vrijdomme van de zelve op de publyque
Markten en Straaten, in de Stoepens, Com-
menyen ofte Pothuizen, op wagens noch
schuiten." Geen ambachtslieden mochten, in
dienst van anderen, op hun werk rooken.
Ook in zijn huis was men niet vrijop p'aat-
sen waar „Turf, Krullen, Hey, Swavel, Hooy,
Vlas of andere Brand veroorsakende Mate
riën" waren, moest "men zich het genot van
de pijp ontzeggen. Op overtreding was een
dadelijk invorderbare boete van zes Carolus-
guldens gesteld, welke boete verdubbeld werd,
indien de overtreder in dienst van de Stad
was.
In het geval, dat de boete niet onmiddel
lijk betaald kon worden was voorzien door
de machtiging, welke de Hoofd-Officier, de
Commissaris van de Keure, de Kapitein van
de Nachtwacht en hun dienaars ontvingen:
zij zouden hem, die in overtreding kwam en
niet tot oogenblikkelijke betaling in staat was,
zijn „opperste Kleed" mogen „afneemen", in
dien dit de waarde van de boete had. Anders
mochten zij hem brengen ,,t' haren (hunnen)
koste (van de overtreders natuurlijk) in een
Stads Gysel-Kamer, waar zij zouden blijven,
totdat de boete betaald was.
Indien iemand zich mocht verzetten tegen
het ten uitvoer leggen van deze maatregelen,
dan zou hij beboet worden met 100 Carolus-
gu'dens, onverminderd nadere „correctie".
Den volgenden dag werd deze keur op de
gebruikelijke wijze afgekondigd.
Uit het stuk blijkt nog, dat vroegere keu
ren op het rooken niet het gevolg hadden
gehad, dat de Heeren er zich van voorgesteld
hadden.
Ook nu bleef aanvankelijk het effect uit.
Men zondigde er zoo openlijk tegen, dat
de Hoofd-Officier, Mr. Adriaan Bakker,
meende, dat krasse maatregelen genomen
moesten worden.
Op Maandag 23 October werd „zekere
Jongman" rookende op straat aangetroffen
en door den Hoofd-Officier van zijn jas ont
daan, wijl hij de boete niet betalen kon. Dit
was de aanleiding tot een volksoploop. De
wilde troep ging naar het woonhuis van
dezen ambtenaar, dwong hem niet alleen
„den Rok van den gemelden Jongman" af te
geven, maar ook alle boeten, welke hij ter
zake van deze overtreding reeds geïnd had,
en wierp daarna „met een schrikkelijk ge
weld" alle ruiten zijner woning in. Hetzelfde
gebeurde bij eenige andere leden van de Re
geering. Politieke straatslijpers riepen al, dat
het nu tijd was, de zoutpacht en andere be
lastingen „van den hals te smyten".
Gelukkig bewaarde de burgerij haar kalm
te. Zij doorzag de oproerkraaiers en gaf met
overtuiging gehoor aan den oproep, om de
goede orde met de wapenen tegen het grauw
te verdedigen.
De orde was hersteld. De Stadsregeering
had intusschen de Overheid van den Lande
van den toestand op de hoogte gesteld, en 25
October trokken 700 man te voet van het
Regiment Torlay en verscheidene ruiters de
stad binnen. Zy „brachten zulk een ontzag
met zich, dat niemand zich ten dien einde
meer dorst reppen of roeren."
succes planten In het boordbed en daarin
kan men door groepjes van twaalf of meer
een opvallend effect bereiken. Vooral zyn ze
voor het boordbed geschikt, omdat men met
Gladiolen er kleuren in brengen kan, welke
bü diverse in den zomer bloeiende gewassen
absoluut ontbreken. Maar ook on andere
wqze zyn ze toe te passen, b.v. als groep,
vóór Coniferen. Hoe mooi doet die diep
blauwe het dan voor die gele Conifeer, of
die oranjekleurige voor dien blauwsnar. Zoo
plant men ze ook tusschen laaabiyvende
heesters en, wat heel aanbevelenswaardig is,
in een losse groep met Canna's.
