(Binnenlandsch Nieuws
Voor
HEVEA -FIETSBANDEN
Het gestolen Luchtballonnetje
de Huiskamer
Kalender blaadj e
I OF DE GESCHIEDENIS V AN TWEE DEUGNIETEN
Loonsverlaging of prijsverhooging
De kwestie-Franekeradeel
Crimineele statistiek over 1929
Bouwwerken voor rekenplichtige
besturen
3. Is de Minister bereid mede te deelen
ONZE OOST
Indische dienst
KUNST EN KENNIS
Kankeronderzoek
De veete
Edison
f/c/it/oo/oe/zd- f/zèrsferA.
KERK EN SCHOOL
RADIO-NIEUWS
De strijd tegen „Fading"
KERKNIEUWS
FINANCIEN
Disconto in Oostenrijk
De Tarwewet
Graanhandelaren weigeren reeds gekochte
tarwe te aanvaarden
De heer Kersten, lid van de Tweede Ka
mer, heeft zich met de volgende vragen tot
den Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw gewend.
Is het den Minister bekend, dat met na
me in Zeeland graanhandelaren weigeren
door hen gekochte tarwe te aanvaarden, tot
groot ongerief der landbouwers, die geld be
hoeven.
Kan de Minister mededeelen of deze
weigering grond vindt in de onzekerheid of
de regeering deze geschatte en verkochte
tarwe inderdaad afnemen zal?
Is de Minister bereid ten spoedigste maat
regelen te treffen om alle landbouwers in
gelijke rechten te doen deelen?
Een firma, die aan het laatste middel
de voorkeur geeft.
De textielfirma v.h. J. C. Zaalberg en
Zoon, heeft aan haar afnemers een circu
laire gericht, waaraan het volgende is ont
leend:
„Nu echter deze toestand (bedoeld wordt
de algemeene inzinking), „die in Augustus
1929 begonnen is, blijft voortduren en er nog
geen verbetering merkbaar is en onze om
zet aanmerkelijk is teruggeloopen, waardoor
de productiekosten en vaste lasten per een
heid zijn gestegen, zijn wij verplicht, wil
len wij ons bedrijf rendabel maken, andere
maatregelen te nemen, waarvoor slechts
twee wegen openstaan, n.l. loonsverlaging
of prijsverhooging.
Loonsverlaging achten wij, waar in onze
fabrieken, gelijk vrijwel in de geheele
textiel-industrie, „short-time" (korter dan
anders) wordt gewerkt, voor het oogenblik
niet gewenscht. Er blijft ons dus over een
verhooging van onze verkoopprijzen, welke
verhooging wij slechts op 5 pCt. stellen."
De heer Van der Schaaf heeft in zijn
installatie-rede den burgemeester
niet willen beleedigen
de laatst gehouden raadsvergadering
van Pranekeradeel heeft de heer Van der
Schaaf, die zooals men weet ongeveer
een maand geleden de aandacht tot zich
heeft getrokken door zijn zeer openhartige,
doch allesbehalve hartelijke installatie-rede
jegens den nieuwen burgemeester, een ver
klaring afgelegd, waarin hij o.m. zeide, dat
na zijn installatierede gebleken is dat ver
schillende personen meenen, dat hü tegen
den burgemeester een haat heeft- of ten
minste haat gekoesterd heeft, of de bedoe
ling heeft gehad hem te beleedigen. Niets
is minder waar. En wanneer ik scherp ge
weest ben, zeide spr., dan was dit om de
zaak en niet om de persoon van den burge
meester. Dit ter verklaring en om misver
stand te voorkomen.
De voorzitter stelde na het afleggen van
deze verklaring voor met de gewone werk
zaamheden te beginnen, waartegen de heer
Sj. Bruinsma bezwaar maakte, meldt het
„Hdbd."
De heer Sj. Bruinsma zeide eensdeels ver
blijd te zijn, dat de heer Van der Schaaf
met deze verklaring is gekomen. Z.i. is dat
de eerste stap in de goede richting, maar
voldoende acht hij die verklaring niet. Door
de installatierede is het vertrouwen tusschen
den heer Van der Schaaf en de andere
raadsleden verbroken en om die fout te
herstellen behoort de heer Van der Schaaf
zich te excuseeren tegenover den burge
meester, de regeering, het gemeentebestuur
en het secretariepersoneel van Barradeel en
de vrijzinnigen van Pranekeradeel. Het is
toch duidelijk gebleken, dat de heer Van
der Schaaf niet namens de vrijzinnigen
heeft gesproken en spr. zou gaarne zien, dat
in een volgende vergadering de heer Van
der Schaaf verder kon gaan en zich ge
heel kon rehabiliteeren.
