Binnen landsch Nieuws
DE GRAPJAS HARLEKIJN
t
f
Voor de Huiskamer
GEMENGD NIEUWS
Vergiftigings
verschijnselen
Een prooi der golven
LUCHTVAART
KUNST EN KENNIS
BOEKBESPREKING
Harlekijns konijntje sprong weè
Harlekijn weet raad
Nieuwe wettelijke regeling
apothekersbedrijf
Ingediend is een wetsontwerp, houdende
regelen betreffende de uitoefening van de
artsenijbereidkunde.
Hierin wordt de mogelijkheid geopend dat
den apotheker in bepaalde gevallen de be
voegdheid tot de uitoefening van de artse-
nijbereidkunst kan worden ontnomen.
De apotheek-houdende geneeskundige dient
te wijken voor den apotheker, doch aan ver
kregen rechten zal niet worden getornd.
Het 6 September-Congres
16 extra treinen
Naar wij vernemen, gaat het met de voor
bereiding van het 6 September-Congres der
Katholieke Arbeidersbeweging naar wensch.
lederen dag melden zich nog steeds nieuwe
deelnemers (neemsters) aan. Vast staat al.
dat er 6 September minstens 16 extra-treinen
zullen rijden. Daarnaast komt men uit tal
van plaatsen met autobussen.
Reeds een dertig muziekkorpsen hebben
hun medewerking aan den optocht toege
zegd.
Een 80 banderolles zijn in bewerking. Het
programma van den Congres-dag is thans
als volgt vastgesteld:
11 uur H. Mis op te dragen op net Con
gresterrein door Z. H. Exc. Mgr. J. H. G.
Jansen, Aartsbisschop van Utrecht.
12.30 uur
1. Opening van het Congres door den Ver
bondsvoorzitter.
2. Zingen van het Strijdlied.
3. Rede van Prof. Dr. J. Kors O.P.
4. Sluiting.
2 uur: Opstellen van den stoet.
De 80ste verjaardag van
Mr. P. Rink
De jubilaris vertoeft in het buitenland
Het Eerste Kamerlid mr. P. Rink is giste
ren in goede gezondheid 80 jaar geworden.
De jarige senator had zich echter aan fees
telijke huldiging op dezen dag onttrokken
door uitstedigheid: in familiekring bracht mr.
Rink elders den dag door.
Niettemin stroomde het gisteren in zijn
woning aan het Bezuidenhout te Den Haag
telegrammen, brieven en kaartjes uit binnen-
en buitenland van allen, die op deze wijze
hun sympathie en gelukwenschen voor mr.
Rink wilden tot uiting brengen. Het was
alles bijeen 'n eerbiedwaardige stapel; de
brieven bleven gesloten voor haar, aan
wie de zorg voor het huis Rink dezen dag
was toevertrouwd, doch in het kort kan ge
zegd, dat er o.m. waren vele telegrafische
felicitaties van ministers en oud-ministers,
van besturen van Vrijheidsbondsafdeelingen
en andere politieke organisaties, van vereeni-
gingen op allerlei gebied, van particulieren.
De Liberale Staatspartij zelve biedt mr. Rink
een diner aan op 5 September.
De 25ste Nederlandsche Jaarbeurs
«Niemand denkt eraan bij de pakken te
gaan neerzitten"
Door de deelnemers van de 25ste Neder
landsche Jaarbeurs wordt aan hun cliën-
teele een drukwerkje verzonden waaraan
we het volgende ontleenen:
De 25ste Nederlandsche Jaarbeurs vraagt
uw aandacht. Zy is wederom een jaar
beurs in de dagen van economischen strijd.
Het zakenleven gaat gebukt onder groote
zorgen. Maar toch denkt niemand eraan bij
de pakken te gaan neerzitten. Wij moeten
allen vooruit De handel gaat zijn weg, zij
het dan ook langs moeilijke paden. Het
komt er nu op aan, trots alle bezwaren en
gevaren, er het beste van te maken. Daar
voor biedt de Nederlandsche Jaarbeurs u
de beste kans. Want zij biedt u de voor
waarden voor den meest voordeeligen in
koop.
De komende najaarsbeurs die van 8 tot
en met 17 September te Utrecht zal wor
den gehouden is de vijf-en-twintigste jaar
beurs, die in Nederland gehouden wordt.
In den loop der jaren is het Jaarbeursin-
stituut onmisbaar geworden voor den han
del. De zakenmenschen hebben het gere
geld bezoeken van do Jaarbeurs in hun
systeem van handeldrijven ingeschakeld,
zy keeren er altijd rijker van terug dan
dat zij er heengingen. Rijker in ervaring,
ryker in voorlichting, rijker in inzicht.