Wil men andere voorbeelden, ze zyn er te
kust en te keur en voor elk nlan. dat men
ontwerpt, is een Gladiolus aan te wijzen,
die er in past. Om echter in alle opzichten
te slagen, moet men zich terdege van de
kleuren en vormen op de hoogte stellen en
waar gaat dit gemakkelijker dan op de ten
toonstelling? Ontwerpt daar uw plannen!
Staatsvisschershavenbedrijf
Eervol ontslag directeur
Bij Koninklijk besluit is, met ingang van
1 Augustus a.s., aan den directeur van het
Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden, den
heer F. J. H. Schneiders, op verzoek eervol
ontslag verleend, met dankbetuiging voor de
langdurige aan den lande bewezen diensten.
Examen hoofdacte
HAARLEM, 29 Juli. Geëxamineerd 3 vr.
en 5 mann. candidaten. Geslaagd: mej. G.
Hoekmeyer te Alkmaar en de heeren A. van
Meerten te Den Helder en W. Hiemstra te
Schagen.
Het te IJmuiden aangespoelde lijk
Geen misdrijf
Uit een nader ingesteld onderzoek is geble
ken, dat de kenteekenen aan den hals van
het te IJmuiden aangespoelde iyk van een
ongeveer 25-jarige dame, niet door geweld
pleging veroorzaakt zyn, zoodat misdaad
geheel uitgesloten is. Het lijk is inmiddels
door de betrokken familie herkend en zal
thans ter aarde worden besteld.
Autouitstapje
Gisteravond reed een luxe-auto, waarvan
de bestuurder zich vergiste in het „voetee
ren" der verschillende pedalen, met vaart
door het tuinhek van het buiten van mevr.
Kalff op de Mollaan. Onder den drang der
motorische kracht bezweek dit hek, evenals 't
daarachter groeiend struikgewas. Maar ook
den auto bekwam dit uitstapje in andermans
tuin niet best. Tenminste, een kraanwagen
moest komen, om den auto weer op den weg
te brengen, teneinde zich onder behandeling
van den auto-doktei te kunnen stellen.
De bestuurder moest zyn verkeerde gas-
manoeuVre met een proces-verbaal bekoopen.
Twee van de grootste belhamels waren in
handen der Justitie geraakt; in 't begin van
November 1690 werden zü in het openbaar
gegeeseld.
Maar nog velen liepen vrij rond. Om hen
in handen te krijgen, vaardigden de Heeren
Staten van Holland en West-Friesland op
8 November een „Publicatie en Waarschou-
winge" uit, waarin zy, na warmen lof toege
zwaaid te hebben aan de goedgezinde Burge-
ry, een premie uitloofden van 1000 Carolus-
guldens aan hem, die een deelnemer aan het
tumult van 23 October aanwees met het ge
volg, dat deze gevonnist zou worden; wie er
twee of meer aanbracht, ontving deze som
voor elk van de belhamels. Bovendien zou
de naam van den aanbrenger geheim biyven.
Indien deze zelf aan de wanordelijkheden
had deelgenomen, zou hü kwütschelding van
straf en 500 Guldens ontvangen voor elke
aangifte van een mede-dader. Op een boete
van 1000 Gulden, bij niet-betaling te ver
vangen door ïyfstraffen, werd verboden de
belhamels te „herbergen, huisvesten ofte
versteeken."
Deze Publicatie had in zooverre het ge-
wenschte gevolg, dat Schout en Schepenen
(resp. Mr. Adriaan Bakker, Mr. Christoffel
van Valkenburg en Johan de Ram) de na
men van eenige misdadigers te weten kwa
men. zy hadden echter het hazenpad geko
zen. Met het luiden van de klok werden den
24sten November ingedaagd de navo'gende
personen en hun gelast, op Donderdag 14
December des voormiddags te tien ure in
persoon te compareeren op de Gerechtzitting
van dien dag. Deze „citatie en indaginge"
had na 24 November nog tweemaal plaats.
