Uit den Haarlemsciien Gemeenteraad EEN ROOKVERBOD TE HAARLEM EN ZIJN GEVOLGEN Meer waard dan de prijs TWEEDE BLAD DONDERDAG 30 JULI 1931 BLADZIJDE i STADSNIEUWS VERKEERSONGEVALLEN BINNENLANDSCH NIEUWS ONDERWIJS 1690 De burgemeester, die Vrijdag zelf met verlof gaat, heeft ook den raadsleden gedurende de maand Augustus vacantie gegeven. Tenzij buitengewone omstan digheden dit noodig maken, zal de Haarlemsche Raad in de volgende vijf weken niet meer bijeenkomen, deelde hij mede, en zoo was het gisteren de laatste vergadering, die de eerste vroedschap van Groot-Haarlem hield. In de maand September treedt een nieuwe Raad op. Acht leden uit den ouden zullen in de vergadering van 1 September ontbreken: mejuffrouw Berdenis van Berlekom van den Vrij heidsbond, de heeren Heer kens Thijssen en Bartels (R.K.), Vos en Stam (S.D. A.P.), Delfos (Chr. Hist.) en v. d. Kamp. Aan het slot van de vergadering heeft de burgemeester gisterenmiddag harte lijk afscheid van hen genomen. Het „honneur aux dames" in acht nemende, huldigde hij eerst 't vrouwelijke raads lid voor haar werk, in het bijzonder voor wat zij ten bate van het openbaar onderwijs heeft gedaan; vervolgens de heeren Bartels, Vos, Stam, Delfos en v. d. Kamp voor het door hen verrichte in het belang der gemeente Haarlem, waarbij hij herinnerde aan de 32 dienst jaren van den nestor van den Raad, den heer v. d. Kamp, om tenslotte uitvoerig de verdiensten van den heer Heerkens Thijssen te schetsen. Nog een maand lang zal de katholieke wethouder waar nemend burgemeester zijn en het ora torisch vuurwerk, dat, veronderstellen wij, in de volgende weken te zijner eere zal worden ontstoken, zal niet van de lucht zijn, zoodat dit korte woord van den burgemeester als het inleidende sa luutschot moest worden beschouwd. Ruim 29 jaar raadslid te zijn geweest, waarvan ruim 16 jaar wethouder en dat op een wijze zooals mr. Heerkens Thijs sen zijn taak opvatte, is een groote ver dienste en prestatie. De heer Heerkens Thijssen heeft veel voor Haarlem ge daan. Omdat u zoovéél in het belang der gemeente hebt gedaan, zeide de bur gemeester tot hem, die in de raadsver gaderingen immer aan zijn rechterzijde heeft gezeten, omdat u zoovéél hebt ge daan, kan ik maar enkele punten naar voren brengen. Ook zelf zoudt u niet alles kunnen opnoemen. Inderdaad is het kenmerkende van mr. Heerkens Thijssen's arbeid voor de gemeente Haarlem de groote omvang daarvan. Bijzonder gelukkig was de burgemeester ook toen hij de aandacht vroeg voor dat werk van den wethouder, dat nim mer naar buiten is gekomen. Want dat is zeer belangrijk: dagelijks en dagen lang werkte hij jarenlang voor onze stad. De heer Heerkens Thijssen bedankte den burgemeester voor zijn waardee- rende woorden, de raadsleden voor hun vriendelijke houding te zijnen opzichte en liet laatste woord, dat wij van hem in een Haarlemsche raadszitting hoor den, was het kon wel niet anders een wensch voor het welzijn van Haar lem. Hartelijk drukten alle raadsleden hem de hand. In den heer Heerkens Thijssen zal de nieuwe Raad een deco ratieve, sympathieke en kundige figuur missen. Geen raadslid zal hem ooit in liefde en in arbeidzaamheid voor de stad zijner inwoning overtreffen. In den aanvang der zitting waren de geloofsbrieven van de nieuw gekozen raadsleden onderzocht. Er werd bezwaar gemaakt tegen de toelating van den heer Westerveld (S.D.A.P.) op grond van het feit, dat hij leeraar is aan de Middelbare Technische School. De heer Gerritsz betoogde, dat dit geen bezwaar behoefde te zijn. Volgens hem is de heer Westerveld niet bij het middelbaar onderwijs werkzaam en geldt de onver- eenigbaarheid van het lidmaatschap van den Raad niet voor de leerkrachten bij het Nijverheidsonderwijs, waartoe hij ook de M. T. S. in dit geval rekende. Er zijn, zeide hij, voorbeelden van, dat dergelijke leerkrachten als raadslid zijn toegelaten. De moeilijkheid werd opge heven, toen bekend werd, dat de heer Westerveld ontslag heeft genomen ais leeraar van de M. T. S. en van dat ont slag een afschrift in den Raad kwam. De heer Westerveld werd toen als raads lid toegelaten. De heer