Een bezoek aan de Jaarbeurs heeft nog
nimmer een zakenman, die zijn eigenbe
lang begrijpt, teleurgesteld. Van een Jaar
beurs in tijden van economische depressie
gaat steeds een groote. versterkende kracht
uit, want zij brengt den zakenman naast
de voordeeligste keuze uit een groote ver
scheidenheid van offertes, nieuwe denk
beelden op commercieel gebied, toenasslng
van nieuwe methoden, nieuwe aanwijzingen
om zyn bedrijf economischer te doen wer
ken.
Wat de deelneming aangaat biedt de
komende najaarsbeurs het beeld van veer
kracht en energie om in een tijd, die hoove
eischen stelt aan het willen en kunnen van
den handel, moedig het hoofd te bieden
aan de gevaren, die het handelsverkeer be
dreigen. De komende najaarsbeurs heeft
tot parool: Weest paraat. Alleen onver
flauwde werkzaamheid, uiterste krachts
inspanning en moedive energie kunnen de
maatschanpii uit het moeras helpen. Het is
plicht van eiken zakenman om aan dien
opbouw mede te werkenaan eisen onbouw
in de eerste plaats, maar daardoor tevens
aan den onbouw van het geheel.
De Jaarbeurs zoo sluit de aansporing
biedt u daarbij, aangespoord door het
geen vorige jaarbeurzen in crisistijd voor
handel en industrie mochten zijn, de hel
pende hand.
Grhnt de opgestoken hand aan, gij zult
er wel bij varen.
De Wieringermeer-gronden
De commissi';-Vissering en de Zuiderzeeraad
Het Tweede Kamerlid, de heer Van der
Waerden heeft aan de ministers van Water
staat en van Financiën de volgende vragen
gesteld:
Hebben de ministers kennis genomen van
de „Mededeelingen" van de voorloopige
directie van de Wieringermeer, voorkomend
op blz. 26 van het jongste driemaandelijkse!)
rapport betreffende de Zuiderzeewerken, lui
dende als volgt:
„Uitgifte van gronden.
Door den minister van Financiën zijn bij
missive d.d. 13 Juni 1931 no. 121, Afdeellng
Domeinen, de Algemeene Voorwaarden vast
gesteld, geldende bij de uitgifte van bouw-
perceelen in erfpacht in den Wieringermeer-
polder.
Alle in cultuur gebrachte gronden worden
voor zocver zy voorloopig nog niet in tijd-
paeht kunnen worden uitgegeven tijdelijk
in exploitatie gehouden door de Landbouw-
Cultuurmaatschappy „Wieringermeer", waar
van de statuten als bijlage II aan dit over
zicht zijn toegevoegd.
Ten opzichte van de tydpacht kan spoedig
de principieele beslissing van den minister
van Financiën worden verwacht."
Hebben de ministers tevens kennis ge
nomen van de statuten van de Landbouw-
cultuurmaatschappü „De Wieringermeer",
aldaar voorkomende blz. 38 v.v. en meer in
het byzonder van de artt. 6, 10 en 11?
Moet uit deze mededeelingen worden afge
leid, dat inzake de politiek, door de regeering
te volgen ten aanzien der Wieringermeer-
gronden, een werkverdeeling is getroffen
tusschen de ministers van Waterstaat en van
Financiën in dezen zin, dat de minister van
Waterstaat toezicht uitoefent op genoemde
Landbouwcultuurmaatschappij en dat de
minister van Financiën de voorwaarden vast
stelt, onder welke de gronden zullen worden
uitgegeven, en dat reeds nu is besloten tot a
uitgifte van bouwperceelen in erfpacht, b uit
gifte van landbouwperceelen in tydpacht, c
tijdelijke exploitatie door de Cultuurmaat
schappij, doch slechts van de onverpacht biy-
vende gronden?
Is over de maatregelen, vermeld op blz. 26
van het driemaandelijksch bericht, de Zuider
zeeraad gehoord? Zoo neen, waarom niet?
