HET VERZORGEN VAN DE
PARAPLU
nachthemdje voor
JONGENS VAN 4
THEEUURTJE IN JAPAN
PASSENDE MEUBILEERING
I
m
ALS DE WARMTE KOMT
GOEÜKOOPE PATRONEN
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
OP VERZOEK
DINY.
flUll
BLOEMKOOL IN 'ÈEN NIEUW KLEED
EENIGE VOORBEELDEN
Zuièelinèen, opèepast
De zuigeling is kwetsbaar. Men behoeft
geen geleerde te zijn om de juistheid van
deze stelling in te zien. Wie de sterfte
cijfers van de zuigeling, het kind in het
lste levensjaar beziet, zal dadelijk getrof
fen worden door de abnormale grootte,
ook al dient dankbaar erkend, dat er in
de laatste tientallen jaren 'n gestadige
belangrijke verbetering valt waar te
nemen. Eenige jaren terug kon ik dan
ook gemakkelijk de schijnbare paradox
verdedigen, dat de soldaat veiliger was in
de loopgraven dan een zuigeling in zijn
wieg. Ik wil hier thans dit punt wat
verder uitwerken! Genoeg zij 't om eens
even stil te staan bij het nuchtere feit,
dat nog steeds onnoodig veel kinderen
het lste levensjaar niet bereiken.
Van belang lijkt het mij, waar het wel
zeker is dat voornamelijk uitwendige fac
tor deze hooge sterfte veroorzaken, eens
te bespreken, wat wij kunnen doen om
hier verbetering in te brengen. Het is wel
zeker, dat goed inzicht, goed begrip hier
den weg kan wijzen. Kennis is macht.
Zoo is het ook hier. Wie de gevaren kent
voor het jonge kind is al half op weg ze
te verminderen of weg te nemen.
In dit korte bestek kan ik onmogelijk
dit onderwerp volledig uitwerken. Wie er
meer van wil weten leze mijn boek: „Het
gezonde en het zieke kind", waar ik
voor de jonge moeders een volledige
handleiding gegeven heb. Ik wil hier dan
thans nu wij midden in den zomer zijn
op een van de grootste gevaren wijzen,
waaraan de zuigeling bloot staat; dat is
de warmte en daarbij eenige wenken
geven om deze gevaren te verminderen.
De zuigeling kan slechter dan de volwas
sene zijn lichaamstemperatuur constant
houden. Hij koelt gemakkelijk af en
wordt gemakkelijk oververhit, m.a.w. het
normale evenwicht tusschen aanvoer en
afvoer van warmte wordtspoedig ver
stoord. Dat in ons geval een verhooging
van temperatuur nadeelig werkt op het
geheele gestel en op de stofwisseling be
hoeft geen nader betoog. Ieder onzer
weet bij ondervinding wat een flinke
verhooging (koorts) voor het lichaam be-
teekent. Temperaturen van 39 tot 40 gr.
zijn bij ondeskundige verpleging van den
zuigeling herhaaldelijk waargenomen,
zonder dat van eigenlijke ziekte sprake
was, maar omdat eenvoudig gezondigd
was tegen dezen eenvoudigen stelregel,
dat de afvoer van warmte gelijken tred
moet houden met den aanvoer.
Daarom, Moeders! zorgt allereerst dat
uw kind staat op een koele plaats en is
door abnormale omstandigheden nergens
koelte te vinden, zorgt dan dat de afvoer
van warmte voldoende is. Kleedt dus het
kind zoo luchtig mogelijk, laat het bij
groote hittegolven bijna ongekleed lig
gen, dus met een nethemd en een luier.
Dit wetend, zal uw gezond verstand in
ieder gegeven geval den juisten weg
wijzen.
Leg uw kind niet in de brandende zon,
bescherm het hoofd en bedenk dat ook
onder de kap van de kinderwagen een
hooge temperatuur kan heerschen.
Het verhitte kind wordt ziek, het wordt
bleek, onrustig, braakt veelal en huilt
met dien klaaglijken doordringenden
toon, welke door den kenner niet mis
verstaan kan worden.