Castricum maakte bezwaar tegen het voorstel van B. en W. om de 110 woningen voor economisch zwakke ren, die gebouwd worden in de omge ving van de Archipelstraat, in beheer te geven aan de Haarlemsche Stichting tot Woningverbetering. Hij zag de zorg daarvoor liever toevertrouwd aan Cen traal Woningbeheer, een instelling, die door het gemeentebestuur in het leven is geroepen om de door de stad ge bouwde woningen te beheeren. De ge- dachtengang van den heer Castricum was wel logisch, doch daar stond de redeneering van den heer Gerritsz te genover, die meende, dat de Haarlem sche Stichting, omdat zij een woning- inspectrice heeft, beter geschikt is voor het beheer van dit complex. De Raad beaamde dat door het voorstel van B. en W. aan te nemen. Bij de rondvraag had de heer Wolf succes. Hij had aan B. en W. vragen ge steld over de aanslagen in de straatbe lasting. Het gemeentebestuur heeft, volgens hem, bij de berekening der ver koopwaarde van ongebouwde gronden geen rekening gehouden met het feit, dat sommige terreinen in het Noorden der gemeente in den zoogenaamden Verboden Kring liggen, dat is een kring rond de forten waar geen gebouwen mo gen gezet worden. Die gronden zijn, om dat zij niet voor bouwterrein in aan merking komen, minder waard dan de gronden, waarop wel mag worden ge bouwd. De heer Slingenberg gaf zich direct gewonnen en erkende, dat er een fout was gemaakt. Hij stelde voor staande de vergadering de verkoop waarde van de door den heer Wolf be doelde gronden te bepalen op 3500 per hectare en de aanslagen voor die gron den ambtshalve naar rato te verminde ren, doch de heer Wolf was daarmede niet tevreden en wenschte de verkoop waarde op 2500 te stellen. De Raad voelde meer voor het voorstel van den heer Slingenberg, doch deze rimpel op het succes van den heer Wolf behoeft de eigenaren van de gronden in den fortenkring niet te ontmoedigen, want zij werden door den heer Slingenberg zelf uitgenoodigd om tegen hun aan slagen te reclameeren als zij er niet mede tevreden zijn. Dat zullen zij zich wel geen tweemaal laten zeggen, maar het zou wel eens kunnen gebeuren, dat de ambtenaren het druk krijgen met het behandelen van reclames tegen de straatbelasting. Van verschillende kan ten toch kwamen bezwaren tegen de toegepaste huurschattingen en allicht zullen er ook onder onze lezers zijn, die zich verbaasd hebben over de vrijmoe digheid waarmede de huurwaarde van hun perceelen is verhoogd, waardoor hun aanslag in de straatbelasting aan zienlijk hooger is geworden dan verle den jaar. Wij gelooven, dat het niet overbodig is onze lezers aan te sporen, de op hun aanslagbiljet aangegeven huurwaarde zeer critisch te bekijken en ruim gebruik te maken van het recht om te reclameeren. De fout, die met de gronden in den verboden kring heeft plaats gehad, maakt een onpleizierigen indruk. Wij herinneren ons, dat bij de behan deling van het voorstel tot wijziging der straatbelasting, vooral van katholieken kant, met name door den heer v. Liemt, oppositie tegen het voorstel is gevoerd. De nu toegepaste hooge huurschattin gen dragen er toe bij, de destijds ge maakte opmerkingen te ontzenuwen. Van de communisten waren er weer vele vragen. Eén over 't stempelen door de werkloozen. Op de gewone manier werd de werkloosheid door de commu nisten voor eigen propaganda uitgebuit. Wat den heer Loerakker, blijkbaar on der den indruk van het leed, dat bij de staking in den Wieringermeerpolder is geleden, aanleiding gaf zijn gemoed te luchten over de misdadigheid van de communisten, die de werkloozen ophit sen en het groote leed der werkloosheid gebruiken voor hun politieke doeleinden. Schande noemde hij het om, zooals een der communisten had gedaan, de werk loozen aan te sporen zich „kordaat te gedragen" als zij hun zin niet zouden krijgen. Wie krijgen de klappen, vroeg hij, als zij inderdaad aan die uitnoodi- ging gevolg geven? Laat men de men- schen liever in de vakorganisatie bren gen. Dat deze uitval van den heer Loer akker (de Raad werd er stil van) niet onbeantwoord bleef, ligt voor de hand. De communisten vielen het comité aan, dat verleden