Owrheidsexpfloltatie
Indien sub lo. van de tweede vraag beves
tigend moet worden beantwoord, achteen de
ministers, ook by nadere overweging dit in
overeenstemming met den geest der Zuider-
zeewet van 14 Juni 1918, S. 354, door de
ministers van Waterstaat, Financiën, Oorlog,
en Landbouw, H. en N. gecontrasigneerd,
welke in art. 5 voorschrijft, dat de Zuider
zeeraad van advies en bystand zal dienen in
de voorbereiding van de regelingen betref
fende „het in gebruik brengen der droog
gelegde gronden", en van het K. B. van
16 Juli 1918, S 451, betreffende den Zuider
zeeraad, dat in art. 1 eveneens handelt over
het „in gebruik brengen" der gronden en
dat gecontrasigneerd is door den minister
van Waterstaat alleen, aan wien ook by
uitsluiting de uitvoering van dit besluit is
opgedragen?
Indien sub 2o. van de tweede vraag be
vestigend wordt beantwoord, dan moet aan
de reeds getroffen regeling en aan de
„spoedig" alsnog te treffen beslissingen, een
definitief karakter worden toegekend in
dezen zin, dat de Staten-Generaal naar het
oordeel van de ministers niet meer in de
gelegenheid behoeven te worden gesteld om
op de inzake de uitgifte van Zuiderzeegron-
den te voeren politiek beslissenden invloed
uit t; oefenen?
Indien de vorige vraag bevestigend wordt
beantwoord, kunnen de ministers dan mede-
deelen, wat hen heeft bewogen, in deze af te
wijken van de adviezen der Commissie-Visse
ring, en wel in het byzonder van het advies
op blz. 38, om een ruime proef te nemen
met Overheidsexploitatie en hiervoor een
vierde deel van de Wieringermeer te bestem-
ben en van de door deze commissie biyk-
baar als vanzelf sprekend aanvaarde opvat
ting, dat over de uitgifte der gronden zal
worden beslist by de wet?
Indien de voorlaatste vraag ontkennend
wordt beantwoord, kunnen de ministers dan
mededeelen, wanneer en in welken vorm zy
de Staten-Generaal in deze aangelegenheden
denken te kennen?
Kunnen de ministers mededeelen, welke
hun voornemens zyn aangaande de advie
zen der Commissie-Vissering en het daar
over uitgebrachte advies van den Zuiderzee
raad?
Door het eten van havermout
Woensdagavond is op medisch advies een
drie-jarig kind uit het gezin van C. in de
Schingestraat te Goes naar het Gasthuis al
daar vervoerd. Het is dienzelfden nacht nog
overleden. Ook de moeder uit dat gezin en
nog twee kinderen van 8 en 10 jaar oud zijn
Donderdagmorgen in de barak voor besmet
telijke ziekten opgenomen. De toestand van
een dier kinderen moet ernstig zyn.
Naar de familie meedeelde hebben de moe
der en de drie kinderen Maandagavond een
bord havermout met een ei gegeten Den vol
genden dag traden brakingsverschynselen op,
zoodat men ve*band legt tusschen dien maal
tijd en de ziekte.
De man en de kinderen die niet van de
pap gegeten hebben, zyn gezond gebleven.
Tegen baldadigheden op
Hartjesdag
De politie zal met kracht optreden
De waarnemend hoofdcommissaris van
po'itie te Amsterdam brengt de waarschu
wing, welke de corpschef het vorig jaar, door
middel van de pers inzake den Hartjesdag
tot het publiek richtte, in herinnering. Deze
waarschuwing luidde:
„De hoofdcommissaris van politie, in aan
merking nemende, dat het vieren van den
zoogenaamden Hartjesdag telkenjare in be
paalde buurten aanleiding geeft tot het sto
ken van straatvuren, het werpen met vuur
werk naar voorbijgangers of in winkels, het
doen schrikken van vrouwen en kinderen
enz., dcet hierbij een ernstig beroep op de
we'willende medewerking en goedgezindheid
der burgerij, teneinde derge'üke baldadighe
den niet te deen niaats hebben, en deelt,
voor zoover noodig, mede. dat het politie
personeel tegen het plegen van baldadighe
den met kracht zal optreden. Men is dus ge
waarschuwd."
Treurig ongeluk
De 40-jarige arbeider F. van de Laar te
Eoekel, cementbewerker by Hub. Bevers, be
werkt hierbij op schafttijd en na volbrachte
dagtaak ook nog zijn boerderijtje. Woensdag
middag was hij bezig met een paard van
zijn buurman, haver in te halen, hierbij is
de man voor van de geladen kar gevallen,
kreeg heb rad over zijn hoofd dat totaal
werd verbrijzeld, en werd naar "t schijnt op
slag gedood Het is diep treurig voor vrouw
en 6 kinderen, hij was een oppassend werk
man.
