Binnen landsch Nieuws DE GRAPJAS HARLEKIJN t f Voor de Huiskamer GEMENGD NIEUWS Vergiftigings verschijnselen Een prooi der golven LUCHTVAART KUNST EN KENNIS BOEKBESPREKING Harlekijns konijntje sprong weè Harlekijn weet raad Nieuwe wettelijke regeling apothekersbedrijf Ingediend is een wetsontwerp, houdende regelen betreffende de uitoefening van de artsenijbereidkunde. Hierin wordt de mogelijkheid geopend dat den apotheker in bepaalde gevallen de be voegdheid tot de uitoefening van de artse- nijbereidkunst kan worden ontnomen. De apotheek-houdende geneeskundige dient te wijken voor den apotheker, doch aan ver kregen rechten zal niet worden getornd. Het 6 September-Congres 16 extra treinen Naar wij vernemen, gaat het met de voor bereiding van het 6 September-Congres der Katholieke Arbeidersbeweging naar wensch. lederen dag melden zich nog steeds nieuwe deelnemers (neemsters) aan. Vast staat al. dat er 6 September minstens 16 extra-treinen zullen rijden. Daarnaast komt men uit tal van plaatsen met autobussen. Reeds een dertig muziekkorpsen hebben hun medewerking aan den optocht toege zegd. Een 80 banderolles zijn in bewerking. Het programma van den Congres-dag is thans als volgt vastgesteld: 11 uur H. Mis op te dragen op net Con gresterrein door Z. H. Exc. Mgr. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht. 12.30 uur 1. Opening van het Congres door den Ver bondsvoorzitter. 2. Zingen van het Strijdlied. 3. Rede van Prof. Dr. J. Kors O.P. 4. Sluiting. 2 uur: Opstellen van den stoet. De 80ste verjaardag van Mr. P. Rink De jubilaris vertoeft in het buitenland Het Eerste Kamerlid mr. P. Rink is giste ren in goede gezondheid 80 jaar geworden. De jarige senator had zich echter aan fees telijke huldiging op dezen dag onttrokken door uitstedigheid: in familiekring bracht mr. Rink elders den dag door. Niettemin stroomde het gisteren in zijn woning aan het Bezuidenhout te Den Haag telegrammen, brieven en kaartjes uit binnen- en buitenland van allen, die op deze wijze hun sympathie en gelukwenschen voor mr. Rink wilden tot uiting brengen. Het was alles bijeen 'n eerbiedwaardige stapel; de brieven bleven gesloten voor haar, aan wie de zorg voor het huis Rink dezen dag was toevertrouwd, doch in het kort kan ge zegd, dat er o.m. waren vele telegrafische felicitaties van ministers en oud-ministers, van besturen van Vrijheidsbondsafdeelingen en andere politieke organisaties, van vereeni- gingen op allerlei gebied, van particulieren. De Liberale Staatspartij zelve biedt mr. Rink een diner aan op 5 September. De 25ste Nederlandsche Jaarbeurs «Niemand denkt eraan bij de pakken te gaan neerzitten" Door de deelnemers van de 25ste Neder landsche Jaarbeurs wordt aan hun cliën- teele een drukwerkje verzonden waaraan we het volgende ontleenen: De 25ste Nederlandsche Jaarbeurs vraagt uw aandacht. Zy is wederom een jaar beurs in de dagen van economischen strijd. Het zakenleven gaat gebukt onder groote zorgen. Maar toch denkt niemand eraan bij de pakken te gaan neerzitten. Wij moeten allen vooruit De handel gaat zijn weg, zij het dan ook langs moeilijke paden. Het komt er nu op aan, trots alle bezwaren en gevaren, er het beste van te maken. Daar voor biedt de Nederlandsche Jaarbeurs u de beste kans. Want zij biedt u de voor waarden voor den meest voordeeligen in koop. De komende najaarsbeurs die van 8 tot en met 17 September te Utrecht zal wor den gehouden is de vijf-en-twintigste jaar beurs, die in Nederland gehouden wordt. In den loop der jaren is het Jaarbeursin- stituut onmisbaar geworden voor den han del. De zakenmenschen hebben het gere geld bezoeken van do Jaarbeurs in hun systeem van handeldrijven ingeschakeld, zy keeren er altijd rijker van terug dan dat zij er heengingen. Rijker in