Binnen landsch Nieuws Gemengd DE GRAPJAS HARLEKIJN! Voor de Huiskamer landbouw en veeteeli Liefdadigheidssportdagen te Deventer Begrafenis Jhr. J. A. van Kretschmar van Veen De toestand in het Amsterdamsche Bouwbedrijf ONZE OOST Nautische berichten KUNST EN KENNIS De methode- Dr. Bendien De uitvoering der Tarwewet KUNST EN KENNIS Een middel tegen luchtziekte De weg tot God! Brand in Vroomshoop Onder een kipwagen Zeven kwartjes met één kwartje vereffend Wielrijder onder de tram Onweer boven de hoofdstad Europa's grootste mijn Moordenaar gezocht Hoe Harlekijn aan Ridder Donderkop een lesje èaf ptr- 'i Pr'nclpteele bezwaren van de B. K. organisaties Te Deventer was een comité gevormd met het doel op 12 en 13 September liefdadig heidssportdagen te organiseeren. Hieraan zouden alle sportvereenigingen te Deventer medewerken. De R. K. organisaties stelden als eisch, dat bij de aan deze feesten verbon den optocht de deelnemers en deelneemsters in een zoodanig costuum zouden verschijnen, dat niemand hieraan aanstoot zou kunnen nemen. Het meemarcheeren zonder kousen enz. zou dan verboden moeten worden. De afdeeliqg Deventer van den Arbeiders Sportbond kon zich hiermede niet vereenigen en stelde daarbij, dat het costuum van zijn leden door den landelijken bond voorgeschre ven was en dat hiervan niet kon worden af geweken. Deze organisatie berichtte dan ook, dat zij onder deze omstandigheden geen medewerking aan de sportdagen kon verlee- nen. Thans hebben zich ook de R. K. vereeni- gingen van deelname teruggetrokken. Het uitvoerend comité overweegt thans, wat haar te doen staat. Zeer waarschijnlijk zullen de sportfeesten afgelast worden. Dezer dagen zal een definitief besluit ge nomen worden. Gistermiddag is op de begraafplaats „Zorg vliet" te Amsterdam het stoffelijk overschot van jhr. J. A. van Kretschmar van Veen, in leven directeur van de Deli spoorwegmaat schappij en oud-directeur der N. S. en der Zuid-Afrikaansche Spoorweg Mij., ter aarde besteld. Een groot aantal belangstellenden was op de begraafplaats aanwezig, o.a. mr. dr. J. v. d. Menten, voorzitter van den raad der com missarissen der N. S., ir. E. C. W. van Dijk, lid van de directie der N. S„ prof. Kraus, oud minister van waterstaat, Herbert Cremer, na mens de Deli Spoorweg Mij., voorts de heeren mr. dr. S. M. Korter, mr. P. Feenstra en J. Heil, commissarissen en jhr. J. M. de Jonge, directeur van de Vereenigde Javasche Hout handelaren; K. F. v. d. Berg en ir. J. P. Del- prat als vertegenwoordigers van de staats commissie voor den Nederlandsch-Zuid-Afri- kaanschen handel, ir. M. H. Damme, directeur van Werkspoor, baron C. R. F. Krayenhoff, oudchef van de afd. publiciteit der N. S. en eenige hoofdambtenaren van de Ned. Spoor wegen. Een zoon van den overledene dankte voor de bewezen belangstelling. Vrijwel alle werken stilgelegd. De met ingang van Maandag jl. door Amstels Bouwvereeniging en de Metselaars pa troonsvereeniging te Amsterdam afgekon digde uitsluiting van de metselaars en op perlieden, die georganiseerd zijn in de Lan delijke Federatie van Bouwvakarbeiders, wordt thans met kracht doorgevoerd. Waar oorspronkelijk aan deze uitsluiting op min of meer slappe wijze de hand werd gehouden, voeren op het oogenblik een tweetal uit ge noemde werkgevers-organisaties gekozen commissies een strenge controle uit bij alle bouwwerken in de stad. Het gevolg hiervan is geweest dat gisteren een der grootste wer ken, nl. dat van Tijmensen en Oudes, met behulp van planken en prikkeldraad ontoe gankelijk is gemaakt voor de leden der fe deratie. Niet alleen bij dit werk ligt thans de arbeid geheel