De heer Van der Schaaf achtte zich niet
verplicht den heer Bruinsma te antwoor
den.
Daling van de gerechtelijk geconstateerde
criminaliteit. Minder mishandeling en
diefstal dan in 1928
De schommelingen, die de totaalcijfers
van de onherroepelijke veroordeelingen de
laatste jaren te zien gevenzijn onbelang
rijk. De aanwijzing, die deze cijfers omtrent
de werkelijke criminaliteit te zien geven,
leert, dat de stand daarvan in totaal sedert
den sterken teruggang in de jaren 1920 en
1921 vrijwel onveranderd is gebleven.
Niettemin trekt het de aandacht, dat
voor 1928 en 1929 de cijfers zich in dalende
richting bewegen. Vervolgens de zoo juist
verschenen Crimineele Statistiek over 1929,
bewerkt en gepubliceerd door het Centraal
Bureau voor de Statistiek, bedroeg het aan
tal onherroepelijke veroordeelingen in dat
jaar, wat betreft de strafbare feiten, die
in eersten aanleg door de rechtbanken wor
den berecht, in de jaren 1927 tot en met
1929 reps. 21.878, 21.778 en 21.098, per 10.000
inwoners resp. 28.9, 28.4 en 27.1. Het rela
tieve cijfer van de onherroepelijke veroor
deelingen zonder die ter zake van rijwiel
en wegenbelastingwet, provinciale en plaat
selijke belastingovertredingen en de wet
van 3 Augustus 1914 (smokkelhandel) was
voor 1929 (21.7) lager dan in de jaren
1896 tot en met 1928, met uitzondering
alleen van de jaren 1915 en 1916, resp.
20.6 en 10.8).
Bij de specificatie van de veroordeelingen
naar de speciale delicten valt te constatee-
ren, dat het aantal onherroepelijke veroor
deelingen wegens eenvoudige en gequalifi-
ceerde mishandeling verder is teruggeloo
pen: in de jaren 1927, 1928 en 1929 bedroeg
het resp. 4188, 4121 en 3945, per 10.000 in
woners resp. 55.3, 54.7 en 50.7. Voor ver
schillende andere agressieve- en ruwheids
delicten waren de cijfers een weinig hooger
dan in 1928. Minder veroordeelingen wegens
moord en doodslag werden onherroepelijk.
Een toeneming van beteekenis was er ten
aanzien van zwaar lichamelijk letsel door
schuld (toenemend verkeer).
Het aantal veroordeelingen ter zake van
het belangrijkste economische misdrijf, den
eenvoudigen diefstal, is in 1929 wederom ge
daald: per 10.000 inwoners in 1929 32.4 tegen
37.2 in 1928.
De sexueele misdrijven bewegen zich nog
steeds op hooger niveau dan in 1913. Een
kleine schommeling in gunstige richting is
in 1929 in vergelijking met de jaren 1927
en 1928 op te merken (per 10.000 inwoners
ïr. 1928 13.3, in 1929 12.2, in 1913 6 5).
Het aantal veroordeelingen wegens bede
larij en landlooperij loopt de laatste jaren
gestadig terug (per 10.000 inwoners 9.1).
Wat de opgelegde straffen betreft, geeft
1929 in vergelijking met het voorafgegane
jaar een vermindering te zien van het
aantal malen, dat gevangenisstraf werd
opgelegd. Deze straffen maakten nog slechts
26.4 pet. uit van de opgelegde hoofdstraffen
(1917 56 pet.). In 66.2 pet. van de gevallen
werd geldboete opgelegd. De omvang van
de toepassing van voorwaardelijke veroor-
aeeling bleef gelijk, in 1929 eindigde bij de
misdrijven 86.4 pet. van de gevallen gun
stig, dus zonder dat last werd gegeven tot
tenuitvoerlegging der voorwaardelijk opge
legde straf.
Het aantal gevallen van onherroepelijke
schuldigverklaring ter zake van delicten,
die door de kantonrechter werden be
recht, bedroeg in 1928 179.951 tegen 194.021
in 1928, en het aantal voorkomingen van de
vervolging resp. 134.893 en 131.532. Het aan
tal schuldigverklaringen en voorkomingen
ter zake van de motor- en rijwielwet is ver
minderd; 1926 135.820, 1929 124.354.
