cBinnenlandsch Nieuws
Voor de Huiskamer
Kalender falaad j e
De gewisselde bank
biljetten
X
Ned. fcatoenhandel bedreigd
Steun voor de veenkoloniën
De Waaloverbrugging te Nijmegen
KERKNIEUWS
J
ONDERWIJS
FAILLISSEMENTEN
FINANCIEN
De Amstelbank
Transactie van 40 millioen dollar
in voorbereiding
De Vereeniging voor den Katoenhandel
te Rotterdam, heeft, volgens het „Hdbd.",
aan den minister van Arbeid, H. en N. een
telegram gezonden, waarin onder de aan
dacht van den minister wordt gebracht, dat
er onderhandelingen gaande zijn tusschen
de American Farm Board en het Duitsche
gouvernement, omtrent den verkoop en fi
nanciering van ongeveer 800.000 balen
Noord-Amerikaanschc katoen op lang cre-
diet, ter waarde van 40 millioen dollar.
De verkoop van een zoo groote hoeveel
heid katoen zal den geheelen katoenhan
del tusschen Nederland en Amerika en Ne
derland en Duitschland, alsmede met ge
heel centraal Europa, ontwrichten en zal
niet nalaten op den handel in verschillende
soorten katoen van niet Amerikaanschen
oorsprong een desorganiseerenden invloed
uit te oefenen.
Het ligt voor dc hand, dat zulk een
transactie ook een zeer ongunstigen invloed
zal uitoefenen op den export van onze Ne-
derlandsche katoenindustrie naar onze ko
loniën.
De vereeniging verzoekt den minister met
den meest mogelijken spoed de noodige
stappen te willen overwegen ten einde te
trachten de uitvoering der bovenbedoelde
transactie als nadeelig voor den Neder-
landschen handel en industrie te verhin
deren.
De grootste spoed met de voorbereiding van
een steunregeling wordt betracht
Op de vragen van het Tweede Kamerlid,
den heer Van den Heuvel, betreffende de
indiening bü de Staten-Generaal of mede-
deeling van de hoofdstrekking van het
steunvoorstel voor den oogst 1931 van de
veenkoloniale landbouwbedrijven, heeft de
Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw geantwoord, geenszins te willen
ontkennen, dat een oplossing van loon-
conflicten in de veenkoloniale landbouw
bedrijven minder moeilijk wordt, indien
partijen bekend zijn met den inhoud van
het steunvoorstel voor den oogst 1931. Ge
zien echter den algemeenen economisehen
toestand en de beprrking, welke de regee
ring zich nu eenmaal in geval van steun-
verleening moet opleggen, kan hij niet de
stelling beamen, dat ir. het niet bekend zijn
van hetgeen de regeering voornemens is te
doen, de voornaamste oorzaak van de con
flicten zou zijn gelegen.
Moeilijkheden van den meest verschillen
den aard, bij de uitwerking van het voor
nemen tot steunverlening ondervonden,
hebben de bekendmaking van definitieve
voorstellen meer vertraagd, dan aanvanke
lijk mocht worden verwacht. Ook thans
moet de minister zich tot zijn leedwezen
beperken tot de mededeeling, dat een rege
ling in gevorderden slaat van voorbereiding
verkeert, waarbij de verzekering kan wor
den gegeven, dat de grootste spoed, welken
deze moeilijke stof maar eenigszins toe
laat, wordt betracht.
Een nieuw voorstel aan den Gemeenteraad
B. en W. van de gemeente Nijmegen stellen
den Raad voor te besluiten een bijdrage uit
de gemeentekas te verleenen in de kosten der
Waaloverbrugging van:
a) voor de hoofdtoegangswegen aan de
Nijmeegsche zijde;
b) 2/3 voor andere opritten of afwegen aan
de Nijmeegsche zijde;
c) 1/6 voor den toegangsweg aan de Lent-
sche zijde, onder voorwaarde, dat bij de uit
voering van de onder a) en b) bedoelde wer
ken de alsdan te Nijmegen geldende collectie
ve arbeidsovereenkomsten voor de bouwbe
drijven zullen worden toegepast en de werk
krachten zooveel mogelijk door bemiddeling
van de Gem. Arbeidsbeurs zullen worden
betrokken en dat ten aanzien van het project
van de onder a) en b) bedoelde toegangs
wegen vooraf overeenstemming tusschen Rijk,
Provincie en Gemeente zal zijn verkregen.
In verband met dit voorstel is door den
Burgemeester, den heer Steinweg, een schrij
ven aan den Raad gericht, waarin hij ver
klaart zich niet met het door B. en W. aan
geboden ontwerpbesluit inzake den Waalbrug-
bouw te kunnen vereenigen. Hij vreest niet
alleen ernstige vertraging daardoor, maar
noodlottige gevolgen van blijvenden aard voor
Nijmegen. In die opvatting is hij wel zeer
versterkt door de mededeeling van den be
trokken minister aan de gemeente Arnhem,
hierop neerkomende, dat de Minister de ook
door dien Raad gestelde voorwaarde betref
fende de collectieve arbeidsovereenkomsten,
weigert te aanvaarden.
Ook heeft hij zich niet kunnen vereenigen
met de voorwaarde in het ontwerpbesluit,
dat ten aanzien van het project van de onder
a) en b) bedoelde toegangswegen vooraf over
eenstemming tusschen Rijk, Provincie en
Gemeente zal zijn verkregen. In feite wordt
daarmee, aldus de Burgemeester, het geheele
plan der hier bedoelde toegangswegen op losse
schroeven gezet, daarom is de voorwaarde
noch voor het Rijk, noch voor de Provincie
aannemelijk.
