(Binnenlandsch Nieuws Voor HEVEA -FIETSBANDEN Het gestolen Luchtballonnetje de Huiskamer Kalender blaadj e I OF DE GESCHIEDENIS V AN TWEE DEUGNIETEN Loonsverlaging of prijsverhooging De kwestie-Franekeradeel Crimineele statistiek over 1929 Bouwwerken voor rekenplichtige besturen 3. Is de Minister bereid mede te deelen ONZE OOST Indische dienst KUNST EN KENNIS Kankeronderzoek De veete Edison f/c/it/oo/oe/zd- f/zèrsferA. KERK EN SCHOOL RADIO-NIEUWS De strijd tegen „Fading" KERKNIEUWS FINANCIEN Disconto in Oostenrijk De Tarwewet Graanhandelaren weigeren reeds gekochte tarwe te aanvaarden De heer Kersten, lid van de Tweede Ka mer, heeft zich met de volgende vragen tot den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw gewend. Is het den Minister bekend, dat met na me in Zeeland graanhandelaren weigeren door hen gekochte tarwe te aanvaarden, tot groot ongerief der landbouwers, die geld be hoeven. Kan de Minister mededeelen of deze weigering grond vindt in de onzekerheid of de regeering deze geschatte en verkochte tarwe inderdaad afnemen zal? Is de Minister bereid ten spoedigste maat regelen te treffen om alle landbouwers in gelijke rechten te doen deelen? Een firma, die aan het laatste middel de voorkeur geeft. De textielfirma v.h. J. C. Zaalberg en Zoon, heeft aan haar afnemers een circu laire gericht, waaraan het volgende is ont leend: „Nu echter deze toestand (bedoeld wordt de algemeene inzinking), „die in Augustus 1929 begonnen is, blijft voortduren en er nog geen verbetering merkbaar is en onze om zet aanmerkelijk is teruggeloopen, waardoor de productiekosten en vaste lasten per een heid zijn gestegen, zijn wij verplicht, wil len wij ons bedrijf rendabel maken, andere maatregelen te nemen, waarvoor slechts twee wegen openstaan, n.l. loonsverlaging of prijsverhooging. Loonsverlaging achten wij, waar in onze fabrieken, gelijk vrijwel in de geheele textiel-industrie, „short-time" (korter dan anders) wordt gewerkt, voor het oogenblik niet gewenscht. Er blijft ons dus over een verhooging van onze verkoopprijzen, welke verhooging wij slechts op 5 pCt. stellen." De heer Van der Schaaf heeft in zijn installatie-rede den burgemeester niet willen beleedigen de laatst gehouden raadsvergadering van Pranekeradeel heeft de heer Van der Schaaf, die zooals men weet ongeveer een maand geleden de aandacht tot zich heeft getrokken door zijn zeer openhartige, doch allesbehalve hartelijke installatie-rede jegens den nieuwen burgemeester, een ver klaring afgelegd, waarin hij o.m. zeide, dat na zijn installatierede gebleken is dat ver schillende personen meenen, dat hü tegen den burgemeester een haat heeft- of ten minste haat gekoesterd heeft, of de bedoe ling heeft gehad hem te beleedigen. Niets is minder waar. En wanneer ik scherp ge weest ben, zeide spr., dan was dit om de zaak en niet om de persoon van den burge meester. Dit ter verklaring en om misver stand te voorkomen. De voorzitter stelde na het afleggen van deze verklaring voor met de gewone werk zaamheden te beginnen, waartegen de heer Sj. Bruinsma bezwaar maakte, meldt het „Hdbd." De heer Sj. Bruinsma zeide eensdeels ver blijd te zijn, dat de heer Van der Schaaf met deze verklaring is gekomen. Z.i. is dat de eerste stap in de goede richting, maar voldoende acht hij die verklaring niet. Door de installatierede is het vertrouwen tusschen den heer Van der Schaaf en de andere raadsleden verbroken en om die fout te herstellen behoort de heer Van der Schaaf zich te excuseeren tegenover den burge meester, de regeering, het gemeentebestuur en het secretariepersoneel van Barradeel en de vrijzinnigen van Pranekeradeel. Het