HET VERZORGEN VAN DE PARAPLU nachthemdje voor JONGENS VAN 4 THEEUURTJE IN JAPAN PASSENDE MEUBILEERING I m ALS DE WARMTE KOMT GOEÜKOOPE PATRONEN OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN OP VERZOEK DINY. flUll BLOEMKOOL IN 'ÈEN NIEUW KLEED EENIGE VOORBEELDEN Zuièelinèen, opèepast De zuigeling is kwetsbaar. Men behoeft geen geleerde te zijn om de juistheid van deze stelling in te zien. Wie de sterfte cijfers van de zuigeling, het kind in het lste levensjaar beziet, zal dadelijk getrof fen worden door de abnormale grootte, ook al dient dankbaar erkend, dat er in de laatste tientallen jaren 'n gestadige belangrijke verbetering valt waar te nemen. Eenige jaren terug kon ik dan ook gemakkelijk de schijnbare paradox verdedigen, dat de soldaat veiliger was in de loopgraven dan een zuigeling in zijn wieg. Ik wil hier thans dit punt wat verder uitwerken! Genoeg zij 't om eens even stil te staan bij het nuchtere feit, dat nog steeds onnoodig veel kinderen het lste levensjaar niet bereiken. Van belang lijkt het mij, waar het wel zeker is dat voornamelijk uitwendige fac tor deze hooge sterfte veroorzaken, eens te bespreken, wat wij kunnen doen om hier verbetering in te brengen. Het is wel zeker, dat goed inzicht, goed begrip hier den weg kan wijzen. Kennis is macht. Zoo is het ook hier. Wie de gevaren kent voor het jonge kind is al half op weg ze te verminderen of weg te nemen. In dit korte bestek kan ik onmogelijk dit onderwerp volledig uitwerken. Wie er meer van wil weten leze mijn boek: „Het gezonde en het zieke kind", waar ik voor de jonge moeders een volledige handleiding gegeven heb. Ik wil hier dan thans nu wij midden in den zomer zijn op een van de grootste gevaren wijzen, waaraan de zuigeling bloot staat; dat is de warmte en daarbij eenige wenken geven om deze gevaren te verminderen. De zuigeling kan slechter dan de volwas sene zijn lichaamstemperatuur constant houden. Hij koelt gemakkelijk af en wordt gemakkelijk oververhit, m.a.w. het normale evenwicht tusschen aanvoer en afvoer van warmte wordtspoedig ver stoord. Dat in ons geval een verhooging van temperatuur nadeelig werkt op het geheele gestel en op de stofwisseling be hoeft geen nader betoog. Ieder onzer weet bij ondervinding wat een flinke verhooging (koorts) voor het lichaam be- teekent. Temperaturen van 39 tot 40 gr. zijn bij ondeskundige verpleging van den zuigeling herhaaldelijk waargenomen, zonder dat van eigenlijke ziekte sprake was, maar omdat eenvoudig gezondigd was tegen dezen eenvoudigen stelregel, dat de afvoer van warmte gelijken tred moet houden met den aanvoer. Daarom, Moeders! zorgt allereerst dat uw kind staat op een koele plaats en is door abnormale omstandigheden nergens koelte te vinden, zorgt dan dat de afvoer van warmte voldoende is. Kleedt dus het kind zoo luchtig mogelijk, laat het bij groote hittegolven bijna ongekleed lig gen, dus met een nethemd en een luier. Dit wetend, zal uw gezond verstand in ieder gegeven geval den juisten weg wijzen. Leg uw kind niet in de brandende zon, bescherm het hoofd en bedenk dat ook onder de kap van de kinderwagen een hooge temperatuur kan heerschen. Het verhitte kind wordt ziek, het wordt bleek, onrustig, braakt veelal en huilt met dien klaaglijken doordringenden toon, welke door den kenner niet mis verstaan kan worden. Vergeet ook vooral niet: zoo'n kind heeft dorst. Ten onrechte wordt het huilen als honger geduid. Gebruik uw ge zond verstand, uw kind heeft dorst. Geef het frisch ongekookt water, geef het een koele afwassching en gij zult u er wel