mSMKÊwm
allies»
1
f 750.-
f250.-
f125.-
f50.
f40.-
IPS
PÏ8I
wèèêèèêèèBè
PASTOOR L. J. BOOGMANS
MAANDAG 3 AUGUSTUS 1931
MILITAIR ACCOORD?
Een onhoudbare toestand
I—MM I
-ïvr m
PML
Voorzichtigheid of
Laksheid?
Een nieuwe parochie
te Santpoort
Hoogdravende rede
voering van Mussolini
Meisje verdronken
Sluiting van Ford's
hoofdfabriek
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN
VIER EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17834
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
Het is tusschen den Nederlandschen
|ÉC3n
Dr. Bendien Profeet in eigen Land?
Het fascisme geroemd!!
VOORNAAMSTE cJflEUWS
J. J. WEBER ZOON
OPTICIENS FABRIKANTEN
Groote Houtstraat 166 Haarlem
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
BUREAUX NA8SAULAAN 49
Telefoon No. 13866 (drie Ujnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 et.; per
kwartaal 3.25; per post, per kwartaal
3.58 b(j vooruitbetaling.
HAARLEMSCHE
ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, 14 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct.. bij vooruitbet.
By contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct. per regel.
Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaardenf Q000
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen UUUUi"
Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
verlies van beide armen, beide beenen of beide ooger
bij een ongeval met
doodelijken afloop
bij verlies van een hand
een voet of een oog
bij verlies van een
duim of wijsvinger
bij een breuk van
been of arm
ii verlies van *n
anderen vinger
Het „Dagblad van Noord-Brabant" is
begonnen:
dit blad publiceerde kort geleden een
alarmeerend, weinig geloofwaardig be
richt, dat er tusschen de militaire
staven van Nederland en Frankrijk een
militair accoord tegen Duitschland in
de maak zou zijn.
Bladen van verschillende richting
hebben zich aan deze publicatie geër
gerd:
zooiets kon niet waar zijn!
„Er is geen Nederlandsche minister
van Defensie en geen Nederlandsche
regeering denkbaar, die de krankzinnig
heid zou begaan, onze onzijdige houding
op te geven en de zijde van Frankrijk
te kiezen; en men kan feitelijk met
goed fatsoen aan minister Deckers of
aan de regeering niet eens vragen, zulke
ongerijmdheden ernstig tegen te spre
ken," zoo schreef het „Huisgezin".
De „Limburger Koerier" toch niet
geheel vreemd aan het „Dagblad van
Noord-Brabant" zeide: „Het is mis
schien overbodig voor- velen, maar 't
kan geen kwaad, uitdrukkelijk te waar
schuwen tegen eenig geloof-hechten
aan bovenstaande fantasie."
Ook enkele liberale bladen gaven te
genspraken, verzekerden althans
eveneens, geen waarde te kunnen toe
kennen aan dergelijken „tastbaren on
zin".
Wij voor ons hebben de berichten in
het „Dagblad van Noord-Brabant" zóó
zeer als influisteringen van zekere zijde
beschouwd, dat wij een „onmogelijk"-
verklaring onzerzijds zelfs overbodig
achtten.
Nu is intusschen in „Het Volk" de
gewezen officier Paul Kiès, wel bekend
om zijn strijd voor een militair pen
sioentje na een anti-militair afscheid
van het leger, een serie artikelen begon
nen over de Fransche militaire politiek
en over een Fransch militair accoord
met Nederland; en niet omdat wij
het „Dagblad van Noord-Brabant" min
der betrouwbaar zouden achten dan
„Het Volk" maar enkel en alleen
omdat het gevaar dreigt, dat 's heeren
Kiès' artikelen suggestiever zullen wer
ken dan de fantastische berichten van
het Brabantsche blad, hebben wij aan
een en ander meer dan gewone aan
dacht geschonken.
Zulke berichtgeving en zuike artike
lenschrijverij moesten onder ons, die in
korten tijd ruim twee millioen eerlijk
gemeende handteekeningen vóór den
vrede tezamen brachten, eigenlijk niet
voorkomen.