is toch duidelijk gebleken, dat de heer Van der Schaaf niet namens de vrijzinnigen heeft gesproken en spr. zou gaarne zien, dat in een volgende vergadering de heer Van der Schaaf verder kon gaan en zich ge heel kon rehabiliteeren. De heer Van der Schaaf achtte zich niet verplicht den heer Bruinsma te antwoor den. Daling van de gerechtelijk geconstateerde criminaliteit. Minder mishandeling en diefstal dan in 1928 De schommelingen, die de totaalcijfers van de onherroepelijke veroordeelingen de laatste jaren te zien gevenzijn onbelang rijk. De aanwijzing, die deze cijfers omtrent de werkelijke criminaliteit te zien geven, leert, dat de stand daarvan in totaal sedert den sterken teruggang in de jaren 1920 en 1921 vrijwel onveranderd is gebleven. Niettemin trekt het de aandacht, dat voor 1928 en 1929 de cijfers zich in dalende richting bewegen. Vervolgens de zoo juist verschenen Crimineele Statistiek over 1929, bewerkt en gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek, bedroeg het aan tal onherroepelijke veroordeelingen in dat jaar, wat betreft de strafbare feiten, die in eersten aanleg door de rechtbanken wor den berecht, in de jaren 1927 tot en met 1929 reps. 21.878, 21.778 en 21.098, per 10.000 inwoners resp. 28.9, 28.4 en 27.1. Het rela tieve cijfer van de onherroepelijke veroor deelingen zonder die ter zake van rijwiel en wegenbelastingwet, provinciale en plaat selijke belastingovertredingen en de wet van 3 Augustus 1914 (smokkelhandel) was voor 1929 (21.7) lager dan in de jaren 1896 tot en met 1928, met uitzondering alleen van de jaren 1915 en 1916, resp. 20.6 en 10.8). Bij de specificatie van de veroordeelingen naar de speciale delicten valt te constatee- ren, dat het aantal onherroepelijke veroor deelingen wegens eenvoudige en gequalifi- ceerde mishandeling verder is teruggeloo pen: in de jaren 1927, 1928 en 1929 bedroeg het resp. 4188, 4121 en 3945, per 10.000 in woners resp. 55.3, 54.7 en 50.7. Voor ver schillende andere agressieve- en ruwheids delicten waren de cijfers een weinig hooger dan in 1928. Minder veroordeelingen wegens moord en doodslag werden onherroepelijk. Een toeneming van beteekenis was er ten aanzien van zwaar lichamelijk letsel door schuld (toenemend verkeer). Het aantal veroordeelingen ter zake van het belangrijkste economische misdrijf, den eenvoudigen diefstal, is in 1929 wederom ge daald: per 10.000 inwoners in 1929 32.4 tegen 37.2 in 1928. De sexueele misdrijven bewegen zich nog steeds op hooger niveau dan in 1913. Een kleine schommeling in gunstige richting is in 1929 in vergelijking met de jaren 1927 en 1928 op te merken (per 10.000 inwoners ïr. 1928 13.3, in 1929 12.2, in 1913 6 5). Het aantal veroordeelingen wegens bede larij en landlooperij loopt de laatste jaren gestadig terug (per 10.000 inwoners 9.1). Wat de opgelegde straffen betreft, geeft 1929 in vergelijking met het voorafgegane jaar een vermindering te zien van het aantal malen, dat gevangenisstraf werd opgelegd. Deze straffen maakten nog slechts 26.4 pet. uit van de opgelegde hoofdstraffen (1917 56 pet.). In 66.2 pet. van de gevallen werd geldboete opgelegd. De omvang van de toepassing van voorwaardelijke veroor- aeeling bleef gelijk, in 1929 eindigde bij de misdrijven 86.4 pet. van de gevallen gun stig, dus zonder dat last werd gegeven tot tenuitvoerlegging der voorwaardelijk opge legde straf. Het aantal gevallen van onherroepelijke schuldigverklaring ter zake van delicten, die door de kantonrechter werden be recht, bedroeg in 1928 179.951 tegen 194.021 in 1928, en het aantal voorkomingen van de vervolging resp. 134.893 en 131.532. Het aan tal