jaar is opgericht om de werkloozen te steunen. Wat den heer Castricum gelegenheid gaf, het werk dezer commissie, in het bijzonder dat van den secretaris, te prijzen. Bij de volgende vragen der commu nisten verzocht de burgemeester telkens toestemming aan den Raad voor het stellen dier vragen. Dit prikkelde den heer Peper, die daarom vrij krachtig aan den voorzitter vroeg, wat dit betee- kende. De burgemeester deelde mede, dat hij slechts het Reglement van Orde handhaafde en dat hij dit straf wenschte te doen, omdat de vragen van de communisten in den laatsten tijd steeds talrijker worden en de indruk wordt gevestigd, dat het hun alleen maar om politieke reclame voor de communistische partij te doen is. De heer Peper bleef het antwoord niet schuldig en het ging nogal heftig toe, maar bij stemming bleek de Raad zich met 15 tegen 13 stemmen achter den burgemeester te scharen, zoodat de communisten geen gelegenheid kregen hun vragen toe te lichten. Deze stemming bracht ook deining in het socialistische kamp. „Ik begrijp niet," bitste de heer Gerritsz tegen zijn partijgenooten, „dat jelui vóór stemmen; de communisten gebruiken de gelegenheid alléén om ons te beleedigen." De heer Peper beloofde den raadsleden, dat zij pleizier aan deze stemming zullen beleven. Dat was het laatste teeken van leven, dat de oude Raad gaf. En in deze prettige sfeer ging de burgemeester tot zijn afscheidsspee- ches over. De groote Internationale Gladiolustentoonstelling, te Haarlem Nimmer geziene variëteiten Nog één dag en het scherm wordt opge trokken. Dan zal men zich in het Krelage- huis te Haarlem kunnen verlustigen in een zee van schoone kleuren en vormen, zóó fraai, zóó boeiend als niemand zich dat had durven droomen. Neen, liefhebbers van bloemen en plan ten, gij kent geen Gladiolen! O ja, dié ge wone, welke ge nu allerwegen in tuinen en winkels aantreft, maar dat zijn verbleekte sterren aan den GladiolushemelZaagt ge wel ooit Gladiolen, van welke de afzonder lijke kelken 1520 cM. in middellijn waren? Wij zagen ze niet, vóórdat we ons op de kweekerijen gingen oriënteeren, betreffende wat op de tentoonstelling te zien zal zijn. En dan die kleuren! Ge hebt wel eens ge zien zoo'n paars-violetten, welken de kweekers den blauwen noemen, maar zonder veel emotie gingen ze aan uw oog voorbij. Straks op de tentoonstelling zal het anders zijn, als uw blik getroffen wordt door het diepste flu- weelblauw, het teederste hemelsblauw, het donkerste kastanjebruin, het reinste wit, het warmste oranje, het zuiverste geel, om nog maar niet te spreken van fonkelend rood, zalmkleur, oranje, rose en alle tusschen- tinten. Het zal voor allen zijn ongekende kleurenweelde, door kunstzinnige handen bovendien in een harmonisch geheel ver- eenigd. De bruikbaarheid van de kleuren In alle stilte hebben de bekwame kwee kers aan de veredeling van dit planten geslacht gewerkt en hun, die de tentoonstel ling bezoeken, zal het opvallen, dat er geen salon is, geen meubelstuk, geen be hangselpapier, geen tapijt, of er is een Gla diolus, welke er in kleur mede harmonieert. Zóó fijn, zóó volmaakt zijn de kleuren en vormen, dat deze bloem, eertijds als grof betiteld, zich volkomen aanpast bij het fijn ste kristal, het kostbaarste aardewerk. M. a. w. de Gladiolus is zoo veredeld, dat men hem in afgesneden toestand elke plaats kan toe wijzen. Het was daarom een goede gedachte van de Nederlandsche Gladiolus Vereeniging om H. M. de Koningin bij hare terugkomst in het vaderland met bloemen van den Gla diolus te verwelkomen. De toepassing van den Gladiool in de bloemschikking. Op de tentoonstelling zal op onovertref- felijke wijze gedemonstreerd worden hoe de Gladiolusbloem in de bloemschikkunst tot het edelste materiaal behoort. Geen bloem kan hem in dit opzicht overtreffen. Temeer niet, omdat de Gladiolus de onschatbare eigenschap bezit, op water zeer lang goed te blijven en daarin den laatsten knop tot bloem te ontwikkelen. Daarom ook gioelt de waardeering voor deze bloem biizonder en leggen de kweekers er zich op toe, door ver vroeging in de kassen reeds van Mei af bloe men te kunnen