BIJ EEN MONUMENT
w.
TWEEDE BLAD
DONDERDAG 20 AUGUSTUS 1931
BLADZiJ üi
II (Slot)
Corrohoraverunt Jacob
STADSNIEUWS
Voor den Kantonrechter
De stranding van de
Maria" bij Zandvoort
Aanvaring
in het Noordzeekanaal
BINNENLAMDSCH NIEUWS
De Rijksbegrooting
voor 1932
Mogelijke bezuinigingen
Het 6 September-congres
Nederlandsche Jaarbeurs
Een heilige, zeiden wij, is niet maar een
gewoon mensch, maar een geloofsheld.
De heldhaftigheid van zijn deugd is het
noodzakelijke, tegelijk het alles afdoende
kenmerk van de heiligheid, en zonder dat
merk zal er nooit één, hoe vroom ook in de
opvatting der menschen, tot de eer der al
taren verheven worden.
Heldhaftigheid is en blijft onder alle om
standigheden het merkteeken van het on
gewone.
De menschheid krioelt van de middelmaat
en het alledaagsche; het getal van hen, die
op geestelijk terrein waarachtige helden
figuren zijn, die zich torenhoog uitzetten
boven hun omgeving, is zeer miniem en zal
dat altoos wel blijven.
Physieke kracht, het vernuft van zijn geest
kan den mensch wereldberoemd maken,
maar als zijn naam begraven is in het
historieboek, is zijn taak afgedaan en blijft
hij hoogstens een curieus verschijnsel onder
de menschengeslachten of een object van
onderzoek voor geleerden en psychologen.
En als latere eeuwen hem soms weer voor
het voetlicht zetten, is de bewondering, die
voor een oogenblik wordt opgewekt, altoos in
de hoogste mate onevenredig aan den roep,
die er van zulk een persoonlijkheid uitging
bij het leven.
Niet zóó bij de Martelaren.
Zij zijn en blijven een altoos levende
kracht in de katholieke gemeenschap.
Sympathetisch gaat er door alle eeuwen
een stroom van dankbare vereering tusschen
de ware geloovigen en de helden hunner
historie.
De strop en de beul daar in die vunzige
schuur van den Briel hebben daarom in de
geschiedenis het laatste woord niet gehad,
evenmin als het Pharizeïsme bij den dood
van Christus.
De geur van hun heilig leven en kostba
ren dood hangt op heden nog als brandende
wierook in onze kerken en kathedralen, en 't
zijn de „odoramenta Sanctorum", waarvan
Sint Joannes spreekt in zijn Openbaring, en de
voorbede der 19 Bloedgetuigen in de zalige
eeuwigheid, die nog aan dit Roomsche ge
slacht en aan de kinderen na ons blijven
instorten den moed om te belijden en te
beleven hetzelfde geloof, waarvoor zij met
zóó hevige liefde en zóó zeldzame heldhaf
tigheid den dood zijn ingegaan.
Zeldzaam, want wij moeten ver in de his
torie teruggaan om een parallel te vinden
even aangrijpend in lijdensmoed aan de eene
zijde, als schrikwekkend van den kant der
beulen in geraffineerdheid en duivelschen
haat.
Ja, wij aarzelen niet te zeggen, dat het
lijden en sterven dier 19 mannen een groot
aantal punten van gelijkenis vertoont met
den nacht van bespotting en de tragedie
van Golgotha.
Te kijk gezet in een vieze mosselschuit, de
ziel doorkerfd door den smaad van hun
eigen volk, opgejaagd door de brute instinc
ten van een opgehitste massa, ten prooi aan
het afgrijselijk spel van menschelijke ver
dorvenheid, hebben zij over dit alles ge
triomfeerd, in gebed en verzuchting elkander
aanvurend tot het bittere einde toe, als het
koord hun de stem versmoorde, opdat toch
maar ongerept in hun ziel zou blijven de
glans van die parel, waarvoor men het al
met winst verliest.
In dien triomf der heldhaftigheid door één
machtige daad openbaart zich vooral het
verschil tusschen de heiligen en de martela
ren onder hen.
De heldenmoed der heiligen bestaat niet
in één groote, opzienbarende daad, ook niet
in één deugd, daar immers de verschillende
deugden nauw met elkander samenhangen
en d° ééne niet bestaanbaar is zonder de
andere, al zullen de graden verschillen.
Het leven der heiligen gelijkt niet op de
vlakte van een eiland, waarboven slechts 'n
eenzame bergtop zich verheft, maar het is
als een prachtig hooggebergte, waar de eene
spits al hooger stijgt dan de andere, aldoor
stralend in het licht van de zon, en met
den schijn om zich heen, als wilden zij
steeds maar hooger door de luchten boren.