Paul Kiès durfde heel wat beweren;
hij schreef o.a.:
„De Fransche generaals-politiek, die
eertijds op meer brute wijze Nederland
naar het Fransch-Belgische accoord
trachtte te zuigen, nam ditmaal den
omweg door de koloniën. Ditmaal ook
worden de Fransche bedoelingen in de
allerbeminnelijkste omhulsels gecamou
fleerd.
Vroeger althans tot en met den
wereldoorlog was de Nederlandsche
legerleiding en -organisatie steeds
Duitsch georiënteerd en op Duitsche
leest geschoeid.
Maar niet zoodra zijn de in Frankrijk
gedetacheerde Nederlandsche officieren
in Holland teruggekeerd of „de Fransche
richting" wordt ingeluid.
De voornaamste man dier gedeta-
cheerden, de stafofficier P. J. van Mun-
nekrede, begint tactisch en organisato
risch met zijn naar Fransch model ont
worpen voorschriften den toon aan te
geven en weldra zien w ij dezen staf
officier met zijn Fransche sympathieën
en Fransche relaties snel in rang op
klimmen en benoemd worden tot direc
teur der Hoogere Krijgsschool.
Let vel: van den persoon van dezen
generaal zeggen wij geen kwaad hij is
als mensch bekwaam en beminnelijk.
Maar
Intusschen beginnen de Franschen te
werken aan hun formidabele grensver-
sterking met de bedoeling deze zóó tij
dig gereed te hebben, dat de „doode"
weermiddelen de „levende" kunnen aan
vullen als de Fransche jaarlijksche lich
ting in de laagte gaat. Door de geboor
tevermindering ten gevolge van den
oorlog zal de eerste lichting van oor
logskinderen (geboren in 1915) namelijk
niet ten volle het vastgestelde aantal
van 250.000 kunnen opbrengen en zelfs
gedurende de dan volgende 5 jaar tot
slechts 140.000 dalen van 1935 tot 1941.
Eenmaal die grensversterking tot lei
dende gedachte geworden, begint de
Fransche generale staf mede onder zoo
veel andere invloeden als Mussolini s op
treden en den wassenden invloed der
Duitsche Hitlergroep, de banden met
België sterker aan te halen en via Bel
gië de oogen op Nederland te richten."
De socialistische leger-autoriteit wees
er dan verder op, dat de Nederlandsche
leger- en manoeuvre-leiding zich den
laatsten tijd bijzonder interesseert voor
Brabant en Limburg, dat zij steeds
vaker attaehé's van Frankrijk en België
ontvangt en dat er voortdurend (hoe
weet hij dat? wordt hij daarbij ge
roepen?) ernstige besprekingen plaats
hebben tusschen de Fransche en Bel
gische generale staven over de positie
van en de mogelijkheden met Neder
land.
en den Franschen generalen staf „dikke
vriendschap". Zoo heet het:
„Zelfs de militaire schermtournooien
der onderofficieren nemen grootsche
afmetingen aan en als aanvankelijk dit
jaar de Hollandsche deelnemers mis
schien niet zullen gaan, is de aandrang
zoo sterk, dat zij wel gaan moeten.
En dan worden de Hollandsche onder
officieren op het Franseh-Belgisch-Hol-
landsche schermfeest toegesproken;
hoofdofficieren bieden hun een wijn-
dronk aan; de Belgische kardinaal Van
Roey ontvangt hen in 't bizonder en
spreekt hen afzonderlijk toe; de voorzit
ter der Nederlandsche Onderofficiers-
vereeniging ontvangt de opvallende
onderscheiding van de Kroonorde van
België.
Wat aldus in de lagere regionen ge
beurt, wordt in het publiek vertoond; in
de hoogere regionen gaat men minder
zichtbaar te werk."