leveren. De bloemstengels worden steeds gaarne gekocht, want het is voor de dames zoo'n voldoening gevend werk, dit materiaal zelf in vazen te schikken. Het best doet men dit zonder toevoeging van ander groen dan het blad van den Gladiolus! De Gladiolus in den tuin. In den tuin kan men den Gladiolus met Den I8den Juli 1690 stelden „myne E. E. Heeren van den Gerechte der stad Haerlem" een keur vast, waarbij verboden werd, „Ta bak te drinken binnen deze stad ofte de Vrijdomme van de zelve op de publyque Markten en Straaten, in de Stoepens, Com- menyen ofte Pothuizen, op wagens noch schuiten." Geen ambachtslieden mochten, in dienst van anderen, op hun werk rooken. Ook in zijn huis was men niet vrijop p'aat- sen waar „Turf, Krullen, Hey, Swavel, Hooy, Vlas of andere Brand veroorsakende Mate riën" waren, moest "men zich het genot van de pijp ontzeggen. Op overtreding was een dadelijk invorderbare boete van zes Carolus- guldens gesteld, welke boete verdubbeld werd, indien de overtreder in dienst van de Stad was. In het geval, dat de boete niet onmiddel lijk betaald kon worden was voorzien door de machtiging, welke de Hoofd-Officier, de Commissaris van de Keure, de Kapitein van de Nachtwacht en hun dienaars ontvingen: zij zouden hem, die in overtreding kwam en niet tot oogenblikkelijke betaling in staat was, zijn „opperste Kleed" mogen „afneemen", in dien dit de waarde van de boete had. Anders mochten zij hem brengen ,,t' haren (hunnen) koste (van de overtreders natuurlijk) in een Stads Gysel-Kamer, waar zij zouden blijven, totdat de boete betaald was. Indien iemand zich mocht verzetten tegen het ten uitvoer leggen van deze maatregelen, dan zou hij beboet worden met 100 Carolus- gu'dens, onverminderd nadere „correctie". Den volgenden dag werd deze keur op de gebruikelijke wijze afgekondigd. Uit het stuk blijkt nog, dat vroegere keu ren op het rooken niet het gevolg hadden gehad, dat de Heeren er zich van voorgesteld hadden. Ook nu bleef aanvankelijk het effect uit. Men zondigde er zoo openlijk tegen, dat de Hoofd-Officier, Mr. Adriaan Bakker, meende, dat krasse maatregelen genomen moesten worden. Op Maandag 23 October werd „zekere Jongman" rookende op straat aangetroffen en door den Hoofd-Officier van zijn jas ont daan, wijl hij de boete niet betalen kon. Dit was de aanleiding tot een volksoploop. De wilde troep ging naar het woonhuis van dezen ambtenaar, dwong hem niet alleen „den Rok van den gemelden Jongman" af te geven, maar ook alle boeten, welke hij ter zake van deze overtreding reeds geïnd had, en wierp daarna „met een schrikkelijk ge weld" alle ruiten zijner woning in. Hetzelfde gebeurde bij eenige andere leden van de Re geering. Politieke straatslijpers riepen al, dat het nu tijd was, de zoutpacht en andere be lastingen „van den hals te smyten". Gelukkig bewaarde de burgerij haar kalm te. Zij doorzag de oproerkraaiers en gaf met overtuiging gehoor aan den oproep, om de goede orde met de wapenen tegen het grauw te verdedigen. De orde was hersteld. De Stadsregeering had intusschen de Overheid van den Lande van den toestand op de hoogte gesteld, en 25 October trokken 700 man te voet van het Regiment Torlay en verscheidene ruiters de stad binnen. Zy „brachten zulk een ontzag met zich, dat niemand zich ten dien einde meer dorst reppen of roeren." succes planten In het boordbed en daarin kan men door groepjes van twaalf of meer een opvallend effect bereiken. Vooral zyn ze voor het boordbed geschikt, omdat men met Gladiolen er kleuren in brengen kan, welke bü diverse in den zomer bloeiende gewassen absoluut ontbreken. Maar ook on andere wqze zyn ze toe te passen, b.v. als groep, vóór Coniferen. Hoe mooi doet die diep blauwe het dan voor die gele Conifeer, of die oranjekleurige voor dien blauwsnar. Zoo plant men ze ook tusschen laaabiyvende heesters en, wat heel aanbevelenswaardig is, in een losse groep met Canna's. Wil men andere voorbeelden, ze zyn er te kust en te keur en voor elk nlan. dat men ontwerpt, is een Gladiolus aan te wijzen, die er in past. Om echter in alle opzichten te slagen, moet men zich terdege van de