ervaring, ryker in voorlichting, rijker in inzicht. Een bezoek aan de Jaarbeurs heeft nog nimmer een zakenman, die zijn eigenbe lang begrijpt, teleurgesteld. Van een Jaar beurs in tijden van economische depressie gaat steeds een groote. versterkende kracht uit, want zij brengt den zakenman naast de voordeeligste keuze uit een groote ver scheidenheid van offertes, nieuwe denk beelden op commercieel gebied, toenasslng van nieuwe methoden, nieuwe aanwijzingen om zyn bedrijf economischer te doen wer ken. Wat de deelneming aangaat biedt de komende najaarsbeurs het beeld van veer kracht en energie om in een tijd, die hoove eischen stelt aan het willen en kunnen van den handel, moedig het hoofd te bieden aan de gevaren, die het handelsverkeer be dreigen. De komende najaarsbeurs heeft tot parool: Weest paraat. Alleen onver flauwde werkzaamheid, uiterste krachts inspanning en moedive energie kunnen de maatschanpii uit het moeras helpen. Het is plicht van eiken zakenman om aan dien opbouw mede te werkenaan eisen onbouw in de eerste plaats, maar daardoor tevens aan den onbouw van het geheel. De Jaarbeurs zoo sluit de aansporing biedt u daarbij, aangespoord door het geen vorige jaarbeurzen in crisistijd voor handel en industrie mochten zijn, de hel pende hand. Grhnt de opgestoken hand aan, gij zult er wel bij varen. De Wieringermeer-gronden De commissi';-Vissering en de Zuiderzeeraad Het Tweede Kamerlid, de heer Van der Waerden heeft aan de ministers van Water staat en van Financiën de volgende vragen gesteld: Hebben de ministers kennis genomen van de „Mededeelingen" van de voorloopige directie van de Wieringermeer, voorkomend op blz. 26 van het jongste driemaandelijkse!) rapport betreffende de Zuiderzeewerken, lui dende als volgt: „Uitgifte van gronden. Door den minister van Financiën zijn bij missive d.d. 13 Juni 1931 no. 121, Afdeellng Domeinen, de Algemeene Voorwaarden vast gesteld, geldende bij de uitgifte van bouw- perceelen in erfpacht in den Wieringermeer- polder. Alle in cultuur gebrachte gronden worden voor zocver zy voorloopig nog niet in tijd- paeht kunnen worden uitgegeven tijdelijk in exploitatie gehouden door de Landbouw- Cultuurmaatschappy „Wieringermeer", waar van de statuten als bijlage II aan dit over zicht zijn toegevoegd. Ten opzichte van de tydpacht kan spoedig de principieele beslissing van den minister van Financiën worden verwacht." Hebben de ministers tevens kennis ge nomen van de statuten van de Landbouw- cultuurmaatschappü „De Wieringermeer", aldaar voorkomende blz. 38 v.v. en meer in het byzonder van de artt. 6, 10 en 11? Moet uit deze mededeelingen worden afge leid, dat inzake de politiek, door de regeering te volgen ten aanzien der Wieringermeer- gronden, een werkverdeeling is getroffen tusschen de ministers van Waterstaat en van Financiën in dezen zin, dat de minister van Waterstaat toezicht uitoefent op genoemde Landbouwcultuurmaatschappij en dat de minister van Financiën de voorwaarden vast stelt, onder welke de gronden zullen worden uitgegeven, en dat reeds nu is besloten tot a uitgifte van bouwperceelen in erfpacht, b uit gifte van landbouwperceelen in tydpacht, c tijdelijke exploitatie door de Cultuurmaat schappij, doch slechts van de onverpacht biy- vende gronden? Is over de maatregelen, vermeld op blz. 26 van het driemaandelijksch bericht, de Zuider zeeraad gehoord? Zoo neen, waarom niet? Owrheidsexpfloltatie Indien sub lo. van de tweede vraag beves tigend moet worden beantwoord, achteen de ministers, ook by nadere overweging dit in overeenstemming met den geest der Zuider- zeewet van 14 Juni 1918, S. 354, door de ministers van Waterstaat, Financiën, Oorlog, en Landbouw, H. en N. gecontrasigneerd, welke in art. 5 voorschrijft, dat de Zuider zeeraad van