Drieduizend liter melk vermorst
Door een defect aan de stuurinrichting
reed de vrachtauto van J. v. Zuidam uit
Haaften by Dalem van den hoogen rivier-
dyk.
Een 100-tal bussen inhoudend 3000 L. melk
ging verloren. De auto werd beschadigd. De
chauffeur kwam met den schrik vrij.
Brand te Utrecht
Kinderwagenfabriek uitgebrand
Gistermorgen omstreeks half 10 brak door
onbekende oorzaak brand uit in een perceel
op den Zeedijk te Utrecht, waar gevestigd is
de kinderwagenfabriek „de Hoop" van de
Gebr. v. d. Zeyden.
Daar de vlammen een oogenblik uitsloegen
en er zich aan weerszijden van het huis hout
opslagplaatsen bevinden, liet het geval zich
een oogenblik ernstig aanzien. De brand
weer was evenwel spoedig ter plaatse en wist
het vuur met drie stralen, waarvan een op de
waterleiding, tot dit eene huis te beperken.
De bovenve:dieping brandde geheel uit, ter
wijl beneden ernstige schade, mede door het
afstroomende water ontstond Het perceel
en de inventaris waren verzekerd.
Een menschlievende daad
Drie kwart liter bloed afgestaan door een
marechaussee
Op Dinsdag 4 Aug. j.l. kwam de mare
chaussee te paard, A L. Nagelkerke, gesta-
tionneerd op de brigade Kon. Mar. te Til
burg, door toeval van omstandigheden ter
oore, dat in het St. Elisabeth-Ziekenhuis te
Tilburg een moeder van drie kinderen ster
vende lag, en alleen nog door een bloed
transfusie kon gered worden.
Zes verschillende personen, die familie
waren van deze moeder waren volgens den
dokter van genoemd ziekenhuis niet geschikt
om deze transfusie te ondergaan, en werden
hiervoor afgekeurd
Ten einde raad was nu de man van bedoel
de vrouw, en wist niet meer waarheen hy
zich thans moest wenden.
Teen bovengenoemde marechaussée dit
alles had vernomen, stelde hij zich dispo
nibel voor deze edele daad, teneinde een voor
hem geheel onbekende vrouw, dat hy mogelijk
hierdoor te kunnen redden en alzoo een men-
schenleven te behouden. Er volgde op 4 Aug.
een strenge keuring, en op 5 Aug. werd hem
bericht dat zijn bloed was goedgekeurd, en
dat hij om deze vrouw te behouden, drie
kwart liter bloed moest afstaan, hetwelk ge
beurde.
Toen de bloedtransfusie was geschied, werd
hem op 6 Aug. bericht, dat de vrouw was
behouden, en op 10 Aug. werd hem bericht
dat deze vrouw over 8 dagen het ziekenhuis
weer mag verlaten.
Jaren geleden bracht ik verscheidene we
ken door in een klein zeedorp aan de kust
van Bretanje. Wat een gat, maar hoe schil
derachtig! Een haventje voor hoogstens tien
vischsloepen; een enkele, zeer steile straat
en aan het eind daarvan, op het eerste kust-
plateau, de kerk, een juweeltje van gotische
bouworde, te midden van een kerkhof vol
woekerend onkruid, van waar men 'n prach
tig vergezicht over den Oceaan heeft. Daar
ik met lust werkte en m'n arbeid uitstekend
vlotte, vertoefde ik er tot het einde van de
maand September, die dat jaar bijzonder
fraai en zacht was,
In de eenige herberg had ik een groote
kamer met witte muren in beslag genomen,
uiterst eenvoudig maar zindeiyk, die op het
strand uitzag. Gezeten op een matten stoel,
aan een ruwe houten tafel, schreef ik een
gedicht onder het plechtige, wiegelende ge
luid der groote golven.
Maar men kan niet voortdurend verzen
maken en schrijven; voor mijn gezondheid
en ter afleiding en ontspanning deed ik
groote wandelingen. Meestal hield ik het
strand en had dan naast mij, aan mijn rech
terhand, de monumentale, steile kust, links
het breecle strand, die onmetelijke witte
zandwoestijn te midden waarvan zich hier
en daar enkele zwarte rotstoppen verhieven.
Het was daar volkomen eenzaam. Misschien
heb ik er twee- of driemaal een groet ge
wisseld met een kustwachter, die, het ge
weer dwars over den rug, de ronde deed.
Behalve de tallooze vogels en weekdieren,
waren zy de eenige wezens, die ik op m'n
dagelijksche uitstapjes ontmoette.