kleuren en vormen op de hoogte stellen en waar gaat dit gemakkelijker dan op de ten toonstelling? Ontwerpt daar uw plannen! Staatsvisschershavenbedrijf Eervol ontslag directeur Bij Koninklijk besluit is, met ingang van 1 Augustus a.s., aan den directeur van het Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden, den heer F. J. H. Schneiders, op verzoek eervol ontslag verleend, met dankbetuiging voor de langdurige aan den lande bewezen diensten. Examen hoofdacte HAARLEM, 29 Juli. Geëxamineerd 3 vr. en 5 mann. candidaten. Geslaagd: mej. G. Hoekmeyer te Alkmaar en de heeren A. van Meerten te Den Helder en W. Hiemstra te Schagen. Het te IJmuiden aangespoelde lijk Geen misdrijf Uit een nader ingesteld onderzoek is geble ken, dat de kenteekenen aan den hals van het te IJmuiden aangespoelde iyk van een ongeveer 25-jarige dame, niet door geweld pleging veroorzaakt zyn, zoodat misdaad geheel uitgesloten is. Het lijk is inmiddels door de betrokken familie herkend en zal thans ter aarde worden besteld. Autouitstapje Gisteravond reed een luxe-auto, waarvan de bestuurder zich vergiste in het „voetee ren" der verschillende pedalen, met vaart door het tuinhek van het buiten van mevr. Kalff op de Mollaan. Onder den drang der motorische kracht bezweek dit hek, evenals 't daarachter groeiend struikgewas. Maar ook den auto bekwam dit uitstapje in andermans tuin niet best. Tenminste, een kraanwagen moest komen, om den auto weer op den weg te brengen, teneinde zich onder behandeling van den auto-doktei te kunnen stellen. De bestuurder moest zyn verkeerde gas- manoeuVre met een proces-verbaal bekoopen. Twee van de grootste belhamels waren in handen der Justitie geraakt; in 't begin van November 1690 werden zü in het openbaar gegeeseld. Maar nog velen liepen vrij rond. Om hen in handen te krijgen, vaardigden de Heeren Staten van Holland en West-Friesland op 8 November een „Publicatie en Waarschou- winge" uit, waarin zy, na warmen lof toege zwaaid te hebben aan de goedgezinde Burge- ry, een premie uitloofden van 1000 Carolus- guldens aan hem, die een deelnemer aan het tumult van 23 October aanwees met het ge volg, dat deze gevonnist zou worden; wie er twee of meer aanbracht, ontving deze som voor elk van de belhamels. Bovendien zou de naam van den aanbrenger geheim biyven. Indien deze zelf aan de wanordelijkheden had deelgenomen, zou hü kwütschelding van straf en 500 Guldens ontvangen voor elke aangifte van een mede-dader. Op een boete van 1000 Gulden, bij niet-betaling te ver vangen door ïyfstraffen, werd verboden de belhamels te „herbergen, huisvesten ofte versteeken." Deze Publicatie had in zooverre het ge- wenschte gevolg, dat Schout en Schepenen (resp. Mr. Adriaan Bakker, Mr. Christoffel van Valkenburg en Johan de Ram) de na men van eenige misdadigers te weten kwa men. zy hadden echter het hazenpad geko zen. Met het luiden van de klok werden den 24sten November ingedaagd de navo'gende personen en hun gelast, op Donderdag 14 December des voormiddags te tien ure in persoon te compareeren op de Gerechtzitting van dien dag. Deze „citatie en indaginge" had na 24 November nog tweemaal plaats. De gezochten waren: 1. Jacobus van Geldere, gewoond hebben de op de Croft, op den hoek van de Soete- melk-witte-brood- of Heer-Fatingstraat. 2. Harmen, varensgezel en bedelaar, ge woond hebbende in de Slik- of Witte-Lelie- steeg. 3. Hendrik, broeder van no. 2, beroep en woonplaats als no. 2. 4. Arent Janszn., wever, in de Nieuwe Uit leg no. 17. 5. Bastiaan, in de wandeling Lekker Beetje genaamd, gewoond hebbende in een poort, uitkomende op de Bakenessergracht. 6. Govert Jansz., gewezen kleermaker, op de Bakenessergracht bij de brouwerij van de Passer. 7. Adriaan Jansz., pypebranderszoon, op de Zuid-Voldersgracht. 8. Marcelis Jansz. timmermansgezel, in het Pottebakkerspoortje op den Burgwal. 9. Adriaan Baas van Alkmaar, timmer mansknecht, in de Korte Bagijnenstraat. 10. Pieter Pietersz., lintwever, in de Kamp. 11. Magdaleentjehuisvrouw van Mar celis de Kuiper, in de Gravinnesteeg. 