Vergeet ook vooral niet: zoo'n kind
heeft dorst. Ten onrechte wordt het
huilen als honger geduid. Gebruik uw ge
zond verstand, uw kind heeft dorst. Geef
het frisch ongekookt water, geef het een
koele afwassching en gij zult u er wel bij
bevinden. Van het allergrootste belang is
de regeling van de voeding, vooral daar,
waar het een kunstmatig gevoed kind
betreft. Dat een zoodanige voeding zelfs
in deze omstandigheid goed kan en moet
verloopen staat bij mij vast, maar zij ver-
eischt kennis en een groote zorg. In een
volgend artikel zal ik ook hier de groote
richtlijnen aangeven.
ENKLAAR.
Er wordt wel eens beweerd, dat pa
raplu's er zijn om vergeten te worden.
En waarlijk, men zou dat soms wel eens
willen gelooven, wanneer men zoo nu en
dan in de dagbladen de rubriek „gevon
den voorwerpen" nagaat of leest over
het eerbied afdwingende aantal para
plu's, dat een paar keer in het jaar door
de Staatsspoorwegen openbaar verkocht
wordt. Doch, dat de paraplu inderdaad
daarvoor gekocht wordt, zou toch al te
gek zijn. Evenwel zij toegegeven, dat
menigeen slordig op zijn of haar regen
scherm is, dat toch zulke goede dien
sten bewijst en zoo erg gemist wordt,
wanneer een fiksche regenbui ons over
valt en we er geen tot onze beschik
king hebben. Maar is de bui overgedre
ven en schijnt de zon weer, dan is t
eerst wat men vergeet in winkels of bij
kennissende paraplu. En komt men
met een drijfnatte paraplu thuis, dan
wordt deze gewoonlijk in den standaard
nat en wel neergezet, en er wordt niet
meer naar omgekeken tot een volgende
gelegenheid. De werkelijk zorgvuldige
vrouw zal dadelijk toestemmen, dat dit
geen manier is om de paraplu in goede
conditie te houden. En toch is dat in
goede conditie houden geen overbodige
tijdverspilling. Een in goeden staat ver-
keerende paraplu behoort bij een welver
zorgd toilet, zoowel van heer als dame.
Nemen we dan als regel aan nimmer
een natte paraplu in den standaard te
plaatsen wanneer men thuis komt. Daar
vindt zU geen voldoende gelegenheid om
uit te druipen en noodzakelijkerwijze
dringt het vocht dus in het bekleedsel
dat daardoor spoedig zal vergaan. Ook
het baleinenwerk wordt aangetast en
gaat roesten.
Men opent dus de natte paraplu en
laat deze eenigen tijd in de gang of
in een ander vertrek waar zeil of hout
de vloerbedekking vormt, uitdruipen en
drogen. De paraplu mag ook nimmer
half nat of vochtig stijf opgerold worden.
Wanneer het regenscherm door eigen on
nadenkendheid geleden heeft, krijgt de
leverancier of de fabrikant dikwijls het
verwijt slecht of minderwaardig mate
riaal geleverd te hebben, vooral als er
gaten verschijnen in het bekleedsel.
Een andere voorwaarde om de para
plu goed te bewaren is, deze zoo min
mogelijk op te rollen doch altijd los op
te bergen, daar dan de plooien het min
ste zullen verteren.
Zet ook nimmer mooie regenschermen
naast andere in den standaard. Heeren
hebben dikwijls de kwade gewoonte in
het wilde weg hun wandelstokken in den
standaard te plaatsen, wat heusch aan
den levensduur van menig regenscherm
niet ten goede komt. Eventueele gaten
in een regenscherm zijn moeilijk te repa-
reeren. Komt er bij ongeluk toch een
in, dan is het beste er aan de binnen
zijde een stukje gutta percha tegen te
plakken.
HILDA VERSTRATEN.
Benoodigd: 1.86 M. stof, 2 M. rood op
legband, 2 knoopjes. Men maakt het pa
troon op de aangegeven maten, waarna
ge het op de vaste lijnen uitknipt, en op
de stof legt, waarna ge alles met een
naad uitknipt. Onderaan knipt ge dan nog
3 c.M. extra voor den zoom bij. Men begint
met het split. Hiervoor knipt ge twee
splitreepen van 25 c.M. lengte en 10 c.M.
breedte, waarna ge ze op den verkeerden
kant op 2 c.M. vanaf net midden opstikt.