Het aantal gerechtelijk geconstateerde
zelfmoorden bedroeg in 1929 552 of 70.9 per
millioen inwoners (1928 76.2).
Voor het eerst na de statistiek over 1919
zijn in de inleiding weer eenige gegevens
opgenomen over persoonlijke omstancUgh
den der veroordeelden (sexe, leeftijd en
burgerlijken staat). In de paragraaf betref
fende de repressieve maatregelen zijn voor
de eerste maal gegevens gepubliceerd om
trent psychopathen, die ter beschikikng va:
de regeering zijn gesteld.
De Dageraad in Limburg
Een protest van de Commissie van verweer
Door de commissie van verweer in Limburg
is het volgende schrijven gezonden aan de
leden der Prov. Staten van Limburg.
Het hoofdbestuur van de comité's van ver
weer tegen de Dageraad en zijn trawanten,
neemt de vrijheid U. E. G. A. heeren met het
volgende in kennis te stellen:
dat aan het comité van verweer is gewei
gerd een vergunning te geven tot het hou
den van een demonstratie tegen de demon
stratie der vrijdenkers;
dat den leden van het comité geregeld is
verboden liederen te zingen als: Limburg
mijn Vaderland en Aan U,o Koning der
Eeuwen;
dat zij op particulier terrein op de meest
hinderlijke wijze zijn vervolgd door politie te
paard;
dat aan hen verboden is te colporteeren
met hare vlugschriften, daar waar de vrij
denkers wel mochten colporteeren;
dat aan hen is verboden van Oranje Nas
sau III een groep personen te vervoeren naar
O. N. I.;
dat zij geregeld hardhandig door de politie
op het trottoir zijn gedreven, en de straat
werd vrij gegeven aan de vrijdenkers;
enz. enz.
De Comité's van Verweer protesteeren met
alle kracht, die in hen is tegen dit optreden
tegen hen, die in 1918 het hoofd hebben ge
boden aan de aanvallers van Troon en Re
geering.
Zij beschouwen deze zaak als niet afgedaan,
maar zullen geheel Limburg oproepen om te
protesteeren tegen deze handelwijze den Lim
burgers aangedaan."
Haarlemsche Synode-bepalingen
Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent, bis
schop van Haarlem, publiceert in „St. Bavo"
de volgende aanvulling van de Synode-be
palingen:
„In de bepalingen omtrent bouwwerken,
welke worden uitgevoerd door rekenplichtige
Bésturen in Ons Bisdom, wordt een kleine
aanvulling door Ons wenschelijk geacht, n.l.
in hoofdstuk IV over Architecten, Aanne
mers etc. worde na 1. b. gelezen achter de
worden Synode 1929 n. 145. 7. op p. 5 „en
Katholiek georganiseerde Uitvoerders aan te
stellen," welke aanvulling ook worde gelezen
in het uittreksel op 14 sub 10, achter georga
niseerde leveranciers."
De krisis in het Duitsche Bank- en
Geldwezen
Moeilijkheden voor vele Nederlandsche
crediteuren
Door den heer Kortenhorst zijn aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw, voorzitter van den Raad van Mi
nisters de volgende vragen gesteld:
Is het de regeering bekend, dat door de
crisis, waarin het Duitsche bank- en geld
wezen zich bevindt, vele Nederlandsche cre
diteuren, zoowel uit de kringen van den land
en tuinbouw, zuivelproducten en aanverwan
te bedrijven, als uit die van de nijverheid,
geen betalingen van hun Duitsche debiteuren
kunnen verkrijgen en dat daardoor voor het
Nederlandsche bedrijfsleven moeilijkheden
zijn ontstaan?
Is de regeering bereid pogingen in het
werk te stellen, om de Nederlandsche credi
teuren in het bezit te stellen van de hun toe
komende bedragen?
Het voorkomen ongeluk op de
Moerdijk-brug
Vragen aan den Minister van Waterstaat
Door den heer ir. Van Der Bilt zijn aan
den Minister van Waterstaat de volgende
vragen gesteld:
1. Heeft de Minister kennis genomen van
het bericht, als zou onlangs een groot onheil
op de brug' bij den Moerdijk zijn voorkomen
door de tegenwoordigheid van geest van twee
beambten van de Nederlandsche spoorwegen?
2. Zoo ja is het Zijne Excellentie ook be
kend, dat de Nederlandsche spoorwegen een
onderzoek naar de reden, waarom zich twee
treinen tegelijk op de brug konden bevinden,
hebben ingesteld?
welk resultaat dit onderzoek heeft opgeleverd
en of het tot het nemen van meer afdoende
veiligheidsmaatregelen heeft geleid?