12. Gerbrant Klaasz., bezemmakersknecht, op de Vest by de Schalkwükerpoort. Aan de laatste twee was ten laste gelegd het terugvorderen van de wegens het in het openbaar rooken betaalde boeten. No. 11 trad hierby voor haar man op. Latere mededeelingen omtrent deze perso nen troffen wy niet aan, zoodat zy vermoe- deiyk, althans voorloopig, in het oord van hun vrijwillige ballingschap zyn gebleven. Oranjebond van Orde Uitslag Prijsvraag 19301931. De Commissie van Uitvoering voor het Prijsvragen instituut, bestaande uit de hee ren I. G. J. Kakebeeke, Inspecteur van Landbouw, Voorzitter te s-Gravenhage; Prof. H. W. C. Bordewijk, Hoogleeraar te Gro ningen en Ir. V. B. Y. Croesen, Secretaris- Penningmeester te 's-Gravenhage, trad te vens als Commissie van beoordeeling op. Door ongesteldheid en daarmede samenhan gende buitenlandsche afwezigheid van laatstgenoemde en door andere oorzaken heeft de bekendmaking van het eindoordeel der Commissie lang op zich laten wachten. Het gevolg daarvan is, dat de voor bekro ning in aanmerking komende antwoorden niet zonder meer voor publicatie vatbaar zyn, maar in overleg met de Commissie aan gevuld, onderscheidelijk gewijzigd zullen moe ten worden. Het aantal antwoorden, dat voor beoor deeling in aanmerking kwam, bedroeg 32, ter wijl 4 antwoorden dadelijk ter züde gelegd moesten worden, omdat zij onderteekend wa ren en het nadere adres van den schrijver vermeldden. Voorts kwamen nog enkele brie ven in, waarin de schrijvers, onder mededee- ling, dat zij niet aan de prijsvraag wenschen deel te nemen hunne meening over de crisis kenbaar maakten. Terwijl sommige inzenders zich zeer veel moeite gegeven hadden voor hunne beant woording van de gestelde vragen, bepaalden anderen zich tot een uiterst beknopt ant woord van enkele bladzijden schrifts. In vele gevallen voldeden de ingekomen antwoorden niet aan het gestelde doel. Meer malen werd te veel uit het oog verloren, dat zulks was: De Nederlandsche bevolking, voor zoover die minder kan oordeelen over datgene, wat op het platteland en in den land- en tuinbouw omgaat, te overtuigen van den ernst en de groote algemeene be- teekenis van een crisis in het land- en tuin bouwbedrijf. Vele inzenders hadden zich ook bezigge houden met de vermoedelijke oorzaken van de crisis en met de middelen, die daartegen kunnen worden aangewend. In de uitgeschre ven prijsvraag waren deze punten niet op genomen, omdat het der Commissie voor kwam: dat eene duidelijke voorlichting van de niet-plattelands bevolking alleen reeds een zaak van groote beteekenis was. die niet door de geiyktijdige behandeling van andere kwesties, kans mocht loopen op den achter grond te komen: dat eene beschouwing van de oorzaken der crisis en de mogelijke middelen ter verzach ting, de kans opleverde, dat politieke inzich ten en wat daartoe, terecht of ten on rechte, gerekend wordt zouden worden ter sprake gebracht Inmiddels heeft de Commissie van Beoor deeling haar taak aldus opgevat, dat zy niet van meening was. dat antwoorden, waarin ook die punten behandeld zün, daarom min der geschikt geacht moesten worden, mits zy overigens aan het gestelde doel beant woordden. Gezien den aard en de hoedanigheid van de ingekomen antwoorden, meende de Com missie, dat er geen aanleiding was een eer sten prüs van 500 toe te bennen. Niett- min oordeelde zij. dat verschillende antwoor den veel verdienstelijks hadden, zoodat zij besloot het uitgeloofde bedrag van 750.— toch in zijn geheel te verdeelen over drie inzenders. De wijze, waarop genoemd bedrag verdeeld zal worden, zal nader bekend ge maakt worden, zoo mogeiyk met vermelding van de namen der betreffende schrüvers. De motto's van de antwoorden, die voor eene bekroning in aanmerking komen, luiden: Oh, edel air, laet treffen wat kan treffen. Ghy neight 't hooft, om 't hooft omhoogh te hef fen: Pauvres paysans, pauvre pays (ter voorkoming van misverstand zy hier ver meld. dat er drie inzendingen waren met ditzelfde motto); In 't heden ligt 't ver leden, in het nu wat komen zal: de Zwy- gende zwoegers. De Roode Arbeidersweer Oefeningen onder leiding van militairen De Centrale Raad van het Verbond van Nationalisten, te Amsterdam, zond het