Paul Kiès' onthullingen culmineeren
dan in dezen volzin, extra-vet gedrukt:
„Alle bewijzen zijn niet compleet en
de bewijzen die er zijn kan men niet alle
publiceeren, maar het staat als een
paal boven water, dat er contact be
staat tusschen de Nederlandsche gene
rale stafofficieren en hun Fransche en
Belgische collega's."
Is dat overtuigend?
Paul Kiès vraagt ten slotte:
„Geschiedt dit zoogenaamd persoon
lijk? Of worden hier onbekend-blij
vende opdrachten vervuld?"
En hij zegt er van: „Deze vragen zijn
voorshands moeilijk te beantwoorden."
„Even moeilijk valt de vraag te beant
woorden, of het uitsluitend aan de goeds
kwaliteiten van het Nederlandsche in
dustrieproduct te danken is, dat voor
millioenen aan betonarbeid voor het
Fransche verdedigingsstelsel in Neder
land geplaatst is en of het met de daar
voor in Nederland opgestreken commis-
siegelden wel alles zuivere koffie is.
De Nederlandsche Handel-Maat-
schappij, die er, naar ons uit betrouw
bare bron bekend is, dertigduizend gul
den provisie voor opgestreken heeft, zou
ons daar meer over kunnen vertellen."
Het venijn van 's heeren Kiès' artikel
schuilt echter in den staart, waarin
gezegd wordt, dat in het bijzonder ka
tholieke legerautoriteiten ter bewer
king van het accoord een rol zouden
spelen.
Men ziet dus: beweringen en insinua
ties te over!
Wij nemen het geval niet al te dra
matisch op.
Van onze legerleiding veronderstellen
wij niet anders, dan dat zij af- en on
zijdig blijft (alleen maar Neder-
landsch) doch dat zij desondanks
niet verzuimt, zich voor te bereiden op
alle gebeurlijkheden en dus geen en
kele informatie en geen enkele overwe
ging versmaadt.
Waartoe hebben wij anders een gene
ralen staf, dan dat deze ons in geval
van oorlog de best mogelijke bescher
ming en veiligheid biedt?
Intusschen vlugger dan hij kon
vermoeden is de heer Kiès met zijn
beweringen en insinuaties verongelukt:
Donderdag toch (en Vrijdagavond
verscheen het bewuste ,,Volk"-artikel)
heeft onze minister van Defensie in een
persconferentie verklaard, dat er bij de
regeering niet het minste verlangen be
staat om tot samenwerking te komen
met eenige mogendheid:
„Onze regeering staat geheel vrij en
wil vrij blijven, om zelf uit te maken,
welke maatregelen wij op een gegeven
oogenblik zullen moeten nemen."
Hiermede is het geval in zijn hoofd
zaak naar het rijk der nevelen verwe
zen.
Maarer mag niets van blijven
hangen.
En daarom zal 't wellicht wenschelijk
zijn, dat de minister zich bij gelegen
heid nóg nader uitspreekt, zóó, dat er
van heel de „Volk"-suggestie niets over
blijven kan.
Dat in het bijzonder katholieke
krachten hier aan 't werk zouden zijn
voor totstandkoming van een militair
accoord, dat.,., behoeft niet eens
tegengesproken te worden.
De katholieke Staatkunde hier te lande
is, zooals ieder katholiek weet, wars van
ieder verbond, waarbij wij ook maar het
geringste deel van onze zelfstandigheid
zouden inboeten. Er is bij ons niet één
man, niet ééne vrouw te vinden, die
een verbond, met welke mogendheid
ook, zou willen verdedigen, want onge
repte zelfstandigheid is het eenige be
houd voor een klein land.
Professor mr. Scheltema houdt in de
Groene een pleidooi voor lijkverbranding.
Hij komt er voor op, dat ze, thans onrecht
matig toegepast, wettelijk zal worden toe
gelaten.
Wij zijn het alleen met hem eens, zegt het
„Huisgezin", dat de bestaande toestand: de
wet verbiedt de crematie, maar deze is niet
strafbaar, onhoudbaar is.