Die voorwaarden mogen volgens den Bur
gemeester niet worden gesteld, daar zij den
brugbouw ongetwijfeld in ernstig gevaar
brengen.
Zij dienen z.i. te worden vervangen door
een opdracht aan B. en W. ter verzekering
van nader overleg over de uitvoering tusschen
de betrokken organen van het Rijk, de Pro
vincie en de Gemeente, met handhaving van
de grondslagen van het rapport der Bruggen-
commissie ten aanzien van de kostenverdee-
ling.
Werklooze diamantbewerkers
worden verminderd. Dit geschiedde eerst met
ingang van 13 Juli jl, omdat het wensche-
lijk werd geoordeeld de resultaten van een
hernieuwd onderzoek naar de omstandighe
den der gesteunder. af te wachten.
Wanneer in een aantal gevallen de steun
bedragen aanzienlijk verminderd zijn gewor
den wellicht voor bepaalde gezinnen tot
50 pet. dan was dit niet het gevolg van
bovenbedoelde algemeene herziening, doch
geschiedde zulks, omdat bij de controle ge
bleken was van gezinsinkomsten, die de ge-
steunden niet hadden opgegeven.
De ondersteuning wordt in ieder geval af
zonderlijk bepaald naar de werkelijke be
hoeften van het betrokken gezin. Daarbij
wordt rekening gehouden met de plaatselijke
regelen op het stuk van openbare ondersteu
ning.
Ook in gevallen, waarin tot belangrijke
vermindering moest worden overgegaan, bleef
nochtans het steunbedrag voldoende ter
voorziening in de werkelijke behoeften, der
halve mede er op berekend, dat daarvan de
woninghuur moet worden voldaan. Voor de
uitgesproken vrees behoeft geen grond te
bestaan.
De minister is van oordeel, dat de alge
meene vermindering gedurende de zomer
maanden gehandhaafd moet blijven.
Bij het bepalen van steunbedragen kan,
naar de minister meent, slechts de werkelijke
behoefte beslissend zijn.
Bakkersarbeid op 15 Augustus
De Miiiister van Arbeid, Handel en Nijver
heid heeft A. ten aanzien van broodbakkertjen
in alle gemeenten des Rijks, waarin ter vie
ring van den R. K. feestdag van Maria He
melvaart, op Zaterdag 15 Augustus geen ar
beid wordt verricht vergund als volgt:
lo. door hoofden of bestuurders en door
bakkersgezellen mag op Vrijdag 14 Augustus
1931 bakkersarbeid worden verricht tusschen
12 uur 's nachts en 6 uur des voormiddags,
met dien verstande, dat, voor zoover betreft
broodbakkerijen, voor welke een vergunning,
als bedoeld in art. 37, eerste lid, der Arbeids
wet 1919, is verleend, reeds op Donderdag 13
Augustus 1931, te 10 uur des namiddags, met
den arbeid, bestaande in het gereedmakén
van deeg en ovens, mag worden aangevan
gen;
2o. door bakkersgezellen mag op Vrijdag 1
Augustus 1931, gedurende ten hoogste 10 urer.
arbeid worden verricht, tenzij eene kennisge
ving (coupon), als bedoeld in art. 35 tweede
lid, onder b, dier wet, tijdig is ingezonden aan
het districtshoofd der Arbeidsinspectie, in
welk geval de werktijd ten hoogste 13 uren
mag bedragen;
B. aan hoofden of bestuurders van brood-
bakkerijen in alle gemeenten des Rijks, die
gebruik maken van de vergunning, onder A
genoemd, en in wier bakkerijen derhalve op
15 Augustus 1931 geen bakkersarbeid mag
worden verricht, vergund, op Vrijdag 14
Augustus 1931 deeg of brood, dat na 8 uur
des namiddags *van den vorigen dag gebak
ken of opgewarmd is:
1. van 7.30 uur des voormiddags af uit het
gebouw met aanhoorigheden, waarin zich de
broodbakkerij bevindt, wordt vervoerd;
2. van 8 uur des voormiddags af wordt ver
kocht of afgeleverd.
De Holterberg
Nadere vragen aan de regeering
Het,Eerste Kamerlid de heer Polak, heeft
.zich onder betuiging van zijn dank voor de
op zijn vragen betreffende den Holterberg ge
geven antwoorden, met de volgende supple
mentaire, vragen tot den minister van Bin-
nenl. Zaken en L. gewend:
Is het den minister bekend, dat verreweg
het grootste gedeelte .van den Holterberg niet
aan de gemeente Holten toebehoort en dat
dus de volledigste medewerking van gemeen
tewege bebouwing van den berg niet zal kun
nen voorkomen?
Is het den minister bekend, dat na het
antwoord op mijne eerste vragen reeds eenige
stukken grond op den berg verkocht .werden
aan Bennink's Landerljen-bureau, te Almelo,
en aan den heer Nijland te Amsterdam, en
dat verder eenige andere terreinen bestemd
zullen worden voor villabouw, kaffnpeèrhuis-
jes en hoenderpark?
Ziet de; minister daarin niet aanwijzingen
voor het den berg dreigende gevaar en zou
derhalve Z.Exc. in overweging willen nemen
den berg te onteigenen en in beheer te bren
gen bij het Staatsboschbeheer?