Zooals ik zei, was dit m'n geliefkoosde
wandeling. Wanneer het sterk woei, moest ik
mij daarvan echter spenen. Dan ging ik vaak
naar het kerkhof, dat door de kerk tegen
den oostenwind beschut was. Op zekeren
avond, dat ik daar weer ronddoolde, las ik
op een nog tamelijk nieuw kruis deze woor
den, die my verbaasden en entroerden:
Hier rust NONA LE MAGUET.
26 October 1878 werd zij op negentien
jarigen leeftijd een prooi der golven.
Een prooi der golven! Een jong meisje!
De vrouwen gaan toch nooit mee ter visch-
vangst. Hoe was dat ongeluk gebeurd?
„Zoo mynheer," hoorde ik eensklaps een
ruwe stem achter me, „kijkt ge naar het
graf van de arme Nona?"
Ik keerde mij om en zag een ouden zee
man met een houten been wiens vriend
schap ik had verworven door hem zoo nu
en dan in de lage gelagkamer der herberg
een borrel aan te bieden.
„Ja," antwoordde ik. „Maar ik dacht, dat
gij visschers geen vrouwen aan boord toeliet.
Men heeft mij zelfs gezegd, dat het ongeluk
aanbracht."
„Dat is ook zoo," bevestigde de oude man.
„Nona is dan ook nooit aan boord van een
der schuiten geweest. Wilt ge weten, hoe het
lieve kind gestorven is? Luister, dan zal ik
het u vertellen."
„Om te beginnen, moet ik u zeggen, dat
haar vader, Pierre Le Maguet, een zeebonk
evenals ik, een maat van mij was. In
1870, bij Le Bourget, toen de admiraal La
Roncière zyn vergulde pet op de spits van
z'n sabel zette en ons aanvuurde om ons,
de bijl in de vuist, op de in vestingen her
schapen huizen te werpen, stormden Pierre
en ik, schouder aan schouder, voorwaarts,
en hij was het, die mij in z'n armen op
ving, toen de Pruisen mij een blauwe boon
door mijn poot joegen, 's Avonds in de am
bulance hield Pierre mijn hand in de zijne,
toen de chirurgyn-majoor mijn been af
zaagde en op den dag, waarop de admiraai
zelf op myn bed de medaille bracht, was hij
ook by meEindehjk behielden, zooals ge
weet, de Pruisen de overhand. De vrede werd
geteékend en men zond ons naar huis. Ik,
met myn houten poot, moest nu met m'n
pensioentje zien rond te scharrelen. Maar
Pierre, die gaaf van lijf en leden was ge
ven, nam weer dienst op een visriisloep
Kort daarop stierf plotseling z'n vrouw en
liet hem alleen achter met de kleine Nona,
die nog geen zes jaar oud was. Wanneer de
weduwnaar het gat uit was, nam ik, z'n
maat, natuurlijk de zorg voor de kleine
meid op mij. Een aardig, lief kind, mijn
heer, bij de hand. maar altijd even gehoor
zaam en welwillend Wat zyn we beiden
vaak bij eb naar de rotsbanken gegaan om
garnalen, alikruiken en dergeiyk goedje te
zoeken. Dat was een pretje.
Zoo ging een paar jaar alles naar wensch.
Nona had haar eerste H Communie gedaan
en groeide als kool. Maar on zekeren storm-
achtigen dag dat de „Amélie", de schuit
waarop Le Maguet voer. de haven zal bln-
nenloopen, heeft de schipper het ongeluk te
laat zijn fok te laten omloopen. en stoot de
boot zich te pletter op die klipdaar,
zienaar dien kant, een beetje stuur
boord. De equipage best-;nd uit vier man.
den schipper twee matrozen, waarvan mijn
arme Pierre er een was. en den zwabber. De
zee heeft er echter nooit meer dan drie op
het strand willen werpen en heeft mijn maat
behouden. Toen Nona aldus wees was ge
worden, heb ik natuurlijk myn best gedaan
om naar vader te vervangen. Maar zelfs
nadat de eerste 'wilde smart voorbij was,
bleef het Kind ontroostbaar. En weet ge
waarom vooral, mijnheer? Ja, boe zal ik
het zeggen, wegens een dwaas denkbeeld,
waarmee alle vromn-i b'er beb°nt zijn. Ze
verbeelden zich, dat men, om niet tot den
dag van het laatste oordeel in het vagevuur
te biyven, in gewijden grond moet begraven
zyn. Wij gelooven daaraan natuurlijk niet,
wij die weten hoe het gaar, wanneer er aan
boord iemand sterft. Het lijk wordt in een
zak van zeildoek genaaid, een kogel of een
zware steen aan 't ondereind, dat alles op
een plank gebonden en tegen de verschan
sing gezet. De kapitein leest een gebed, de
bemanning hoort dit blootshoofds aan, deze
en gene pinkt een traan weg en dan: één,
twee, drie, in Gods naam! Maar de vrou
wen, en vooral de vrouwen by ons, zijn nu
eenmaal erg bygeloovig en zooals ik zei,
Nona bleef lang vreeselijk droevig gestemd.