bij bevinden. Van het allergrootste belang is de regeling van de voeding, vooral daar, waar het een kunstmatig gevoed kind betreft. Dat een zoodanige voeding zelfs in deze omstandigheid goed kan en moet verloopen staat bij mij vast, maar zij ver- eischt kennis en een groote zorg. In een volgend artikel zal ik ook hier de groote richtlijnen aangeven. ENKLAAR. Er wordt wel eens beweerd, dat pa raplu's er zijn om vergeten te worden. En waarlijk, men zou dat soms wel eens willen gelooven, wanneer men zoo nu en dan in de dagbladen de rubriek „gevon den voorwerpen" nagaat of leest over het eerbied afdwingende aantal para plu's, dat een paar keer in het jaar door de Staatsspoorwegen openbaar verkocht wordt. Doch, dat de paraplu inderdaad daarvoor gekocht wordt, zou toch al te gek zijn. Evenwel zij toegegeven, dat menigeen slordig op zijn of haar regen scherm is, dat toch zulke goede dien sten bewijst en zoo erg gemist wordt, wanneer een fiksche regenbui ons over valt en we er geen tot onze beschik king hebben. Maar is de bui overgedre ven en schijnt de zon weer, dan is t eerst wat men vergeet in winkels of bij kennissende paraplu. En komt men met een drijfnatte paraplu thuis, dan wordt deze gewoonlijk in den standaard nat en wel neergezet, en er wordt niet meer naar omgekeken tot een volgende gelegenheid. De werkelijk zorgvuldige vrouw zal dadelijk toestemmen, dat dit geen manier is om de paraplu in goede conditie te houden. En toch is dat in goede conditie houden geen overbodige tijdverspilling. Een in goeden staat ver- keerende paraplu behoort bij een welver zorgd toilet, zoowel van heer als dame. Nemen we dan als regel aan nimmer een natte paraplu in den standaard te plaatsen wanneer men thuis komt. Daar vindt zU geen voldoende gelegenheid om uit te druipen en noodzakelijkerwijze dringt het vocht dus in het bekleedsel dat daardoor spoedig zal vergaan. Ook het baleinenwerk wordt aangetast en gaat roesten. Men opent dus de natte paraplu en laat deze eenigen tijd in de gang of in een ander vertrek waar zeil of hout de vloerbedekking vormt, uitdruipen en drogen. De paraplu mag ook nimmer half nat of vochtig stijf opgerold worden. Wanneer het regenscherm door eigen on nadenkendheid geleden heeft, krijgt de leverancier of de fabrikant dikwijls het verwijt slecht of minderwaardig mate riaal geleverd te hebben, vooral als er gaten verschijnen in het bekleedsel. Een andere voorwaarde om de para plu goed te bewaren is, deze zoo min mogelijk op te rollen doch altijd los op te bergen, daar dan de plooien het min ste zullen verteren. Zet ook nimmer mooie regenschermen naast andere in den standaard. Heeren hebben dikwijls de kwade gewoonte in het wilde weg hun wandelstokken in den standaard te plaatsen, wat heusch aan den levensduur van menig regenscherm niet ten goede komt. Eventueele gaten in een regenscherm zijn moeilijk te repa- reeren. Komt er bij ongeluk toch een in, dan is het beste er aan de binnen zijde een stukje gutta percha tegen te plakken. HILDA VERSTRATEN. Benoodigd: 1.86 M. stof, 2 M. rood op legband, 2 knoopjes. Men maakt het pa troon op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt, en op de stof legt, waarna ge alles met een naad uitknipt. Onderaan knipt ge dan nog 3 c.M. extra voor den zoom bij. Men begint met het split. Hiervoor knipt ge twee splitreepen van 25 c.M. lengte en 10 c.M. breedte, waarna ge ze op den verkeerden kant op 2 c.M. vanaf net midden opstikt. Hierna haalt ge ze naar den goeden kant om, waarna ze worden opgestikt. Ze zijn dan 4 c.M. breed, terwijl