Hierna haalt ge ze naar den goeden kant
om, waarna ze worden opgestikt. Ze zijn
dan 4 c.M. breed, terwijl ge ervoor zo"gt,
dat het uiteinde puntig toeloopt Langs
het bovenbeleg stikt ge het oplegbandje,
zooals ge op de teekening kunt zien. Hier
na kunt ge zij-, schouder-, en mouwnaden
met een platten naad verbinden. Alvorens
ge onderaan het nachthemdje de 3 c.M.
breede zoom instikt, kijkt ge even, of de
zijnaden afhangen. Zoo noodlg kan dit
dan bijgeknipt worden. Van het kraagje
kunt ge de schuine kantjes stikken, om
halen en op het nachthemdje zetten, tot
precies midden voor. Het wordt aan- en
overgestikt, terwijl ge de 2 c.M. van het
split tegen elkaar inslaat. Dan stikt ge
ook langs den buitenkant van het kraagje
het roode oplegbandje op. Onderaan het
mouwtje zet ge een manchetje, dat ge
20 c.M. lang en 10 c.M. breed knipt. De
mouw wordt ingerimpeld, terwijl het man
chetje aan- en over wordt gestikt. Onder
en boven langs de manchet kunt ge dan
weer het oplegbandje opstikken. Bij het
inzetten der mouwtjes neemt ge den
mouwnaad 2 c.M. meer naar voren dan
den zijnaad: de mouw wordt op het nacht
hemdje platgestikt. In het splitje maakt
ge bovenaan een liggend en in 't midden
een staand knoopsgat, waarna ge de
knoopjes aanzet.
We leven in het teeken van de „jasjes".
De bridge-coat bij de avondjapon, het
korte jasje bij de pyama zonder mouwen
en bij de zomerjapon het bolero'tje en het
bijpassende korte manteltje. Wij denken
niet, dat mevrouw Mode er zooveel prac-
tisehe overweging op na houdt, anders
zouden wij geneigd zijn te gelooven aan
een poging tot wat meer bedekking van
rug en armen in het min of meer gure
klimaat van onze noordelijke landen. Of
zou men werkelijk gaan inzien, dat we,
vooral op straat, best wat meer kleeding
kunnen gebruiken uit 'n oogpunt van ze
delijkheid en tevens van distinctie? Wij
zien op het plaatje verschillende model
len, die op het oogenblik gedragen wor
den. De effen witte sportjurk van ons
eerste figuurtje heeft een schouderstuk
van bedrukte stof. Bij het jasje zien we
een omgekeerde verhouding.
Heel modem zijn op 't oogenblik de
korte zijden jasjes met Chineesche mo
tieven. Eigenlijk 'n variatie op de happy-
coat.
Natuurlijk nemen we hiervoor niet zul
ke helle kleuren. We zagen dit toiietje
slechts 'n enkele maal in Holland dragen
in 'n combinatie van zwart en mat-
blauw.
Ons derde toiletje eigent zich al bijzon
der voor sport. Om aan het effen witte
jurkje wat kleur te geven, maken we een
jasje met pelerine-kraag van kleurige
cretonne. Om het wat stevigheid te ge
ven, voeren we het met wit, wat dan te
vens aan de revers te zien komt.
FOLA.
Bloemkool mag zeker gerekend worden
tot de groenten, die bij het Hollandsche
publiek in den smaak vallen.
Maar zooals gewoonlijk gaat, ook
zelfs met de fijnste gerechten: diezelfde
bloemkool begint ons op den duur te
vervelen, als we ze al te dikwijls (en dan
nog steeds in denzelfden vorm) op tafel
brengen. Het kan daarom van belang
zijn, om eens na te gaan, of we in den
tijd van bloemkoolovervloed geen mid
deltjes kunnen toepassen, waardoor het
gevaar voor eentonigheid vermeden
wordt.
De eerste keeren, dat onze echte zo
merbloem ons wordt voorgezet, weten we
niet beter of het „melksausje" vormt er
een onmisbaar onderdeel van.
Eenige weken verder.en we zouden
dat onmisbare sausje graag wegkijken
van de schaal, zóó verveelt het ons.
Maar waarom dan er aan vastgehou
den?
Minstens even smakelijk en ter
afwisseling zeker aan te bevelen is de
bloemkool, die in de schaal is overgoten
met wat gesmolten boter (als we 't bij
zonder smakelijk willen maken, druppe
len we door de gesmolten boter een ietsje
Maggi's Aroma).