Bestemd voor uitzending naar N.-Indië:
N. C. Beudeker, adm. ambt. b/h Binn.
Best., Leiden; A. V. Poggemeier en H.
Monke, adm. amb. b/h Binn. Best., beiden
Amsterdam; L. F. Goedhart, adm. b/h Binn.
Best. 's-Gravenhage; A. Hooftman, adm.
amabt. b/h Bnnen. Best., Boskoop.
Verlofgangers:
P. R. de Tyssonck, kantoorh. b/h Centr.
Kant. v. d. Stat, v/h dep. van L., N. en H.,
's-Gravenhage; C. Boom, hoofdcomm. b/d
P.T.T. te Djokjakarta, Haarlem; E. A.
Klötzsche, mijnh. opz. 1ste kl. b/d dienst,
v'd Mijnb., Perna-Jessen Duitschland;
W. F. H. Manuel, ambt. ter besch. dd. ing.
lste kl. b/d SS. en Tr„ 's-Gravenhage;
J. W. A. Prevoost, kantoorh. b/d S.S. en
Tr., 's-Gravenhage; E. C. A. Bense, archit.
b d W. en 's Lands B.O.W., 's-Gravenhage;
J. J. M. F. Sijmons, fung. contr. b/h Binn.
Best., Maastricht; R. R. Misseijer, lste
comm. b/d Alg. Rekenkamer, 's-Graven
hage; J. I. Tholense, comm. b/h dep.
B.O.W.; E. Treffers, dir. off. van gez. lste
kl. 's-Gravenhage; K. F. Avink, lste-luit.
der inf., Amsterdam; J. T. Hallegraeff, kap.
der art.. Oosterbeek; L. J. B. Paardekooper,
lste luit. der art., Apeldoorn; W. C. Mul
ler, kap. der genie, Edam; J. W. E. Hoff
mann, off. van gez. lste kl., Eindhoven
V. Dersjant, maj. Top, Dienst, 's-Graven
hage; F. H. B. Wetzels, lste luit. der inf.,
's-Gravenhage; N. Touwen, lste luit. der
inf.. Oosterbeek.
N ieuwbenoemden
J. M. de Koek, off. van gez. 2de kl.,
Utrecht; J. G. B. van Heek, off. van gez.
2de kl., Leiden; J. R. Bakker, off. van ge.
2de kl. Utrecht.
Gepensionneerden
H. de Vries, luit.-kol. der inf., Zeist; P.
W. M. Weber, luit.-kol. der inf., Amersfoort;
C. H. M. H. Kies, gen.-maj. art., 's-Gra
venhage.
Dr. Bendien in Engeland.
Gelijk bekend, werd in het Britsche La
gerhuis den minister voor de openbare ge
zondheid de vraag gesteld, of zijn opmerk
zaamheid was gevestigd op de recente on
derzoekingen van dr. Bendien in Nederland
en of hij geneigd was den Medical Research
Council te vragen een rapport uit te bren
gen over deze methode.
1
(Humoreske uit de pikzwarte middeleeuwen).
In het schoone land van Thüringen, daar,
waar over de heldere oevers der Saaie tröt-
sche, sterke burchten staan, leefden omtrent
het jaar 1200 n. Chr. twee bijzonder nette
adellijke families, van Kaplaars en van
Smeerbuik geheeten, die zich kort en goed
van de stratenreiniging onderhielden, door
dien zij de reizende kooplieden achter bosch-
jes afwachtten en de wegen er van zuiverden.
De beide hoofden van bovengenoemde fa
milies waren ten tijde van onze waarachtige
geschiedenis de oude Otto van Smeerbuik,
een erg joviale, oude bullebak, die dagelijks
minstens twaalf flesschen Rudolstadter wijn
placht te drinken, en de jonge Adelbert van
Kaplaars, een idealistisch aangelegd mensch,
vol geestdrift voor het edele en goede en
dies ook een vereerder van het schoone ge
slacht. Adelbert beminde natuurlijk Rosa-
linde, de eenige dochter van den ouden
Smeerbuik. Zoover was alles in orde.
Nu gebeurde het op zekeren mooien avond,
dat Adelbert en Rosalinde bij het dansen
van de Schotsche drie, die op het slot Kap-
laarzenrust gedanst werd, een Philippine ge
wisseld hadden, waarbij Adelbert volgens
ridderplicht, verloor.