En wat die heiligen bijzonder karakteri
seert: zij blijven bü voortduur op die hoog
ten staan.
Wij allen zijn op onzen tijd heiligen, een
minuut lang, een half uur soms, of, als de
ziel onder hoogspanning staat, een week, 'n
maand misschien, maar bij het keeren van
den wind zwenkt weer het vaandel van
onze trouw.
Wij zijn dan gelijk aan diegenen, die het
Woord hooren en het met vreugde aan
nemen, maar daar is in zulke katholieken
geen krachtig levende wortel, en de vroom
heid duurt dan maar een korten tijd.
Niet zóó de heiligen.
Rustig en onbewogen staat hun zieleleven
als het hooggebergte, hoe ook de stormen
jagen om de toppen,
Bij de martelaren staan wij evenwel voor
een uitzonderingsgeval.
Bij hen is al-beslissend het laatste mo
ment van hun leven.
Door één hooge, supreme daad zegeviert
in hun stervensuur de heldenmoed dei- hei
ligen.
Hierin gelijken zij allen op den goeden
moordenaar, van wien St. Augustinus zoo
schoon heeft gezegd, dat zijn kruisboom bij
de laatste verzuchting van zijn boetvaardig
hart opeens kwam' te staan in vollen bloei
De wortel des geloofs, waardoor het leven
der heiligen tot een voortdurend offer wordt,
ontplooit zich bij het Martyrium plotseling
in zijn meest wonderbare kracht, ook al zou
het leven van den martelaar niet gehee!
cnverlet van de zonde zijn gebleven.
De geschiedenis der 19 geloofshelden le
vert ook hiervoor het bewijs, want hoewel
bij het meerendeel hunner de marteldood de
uitgang en de waardige bekroning was van
een godvruchtig leven, daar waren er onder
hen toch ook twee, die hun priestereere be
zoedeld hadden door grove ergernis en dus
allerminst tot zulk een glorieuzen dood sche
nen voorbestemd.
Toch werden ook zij opgenomen onder de
werkers van het laatste uur.
Deelgenooten in het lijden en de versma
ding hunner medepriesters, zijn ook zij lang?
de ladder der Geuzen opgeklommen naar het
zalig huis, waar de vele woningen zijn en
zelfs de eereplaatsen openstaan voor wie de
schuld van hun .even hebben uitgewischt
in hun bloed.
En tot welk een prijs ook zij hebben mee-
gedongen naar den palm der overwinning
in welke verschrikking de martelaren in het
algemeen hun stervensuur zagen naderen,
kan blijken uit een treffende bijzonderheid,
welke Estius meedeelt omtrent den eerbied-
waardigen vicarius, den H. Hieronymus van
Weert.
Hoe stil en geduldig hij evenals de ande
ren zijn onmenschelijk leed verdroeg, hij kon
toch niet nalaten op een oogenblik zijn beu
len toe te roepen: „Welk een barbaarsch-
heid! Welk volk zal zóó van alle mensche-
lijk gevoel verstoken zijn, dat het zijn ge
vangenen aldus behandelt! Eenmaal ben ik
gevallen in de handen van Grieken, Turken
en Saracenen, maar ik herinner mij niet, dat
ik als hun gevangene, zelfs maar éénmaal
geslagen ben." D
De martelaar sprak zoo, omdat hij als
Franciscaan een pelgrimstocht had gemaakt
naar het Heilige Land, alwaar hij eveneens
om zijn geloof in de gevangenis had gezucht.
En terwijl hij die woorden sprak, stonden
de martelaars daar, door heel het gepeupel
bespot, en bijna geheel ontkleed, terwijl de
dronken Lumey en zijn kornuiten de marte
laars dermate met boomtakken bewerkten
en mishandelden, dat zij, geheel van bloed
bedropen, zelfs voor hun bekenden en de
burgers van de stad totaal onherkenbaar
w-iren zoodat dezen zich zelfs in hun persoon
vergisten.
Maar het hooge uur der beproeving moest
nog komen, en nu reeds was er geen gedaante
en geen schoonheid meer in hen.
In verband hiermede en gelet op de
schaamtelooze wreedheid, waarmee deze
priesters zoowel vóór als na hun dood wer
den achtervolgd, mogen wij wel als onze
meening uitspreken, dat een volledige en
gedetailleerde beschrijving van hun martel
dood, zooals Estius en anderen ons hebben
nagelaten, moeilijk aan iedereen in handen
kan gegeven worden.
