Gemengd. odCieuws n Voor de Huiskamer Het gestolen Luchtballonnetje Hierop letten! OF DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN Vreeselijk gevolg van vuurtje-stoken De trots van den huize LUCHTVAART Een 4-jarig kindje verbrand Van zes meter hoogte gevallen Onder een mast verpletterd Het vergaan van de „Parsifal" Venter onder de tram geraakt Een merkwaardige sollicitatie Nachtelijke trouwpartij Een „sterk" fort Asbestplaten op het lichaam Hoog water in Friesland BINNENLANDSCH NIEUWS Het Nederlandsche Paviljoen te Vincennes In brand geraakt Onder een auto Woeste motorrijders Begrafenis van Commissaris J. A. Tinholt De Oceaan-vlieger Cramer BOEKBESPREKING DE KA THOLIEKE ILL US TRA TIE Aan de gevolgen overleden Gistermiddag te half vüf is de 31-jarige timmerman W. Lubbers uit Vreeswijk, die te Hilversum werkzaam was bij den bouw eener school aan de Snelliuslaan bij het leggen van ijzeren buizen, doordat hij het evenwicht verloor van een zes meter hooge stelling gevallen en daarbij op een stalen balk terecht gekomen. Hij werd met een zware hersenschudding naar de R. K. Zie kenverpleging gebracht, waar hij na kor ten tijd is overleden. Het slachtoffer was gehuwd en vader van drie kinderen. 33-jarige schipper gedood Gistermiddag fe half twee is de 33-jarige schipper A. Osinga uit Rotterdam, die met zijn tjalkschip voor een scheepswerf in de Hijmanwetering bü Alphen a. d. Rijn lag, door den mast van zijn vaartuig verpletterd, toen deze door het breken van een staal draad omlaag viel. De man was op slag dood. Het slachtoffer was gehuwd en vader van vier jeugdige kinderen. Vermoedelijk een Nederlander verdronken Het jacht „Parsifal", dat in de monding van de Elbe is vergaan, heeft vermoedelijk twee personen, tot de bemanning behoo- rende, uit Rotterdam en omgeving aan boord gehad en een daarvan is waarschijnlijk ver dronken. De Noorsche eigenaar van het jacht heeft te Rotterdam op Zondag 2 Augustus een schipper aangemonsterd. Te Vlaardingen zou nog een matroos worden aangemonsterd. Dat is alles onderhands geschied. Er is, naar het „Hdbd." meldt, geen gebruik ge maakt van de bemiddeling van den water schout en dientengevolge kon tot dusver niet worden vastgesteld wie die matroos is, die aan boord gebleven is toen de anderen het jacht verlieten en die omgekomen moet zijn. Het slachtoffer zwaar gewond Gistermiddag te half zes is onder Heelsum een Japansche venter met galanterieën, wo nende in de Oeverstraat te Arnhem, die te dicht langs de rails der electrische tram liep, door een tram, gaande in de richting Arnhem, gegrepen en onder een der wagens geraakt;. De man werd zwaar gewond. Nadat voorloopige geneeskundige hulp was ver leend, is hij naar Arnhem vervoerd. „Van de hoofdschedel af tot de voetzolen toe ben ik een schoolmeester" Ziehier een sollicitatie van een Oude- watersch schoolmeester, omstreeks 1794. De standvastige ambtenaar en een zonderlinge afspraak Toen Maandagmiddag een paartje te Oos- ter-Nijkerk, dat ondertrouwd was, zich volgens afspraak met den ambtenaar van den burgerlijken stand naar het gemeente huis te Metslawier zou begeven, en gereed stond om in de auto's te stappen, kwam ijlings een bode van het gemeentehuis met de boodschap, dat het huwelijk niet kon worden voltrokken, daar het paar den door de wet gestelden termijn nog niet in onder trouw had gestaan. Pas den volgenden dag was deze termijn verstreken en niet eerder dan dien dag kon het huwelijk worden vol trokken, meldt het „Hdbd.". De bruigom was hiermee niet tevreden. Familie was van heinde en ver saamgeko- men om de blijde gebeurtenis mee te vieren en den volgenden dag riepen de