Zesde Nationale Bedevaart
naar Dokkum
Verminderde steun voor Nederlanders
te Antwerpen.
Op de vragen van den heer Polak betref
fende vermindering der ondersteuningsbedra
gen, toegekend aan werklooze Nederland-
sche diamantbewerkers te Antwerpen, "-«eft
de minister van Binnenl. Zaken en L. geant
woord, dat sedert Februari 1931 de te Ant
werpen gevestigde Nederlandsche diamant
bewerkers, die door werkloosheid niet in
staat zijn in hun onderhoud te voorzien van
Regeeringswege worden gesteund, ten einde
hen niet voor de noodzakelijkheid te plaat
sen om naar ons land terug te keeren.
Bij de vaststelling van de ondersteunings
bedragen werd mede rekening gehouden met
uitgaven voor verwarming. Toen bleek, dat
de ondersteuning moest worden voortgezet
in den zomertijd, konden de steunbedragen
Mgr. J. H. G. Jansen onder de deelnemers
Zondagmiddag omstreeks half zes arri
veerde de Aartsbisschop van Utrecht, Z. H.
Exc. Mgr. J. H. G. Jansen per auto te Leeu
warden, teneinde de zesde Nationale Bede
vaart naar Dokkum te leiden. Voorafgegaan
door enkele auto's, waarin het bestuur en
comité der Bedevaart hadden plaats geno
men, benevens eenige groepen wielrijders,
leden van de R. K. Propagandaclub De
Katholieke Garde, Jonge Werkman en Pa
tronaten, reed Z. H. Exc. naar de Pastorie
van de St. Bonifaciuskerk, alwaar de vaan
dels der diverse plaatselijk Katholieke ver-
eenigingen buiten waren opgesteld.
Onder luide toejuichingen schreed Z. H.
E. langs een eerewacht van Gardisten en
Jonge Werklieden naar de Pastorie, alwaar
hij werd verwelkomd door den Hoogeerw.
Deken J. H. Vaas.
Het muziekkorps „St. Jozef" bracht hierna
den Aartsbisschop een serenade.
Het voorplein van de pastorie was voor
deze gelegenheid versierd met vlaggen en
vaandels, terwijl in de stad van vele parti
culiere huizen de vlag wapperde.
De vooravond
Om 7 uur werd in de St. Bonifaciuskerk
een Pontificaal Lof door Mgr. Jansen gece
lebreerd, geassisteerd door pastoor van den
Hengel uit Hilversum en dekèn van der
Waarden uit Almelo.
Het grootsche kerkgebouw Was geheel
gevuld toen Z. H. Exc. de kerk werd bin
nengeleid door een groot aantal Eerw.
lieeren geestelijken. Zegenend schreed hij
naar het altaar. Tijdens het Lof hield dr.
R. Post, secretaris van het Nederlandsch
Historisch Instituut te Rome, een predi
katie.
Onmiddellijk na het Lof werd in hate)
,,Amicitia" een begroetingsavond en muzi
kale reünie gehouden.
De bedevaart
Gisteren is de zesde Nationale Bedevaart
naar de St. Bonifaciusbron te Dokkum ge
houden, waarvoor als steeds groote belang
stelling bestond. Niet alleen dat men een
extra-trein van Leeuwarden had ingelegd,
doch ook tal van autobussen en auto's
voerden een groote schare naar de Martel-
stad van St. Bonifacius, die reeds voor 9 uur
de straten vulde.
Na aankomst van den extra-trein begaf
men zich in optocht, voorafgegaan door het
R. K. muziekkorps van Ameland, naar het
processiepark. Onderweg werd de pasto
rie gepasseerd, waar de Aarstbisschop van
Utrecht, Mgr. Jansen, zicb had opgesteld en
den stoet bij het voorbijgaan zegende.
Nadat Z. H. Exc. met het gebruikelijk
ceremonieel het processiepark was binnen
geleid, ving de Hoogmis aan, welke door
Mgr. zelf werd opgedragen, daarbij geas
sisteerd door pastoor Eshuis uit Zwolle als
diaken en pastoor Metz uit Assen als sub
diaken. Prof. dr. T. Brandsma uit Nijmegen
en deken v. d. Waarden uit Almelo fungeer
den als troondiakenen, terwijl de plaats
van den presbyteT-assistents werd ingeno
men door deken Vaas uit Leeuwarden.
Tijdens de Hoogmis hield pastoor Th. J.
Noord uit Noord-Scharwoude de feest
predikatie, die echter tengevolge van den
hevig neerstroomenden regen ontijdig beëin
digd moest worden.
Gisterenmiddag om 3 uur ving in de
Kerktent op het processieveld van den H.
Bonifacius het pontificale Lof aan, gecele
breerd door den oud-pastoor van Dokkum,
den zeereerw. heer A. Arends, pastoor te
Delden, daarbij geassisteerd door prof.
Volmer van het Seminarie te Ogdenburg
(N. A.) die op het oogenbik hier te lande
vertoeft en den zeereerw. deken H. A. P. C.
van der Waarden van Almelo. Z. H. Exc.
Mgr. Jansen hield daarna een predikatie
met de woorden uit het Te Deum:„UoHeer
looft het schitterend leger der marelaren".
Mgr. wekte de aanwezigen op het voorbeeld
der martelaren te volgen in liefde tot
Koning-Christus.
