BIJ EEN MONUMENT w. TWEEDE BLAD DONDERDAG 20 AUGUSTUS 1931 BLADZiJ üi II (Slot) Corrohoraverunt Jacob STADSNIEUWS Voor den Kantonrechter De stranding van de Maria" bij Zandvoort Aanvaring in het Noordzeekanaal BINNENLAMDSCH NIEUWS De Rijksbegrooting voor 1932 Mogelijke bezuinigingen Het 6 September-congres Nederlandsche Jaarbeurs Een heilige, zeiden wij, is niet maar een gewoon mensch, maar een geloofsheld. De heldhaftigheid van zijn deugd is het noodzakelijke, tegelijk het alles afdoende kenmerk van de heiligheid, en zonder dat merk zal er nooit één, hoe vroom ook in de opvatting der menschen, tot de eer der al taren verheven worden. Heldhaftigheid is en blijft onder alle om standigheden het merkteeken van het on gewone. De menschheid krioelt van de middelmaat en het alledaagsche; het getal van hen, die op geestelijk terrein waarachtige helden figuren zijn, die zich torenhoog uitzetten boven hun omgeving, is zeer miniem en zal dat altoos wel blijven. Physieke kracht, het vernuft van zijn geest kan den mensch wereldberoemd maken, maar als zijn naam begraven is in het historieboek, is zijn taak afgedaan en blijft hij hoogstens een curieus verschijnsel onder de menschengeslachten of een object van onderzoek voor geleerden en psychologen. En als latere eeuwen hem soms weer voor het voetlicht zetten, is de bewondering, die voor een oogenblik wordt opgewekt, altoos in de hoogste mate onevenredig aan den roep, die er van zulk een persoonlijkheid uitging bij het leven. Niet zóó bij de Martelaren. Zij zijn en blijven een altoos levende kracht in de katholieke gemeenschap. Sympathetisch gaat er door alle eeuwen een stroom van dankbare vereering tusschen de ware geloovigen en de helden hunner historie. De strop en de beul daar in die vunzige schuur van den Briel hebben daarom in de geschiedenis het laatste woord niet gehad, evenmin als het Pharizeïsme bij den dood van Christus. De geur van hun heilig leven en kostba ren dood hangt op heden nog als brandende wierook in onze kerken en kathedralen, en 't zijn de „odoramenta Sanctorum", waarvan Sint Joannes spreekt in zijn Openbaring, en de voorbede der 19 Bloedgetuigen in de zalige eeuwigheid, die nog aan dit Roomsche ge slacht en aan de kinderen na ons blijven instorten den moed om te belijden en te beleven hetzelfde geloof, waarvoor zij met zóó hevige liefde en zóó zeldzame heldhaf tigheid den dood zijn ingegaan. Zeldzaam, want wij moeten ver in de his torie teruggaan om een parallel te vinden even aangrijpend in lijdensmoed aan de eene zijde, als schrikwekkend van den kant der beulen in geraffineerdheid en duivelschen haat. Ja, wij aarzelen niet te zeggen, dat het lijden en sterven dier 19 mannen een groot aantal punten van gelijkenis vertoont met den nacht van bespotting en de tragedie van Golgotha. Te kijk gezet in een vieze mosselschuit, de ziel doorkerfd door den smaad van hun eigen volk, opgejaagd door de brute instinc ten van een opgehitste massa, ten prooi aan het afgrijselijk spel van menschelijke ver dorvenheid, hebben zij over dit alles ge triomfeerd, in gebed en verzuchting elkander aanvurend tot het bittere einde toe, als het koord hun de stem versmoorde, opdat toch maar ongerept in hun ziel zou blijven de glans van die parel, waarvoor men het al met winst verliest. In dien triomf der heldhaftigheid door één machtige daad openbaart zich vooral het verschil tusschen de heiligen en de martela ren onder hen. De heldenmoed der heiligen bestaat niet in één groote, opzienbarende daad, ook niet in één deugd, daar immers de verschillende deugden nauw met elkander samenhangen en d° ééne niet bestaanbaar is zonder de andere, al zullen de graden verschillen. Het leven der heiligen gelijkt niet op de vlakte van een eiland, waarboven slechts 'n eenzame bergtop zich verheft, maar het is als een prachtig hooggebergte, waar de eene spits al hooger stijgt dan de andere, aldoor stralend in het licht van de zon, en met den