dagelijk- sche werkzaamheden weer. De trouwstoet trok naar het gemeentehuis. Wat de bruidegom ook echter beproefde, de ambtenaar van den burgerlijken stand was niet te bewegen de wet te overtreden en weigerde pertinent het huwelijk te vol trekken. Men wist echter een onderlinge schikking te treffen. Zoo werd met den verstoorden bruidegom afgesproken, dat hij eerst met zijn familie maar bruiloft zou vieren en dan des nachts om twaalf uur weer terugko men, waarna het huwelijk' zou worden vol trokken. Aldus geschiedde. Te middernacht werd het feest onderbro ken en begaf men zich naar Metslawier, waar de secretaris der gemeente Oost- Dongeradeel om ruim middernacht het jonge paartje wettelijk aan elkaar verbond. Nadat dit was geschied, werd weer naar Ooster-Nijkerk teruggereden, echter niet naar de bruiloftszaal, maar naar de gere formeerde kerk, waar ds. A. H. Piersma van Anjum dit op een eigenaardige wijze vol trokken huwelijk op niet minder origineele wijze kerkelijk bevestigde. Een trouwdag, of liever trouwnacht, om niet spoedig te vergeten. De pachters van de visscherij op een fort, niet ver van Antwerpen, aldus meldt „De Schelde" begrepen maar niet, waarom hun zooveel last werd aangedaan. ZU moesten hun boot aan den buitenkant vastmaken en heel nauwkeurig werd toegezien of ze niet den binnenwal betraden. Kortom, er was buiten gewoon streng toezicht op hen. Tot op zekeren nacht de zwaar gegren delde poort zich ontsloot en een met vaten geladen vrachtauto uit het fort de brug over telde. Enkele meters verder echter kreeg oe chauffeur bevel om te stoppen. Belasting ambtenaren hadden geroken en namen de lading in beslag. In het fort zelf werd een geheime stokerij ontdekt. Waartoe zoo'n oud fort niet dienen kan. Overreden en gedood Te Eestrum (Fr.) is gisteren de zestig jarige Pieter de Vries, die per fiets in de richting van den Groningerstraatweg reed, door een uit de richting Groningen komen den vrachtauto aangereden. Hij werd zwaar aan het hoofd gewond opgenomen en naar zijn woning vervoerd, waar hij zonder bij kennis te zijn gekomen na eenige oogenblikken is overleden. Beide beenen gebroken De 42-jarige M. Both te Gouda had bij het lossen van asbestplaten uit een schip, liggende aan den Kattensingel aldaar, het ongeluk een partij platen op zijn been te krijgen. Dokter van Elk, wiens hulp werd ingeroepen, constateerde zware kneuzingen aan beide beenen en achtte daarom opne ming in een ziekenhuis noodzakelijk. Per brancard van de E. H. B. O. is B. naar de Wijkverpleging gebracht. Hier bleek bij nader onderzoek, dat de beenen gebroken waren. De vriend van den Argentijnschen gezant Waarschuwing De Commissaris van Politie der afdee- ling B. te 's-Gravenhage vestigt de aan dacht op een onbekenden man, die voor geeft Argentijn te zijn en onder verschil lende voorwendsels tracht geld te leenen. o.a. voorgevende een vriend te zijn van den gezant van Argentinië te 's-Gravenhage. Aan de legatie is hij echter niet bekend. De man is ongeveer 40 jaar oud, 1.70 M lang, heeft bruine gelaatskleur, zwart achterovergekamd haar en Amerikaansch kneveltje. Hij spreekt vloeiend Spaansch en goed Engelsch, is zeer chic gekleed en elegant in zijn manieren. Hij maakt gebruik van verschillende, In Argentijnsche kringen zeer gunstig bekend staande namen. Door den hoogen waterstand in de pro vincie Friesland is gistermorgen het provin ciaal stoomgemaal bij Lemmer in werking gesteld. Een sensationeele redding Na een gevecht in het water met zijn eigen hond Maandagmiddag geraakte een achtjarig logéetje uit Utrecht van den heer Jonkers tfc Meppel in de Smildervaart. De heer A. J. Nijland zag het