advies en bystand zal dienen in de voorbereiding van de regelingen betref fende „het in gebruik brengen der droog gelegde gronden", en van het K. B. van 16 Juli 1918, S 451, betreffende den Zuider zeeraad, dat in art. 1 eveneens handelt over het „in gebruik brengen" der gronden en dat gecontrasigneerd is door den minister van Waterstaat alleen, aan wien ook by uitsluiting de uitvoering van dit besluit is opgedragen? Indien sub 2o. van de tweede vraag be vestigend wordt beantwoord, dan moet aan de reeds getroffen regeling en aan de „spoedig" alsnog te treffen beslissingen, een definitief karakter worden toegekend in dezen zin, dat de Staten-Generaal naar het oordeel van de ministers niet meer in de gelegenheid behoeven te worden gesteld om op de inzake de uitgifte van Zuiderzeegron- den te voeren politiek beslissenden invloed uit t; oefenen? Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord, kunnen de ministers dan mede- deelen, wat hen heeft bewogen, in deze af te wijken van de adviezen der Commissie-Visse ring, en wel in het byzonder van het advies op blz. 38, om een ruime proef te nemen met Overheidsexploitatie en hiervoor een vierde deel van de Wieringermeer te bestem- ben en van de door deze commissie biyk- baar als vanzelf sprekend aanvaarde opvat ting, dat over de uitgifte der gronden zal worden beslist by de wet? Indien de voorlaatste vraag ontkennend wordt beantwoord, kunnen de ministers dan mededeelen, wanneer en in welken vorm zy de Staten-Generaal in deze aangelegenheden denken te kennen? Kunnen de ministers mededeelen, welke hun voornemens zyn aangaande de advie zen der Commissie-Vissering en het daar over uitgebrachte advies van den Zuiderzee raad? Door het eten van havermout Woensdagavond is op medisch advies een drie-jarig kind uit het gezin van C. in de Schingestraat te Goes naar het Gasthuis al daar vervoerd. Het is dienzelfden nacht nog overleden. Ook de moeder uit dat gezin en nog twee kinderen van 8 en 10 jaar oud zijn Donderdagmorgen in de barak voor besmet telijke ziekten opgenomen. De toestand van een dier kinderen moet ernstig zyn. Naar de familie meedeelde hebben de moe der en de drie kinderen Maandagavond een bord havermout met een ei gegeten Den vol genden dag traden brakingsverschynselen op, zoodat men ve*band legt tusschen dien maal tijd en de ziekte. De man en de kinderen die niet van de pap gegeten hebben, zyn gezond gebleven. Tegen baldadigheden op Hartjesdag De politie zal met kracht optreden De waarnemend hoofdcommissaris van po'itie te Amsterdam brengt de waarschu wing, welke de corpschef het vorig jaar, door middel van de pers inzake den Hartjesdag tot het publiek richtte, in herinnering. Deze waarschuwing luidde: „De hoofdcommissaris van politie, in aan merking nemende, dat het vieren van den zoogenaamden Hartjesdag telkenjare in be paalde buurten aanleiding geeft tot het sto ken van straatvuren, het werpen met vuur werk naar voorbijgangers of in winkels, het doen schrikken van vrouwen en kinderen enz., dcet hierbij een ernstig beroep op de we'willende medewerking en goedgezindheid der burgerij, teneinde derge'üke baldadighe den niet te deen niaats hebben, en deelt, voor zoover noodig, mede. dat het politie personeel tegen het plegen van baldadighe den met kracht zal optreden. Men is dus ge waarschuwd." Treurig ongeluk De 40-jarige arbeider F. van de Laar te Eoekel, cementbewerker by Hub. Bevers, be werkt hierbij op schafttijd en na volbrachte dagtaak ook nog zijn boerderijtje. Woensdag middag was hij bezig met een paard van zijn buurman, haver in te halen, hierbij is de man voor van de geladen kar gevallen, kreeg heb rad over zijn hoofd dat totaal werd verbrijzeld, en werd naar "t schijnt op slag gedood Het is diep treurig voor