Of, blijven we hechten aan een bedek
kende saus, dan bestaat er geen enkele
reden, waarom 't juist altijd de melksaus
zou moeten zijn en niet b.v. eens een
tomaten-, een kerry-, een kaas- of zelfs
een garnalensaus je: die alle passen
uitstekend bij de bloemkool.
In de hoop, dat verschillende lezeres
sen er haar menu mee kunnen variep-
ren, laat ik hier eenige recepten volgen,
die wel in den smaak zullen vallen.
BLOEMKOOL MET GEBRUINDE
BOTER
(4 personen)
1 flinke bloemkool, 60 G. (3 afgestre
ken eetlepels) boter, 1 eetlepel azijn, lA
theelepel Maggi's Aroma, 1 eetlepel fijn
gehakte peterselie.
Maak de bloemkool op de bekende
wijze schoon (liefst in haar geheel) en
kook ze gaar in ruim kokend water met
zout (ongeveer y, uur). Schep ze met
een schuimspaan uit de pan, laat ze goed
droog uitlekken en breng ze over in een
verwarmde schaal.
Zorg, dat intusschen de boter licht
bruin 'is gebakken, strooi er de gehakte
peterselie in, roer er den azijn en de
Maggi's Aroma door en giet dan het
mengsel over de bloemkool.
BLOEMKOOL MET TOMATENSAUS
(4 personen)
1 flinke bloemkool, 4 d.L. kokend water
met 2 Maggi-bouillonblokjes, 4 eetlepels
dikke tomatenpurée, 30 G. (3 afgestre
ken eetlepels) bloem, 40 G. (2 afgestre
ken eetlepels) boter, wat gehakte peter
selie.
Kook de bloemkool op de gewone wijze
gaar en breng ze met behulp van een
schuimspaan goed uitgelekt in een ver
warmde schaal over.
Bereid, even voordat de kool gaar is,
de saus. Verwarm daarvoor roerende de
boter met de bloem tot een gelijk papje,
voeg er langzamerhand eerst de toma
tenpurée en vervolgens den bouillon bij
en laat de saus een oogenblik zachtjes
doorkoken.
Giet de saus over de bloemkool en
strooi er ten slotte de fijngehakte peter
selie op.
BLOEMKOOL MET KERRYSAUS
EN GARNALEN
(4 personen)
I flinke bloemkool, 4 dX. kokend water
met 2 Maggi-bouillonblokjes, 1 theelepel
kerry, 30 G. (3 afgestreken eetlepels)
bloem, 40 G. (2 afgestreken eetlepels)
boter, 100 G. (1 ons) gepelde garnalen.
Kook de schoongemaakte bloemkool
(liefst in haar geheel) in kokend water
met zout gaar.
Bereid intusschen de saus, door de bo
ter met de bloem en de kerry roerende
te verwarmen tot een glad papje, daarbij
langzamerhand den bouillon te voegen
en het mengsel dan even te laten door
koken. Wasch de garnalen in wat water
met zout en roer ze door de warme saus.
Schep op een schuimspaan de bloem
kool goed droog over op een verwarmden
ronden schotel; overgiet ze geheel met de
saus.
Omring dit bloemkoolgerecht desver-
kiezende met een rand van gebakken
saucijsjes (voor 4 personen ongeveer 250
a 300 G.).
BLOEMKOOL AU GRATIN
(4 personen)
1 flinke bloemkool, y L. melk, 4o G.
(4 afgestreken eetlepels) bloem, 60 G.
(3 afgestreken eetlepels) boter, 60 G.
(ongeveer 4 volle eetlepels) geraspte
kaas, 1 theelepel Maggi's Aroma.
Kook de bloemkool in kokend water
met zout gaar (liefst in haar geheel)leg
ze met behulp van een schuimspaan goed
droog uitgelekt in een vuurvasten scho
tel.
Verwarm roerende de bloem met 2 le
pels van de boter tot een gelijk papje,
voeg daarbij langzamerhand de melk en
laat de saus even doorkoken tot ze flink
gebonden is; maak ze dan af met de
Maggi's Aroma, 3 lepels van de geraspte
kaas en zooveel zout als voor den smaak
noodig blijkt te zijn.