ongeval en begaf zich te water. Zijn Duitsche herder, die meende dat de baas in gevaar verkeerde, sprong, naar het „Hdbd." meldt, hem na en trachtte hem met zijn tanden vast te houden en terug te trekken. Er ontstond in het water een verwoede worsteling tusschen den heer Nijland en zijn hond, welke laatste ten slotte los liet. Eerst daarna kon de heer Nijland zijn reddingspogingën vervolgen. Na driemaal duiken bracht hij het ventje, dat reeds bewusteloos was, boven. Nadat kunst matige ademhaling was toegepast, keerden óc levensgeesten terug. Het verkenen van verloven aan groote winkelbedrijven Het Hoofdbestuur van Hoeares protesteert Poeders en tabletten zijn alléén echt, als de verpakking voorzien is van den naam Mijn- hardt. Let bij het koopen daar speciaal op, want dit alleen garandeert U de echtheid. ren in dienst bij de gemeente Amsterdam. Onder indrukwekkende stilte werd de kist in de groeve gelaten. Hierna werden door de familieleden bloemen gestrooid. De waar nemend hoofdcommissaris, de heer Haar man, voerde hierna het woord, waarin hij liet uitkomen het groot verlies, dat het po- litie-corps met het heengaan van commis saris Tinholt geleden heeft. HU schetste den overledene als een zeer bekwaam politie man, die niet anders dan vrienden had. Voor zün personeel was de overledene een hu maan chef, en de vriend en raadgever voor de bewoners van Kattenburg. Een broeder van den overledene, Ds. Tin- holt, bracht namens de familie dank voor de bewezen eer. Gift van Prinses Juliana. Aan de Zandbergen aan den Veldenschen- weg te Venlo was gisterenmiddag een groepje kinderen bezig te spelen, toen een van de kinderen had vermoedebjk lucifers bij zich zij er toe overgingen een vuurtje te stoken. Gewakkerd door den feilen wind was het vlammetje spoedig een flink vuur geworden. Plotseling moet het 4-jarig dochtertje van den heer S. aan den Veldenschenweg te dicht bU het vuur zUn gekomen, waardoor haar kleeren vlam vatten. De kinderen, die het ongeluk zagen gebeuren, liepen in allerUl weg, om de in de nabijheid wonende ouders der kleine te waarschuwen. Toen de heer S. bij zUn dochtertje, dat geheel in de vlammen stond aan kwam, wist hü nog wel het vuur van haar kleeren te dooven, waarbU hU een zijner handen ernstig verwondde, doch het arme slachtoffer was zoodanig niet wonden over dekt, dat het spoedig na aankomst in het R.K. Ziekenhuis aan de bekomen verwon dingen bezweek. De politie heeft een onderzoek ingesteld. Door vlam vatten van benzine in een kooktoestel. Door het vlam vatten van de benzine in een kooktoestel geraakte ten huize van G. J. v. d. Meulen te Reek de inwoner F. Kort in brand. Met moeite wist men de brandende kleeding te dooven. K. had zeer ernstige brandwonden bekomen en was aan de eene zUde geheel verbrand. In zorgwek- kenden toestand werd hü overgebracht naar het St. Josephsgesticht en later naar het gasthuis te Grave. Ook eenige huisgenoo- ten bekwamen brandwonden. Buren wisten den brand in de keuken te blusschen. Jongen gedood. Een 10-jarige jongen, uit Rotterdam, H. Bakker, die gisteren te Hillegersberg, toen hij de straat overstak, door een vrachtauto is overreden, is in het ziekenhuis te Rot terdam, waarheen hü vervoerd was. be zweken aan de gevolgen der bekomen ver wondingen. WielrUdster meegesleurd. Mej. Z. uit Bierum. werd te Holwerda aan gereden door een motorrüder, die met en kele anderen met groote snelheid over den weg reed. Het meisje werd een eind mee gesleurd. ZU kreeg verwondingen aan hoofd en beenen. De motorrüder, die even bewuste loos lag, kwam er goed af. Proces-verbaal is opgemaakt. Het motorrüwiel is in beslag genomen. De