ge ervoor zo"gt, dat het uiteinde puntig toeloopt Langs het bovenbeleg stikt ge het oplegbandje, zooals ge op de teekening kunt zien. Hier na kunt ge zij-, schouder-, en mouwnaden met een platten naad verbinden. Alvorens ge onderaan het nachthemdje de 3 c.M. breede zoom instikt, kijkt ge even, of de zijnaden afhangen. Zoo noodlg kan dit dan bijgeknipt worden. Van het kraagje kunt ge de schuine kantjes stikken, om halen en op het nachthemdje zetten, tot precies midden voor. Het wordt aan- en overgestikt, terwijl ge de 2 c.M. van het split tegen elkaar inslaat. Dan stikt ge ook langs den buitenkant van het kraagje het roode oplegbandje op. Onderaan het mouwtje zet ge een manchetje, dat ge 20 c.M. lang en 10 c.M. breed knipt. De mouw wordt ingerimpeld, terwijl het man chetje aan- en over wordt gestikt. Onder en boven langs de manchet kunt ge dan weer het oplegbandje opstikken. Bij het inzetten der mouwtjes neemt ge den mouwnaad 2 c.M. meer naar voren dan den zijnaad: de mouw wordt op het nacht hemdje platgestikt. In het splitje maakt ge bovenaan een liggend en in 't midden een staand knoopsgat, waarna ge de knoopjes aanzet. We leven in het teeken van de „jasjes". De bridge-coat bij de avondjapon, het korte jasje bij de pyama zonder mouwen en bij de zomerjapon het bolero'tje en het bijpassende korte manteltje. Wij denken niet, dat mevrouw Mode er zooveel prac- tisehe overweging op na houdt, anders zouden wij geneigd zijn te gelooven aan een poging tot wat meer bedekking van rug en armen in het min of meer gure klimaat van onze noordelijke landen. Of zou men werkelijk gaan inzien, dat we, vooral op straat, best wat meer kleeding kunnen gebruiken uit 'n oogpunt van ze delijkheid en tevens van distinctie? Wij zien op het plaatje verschillende model len, die op het oogenblik gedragen wor den. De effen witte sportjurk van ons eerste figuurtje heeft een schouderstuk van bedrukte stof. Bij het jasje zien we een omgekeerde verhouding. Heel modem zijn op 't oogenblik de korte zijden jasjes met Chineesche mo tieven. Eigenlijk 'n variatie op de happy- coat. Natuurlijk nemen we hiervoor niet zul ke helle kleuren. We zagen dit toiietje slechts 'n enkele maal in Holland dragen in 'n combinatie van zwart en mat- blauw. Ons derde toiletje eigent zich al bijzon der voor sport. Om aan het effen witte jurkje wat kleur te geven, maken we een jasje met pelerine-kraag van kleurige cretonne. Om het wat stevigheid te ge ven, voeren we het met wit, wat dan te vens aan de revers te zien komt. FOLA. Bloemkool mag zeker gerekend worden tot de groenten, die bij het Hollandsche publiek in den smaak vallen. Maar zooals gewoonlijk gaat, ook zelfs met de fijnste gerechten: diezelfde bloemkool begint ons op den duur te vervelen, als we ze al te dikwijls (en dan nog steeds in denzelfden vorm) op tafel brengen. Het kan daarom van belang zijn, om eens na te gaan, of we in den tijd van bloemkoolovervloed geen mid deltjes kunnen toepassen, waardoor het gevaar voor eentonigheid vermeden wordt. De eerste keeren, dat onze echte zo merbloem ons wordt voorgezet, weten we niet beter of het „melksausje" vormt er een onmisbaar onderdeel van. Eenige weken verder.en we zouden dat onmisbare sausje graag wegkijken van de schaal, zóó verveelt het ons. Maar waarom dan er aan vastgehou den? Minstens even smakelijk en ter afwisseling zeker aan te bevelen is de bloemkool, die in de schaal is overgoten met wat gesmolten boter (als we 't bij zonder smakelijk willen maken, druppe len we door de gesmolten boter een ietsje Maggi's