schijn om zich heen, als wilden zij steeds maar hooger door de luchten boren. En wat die heiligen bijzonder karakteri seert: zij blijven bü voortduur op die hoog ten staan. Wij allen zijn op onzen tijd heiligen, een minuut lang, een half uur soms, of, als de ziel onder hoogspanning staat, een week, 'n maand misschien, maar bij het keeren van den wind zwenkt weer het vaandel van onze trouw. Wij zijn dan gelijk aan diegenen, die het Woord hooren en het met vreugde aan nemen, maar daar is in zulke katholieken geen krachtig levende wortel, en de vroom heid duurt dan maar een korten tijd. Niet zóó de heiligen. Rustig en onbewogen staat hun zieleleven als het hooggebergte, hoe ook de stormen jagen om de toppen, Bij de martelaren staan wij evenwel voor een uitzonderingsgeval. Bij hen is al-beslissend het laatste mo ment van hun leven. Door één hooge, supreme daad zegeviert in hun stervensuur de heldenmoed dei- hei ligen. Hierin gelijken zij allen op den goeden moordenaar, van wien St. Augustinus zoo schoon heeft gezegd, dat zijn kruisboom bij de laatste verzuchting van zijn boetvaardig hart opeens kwam' te staan in vollen bloei De wortel des geloofs, waardoor het leven der heiligen tot een voortdurend offer wordt, ontplooit zich bij het Martyrium plotseling in zijn meest wonderbare kracht, ook al zou het leven van den martelaar niet gehee! cnverlet van de zonde zijn gebleven. De geschiedenis der 19 geloofshelden le vert ook hiervoor het bewijs, want hoewel bij het meerendeel hunner de marteldood de uitgang en de waardige bekroning was van een godvruchtig leven, daar waren er onder hen toch ook twee, die hun priestereere be zoedeld hadden door grove ergernis en dus allerminst tot zulk een glorieuzen dood sche nen voorbestemd. Toch werden ook zij opgenomen onder de werkers van het laatste uur. Deelgenooten in het lijden en de versma ding hunner medepriesters, zijn ook zij lang? de ladder der Geuzen opgeklommen naar het zalig huis, waar de vele woningen zijn en zelfs de eereplaatsen openstaan voor wie de schuld van hun .even hebben uitgewischt in hun bloed. En tot welk een prijs ook zij hebben mee- gedongen naar den palm der overwinning in welke verschrikking de martelaren in het algemeen hun stervensuur zagen naderen, kan blijken uit een treffende bijzonderheid, welke Estius meedeelt omtrent den eerbied- waardigen vicarius, den H. Hieronymus van Weert. Hoe stil en geduldig hij evenals de ande ren zijn onmenschelijk leed verdroeg, hij kon toch niet nalaten op een oogenblik zijn beu len toe te roepen: „Welk een barbaarsch- heid! Welk volk zal zóó van alle mensche- lijk gevoel verstoken zijn, dat het zijn ge vangenen aldus behandelt! Eenmaal ben ik gevallen in de handen van Grieken, Turken en Saracenen, maar ik herinner mij niet, dat ik als hun gevangene, zelfs maar éénmaal geslagen ben." D De martelaar sprak zoo, omdat hij als Franciscaan een pelgrimstocht had gemaakt naar het Heilige Land, alwaar hij eveneens om zijn geloof in de gevangenis had gezucht. En terwijl hij die woorden sprak, stonden de martelaars daar, door heel het gepeupel bespot, en bijna geheel ontkleed, terwijl de dronken Lumey en zijn kornuiten de marte laars dermate met boomtakken bewerkten en mishandelden, dat zij, geheel van bloed bedropen, zelfs voor hun bekenden en de burgers van de stad totaal onherkenbaar w-iren zoodat dezen zich zelfs in hun persoon vergisten. Maar het hooge uur der beproeving moest nog komen, en nu reeds was er geen gedaante en geen schoonheid meer in hen. In verband hiermede en gelet op de schaamtelooze wreedheid, waarmee deze priesters zoowel vóór als na hun dood wer den achtervolgd, mogen wij wel als onze meening uitspreken, dat een volledige en gedetailleerde beschrijving van hun martel dood, zooals Estius en anderen ons hebben nagelaten, moeilijk aan iedereen in handen kan gegeven worden. Onder zulke tormenten nu als zwakke menschen blijmoedig den dood in te gaan en