Des anderen daags zag men hem naar
Weimar rijden en een galanteriewinkel aldaar
ingaan, die aan een Koninklijken hofleveran
cier behoorde. Toen hij na eenige minuten
er weer uitkwam, had hij een sierlijk Chi-
neesch kistje in de hand, dat hij aan z'n
rijknecht Johan gaf met de woorden:
„Voor mejonkvrouw Rosaline eigen
handig af te geven."
Johan reed direct in de aangewezen rich
ting en bereikte den burcht van den ouden
Smeerbuik juist op het oogenblik toen de
deur op 't nachtslot werd gedaan. De oude
stond in de poort en nam hem het kistje uit
de hand.
Hier dient te worden opgemerkt, dat Jo
han, zooals meest alle rijknechts, een beetje
kort van begrip was en onder eigenhandig
zijn eigen handen had verstaan.
Nauwelijks echter had de oude bij het
schijnsel der petroleumlamp, die in de gang
brandde, het kistje geopend, of hij riep drie
zijner lieden, die hij, hoofdzakelijk om te
kruisjassen, steeds bij zich hield.
„Kinderen!" zoo sprak de oude Smeer
buik „denk eens aan wat een boosheid!
De jonge Kaplaars heeft me daar zooeven
een veete aangezegd! We moeten nog van
avond naar Kaplaarzenrust (zoo heette de
burcht van den vijand) oprukken en den
onbeschaamden kerel eens goed zijn vet
geven. Binnen een half uur moeten jullie
in den zadel zitten."
Den mannen kwam dit bevel nu juist niet
bijster gelegen, maar wat er tegen te doen?
Ze gehoorzaamden dus, trokken hun knollen
uit den stal en een half uur later zag men
Otto van Smeerbuik met z'n tochtgenooten
langs den oever van de Saaie rijden.
Het torenuurwerk op Kaplaarzenrust had
juist twaalf geslagen, toen het Klaverblad
van vieren aan de slotpoort begon te kloppen.
„Wie is daar?" vroeg de portier beleefd.
„Ik, vrijheer Otto van Smeerbuik, met
m'n manschappen", was het korte en trotscne
antwoord van den vertoornden ridder.
„Waarmee kan ik U van dienst zijn?"
vroeg de portier verder.
„We willen met den ridder van Kaplaars
strijden op leven en dood!"
„Nog dezen nacht?"
„Wis en waarachtig! Wat dacht je wel?"
„Maar, mijne heeren, heeft dat niet tijd
tot morgen?"
„Maak geen praatjes en roep den jonker,
opdat ik met hem kan vechten!"
De portier ging naar de eerste verdieping
waar de jonker sliep, deed hem verslag van
de zaak en kreeg, zooals vanzelf spreekt,
ten antwoord:
„Ik zal oogenblikkelijk beneden komen; ik
wil eerst echter voor alle gevallen een schoon
stalen hemd aantrekken."
De betrokken minister, Greenwood, blijkt
op de vraag van het parlementslid Morris
Jones te hebben geantwoord, dat het mi
nisterie van gezondheid zich met dr. Ben
dien in verbinding zal stellen, indien deze
laatste daartoe het verzoek doet.
De „Daily Express" keurt blijkens een
Reuterbericht het antwoord van den mi
nister af. Het blad acht het den plicht van
het ministerie van gezondheid te trachten
met dr. Bendien in contact te komen en
niet te wachten tot hij zich aanmeldt.
Dokter Bendien werd overstelpt met brie
ven, telegrammen en telefonische boodschap
pen van kankerlijders, die hem wenschten
te consulteeren.
In verband met het geval van den heer
Mackenzie, wiens artikelen onder het pseu
doniem „de man die nog een jaar te leven
heeft" veel belangstelling wekten voor het
werk van den dokter en die te Zeist over
leed, zeide Bendien, dat hij zeer getroffen
was door het nieuws, doch dat het hem geen
verwondering baarde.
Mackenzie was, aldus dokter Bendien, ein
de Mei bij mij gekomen en doorzijn En-
gelsche artsen werd mij medegedeeld, dat
het een geval was van hopeloos ongenees-
lijken kanker. Toen ik hem onderzocht had,
wilde ik hem niet verder behandelen, daar
ik meende, dat ik niets voor hem doen kon.
Ik kon dit echter niet zoo ruwweg tegen
hem zeggen en hij haalde mij over mijn
best te doen.