vrouw en 6 kinderen, hij was een oppassend werk man. Drieduizend liter melk vermorst Door een defect aan de stuurinrichting reed de vrachtauto van J. v. Zuidam uit Haaften by Dalem van den hoogen rivier- dyk. Een 100-tal bussen inhoudend 3000 L. melk ging verloren. De auto werd beschadigd. De chauffeur kwam met den schrik vrij. Brand te Utrecht Kinderwagenfabriek uitgebrand Gistermorgen omstreeks half 10 brak door onbekende oorzaak brand uit in een perceel op den Zeedijk te Utrecht, waar gevestigd is de kinderwagenfabriek „de Hoop" van de Gebr. v. d. Zeyden. Daar de vlammen een oogenblik uitsloegen en er zich aan weerszijden van het huis hout opslagplaatsen bevinden, liet het geval zich een oogenblik ernstig aanzien. De brand weer was evenwel spoedig ter plaatse en wist het vuur met drie stralen, waarvan een op de waterleiding, tot dit eene huis te beperken. De bovenve:dieping brandde geheel uit, ter wijl beneden ernstige schade, mede door het afstroomende water ontstond Het perceel en de inventaris waren verzekerd. Een menschlievende daad Drie kwart liter bloed afgestaan door een marechaussee Op Dinsdag 4 Aug. j.l. kwam de mare chaussee te paard, A L. Nagelkerke, gesta- tionneerd op de brigade Kon. Mar. te Til burg, door toeval van omstandigheden ter oore, dat in het St. Elisabeth-Ziekenhuis te Tilburg een moeder van drie kinderen ster vende lag, en alleen nog door een bloed transfusie kon gered worden. Zes verschillende personen, die familie waren van deze moeder waren volgens den dokter van genoemd ziekenhuis niet geschikt om deze transfusie te ondergaan, en werden hiervoor afgekeurd Ten einde raad was nu de man van bedoel de vrouw, en wist niet meer waarheen hy zich thans moest wenden. Teen bovengenoemde marechaussée dit alles had vernomen, stelde hij zich dispo nibel voor deze edele daad, teneinde een voor hem geheel onbekende vrouw, dat hy mogelijk hierdoor te kunnen redden en alzoo een men- schenleven te behouden. Er volgde op 4 Aug. een strenge keuring, en op 5 Aug. werd hem bericht dat zijn bloed was goedgekeurd, en dat hij om deze vrouw te behouden, drie kwart liter bloed moest afstaan, hetwelk ge beurde. Toen de bloedtransfusie was geschied, werd hem op 6 Aug. bericht, dat de vrouw was behouden, en op 10 Aug. werd hem bericht dat deze vrouw over 8 dagen het ziekenhuis weer mag verlaten. Jaren geleden bracht ik verscheidene we ken door in een klein zeedorp aan de kust van Bretanje. Wat een gat, maar hoe schil derachtig! Een haventje voor hoogstens tien vischsloepen; een enkele, zeer steile straat en aan het eind daarvan, op het eerste kust- plateau, de kerk, een juweeltje van gotische bouworde, te midden van een kerkhof vol woekerend onkruid, van waar men 'n prach tig vergezicht over den Oceaan heeft. Daar ik met lust werkte en m'n arbeid uitstekend vlotte, vertoefde ik er tot het einde van de maand September, die dat jaar bijzonder fraai en zacht was, In de eenige herberg had ik een groote kamer met witte muren in beslag genomen, uiterst eenvoudig maar zindeiyk, die op het strand uitzag. Gezeten op een matten stoel, aan een ruwe houten tafel, schreef ik een gedicht onder het plechtige, wiegelende ge luid der groote golven. Maar men kan niet voortdurend verzen maken en schrijven; voor mijn gezondheid en ter afleiding en ontspanning deed ik groote wandelingen. Meestal hield ik het strand en had dan naast mij, aan mijn rech terhand, de monumentale, steile kust, links het breecle strand, die onmetelijke witte zandwoestijn te midden waarvan zich hier en daar enkele zwarte rotstoppen verhieven. Het was daar volkomen eenzaam. Misschien heb ik er twee- of driemaal een groet ge wisseld met een kustwachter, die, het ge weer dwars over den rug, de ronde deed. Behalve de tallooze vogels en weekdieren, waren zy de eenige wezens, die ik op m'n dagelijksche uitstapjes ontmoette. Zooals ik zei, was dit m'n geliefkoosde wandeling. Wanneer het sterk woei, moest ik mij daarvan echter spenen. Dan ging ik vaak naar het kerkhof, dat door de kerk tegen den oostenwind beschut was. Op zekeren avond, dat ik daar weer ronddoolde, las ik op een nog tamelijk nieuw kruis deze woor den, die my verbaasden en entroerden: Hier rust NONA LE MAGUET. 