Maar de tijd heelt alle wonden, en na
verloop van een paar jaar scheen het me
toe, dat Nona allengs troost vond. Haar
verdriet had echter niet belet, dat zy voort
durend grooter en mooier was geworden.
Niet omdat ik haar liefhad als haar eigen
vader, maar op mijn woord, ze was de mooi
ste en liefste meid van t heele dorp. Wat
leefden we samen gelukkig! We waren wel
niet rijk, lang niet, maar we kwamen er
toch. Ik had m'n pensioen, m'n medaille en
verder gingen Nona en ik lederen dag kreef
ten zoeken tusschen de klippen. Dat is geen
kwaad beroep; er is echter één gevaar aan
verbonden: men moet oppassen zich niet
door den vloed te laten verrassenDat
was haar ongeluk. O! Als ik er nog aan
denk!
Op zekeren dag, dat ik door myn rheu-
matiek aan huis gebonden en zij alleen ter
kreeftenvangst gegaan was, net een dag als
vandaag, met een heldere lucht en een ste
vige bries, bemerkten de kreeftenzoekers,
toen ze met volle manden huiswaarts keer
den, eensklaps, dat Nona zich niet onder
hen bevond. Er was geen twijfel aan. Ze
had te lang getoefd, was door de onstuimige
zee ingesloten en een prooi der golven ge
worden. Ge kunt u voorstellen, mijnheer, welk
een verschrikkeiyken nacht ik doorbracht.
Ik heb liggen huilen als een kind, en dat
op niijn leeftijd, een oude zeerob als ik. En
telkens kwelde my de droeve gedachte, dat
het arme kind stellig en heilig geloofde, dat
men nimmer in den hemel kon komen, wan
neer men niet op het kerkhof was begraven.
Zoodra de eb dan ook intrad sleepte ik my
naar het strand om met anderen naar het
lijk te zoeken.
„En we hebben mijn Nona teruggevonden,"
vervolgde de oude zeerob, met van aan
doening bevende stem. „We hebben haar
teruggevonden op een met zeewier bedekte
klip, waar dat dappere kind, toen ze zag
dat ze verloren was, den dood zoo moedig
onder de oogen heeft gezien. Ja. mynheer,
uit maagdelyke schaamte had zij met haar
halsdoek haar rokken onder de knieën vast
gebonden en vervolgens, altyd beheersoht
door dat oude denkbeeld, haar mooie, lange,
zwarte haren om een stevigen bundel zee
planten gewikkeld, vast overtuigd dat men
haar aldus zou terugvinden en haar dan
in gewyden grond begravenEn ik, ik
durf gerust zeggen, dat er weinig mannen
zijn, flink en dapper genoeg om haar dat
na te doen."
De grysaard zweeg. Bij de laatste stralen
der ondergaande zon zag ik twee dikke tra
nen langs zijn gegroefde wangen biggelen.
Zonder een woord te spreien, daalden wij
naast elkander naar het dorp af. Vóór my,
in de onmetelijke verte, in de plechtige een
zaamheid van den hemel en de zee. be
gonnen de sterren te schitteren.
Brand aan boord van de „Friesland"
Ket vuur na een uur gebluscht
In de machinekamer van het Nederland
sche stoomschip „Friesland" is te Hartlepool
brand uitgebroken. Het vuur kon na een uur
gebluscht worden. De schade is niet groot.
Er waren geen persooniyke ongelukken.
Ongeval of misdrijf?
Bakker dood gevonden
In de Nieuwstraat te Eindhoven is Donder
dagmiddag de banketbakker A. Hdie sedert
eenige dagen alleen thuis was, aan de trap
van zijn huis dood gevonden. De buren mee-
nen in den afgeloopen nacht een val te heb
ben gehoord. Gistermorgen bleef de woning
gesloten en eerst toen gistermiddag iemand
door een venster naar binnen gmg, werd de
man gevonden. Op de bovenverdieping brand
de het licht nog. Op het lijk werden eenige
bloedende wonden gevonden. De politie on
derzoekt of hier van een ongeval of van een
misdryf sprake is.