Zaterdagavond ontmoette dokter Bendien
aan een diner een aantal Engelsche deskun
digen op het gebied van kanker. Onmiddel
lijk na het diner vertrok hij naar Holland.
De „Nautilus" te Bergen
Heden of morgen verder
Geheel onverwacht is de „Nautilus" Za
terdagmiddag te Bergen binnengeloopen.
Nog in den loop van den morgen waren
draadlooze berichten binnen gekomen, vol
gens welke de „Nautilus" zware schade aan
de machines had bekomen en hulpeloos
ronddreef op de Noordzee. De plotselinge
verschijning van den onderzeeër was des te
verrassender. Kapitein Wilkins weigerde
eenige verklaring over zijn verdere plannen
af te leggen. Men verwacht echter, dat de
duikboot reeds heden Noordwaarts zal va
ren, op zijn laatst morgen.
Een Reuter-telegram uit New-York meldt,
dat de toestand van Edison, die, zooals men
weet, sinds eenige dagen minder gunstig is,
sinds Vrijdag ernstig en zelfs kritiek is.
Edison is 84 jaar.
Zijn toestand critiek geacht
Thomas Alva Edisons toestand is ver
slechterd. Hij ligt thans bewusteloos. Per
vliegtuig zijn twee bekende doctoren naar
zijn buiten te Westorange (New Jersey) ont
boden. In verband met den hoogen leeftijd
van Thomas Alva wordt het ergste gevreesd.
Met dit antwoord keerde de portier naar
de nog altijd gesloten poort terug.
Weinige minuten later stond de jonker in
z'n beste pak en verscheen nu zelf aan dé
poort, om, zoo mogelijk, de zaak in 't reine
te brengen.
„Maar, zeer geachte heer," zoo begon van
Kaplaars, niet weinig verbaasd over dit nach
telijk bezoek, toen hij den ouden ridder Otto
voor zich te paard zag zitten, „hoe kwam
u nou eigenlijk op 't idee, mij hier in mijn
slaaptijd op deze wijze te overvallen?"
„Je hebt immers zelf mij de veete aange
zegd," antwoordde de oude Smeerbuik, ver
bitterd.
„Ik?" vroeg Adelbert, die z'n ooren niet
kon gelooven; „er is geen haar op mijn
hoofd, dat daaraan gedacht heeft! U bent
integendeel voor mij een mensch, voor wien
ik schrikkelijk veel sympathie koester en
dien ik zelfs hoopte tot de bevoorrechte po
sitie van schoonvader te bevorderen. Wat
voerde u herwaarts."
„Nou, dat kistje met de veete-handschoe-
nen."
Eindelijk ging den jongen Kaplaars een
licht op.
„Mensch!" riep hij en lachte, dat de tra
nen hem over de wangen rolden, „veete-
handschoenen?" 't Is al meer dan tien jaar
geleden, dat ik met geen veete-handschoe-
r.enmaker wat te maken heb gehad! Het
waren maar een half dozijn echte Jocelyn-
handschoenen no. 5% met twaalf knoopjes,
voor uw geëerde dochter Rosalinde be
stemd."
„Hm," bromde de oude Smeerbuik, „dat is
dan wat anders! Dat had je dan ook wel
dadelijk kunnen zeggen, waarde schoon
zoon!"
Toen werden ze in den burcht gelaten en
de oude won z'n aanstaanden schoonzoon
nog 43 Yi cent af met vijfhonderden.
Retraites voor onderwijzers
In „Het Kath. Schoolblad" richt Z. H.
Exc. Mgr. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop
van Utrecht, zich met de volgende opwek
king tot de besturen en het personeel van
de Kath. scholen in het Aartsbisdom:
Retraites en Recollecties zijn voor iedereen
van het grootste belang, maar voor hen, die
geroepen zijn op eenigerlei wijze mede te
werken aan de opvoeding van het opgroeiend
geslacht, zijn deze hulpbronnen van geeste
lijk leven onontbeerlijk. Daarom kunnen Wij
niet genoeg er op aandringen, dat de On
derwijzeressen en Onderwijzers van de ge
legenheid daartoe gegeven, overvloedig en
regelmatig gebruik zullen maken. Wij heb
ben den indruk gekregen, dat in de laatste
jaren de belangstelling voor deze oefeningen
bij het onderwijzend personeel niet is toe
genomen. Wat Wij ten zeerste betreuren.