schuldigverklaringen en voorkomingen ter zake van de motor- en rijwielwet is ver minderd; 1926 135.820, 1929 124.354. Het aantal gerechtelijk geconstateerde zelfmoorden bedroeg in 1929 552 of 70.9 per millioen inwoners (1928 76.2). Voor het eerst na de statistiek over 1919 zijn in de inleiding weer eenige gegevens opgenomen over persoonlijke omstancUgh den der veroordeelden (sexe, leeftijd en burgerlijken staat). In de paragraaf betref fende de repressieve maatregelen zijn voor de eerste maal gegevens gepubliceerd om trent psychopathen, die ter beschikikng va: de regeering zijn gesteld. De Dageraad in Limburg Een protest van de Commissie van verweer Door de commissie van verweer in Limburg is het volgende schrijven gezonden aan de leden der Prov. Staten van Limburg. Het hoofdbestuur van de comité's van ver weer tegen de Dageraad en zijn trawanten, neemt de vrijheid U. E. G. A. heeren met het volgende in kennis te stellen: dat aan het comité van verweer is gewei gerd een vergunning te geven tot het hou den van een demonstratie tegen de demon stratie der vrijdenkers; dat den leden van het comité geregeld is verboden liederen te zingen als: Limburg mijn Vaderland en Aan U,o Koning der Eeuwen; dat zij op particulier terrein op de meest hinderlijke wijze zijn vervolgd door politie te paard; dat aan hen verboden is te colporteeren met hare vlugschriften, daar waar de vrij denkers wel mochten colporteeren; dat aan hen is verboden van Oranje Nas sau III een groep personen te vervoeren naar O. N. I.; dat zij geregeld hardhandig door de politie op het trottoir zijn gedreven, en de straat werd vrij gegeven aan de vrijdenkers; enz. enz. De Comité's van Verweer protesteeren met alle kracht, die in hen is tegen dit optreden tegen hen, die in 1918 het hoofd hebben ge boden aan de aanvallers van Troon en Re geering. Zij beschouwen deze zaak als niet afgedaan, maar zullen geheel Limburg oproepen om te protesteeren tegen deze handelwijze den Lim burgers aangedaan." Haarlemsche Synode-bepalingen Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent, bis schop van Haarlem, publiceert in „St. Bavo" de volgende aanvulling van de Synode-be palingen: „In de bepalingen omtrent bouwwerken, welke worden uitgevoerd door rekenplichtige Bésturen in Ons Bisdom, wordt een kleine aanvulling door Ons wenschelijk geacht, n.l. in hoofdstuk IV over Architecten, Aanne mers etc. worde na 1. b. gelezen achter de worden Synode 1929 n. 145. 7. op p. 5 „en Katholiek georganiseerde Uitvoerders aan te stellen," welke aanvulling ook worde gelezen in het uittreksel op 14 sub 10, achter georga niseerde leveranciers." De krisis in het Duitsche Bank- en Geldwezen Moeilijkheden voor vele Nederlandsche crediteuren Door den heer Kortenhorst zijn aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, voorzitter van den Raad van Mi nisters de volgende vragen gesteld: Is het de regeering bekend, dat door de crisis, waarin het Duitsche bank- en geld wezen zich bevindt, vele Nederlandsche cre diteuren, zoowel uit de kringen van den land en tuinbouw, zuivelproducten en aanverwan te bedrijven, als uit die van de nijverheid, geen betalingen van hun Duitsche debiteuren kunnen verkrijgen en dat daardoor voor het Nederlandsche bedrijfsleven moeilijkheden zijn ontstaan? Is de regeering bereid pogingen in het werk te stellen, om de Nederlandsche credi teuren in het bezit te stellen van de hun toe komende bedragen? Het voorkomen ongeluk op de Moerdijk-brug Vragen aan den Minister van Waterstaat Door den heer ir. Van Der Bilt zijn aan den Minister van Waterstaat de volgende vragen gesteld: 1. Heeft de Minister kennis genomen van het bericht, als zou onlangs een groot onheil op de brug' bij den Moerdijk zijn voorkomen door de tegenwoordigheid van geest van twee beambten van de Nederlandsche spoorwegen? 