stil, doch dit is tevens het geval met alle andere werken, op één du bieuze uitzondering na. De oorzaak hiervan is dat, ofschoon de moderne, christelijke en katholieke Bonden hun leden tot doorwer ken blijven adviseeren, deze menschen er bezwaar tegen maken om onder politie-toe- zicht te arbeiden en onder politiegeleide naar huis gebracht te worden, weshalve ook zij het werk hebben neergelegd. Het geldt hier uiteraard natuurlijk de werken van de leden van Amstels Bouw vereeniging, hoewel ook enkele niet-georga- niseerden in het conflict zijn betrokken. De afsluitdijk in de Zuiderzee De spoorwegverbinding met het Noorden Als het volgend jaar de afsluitdijk in de Zuiderzee gereed zal zijn gekomen, komt de aanleg van een spoorweg over dezen dijk, de verbinding van Noord-Holland met Friesland en Groningen vormend, nader aan de orde. Dat wil echter niet zeggen, dat in het Jaar waarin de dijk gereed komt, de treinen reeds over den afsluitdijk zullen rijden. Afgeschei den van de economische zijde, welke overi gens onafscheidelijk aan den aanleg van de zen spoorweg is verbonden, moet men er op rekenen, dat, alvorens tot den aanleg van den spoorweg kan worden overgegaan, de dijk zich eerst zal moeten „zetten". Hoewel de uitvoering van dit spoorwegwerk nog niet eens is vastgesteld zooals het „Hdbd.bij informatie vernam zou de aanleg even tueel toch zeker niet eerder dan 1934 kunnen gereed komen. De economische omstandigheden van thans geven echter grond aan het vermoeden, dat met den aanleg van dezen spoorweg waar schijnlijk nog wel eenige jaren zal worden gewacht. In den aanleg van dezen spoorweg toch gaat een belangrijk kaoitaal zitten, waarvan het althans op het oogenblik niet zeker is, dat het beschikbaar is, laat staan gesteld kan worden. Echter is er nog een omstandigheid, welke grond aan het vermoeden geeft, dat met den aanleg van dezen nieuwen spoorweg nog eenige jaren zal worden gewacht. De nieuwe spoorlijn, welke circa 30 K.M. lang zal wor den, omvat een traject, waarop geen plaat selijk verkeer zal zijn, althans geruimen tijd niet, als gevolg van de afwezigheid van be volking in het aanliggend gebied. Uit exploitatie-oogpunt zal deze spoorlijn voorloopig dus zeker niet voordeelig zijn. Iets anders is evenwel, dat zich de nood zakelijkheid van den aanleg van dezen spoorweg zal kunnen gaan voordoen. Het treinverkeer wordt tot op heden geleid over Zwolle. Veel expansie-gelegenheid voor de spoorwegen bestaat er daar niet meer, tenzij men er een zeer belangrijk bedrag aan wil besteden. Eenerzijds is er dus het minder aanlokke lijke exploitatie-beeld van een spoorweg over den Zuiderzee-afsluitdijk in de eerstkomen de jaren, anderzijds is er de moeilijkheid, dat het station Zwolle op den duur het ver keer van overig Nederland met de drie Noor delijke provincies niet meer zal kunnen ver werken, zonder uitbreiding van spoorweg capaciteit. In de naaste toekomst zal dus de vraag onder de oogen moeten worden gezien of het uit economisch oogpunt meer verantwoord is over te gaan tot den aanleg van een nieu wen spoorweg over den afsluitdijk (wat in de verre toekomst toch zal gebeuren) dan wel, dat de spoorwegcapaciteit van het sta tion Zwolle wordt vergroot. Als op het oogenblik een belangstellend bezoeker van de Zuiderzeewerken van den geleider te hooren krijgt, dat het wel 1940 zal worden voordat de treinen over den af sluitdijk rijden, dan is men de tegen woordige economische omstandigheden in aanmerking genomen dichter bij de waar heid, dan hij die het jaar 1932 dezer dagen noemde, besluit het „Hdbd." De bruggenbouw over Waal en Rijn Regeeringssubsidle