Onder zulke tormenten nu als zwakke
menschen blijmoedig den dood in te gaan
en tot op het critieke uur geen vezel los te
laten van hun overtuiging ziedaar de
heldhaftigheid der heiligen, die dan ook voor
het canonieke recht geen onderzoek of bewijs
behoeft, indien maar onweersprekelijk vast
staat het feit der martelie zelf om wille
van het geloof.
Wij hebben zijn getuigenis niet noodig,
maar merkwaardig blijft toch altoos het ge
zegde van een man als Napoleon, die de
menschen wel op hun waarde wist te schat
ten, al bleef hij hierin te zijnen opzichte in
gebreke, maar die het eens volmondig tegen
over zijn generaals bekende, dat hij den diep-
sten eerbied had voor de martelaren der
Katholieke Kerk en ze oneindig hooger
schatte dan alle stedenbedwingers en wereld
veroveraars.
De historie heeft aan de Martelaren van
Gorcum recht gedaan en wij, die als katho
lieken uit eenzelfde geloof leven, zijn op he
den in de gelegenheid een groote eereschuld
te betalen.
Op het onwraakbare historieblad en in de
stille vereering der verdrukte katholieke
voorgeslachten is de faam van hun onzeg
baar lijden tot ons gekomen, en nu daar
geen hinder meer is van de vestingwet, die
onze godsvrucht terugdrong naar een onaan
zienlijke noodkapel, zal het katholieke Ne
derland nu overgaan tot den bouw van een
wijdingsvolle gedachteniskerk, een monument
in grooten stijl, waardig symbool onzer dank
bare vereering tot in een verre nakomeling
schap.
Geen praalgraf zal het zijn van albast of
onyxsteen, maar de levende intimiteit der
katholieke devotie, die zich hier gaat ont
plooien en uitleven in een indrukwekkend
kerkgebouw.
En nu is het toch de stellige verwachting
van onzen hoogwaardigen Bisschop en de
Brielsche commissie, dat er onder de katho
lieken een wedijver ontsta niet slechts om den
bouw mogelijk te maken en den schuldenlast
te verlichten 2), maar dat, veel meer dan
tot nog toe gebeurde, de katholieken van
geheel Nederland naar deze votief-kerk zul
len pelgrimeeren als naar een plaats, waar
eens in bitteren stervensnood zooveel edel
Roomsch bloed heeft gevloeid om wille van
het geloof.
Met nadruk gewagen wij hier van heel
Katholiek Nederland, want wij stuiten hier
op een misverstand.
Immers al behoort de plaats, waar deze
19 geloofshelden den laatsten strijd geleden
hebben tot het Bisdom van Haarlem, de
katholieken hebben toch te bedenken, dat
op twee na al deze priesters geboren en af
komstig waren of de zielzorg uitoefenden in
streken, die, heel ver soms, buiten de gren
zen van het tegenwoordige Haarlemsche
diocees gelegen zijn, zoodat wij dus mogen
spreken van een eereschuld, die heel het
katholieke Nederland verplicht.
„Ossa pullulent de loco suo, nam corro
horaverunt Jacob et redemerunt se in fide
virtutis." 3)
Hun gebeente moge uitbotten van hunne
rustplaats, want zij hebben het huis van Ja
cob gestut en gesterkt en zich zei ven vrij
gekocht door de kracht van hun geloof.
Is er wel een zuiverder weerspiegeling
denkbaar van hetgeen de Gorkumsche mar
telaren voor onze katholieken beteekenen
dan deze gewijde tekst, welke de H. Schrift
bedoelt als een lofspraak op de twaalf kleine
profeten van Israël?
Want het heilig gebeente van Leonardus
en zijn gezellen is geworden tot den levenden
wortel, waaruit het geloofsleven krachtig in
onze Kerk is opgebloeid, hetgeen toch zoo
treffend blijkt uit het geloof hier te lande
in het primaatschap van den Paus en de
wezenlijke tegenwoordigheid van Christus in
de H. Eucharistie, juist de twee fundamen-
teele waarheden, waarvoor deze geloofshelden
het offer gebracht hebben van hun leven en
smartvollen dood.
Door dat machtig voorbeeld hebben zij het
huis van Jacob tot op deze dagen gesterkt
en in velerlei vrucht doen ontkiemen.
En nu moge daar binnen de muren ver
zwakking en afval des geloofs en daarbuiten
sterke vijandigheid tegen de Kerk zijn te be
treuren, het huis van Jacob zal niet wan
kelen, ook al wordt het in deze gevaarvolle
tijden nog zoo donker om ons heen, indien
maar bij de katholieken met het voorbeeld
dier 19 helden voor oogen altoos levendiger
het besef indringe, welk een kostbaar bezit
zij hebben in hun geloof
Geen schrikbewind, welk ook, zal hun ooit
dat bezit kunnen ontrooven.