tot op het critieke uur geen vezel los te laten van hun overtuiging ziedaar de heldhaftigheid der heiligen, die dan ook voor het canonieke recht geen onderzoek of bewijs behoeft, indien maar onweersprekelijk vast staat het feit der martelie zelf om wille van het geloof. Wij hebben zijn getuigenis niet noodig, maar merkwaardig blijft toch altoos het ge zegde van een man als Napoleon, die de menschen wel op hun waarde wist te schat ten, al bleef hij hierin te zijnen opzichte in gebreke, maar die het eens volmondig tegen over zijn generaals bekende, dat hij den diep- sten eerbied had voor de martelaren der Katholieke Kerk en ze oneindig hooger schatte dan alle stedenbedwingers en wereld veroveraars. De historie heeft aan de Martelaren van Gorcum recht gedaan en wij, die als katho lieken uit eenzelfde geloof leven, zijn op he den in de gelegenheid een groote eereschuld te betalen. Op het onwraakbare historieblad en in de stille vereering der verdrukte katholieke voorgeslachten is de faam van hun onzeg baar lijden tot ons gekomen, en nu daar geen hinder meer is van de vestingwet, die onze godsvrucht terugdrong naar een onaan zienlijke noodkapel, zal het katholieke Ne derland nu overgaan tot den bouw van een wijdingsvolle gedachteniskerk, een monument in grooten stijl, waardig symbool onzer dank bare vereering tot in een verre nakomeling schap. Geen praalgraf zal het zijn van albast of onyxsteen, maar de levende intimiteit der katholieke devotie, die zich hier gaat ont plooien en uitleven in een indrukwekkend kerkgebouw. En nu is het toch de stellige verwachting van onzen hoogwaardigen Bisschop en de Brielsche commissie, dat er onder de katho lieken een wedijver ontsta niet slechts om den bouw mogelijk te maken en den schuldenlast te verlichten 2), maar dat, veel meer dan tot nog toe gebeurde, de katholieken van geheel Nederland naar deze votief-kerk zul len pelgrimeeren als naar een plaats, waar eens in bitteren stervensnood zooveel edel Roomsch bloed heeft gevloeid om wille van het geloof. Met nadruk gewagen wij hier van heel Katholiek Nederland, want wij stuiten hier op een misverstand. Immers al behoort de plaats, waar deze 19 geloofshelden den laatsten strijd geleden hebben tot het Bisdom van Haarlem, de katholieken hebben toch te bedenken, dat op twee na al deze priesters geboren en af komstig waren of de zielzorg uitoefenden in streken, die, heel ver soms, buiten de gren zen van het tegenwoordige Haarlemsche diocees gelegen zijn, zoodat wij dus mogen spreken van een eereschuld, die heel het katholieke Nederland verplicht. „Ossa pullulent de loco suo, nam corro horaverunt Jacob et redemerunt se in fide virtutis." 3) Hun gebeente moge uitbotten van hunne rustplaats, want zij hebben het huis van Ja cob gestut en gesterkt en zich zei ven vrij gekocht door de kracht van hun geloof. Is er wel een zuiverder weerspiegeling denkbaar van hetgeen de Gorkumsche mar telaren voor onze katholieken beteekenen dan deze gewijde tekst, welke de H. Schrift bedoelt als een lofspraak op de twaalf kleine profeten van Israël? Want het heilig gebeente van Leonardus en zijn gezellen is geworden tot den levenden wortel, waaruit het geloofsleven krachtig in onze Kerk is opgebloeid, hetgeen toch zoo treffend blijkt uit het geloof hier te lande in het primaatschap van den Paus en de wezenlijke tegenwoordigheid van Christus in de H. Eucharistie, juist de twee fundamen- teele waarheden, waarvoor deze geloofshelden het offer gebracht hebben van hun leven en smartvollen dood. Door dat machtig voorbeeld hebben zij het huis van Jacob tot op deze dagen gesterkt en in velerlei vrucht doen ontkiemen. En nu moge daar binnen de muren ver zwakking en afval des geloofs en daarbuiten sterke vijandigheid tegen de Kerk zijn te be treuren, het huis van Jacob zal niet wan kelen, ook al wordt het in deze gevaarvolle tijden nog zoo donker om ons heen, indien maar bij de katholieken met het voorbeeld dier 19 helden voor oogen altoos levendiger het besef indringe, welk een kostbaar bezit zij hebben in hun geloof Geen schrikbewind, welk ook, zal hun ooit dat bezit kunnen ontrooven. En al scheen in 1572 de doodsklok over onze Kerk te luiden, boven de ruïne van die afschuwelijke turfschuur moge dan nu het nieuwe monument verrijzen, symbool van een Kerk, die zich bij elke verdrukking verjongt en uitbloeit tot hoogere levens kracht. RECTOR THOMPSON. 