26 October 1878 werd zij op negentien jarigen leeftijd een prooi der golven. Een prooi der golven! Een jong meisje! De vrouwen gaan toch nooit mee ter visch- vangst. Hoe was dat ongeluk gebeurd? „Zoo mynheer," hoorde ik eensklaps een ruwe stem achter me, „kijkt ge naar het graf van de arme Nona?" Ik keerde mij om en zag een ouden zee man met een houten been wiens vriend schap ik had verworven door hem zoo nu en dan in de lage gelagkamer der herberg een borrel aan te bieden. „Ja," antwoordde ik. „Maar ik dacht, dat gij visschers geen vrouwen aan boord toeliet. Men heeft mij zelfs gezegd, dat het ongeluk aanbracht." „Dat is ook zoo," bevestigde de oude man. „Nona is dan ook nooit aan boord van een der schuiten geweest. Wilt ge weten, hoe het lieve kind gestorven is? Luister, dan zal ik het u vertellen." „Om te beginnen, moet ik u zeggen, dat haar vader, Pierre Le Maguet, een zeebonk evenals ik, een maat van mij was. In 1870, bij Le Bourget, toen de admiraal La Roncière zyn vergulde pet op de spits van z'n sabel zette en ons aanvuurde om ons, de bijl in de vuist, op de in vestingen her schapen huizen te werpen, stormden Pierre en ik, schouder aan schouder, voorwaarts, en hij was het, die mij in z'n armen op ving, toen de Pruisen mij een blauwe boon door mijn poot joegen, 's Avonds in de am bulance hield Pierre mijn hand in de zijne, toen de chirurgyn-majoor mijn been af zaagde en op den dag, waarop de admiraai zelf op myn bed de medaille bracht, was hij ook by meEindehjk behielden, zooals ge weet, de Pruisen de overhand. De vrede werd geteékend en men zond ons naar huis. Ik, met myn houten poot, moest nu met m'n pensioentje zien rond te scharrelen. Maar Pierre, die gaaf van lijf en leden was ge ven, nam weer dienst op een visriisloep Kort daarop stierf plotseling z'n vrouw en liet hem alleen achter met de kleine Nona, die nog geen zes jaar oud was. Wanneer de weduwnaar het gat uit was, nam ik, z'n maat, natuurlijk de zorg voor de kleine meid op mij. Een aardig, lief kind, mijn heer, bij de hand. maar altijd even gehoor zaam en welwillend Wat zyn we beiden vaak bij eb naar de rotsbanken gegaan om garnalen, alikruiken en dergeiyk goedje te zoeken. Dat was een pretje. Zoo ging een paar jaar alles naar wensch. Nona had haar eerste H Communie gedaan en groeide als kool. Maar on zekeren storm- achtigen dag dat de „Amélie", de schuit waarop Le Maguet voer. de haven zal bln- nenloopen, heeft de schipper het ongeluk te laat zijn fok te laten omloopen. en stoot de boot zich te pletter op die klipdaar, zienaar dien kant, een beetje stuur boord. De equipage best-;nd uit vier man. den schipper twee matrozen, waarvan mijn arme Pierre er een was. en den zwabber. De zee heeft er echter nooit meer dan drie op het strand willen werpen en heeft mijn maat behouden. Toen Nona aldus wees was ge worden, heb ik natuurlijk myn best gedaan om naar vader te vervangen. Maar zelfs nadat de eerste 'wilde smart voorbij was, bleef het Kind ontroostbaar. En weet ge waarom vooral, mijnheer? Ja, boe zal ik het zeggen, wegens een dwaas denkbeeld, waarmee alle vromn-i b'er beb°nt zijn. Ze verbeelden zich, dat men, om niet tot den dag van het laatste oordeel in het vagevuur te biyven, in gewijden grond moet begraven zyn. Wij gelooven daaraan natuurlijk niet, wij die