Bedek de bloemkool geheel met de
saus, strooi er het restje van de geraspte
kaas over en spreid er de overgehouden
boter over, in kleine klontjes verdeeld.
Zet den schotel in den oven, tot de
overgestrooide kaas goudbruin is ge
kleurd.
Presenteer dit gerecht als een „groen-
te-tusschenschotel", zonder toevoeging
dus van vleesch of aardappelen; of wèl,
geef er varkenscotelettes of saucijsjes
bij met aardappelpurée of met gekookte
aardappelen.
De Japansche geeft 'n tea
Een Japansch huis, klein en knus,
licht en hygiënisch gebouwd, ligt tegen
de berghelling van Kyoto, dicht bij een
oud, zorgvuldig onderhouden keizersgraf,
en een dicht woud met een ouden tem
pel; in den omtrek liggen veel van de
zelfde kleine huizen.
De kamer, waaraan bij 't ontwerpen
van het huis de meeste zorg besteed is,
is de theekamer
Naast het vóórvertrek „Mizuja", waar
het theegerei wordt afgewasschen, ligt de
ontvangkamer „Machiai", met de nis in
den noordelijken muur. Hier wachten de
gasten, zonder de huisvrouw gezien te
hebben. Op het sein van een gongslag
gaat men door een bamboe-deur een
klein tuintje in, naar den vijver, schept
met een bamboe-lepel water in de holle
hand spoelt den mond, overgiet de han
den en gaat van het „Roji" (tuinpad)
zonder schoeisel het zeer lage vertrekje
binnen. In deze „Sukija" (theekamer),
die maar vier-en-een-halve mat groot is,
mogen en kunnen slechts vijf personen,
volgens den boeddhist Sutra, plaats ne
men. Met een diepe buiging begroet men
de beeltenis of kakemono aan den muur,
en hurkt in Boeddha-houding op de
matten neer.
Nu eerst komt ook de huisvrouw het
vertrek binnen en begroet reeds bij de
deur de gasten met een diepe kniebui
ging. Gedempt is het licht, rustig de
kleuren der donkere kimono'sIn het
midden, boven een op den grond staand
komfoor borrelt water in een groote bron
zen pan; blauwe wasem zweeft in spira
len omhoog. Ingewikkelde voorschriften
bepalen de verfijnde plechtigheid van het
theeschenken: de geheiligde ritus der
theeceremonie is een eeuwenoude tradi
tie.
Zoo bereidt dan de huisvrouw naar de
wetten der oude aestheten de thee voor
zichzelf en haar gasten. Iedere beweging
is zorgvuldig ingestudeerd, elk gebaar is
volmaakt volmaakt als de schilder
achtige bloesemtak in de nis, die met de
uiterste zorg zóó en niet anders is ge
plaatst. In een wonderlijk-brooze porce-
leinen schaal in den vorm van een lo
tusbloem wordt poeder gemengd, uit een
hoogen smallen beker met steel wordt hei
kokende water gracieus over het groene
theepoeder gegoten. Men roert 't brouwsel
met instrumenten, die in teere handen
zeldzaam sierlijk staan, en schenkt de
thee over in het kopje van den voor-
naamsten gast. Dan wordt in dezelfde
schaal met nieuw poeder en nieuw kokend
water een tweede kopje bereid. Het is
groene thee, die glanst als opaal en tur
koois. Zoet wit schuimgebak wordt er bij
gepresenteerd het is bijna een ironie
bij de kinine-bittere thee. De groote thee-
schaal en de bamboe-lepel zijn kostbare
voorwerpen, die soms eeuwenlang in de
familie blijven; ze worden van gast
tot gast rondgereikt en bewonderend be
keken.
In het lage kamertje liggen dikke, vee-
rende matten, gezoomd en precies aan
elkaar passend; er staan papieren scher
men, in zwartgelakte omlijsting, waarop
chrysanthen in goudtinten glanzen. Geen
meubels werken storend in het merkwaar
dige kamertje; slechts de bloesemtwijg in
de vaas voor de kakemono wiegt zacht
op een ijl koeltjeDe dwergboomen
buiten teekenen hun silhouetten tegen de
dunne wanden.
Langzaam, met tallooze buigingen, trekt
de huisvrouw zich terug uit het theegerei.