Met professor Scheltema noemen wij het
een den wetgever onwaardigen toestand, dat
de bestaande regeling wordt veronachtzaamd,
doordien tengevolge van een verzuim zijner
zijds de sanctie op de regeling ontbreekt.
Derhalve heeft de wetgever den plicht, óf
alsnog de noodige sancties in de wet op te
nemen, óf de wet te veranderen.
De voorstanders van lijkverbranding kun
nen er niet mee voldaan zijn dat, zooals de
hoogleeraar het uitdrukt, „de zaak loopt",
en de tegenstanders kunnen er geen genoe
gen mee nemen, dat wat zij niet willen toch
dag aan dag gebeurt.
En beiden moeten hierin overeenkomen,
dat wat thans geschiedt tegen de wet is en
niet strekken kan om den eerbied voor de
wet in het algemeen te bevorderen.
De hoogleeraar wijst er op, dat, indien
gemeentebesturen mochten besluiten een
crematorium op te richten, zulk een besluit
als strijdig met de wet door de Kroon zal
worden vernietigd: de minister van Justitie
heeft zich nog onlangs in dien zin uitge
laten.
Wij zijn niet op méér crematoria gesteld,
maar een beroep op een wet, welke men op
een ander punt de crematie zelf vrije
lijk laat overtreden, lijkt ons niet sterk: wij
voor ons zouden moeilijk den moed tot zulk
een beroep kunnen vinden.
Professor Scheltema constateert, dat wijzi
ging der Begrafeniswet dringend noodzakelijk
is, „tenzij natuurlijk men het standpunt
mocht willen innemen, dat in de toekomst
crematie in ons land niet behoort te worden
toegelaten."
De hoogleeraar wil klaarblijkelijk hiermee
te verstaan geven, dat de tegenstanders van
de lijkverbranding zich opzettelijk stil houden
en de lijkverbranders te Westerveld laten
betijen in de gedachte, dat het zóó bij die
ééne lijkverbrandingsgelegenheid zal blijven.
Hierop zouden wij willen antwoorden, dat de
tegenstanders van lijkverbranding zich om
twee redenen niet mogen stil houden.
Vooreerst omdat hetgeen zij niet willen
tóch gebeurt.
En op de tweede plaats, omdat dit gebeurt
in strijd met de wet.
Deze toestand kan niet blijven bestendigd.
Een wet moet worden nageleefd óf ze moet
worden gewijzigd: het oogluikend toelaten
van overtredingen, om welke reden dan ook,
is onrechtmatig.
Indien de wetgever den durf niet heeft
of omdat men de zaak zoo lang op haar
beloop heeft gelaten, niet anders kan de
lijkverbranding te verbieden, d.w.z. op lijk
verbranding straf te stellen, laat hij ze dan
wettelijk toelaten.
Dit lijkt ons minder erg dan de toestand
van onwaarachtigheid, waarin we nu al jaren
leven.
Van den anderen kant vraagt men zich
toch ook af, wat de voorstanders der lijk
verbranding in de Kamer weerhoudt met een
initiatief-voorstel te komen op het voetspoor
van hun Belgische geestverwanten.
Zijn ze niet zeker van de overwinning
thans, en rekenen zij er op, dat een nog
Zaterdagavond speelde Capablanca in de Militiezaal te Amsterdam simultaan tegen
dertig spelers. Capablanca won 24 partyen; speelde driemaal remise en verloor tegen de
heeren Felderhof, Spinhoven en Selman,
Zooals wij indertijd
reeds gemeld hebben, zou
den Zeereerw. Heer L. J.
Boogmans, pastoor der
parochie van den H. Jo
annes den Dooper te
Haarlem, met Augustus
eervol ontslag worden
verleend als pastoor van
genoemde parochie en zou
hij door Z.D.H. den Bis
schop van Haarlem wor
den aangesteld als Archi
varis van het Bisdom,
terwijl hij tevens zou be
last blijven met het Con
servatorschap van het
Bisschoppelijk Museum, te
Haarlem, in welk gebouw
Z.E. zou gaan wonen.