De gezochten waren:
1. Jacobus van Geldere, gewoond hebben
de op de Croft, op den hoek van de Soete-
melk-witte-brood- of Heer-Fatingstraat.
2. Harmen, varensgezel en bedelaar, ge
woond hebbende in de Slik- of Witte-Lelie-
steeg.
3. Hendrik, broeder van no. 2, beroep en
woonplaats als no. 2.
4. Arent Janszn., wever, in de Nieuwe Uit
leg no. 17.
5. Bastiaan, in de wandeling Lekker Beetje
genaamd, gewoond hebbende in een poort,
uitkomende op de Bakenessergracht.
6. Govert Jansz., gewezen kleermaker, op
de Bakenessergracht bij de brouwerij van de
Passer.
7. Adriaan Jansz., pypebranderszoon, op de
Zuid-Voldersgracht.
8. Marcelis Jansz. timmermansgezel, in het
Pottebakkerspoortje op den Burgwal.
9. Adriaan Baas van Alkmaar, timmer
mansknecht, in de Korte Bagijnenstraat.
10. Pieter Pietersz., lintwever, in de Kamp.
11. Magdaleentjehuisvrouw van Mar
celis de Kuiper, in de Gravinnesteeg.
12. Gerbrant Klaasz., bezemmakersknecht,
op de Vest by de Schalkwükerpoort.
Aan de laatste twee was ten laste gelegd
het terugvorderen van de wegens het in het
openbaar rooken betaalde boeten. No. 11 trad
hierby voor haar man op.
Latere mededeelingen omtrent deze perso
nen troffen wy niet aan, zoodat zy vermoe-
deiyk, althans voorloopig, in het oord van
hun vrijwillige ballingschap zyn gebleven.
Oranjebond van Orde
Uitslag Prijsvraag 19301931.
De Commissie van Uitvoering voor het
Prijsvragen instituut, bestaande uit de hee
ren I. G. J. Kakebeeke, Inspecteur van
Landbouw, Voorzitter te s-Gravenhage; Prof.
H. W. C. Bordewijk, Hoogleeraar te Gro
ningen en Ir. V. B. Y. Croesen, Secretaris-
Penningmeester te 's-Gravenhage, trad te
vens als Commissie van beoordeeling op.
Door ongesteldheid en daarmede samenhan
gende buitenlandsche afwezigheid van
laatstgenoemde en door andere oorzaken
heeft de bekendmaking van het eindoordeel
der Commissie lang op zich laten wachten.
Het gevolg daarvan is, dat de voor bekro
ning in aanmerking komende antwoorden
niet zonder meer voor publicatie vatbaar
zyn, maar in overleg met de Commissie aan
gevuld, onderscheidelijk gewijzigd zullen moe
ten worden.
Het aantal antwoorden, dat voor beoor
deeling in aanmerking kwam, bedroeg 32, ter
wijl 4 antwoorden dadelijk ter züde gelegd
moesten worden, omdat zij onderteekend wa
ren en het nadere adres van den schrijver
vermeldden. Voorts kwamen nog enkele brie
ven in, waarin de schrijvers, onder mededee-
ling, dat zij niet aan de prijsvraag wenschen
deel te nemen hunne meening over de crisis
kenbaar maakten.
Terwijl sommige inzenders zich zeer veel
moeite gegeven hadden voor hunne beant
woording van de gestelde vragen, bepaalden
anderen zich tot een uiterst beknopt ant
woord van enkele bladzijden schrifts.
In vele gevallen voldeden de ingekomen
antwoorden niet aan het gestelde doel. Meer
malen werd te veel uit het oog verloren,
dat zulks was: De Nederlandsche bevolking,
voor zoover die minder kan oordeelen over
datgene, wat op het platteland en in den
land- en tuinbouw omgaat, te overtuigen
van den ernst en de groote algemeene be-
teekenis van een crisis in het land- en tuin
bouwbedrijf.