En al scheen in 1572 de doodsklok over
onze Kerk te luiden, boven de ruïne van
die afschuwelijke turfschuur moge dan nu
het nieuwe monument verrijzen, symbool
van een Kerk, die zich bij elke verdrukking
verjongt en uitbloeit tot hoogere levens
kracht.
RECTOR THOMPSON.
1) G. Estius. Historiae Martyrum Gor-
comiensium. Namurci 1655, pag. 162.
2) Met aandrang verwijzen wij den mil-
den gever van kleine of groote gaven naar
het gironummer van den voorzitter der
bisschoppelijke commissie, den Zeereerw.
heer J. van Muyen, pastoor te Brielle. Dit
nummer is 110895. Elke week worden de
giften verantwoord in het weekblad „Sint
Bavo".
3) Eccli. 49:12.
De verkeersongevallen te Haarlem.
Het aantal verkeersongelukken dat den
laatsten tijd te Haarlem plaats vindt is legio.
Voor een groot deel is djt te wijten aan de
bestuurders van motorrijtuigen; zij rijden
met veel te groote snelheid en houden zich
niet aan de regels van het verkeer.
Het is noodzakelijk, vooral in een stad als
Haarlem, waar de straten en wegen over het
algemeen zeer smal zijn, de noodige voor
zichtigheid te betrachten.
Daarom vallen bij het Kantongerecht, zeer
terecht, zware klappen. De boeten die daar
den veroorzakers van verkeersongevallen
worden opgelegd, zijn buitengewoon zwaar.
Misschien is dat de eenige manier om de
chauffeurs aan te sporen in het vervolg be
ter op te letten. Immers, er gaat geen dag
voorbij of er vinden te Haarlem één of meer
verkeersongevallen plaats, waarvan verschei
dene met zéér ernstige gevolgen. Wij her
inneren hier aan de verleden week plaats
gehad hebbende ongelukken in de Frans
Halsstraat en bij de Amsterdamsche Poon.
Daarom is het hoog noodig dat er strenge
straffen worden toegediend.
100 boete of 20 dagen.
Gisterenmorgen stond voor den Kanton
rechter een persoon terecht, die zich aan
verschillende overtredingen had schuldig ge
maakt.
Verdachte reed met een auto van de
Tempeliersstraat de Groote Houtstraat in.
In de eerste plaats reed hij links en bo
vendien ging hij plotseling, zonder eenige
aanleiding achteruit rijden, zoodat de daar
loopende of rijdende personen snel op zij
moesten springen, wilden zij niet overreden
worden. Een geluk was het, dat het nacht
was, anders waren er zeker ongelukken ge
beurd.
Dit achteruit rijden gebeurde eenige malen
tot de politie ingreep.
Bovendien rook de man naar sterken
drank.
De Ambtenaar van het O. M. eischte,
aangezien de dronkenschap niet voldoende
was bewezen, een boete van f 150, te ver
vangen door 30 dagen hechtenis.
Was de dronkenschap vast komen te staan,
aldus de Ambtenaar, dan zou de eisch nog
veel zwaarder zijn geweest.
De Kantonrechter veroordeelde den man
tot f 100 boete, te vervangen door 20 dagen
gevangenisstraf.
Het trottoir opgereden.
De volgende verdachte was met zijn auto
het trottoir opgereden. Hij verklaarde uit
noodzaak gehandeld te hebben.
De Ambtenaar: Auto's behooren in geen
geval op het trottoir, het trottoir is voor
de voetgangers.
De eisch luidde f 25 boete of 5 dagen
hechtenis.
Vonnis f 20 of 4 dagen.
Aanrijding tusschen tram-trein en
auto.
Eenigen tijd geleden is een auto in aan
rijding gekomen met een tram-trein van
de N. Z. H. T. M.
De chauffeur van den auto, welke de aan
rijding zou hebben veroorzaakt, stond gis
terenmorgen voor den Kantonrechter te
recht.
Verdachte was, terwijl de voor hem rij
dende voertuigen stopten, teneinde een
tram-trein van de N. Z. H. T. M. te laten
passeeren, doorgereden. Hij had pas gestopt
toen hij op een afstand van circa één Meter
van de tramrails was gekomen. Het gevolg
was, dat de auto door de treeplank van
de tram werd geraakt.
Verdachte verklaarde niet te hebben ge
weten dat er een tram aankwam, bovendien
verwachtte hij dat één Meter tusschenruimte
voldoende was.
De Kantonrechter zeide, dat wanneer ver
dachte het voor hem rijdende verkeer zag
stoppen, hij ook behoorde te stoppen.