Vervolgens werd de processiestoet gefor
meerd, welke door de groote deelname en
schitterende ensceneering een geweldigen in
druk maakte.
Priesterretraite
De tweede achtdaagsche priesterretraite
in het retraitehuis „Sint Ignatius" te Span-
beek (L.) gaat, naar men ons meldt, zeker
door. Deze wordt gehouden van 26 Augus
tus tot 4 September a.s. Zich op te geven
aan de directie.
Votief mis van den H. Geest
Bij den aanvang van het schooljaar
In vele plaatsen is het gewoonte, dat bij
den aanvang van het nieuwe schooljaar in
de parochiekerk een Votiefmis van de nH.
Geest wordt gezongen.
Op verzoek van eenige hoofden van scho
len is in het wekelijksch missaal Bron van
Christelijken Geest, dat uitgegeven wordt
onder auspiciën van d efederatie van litur
gische vereenigingen in Nederland, ten be
hoeve van de schoolkinderen als nummer
ingelascht de Votiefmis van den H. Geest.
Men kan niet te vroeg beginnen met de
kinderen in te wijden in de verheven betee-
kenis van de gebeden van het heilig Mis
offer. De jeugd moet voor de liturgische actie
worden gewonnen. Wat zal het dan niet een
schoon begin zijn van het nieuwe schooljaar,
wanneer de schoolkinderen na een korten
uitleg van de misgebeden van den H. Geest
aan de hand van het misboekje gekregen te
hebben, gezamenlijk met him onderwijzers
van het katholieke onderwijs bij het begin
van het schooljaar neerknielen om de ver
lichting van den H. Geest over hun leeren
af te smeeken.
De prijs voor deze aflevering ondergaat
géén verhooging en bedraagt evenals de ge
wone wekelljksche missaals twee cents per
nummer. Voor bestellingen gelieve men zich
rechtstreeks te richten tot de Naaml. Venn.
Gooi en Sticht, te Hilversum. Voor zoo ver
noodig zij de aandacht van de hoofden van
Het was op een marktdag in een groote,
drukke fabrieksstad in 't graafschap Lan
cashire, welks inwoners den naam hebben
van bijzonder geslepen te zijn. De treinen
hadden dien morgen uit alle hoeken van het
graafschap duizenden samengebracht, de
meesten voor zaken, anderen voor plezier,
weer anderen voor beide tegelijk.
Bankiers en kassiers, kooplieden en ka
toenfabrikanten, makelaars en commission-
nairs, verdrongen elkander op de beurs en
hadden het zoo druk als bijen in een korf.
Ik heb gehoord, dat honderdduizenden gul
dens op zoo'n marktdag van de eene hand in
de andere hand overgaan, zonder een regel
schrift of bewijs van koop en verkoop.
Maar we hebben nu met de beurs niets te
maken, évenmin als met de heeren, die haar
bezoeken. In de groote stad, waar ik van
spreek, maar die ik om meer dan één ge
gronde reden niet zal noemen, waren de
voornaamste juweliers de heeren Elephant
en Castle. Ik verzeker u, dat hun winkel
ramen er, vooral op marktdagen, niet on
behaaglijk uitzagen en zeker niet in de dagen
dat het oude jaar op z'n laatste beenen
liep en tal van kostbaarheden voor het oog
der kijkers en koopers lagen ten toon gesteld.
Zoo scheen er ook een reeds tamelijk be
jaard buitenman van een deftig voorkomen
over te denken. Z'n hagelwitte das en de
zware gouden cachetten, die onder uit z'n
vest hingen, toonden aan, dat hij niet alleen
deftig, maar ook welgesteld was. Dat welge
stelde was ook hoorbaar uit het gekraak
zijner met zorg gepoetste, blinkende laarzen
en uit den goedigen, maar ook zélfbewusten
glimlach op z'n welgevulde wangen. Hij
maakte in elk opzicht den indruk van een
man, aan wiens tafel men graag zou willen
plaats nemen en in wiens testament niemand
zou weigeren opgenomen te worden.
De heer Elephant z'n compagnon, mijn
heer Castle, was op dit oogenblik afwezig
had uit den aard van zijn bedrijf grooten
eerbied voor alles, wat welgesteld en deftig
was. Hij maakte dus een diepe buiging voor
den bejaarden heer, die op zijn beurt voor
den heer Elephant boog. De juwelier gevoelde
zich daarmee zeer vereerd, te meer daar
beleefdheid geen stapelartikel in de onge
noemde stad was. Zij mag een rijke stad
wezen, maar de penny in de week, die in
andere deelen van Engeland aan 't ver
krijgen van goede manieren wordt besteed,
werd da.iraan in die dagen in 't graafschap
Lancashire blijkbaar niet ten koste gelegd.
Maar de heer Elephant kende z'n men-
schen; hij wist op 't eerste gezicht een heer
van een pseudo-heer te onderscheiden en
liet dus z'n winkelbediende een anderen
aanwezigen klant helpen, terwijl hij zelf de
zorg voor den nieuw aangekomene op zich
nam.
De deftige, minzame klant, ging recht op
z'n doel af. „Aanstaanden Donderdag," sprak
hij, „is het Nieuwjaar, en dan moet mevrouw
Dulcimer, zooals elk jaar, haar gewone ge
schenk hebben. De vraag is maar, wat zal
ik haar geven? Natuurlijk iets, waar ze wat
aan heeft en niet al te duur. Iets niet boven
de driehonderd, op z'n hoogst vierhonderd
pond."