Van het dak gevallen
In de Lomanstraat bij de Okeghemstraat is
gistermiddag een schilder uit de derde ver
dieping gevallen. De man werd dood opge
nomen.
Ernstig auto-ongeluk
Dame levensgevaarlijk gewond.
Gisteravond ongeveer 7 uur, is op den
Ryksstraatweg naby de Klomp te Veenen-
aaal, een ernstig ongeval gebeurd. De
echtgenoote van J. de Kruif uit Ederveen
bracht familie naar de autobus, die den
dienst tusschen Veenendaal en Ede onder
houdt, toen haar gezegd werd, dat aan een
fiets een taschje was biyven hangen, zy
stak daarop den weg over met het nood
lottig gevoig, dat zy door een passeerenden
auto van den heer Hensen uit Eist by
Rhenen gegrepen werd. Zij was terstond
bewusteloos. Na bijgebracht en voorloopig
verbonden te zijn. is zy in hopeloozen toe
stand per ziekenauto naar haar woning
overgebracht. Men vreest voor haar leven.
Den bestuurder van den auto treft geen
schuld.
Te water geraakt en verdronken
Een 11-jarige schipperszoon, Jan Lievers,
die op het motorschip „Risico" uit Rotterdam,
liggende aan het veer te Dieren, stond en
aan wal wilde springen, struikelde over de
reeling en viel over boord. Hij kwam tusschen
den wal en het schip terecht en werd door
den sterken stroom onder het schip gesleurd.
Het was levensgevaariyk hem nog te redden.
Na drie kwartier dreggen en zoeken vond
men den drenkeling naby het schip. Men
paste nog kunstmatige ademhaling toe, ech
ter zonder resultaat. Dr. Bottger constateerde
den dood.
Aan de bekomen verwondingen
overleden
De 42-jarige Chinees Jang Ching, die ten
gevolge van een aanrijding van een tram
van de Ned. Buurtspoorwegmaatschappy te
Heelsum, in het St. Elisabeth-gasthuis te
Arnhem was opgenomen is aan de bekomen
verwondingen overleden.
Motor botst tegen een auto
De beide beryders gevaarlijk gewond
Even over de Nederlandsche grens by
Maastricht kwam eergisteren een motor be
stuurd door den heer M. v. H. uit Eigenbilsen,
terwyi de heer J. H. C., uit Maastricht op de
duo zat, in botsing met een auto.
De schok was zoo hevig dat de motor totaal
werd vernield. Beide personen liepen zeer
ernstige verwondingen op en werden bewus
teloos naar het ziekenhuis Calvariënberg te
Maastricht vervoerd. Hun toestand is gevaar-
lyk.
Verwilderde kinderbenden
in Zuid-Af rika
Te Johannesburg zwerft sinds éenigen tyd
een bende van Jonge kinderen rond, die een
waar landloopersleven leiden. De bende be
staat uit ongeveer 200 inboorlingen-kinderen
hoewel er ook enkele blanke kinderen bij
zijn aangesloten. De jongste zyn ongeveer 8
jaar, terwyl de oudsten 12 tot 13 jaar zyn.
De inboorlingen bestaan uit jongens en
meisjes, de blanke kinderen zijn echter allen
jongens. Waarom die kinderen uit hun
ouderlijk huis zyn weggelcopen, is niet duide
lijk, daar de meesten van hun uit vrij goed
gesitueerde gezinnen kemen. Zij schynen
echter vervuld te zijn van het idee „vrij
heid": zy wilden geheel vrij zyn in hun doen
en laten. Behalve de kleeren, welke zij
dragen, hebben zy verder geen bezittingen,
zoodat de meesten van hen er uit zien als
bedelaars; zy weten niet of zy den vol
genden dag eten zullen hebben en waar
zij zullen slapen. Een politie-agent trof de
kinderen slapend in een rioolbuis aan; toen
zij hem bemerkten namen zij echter terstond
de vlucht. Ook slapen zy dikwyls in droge
sloten en stallen. Het veilinggebouw, de
kazerne en ook het station zijn geliefkoosde
schuilplekken. Daar zy weten, dat zy door de
politie en door hun ouders worden gezocht,
slapen zy zelden twee nachten achtereen op
dezelfde plek. Reeds geruim en tijd is de over
heid doende om de kinderen op te sporen en
naar hun ouders terug te zenden, doch
hierby worden de grootste moeiykheden
ondervonden. De kinderen zijn eenvoudig
verwilderd, genieten geen opvoeding en ver
kiezen het zwervensleven boven alles. Het
is al eenige malen voorgekomen, dat kinde
ren, die naar hun ouders waren terugge
bracht, eenige dagen later weer waren ver
dwenen en zich by de club hadden aange
sloten.