Thans is, naar wij ver
nemen, deze verwachte
benoeming van pastoor
Boogmans officieel afge
komen. In zijn plaats is
benoemd tot pastoor van
den H. Joannes den Doo
per de Zeereerw. Heer
P. Roovers, pastoor te
Rinnegom - Egmond-Bin-
nen.
langere bestendigheid van den bestaanden
toestand een terugkeer tot de verplichte
onder straf verplichte begrafenis onmo
gelijk zal maken?
Profeten worden in eigen land niet
geëerd, zegt het spreekwoord. Of dr. Ben
dien uit Zeist, die een nieuwe methode voor
bet diagnoseeren van kanker heet gevonden
te hebben, een profeet zal blijken te zijn,
moet nog wetenschappelijk worden uitge
maakt. Feit echter is, dat zijn onderzoekin
gen in Engeland de noodige belangstelling
en wel van de officieele British Empire Can
cer Campaign hebben getrokken, vóórdat de
medische wereld hier te lande zich ge-
waardigde haar hooge aandacht daaraan te
wijden.
Voorzichtigheid is een schoone deugd, die
vooral in de geneeskunde dient beoefend te
worden, omdathet daar om lijf en leven
der menschheid gaat. Doch is het in strijd
met de veel geprezen voorzichtigheid een
nieuwe methode van een arts wetenschappe
lijk te onderzoeken, ook al heeft deze
methode haar deugdelijkheid nog niet onom-
stootelijk bewezen? Zou het niet veeleer
een plicht dier voorzichtigheid zijn, juist
wanneer de officieele medische wereld aan
die deugdelijkheid meent te moeten twijfe
len, haar ten spoedigste te onderzoeken,
voordat er eventueel slachtoffers vallen?
vraagt „De Tijd". En het blad vervolgt:
Ons lijkt de houding van de Nederland
sche medische autoriteiten, die thans in
Engeland ter elfder ure haar licht gaan
opsteken over de vinding van den Zeister
arts, niet geheel verantwoord.
Dr. Bendien's methode is waardevol of
waardeloos, maar verdient in beide gevallen
de belangstelling welke zij thans eerst ten
gevolge van een buitenlandsch initiatief
hier heeft gevonden.
Wij denken er in de verste verte niet aan
ons op het hachelijke terrein der experi-
menteele geneeskunde te wagen, en zeker
niet in de onderhavige kwestie. Maar wel
weten wij, dat vooral door jonge medici en
chirurgen vaak geklaagd wordt over gebrek
aan belangstelling bij oudere en gevestigde
heelmeesters van reputatie, wanneer het
een nieuwe werkmethode of initiatief geldt.
Een juist gerichte belangstelling en een
ernstig wetenschappelijk onderzoek hebben
nog nooit geschaad. Integendeel. Niet alleen
de actieve medici zelf mogen deze voor hun
werk eischen, maar ook de patiënten, op
wie straks eventueele nieuwe methoden zul
len worden toegepast.
Aan den Weleerw heer A. Goossens, ka
pelaan te Roelofarendsveen, is door Z. H.
Exc. den Bisschop van Haarlem opgedragen
een nieuwe parochie te stichten te Sant
poort (gemeente Velsen).
Z. E. zal 14 Augustus zijn intrek nemen
in het zusterhuis St. Catharina, Oud-Scho
ten (Haarlem-Noord).
Naar wij vernemen zal de nieuwe pa
rochie omvatten het gedeelte Santpoort
station, het dorp Santpoort en een gedeelte
van Velsen-Driehuis.
Waar de nieuwe parochiekerk zal verrij
zen is uit den aard der zaak nog niet te
zeggen. omdat de voorbereiding van den
bouw tot de taak van kapelaan Goossens
behoort.
De omtrek van het Station-Santpoort
is, zooals bekend, in de paatste jaren druk
bebouwd, zoodat het stichten van een
nieuwe parochie den katholieken, die daar
wonen, zeer welkom zal zijn.