Wij sporen derhalve allen, die bij de propa
ganda voor dit allernoodzakelijkste werk be
trokken zijn, aan, om de deelname aan deze
oefeningen zoo krachtig mogelijk te bevor
deren:
de Besturen door hun Onderwijzeressen
en Onderwijzers met zaehten drang daartoe
te bewegen en voor hen de voorwaarden zoo
aannemelijk mogelijk te maken;
de leiders der Organisaties, om door hun
voorbeeld en hun woord, zoowel gesproken
als geschreven, de belanghebbenden daartoe
op te wekken.
Die medewerkt aan de godsdienstig-zede-
lijke opheffing van den Onderwijzersstand
verhoogt daarmede het godsdienstig-zedelijk
peil van de geheele parochie. Van een regel
matige deelname aan de Retraites en de
daarop voortbouwende Recollecties .erwach-
ten Wij voor ons Katholiek Onderwijs een
grooten zegen in de toekomst. Daardoor be
zitten wij, Katholieken, een voorsprong bo
ven anderen.
Moge hst talrijke bezoek aan Retraites
en Recollecties dit jaar en de volgende ja
ren getuigenis afleggen, dat de Katholieke
Onderwijzeressen en Onderwijzers ook zelf
doordrongen zijn van de verhevenheid van
hun apostolische roeping.
Het bekeeringswerk in Indo-China
Een heel dorp tot den katholieken godsdienst
overgegaan
Agentia Fides meldt:
Eenige maanden geleden heeft zich het
dorp Ha-Trao in het apostolisch vicariaat
Phat-Diem in zijn geheel tot het katholieke
geloof bekeerd.
Om te bewijzen, dat 't hun ernst is, heb
ben de bewoners alle oude tempels vernield
en de oude heidensche boeken aan de ka
tholieke missionarissen overhandigd. Een
dezer boeken is aan Z. H. den Paus gezon
den om opgenomen te worden in de Vati-
caansche bibliotheek.
Het betreft hier een keizerlijk annamitisch
decreet van 1781, waarbij prins Duong-
Canh-Thang-Hoang onder het getal der on-
sterfelijken wordt gerekend.
Ha-Trao behoort tot de parochie Ninh-
Binh, die de laatste maanden ongeveer 1200
bekeeringen heeft geboekt.
Een Zweedsche uitvinding
Het Deensche blad „Politikan" maakt
melding van een uitvinding van een
Zweedsch radiotelegrafist, Ylander, uit ös-
tersund in de Noord-Zweedsche provincie
Jamtland, die een fading-compensator heeft
geconstrueerd waardoor een eind gemaakt
wordt aan dien schrik van alle luisteraars.
Hij deelde op telefonische navraag aan het
blad mede, dat hij zes jaar aan zijn uit
vinding gewerkt had en nu in onderhande
ling was met een paar groote buitenlandsche
radiofirma's over den verkoop er van. Zijn
toestel bewerkt, naar hij vertelde, dat de
hoogfrequente trillingen, die in de antenne
worden opgevangen en die aan fading onder
hevig zijn, een constante sterkte krijgen.
Proeven hebben volgens den uitvinder reeds
bewezen, dat „fading" met zijn fadingcom-
pensator geheel geëlimineerd wordt.
Reisbeschrijving IX
3 Augustus.
We hebben in deze veertien dagen nog
geen enkele „Ma 'k-me-'s-even" ontmoet en
hoewel het weinig vaderlandslievend is ons
daarover te verheugen, verhoogt het ons
aangename besef, in den vreemde te zijn.
Ma 'k-me-'s-even's noemen wij namelijk
landgenooten in den vreemde, die het ge
woonlijk noodig oordeelen, zich onmiddellijk
aan ons voor te stellen, zich bij ons aan te
sluiten, onze intimiteit te verstoren, gemeen
schappelijke relaties uit te pluizen, onze Hol-
landsche kranten te verslingeren, onze plan
nen in de war te sturen en onze vredige
avondbridge onmogelijk te maken. Een
„Ma 'k-me-'s-even" tracht onmiddellijk vast
te stellen of wij wel tot zijn stand behooren,
hetgeen ons noopt, ons goed te gedragen, wat
altijd onaangenaam en niet altijd mogelijk
is. Een Ma 'k-me-'s-even brengt ons uit den
zorgeloozen staat van vacantie-indolentie
terug in den categorischen imperatief van
Nederlandsche ingetogenheid. Een Ma 'k-me-
's-even maakt ook onszelf weer tot Ma 'k-
me-'s evens en dat is het ergste wat een
vacantie-mensch overkomen kan.