De Ambtenaar zeide, dat de wagens van de
N. Z. H. T. M. veel breeder zijn dan zij
vroeger waren. Bovendien wordt de snelheid
opgevoerd. De wagens zijn voor de scherpe
bochten veel te groot. Een vreemdeling kan
niet weten, dat wanneer hij op behoorlijken
afstand van de trambaan blijft, hij toch
gevaar loopt aangereden te worden, omdat
de wagens zoo ver uitsteken. Deze wagens
leveren gevaar op voor den weg, alsdus de
Ambtenaar.
De Ambtenaar eischte dan ook, gezien bo
venstaande feiten, vrijspraak, aangezien ver
dachte niet op de trambaan had verbleven.
De Kantonrechter achtte den chauffeur
wel schuldig, doch legde, met in aanmerking
neming van de omstandigheden waaronder
de overtreding had plaats gevonden, geen
straf op.
Ik heb mijn scheepje vol geladen..
Een schipper van een der plezierbooten
welke vanuit de haven van IJmuiden zee
tochtjes organiseeren, tot een afstand van
1 K.M. in zee, had zich niet aan de voor
schriften, zijn boot betreffende, gehouden.
Hij mocht in zijn boot niet meer dan 40
personen gelijk vervoeren en had er 51 toe
gelaten. Deze overtreding had niet één, maar
meerdere malen plaats gevonden.
De verdachte verklaarde niet geweten te
hebben, dat er zooveel passagiers in zijn
boot waren.
Een getuige, de adjunct-inspeiteur van
de zeevaart te Wormerveer zeide. dat wan
neer aan dergelijke overtredingen geen paal
en perk wordt gesteld, nog eens een groote
ramp het gevolg zal zijn.
De Ambtenaar herinnerde in dit verband
aan de ramp van de „St. Philibert", welke
ramp ook ten deele aan een zoodanige
overtreding is toe te schrijven.
„Iets dergelijks zou hier ook kunnen vol
gen," aldus de Ambtenaar.
Aangezien de schipper zeide in het vervolg
zich aan de voorschriften te zullen houden,
werd een boete van f 10 of 10 dagen hech
tenis tegen hem geëischt.
Vonnis conform den eisch.
I
Een edel raadslid.
Het gemeenteraadslid E. te Beverwijk
heeft zich in den nacht van 12 00 13 Juni
zeer onbehoorlijk gedragen. Men zou ver
wachten dat iemand met de positie van
gemeenteraadslid het voorbeeld zou geven,
doch dat was met dezen heer niet het ge
val.
Het gebeurt niet alle dagen dat een ge
meenteraadslid zich voor den Kantonrechter
heeft te verantwoorden.
De verdachte zelf was niet verschenen,
zoodat de zaak zonder hem werd behan
deld.
Verdachte had in den nacht van 12 op
13 Juni op den Alkmaarschen weg te Bever
wijk staan schreeuwen en schelden op een
dusdanige wijze, dat een volksoploop ont
stond. Een der getuigen verklaarde, dat hij
haar zonder eenige aanleiding had uitge
scholden. Bovendien hadden de getuigen ge
constateerd dat hij niet geheel nuchter was.
De Kantonrechter: Een dergelijk gedrag
is niet direct hartverheffend voor een raads
lid. (Hilariteit op de publieke tribune).
De Ambtenaar eischte een boete van f 25,
te vervangen door 25 dagen hechtenis.
Het edele raadslid werd veroordeeld tot
f 25 boete of 10 dagen hechtenis.
De schipper gestraft
De Raad voor de Scheepvaart deed gis
teren uitspraak inzake de stranding tijdens
mist van het stoomvisschersvaartuig „Maria"
IJM. 95 op de kust nabij Zandvoort.
De Raad spreekt als zijn oordeel uit, dat
het ongeval is veroorzaakt doordien betrok
kene niet de noodige voorzichtigheid heeft
in acht genomen. Hij heeft niet gerekend
op het Zuidgaand getij. Indien hij dit wel
had gedaan, had hij kunnen begrijpen, dat
hij, na drie uur gevaren te hebben sedert
het passeeren van het lichtschip „Haaks"
met de snelheid, die het vaartuig kon ont
wikkelen, en in den gevolgden koers, met het
schip dicht bij de kust moest zijn. In die
omstandigheden had hij, den wal insturen
de en tengevolge van den dikken mist niet
wetende, waar hij zich precies bevond, het
lood moeten gaande houden, ook al deed hij
het vaartuig met geringe snelheid varen. De
Raad meent op grond van een en ander, dat
de nalatigheid van betrokkene van dien aard
is, dat een disciplinaire straf op haar plaats
is en straft hem door hem de bevoegdheid
te ontnemen als schipper te varen voor den
tijd van acht dagen.