weten hoe het gaar, wanneer er aan boord iemand sterft. Het lijk wordt in een zak van zeildoek genaaid, een kogel of een zware steen aan 't ondereind, dat alles op een plank gebonden en tegen de verschan sing gezet. De kapitein leest een gebed, de bemanning hoort dit blootshoofds aan, deze en gene pinkt een traan weg en dan: één, twee, drie, in Gods naam! Maar de vrou wen, en vooral de vrouwen by ons, zijn nu eenmaal erg bygeloovig en zooals ik zei, Nona bleef lang vreeselijk droevig gestemd. Maar de tijd heelt alle wonden, en na verloop van een paar jaar scheen het me toe, dat Nona allengs troost vond. Haar verdriet had echter niet belet, dat zy voort durend grooter en mooier was geworden. Niet omdat ik haar liefhad als haar eigen vader, maar op mijn woord, ze was de mooi ste en liefste meid van t heele dorp. Wat leefden we samen gelukkig! We waren wel niet rijk, lang niet, maar we kwamen er toch. Ik had m'n pensioen, m'n medaille en verder gingen Nona en ik lederen dag kreef ten zoeken tusschen de klippen. Dat is geen kwaad beroep; er is echter één gevaar aan verbonden: men moet oppassen zich niet door den vloed te laten verrassenDat was haar ongeluk. O! Als ik er nog aan denk! Op zekeren dag, dat ik door myn rheu- matiek aan huis gebonden en zij alleen ter kreeftenvangst gegaan was, net een dag als vandaag, met een heldere lucht en een ste vige bries, bemerkten de kreeftenzoekers, toen ze met volle manden huiswaarts keer den, eensklaps, dat Nona zich niet onder hen bevond. Er was geen twijfel aan. Ze had te lang getoefd, was door de onstuimige zee ingesloten en een prooi der golven ge worden. Ge kunt u voorstellen, mijnheer, welk een verschrikkeiyken nacht ik doorbracht. Ik heb liggen huilen als een kind, en dat op niijn leeftijd, een oude zeerob als ik. En telkens kwelde my de droeve gedachte, dat het arme kind stellig en heilig geloofde, dat men nimmer in den hemel kon komen, wan neer men niet op het kerkhof was begraven. Zoodra de eb dan ook intrad sleepte ik my naar het strand om met anderen naar het lijk te zoeken. „En we hebben mijn Nona teruggevonden," vervolgde de oude zeerob, met van aan doening bevende stem. „We hebben haar teruggevonden op een met zeewier bedekte klip, waar dat dappere kind, toen ze zag dat ze verloren was, den dood zoo moedig onder de oogen heeft gezien. Ja. mynheer, uit maagdelyke schaamte had zij met haar halsdoek haar rokken onder de knieën vast gebonden en vervolgens, altyd beheersoht door dat oude denkbeeld, haar mooie, lange, zwarte haren om een stevigen bundel zee planten gewikkeld, vast overtuigd dat men haar aldus zou terugvinden en haar dan in gewyden grond begravenEn ik, ik durf gerust zeggen, dat er weinig mannen zijn, flink en dapper genoeg om haar dat na te doen." De grysaard zweeg. Bij de laatste stralen der ondergaande zon zag ik twee dikke tra nen langs zijn gegroefde wangen biggelen. Zonder een woord te spreien, daalden wij naast elkander naar het dorp af. Vóór my, in de onmetelijke verte, in de plechtige een zaamheid van den hemel en de zee. be gonnen de sterren te schitteren. Brand aan boord van de „Friesland" Ket vuur na een uur gebluscht In de machinekamer van het Nederland sche stoomschip „Friesland" is te Hartlepool brand uitgebroken. Het vuur kon na een uur gebluscht worden. De schade is niet groot. Er waren geen persooniyke ongelukken. Ongeval of misdrijf? Bakker dood gevonden In de Nieuwstraat te Eindhoven is Donder dagmiddag de banketbakker A. Hdie sedert eenige dagen alleen thuis was, aan de trap van zijn huis dood gevonden. De buren mee- nen in den afgeloopen nacht een val te heb ben gehoord. Gistermorgen bleef de woning gesloten en eerst toen gistermiddag iemand door een venster naar binnen gmg, werd de man