vol gende protest aan den Minister van Defensie: Volgens berichten in de pers, is opgericht de „Ned. Arbeiders Vredeswacht", met als zetel Amsterdam. Doel is het houden van militaire oefeningen, welke, naar het heet, reeds zün begonnen. Deze „vredeswacht" heeft ten doel de eigendommenvan de arbeiders te beschermen tegen kwaadwil ligen. Het een en ander zyn uiterst rekbare termen en naar ons ter oore is gekomen, geschieden de oefeningen onder leiding van militairen. Het Verbond van Nationalisten, dat reeds meermalen de overtuiging kreeg, dat alles wat „nationaal" getint is hier te lande, stelselmatig wordt tegengewerkt en anderszijds alles wat „revolutionnair" is. wordt begunstigd, vraagt zich af of Uwe Excellentie maatregelen zal nemen tegen militaire leiders van deze „Roode Militie"? Wy zouden hiertoe niet overgaan, wan neer er niet eenigen tijd geleden een leger order was uitgevaardigd, waarbij het aar. beroepsmilitairen werd verboden, deel uit te maken van de door ons geformeerde nationalistische militie, die n.b. niets anders ten doel heeft dan schraging van ons Koningshuis en handhaving der be staande orde bij eventueele pogingen van socialisten en communisten om het gezag omver te werpen. Algemeene vergadering Nevas Speciale wegen voor het autoverkeer De Ned. Vereeniging voor Autosnelwegen (Nevas) hield gistermiddag een algemeene vergadering in het gebouw van het Kon. In stituut van Ingenieurs te Den Haag onder leiding van den heer S. ten Bokkel Huinink uit Haarlem, waarnemend voorzitter. In de vacature van voorzitter, ontstaan door het bedanken van den heer v. d. Molen, werd voorzien door de benoeming, met alge meene stemmen, var. mr. dr N. J. C. M. Kappeijne van de Coppello te Loenen a. d. Vecht, vice-voorzitter van het internationaal comité voor den bouw van speciale auto wegen. De heer Ten Bokkel Huinink hield vervol gens een inleiding over autosnelwegen. Nevas heeft zich tot teak gesteld, aldus het verslag in de „Tel.", den spoedigen aanleg van spe ciale autowegen, zonder althans zoo wei nig mogelijk kruisingen niveau, te be vorderen. Vooral in drassigen bodem, als in de omgeving van Amsterdam en Rotterdam, is de gewone aanleg a niveau, zooals thans van Den Haag naar Rotterdam een weg voor gemengd verkeer in aanleg is, buitengewoon kostbaar; de kosten komen hier op f 800.000 f 1.000.000 per K.M. Hier had een prachtige autobaan voor f 500.000 per K.M. op viaduct gebouwd kun- nen worden, waarby nog een groote besparing aan onteigeningskosten zou zijn verkregen. Spr. lichtte vervolgens verschillende ideeën met betrekking tot auto-snelwegen in ons land toe. O.a. is volgens hem noodig een spe ciale autoweg van Amsterdam door het Gooi naar Apeldoorn en verder door Twente naar Hamburg, Bremen en Berlijn, in aansluiting aan de Duitsche Autostrasze geprojecteerd van Hamburg over Hannover, Cassel, Frank fort naar Bazel. Eveneens behooren van Friesland en Groningen uit primaire wegen aan te sluiten op de hier genoemde auto wegen, en deze op hun beurt aan den specia- len autoweg langs Antwerpen en Brussel naar Parijs. In de naaste toekomst zal nog voor minstens 500 millioen gulden op wegengebied moeten worden besteed. Hierna werden beschouwingen gehouden over de brochure van ir. A. A. Mussert, hoofdingenieur van den Provincialen Water staat te Utrecht, getiteld „Vrij baan voor de toekomst". Bij deze besprekingen deelden de heeren J. Bem. Goudriaan en Kroes cyfers mede, welke de sterke toeneming van het autover keer demonstreeren. Op 1 Augustus 1930 be droeg het aantal auto's en motorrijwielen in ons land ongeveer 140.000, terwyi dit aantal thans waarschyniyk op 150.000 kan worden geraamd. Er is, aldus de heer Kroes, geen sprake van, dat een zoo groot aantal snel- verkeersmiddelen op den weg voor gemengd verkeer kan worden geduld zonder schrik barende sty ging van het aantal ongevallen. De strijd in het steenzettersbedrijf te Amsterdam Bemiddeling van de hand gewezen Zooals reeds is gemeld, had de steenzetters- vereeniging E. M. O. te Amsterdam bemid deling gevraagd in het bekende conflict, waartoe zy zich aanvankeiyk had