motorrüders waren in training voor een snelheidswedstrijd. WelEdele Agtb. Heeren van de Regeering van Zalt Bommel Sonder roem na waarheid dient deze tot informatie dat onze familie bestaat uit man, vrouw en zoon wü zün ruim 40 jaren, de soon de fleur onzer yonkheid, de kracht onzer lendene, de stut onzer bejaarde dagen, 20 jaar oud een mr. glaasemaker, een verwer, den meesten tüd onfris en wel ge- formeert en regt van leeden. Zoo Ued. Agtb. een wel gedresseert schoolmeester en voor ganger van nooden of van doen hebben, God geve Ued. Agtb. wijsheid en voorzichtigheid in de elextie van soodanig een persoon of wat het ook zü; verzoeken Ued. Agtb. aan gaande mijne kunsten en wetenschappen eens an te merken, de selve bestaan uit de navolgende dingen lof wetenschappen name lijk Italiaansch of scheepsboekhouden en wijn roejerskomst, de stuurmans en lantmeet- konst zonder roem, dog het is Gods gaven Extra ordinair puik overheerlük schoon singen, als 't God belieft; soo Ued. Agtb. begeerig bent aan te hooren tot verwon dering verbaasdheid, en wat iets meer is, dat sc een ieder lighaam in leeren en singen so een geluid kan geven, ik ben op de vierde verandering van domicilium; alle figuren op het konstige door ovaal rondswü'ze met de passer te haaien, alle de somme te formeeren, U.aliaansche Romeinsche letters, ja tot 50 diverse handen te schrüven capitaal linkx en regts door te haaien, met de penseel te schrijven en te vergulden, en diergelijke wetenschappen en capaciteiten meer, mede de veerdigheid der pen, indewelk ik voor niemand behoef te wijken de Roem buiten gesloten, ik verzeker, dat Ued. Agtb. nog beter ondervinden, wanneer ik het durf met de pen exprimeeren wanneer Ued. Agtb. gelieve te hooren of te sien, hebbe maar tot Ued. Agtb. te recommandeeren of door iemand te laate afhaalen, de distantie tus- schenbeide is 9 of X uren. MUn vrouw is allerbest in haar huishou den, in assisteeren van mün school anfin van de hoofdscheedel af tot de voetsoien toe ben ik Een schoolmeester. N.B. wijn of sterken drank word van mün nimmr gedronken, ziet ook voor 't lest, ja voor 't laatst zegge ik en hoort Ned. Agtb. sal nog beeter ondervin den aangaande mijn comportement P.S. Per naaste ocassie antwoord verwagtende van te komen of niet, soo Ued. Agtb. op sodanige conditiën niet gelieve te hooren of te sien gelief dan maar de goedheid te hebbe van mün papier met den eersten terug te zenden, dan hoope ik, dat Ued. Agtb. den heemel wil geven Eendragtigheid en Liefden, ja zelvs concordantie tot in de Electie van een goed, braaf eerlük en bejaart en deugdzaam man. de Heere seegene UEd. Agtbt. en de waarde broeders der gemeente in 't Electiseeren van een ander persoon van 't vaceerende ambt uwer schoolmeester en voorgangersambt blüve van hertelijke salutatie en presentatie van mün onderdanige dienstpretatie. Aan UEd. Agtb. Broederen de gemeente UEd. Agtb. onderda- nigste dienaar: Simon Jans Verweü Schoohouder te Oudewater. Jasper en Trinet woonden in een klein huisje aan den grintweg; ze hadden 'n stukje land en hielden bijen Daar woonden ze nu al bijkans achttien jaar, altüd, zoo lang als ze getrouwd waren. BU hun huis hoorde een zonnig, verwaarloos i tuintje, met van alles erin: stokrozen en zonnebloemen en een kor noeljeboom, die ver over de haag hing en het grootste deel van z'n roode vruchten in t land, daarachter, strooide. Recht over het huis stonden de bijenkorven, onder een schuin afdak, op houten banken, verveloos en dofgrü's van ouderdom, met namen erin ge sneden' in 't midden en langs de kanten, op lange Zondagmiddagen, uit verveling. De na men waren ook al grijs geworden en zwart