't Was inderdaad aardig om te hooren,
hoe die goede mijnheer Tenimore Dulcimer
over geld sprak. HU scheen er alleen prtis
op te stellen, om er anderen pleizier mee te
doen. Er werden hem een aantal kostbare
voorwerpen ter keuze voorgelegd, maar ze
werden glimlachend door mijnheer Dulcimer,
als te gering, terzijde geschoven. Eindelijk
viel z'n keus op een zwaar gouden dames
horloge met dito ketting en de noodige aan
hangsels. Het geschenk moest zeshonderd
pond sterling kosten, en terwijl mijnheer
Elephant's bediende een kistje zocht, om het
behoorlijk in te pakken, haalde mijnheer
Tenimore Dulcimer een vrij smerig zwart
leeren zakboekje te voorschijn en nam er
een bankbiljet van duizend pond uit. De def
tige heer was juist iemand, bij wien men
zoo'n zakboekje zou verwachten, onder
voorwaarde natuurlijk, dat het een of meer
bankbiljetten van duizend bevatte.
Het deed den heer Dulcimer wel leed, dat
hij mijnheer Elephant lastig moest vallen
met wisselen, maar de juwelier antwoordde
natuurlijk, dat hij maar al te gelukkig was
den heer Dulcimer te mogen verplichten. Hij
kon het des te gemakkelijker doen, daar hei
juist marktdag was. Het respectabele zak
boekje met vier honderd pond in klein bank
papier werd weer in den eenen diepen bin
nenzak gestoken en het gekochte kostbare
gouden horloge in een fraai lederen etui,
zorgvuldig in een niet minder diepen ande
ren zak, en de heer Dulcimer ging even be
leefd den winkel weer uit, als hij dien was
binnen gekomen.
Maar wat wil nu het ongeluk? Op hetzelf
de oogenblik kwam er een jong heer, uiterst
elegant gekleed, den winkel met zoo'n vaart
binnenstormen, dat hij den deftigen ouden
heer op een alleronfatsoenlijkste manier
tegen 't lijf liep.
De heer Dulcimer was niet boos, maar wel
zeer onthutst. Hij bukte zich om z'n hoed
op te rapen, die door den schok van zn
hoofd was gevallen. Terwijl hij z'n hoofd
deksel zorgvuldig gladstreek, kwam hij een
weinig tot bedaren en herkende den jon
gen man, die hem zoo onverhoeds aan 't
schrikken gebracht had.
„Wel, lieve hemel!" riep hij, „ben jij het
Frank? Hoe kom .ie zoo hier?"
„Och, mijnheer Dulcimer, ik moet wat voor
Sofia koopen. Maar ik hoop niet, dat Ik u
bezeerd heb?"
„Neen, dat zal wel schikken. Maar je moet
niet zoo wild bij <J" menschen binnen komen
stormen. Ga je met den trein van kwart
over vieren?"
„Waarschijnlijk wel, mijnheer."
Nu, dan kunnen we samen gaan. Ik moet
je nog spreken over dat geval van Williams.
Koop dus maar gauw, wat je hebben moet,
jongenlief, want we hebben niet veel tijd."
Tenimore Dulcimer's jonge vriend toonde
inderdaad niet veel tijd te hebben. Hij had
spoedig z'n' keus bepaald op een halssnoer
van diamanten en opalen, met dito doek
speld en armbanden ter waarde van vijf
honderd vijftaig pond die gelukkige Sofie!
en betaalde in eens met een bankbiljet
van duizend pond.
„Ziedaar! Kunt u dat wisselen?" vroeg hl)
en smeet z'n bankbiljet op de toonbank.
Nu stak er voor een man van ondervinding
als mijnheer Elephant geen gevaar in, om
een bankbiljet van welk bedrag ook, te wis
selen, als het gepresenteerd werd door een
heer van mijnheer Dulcimer's voorkomen en
manieren, maar zoo'n jonge hardlooper en
driftkop, met z'n handen in z'n zakken van
z'n gestreepte broek, een bonte zijden das los
om z'n hals, z'n hoed schuin op 't hoofd,
zie, dat was iets anders. Niet, dat hij het
jonge mensch voor een losbol of een op
lichter aanzag. Immers, die keurige mijnheer
Dulcimer had hem „Frank" genoemd, en die
zou zeker geen Frank zeggen tegen iemand,
die niet door en door fatsoenlijk was. Maar
toch, jongelui zijn jongelui en verkeeren
soms in slecht gezelschap. Dus, daar het
kantoor dicht bij de hand was, zond mijn
heer Elephant 't bankbiljet van mijnheer
„Frank" voor de zekerheid even naar den
bankier, om dit te laten onderzoeken onder
voorwendsel, dat hij geen genoeg klein papier
had om te wisselen. De looper kwam spoe
dig terug en fluisterde z'n patroon in 't
oor, dat het bankbiljet deugdelijk en echt
was.
De heer Elephant, die nu boos was op
zich zelf, omdat hij zoo'n goeden klant ver
dacht had en zoo lang had laten wachten,
wisselde haastig het bankbiljet en na het
verschil van de waarde er van en de klein-
oodiën, bestemd voor juffrouw Sofie, aan den
heer Frank ter hand gesteld te hebben,
boog hij z'n twee begunstigers onder allerlei
strijkages de deur uit, toeneen politie
agent, ademloos van drift en schrik den
■winkel binnenstormde, den deftigen, ouden
heer Dulcimer en z'n vluggen, jongen vriend
bij den kraag pakte, waardoor het spijt
me verschrikkelijk het te moeten zeggen
al de .deftigheid van eerstgenoemde ver
dween, terwijl hij bevend en als ontmas
kerd voor den heer Elephant stond.