Aroma). Of, blijven we hechten aan een bedek kende saus, dan bestaat er geen enkele reden, waarom 't juist altijd de melksaus zou moeten zijn en niet b.v. eens een tomaten-, een kerry-, een kaas- of zelfs een garnalensaus je: die alle passen uitstekend bij de bloemkool. In de hoop, dat verschillende lezeres sen er haar menu mee kunnen variep- ren, laat ik hier eenige recepten volgen, die wel in den smaak zullen vallen. BLOEMKOOL MET GEBRUINDE BOTER (4 personen) 1 flinke bloemkool, 60 G. (3 afgestre ken eetlepels) boter, 1 eetlepel azijn, lA theelepel Maggi's Aroma, 1 eetlepel fijn gehakte peterselie. Maak de bloemkool op de bekende wijze schoon (liefst in haar geheel) en kook ze gaar in ruim kokend water met zout (ongeveer y, uur). Schep ze met een schuimspaan uit de pan, laat ze goed droog uitlekken en breng ze over in een verwarmde schaal. Zorg, dat intusschen de boter licht bruin 'is gebakken, strooi er de gehakte peterselie in, roer er den azijn en de Maggi's Aroma door en giet dan het mengsel over de bloemkool. BLOEMKOOL MET TOMATENSAUS (4 personen) 1 flinke bloemkool, 4 d.L. kokend water met 2 Maggi-bouillonblokjes, 4 eetlepels dikke tomatenpurée, 30 G. (3 afgestre ken eetlepels) bloem, 40 G. (2 afgestre ken eetlepels) boter, wat gehakte peter selie. Kook de bloemkool op de gewone wijze gaar en breng ze met behulp van een schuimspaan goed uitgelekt in een ver warmde schaal over. Bereid, even voordat de kool gaar is, de saus. Verwarm daarvoor roerende de boter met de bloem tot een gelijk papje, voeg er langzamerhand eerst de toma tenpurée en vervolgens den bouillon bij en laat de saus een oogenblik zachtjes doorkoken. Giet de saus over de bloemkool en strooi er ten slotte de fijngehakte peter selie op. BLOEMKOOL MET KERRYSAUS EN GARNALEN (4 personen) I flinke bloemkool, 4 dX. kokend water met 2 Maggi-bouillonblokjes, 1 theelepel kerry, 30 G. (3 afgestreken eetlepels) bloem, 40 G. (2 afgestreken eetlepels) boter, 100 G. (1 ons) gepelde garnalen. Kook de schoongemaakte bloemkool (liefst in haar geheel) in kokend water met zout gaar. Bereid intusschen de saus, door de bo ter met de bloem en de kerry roerende te verwarmen tot een glad papje, daarbij langzamerhand den bouillon te voegen en het mengsel dan even te laten door koken. Wasch de garnalen in wat water met zout en roer ze door de warme saus. Schep op een schuimspaan de bloem kool goed droog over op een verwarmden ronden schotel; overgiet ze geheel met de saus. Omring dit bloemkoolgerecht desver- kiezende met een rand van gebakken saucijsjes (voor 4 personen ongeveer 250 a 300 G.). BLOEMKOOL AU GRATIN (4 personen) 1 flinke bloemkool, y L. melk, 4o G. (4 afgestreken eetlepels) bloem, 60 G. (3 afgestreken eetlepels) boter, 60 G. (ongeveer 4 volle eetlepels) geraspte kaas, 1 theelepel Maggi's Aroma. Kook de bloemkool in kokend water met zout gaar (liefst in haar geheel)leg ze met behulp van een schuimspaan goed droog uitgelekt in een vuurvasten scho tel. Verwarm roerende de bloem met 2 le pels van de boter tot een gelijk papje, voeg daarbij langzamerhand de melk en laat de saus even doorkoken tot ze flink gebonden is; maak ze dan af met de Maggi's Aroma, 3 lepels van de geraspte kaas en zooveel zout als voor den smaak noodig blijkt te zijn. Bedek de bloemkool geheel met de saus, strooi er het restje van de geraspte kaas over en spreid er de overgehouden boter over, in kleine klontjes verdeeld. Zet den schotel in den oven, tot de overgestrooide kaas goudbruin is ge kleurd. Presenteer dit gerecht als een „groen- te-tusschenschotel", zonder toevoeging dus van vleesch of aardappelen; of wèl, geef er varkenscotelettes of saucijsjes bij met aardappelpurée of met gekookte aardappelen. De Japansche geeft 'n tea Een Japansch huis, klein en knus, licht en hygiënisch gebouwd, ligt tegen de berghelling van Kyoto, dicht bij een oud, zorgvuldig onderhouden keizersgraf, en een dicht woud met een ouden tem pel; in den omtrek liggen veel van de zelfde kleine huizen. De kamer, waaraan bij 't ontwerpen van het huis de meeste zorg besteed is, is de theekamer Naast het vóórvertrek „Mizuja", waar het theegerei wordt afgewasschen, ligt de ontvangkamer „Machiai", met de nis in den noordelijken muur. Hier wachten de gasten, zonder de huisvrouw gezien te hebben. Op het sein van een gongslag gaat men door een bamboe-deur een klein tuintje in, naar den vijver, schept met een bamboe-lepel water in de holle hand spoelt den mond, overgiet de han den en gaat van het „Roji" (tuinpad) zonder schoeisel het zeer lage vertrekje binnen. In deze „Sukija" (theekamer), die maar vier-en-een-halve mat groot is, mogen en kunnen slechts vijf personen, volgens den boeddhist Sutra, plaats ne men. Met een diepe buiging begroet men de beeltenis of kakemono aan den muur, en hurkt in Boeddha-houding op de matten neer. Nu eerst komt ook de huisvrouw het vertrek binnen en begroet reeds bij de deur de gasten met een diepe kniebui ging. Gedempt is het licht, rustig de kleuren der donkere kimono'sIn het midden, boven een op den grond staand komfoor borrelt water in een groote bron zen pan; blauwe wasem zweeft in spira len omhoog. Ingewikkelde voorschriften bepalen de verfijnde plechtigheid van het theeschenken: de geheiligde ritus der theeceremonie is een eeuwenoude tradi tie. Zoo bereidt dan de huisvrouw naar de wetten der oude aestheten de thee voor zichzelf en haar gasten. Iedere beweging is zorgvuldig ingestudeerd, elk gebaar is volmaakt volmaakt als de schilder achtige bloesemtak in de nis, die met de uiterste zorg zóó en niet anders is ge plaatst. In een wonderlijk-brooze porce- leinen schaal in den vorm van een lo tusbloem wordt poeder gemengd, uit een hoogen smallen beker met steel wordt hei kokende water gracieus over het groene theepoeder gegoten. Men roert 't brouwsel met instrumenten, die in teere handen zeldzaam sierlijk staan, en schenkt de thee over in het kopje van den voor- naamsten gast. Dan wordt in dezelfde schaal met nieuw poeder en nieuw kokend water een tweede kopje bereid. Het is groene thee, die glanst als opaal en tur koois. Zoet wit schuimgebak wordt er bij gepresenteerd het is bijna een ironie bij de kinine-bittere thee. De groote thee- schaal en de bamboe-lepel zijn kostbare voorwerpen, die soms eeuwenlang in de familie blijven; ze worden van gast tot gast rondgereikt en bewonderend be keken. In het lage kamertje liggen dikke, vee- rende matten, gezoomd en precies aan elkaar passend; er staan papieren scher men, in zwartgelakte omlijsting, waarop chrysanthen in goudtinten glanzen. Geen meubels werken storend in het merkwaar dige kamertje; slechts de bloesemtwijg in de vaas voor de kakemono wiegt zacht op een ijl koeltjeDe dwergboomen buiten teekenen hun silhouetten tegen de dunne wanden. Langzaam, met tallooze buigingen, trekt de huisvrouw zich terug uit het theegerei. Een gong dreunt uit het tuintempeltje men wacht tot de laatste slag vergalmd is en verlaat met een groetende bui ging naar de kakemono de „Sukija". De ceremonieele thee-bijeenkomst is afgeloo- pen in de andere vertrekken begint het on-officieele