1) G. Estius. Historiae Martyrum Gor- comiensium. Namurci 1655, pag. 162. 2) Met aandrang verwijzen wij den mil- den gever van kleine of groote gaven naar het gironummer van den voorzitter der bisschoppelijke commissie, den Zeereerw. heer J. van Muyen, pastoor te Brielle. Dit nummer is 110895. Elke week worden de giften verantwoord in het weekblad „Sint Bavo". 3) Eccli. 49:12. De verkeersongevallen te Haarlem. Het aantal verkeersongelukken dat den laatsten tijd te Haarlem plaats vindt is legio. Voor een groot deel is djt te wijten aan de bestuurders van motorrijtuigen; zij rijden met veel te groote snelheid en houden zich niet aan de regels van het verkeer. Het is noodzakelijk, vooral in een stad als Haarlem, waar de straten en wegen over het algemeen zeer smal zijn, de noodige voor zichtigheid te betrachten. Daarom vallen bij het Kantongerecht, zeer terecht, zware klappen. De boeten die daar den veroorzakers van verkeersongevallen worden opgelegd, zijn buitengewoon zwaar. Misschien is dat de eenige manier om de chauffeurs aan te sporen in het vervolg be ter op te letten. Immers, er gaat geen dag voorbij of er vinden te Haarlem één of meer verkeersongevallen plaats, waarvan verschei dene met zéér ernstige gevolgen. Wij her inneren hier aan de verleden week plaats gehad hebbende ongelukken in de Frans Halsstraat en bij de Amsterdamsche Poon. Daarom is het hoog noodig dat er strenge straffen worden toegediend. 100 boete of 20 dagen. Gisterenmorgen stond voor den Kanton rechter een persoon terecht, die zich aan verschillende overtredingen had schuldig ge maakt. Verdachte reed met een auto van de Tempeliersstraat de Groote Houtstraat in. In de eerste plaats reed hij links en bo vendien ging hij plotseling, zonder eenige aanleiding achteruit rijden, zoodat de daar loopende of rijdende personen snel op zij moesten springen, wilden zij niet overreden worden. Een geluk was het, dat het nacht was, anders waren er zeker ongelukken ge beurd. Dit achteruit rijden gebeurde eenige malen tot de politie ingreep. Bovendien rook de man naar sterken drank. De Ambtenaar van het O. M. eischte, aangezien de dronkenschap niet voldoende was bewezen, een boete van f 150, te ver vangen door 30 dagen hechtenis. Was de dronkenschap vast komen te staan, aldus de Ambtenaar, dan zou de eisch nog veel zwaarder zijn geweest. De Kantonrechter veroordeelde den man tot f 100 boete, te vervangen door 20 dagen gevangenisstraf. Het trottoir opgereden. De volgende verdachte was met zijn auto het trottoir opgereden. Hij verklaarde uit noodzaak gehandeld te hebben. De Ambtenaar: Auto's behooren in geen geval op het trottoir, het trottoir is voor de voetgangers. De eisch luidde f 25 boete of 5 dagen hechtenis. Vonnis f 20 of 4 dagen. Aanrijding tusschen tram-trein en auto. Eenigen tijd geleden is een auto in aan rijding gekomen met een tram-trein van de N. Z. H. T. M. De chauffeur van den auto, welke de aan rijding zou hebben veroorzaakt, stond gis terenmorgen voor den Kantonrechter te recht. Verdachte was, terwijl de voor hem rij dende voertuigen stopten, teneinde een tram-trein van de N. Z. H. T. M. te laten passeeren, doorgereden. Hij had pas gestopt toen hij op een afstand van circa één Meter van de tramrails was gekomen. Het gevolg was, dat de auto door de treeplank van de tram werd geraakt. Verdachte verklaarde niet te hebben ge weten dat er een tram aankwam, bovendien verwachtte hij dat één Meter tusschenruimte voldoende was. De Kantonrechter zeide, dat