Circus Gleich
Nagemaakte entreebewijzen
De directie van het circus Gleich verzoekt
ons, het publiek opmerkzaam te maken op
het feit, dat zoowel reclamebiljetten als de
daarvoor ter beschikking gestelde kaarten,
waarop 50 pCt. reductie wordt verleend, zijn
nagemaakt en verspreid.
Daar door een bijzonder kenteeken de
echte kaarten van de nagemaakte zijn te
onderscheiden wordt verzocht, dat men, waar
met deze kaarten nogal handel gedreven
wordt, zich wel overtuige, dat geen valsche
biljetten verstrekt worden.
Omdat op andere plaatsen het vraagstuk
van rijwielberging nogal eens moeilijkheden
opleverde zal de directie in Heemstede voor
een eigen rijwielstalling zorg dragen.
De zweefvliegdemonstraties
te Egmond aan Zee
Naar wij vernemen zal het landingsveld
voor motorvliegtuigen te Rinnegom vóór 22
Aug. as. niet gereed zijn. Ook de demonstra
tie, te Egmond aan Zee te houden door de
Ned. Vereen, van Zweefvliegtuigen, zal wor
den uitgesteld.
Een nieuw adresboek voor Beverwijk
en Omstreken
Bij den uitgever G. Eikelenboom te Haar
lem, is heden verschenen het nieuwe adres
boek der gemeenten Beverwük, Wük aan
Zee en Duin en Heemskerk, samengesteld in
overleg mei de bevolkingsregisters, waardoor
de verzamelde gegevens betrouwbaar mogen
genoemd worden.
Het boek ziet er typographisch goed ver
zorgd uit en is practisch ingericht, doordat
elke gemeente op een andere kleur papier is
gedrukt, ter vereenvoudiging naar het zoe
ken van namen in een bepaalde gemeente.
Ong»»i.""<3ld bewüst deze uitgever, die
zich specialiseert o.m. op het uitgeven van
adresboeken van verschillende gemeenten
rond Haarlem, daardoor menige zaak goede
diensten.
Klant: „Waarom staat uw hond me toch zoo aan te kijken?"
Barbier: „O, er valt wel eens een stukje oor van een klant af en dan is hü er het
eerste bij."
Maud: „Ik geloof, dat Gladys ge
lukkiger zou zün indien zü een man
trouwde die minder geld had."
Muriel: „Nou, wees maar gerust,
dat zal hü gauw genoeg hebben."
Bulletin
Aan ongelukkigen samenloop van
omstandigheden te wijten
De Raad voor de Scheepvaart deed giste
ren uitspraak inzake de aanvaring van het
stoomschip „Irene" met 't Noorsche stoom
schip „Risor" in het Noordzeekanaal bü de
Velserspoorwegbrug.
De Raad is van oordeel, dat dit ongeval
is te wüten aan een ongelukkigen samen
loop van omstandigheden, in verband met
niet voldoende voorzichtige navigatie van de
„Risor". Het ware het beste geweest, wan
neer de „Risor" den sluismeester had ver
zocht nog even in de sluis te mogen wach
ten, totdat het zeker was, dat zü van de
„Irene" geen hinder zou ondervinden.
Wat het gaan door de brug betreft, was
de manoeuvre van de „Irene", die bü de
stOppalen reeds volle kracht vooruit gaf,
terwül de brugopening volgens het regle
ment niet vrü was, gevaarlijk, vooral nu,
gelük de loods verklaard heeft, de brug naar
de „Irene" toe draaide. Het is waar. dat de
„Irene" daarmede ook de „Risor" trachtte
te helpen, doch dit neemt niet weg, dat de
manoeuvre, met het oog op de brug, niet
juist was, al heeft zü dan thans geen kwade
gevolgen gehad.
Geen salarisverlaging. Het invaliditeitsfonds
Eenige maanden geleden ging het stellig»
gerucht, dat het in het voornemen van de
regeering zou liggen de ambtenarensalarissen
met een zeker percentage te verlagen.
Ter bevoegde plaatse, waar men dit zou
kunnen weten, deelde men het „Hdbd." toen,
op de vraag naar de juistheid van het ge
rucht, mede, dat men principieel niet op een
los gerucht wenschte in te gaan, dat in een
tüd als deze, uiteraard zeer gemakkelijk ont
staat.
De juistheid van het gerucht werd dus niet
tegengesproken. Intusschen, kort daarop ver
scheen door bemiddeling van het Ned. Corr.
Bureau een verklaring van minister de Geer
in de pers, welke feitelük een bevestiging
vormde van het bericht.