gedeelte van den visite- middag, het gezellige samenzijn. De Japansche heeft 'n tea gegeven.... JOHANNA. van al ome modellen, die genummerd zijn boven 4000, run verkrijgbaar aan ,JIet Patronenkantoor, Postbus No. J, Haarlem. Onberispelijke coape. Dameskteeding in de maten 88, #5, 104 bovenwijdte, a ƒ0.55. Kinder kleding, alleen voor den in de beschrijving genoemden leeftijd a ƒ0.35. Niet of lager dan 4000 genummerde ntronen het dubbele bedrag. Bij elk patroon wordt een handleiding voor en naaien gevoegd, benevens een verkleinde patroonschets. Franco toezending, direct na ontvangst van bestel ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels in gesloten, waarbij vermeld: naam en adres, nummer was bet model en het blad, waarin het voorkomt en bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam, recht onder dt armen door, gewoon glad, tonder extra toaift' WAARHEID „Men zegt wel en het is ook menigmaal gebleken, Dat zotten in t algemeen de waarheid zullen spreken; Men zegt ook en het is een overoude klacht, Dat, wie de waarheid spreekt, wordt voor een zot geacht." „Indien men al geen leugens vertelt, doch de waarheid niet volledig bekent, liegt men toch in zekeren zin." „Iedere onwaarheid in tegenwoordig heid van een kind door vader of moeder gesproken, wreekt zich tienvoudig". „Ter waarheid streeft mijn twijfelend gedacht, Ter waarheid streeft mijn rustelooze ziel, Ter waarheid wille ik steeds met al mijn krachten, Ter waarheid, bron van balsemenden vrede. Want ach, geen zal me ooit vaster vrede schenken Dan gij, steeds schoon, wijl ge geen logen kent." voorkant. Langs den te- genovergestelden muur is een ingebouwd buff et met een spiegel er boven. Het buffet is zeer practiseh met vier kas ten en een rij planken, met glas belegd voor practiseh gebruik. De verlichting is ook belangwekkend en onge woon. In leder van de vier hoeken der kamer te een holle kwart-kolom, welke de draden ver bergt, en van boven, in plaats van een kop, zijn paneelen van melk- In het moderne huis. vaak zeer beperkt van afmetingen, moet men wel zeer door dacht te werk gaan met het meubileeren, wanneer men tenminste wenscht, dat de kamers bewoonbaar zullen zijn. Langza merhand is het de gewoonte geworden, om alles pasklaar te maken voor het moderne huis. De uitrusting, hetzij verplaatsbaar, hetzij ingebouwd, is naar maat gemaakt. Alles is speciaal geconstrueerd en het past precies en is geschikt voor de ruim te, die het zal innemen. Verschillende flatwoningen geven een voorbeeld; het meubelwerk past als een costuum naar maat. De eetkamer op onze teekening 32y M., is zeer klein inder daad. Hoe men in zulk een kleine kamer zitplaatsen voor 5 of 6 personen kan hebben, toont u het voorbeeld. Dit Is alleen mogelijk met ingebouwde meubels. Er is een vaste zitplaats aan één kant van de kamer, half cirkel- of hoefijzer vormig, het opdienen geschiedt van den glas aangebracht, welke de kamer met een perfecte regelmaat verlichten, zonder schaduwen. Het vertrek lijkt grooter, doordat alle hoeken en wanden verlicht zijn, hetgeen niet het geval is met één licht uit het midden. Onder nog een voorbeeld van een ka mer, tegelijk eet- en zitkamer. De voorkant vj» de hoekkast, waarin verschillende benoodigdheden keurig zijn gerangschikt, is neerklapbaar en kan als tafel dienst doen. De inbouwsels naast den schoorsteen zijn van boven voor boe kenplanken benut, onder zijn ondiepe kasten. Het geheel is een geschikte oplossing voor een kleine kamer. AMETHIST

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 11