2. Zoo ja is het Zijne Excellentie ook be kend, dat de Nederlandsche spoorwegen een onderzoek naar de reden, waarom zich twee treinen tegelijk op de brug konden bevinden, hebben ingesteld? welk resultaat dit onderzoek heeft opgeleverd en of het tot het nemen van meer afdoende veiligheidsmaatregelen heeft geleid? Bestemd voor uitzending naar N.-Indië: N. C. Beudeker, adm. ambt. b/h Binn. Best., Leiden; A. V. Poggemeier en H. Monke, adm. amb. b/h Binn. Best., beiden Amsterdam; L. F. Goedhart, adm. b/h Binn. Best. 's-Gravenhage; A. Hooftman, adm. amabt. b/h Bnnen. Best., Boskoop. Verlofgangers: P. R. de Tyssonck, kantoorh. b/h Centr. Kant. v. d. Stat, v/h dep. van L., N. en H., 's-Gravenhage; C. Boom, hoofdcomm. b/d P.T.T. te Djokjakarta, Haarlem; E. A. Klötzsche, mijnh. opz. 1ste kl. b/d dienst, v'd Mijnb., Perna-Jessen Duitschland; W. F. H. Manuel, ambt. ter besch. dd. ing. lste kl. b/d SS. en Tr„ 's-Gravenhage; J. W. A. Prevoost, kantoorh. b/d S.S. en Tr., 's-Gravenhage; E. C. A. Bense, archit. b d W. en 's Lands B.O.W., 's-Gravenhage; J. J. M. F. Sijmons, fung. contr. b/h Binn. Best., Maastricht; R. R. Misseijer, lste comm. b/d Alg. Rekenkamer, 's-Graven hage; J. I. Tholense, comm. b/h dep. B.O.W.; E. Treffers, dir. off. van gez. lste kl. 's-Gravenhage; K. F. Avink, lste-luit. der inf., Amsterdam; J. T. Hallegraeff, kap. der art.. Oosterbeek; L. J. B. Paardekooper, lste luit. der art., Apeldoorn; W. C. Mul ler, kap. der genie, Edam; J. W. E. Hoff mann, off. van gez. lste kl., Eindhoven V. Dersjant, maj. Top, Dienst, 's-Graven hage; F. H. B. Wetzels, lste luit. der inf., 's-Gravenhage; N. Touwen, lste luit. der inf.. Oosterbeek. N ieuwbenoemden J. M. de Koek, off. van gez. 2de kl., Utrecht; J. G. B. van Heek, off. van gez. 2de kl., Leiden; J. R. Bakker, off. van ge. 2de kl. Utrecht. Gepensionneerden H. de Vries, luit.-kol. der inf., Zeist; P. W. M. Weber, luit.-kol. der inf., Amersfoort; C. H. M. H. Kies, gen.-maj. art., 's-Gra venhage. Dr. Bendien in Engeland. Gelijk bekend, werd in het Britsche La gerhuis den minister voor de openbare ge zondheid de vraag gesteld, of zijn opmerk zaamheid was gevestigd op de recente on derzoekingen van dr. Bendien in Nederland en of hij geneigd was den Medical Research Council te vragen een rapport uit te bren gen over deze methode. 1 (Humoreske uit de pikzwarte middeleeuwen). In het schoone land van Thüringen, daar, waar over de heldere oevers der Saaie tröt- sche, sterke burchten staan, leefden omtrent het jaar 1200 n. Chr. twee bijzonder nette adellijke families, van Kaplaars en van Smeerbuik geheeten, die zich kort en goed van de stratenreiniging onderhielden, door dien zij de reizende kooplieden achter bosch- jes afwachtten en de wegen er van zuiverden. De beide hoofden van bovengenoemde fa milies waren ten tijde van onze waarachtige geschiedenis de oude Otto van Smeerbuik, een erg joviale, oude bullebak, die dagelijks minstens twaalf flesschen Rudolstadter wijn placht te drinken, en de jonge Adelbert van Kaplaars, een idealistisch aangelegd mensch, vol geestdrift voor het edele en goede en dies ook een vereerder van het schoone ge slacht. Adelbert beminde natuurlijk Rosa- linde, de eenige dochter van den ouden Smeerbuik. Zoover was alles in orde. Nu gebeurde het op zekeren mooien avond, dat Adelbert en Rosalinde bij het dansen van de Schotsche drie, die op het slot Kap- laarzenrust gedanst werd, een Philippine ge wisseld hadden, waarbij