„Wawawawawat is
dat?" stotterde de als uit de lucht gevallen
juwelier.
„Mijnheer!" riep de agent. „U hebt daar
de doortraptste gauwdieven van heel Enge
land in uw winkel gehad, anders niets." On
der 't spreken, had hij z'n twee gevangenen
de Ijzeren polsmofjes reeds aangedaan. „Hebt
u ook bankbiljetten van hen gewisseld?"
„Jjja!" tw.... twvan dui
zend pond ieder."
„Die zijn valsch, al zijn ze nog zoo prach
tig nagemaakt. Geeft u ze mij, als 't u
blieft."
De heer Elephant gehoorzaamde werk
tuiglijk.
„Ik moet ze," hernam de agent, „inleve
ren aan 't politiebureau, om er proces-ver
baal van op te maken. Hier, koetsier, een
rijtuig!"
En nadat hij z'n twee arrestanten vrij on
zacht in 't rijtuig geduwd en den ontstelden
juwelier had toegeroepen, zoo spoedig moge
lijk naar 't politie-bureau te komen, om ge
tuigenis af te leggen, reden ze weg.
Waarheen?
Op deze vraag gaf alleen de echo ant
woord.
Want van af dit oogenblik heeft mijnheer
Elephant nooit meer iets gezien: noch van
z'n beide klanten, noch van den politie
agent, die hen arresteerde; noch van den
koetsier, die hen reed; noch van het gouden
horloge met dito ketting voor mevrouw Dul
cimer, noch van het halssnoer van diaman
ten en opalen met dito doekspeld en arm
banden voor Sofie, evenmin van de twee
echte bankbiljetten van duizend pond, waar
mee hij door de mannen van Lancashire
zoo behendig was opgelicht.
scholen en schoolbesturen op deze uitgave ge
vestigd, die niet slechts voor dit jaar maar
eventueel ook voor volgende jaren dienstig
kan zijn.
Minister Terpstra op het
bezuinigingspad
Een beroep op medewerking
Naar het „Hdbd." verneemt, heeft de mi
nister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen zich met een circulaire gewend tot
de directeuren van de Rijks Hoogere Burger
scholen en de Rijkskweekscholen, alsmede tot
de besturen van gesubsidieerde gymnasia,
lycea, H. B. S.- en Handelsscholen en kweek
scholen en tot de gemeentebesturen, die der
gelijke scholen onder hun beheer hebben, in
welke circulaire mr. Terpstra er op wijst, dat
het plicht is van ieder, die rechtstreeks of
zijdelings invloed kan oefenen op den om
vang der uitgaven ten laste van het rijk, er
toe mede te werken, dat deze zooveel moge
lijk worden beperkt en dat geen gelegenheid
tot bezuiniging ongebruikt wordt gelaten.
De minister verzocht aan de hoofden van
bovengenoemde onderwijsinrichtingen er ern
stig naar te streven, dat van de voor de
school toegestane som een zoo groot moge
lijk gedeelte onbesteed blijft. De minister
vertrouwt, naar hij in zijn circulaire schrijft,
dat, indien hl] het aan hen, die voor den
gang van zaken verantwoordelijk zijn, zelf
overlaat te beoordeelen, op welke posten het
best een vermindering kan worden toegepast,
een bezuiniging van beteekenis zal worden
verkregen, zonder dat de onderwijsresultaten
daardoor ernstig worden geschaad.
Hoe bezuinigd kan worden
Met eenige voorbeelden maakt mr. Terp
stra in de circulaire zijn bedoeling duidelijk.
Op de brandstoffen zal bijv. kunnen worden
bespaard, door ze tijdig voor zomerprijzen in
te koopen en door met het stoken in het a.s.
winterseizoen niet te beginnen, vóórdat de
temperatuur dit volstrekt noodig maakt. Er
kan op worden toegezien, dat in geen enkel
lokaal langer dan noodig licht brandt, dat
alle onnoodige verlichting, ook van gangen,
portalen enz., nagelaten wordt. Aanvulling
van schoolbibliotheken zou voorloopig achter
wege kunnen worden gelaten.
Werken allen, zoo ongeveer schreef de mi
nister, van heeler harte mede om op deze
wijze de lasten van 's lands schatkist te ver
lichten, dan zullen ongetwijfeld aanzienlijke
bedragen bespaard en ingrijpender maatrege
len, die anders onvermijdelijk zullen blijken,
vermeden kunnen worden.
Een dergelijke circulaire is, naar het blad
verder vernam, ook uitgegaan naai' het col
lege van curatoren van de rijksuniversiteiten
en hoogescholen, terwijl ook op de directies
van de musea een beroep is gedaan. De laat-
sten zouden bijv. kunnen bezuinigen op het
aanschaffen van nieuwe schilderijen enz.
De hoofden van scholen voor nijverheids
onderwijs tenslotte kunnen dezer dagen
eveneens een dergelijke circulaire van minis
ter Terpstra verwachten.
Opgegeven door v. d. Graaf Co. N.V.
(Afd. Handelsinformaties)
Uitgesproken:
5 Aug. C. E>. Suurbeek, openbare koopvrouw,
Rotterdam, Coolhavenstraat 3. Rechtercom.:
Mr. H. de Bie. Curator: Mr. D. D. van Waard
huizen, Rotterdam.