Vele inzenders hadden zich ook bezigge
houden met de vermoedelijke oorzaken van
de crisis en met de middelen, die daartegen
kunnen worden aangewend. In de uitgeschre
ven prijsvraag waren deze punten niet op
genomen, omdat het der Commissie voor
kwam:
dat eene duidelijke voorlichting van de
niet-plattelands bevolking alleen reeds een
zaak van groote beteekenis was. die niet
door de geiyktijdige behandeling van andere
kwesties, kans mocht loopen op den achter
grond te komen:
dat eene beschouwing van de oorzaken der
crisis en de mogelijke middelen ter verzach
ting, de kans opleverde, dat politieke inzich
ten en wat daartoe, terecht of ten on
rechte, gerekend wordt zouden worden ter
sprake gebracht
Inmiddels heeft de Commissie van Beoor
deeling haar taak aldus opgevat, dat zy niet
van meening was. dat antwoorden, waarin
ook die punten behandeld zün, daarom min
der geschikt geacht moesten worden, mits
zy overigens aan het gestelde doel beant
woordden.
Gezien den aard en de hoedanigheid van
de ingekomen antwoorden, meende de Com
missie, dat er geen aanleiding was een eer
sten prüs van 500 toe te bennen. Niett-
min oordeelde zij. dat verschillende antwoor
den veel verdienstelijks hadden, zoodat zij
besloot het uitgeloofde bedrag van 750.—
toch in zijn geheel te verdeelen over drie
inzenders. De wijze, waarop genoemd bedrag
verdeeld zal worden, zal nader bekend ge
maakt worden, zoo mogeiyk met vermelding
van de namen der betreffende schrüvers.
De motto's van de antwoorden, die voor eene
bekroning in aanmerking komen, luiden: Oh,
edel air, laet treffen wat kan treffen. Ghy
neight 't hooft, om 't hooft omhoogh te hef
fen: Pauvres paysans, pauvre pays (ter
voorkoming van misverstand zy hier ver
meld. dat er drie inzendingen waren met
ditzelfde motto); In 't heden ligt 't ver
leden, in het nu wat komen zal: de Zwy-
gende zwoegers.
De Roode Arbeidersweer
Oefeningen onder leiding van militairen
De Centrale Raad van het Verbond van
Nationalisten, te Amsterdam, zond het vol
gende protest aan den Minister van
Defensie:
Volgens berichten in de pers, is opgericht
de „Ned. Arbeiders Vredeswacht", met als
zetel Amsterdam. Doel is het houden van
militaire oefeningen, welke, naar het heet,
reeds zün begonnen. Deze „vredeswacht"
heeft ten doel de eigendommenvan de
arbeiders te beschermen tegen kwaadwil
ligen. Het een en ander zyn uiterst rekbare
termen en naar ons ter oore is gekomen,
geschieden de oefeningen onder leiding
van militairen.
Het Verbond van Nationalisten, dat
reeds meermalen de overtuiging kreeg, dat
alles wat „nationaal" getint is hier te
lande, stelselmatig wordt tegengewerkt en
anderszijds alles wat „revolutionnair" is.
wordt begunstigd, vraagt zich af of Uwe
Excellentie maatregelen zal nemen tegen
militaire leiders van deze „Roode Militie"?
Wy zouden hiertoe niet overgaan, wan
neer er niet eenigen tijd geleden een leger
order was uitgevaardigd, waarbij het aar.
beroepsmilitairen werd verboden, deel uit
te maken van de door ons geformeerde
nationalistische militie, die n.b. niets
anders ten doel heeft dan schraging van
ons Koningshuis en handhaving der be
staande orde bij eventueele pogingen van
socialisten en communisten om het gezag
omver te werpen.
Algemeene vergadering Nevas
Speciale wegen voor het autoverkeer
De Ned. Vereeniging voor Autosnelwegen
(Nevas) hield gistermiddag een algemeene
vergadering in het gebouw van het Kon. In
stituut van Ingenieurs te Den Haag onder
leiding van den heer S. ten Bokkel Huinink
uit Haarlem, waarnemend voorzitter.