Adelbert volgens ridderplicht, verloor. Des anderen daags zag men hem naar Weimar rijden en een galanteriewinkel aldaar ingaan, die aan een Koninklijken hofleveran cier behoorde. Toen hij na eenige minuten er weer uitkwam, had hij een sierlijk Chi- neesch kistje in de hand, dat hij aan z'n rijknecht Johan gaf met de woorden: „Voor mejonkvrouw Rosaline eigen handig af te geven." Johan reed direct in de aangewezen rich ting en bereikte den burcht van den ouden Smeerbuik juist op het oogenblik toen de deur op 't nachtslot werd gedaan. De oude stond in de poort en nam hem het kistje uit de hand. Hier dient te worden opgemerkt, dat Jo han, zooals meest alle rijknechts, een beetje kort van begrip was en onder eigenhandig zijn eigen handen had verstaan. Nauwelijks echter had de oude bij het schijnsel der petroleumlamp, die in de gang brandde, het kistje geopend, of hij riep drie zijner lieden, die hij, hoofdzakelijk om te kruisjassen, steeds bij zich hield. „Kinderen!" zoo sprak de oude Smeer buik „denk eens aan wat een boosheid! De jonge Kaplaars heeft me daar zooeven een veete aangezegd! We moeten nog van avond naar Kaplaarzenrust (zoo heette de burcht van den vijand) oprukken en den onbeschaamden kerel eens goed zijn vet geven. Binnen een half uur moeten jullie in den zadel zitten." Den mannen kwam dit bevel nu juist niet bijster gelegen, maar wat er tegen te doen? Ze gehoorzaamden dus, trokken hun knollen uit den stal en een half uur later zag men Otto van Smeerbuik met z'n tochtgenooten langs den oever van de Saaie rijden. Het torenuurwerk op Kaplaarzenrust had juist twaalf geslagen, toen het Klaverblad van vieren aan de slotpoort begon te kloppen. „Wie is daar?" vroeg de portier beleefd. „Ik, vrijheer Otto van Smeerbuik, met m'n manschappen", was het korte en trotscne antwoord van den vertoornden ridder. „Waarmee kan ik U van dienst zijn?" vroeg de portier verder. „We willen met den ridder van Kaplaars strijden op leven en dood!" „Nog dezen nacht?" „Wis en waarachtig! Wat dacht je wel?" „Maar, mijne heeren, heeft dat niet tijd tot morgen?" „Maak geen praatjes en roep den jonker, opdat ik met hem kan vechten!" De portier ging naar de eerste verdieping waar de jonker sliep, deed hem verslag van de zaak en kreeg, zooals vanzelf spreekt, ten antwoord: „Ik zal oogenblikkelijk beneden komen; ik wil eerst echter voor alle gevallen een schoon stalen hemd aantrekken." De betrokken minister, Greenwood, blijkt op de vraag van het parlementslid Morris Jones te hebben geantwoord, dat het mi nisterie van gezondheid zich met dr. Ben dien in verbinding zal stellen, indien deze laatste daartoe het verzoek doet. De „Daily Express" keurt blijkens een Reuterbericht het antwoord van den mi nister af. Het blad acht het den plicht van het ministerie van gezondheid te trachten met dr. Bendien in contact te komen en niet te wachten tot hij zich aanmeldt. Dokter Bendien werd overstelpt met brie ven, telegrammen en telefonische boodschap pen van kankerlijders, die hem wenschten te consulteeren. In verband met het geval van den heer Mackenzie, wiens artikelen onder het pseu doniem „de man die nog een jaar te leven heeft" veel belangstelling wekten voor het werk van den dokter en die te Zeist over leed, zeide Bendien, dat hij zeer getroffen was door het nieuws, doch dat het hem geen verwondering baarde. Mackenzie was, aldus dokter Bendien, ein de Mei bij mij gekomen en doorzijn En- gelsche artsen werd mij medegedeeld, dat het een geval was van hopeloos ongenees- lijken kanker. Toen ik hem onderzocht had, wilde ik hem niet verder behandelen, daar ik meende, dat ik niets voor hem doen kon. Ik