gewend tot den heer Hoofdcommissaris van Politie. Deze had dit verzoek ter kennis van het gemeen tebestuur gebracht en zoo ontving het bestuur van den R. K. Bouwvakarbeidersbond van den heer Wibaut de mededeeling, dat deze tegen een dergelijke bemiddeling niet afwy- zend stond, indien ook het bestuur van laatst genoemden Bond meende daarop te kunnen ingaan. In zyn vergadering van 27 Juli heeft het hoofdbestuur van den R. K. Bouwvakarbei dersbond deze aangelegenheid besproken en besloten een schrijven aan den heer Wibaut te zenden, waaraan het volgende is ont leend: Het door de vereeniging EMO.S. verwor pen en te Utrecht vastgestelde compromis was het resultaat van een bespreking tus schen een vertegenwoordiging van het Natio naal Arbeids-Secretariaat (N.A.S.), Landeiyke Federatie van Bouwvakarbeiders, waarby E.M.O.S. is aangesloten en laatstgenoemde vereeniging eenerzyds en van het R. K. Werk liedenverbond en R. K. Bouwvakarbeiders bond anderzyds, terwyi voor deze bespreking het initiatief was uitgegaan van het N.A.S. Uit het door u aan ons gezonden schrijven moet geconstateerd worden, dat thans de steenzettersvereeniging EM.O.S. bemiddeling vraagt. Ons bestuur constateert hier een gewyzig- den gang van zaken, dien het niet zonder be teekenis acht. In aanmerking genomen immers de tot standkoming van het door E.M.O.S. verwor pen compromis, mocht redeiyker wyze wor den verwacht, dat na deze verwerping van de zijde der initiatief nemende organisaties gepoogd zou worden tot een nieuwe bespre king te geraken, in het midden gelaten of deze resultaat zou hebben opgeleverd. Nu dat niet is geschied, moet voor ons bestuur de vraag rijzen of E.M.O.S. zich aan de leiding der meergenoemde organisaties heeft onttrokken, dan wel of deze organisa ties het met het initiatief van E.M.O.S. niet eens zyn. Deze afwyking door E.M.O.S. van den voor de hand liggenden weg, heeft niet nage laten op ons bestuur meer dan gewonen in druk te maken. Vervolgens is ons bestuur van oordeel, dat, alvorens E.M.O.S. het denkbeeld van bemid deling trachtte te realiseeren, hierover in ieder geval overleg met de wederparty in casu ons bestuur had moeten plaats vin den. Tenslotte meent ons bestuur, dat de meer genoemde poging van E.M.O.S. wel een zeer eigenaardig karakter krygt, wanneer men haar plaatst binnen de omlijsting van het geen, na de verwerping, onzen leden steen zetters wederom door haar wordt aangedaan. Deze immers zyn na die verwerping we derom aan de meest afkeurenswaardige be jegening blootgesteld en men moet er wel zeer eigenaardige opvattingen op na houden, wanneer men verwacht dat tydens en na een dergeiyke bejegening een bemiddelingspoging een vruchtbaren bodem vinden zou. Ons bstuur meent dan ook, na rijp beraad, op grond van boven uiteengezette overwegin gen u te moeten berichten, dat het op de pogingen van E. M. O. S. niet kan ingaan. Toelating tot de Hoogeschool De onderwyzersacte moet recht van toelating geven De byzondere commissie voor georganiseerd overleg in onderwyzerszaken heeft krachtens een in haar laatst gehouden vergadering ge nomen besluit den Minister van Onderwys verzocht te willen bevorderen, dat onderwy- zers by het lager onderwys toegelaten wor den tot de studie aan de hoogeschool op den- zelfden voet als de bezitter van het diploma H.B.S. 5-j. cursus. Ter toelichting van dit verzoek wyst de commissie er op, dat h.i. laatstbedoeld diplo ma zeker niet meer waarborg biedt voor vol doende algemeene ontwikkeling, noodig om lot de studie aan de universiteit te worden toegelaten dan het examen voor onderwy- zer, zooals dit laatstelijk is geregeld by Kon. besluit van 10 September 1923. In deze om standigheden bestaat er h.i. alle reden om, evenals dit reeds het geval is met de bezitters van het diploma H. B. S., ook de bezitters van de onderwyzersakte van het doen van een z.aatsexamen vrij te stellen. Een uitzonde ring ware h.i. te maken voor die onderwy- zers, die niet in het vak wiskunde zyn ge ëxamineerd krachtens artikel 17, vyfde lid, van het Kon. besluit van 10 Sept. 1923.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5