achtig op één datum na, die nog gelig stond in 't hout, de datum toen Tonia naar 't pensionaat ging. Tonia was hun eenig kind; er was geen aardigheid meer aan, sinds ze weg was, zie Trinet en ze zei liet meest op Zondagen. Door de week had ze haar werk, in huis of op het land; maar die lange Zondagen, als ze niets beters had te doen dan den hof eens rond te gaan en zich te ergeren aan den kornoeljeboom, waar anderen het meest profijt van trokken. Zij slenterde langs de rechte paadjes, zes-, zevenmaal in 't kwartier de korven voorbü, waar de bijen als een grauw vlokje, voor de ronde opening dwarrelden en soms één haar vlucht nam, die zü volgde met haar oogen. over de haag heen, boven de witte boekweit en hooger, tegen t blauw van de lucht. Ze verlangde naar Tonia al dien tüd. Eens was ze haar gaan opzoeken, één en kele maal en zü teerde op die herinnering, die bleeker en bleeker werd, vager van om trekken. En, vreemd, maar na dat bezoek, was haar van alles een sterker indruk büge- bleven dan van 't gezichtje van haar kind tusschen die ander,-: jonge gezichten, meis jes,, die in haar eenvormige zwarte jukken, allen wel iets van Tonia weghadden, zooals die er toen had uitgezien. Achter de hooge, gelijk gesehoren beuken haag, had zij, in den kloostertuin de zusters zien loopen op de gladde grijze paden, tus schen de palmranden. En, binnen had ze even, door een nalf openstaande deur, een non gezien voor een tafel met gekleurde hei ligenbeeldjes en rechte, stüve boomen vol ge maakte rozen, en do langzame bewegingen van haar bezige handen tusschen het rood en goud en in het kreukend ritselen van de papieren bloemen. Ze herinnerde zich de gezichten van twee zusters, zoo duidelijk, of zij ze voor zich zag; het eene, rond, blozend, met bruine oogen, waai-van de blikken schuil gingen onder de half gesloten oogleden. En de andere, een ouder gezicht, tanig en vol groeven met zenuwachtige trekken. Het voorhoofd vol be weeglijke rimpels en lange oogleden over de blauwe oogen die rustig keken, toch oogen zonder diepte, echte oude kinderoogen. Die gezichten zag ze scherper in haar ver beelding dan zü Tonia's gezicht zag en ze peinsde over Tonia, altüd zooals het kind geweest was, thuis. Ze liep door den hof zich te vervelen en vol treurend verlangen en Jasper zat maar te slapen, te knikkebollen op de bank voor 't huis, door de lange uren heen en soms zei hü, werktuiglijk, in een halven geeuw; „Kom uit de zon, moeder, 't zit hier toch tig." Dan dommelde hij weer in. ZU waren vroeg opgestaan, want in huis moest alles aan kant zün eer ze de deur sloten en vandaag zeker: Tonia was het nu zoo deftig gewend. Ze kwam thuis met vacantie; vandaag had Jasper paard en kar geleend om haar van t spoor te halen. „Voorzichtig, moeder," zei hü van neven t paard, terwül Trinet opklom langs het wiel en toen, over de blauwe kussens van de vooi-bank, achterin. Zij zat; 't was een groe ne huifkar met een flapperend wit zeil. die erg hotste. Ze reden tamelük vlug in 't be gin en Trinet keek uit, of ze alles voor 't eerst zag. Daar was de boerderü van Dirk- sen, ze had er een geheimen wrok tegen om de trotschheid van Dirksen en om den val- schen, blaffenden hond op 't erf. Het was een groot, sterk huis, dofrood, met onregel matig geplaatste ramen, een blauwwit ge kalkt kruis boven 't keldervenster en palm takken op den schoorsteen2 tegen den blik sem. Trinet had er altüd wat op te zeggen. Bezüden het huisje, iu de wei, was een ron de kom, vol groen eendenkroos. Ze was er nog niet lang: Dirksen had haar laten gra ven. HU noemde het een vüver, maar toen ze er langs reden zei Trinet „dat ze toch niet