kon dit echter niet zoo ruwweg tegen hem zeggen en hij haalde mij over mijn best te doen. Zaterdagavond ontmoette dokter Bendien aan een diner een aantal Engelsche deskun digen op het gebied van kanker. Onmiddel lijk na het diner vertrok hij naar Holland. De „Nautilus" te Bergen Heden of morgen verder Geheel onverwacht is de „Nautilus" Za terdagmiddag te Bergen binnengeloopen. Nog in den loop van den morgen waren draadlooze berichten binnen gekomen, vol gens welke de „Nautilus" zware schade aan de machines had bekomen en hulpeloos ronddreef op de Noordzee. De plotselinge verschijning van den onderzeeër was des te verrassender. Kapitein Wilkins weigerde eenige verklaring over zijn verdere plannen af te leggen. Men verwacht echter, dat de duikboot reeds heden Noordwaarts zal va ren, op zijn laatst morgen. Een Reuter-telegram uit New-York meldt, dat de toestand van Edison, die, zooals men weet, sinds eenige dagen minder gunstig is, sinds Vrijdag ernstig en zelfs kritiek is. Edison is 84 jaar. Zijn toestand critiek geacht Thomas Alva Edisons toestand is ver slechterd. Hij ligt thans bewusteloos. Per vliegtuig zijn twee bekende doctoren naar zijn buiten te Westorange (New Jersey) ont boden. In verband met den hoogen leeftijd van Thomas Alva wordt het ergste gevreesd. Met dit antwoord keerde de portier naar de nog altijd gesloten poort terug. Weinige minuten later stond de jonker in z'n beste pak en verscheen nu zelf aan dé poort, om, zoo mogelijk, de zaak in 't reine te brengen. „Maar, zeer geachte heer," zoo begon van Kaplaars, niet weinig verbaasd over dit nach telijk bezoek, toen hij den ouden ridder Otto voor zich te paard zag zitten, „hoe kwam u nou eigenlijk op 't idee, mij hier in mijn slaaptijd op deze wijze te overvallen?" „Je hebt immers zelf mij de veete aange zegd," antwoordde de oude Smeerbuik, ver bitterd. „Ik?" vroeg Adelbert, die z'n ooren niet kon gelooven; „er is geen haar op mijn hoofd, dat daaraan gedacht heeft! U bent integendeel voor mij een mensch, voor wien ik schrikkelijk veel sympathie koester en dien ik zelfs hoopte tot de bevoorrechte po sitie van schoonvader te bevorderen. Wat voerde u herwaarts." „Nou, dat kistje met de veete-handschoe- nen." Eindelijk ging den jongen Kaplaars een licht op. „Mensch!" riep hij en lachte, dat de tra nen hem over de wangen rolden, „veete- handschoenen?" 't Is al meer dan tien jaar geleden, dat ik met geen veete-handschoe- r.enmaker wat te maken heb gehad! Het waren maar een half dozijn echte Jocelyn- handschoenen no. 5% met twaalf knoopjes, voor uw geëerde dochter Rosalinde be stemd." „Hm," bromde de oude Smeerbuik, „dat is dan wat anders! Dat had je dan ook wel dadelijk kunnen zeggen, waarde schoon zoon!" Toen werden ze in den burcht gelaten en de oude won z'n aanstaanden schoonzoon nog 43 Yi cent af met vijfhonderden. Retraites voor onderwijzers In „Het Kath. Schoolblad" richt Z. H. Exc. Mgr. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht, zich met de volgende opwek king tot de besturen en het personeel van de Kath. scholen in het Aartsbisdom: Retraites en Recollecties zijn voor iedereen van het grootste belang, maar voor hen, die geroepen zijn op eenigerlei wijze mede te werken aan de opvoeding van het opgroeiend geslacht, zijn deze hulpbronnen van geeste lijk leven onontbeerlijk. Daarom kunnen Wij niet genoeg er op aandringen, dat de On derwijzeressen en Onderwijzers van de ge legenheid daartoe gegeven, overvloedig en regelmatig gebruik zullen maken. Wij heb ben den indruk gekregen, dat in de laatste jaren de belangstelling voor deze oefeningen bij het onderwijzend personeel niet is toe