Wij zijn in het liefelijke dorp, waarin wij
onze tenten hebben opgeslagen de eenige
Nederlanders en dus zijn wij „die Hol
lander." Misschien zijn we wel „die Hol
lander mit dem grossen braunen Kraftwa-
gen," want onze auto, die ons op den vier
den dag van ons verblijf hier zoo snood in
den steek liet, heeft op den aan de deur
levenden winkelstand een onuitwischbaren
indruk gemaakt.
Hoe staat het met uw auto? vraagt de
sigarenwinkelier, bij wien we voor het eerst
komen (en gezien de kwaliteit van zijn siga
ren voor het laatst).
Kunt u uw auto hier laten repareeren?
informeert de kruidenier, die ons volkomen
onbekend is en aanbiedt motorolie te leve
ren als wü weer op dreef zijn.
Hebt u uw auto al terug? vraagt de
man, die de foto's van de geheele toeris
tenbevolking ontwikkelt en over twee maan
den tot de hoogst-aangeslagenen zal be
hooren.
Het incident met onzen auto behoort
voortaan tot de geschiedenis van den Harz.
En nu hebben we onzen wagen terug!
Sensationeel nieuws voor handeldrijvend
Retraitenhuis „Sint Petrus Canisius"
te Bergen N.-H.
18—21 Aug. Meisjes-Congregaties (voltal
lig); 2225 Aug. Jongens-Patronaten 6.50;
25—29 Aug. Dames Onderwijzeressen 10.—;
29 Aug.—1 Sept. Mannen St Ignatiusclub
(2e Retraite) 6.50; 1—4 Sept. Vrouwen- en
Meisjes-Congregatie 6.50; 58 Sept. Meis
jes 15—17 jaar 6.50; 8—11 Sept. Dames
f io.1114 Sept. Gereserveerd; 1518
Sept. Meisjes-Congregat ie boven 17 jaar
6.50; 19—22 Sept. St. Josephgezellen 6.50;
2225 Sept. Jonge Dames 10.—; 28 Sept.
1 Oct. Meisjes 1517 jaar f 6.50; 36 Oct.
Gereserveerd, 9—12 Oct. Gereserveerd; 13—
10 Oct. Meisjes boven 17 jaar 6.50; 18—21
Cct. Heeren Middenstand 10.—; 21—24
Oct. Meisjcs-Congregatv boven 17 jaar
6.50; 24—27 Oct. Gehuwde Mannen 6 50;
27—30 Oct. Dames 10.—; 3—6 Nov. Meisjes-
Congregatie boven 17 jaar 6.50; 6—9 Nov.
Heeren Kerkzangers 6.50; 3013 Nov. Ge
huwde Vrouwen 6.50; 28 Nov.1 Dec. Jon
gelingen (St. Josephgezellen e.a.) 6.50.
Ook verhooging?
Naar verluidt zal de disconto-verhooging
van de Duitsche Rijksbank ook in Oostenrijk
een disconto-verhooging tengevolge hebben,
die in den loop van deze week verwacht
wordt. Men neemt aan, dat het disconto be
neden dat van de Duitsche Rijksbank zal
blijven, doch men verwacht toch ten minste
een verhooging tot 13 pet.
469. Een reddingsboot was nog behouden,
Een boot was nog niet onklaar,
Ze bleef gelukkig nog steeds drijvend,
Al dreigde ook haar gevaar.
Vrouwen en kinderen zijn de eersten,
Riep de kapitein met luide stem,
En hij dreigde, die drong, neer te schieten,
Iedereen gehoorzaamde hem.
470. In de grot bracht men de blanken,
Voor een zwaren, dikken man,
Ik wed, dacht Pim, dat dit opperhoofd.
Heel wat verorberen kan.
De vette keek naar beide blanken,
Die voor hem moesten staan,
Hij monsterde lang de gevangenen,
Keek hen gemeen-lachend aan.
Hahnenklee! Het is of iedereen met een op
gelucht gezicht rondloopt.
Zullen wij een eererondje rijden door het
dorp, de auto versierd met kransen van
sparre- en dennengroen?
Zullen wij kaartjes afgeven om te bedan
ken voor het rouwbeklag?
Zullen wij de bevolking uitnoodigen tot
een onzer vooral in Engeland zoo beroemde
„Dutch treats", waarbij iedere invité zijn
eigen vertering betaalt?
Neen, wij zullen weer eens onze boter
hammen laten inpakken en een toer van
een heelen dag ondernemen om den motor
eraan te gewennen, dat zijn vacantie voor
bij is en de onze weer begint!