Het fascisme zal vernietigen wat het
in den weg staat
Mussolini heeft te Ravenna een waterlei
ding plechtig geopend, waarbij hij een lange
redevoering hield en onder andere ver
klaarde, dat slechts het fascisme Ravenna
van water heeft kunnen voorzien, nadat het
er vijftien eeuwen op gewacht heeft, omdat
het fascisme op de eerste plaats een uiting
is van den wil. De fascisten, aldus Mus
solini, zijn de Italianen, die met name in
den tegenwoordigen tijd het werkwoord wil
len kunnen vervoegen.
Zoo hebben wij in 1915 de deelneming aan
den oorlog gewild, in 1917 het verzet tot het
einde, in 1918 de overwinning, in 1922 de
fascistische revolutie en in 1925 hebben wij
het openlijk verzet willen breken. Wanneer
zoo nu en dan de door den boog van onzen
wil afgeschoten pijl haar doel ook mist, dan
beteekent dat niets. Het komt er op aan,
voortdurend en met kracht te willen.
Het feit, dat de groote toren van de wa
terleiding aan de gevallenen van den oorlog
is gewijd, is een zeer zinvolle daad. Ik heb
de soldaten van de vlakte van Ravenna, van
den Podgora tot den Monfalcone, in de loop
graven zien strijden. Ik heb gezien, hoe zij
op heldhaftige wijze hebben gestreden en
hoe zij op niet minder heldhaftige wijze zijn
gestorven.
Toch wil ik hier uitdrukkelijk verklaren,
dat de fascistische regeering den vrede
wenscht met de naburige volken en ook met
hen, die vlak bij ons wonen, niet omdat wij
de gevaren van den oorlog vreezen, maar
omdat wij een grootsch werk tot voleinding
brengen moeten.
Wij willen het Italiaansche volk zoo spoe
dig mogelijk bevrijden van de lasten van de
thans heerschende malaise, omdat wij, fas
cisten, vooral voor het volk werken en wij
aan het volk niet alleen zijn rechten geven,
doch ook zijn plichten.
Slechts de zoon van een smid kan, wan
neer dit noodig is, op kernachtige wijze tot
het volk spreken. Niemand zal dan kunnen
vermoeden, dat met hem de privileges van
een titel of het egoïsme van den rijkdom
spreken.
Wij hebben in dit werk onzen geheelen
onwrikbaren wil gelegd, maar denzelfden
wil, onbuigzaam als het staal van een
zwaard, zullen wij gebruiken om alles, wat
zich in den weg van de fascistische revo
lutie zal stellen, omver te werpen en te
vernietigen, omdat de fascistische revolutie
aan het volk de welvaart en het bewustzijn
van zijn steeds stijgende nieuwe grootheid
zal brengen.
De redevoering van den Duce werd na
tuurlijk met stormachtige bijvalsbetuigingen
beantwoord.
Vier personen met moeite gered
Aan het strand te Scheveningen is Zondag
een 13-jarig meisje H. M., wonende te Den
Haag, bij het baden in zee verdronken. In
den loop van den dag zijn nog vier personen,
die zich te ver in zee hadden bewaagd, slechts
met moeite gered. Bij den geneeskundigen
Dienst werden twee hunner naar hun resp.
woningen in de stad vervoerd, maar de twee
anderen, een eveneens 13-jarig meisje en een
21-jarige jongeman, werden naar het Ge
meenteziekenhuis overgebracht. Hun toestand
was zorgelijk.
De nieuwe G. G. van Ned.-Indië
Jhr. de Jonge vertrekt op 17 Aug.
De nieuw-benoemde Gouverneur-Generaal,
jhr. B. C. de Jonge, zal de reis naar Ned.-In-
dië met de ,,Patria" van den Rotterdamschen
Lloyd maken. De heer de Jonge zal zich 17
Augustus naar Marseille begeven om zich
daar in te schepen.
De benoeming van pastoor Boogmans tot
archivaris van het Bisdom, is thans afge
komen.