gevonden. Op de bovenverdieping brand de het licht nog. Op het lijk werden eenige bloedende wonden gevonden. De politie on derzoekt of hier van een ongeval of van een misdryf sprake is. Van het dak gevallen In de Lomanstraat bij de Okeghemstraat is gistermiddag een schilder uit de derde ver dieping gevallen. De man werd dood opge nomen. Ernstig auto-ongeluk Dame levensgevaarlijk gewond. Gisteravond ongeveer 7 uur, is op den Ryksstraatweg naby de Klomp te Veenen- aaal, een ernstig ongeval gebeurd. De echtgenoote van J. de Kruif uit Ederveen bracht familie naar de autobus, die den dienst tusschen Veenendaal en Ede onder houdt, toen haar gezegd werd, dat aan een fiets een taschje was biyven hangen, zy stak daarop den weg over met het nood lottig gevoig, dat zy door een passeerenden auto van den heer Hensen uit Eist by Rhenen gegrepen werd. Zij was terstond bewusteloos. Na bijgebracht en voorloopig verbonden te zijn. is zy in hopeloozen toe stand per ziekenauto naar haar woning overgebracht. Men vreest voor haar leven. Den bestuurder van den auto treft geen schuld. Te water geraakt en verdronken Een 11-jarige schipperszoon, Jan Lievers, die op het motorschip „Risico" uit Rotterdam, liggende aan het veer te Dieren, stond en aan wal wilde springen, struikelde over de reeling en viel over boord. Hij kwam tusschen den wal en het schip terecht en werd door den sterken stroom onder het schip gesleurd. Het was levensgevaariyk hem nog te redden. Na drie kwartier dreggen en zoeken vond men den drenkeling naby het schip. Men paste nog kunstmatige ademhaling toe, ech ter zonder resultaat. Dr. Bottger constateerde den dood. Aan de bekomen verwondingen overleden De 42-jarige Chinees Jang Ching, die ten gevolge van een aanrijding van een tram van de Ned. Buurtspoorwegmaatschappy te Heelsum, in het St. Elisabeth-gasthuis te Arnhem was opgenomen is aan de bekomen verwondingen overleden. Motor botst tegen een auto De beide beryders gevaarlijk gewond Even over de Nederlandsche grens by Maastricht kwam eergisteren een motor be stuurd door den heer M. v. H. uit Eigenbilsen, terwyi de heer J. H. C., uit Maastricht op de duo zat, in botsing met een auto. De schok was zoo hevig dat de motor totaal werd vernield. Beide personen liepen zeer ernstige verwondingen op en werden bewus teloos naar het ziekenhuis Calvariënberg te Maastricht vervoerd. Hun toestand is gevaar- lyk. Verwilderde kinderbenden in Zuid-Af rika Te Johannesburg zwerft sinds éenigen tyd een bende van Jonge kinderen rond, die een waar landloopersleven leiden. De bende be staat uit ongeveer 200 inboorlingen-kinderen hoewel er ook enkele blanke kinderen bij zijn aangesloten. De jongste zyn ongeveer 8 jaar, terwyl de oudsten 12 tot 13 jaar zyn. De inboorlingen bestaan uit jongens en meisjes, de blanke kinderen zijn echter allen jongens. Waarom die kinderen uit hun ouderlijk huis zyn weggelcopen, is niet duide lijk, daar de meesten van hun uit vrij goed gesitueerde gezinnen kemen. Zij schynen echter vervuld te zijn van het idee „vrij heid": zy wilden geheel vrij zyn in hun doen en laten. Behalve de kleeren, welke zij dragen, hebben zy verder geen bezittingen, zoodat de meesten van hen er uit zien als bedelaars; zy weten niet of zy den vol genden dag eten zullen hebben en waar zij zullen slapen. Een politie-agent trof de kinderen slapend in een rioolbuis aan; toen zij hem bemerkten namen zij echter terstond de vlucht. Ook slapen zy dikwyls in droge sloten en stallen. Het veilinggebouw, de kazerne en ook het station zijn geliefkoosde schuilplekken. Daar zy weten, dat zy door de politie en door hun ouders worden gezocht, slapen zy zelden twee nachten achtereen op dezelfde plek. Reeds geruim en tijd is de over heid doende om de kinderen op te sporen