genomen. Wat Wij ten zeerste betreuren. Wij sporen derhalve allen, die bij de propa ganda voor dit allernoodzakelijkste werk be trokken zijn, aan, om de deelname aan deze oefeningen zoo krachtig mogelijk te bevor deren: de Besturen door hun Onderwijzeressen en Onderwijzers met zaehten drang daartoe te bewegen en voor hen de voorwaarden zoo aannemelijk mogelijk te maken; de leiders der Organisaties, om door hun voorbeeld en hun woord, zoowel gesproken als geschreven, de belanghebbenden daartoe op te wekken. Die medewerkt aan de godsdienstig-zede- lijke opheffing van den Onderwijzersstand verhoogt daarmede het godsdienstig-zedelijk peil van de geheele parochie. Van een regel matige deelname aan de Retraites en de daarop voortbouwende Recollecties .erwach- ten Wij voor ons Katholiek Onderwijs een grooten zegen in de toekomst. Daardoor be zitten wij, Katholieken, een voorsprong bo ven anderen. Moge hst talrijke bezoek aan Retraites en Recollecties dit jaar en de volgende ja ren getuigenis afleggen, dat de Katholieke Onderwijzeressen en Onderwijzers ook zelf doordrongen zijn van de verhevenheid van hun apostolische roeping. Het bekeeringswerk in Indo-China Een heel dorp tot den katholieken godsdienst overgegaan Agentia Fides meldt: Eenige maanden geleden heeft zich het dorp Ha-Trao in het apostolisch vicariaat Phat-Diem in zijn geheel tot het katholieke geloof bekeerd. Om te bewijzen, dat 't hun ernst is, heb ben de bewoners alle oude tempels vernield en de oude heidensche boeken aan de ka tholieke missionarissen overhandigd. Een dezer boeken is aan Z. H. den Paus gezon den om opgenomen te worden in de Vati- caansche bibliotheek. Het betreft hier een keizerlijk annamitisch decreet van 1781, waarbij prins Duong- Canh-Thang-Hoang onder het getal der on- sterfelijken wordt gerekend. Ha-Trao behoort tot de parochie Ninh- Binh, die de laatste maanden ongeveer 1200 bekeeringen heeft geboekt. Een Zweedsche uitvinding Het Deensche blad „Politikan" maakt melding van een uitvinding van een Zweedsch radiotelegrafist, Ylander, uit ös- tersund in de Noord-Zweedsche provincie Jamtland, die een fading-compensator heeft geconstrueerd waardoor een eind gemaakt wordt aan dien schrik van alle luisteraars. Hij deelde op telefonische navraag aan het blad mede, dat hij zes jaar aan zijn uit vinding gewerkt had en nu in onderhande ling was met een paar groote buitenlandsche radiofirma's over den verkoop er van. Zijn toestel bewerkt, naar hij vertelde, dat de hoogfrequente trillingen, die in de antenne worden opgevangen en die aan fading onder hevig zijn, een constante sterkte krijgen. Proeven hebben volgens den uitvinder reeds bewezen, dat „fading" met zijn fadingcom- pensator geheel geëlimineerd wordt. Reisbeschrijving IX 3 Augustus. We hebben in deze veertien dagen nog geen enkele „Ma 'k-me-'s-even" ontmoet en hoewel het weinig vaderlandslievend is ons daarover te verheugen, verhoogt het ons aangename besef, in den vreemde te zijn. Ma 'k-me-'s-even's noemen wij namelijk landgenooten in den vreemde, die het ge woonlijk noodig oordeelen, zich onmiddellijk aan ons voor te stellen, zich bij ons aan te sluiten, onze intimiteit te verstoren, gemeen schappelijke relaties uit te pluizen, onze Hol- landsche kranten te verslingeren, onze plan nen in de war te sturen en onze vredige avondbridge onmogelijk te maken. Een „Ma 'k-me-'s-even" tracht onmiddellijk vast te stellen of wij wel tot zijn stand behooren, hetgeen ons noopt, ons goed te gedragen, wat altijd onaangenaam en niet altijd mogelijk is. Een Ma 'k-me-'s-even brengt ons uit den zorgeloozen staat van vacantie-indolentie terug in den