Een gong dreunt uit het tuintempeltje
men wacht tot de laatste slag vergalmd
is en verlaat met een groetende bui
ging naar de kakemono de „Sukija". De
ceremonieele thee-bijeenkomst is afgeloo-
pen in de andere vertrekken begint
het on-officieele gedeelte van den visite-
middag, het gezellige samenzijn.
De Japansche heeft 'n tea gegeven....
JOHANNA.
van al ome modellen, die genummerd zijn boven 4000,
run verkrijgbaar aan ,JIet Patronenkantoor, Postbus
No. J, Haarlem. Onberispelijke coape. Dameskteeding
in de maten 88, #5, 104 bovenwijdte, a ƒ0.55. Kinder
kleding, alleen voor den in de beschrijving genoemden
leeftijd a ƒ0.35. Niet of lager dan 4000 genummerde
ntronen het dubbele bedrag.
Bij elk patroon wordt een handleiding voor
en naaien gevoegd, benevens een verkleinde patroonschets.
Franco toezending, direct na ontvangst van bestel
ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels in
gesloten, waarbij vermeld: naam en adres, nummer
was bet model en het blad, waarin het voorkomt en
bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam,
recht onder dt armen door, gewoon glad, tonder extra
toaift'
WAARHEID
„Men zegt wel en het is ook menigmaal
gebleken,
Dat zotten in t algemeen de waarheid
zullen spreken;
Men zegt ook en het is een overoude
klacht,
Dat, wie de waarheid spreekt, wordt voor
een zot geacht."
„Indien men al geen leugens vertelt,
doch de waarheid niet volledig bekent,
liegt men toch in zekeren zin."
„Iedere onwaarheid in tegenwoordig
heid van een kind door vader of moeder
gesproken, wreekt zich tienvoudig".
„Ter waarheid streeft mijn twijfelend
gedacht,
Ter waarheid streeft mijn rustelooze ziel,
Ter waarheid wille ik steeds met al mijn
krachten,
Ter waarheid, bron van balsemenden
vrede.
Want ach, geen zal me ooit vaster
vrede schenken
Dan gij, steeds schoon, wijl ge geen
logen kent."
voorkant. Langs den te-
genovergestelden muur is
een ingebouwd buff et met
een spiegel er boven.
Het buffet is zeer
practiseh met vier kas
ten en een rij planken,
met glas belegd voor
practiseh gebruik.
De verlichting is ook
belangwekkend en onge
woon. In leder van de
vier hoeken der kamer te
een holle kwart-kolom,
welke de draden ver
bergt, en van boven, in
plaats van een kop,
zijn paneelen van melk-
In het moderne huis. vaak zeer beperkt
van afmetingen, moet men wel zeer door
dacht te werk gaan met het meubileeren,
wanneer men tenminste wenscht, dat de
kamers bewoonbaar zullen zijn. Langza
merhand is het de gewoonte geworden,
om alles pasklaar te maken voor het
moderne huis.
De uitrusting, hetzij verplaatsbaar,
hetzij ingebouwd, is naar maat gemaakt.
Alles is speciaal geconstrueerd en het
past precies en is geschikt voor de ruim
te, die het zal innemen.
Verschillende flatwoningen geven een
voorbeeld; het meubelwerk past als een
costuum naar maat. De eetkamer op onze
teekening 32y M., is zeer klein inder
daad. Hoe men in zulk een kleine kamer
zitplaatsen voor 5 of 6 personen kan
hebben, toont u het voorbeeld. Dit Is
alleen mogelijk met ingebouwde meubels.
Er is een vaste zitplaats aan één kant
van de kamer, half cirkel- of hoefijzer
vormig, het opdienen geschiedt van den
glas aangebracht, welke de kamer met
een perfecte regelmaat verlichten, zonder
schaduwen. Het vertrek lijkt grooter,
doordat alle hoeken en wanden verlicht
zijn, hetgeen niet het geval is met één
licht uit het midden.
Onder nog een voorbeeld van een ka
mer, tegelijk eet- en zitkamer.
De voorkant vj» de hoekkast, waarin
verschillende benoodigdheden keurig zijn
gerangschikt, is neerklapbaar en kan als
tafel dienst doen. De inbouwsels naast
den schoorsteen zijn van boven voor boe
kenplanken benut, onder zijn ondiepe
kasten.
Het geheel is een geschikte oplossing
voor een kleine kamer.
AMETHIST