Opleiding bestuurders
verkeersvliegtuigen
Instelling commissie van advies
Thans is by ministerieele beschikking in
gesteld de reeds aangekondigde commissie
van advies, welke belast zal zijn met het
algemeen toezicht op de opleiding tot be
stuurder van verkeersvliegtuigen, van welke
commissie zyn benoemd: tot lid en voor
zitter de heer H. Ch. E. van Ede van der
Pais, inspecteur by den luchtvaartdienst te
's-Gravenhage en tot leden de heeren M.
J. van Alphen de Veer, inspecteur van het
nyverheidsonderwys te 's-Gravenhage, P. H.
Gallé, lid van het College van commissa
rissen van de Kweekschool voor de Zee
vaart te Amsterdam, A. Plerman, direc
teur van de N.V. Kon. Luchtvaartmaat-
schappy voor Nederland en Koloniën (met
dien verstande, dat laatstgenoemde zich zal
kunnen doen vertegenwoordigen door A. S.
Thomson va den vliegdienst dier maat-
schappy) en W. C, J. Versteegh, kapitein
vlieger by de Luchtvaartafdeeling.
Een Van Dijck?
In een gelegenheid in Charlottenburg
heeft de politie een schildery in beslag ge
nomen, dat in het jaar 1914, by den op-
marsch van het Duitsche leger, uit een
Casino in België zou zyn ontvreemd. Een
gast, welke zich in het lokaal ophield,
noemde het schilderU een echten Van Dyck
en schatte het op een waarde van ver
scheidene honderdduizenden marken.
Gisteren zou het schildery gekeurd wor
den. Bovendien wil men vaststellen, langs
welke personen het gegaan is, voordat het
in Charlottenburg werd aangekocht.
TECHNISCHE GIDS,
Kindertrappen.
Het onderwerp „trappen" door Ir. Leeu
wenberg ingeleid, biykt de algemeene aan
dacht te hebben. Het jongste nummer
van den „Technische Gids" (uitgave „Dili-
gentia", Heerengracht 32, Amsterdam) be
vat een bydrage van Architect A. Joling
over „kindertrappen" en van Ir. M. S. H.
Trooster over „Trapverlichting", beide met
zeer belangwekkende opmerkingen.
Verder bevat dit nummer o.m. nog de
volgende bydragen: „Een nieuwe Epidias
coop"; „Behoud der geluidsenergie in be
sloten ruimten" door Prof. Dr. A. J. M.
Mulder S.J.; „Het conserveeren onzer le
vensmiddelen" door Mej. J. Rynierse;
„Normalisatie van Ziekenhuismeubelen";
„Het Parochie-orgaan" door M. van Woes ik.
en de vaste rubriek „De Discotheek".
II
1. „Hè, hè," lachte Harlekyn, „onze
hofbakker wil den Koning een pastei
voorzetten, die den vorm van "een
konijntje heeft. Maar wacht, we zul
len daarmee eens 'n grap hebben."
„Ik zal m'n konyntje Bunny in den
vorm zetten. Ik verzeker je, dat de
Koning daar niet weinig van zal op
kijken!"
3. Zoo gezegd, zoo gedaan, en toen dan
ook by den maaltyd de pastei, hup,
hup, van de tafel sprong, stond niet
alleen de Koning, maar ook de hof
bakker verbaasd te kijken.
„Hemelsche goedheid!" gilde hij,
„wat overkomt me nu?"
tjnrxmruTr
t/t
,s 1/ VI*
li
4. „Dat is nu 'n vervelend ding", zei de
hofnar van den kleinen prins; „m'n
jonge meester heeft z'n bal op het
grasveld gegooid en als ik óp het
gras ga loopen, dan kryg ik er van
langs."
5; „Maak je maar niet ongerust", lachte
Harlekyn; „het is alleen verboden
met je voeten op het gras te ko
men; „van je „handen" wordt niet
gesproken, 't Is dus heel eenvoudig.
Ga op je handen loopen en ik zal
ie laten zien, hoe je doen moet."
6. Ze liepen nu alle twee op hun han
den en k we men zoo op het gras,
zonder het met hun voeten aan te
raken. „Het ei van Columbus!" riep
Harlekyn.