5 Aug. Chr. A. van den Akker, zonder be
roep, Schiebroek, Bilderdijkstraat 33a. Rech
tercom.: Mr. H. de Bie. Curator: Mr. J. B.
Crol, Rotterdam.
5 Aug. M. G. Kooiman, zonder beroep,
Schiedam, Pieter de Hooghstraat 3a. Rech
tercom.: Mr. H. de Bie. Curator: Mr. H. M.
B ter Haar Romeny, Rotterdam.
5 Aug. G. Hoeksema, manufacturier, Schie
dam. Ruysdaellaan 29. Rechtercom.: Mr. H.
de Bie. Curator: Mr. I. Cohen Hzn., Rot
terdam.
5 Aug C. Riemens, landbouwer, Boschka-
pelle. Rechtercom.: Mr. Th. Portheine. Cura
tor: Mr. R. J. J. Lambooy, Hulst.
5 Aug. K. van den Berg, koopman, Vlis-
singen. Rechtercom.: Mr. J. H. Bybau. Cura
tor: Mr J. Adriaansche, Middelburg.
6 Aug. J. van Duynen-Hogervorst, koop
man, Roermond. Rechtercom.: Mr. H. Diep-
huis. Curator: Mr. L. Peeters, Roermond.
6 Aug. J. Franken, aannemer, Mierlo. Rech
tercom.: Mr. H. Diephuis. Curator: Mr. A.
Vullinghs, Helmond.
6 Aug. Chr. van den Boogert, slager (fili
aalhouder) Hillegersberg, Adriaan van Ma-
thenesserlaan 17. Rechtercom.: Mr. H. de Bie.
Curator: Mr. W. F. C. Baars, Rotterdam.
6 Augustus: J Sshuijer, koopman, Eind
hoven, Mathildelaan 51; rechter-commis-
saris mr. Van Schuylenburch; curator mr.
G. Jurgens, Eindhoven.
6 Augustus: A van Doorden, koopman,
Eindhoven, Aalsterweg 51; rechter-commis-
saris mr. dr. Heijnian; curator mr. A.
Steinkuhler, Eindhoven.
7 Augustus: W. M J. I. Brands, koop
man, Leiden, Groeneretraat 28; rechter
commissaris jhr. mr H. O. Feith; curator
mr. L. Weijl, Leiden.
7 Augustus: A. J. de Boer, koopman, Den
Haag, Ged. Gracnt 231; rechter-commis-
saris mr. H. Haga; curator mr. E. O. Gold
stein, Den Haag.
7 Augustus: Fh. Chr. Henssen, winke
lier, Den Haag, Hilo"ebrandstraat 135; rech-
ter-commissaris mr. J. C. van den Burcht
van Lichtenbergh: curator mr. H. Th.
Schaepman, Den Haag
7 Augustus: J. S. L. Pisuisse, garage
houder, Den Haag, Bleijenburg 2c, Loos
duinen, Haagweg 40; rechter-commissaris
mr. H. W. E. Klomp; curator mr. J. B.
A. Marcus, Hanselersaijk.
7 Augustus: W. van der Stoel, expedi
teur, Alphen aan den Rijn, Gouwekade 20
teur, Alphen aan den Rijn, Gouwekade 20;
rechter-commissaris jhr. mr. H. O. Feith;
curator mr. H. W J. A. Averbeck, Lei
den.
7 Augustus: H. J. Bröcker, Den Haag,
Schenkweg 390; rechter-commissaris mr. H.
Haga; curator mr. M. P. Plantenga, Den
Haag.
7 Augustus: M. de Graaf, aannemer, Voor
burg, Prins Hendrikstraat 53; rechter-com
missaris mr. J. C. v. d. Burcht van Lichten
bergh; curator mr. C. P. de Vries, Den Haag.
7 Augustus: N. V Bouw- en Handelmaat
schappij „Bipla", Den Haag, Herman Coster-
straat 405; rechter-commissaris mr. H. W.
E. Klomp; curator mi J. H. Kiewit de Jonge,
Den Haag.
7 Augustus: J. Smjorga, koopman, Rijs
wijk, Heerenstraat 62; rechter-commissaris
jhr. mr. H. O. Feith: curator mr. J. Ray-
makers, Den Haag.
6 Aug. N.V. Vers tegen's Handelmaatschap
pij, gevestigd en kantoorhoudende te Nijme
gen, Franschestraat 4. Rechtercom.: Jhr. Mr.
van Nispen tot Sevenaer. Curator: Mr. H. J.
C. van Scherpenberg, Nijmegen.
6 Aug. W. Lugtenberg, behangselpapier
handelaar, Nijmegen, van Broeckhuijsen-
straat 20. Rechtercom.: Jhr. Mr. van Nispen
tot Sevenaer. Curator: Mr. P. D. M. Lem,
Nijmegen.
Opgeheven wegens gebrek aan actief:
H. Niemann, Den Haag.
G. J. van Calsteren, Den Haag.
Opgeheven wegens gebrek aan actief:
Ideale gevangenistoes tanden
11 Augustus Het is goed, dat er nu en
dan iemand naar Rusland gaat om ons te
vertellen hoe knus de menschen 't er heb
ben. Daar heb je anders geen idee van. U
raadt bijvoorbeeld nooit hoe 't komt, dat
er in Rusland zooveel menschen in de ge
vangenis zitten. Alléén omdat het er zoo
réuze-gezellig is. Lees maar wat Louis van
Gasteren bij zijn terugkomst aan „Het Va
derland" heeft verteld:
„De celstraf is geheel afgeschaft. De
veroordeelden worden in groepen van 600
gezamenlijk ondergebracht in niet afgeslo
ten vertrekken. Zij kiezen hun eigen opzich
ters, terwijl per groep officieel zijn aange
steld één directeur en één vertegenwoordiger
van de Gepeoe.