Thans verneemt het blad, dat bü de re
geering wel degelük het voornemen heeft
bestaan de salarissen der ambtenaren te
verlagen, waarbü bezuiniging als doel voor
oogen stond. Minister de Geer heeft zeer
lang weten staande te houden, dat salaris
verlaging noodzakelük was, teneinde de
groeiende lasten van de begrooting te ver
minderen. Over deze kwestie was de mee
ning in den ministerraad echter verdeeld.
Eerst onlangs is evenwel besloten geen sa
larisverlaging toe te passen. Op de Rijksbe
grooting voor 1932 is hiermede althans geen
rekening gehouden.
Intusschen wil dit niet zeggen, dat salaris
verlaging hiermede voor goed van de baan
zou zün. Voorloopig behoeft men indien
het blad juist is ingelicht er niet op te
rekenen.
Voorts schijnen er plannen ten opzichte
van het Invaliditeitsfonds te bestaan, in ver
band met de bezuinigingsmaatregelen tot
ontlasting der begrooting. Volgens art. 20
sub. 1 van de Invaliditeitswet ontvangt het
Invaliditeitsfonds o.a. uit 's Rijks schatkist
sinds 1929 jaarlüks een bedrag van f 17.623.000
ter gedeeltelüke dekking van de uit te kee
ren renten uit dat fonds.
Naar verluidt zou het in het voornemen
der regeering liggen om bovengenoemde uit-
keering met een aanzienlijk bedrag ge
sproken wordt van eenige millioenen te
verminderen. Met dien verstande, dat deze
vermindering een tijdelük karakter zal dra
gen, en dat de gelden, welke dus eventueel
zouden worden ingehouden later, als de fi
nanciën dit weer toelaten, toch nog in het
invaliditeitsfonds zouden vloeien. Op de uit-
keeringen van het fonds zou dit niet nood-
zakelükerwijs van invloed behoeven te zijn.
zal dragen, omdat men Regeering en Parle
ment wil doen blü'ken, wat ze van de kath.
arbeidersbeweging kunnen verwachten; te
meer blükt dan nog de belangrijkheid van
dit congres, wanneer het wordt bezien in
verband met de huidige economische omstan
digheden.
De eerste der drie eischen, die naar voren
zullen komen op het congres, is die van
wettelüke regeling der werk'oosheidszorg.
Een tweede eisch is verbetering van de
ouderdomsverzekering.
Ten derde is het de eisch van bedrijfs
organisatie, welken het congres op den
voorgrond zal stellen, de eisch, dat de arbei-
de: medezeggenschap over het werk van
zijn handen krijgt, zooals b.v. de bedrijfs-
raden van het wetsontwerp van minister
Verschuur bedoelen.
Verder worden nog de Rijkskindertoeslag,
de wettelüke vacantieregeling enz. te berde
gebracht, doch op den voorgrond worden
deze niet geplaatst.
Eenige nader bijzonderheden
Hieronder volgen dan nog eenige bü'zon-
derheden omtrent het congres.
Er komen in totaal 50.000 deelnemers
naar Utrecht.
Uit alle deelen des lands zullen de con
gressisten, meerendeels met bussen naar
het centrum des lands stroomen.
Zoo komen er uit Heerlen al een 600-tal
deelnemers, die de lange reis per autobus
zullen afleggen.
Het congres zal mede door verschillende
vooraanstaande Katholieke sociale figuren
worden bügewoond, o.m. door Minister Ver
schuur en verscheidene Kamerleden e.a.
Verder is o.m. de burgemeester van
Utrecht, dr. J. P. Fockema Andreae uitge-
noodigd.
De dag vangt te 11 uur aan met een
Pontificale H. Mis in de open lucht, opge
dragen door Z. H. Exc. den Aartsbisschop
Mgr. J. H. G. Jansen
Het terrein van de meeting, dat is gelegen
aan den Koningsweg bü den Krommeu
RÜn op het Gemeentegebied van Houten, is
11 H A. groot.
Hier zal prof. dr. Kors O.P. zijn inleiding
houden over de verschillende politiek-eco-
nomische eischen, zooals die hierboven zijn
aangegeven.
Deze meeting zal van half I tot 2 uur
duren.
Op het terrein zal E.H.B.O. aanwezig zün.
Tegen 3 uur begint dan de opstelling voor
den demonstratietocht.
Wanneer men bedenkt, dat hieraan een
vüftig duizend personen zullen deelnemen,
dan is het te begrijpen, dat het heel wat
voeten in de aarde heeft, voordat alles
marcheert.
Voor een vlot verloop van de opstelling
zijn verscheidene voorbereidende maatre
gelegen getroffen.