wanneer ver dachte het voor hem rijdende verkeer zag stoppen, hij ook behoorde te stoppen. De Ambtenaar zeide, dat de wagens van de N. Z. H. T. M. veel breeder zijn dan zij vroeger waren. Bovendien wordt de snelheid opgevoerd. De wagens zijn voor de scherpe bochten veel te groot. Een vreemdeling kan niet weten, dat wanneer hij op behoorlijken afstand van de trambaan blijft, hij toch gevaar loopt aangereden te worden, omdat de wagens zoo ver uitsteken. Deze wagens leveren gevaar op voor den weg, alsdus de Ambtenaar. De Ambtenaar eischte dan ook, gezien bo venstaande feiten, vrijspraak, aangezien ver dachte niet op de trambaan had verbleven. De Kantonrechter achtte den chauffeur wel schuldig, doch legde, met in aanmerking neming van de omstandigheden waaronder de overtreding had plaats gevonden, geen straf op. Ik heb mijn scheepje vol geladen.. Een schipper van een der plezierbooten welke vanuit de haven van IJmuiden zee tochtjes organiseeren, tot een afstand van 1 K.M. in zee, had zich niet aan de voor schriften, zijn boot betreffende, gehouden. Hij mocht in zijn boot niet meer dan 40 personen gelijk vervoeren en had er 51 toe gelaten. Deze overtreding had niet één, maar meerdere malen plaats gevonden. De verdachte verklaarde niet geweten te hebben, dat er zooveel passagiers in zijn boot waren. Een getuige, de adjunct-inspeiteur van de zeevaart te Wormerveer zeide. dat wan neer aan dergelijke overtredingen geen paal en perk wordt gesteld, nog eens een groote ramp het gevolg zal zijn. De Ambtenaar herinnerde in dit verband aan de ramp van de „St. Philibert", welke ramp ook ten deele aan een zoodanige overtreding is toe te schrijven. „Iets dergelijks zou hier ook kunnen vol gen," aldus de Ambtenaar. Aangezien de schipper zeide in het vervolg zich aan de voorschriften te zullen houden, werd een boete van f 10 of 10 dagen hech tenis tegen hem geëischt. Vonnis conform den eisch. I Een edel raadslid. Het gemeenteraadslid E. te Beverwijk heeft zich in den nacht van 12 00 13 Juni zeer onbehoorlijk gedragen. Men zou ver wachten dat iemand met de positie van gemeenteraadslid het voorbeeld zou geven, doch dat was met dezen heer niet het ge val. Het gebeurt niet alle dagen dat een ge meenteraadslid zich voor den Kantonrechter heeft te verantwoorden. De verdachte zelf was niet verschenen, zoodat de zaak zonder hem werd behan deld. Verdachte had in den nacht van 12 op 13 Juni op den Alkmaarschen weg te Bever wijk staan schreeuwen en schelden op een dusdanige wijze, dat een volksoploop ont stond. Een der getuigen verklaarde, dat hij haar zonder eenige aanleiding had uitge scholden. Bovendien hadden de getuigen ge constateerd dat hij niet geheel nuchter was. De Kantonrechter: Een dergelijk gedrag is niet direct hartverheffend voor een raads lid. (Hilariteit op de publieke tribune). De Ambtenaar eischte een boete van f 25, te vervangen door 25 dagen hechtenis. Het edele raadslid werd veroordeeld tot f 25 boete of 10 dagen hechtenis. De schipper gestraft De Raad voor de Scheepvaart deed gis teren uitspraak inzake de stranding tijdens mist van het stoomvisschersvaartuig „Maria" IJM. 95 op de kust nabij Zandvoort. De Raad spreekt als zijn oordeel uit, dat het ongeval is veroorzaakt doordien betrok kene niet de noodige voorzichtigheid heeft in acht genomen. Hij heeft niet gerekend op het Zuidgaand getij. Indien hij dit wel had gedaan, had hij kunnen begrijpen, dat hij, na drie uur gevaren te hebben sedert het passeeren van het lichtschip „Haaks" met de snelheid, die het vaartuig kon ont wikkelen, en in den gevolgden koers, met het schip dicht bij de kust moest zijn. In die omstandigheden had hij, den wal insturen de en tengevolge van den dikken mist niet wetende, waar hij zich precies bevond, het lood moeten gaande houden, ook al deed hij het vaartuig met geringe snelheid varen. De Raad meent op grond van een en ander, dat de nalatigheid van betrokkene van dien aard is, dat een