De veroordeelden werken 7 uur per dag,
hetzij in een aan de gevangenis verbonden
fabriek, hetzij daarbuiten. Zij genieten het
zelfde loon als andere arbeiders; daarvan
betalen zij hun pension, terwijl de rest voor
hen bewaard wordt, tot het tijdstip der
invrijheidstelling. De bedoeling is niet, de
veroordeelden te straffen, doch hen te ver
beteren en geschikt te maken voor een
plaats in de vrije maatschappij.
De gevangenen krijgen voorts hun jaar-
lijksche vacantie en keeren na afloop daar
van terug. Gemiddeld blijft slechts 1 pro
cent weg, dezen worden spoedig door de
Gepeoe gevat, en dan begint hun straftijd
weer van voren af aan.
Men gnat in Rusland uit van de ge
dachte: De mensch is goed, en op deze
basis wordt, zooveel mogelijk zonder dwang,
verder gewerkt.
In de gevangenissen zijn scholen en
theaters, en men heeft geen idee, er in een
gevangenis te zijn."
Ja, en nou heeft-ie de merkwaardigste
dingen nog niet eens verteld. Die vertrek
ken, waarin ze met z'n zeshonderden wor
den ondergebracht, zijn maar geen zijka
mertjes, maar flinke lokalen van wel 5 bij
5 meter, behangen met de mooiste
schilderijen uit de Hermitage. De z.g. ge
vangenen ontvangen daar om 7 uur een
uitgebreid Engelsch ontbijt, om II uur naar
verkiezing een kop chocola of morellen op
brandewijn, om 12 uur een Zweedsche lunch
(z.g. smorgaasbord), waarbij iedere logé
zich zoo vaak en zoo ruim kan bedienen
als hij wenscht. Om 4 uur een Engelsche
tea, met een jazzband, veel sandwiches en
diverse versnaperingen, om 7 uur een co
pieus diner, samengesteld uit schotels, die
de gasten met meerderheid van stemmen
hebben uitgekozen, en in den loop van den
avond zooveel thee met rum, cocktails
wodka als de invités kunnen verorberen.
Wie zin heeft in een partijtje bridge, golf
of tennis, gaat rustig z'n gang.
De premières in Rusland gaan bij voor
keur in de gevangenistheaters. De schrijvers
van de tooneelstukken zijn daar zeer mede
ingenomen, daar het beste en intelligentste
deel van Rusland juist in de gevangenissen
zit en kunst weet te waardeeren. De direc
ties verstrekken daartoe naast gevangenis
kleed ij ook smoking en deze premières,
waartoe-iedere logé zooveel invités mag uit-
noodigen als hij verkiest, behooren tot het
hoogtepunt van het seizoen. Onbeleefdhe
den van het gevangenispersoneel of de
directie tegen de veroordeelden worden niet
zelden met knoetslagen gestraft (gevange
nisstraffen vormen voor deze ingewijden
natuurlijk geen bedreiging meer). De jaar-
lljksche vacantie wordt meestal genoten in
de luxueuze badplaatsen aan de Zwarte
Zee, maar menige „gevangene" keert lang
voor de vacantie om is, terug, omdat hij
nergens zulke paradijstoestanden aantref'
als in zijn tweede tehuis.
Is het niet ongeloofelijk?
Ja, het is ongeloofelijk.
Kiest Lou de Visser!
5 Aug. H. S. A. van der Laaken, Rotter
dam.
6 Aug. J. F. Hilgers, Doetinchem.
In de week van 38 Augustus 1931 zijn
in Nederland uitgesproken 53 faillissemen
ten.
Volgens de N.V. van der Graaf Co te
Brussel werden over de week, eindigende 31
Juli 1931, in België 2400 protesten gesigna
leerd tegenover 1227 voor dezelfde week van
het vorige jaar.
Van 1 Januari 1931 tot 31 Juli 1931 59.928
protesten tegenover 46.264 voor hetzelfde tijd
perk van het vorige jaar.
Surséance van betaling verleend voor den
tijd van IK jaar.
Naar het „Hdbd." verneemt, sprak het
meerendeel der crediteuren van de Amstel
bank zich uit voor het verleenen van sur
séance van betaling, terwijl zeven crediteu
ren, te zamen een kapitaal vertegenwoordi
gende van bijna f 300.000, zich hiertegen ver
klaarden. Deze laatste crediteuren zouden la
ter, gezien de groote meerderheid, die voor de
verleening was, hun stemmen hebben terug
getrokken.
De vacantiekamer der Amsterdamsche
rechtbank, uitspraak doende, heeft aan de
Amstelbank surséance van betaling verleend
voor den tijd van anderhalf jaar, ingegaan
22 Juli 1931, en' heeft tot voorloopige be
windvoerders benoemd de heeren Mol van
Charente, Griinebaum en Van Walré.
Florie: „Geloof jij die geschieden
die ze van Doris vertellen?"
Els: „Natuurlijk wat is het?"