en naar hun ouders terug te zenden, doch hierby worden de grootste moeiykheden ondervonden. De kinderen zijn eenvoudig verwilderd, genieten geen opvoeding en ver kiezen het zwervensleven boven alles. Het is al eenige malen voorgekomen, dat kinde ren, die naar hun ouders waren terugge bracht, eenige dagen later weer waren ver dwenen en zich by de club hadden aange sloten. Opleiding bestuurders verkeersvliegtuigen Instelling commissie van advies Thans is by ministerieele beschikking in gesteld de reeds aangekondigde commissie van advies, welke belast zal zijn met het algemeen toezicht op de opleiding tot be stuurder van verkeersvliegtuigen, van welke commissie zyn benoemd: tot lid en voor zitter de heer H. Ch. E. van Ede van der Pais, inspecteur by den luchtvaartdienst te 's-Gravenhage en tot leden de heeren M. J. van Alphen de Veer, inspecteur van het nyverheidsonderwys te 's-Gravenhage, P. H. Gallé, lid van het College van commissa rissen van de Kweekschool voor de Zee vaart te Amsterdam, A. Plerman, direc teur van de N.V. Kon. Luchtvaartmaat- schappy voor Nederland en Koloniën (met dien verstande, dat laatstgenoemde zich zal kunnen doen vertegenwoordigen door A. S. Thomson va den vliegdienst dier maat- schappy) en W. C, J. Versteegh, kapitein vlieger by de Luchtvaartafdeeling. Een Van Dijck? In een gelegenheid in Charlottenburg heeft de politie een schildery in beslag ge nomen, dat in het jaar 1914, by den op- marsch van het Duitsche leger, uit een Casino in België zou zyn ontvreemd. Een gast, welke zich in het lokaal ophield, noemde het schilderU een echten Van Dyck en schatte het op een waarde van ver scheidene honderdduizenden marken. Gisteren zou het schildery gekeurd wor den. Bovendien wil men vaststellen, langs welke personen het gegaan is, voordat het in Charlottenburg werd aangekocht. TECHNISCHE GIDS, Kindertrappen. Het onderwerp „trappen" door Ir. Leeu wenberg ingeleid, biykt de algemeene aan dacht te hebben. Het jongste nummer van den „Technische Gids" (uitgave „Dili- gentia", Heerengracht 32, Amsterdam) be vat een bydrage van Architect A. Joling over „kindertrappen" en van Ir. M. S. H. Trooster over „Trapverlichting", beide met zeer belangwekkende opmerkingen. Verder bevat dit nummer o.m. nog de volgende bydragen: „Een nieuwe Epidias coop"; „Behoud der geluidsenergie in be sloten ruimten" door Prof. Dr. A. J. M. Mulder S.J.; „Het conserveeren onzer le vensmiddelen" door Mej. J. Rynierse; „Normalisatie van Ziekenhuismeubelen"; „Het Parochie-orgaan" door M. van Woes ik. en de vaste rubriek „De Discotheek". II 1. „Hè, hè," lachte Harlekyn, „onze hofbakker wil den Koning een pastei voorzetten, die den vorm van "een konijntje heeft. Maar wacht, we zul len daarmee eens 'n grap hebben." „Ik zal m'n konyntje Bunny in den vorm zetten. Ik verzeker je, dat de Koning daar niet weinig van zal op kijken!" 3. Zoo gezegd, zoo gedaan, en toen dan ook by den maaltyd de pastei, hup, hup, van de tafel sprong, stond niet alleen de Koning, maar ook de hof bakker verbaasd te kijken. „Hemelsche goedheid!" gilde hij, „wat overkomt me nu?" tjnrxmruTr t/t ,s 1/ VI* li 4. „Dat is nu 'n vervelend ding", zei de hofnar van den kleinen prins; „m'n jonge meester heeft z'n bal op het grasveld gegooid en als ik óp het gras ga loopen, dan kryg ik er van langs." 5; „Maak je maar niet ongerust", lachte Harlekyn; „het is alleen verboden met je voeten op het gras te ko men; „van je „handen" wordt niet gesproken, 't Is dus heel eenvoudig. Ga op je handen loopen en ik zal ie laten zien, hoe je doen moet." 6. Ze liepen nu alle twee op hun han den en k we men zoo op het gras, zonder het met hun voeten aan te raken. „Het ei van Columbus!" riep Harlekyn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10