In de vacature van voorzitter, ontstaan
door het bedanken van den heer v. d. Molen,
werd voorzien door de benoeming, met alge
meene stemmen, var. mr. dr N. J. C. M.
Kappeijne van de Coppello te Loenen a. d.
Vecht, vice-voorzitter van het internationaal
comité voor den bouw van speciale auto
wegen.
De heer Ten Bokkel Huinink hield vervol
gens een inleiding over autosnelwegen. Nevas
heeft zich tot teak gesteld, aldus het verslag
in de „Tel.", den spoedigen aanleg van spe
ciale autowegen, zonder althans zoo wei
nig mogelijk kruisingen niveau, te be
vorderen. Vooral in drassigen bodem, als in
de omgeving van Amsterdam en Rotterdam,
is de gewone aanleg a niveau, zooals thans
van Den Haag naar Rotterdam een weg voor
gemengd verkeer in aanleg is, buitengewoon
kostbaar; de kosten komen hier op f 800.000
f 1.000.000 per K.M.
Hier had een prachtige autobaan voor
f 500.000 per K.M. op viaduct gebouwd kun-
nen worden, waarby nog een groote besparing
aan onteigeningskosten zou zijn verkregen.
Spr. lichtte vervolgens verschillende ideeën
met betrekking tot auto-snelwegen in ons
land toe. O.a. is volgens hem noodig een spe
ciale autoweg van Amsterdam door het Gooi
naar Apeldoorn en verder door Twente naar
Hamburg, Bremen en Berlijn, in aansluiting
aan de Duitsche Autostrasze geprojecteerd
van Hamburg over Hannover, Cassel, Frank
fort naar Bazel. Eveneens behooren van
Friesland en Groningen uit primaire wegen
aan te sluiten op de hier genoemde auto
wegen, en deze op hun beurt aan den specia-
len autoweg langs Antwerpen en Brussel naar
Parijs. In de naaste toekomst zal nog voor
minstens 500 millioen gulden op wegengebied
moeten worden besteed.
Hierna werden beschouwingen gehouden
over de brochure van ir. A. A. Mussert,
hoofdingenieur van den Provincialen Water
staat te Utrecht, getiteld „Vrij baan voor de
toekomst".
Bij deze besprekingen deelden de heeren
J. Bem. Goudriaan en Kroes cyfers mede,
welke de sterke toeneming van het autover
keer demonstreeren. Op 1 Augustus 1930 be
droeg het aantal auto's en motorrijwielen in
ons land ongeveer 140.000, terwyi dit aantal
thans waarschyniyk op 150.000 kan worden
geraamd. Er is, aldus de heer Kroes, geen
sprake van, dat een zoo groot aantal snel-
verkeersmiddelen op den weg voor gemengd
verkeer kan worden geduld zonder schrik
barende sty ging van het aantal ongevallen.
De strijd in het steenzettersbedrijf
te Amsterdam
Bemiddeling van de hand gewezen
Zooals reeds is gemeld, had de steenzetters-
vereeniging E. M. O. te Amsterdam bemid
deling gevraagd in het bekende conflict,
waartoe zy zich aanvankeiyk had gewend tot
den heer Hoofdcommissaris van Politie. Deze
had dit verzoek ter kennis van het gemeen
tebestuur gebracht en zoo ontving het bestuur
van den R. K. Bouwvakarbeidersbond van
den heer Wibaut de mededeeling, dat deze
tegen een dergelijke bemiddeling niet afwy-
zend stond, indien ook het bestuur van laatst
genoemden Bond meende daarop te kunnen
ingaan.