categorischen imperatief van Nederlandsche ingetogenheid. Een Ma 'k-me- 's-even maakt ook onszelf weer tot Ma 'k- me-'s evens en dat is het ergste wat een vacantie-mensch overkomen kan. Wij zijn in het liefelijke dorp, waarin wij onze tenten hebben opgeslagen de eenige Nederlanders en dus zijn wij „die Hol lander." Misschien zijn we wel „die Hol lander mit dem grossen braunen Kraftwa- gen," want onze auto, die ons op den vier den dag van ons verblijf hier zoo snood in den steek liet, heeft op den aan de deur levenden winkelstand een onuitwischbaren indruk gemaakt. Hoe staat het met uw auto? vraagt de sigarenwinkelier, bij wien we voor het eerst komen (en gezien de kwaliteit van zijn siga ren voor het laatst). Kunt u uw auto hier laten repareeren? informeert de kruidenier, die ons volkomen onbekend is en aanbiedt motorolie te leve ren als wü weer op dreef zijn. Hebt u uw auto al terug? vraagt de man, die de foto's van de geheele toeris tenbevolking ontwikkelt en over twee maan den tot de hoogst-aangeslagenen zal be hooren. Het incident met onzen auto behoort voortaan tot de geschiedenis van den Harz. En nu hebben we onzen wagen terug! Sensationeel nieuws voor handeldrijvend Retraitenhuis „Sint Petrus Canisius" te Bergen N.-H. 18—21 Aug. Meisjes-Congregaties (voltal lig); 2225 Aug. Jongens-Patronaten 6.50; 25—29 Aug. Dames Onderwijzeressen 10.—; 29 Aug.—1 Sept. Mannen St Ignatiusclub (2e Retraite) 6.50; 1—4 Sept. Vrouwen- en Meisjes-Congregatie 6.50; 58 Sept. Meis jes 15—17 jaar 6.50; 8—11 Sept. Dames f io.1114 Sept. Gereserveerd; 1518 Sept. Meisjes-Congregat ie boven 17 jaar 6.50; 19—22 Sept. St. Josephgezellen 6.50; 2225 Sept. Jonge Dames 10.—; 28 Sept. 1 Oct. Meisjes 1517 jaar f 6.50; 36 Oct. Gereserveerd, 9—12 Oct. Gereserveerd; 13— 10 Oct. Meisjes boven 17 jaar 6.50; 18—21 Cct. Heeren Middenstand 10.—; 21—24 Oct. Meisjcs-Congregatv boven 17 jaar 6.50; 24—27 Oct. Gehuwde Mannen 6 50; 27—30 Oct. Dames 10.—; 3—6 Nov. Meisjes- Congregatie boven 17 jaar 6.50; 6—9 Nov. Heeren Kerkzangers 6.50; 3013 Nov. Ge huwde Vrouwen 6.50; 28 Nov.1 Dec. Jon gelingen (St. Josephgezellen e.a.) 6.50. Ook verhooging? Naar verluidt zal de disconto-verhooging van de Duitsche Rijksbank ook in Oostenrijk een disconto-verhooging tengevolge hebben, die in den loop van deze week verwacht wordt. Men neemt aan, dat het disconto be neden dat van de Duitsche Rijksbank zal blijven, doch men verwacht toch ten minste een verhooging tot 13 pet. 469. Een reddingsboot was nog behouden, Een boot was nog niet onklaar, Ze bleef gelukkig nog steeds drijvend, Al dreigde ook haar gevaar. Vrouwen en kinderen zijn de eersten, Riep de kapitein met luide stem, En hij dreigde, die drong, neer te schieten, Iedereen gehoorzaamde hem. 470. In de grot bracht men de blanken, Voor een zwaren, dikken man, Ik wed, dacht Pim, dat dit opperhoofd. Heel wat verorberen kan. De vette keek naar beide blanken, Die voor hem moesten staan, Hij monsterde lang de gevangenen, Keek hen gemeen-lachend aan. Hahnenklee! Het is of iedereen met een op gelucht gezicht rondloopt. Zullen wij een eererondje rijden door het dorp, de auto versierd met kransen van sparre- en dennengroen? Zullen wij kaartjes afgeven om te bedan ken voor het rouwbeklag? Zullen wij de bevolking uitnoodigen tot een onzer vooral in Engeland zoo beroemde „Dutch treats", waarbij iedere invité zijn eigen vertering betaalt? Neen, wij zullen weer eens onze boter hammen laten inpakken en een toer van een heelen dag ondernemen om den motor eraan te gewennen, dat zijn vacantie voor bij is en de onze weer begint!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 8