kon begrüpen, waarom Dirksen zien daar een puitenkuil had laten graven," en ze legde al haar spot en minachting in de vernederende benaming, die zü voor z'n vij ver had uitgedacht. Overigens was zü goed gestemd vandaag; ze reed langs den weg; Jasper zat als een burgerheer achter 't paaid en ze peinsde over Tonia onder het rijden. Of ze nog sneê zou lusten? Thuis, in de kast, stond ze, de sneê, klaargezet eer ze gingen. Mee was een kostelijke drank, maar je werd er slaperig van. Jasper goot mee door zijn bier. Tonia had er altüd van ge houden, of zü ze nu nog lusten zou? De kar vorderde langzaam; 't werd ook warmer en Jasper viei haast over de teugels in slaap; de blauwe sjokte maar voort, 't leek wel of hij hinkte Een oogenblik is Trinet klaar wakker; in haar ergernis over den blauwe, maar de eentonigheid der beweging mist haar sus sende werking niet op haar in verzet ko menden geest en ze raakt weer aan 't soe zen, als op lange Zondagen, in droomerig verlangen naar d'r kind. Het paard schudt de vliegen van zich af; in een helder gerinkel van de bellen aan zyn tuig en met een aangenamen schok door haar hersens komt eensklaps het duidelijk besef, dat ze Tonia gaat zien. Als het rüden toch maar vlugger ging! De blauwe is een zonderling beest, dat al z'n vuur verspeelt op het oogenblik, dat hü stil moest staan om de menschen te laten uitstügen. Dan staat hü te dansen en te trappelen in 't gareel; van „vurigheid" be weert zün eigenaar Maar eenmaal op gang, is dadelijk alle Uver bü hem gebluscht. Het paard sjokt ovei den weg, dof en on verschillig voor allee; langs de rü van wazige wilgen, in wier schaduw magere koeien wor den geleid om te grazen. Nu linksaf, der, molen voorbü, welkt wieken van verre met geregelde tusschenpoozen reeds telkens heb ben uitgezwaaid Dover, 't groen. Dan, flauw in de zomerlucht, de metalen klank van een stationsbei en moec.er opeens weer klaar wakker, bang voor te laat komen en Jasper ook, voor 't eerst opgeschrikt uit zün dom mel; de zweep over den blauwe; „Hu, vort!"' Ze zijn afgeklommen langs het breede, be stoven wiel. Tonia vooruit. Ze draagt een mandje; het hek door, haastig ais om te laten zien, dat zü den weg weet; nu naar binnen. En dan, op den heeten zomerdag binnen, achter de kleine ruitjes van een raam, dat nooit open komt, aan de houten tafel. Moeder in de kast, om meê, zoet en bruin, in boordevol geschonken glazen, een lokaas voor vliegen. „Wat staat haar die hoed goed, hé moe der?" Jasper is niet uitgepraat over dien hoed, een van wit stroo met geel lint en Trinet slaat maar al de vliegen van Tonia's glas neer, op gevaar af net van de tafel te stoo- ten. Zij behandelt Jasper's bewondering voor den hoed met koele meerderheid als iets, waarvan mannen toch geen verstand heb ben en beiden zijn wonderlük trotsch op dat figuurtje in 't zwart. Dan praatjes over de bijen en over alles waaraan Trinet onder 't ryden gedacht heeft als dingen, die zü Tonia zou kunnen vertellen. Maar als een van de buren binnenkomt, wordt de bewondering hun weer te sterk en spreken ze over Tonia als over een derde, die er niet bü is. Ze Prijzen alles: de vorm van d'r schoenen en de stof van d'r lurk en opeens roept Jas per, tusschen de vrouwenstemmen door: „Maar zü moet den hoed opzetten, zet den hoed eens op, Tonia. Staat haar de hoed niet goed?" En hü zou willen dat ze zóó aan tafel bleef zitten, den heelen dag te pronk, als mosder er niet tusschen kwam! „Groote genade, een hoed, in huis!" Bijna met evenveel verachting voor Jas per's idee als zü had voor dat van Dirksen met z'n ronden pronkvüver. En de vrouwen praatten zóó lang en zóó veel, waar Jasper