In zyn vergadering van 27 Juli heeft het
hoofdbestuur van den R. K. Bouwvakarbei
dersbond deze aangelegenheid besproken en
besloten een schrijven aan den heer Wibaut
te zenden, waaraan het volgende is ont
leend:
Het door de vereeniging EMO.S. verwor
pen en te Utrecht vastgestelde compromis
was het resultaat van een bespreking tus
schen een vertegenwoordiging van het Natio
naal Arbeids-Secretariaat (N.A.S.), Landeiyke
Federatie van Bouwvakarbeiders, waarby
E.M.O.S. is aangesloten en laatstgenoemde
vereeniging eenerzyds en van het R. K. Werk
liedenverbond en R. K. Bouwvakarbeiders
bond anderzyds, terwyi voor deze bespreking
het initiatief was uitgegaan van het N.A.S.
Uit het door u aan ons gezonden schrijven
moet geconstateerd worden, dat thans de
steenzettersvereeniging EM.O.S. bemiddeling
vraagt.
Ons bestuur constateert hier een gewyzig-
den gang van zaken, dien het niet zonder be
teekenis acht.
In aanmerking genomen immers de tot
standkoming van het door E.M.O.S. verwor
pen compromis, mocht redeiyker wyze wor
den verwacht, dat na deze verwerping van
de zijde der initiatief nemende organisaties
gepoogd zou worden tot een nieuwe bespre
king te geraken, in het midden gelaten of
deze resultaat zou hebben opgeleverd.
Nu dat niet is geschied, moet voor ons
bestuur de vraag rijzen of E.M.O.S. zich aan
de leiding der meergenoemde organisaties
heeft onttrokken, dan wel of deze organisa
ties het met het initiatief van E.M.O.S. niet
eens zyn.
Deze afwyking door E.M.O.S. van den
voor de hand liggenden weg, heeft niet nage
laten op ons bestuur meer dan gewonen in
druk te maken.
Vervolgens is ons bestuur van oordeel, dat,
alvorens E.M.O.S. het denkbeeld van bemid
deling trachtte te realiseeren, hierover in
ieder geval overleg met de wederparty in
casu ons bestuur had moeten plaats vin
den.
Tenslotte meent ons bestuur, dat de meer
genoemde poging van E.M.O.S. wel een zeer
eigenaardig karakter krygt, wanneer men
haar plaatst binnen de omlijsting van het
geen, na de verwerping, onzen leden steen
zetters wederom door haar wordt aangedaan.
Deze immers zyn na die verwerping we
derom aan de meest afkeurenswaardige be
jegening blootgesteld en men moet er wel
zeer eigenaardige opvattingen op na houden,
wanneer men verwacht dat tydens en na een
dergeiyke bejegening een bemiddelingspoging
een vruchtbaren bodem vinden zou.
Ons bstuur meent dan ook, na rijp beraad,
op grond van boven uiteengezette overwegin
gen u te moeten berichten, dat het op de
pogingen van E. M. O. S. niet kan ingaan.
Toelating tot de Hoogeschool
De onderwyzersacte moet recht van
toelating geven
De byzondere commissie voor georganiseerd
overleg in onderwyzerszaken heeft krachtens
een in haar laatst gehouden vergadering ge
nomen besluit den Minister van Onderwys
verzocht te willen bevorderen, dat onderwy-
zers by het lager onderwys toegelaten wor
den tot de studie aan de hoogeschool op den-
zelfden voet als de bezitter van het diploma
H.B.S. 5-j. cursus.
Ter toelichting van dit verzoek wyst de
commissie er op, dat h.i. laatstbedoeld diplo
ma zeker niet meer waarborg biedt voor vol
doende algemeene ontwikkeling, noodig om
lot de studie aan de universiteit te worden
toegelaten dan het examen voor onderwy-
zer, zooals dit laatstelijk is geregeld by Kon.
besluit van 10 September 1923. In deze om
standigheden bestaat er h.i. alle reden om,
evenals dit reeds het geval is met de bezitters
van het diploma H. B. S., ook de bezitters van
de onderwyzersakte van het doen van een
z.aatsexamen vrij te stellen. Een uitzonde
ring ware h.i. te maken voor die onderwy-
zers, die niet in het vak wiskunde zyn ge
ëxamineerd krachtens artikel 17, vyfde lid,
van het Kon. besluit van 10 Sept. 1923.