Voor de opstelling is op het terrein een
•strook van 20 Meter breedte gereserveerd,
waarop telkens 5 afdeelingen van 10.003
man zullen worden opgesteld.
Daartusschen zullen zich een vüftigtai
muziekkorpsen en 12 toonwagens schuiven.
In den stoet worden ongeveer zeventig
transparanten meegedragen met klinkende
opschriften, waaruit de Kath. arbeidersbe
weging zal spreken.
Ofschoon de zaken zoo'n vlot mogelijk ver
loop zullen hebben, zal het toch nog onge
veer drie uur duren voor de laatste deel
nemers aan den optocht het veld verlaten
zullen hebben.
Behoudens goedkeuring van de politie, zal
de route leiden langs Gansstraat, Ledig Erf,
Tolsteegsingel, Maliesingel en Malibaan,
waar voor den Aartsbisschop zal worden
gedefileerd, een wandeling, die ongeveer drie
kwartier zal duren.
Onmiddelhjk na het défilé volgt ontbin
ding.
Het voorbü trekken van den stoet zal door
zün lengte ongeveer drie uur in beslag
nemen.
Aan den optocht zal zooveel mogelijk zorg
l besteed worden, zoodat hij ook artistiek ge
zien mag worden.
Uit het bovenstaande blijkt dus wel hoe
groot het belang van den zesden Septem
ber is.
Dat de Katholieke arbeiders dit dan
ook mogen inzien en dat niemand hunner
verzuime op 6 September naar Utrecht te
gaan.
De R.K. Arbeidersbeweging
demonstreert in de Domstad
Wü hebben reeds een en ander medege
deeld omtrent het Congres, dat vanwege
het R. K. Werkliedenverbond in Nederland
op Zondag 6 September a.s. te Utrecht
gehouden zal worden. Ten einde de belang
stelling onder de betrokkenen gaande te
houden en hen aan te sporen, aan congres
en meeting deel te nemen, herinneren wij
er nogmaals aan, dat het Congres op de
eerste plaats beoogt te zün een grootsche
hulde aan de nagedachtenis van Paus Leo
XIII en zün roemrijken zendbrief „Rerum
Novarum". De beteekenis van het congres
reikt echter veel verder, zoodat het in we
zen een sterk sprekend politiek karakter
Herbouw van „Flora"
Het plan Is, een theater hetzelfdtï genre
als het oude gebouw te laten verrazen
In aansluiting op het bericht, dat B.
en W. van Amsterdam zullen voorstellen,
een stuk tuingrond van het Museum Willet
Holthuysen in tijdelijke erfpacht uit te
geven in verband met het stichten van een
schouwburg op het „Flora"-terrein, valt
mede te deelen, dat de rechthebbende op
dit terrein inderdaad het plan heeft, te ko
men tot deh herbouw van een theater in
gelijken geest als het vroegere „Flora". Een
schouwburg dus voor revues, lichte operet
tes en variété. De plannen hiervoor
waarop, als zij uitgewerkt zijn, dus nog de
goedkeuring der autoriteiten zal moeten
worden verkregen verkeeren, naar het
„Hdbd." vernam, nog in een eerste begin
stadium. Wie het gebouw zal ontwerpen,
staat nog niet vast en ook niet of er weer
een bar aan verbonden zal worden. Wél is
zeker, dat het gebouw, als het er komt, zich
verder naar achteren zal uitstrekken in den
tuin van het Museum Wil'.et Holthuysen.
Voor het overige is op het oogenblik nog
niet méér te zeggen, dan dat, als de plan
nen van de rechthebbende verwerkelükt
worden, eerlang aan de Amstelstraat een
theater zal verrijzen in hetzelfde genre als
het oude „Flora", zij het ongetwijfeld in
ietwat moderner bouwtrant.
Het Kamerlid Schaepman
Tsjecho-Slowaaksche onderscheiding
De president van de Tsjecho-Slowaak
sche republiek heeft benoemd tot Officier
in de Orde van den Witten Leeuw van
Tsjecho-Slowakije voor burgerlijke ver
diensten, den heer Th. F. M. Schaenman, lid
van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal.
Reclameplaat
Wij ontvingen de reclameplaat, welke is
vervaardigd door Dr. L. Raemaekers voor ie
van 8 tot en met 17 September a.s. te hon
den jaarbeurs. Daar de eerstvolgende beurs
de 25ste Jaarbeurs zal zijn. heeft de ontwer
per als motief gekozen „de Mercuriuskop"
opwaarts kiikend naar het cüfer XXV.
De plaat, die in twee formaten gedrukt
120 x 180 c.M. en 78 x 105 c.M. is. zal bin
nen enkele dacen op de reclamezui'en wor
den aangebracht.