disciplinaire straf op haar plaats is en straft hem door hem de bevoegdheid te ontnemen als schipper te varen voor den tijd van acht dagen. Circus Gleich Nagemaakte entreebewijzen De directie van het circus Gleich verzoekt ons, het publiek opmerkzaam te maken op het feit, dat zoowel reclamebiljetten als de daarvoor ter beschikking gestelde kaarten, waarop 50 pCt. reductie wordt verleend, zijn nagemaakt en verspreid. Daar door een bijzonder kenteeken de echte kaarten van de nagemaakte zijn te onderscheiden wordt verzocht, dat men, waar met deze kaarten nogal handel gedreven wordt, zich wel overtuige, dat geen valsche biljetten verstrekt worden. Omdat op andere plaatsen het vraagstuk van rijwielberging nogal eens moeilijkheden opleverde zal de directie in Heemstede voor een eigen rijwielstalling zorg dragen. De zweefvliegdemonstraties te Egmond aan Zee Naar wij vernemen zal het landingsveld voor motorvliegtuigen te Rinnegom vóór 22 Aug. as. niet gereed zijn. Ook de demonstra tie, te Egmond aan Zee te houden door de Ned. Vereen, van Zweefvliegtuigen, zal wor den uitgesteld. Een nieuw adresboek voor Beverwijk en Omstreken Bij den uitgever G. Eikelenboom te Haar lem, is heden verschenen het nieuwe adres boek der gemeenten Beverwük, Wük aan Zee en Duin en Heemskerk, samengesteld in overleg mei de bevolkingsregisters, waardoor de verzamelde gegevens betrouwbaar mogen genoemd worden. Het boek ziet er typographisch goed ver zorgd uit en is practisch ingericht, doordat elke gemeente op een andere kleur papier is gedrukt, ter vereenvoudiging naar het zoe ken van namen in een bepaalde gemeente. Ong»»i.""<3ld bewüst deze uitgever, die zich specialiseert o.m. op het uitgeven van adresboeken van verschillende gemeenten rond Haarlem, daardoor menige zaak goede diensten. Klant: „Waarom staat uw hond me toch zoo aan te kijken?" Barbier: „O, er valt wel eens een stukje oor van een klant af en dan is hü er het eerste bij." Maud: „Ik geloof, dat Gladys ge lukkiger zou zün indien zü een man trouwde die minder geld had." Muriel: „Nou, wees maar gerust, dat zal hü gauw genoeg hebben." Bulletin Aan ongelukkigen samenloop van omstandigheden te wijten De Raad voor de Scheepvaart deed giste ren uitspraak inzake de aanvaring van het stoomschip „Irene" met 't Noorsche stoom schip „Risor" in het Noordzeekanaal bü de Velserspoorwegbrug. De Raad is van oordeel, dat dit ongeval is te wüten aan een ongelukkigen samen loop van omstandigheden, in verband met niet voldoende voorzichtige navigatie van de „Risor". Het ware het beste geweest, wan neer de „Risor" den sluismeester had ver zocht nog even in de sluis te mogen wach ten, totdat het zeker was, dat zü van de „Irene" geen hinder zou ondervinden. Wat het gaan door de brug betreft, was de manoeuvre van de „Irene", die bü de stOppalen reeds volle kracht vooruit gaf, terwül de brugopening volgens het regle ment niet vrü was, gevaarlijk, vooral nu, gelük de loods verklaard heeft, de brug naar de „Irene" toe draaide. Het is waar. dat de „Irene" daarmede ook de „Risor" trachtte te helpen, doch dit neemt niet weg, dat de manoeuvre, met het oog op de brug, niet juist was, al heeft zü dan thans geen kwade gevolgen gehad. Geen salarisverlaging. Het invaliditeitsfonds Eenige maanden geleden ging het stellig» gerucht, dat het in het voornemen van de regeering zou liggen de ambtenarensalarissen met een zeker percentage te verlagen. Ter bevoegde plaatse, waar men dit zou kunnen weten, deelde men het „Hdbd." toen, op de vraag naar de juistheid van het ge rucht, mede, dat men principieel niet op een los gerucht wenschte in te gaan, dat in een tüd als deze, uiteraard zeer gemakkelijk ont staat. De juistheid van het gerucht werd dus niet tegengesproken. Intusschen, kort daarop ver scheen door bemiddeling van het Ned. Corr. Bureau een verklaring van minister de Geer in de pers, welke feitelük een bevestiging vormde van het bericht. Thans verneemt het blad, dat