geen verstand van had, dat hü naar buitsn hep en eens naar de bijen ging zien. Hü stond in de zon, vóór de korven, waar de büen bruinig met glim mende vleugels om de ronde opening krioel den of er als een dun wolkje om vlogen en hij keek van de korven naar het huis, ge lukkig in het bewusvzün dat zü daarbinnen zat, deftig in 't zwart en een witten hoed met linten droeg. Zoo kwam ze naar hem toe en toen ze naast hem stond, oü de korven, was zü hem zóó ongewoon, dat hü haar waarschuwde zooals hü het vreemden deed, er niet te dicht bü te komen, juist alsof zü niet heel haar jonge leven met bijen was vertrouwd geweest. Het Hoofdbestuur van Hoeares heeft zich met een adres gewend tot den minister van Arbeid, H. en N., waarin het schrijft: Het begint meer en meer in gebruik te ko men, dat door gemeentebesturen een verlof voor den verkoop van alcoholhoudende dran ken anderen dan sterken drank verleend wordt aan manufacturenmagazünen, speel goedwinkels en andere winkelbedrüven. Deze verloven worden natuurlijk uitslui tend verleend aan groote ondernemingen, welke door of met steun van het groot-kapi taal worden gedreven. Het wil ons voorkomen, dat hier ten op zichte van de toepassing van de Drankwet een andere maatstaf wordt aangelegd dan voor het middenstandsbedrüf van degenen die uitsluitend een verlof uitoefenen als hotel-, café- of restauranthouder. Aan deze toch verbiedt de Drankwet uit drukkelijk. een nevenbedrüf uit te oefenen, zoo zelfs dat het gelegenheden geven voor den verkoop van loten voor liefdadige doel einden reeds zóó gevaarlijk wordt geacht voor de openbare orde en goede zeden, dat alleen reeds hierom intrekking van het ver lof het gevolg kan zün. De bovenbedoelde winkels of warenhuizen kunnen echter bü en in hun nevenbedrüf zonder eenige belemmering het verlof uit oefenen en genieten velerlei ontheffingen bij de naleving van de Drankwet, n.b. wat hoog te, oppervlakte, ventilatie e.d. betreffen. Het Hoofdbestuur van Hoeares meent der halve, dat de tijd gekomen is, om de hooge en krachtige tusschenkomst van Uwe Excel lentie te mogen verzoeken, ten einde een gelijke en rechtvaardige wetstoepassing te verkrügen voor allen. Belangstelling van honderden personen. Op de Nieuwe Oosterbegraafplaats te Am sterdam, is Dinsdagmiddag het stoffelük overschot van den heer J. A. Tinholt, com missaris van politie aan het bureau Katten burgergracht te Amsterdam, ter aarde be steld. Eenvoudig als de heer Tinholt was, Is het zün wensch geweest niet met corps eer begraven te worden. Hieraan had men zich gehouden. De eenvoudige lijkstatie werd gevolgd door een rütuig met talrüke kransen. Op de begraafplaats echter was de opkomst van hen, die den heer Tinholt de laatste eer wilden brengen, enorm. Hon derden bewoners, mannen en vrouwen, uit dc groote arbeiderswijken van de Eilanden, waar de heer Tinholt commissaris was, wa ren op het kerkhof aanwezig. Dit was een duidelük bewüs, hoezeer commissaris Tin holt onder de arbeiders-bevolking gezien was. Al het personeel, inspecteurs en agen ten, van zijn bureau, waren in uniform aanwezig. De sectie werd voor dezen dag bediend door manschappen van andere bu reaux. Onder de vele vertegenwoordigers op ieder gebied merkten wü op den burgemees ter van Amsterdam, den heer W. de Vlugt, den waarnemend hoofd-commissaris, den heer J. W. Haarman, alle commissarissen van Amsterdam, talrijke hoofd-inspecteurs en inspecteurs in groot uniform met helm, de vertegenwoordigers van de bonden van hooger-politiepersoneel, afgevaardigden van de plaatselüke agentenbonden, den heer A. van Beusekom, voorzitter van de Broeder schap van pohtie-commissarissen