(blz. 1, 1ste blad)
Te Santpoort zal een nfeuwe parochie
gesticht worden.
(blz. 1, 1ste blad)
De nieuwe Gouverneur-Generaal van Ned.
Indië zal 19 Augustus vertrekken.
(blz. 1, 1ste blad)
Gift van H. M. de Koningin voor het
nieuwe Ned. paviljoen te Parijs.
(blz. 1, lste blad)
Boerderij-brand te Wehl. Bejaarde land
bouwer in de vlammen omgekomen.
- (blz. 1. lste blad)
Leening aan de Bank van Engeland.
(blz. 1, lste blad)
Duitsche Rijkshulp aan de Dresdener
Bank.
(blz. 1, lste blad)
Rede van Mussolini over het fascisme.
(blz. 1, lste blad)
Groote brand te Amsterdam.
(blz. 2, 2de blad)
Brüning en Curtius zullen Woensdag naar
Rome vertrekken.
(blz. 3, 2de blad)
De 1 Augustus-agitatie is zonder ernstige
voorvallen verloopen.
(blz. 3, 2de blad)
Krachtige strijd tegen het banditisme te
New-York.
(blz. 3, 2de blad)
Voorstel tot monopolie-opheffing in Spanje
te wachten.
(blz. 3, 2de blad)
Inval bij het Russische handelsbureau te
Buenos Aires, waarna het geheele personeel
gearresteerd is.
(blz. 3, 2de blad)
Barometerstand 9 uur van. 7.67 vooruit.
Licht op. De lantaarns worden opgestoken
om 9.16 uur.
Hoogste barometerstand 773.3 m.M. te Aber
deen.
Laagste barometerstand 752.2 m.M. te Jan
Mayen.
Verwachting: Meest matige, noordoostelijke
wind, licht tot half bewolkt, waarschijnlijk
droog weer, iets warmer.
75.000 arbeiders werkloos
Volgens de „Köln. Volksztg." zal weldra de
hoofdfabriek van Ford te Detroit worden
gesloten, waardoor 75000 arbeiders broodeloos
zouden worden.
Het feit, dat juist Ford, die bij het begin
der ekonomische krisis aan president Hoover
had verzekerd, dat hij (Ford) alles zou doen,
om zijn bedrijf gaande te houden, tot dezen
in zijn gevolgen zoo ernstigen stap heeft
moeten besluiten, heeft een verpletterenden
indruk gemaakt.
Dit te meer nog, daar moet worden ge
vreesd, dat het voorbeeld van dezen voor
aanstaanden figuur op ekonomisch gebied
door andere ondernemingen zal worden ge
volgd.
Reeds sedert eenige dagen waren geruchten
verspreid, dat Ford met omvangrijke ontslag
plannen rondliep, maar even zoovele malen
door de directie tegengesproken.
Thans evenwel heeft de bedrijfsleiding een
verklaring gepubliceerd, waarin wordt ge
zegd, dat de hoofdfabrieken van Ford te
Detroit voor eenige weken in de maand
Augustus zullen gesloten blijven.
Deze bedrijven geven rond 75000 arbeiders
werk. Daarnaast komen nog vele werklieden,
die tengevolge van de bedrijfsinkrimpingen
bij elf andere ondernemingen van Ford in
de Ver. Staten, hun brood zullen verliezen.
Ook deze arbeiders is ontslag aangezegd.
Door de bedrijfsleiding van Ford wordt
verzekerd, dat het slechts een maatregel van
tijdelijken aard betreft en dat vermoedelijk
in Augustus nog het bedrijf weer zal worden
hervat.
Het nieuwe Ned. Paviljoen te Parijs
Gift van H. M. de Koningin
H. M. de Koningin heeft een bedrag van
drie duizend gulden ter beschikking gesteld
van het Comité voor den wederopbouw van
het Nederlandsche Paviljoen op het terrein
van de Internationale Koloniale Tentoon
stelling te Vincennes.