bü de re geering wel degelük het voornemen heeft bestaan de salarissen der ambtenaren te verlagen, waarbü bezuiniging als doel voor oogen stond. Minister de Geer heeft zeer lang weten staande te houden, dat salaris verlaging noodzakelük was, teneinde de groeiende lasten van de begrooting te ver minderen. Over deze kwestie was de mee ning in den ministerraad echter verdeeld. Eerst onlangs is evenwel besloten geen sa larisverlaging toe te passen. Op de Rijksbe grooting voor 1932 is hiermede althans geen rekening gehouden. Intusschen wil dit niet zeggen, dat salaris verlaging hiermede voor goed van de baan zou zün. Voorloopig behoeft men indien het blad juist is ingelicht er niet op te rekenen. Voorts schijnen er plannen ten opzichte van het Invaliditeitsfonds te bestaan, in ver band met de bezuinigingsmaatregelen tot ontlasting der begrooting. Volgens art. 20 sub. 1 van de Invaliditeitswet ontvangt het Invaliditeitsfonds o.a. uit 's Rijks schatkist sinds 1929 jaarlüks een bedrag van f 17.623.000 ter gedeeltelüke dekking van de uit te kee ren renten uit dat fonds. Naar verluidt zou het in het voornemen der regeering liggen om bovengenoemde uit- keering met een aanzienlijk bedrag ge sproken wordt van eenige millioenen te verminderen. Met dien verstande, dat deze vermindering een tijdelük karakter zal dra gen, en dat de gelden, welke dus eventueel zouden worden ingehouden later, als de fi nanciën dit weer toelaten, toch nog in het invaliditeitsfonds zouden vloeien. Op de uit- keeringen van het fonds zou dit niet nood- zakelükerwijs van invloed behoeven te zijn. zal dragen, omdat men Regeering en Parle ment wil doen blü'ken, wat ze van de kath. arbeidersbeweging kunnen verwachten; te meer blükt dan nog de belangrijkheid van dit congres, wanneer het wordt bezien in verband met de huidige economische omstan digheden. De eerste der drie eischen, die naar voren zullen komen op het congres, is die van wettelüke regeling der werk'oosheidszorg. Een tweede eisch is verbetering van de ouderdomsverzekering. Ten derde is het de eisch van bedrijfs organisatie, welken het congres op den voorgrond zal stellen, de eisch, dat de arbei- de: medezeggenschap over het werk van zijn handen krijgt, zooals b.v. de bedrijfs- raden van het wetsontwerp van minister Verschuur bedoelen. Verder worden nog de Rijkskindertoeslag, de wettelüke vacantieregeling enz. te berde gebracht, doch op den voorgrond worden deze niet geplaatst. Eenige nader bijzonderheden Hieronder volgen dan nog eenige bü'zon- derheden omtrent het congres. Er komen in totaal 50.000 deelnemers naar Utrecht. Uit alle deelen des lands zullen de con gressisten, meerendeels met bussen naar het centrum des lands stroomen. Zoo komen er uit Heerlen al een 600-tal deelnemers, die de lange reis per autobus zullen afleggen. Het congres zal mede door verschillende vooraanstaande Katholieke sociale figuren worden bügewoond, o.m. door Minister Ver schuur en verscheidene Kamerleden e.a. Verder is o.m. de burgemeester van Utrecht, dr. J. P. Fockema Andreae uitge- noodigd. De dag vangt te 11 uur aan met een Pontificale H. Mis in de open lucht, opge dragen door Z. H. Exc. den Aartsbisschop Mgr. J. H. G. Jansen Het terrein van de meeting, dat is gelegen aan den Koningsweg bü den Krommeu RÜn op het Gemeentegebied van Houten, is 11 H A. groot. Hier zal prof. dr. Kors O.P. zijn inleiding houden over de verschillende politiek-eco- nomische eischen, zooals die hierboven zijn aangegeven. Deze meeting zal van half I tot 2 uur duren. Op het terrein zal E.H.B.O. aanwezig zün. Tegen 3 uur begint dan de opstelling voor den demonstratietocht. Wanneer men bedenkt, dat hieraan een vüftig duizend personen zullen deelnemen, dan is het te begrijpen, dat het heel wat voeten in de aarde heeft, voordat alles marcheert. Voor een vlot verloop van de opstelling zijn verscheidene voorbereidende maatre gelegen getroffen. Voor de opstelling is op het terrein een •strook van 20 Meter breedte gereserveerd, waarop telkens 5 afdeelingen van 10.003 man zullen worden opgesteld. Daartusschen zullen zich een vüftigtai muziekkorpsen en 12 toonwagens schuiven. In den stoet worden ongeveer zeventig transparanten meegedragen met klinkende opschriften, waaruit de Kath. arbeidersbe weging zal spreken. Ofschoon de zaken zoo'n vlot mogelijk ver loop zullen hebben, zal het toch nog onge veer drie uur duren voor de laatste deel nemers aan den optocht het veld verlaten zullen hebben. Behoudens goedkeuring van de politie, zal de route leiden langs Gansstraat, Ledig Erf, Tolsteegsingel, Maliesingel en Malibaan, waar voor den Aartsbisschop zal worden gedefileerd, een wandeling, die ongeveer drie kwartier zal duren. Onmiddelhjk na het défilé volgt ontbin ding. Het voorbü trekken van den stoet zal door zün lengte ongeveer drie uur in beslag nemen. Aan den optocht zal zooveel mogelijk zorg l besteed worden, zoodat hij ook artistiek ge zien mag worden. Uit het bovenstaande blijkt dus wel hoe groot het belang van den zesden Septem ber is. Dat de Katholieke arbeiders dit dan ook mogen inzien en dat niemand hunner verzuime op 6 September naar Utrecht te gaan. De R.K. Arbeidersbeweging demonstreert in de Domstad Wü hebben reeds een en ander medege deeld omtrent het Congres, dat vanwege het R. K. Werkliedenverbond in Nederland op Zondag 6 September a.s. te Utrecht gehouden zal worden. Ten einde de belang stelling onder de betrokkenen gaande te houden en hen aan te sporen, aan congres en meeting deel te nemen, herinneren wij er nogmaals aan, dat het Congres op de eerste plaats beoogt te zün een grootsche hulde aan de nagedachtenis van Paus Leo XIII en zün roemrijken zendbrief „Rerum Novarum". De beteekenis van het congres reikt echter veel verder, zoodat het in we zen een sterk sprekend politiek karakter Herbouw van „Flora" Het plan Is, een theater hetzelfdtï genre als het oude gebouw te laten verrazen In aansluiting op het bericht, dat B. en W. van Amsterdam zullen voorstellen, een stuk tuingrond van het Museum Willet Holthuysen in tijdelijke erfpacht uit te geven in verband met het stichten van een schouwburg op het „Flora"-terrein, valt mede te deelen, dat de rechthebbende op dit terrein inderdaad het plan heeft, te ko men tot deh herbouw van een theater in gelijken geest als het vroegere „Flora". Een schouwburg dus voor revues, lichte operet tes en variété. De plannen hiervoor waarop, als zij uitgewerkt zijn, dus nog de goedkeuring der autoriteiten zal moeten worden verkregen verkeeren, naar het „Hdbd." vernam, nog in een eerste begin stadium. Wie het gebouw zal ontwerpen, staat nog niet vast en ook niet of er weer een bar aan verbonden zal worden. Wél is zeker, dat het gebouw, als het er komt, zich verder naar achteren zal uitstrekken in den tuin van het Museum Wil'.et Holthuysen. Voor het overige is op het oogenblik nog niet méér te zeggen, dan dat, als de plan nen van de rechthebbende verwerkelükt worden, eerlang aan de Amstelstraat een theater zal verrijzen in hetzelfde genre als het oude „Flora", zij het ongetwijfeld in ietwat moderner bouwtrant. Het Kamerlid Schaepman Tsjecho-Slowaaksche onderscheiding De president van de Tsjecho-Slowaak sche republiek heeft benoemd tot Officier in de Orde van den Witten Leeuw van Tsjecho-Slowakije voor burgerlijke ver diensten, den heer Th. F. M. Schaenman, lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal. Reclameplaat Wij ontvingen de reclameplaat, welke is vervaardigd door Dr. L. Raemaekers voor ie van 8 tot en met 17 September a.s. te hon den jaarbeurs. Daar de eerstvolgende beurs de 25ste Jaarbeurs zal zijn. heeft de ontwer per als motief gekozen „de Mercuriuskop" opwaarts kiikend naar het cüfer XXV. De plaat, die in twee formaten gedrukt 120 x 180 c.M. en 78 x 105 c.M. is. zal bin nen enkele dacen op de reclamezui'en wor den aangebracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5