van Ne derland, den havenmeester van Amsterdam, den commandant van de militaire politie, vertegenwoordigers der Kon. Marechaussée, den politie-scheikundige, den heer C. J. van LeddenHulsebosch, het bestuur van de, speeltuin-vereeniging „Kattenburg", verte genwoordigers van diverse scheepsbouw-on- dernemingen en van Werkspoor, het bestuur van de vereeniging „De Amsterdamsche Pers", de heeren L. A. P. M. v. d. Broeke en J. H. Rogge, en zeer vele hoofdambtena- H. K. H. Prinses Juliana heeft een be drag van f 1000.geschonken aan het comité tot herbouw van het Nederlandsche paviljoen op de Koloniale Tentoonstelling te Parüs. Waarschünlijk omgekomen De pogingen om den oceaanvlieger Cramer op te sporen zün tot nu toe tevergeefs geweest. Zoowel door Noorsche als door Deensche militaire vliegers heeft men de Noorsche en Deensche westkusten en Skage- rak laten afzoeken zonder dat zü ook maar het geringste spoor hebben kunnen ontdek ken. Men neemt derhalve algemeen aan, dat Cramer en zün passagier Paquet omgekomen zün. 65ste jaargang No. 46 In dit nummer treffen we een artikel aan van Willy Verster over „Het Begünhof te Breda", dat, met typische foto's verlucht, waaronder de voorplaat een voorname plaats inneemt, heel interessant genoemd mag worden. De groote vervolgroman boeit als iedere week. Het feest van Maria Hemel vaart wordt ingeluid met een sonnet van Ka de Haan.. In „Beesten" heeft T. Ruygrek met succes de angst-spanning van een paar vluchtelingen uit het Siberische verban ningsoord weten te leggen, terwül „De droom aan het strand" een boeiend amoureus ver haaltje blükt, door Elliot Bailey geschreven. In „De schoone Madonna" geeft E. Kratz» mann een belangwekkende beschouwing over de ontwikkeling der kunstvormen bü het vervaardigen van Madonna-beelden. Verder is dit nummer op de bekende wüze met een keur van foto's verlucht, die zoowel op actueel als genregebied tot de beste behoo- ren. Vervolgens zien we in dit nummer nog den uitslag van de vierüe groote 500. prijsvraag. „Tentoonstelllngsberichten" In de Augustus-aflevering van bovenge noemd tüdschrift, het officieel orgaan der Nederlandsche Vereeniging voor Tentoon- stellingsbelangen treffen wij als naar ge woonte allereerst aan een uitgebreide opga ve van tentoonstellingen en jaarbeurzen in de eerstkomende maanden in binnen- en buitenland te houden. Zooals in deze aflevering wordt mede- trent de onlangs gehouden jaarvergadering van de Vereeniging plaats vinden op 27 Augustus as. in een der zalen van het Ministerie van Arbeid, Handel en NUver- heid, Bezuidenhout 30, 's-Gravenhage. Vervolgens is opgenomen een verslag om- trene de onlangs gehouden jaarvergadering van de Union des Foires Internationales, terwijl verder een en ander wordt mede gedeeld omtrent de in 1932 te Amsterdam te houden tentoonstelling „Moeder en Kind", terwül uit het maandblad van de Vereeniging tot het houden van jaarbeur zen in Nederland is overgenomen de uit eenzetting, op welke wüze zal worden op getreden tegen het euvel, dat bezoekers van de Jaarbeurs lastig gevallen worden door standhouders met de vraag: „Hebt u in teresse?" 475. Toen hü eindelük wakker werd, Was de nacht nog niet voorbij. Hü wekte vlug z'n kameraad, Die snorkte an z'n zü. Ze luisterden om beurten, Maar hoorden geen gerucht. Ze dachten nu niet verder na, Maar sloegen op de vlucht. 476. Aan 't strand gekomen, Hielden zij zich schuil.... Opeens ontdekte Pim, Aan de horizon een stip. Ze werd hoe langer hoe groöter, En bleek een prachtig schip. Help, help, klonk langs het strand, en Een kleine reddingsboot dreef naar land.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 7