en arbeidsvoorwaarden Door den heer Kuiper zijn aan den Minis ter van Waterstaat de volgende schriftelijke vragen gesteld: Is het juist, dat van regeeringswege in de aanlegkosten van toegangswegen en opritten voor de overbrugging van den Rijn bij Arn hem en van de Waal bij Nijmegen de over eengekomen subsidie wordt geweigerd, indien in de bestekken voor deze werken zal wor den voorgeschreven, dat de arbeidsvoorwaar den geregeld moeten worden overeenkomstig de bepaling der ter plaatse geldende col lectieve arbeidsovereenkomsten? Wil de Minister bij eventueel bevestigend beantwoording van voorgaande vraag mede- deelen, op welke gronden, naar het oordeel der Regeering, de jaarlijks opnieuw, met in achtneming van gewijzigde omstandigheden, door de organisaties van werkgevers en ar beiders vastgestelde arbeidsvoorwaarden, die voor het geheele land geldend zijn, bij de uitvoering van deze werken niet mogen wor den nageleefd? Groenten naar de mestvaalt Distributie aan werkloozen gevraagd De heer Drop heeft aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ge vraagd, of Z. Exc. geen aanleiding heeft, te doen nagaan of iets gedaan zou kunnen wor den tegen de vernietiging van tuinbouwpro ducten, die blijkt uit de mededeelingen uit de dagbladen, dat aan verschillende groen- tenveilingen een groot deel van den aanvoer wordt overgeladen en naar de mestvaalt ge bracht? Is bijvoorbeeld de Minister bereid te on derzoeken of deze vernietiging van volks- voedsel althans kan worden beperkt door in overleg met besturen van gemeenten en van veilingsvereenigingen de onverkoopbare ge deelten van den tulnbouwoogst op te vangen en te distribueeren, bijv. aan de gezinnen der werkloozen, die uitkeeringen uit werk- loosheidskassenontvangen of krachtens cri sisregelingen worden gesteund? Tenslotte vraagt hij of de Minister in het algemeen bereid is te overwegen of tegen de bovenbedoelde vernietiging van tuinbouw producten maatregelen kunnen worden ge nomen. De twaalfde Volkenbonds vergadering Wie Nederland zullen vertegenwoordigen De Nederlandsche delegatie naar de Twaalf de Volkenbondsvergadering, welke op 7 September a.s. te Genève zal aanvangen, zal zijn samengesteld als volgt: Jhr. mr. F, Bee- laerts van Blokland, minister van Buiten- landsche Zaken, Jhr. dr. J. Loudon, buiten gewoon gezant en gevolmachtigd minister te Parijs, oud-minister van Buitenlandsche Za ken; Dr. H. Colijn, oud-minister van Finan ciën, lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal; mr. J. Limburg, lid van den Raad van State, vertegenwoordigers: mr. L. J. A. Trip, voorzitter van den ondememersraad van Nederlandseh-Indië, oud-Thesaurier- Generaal van het Departement van Finan ciën, oud-president van de Javasche IBank; prof. mr, dr. J. P. A. Frangois, administra teur, chef van de afdeeling Volkenbondsza ken van het departement van Buitenland sche Zaken, buitengewoon hoogleeraar aan de Handelshoogeschool te Rotterdam; prof. dr. E, Moresco, oud-vice-president van den Raad van Indië, plaatsvervangende verte genwoordigers, met dien verstande, dat tij dens de aanwezigheid van Jhr. Beelaerts van Blokland te Genève, ook mr. Limburg ais plaatsvervangend vertegenwoordiger zal wor den beschouwd; mevrouw mr. L. C. Schön- feldPolano, referendaris aan het Departe ment van Justitie, technisch deskundige; mevrouw C. A. Kluyser, hoofdcommies aan het Departement van Binnenlandsche Za ken, technisch deskundige, tevens secreta ris, jhr. mr. M. W. van Weede, Gezant- schaps-attaché, secretaris. Bakkersarbeid Op 31 Augustus a.s. De Minister van Arbeid, Handel en Nij verheid heeft onder enkele voorwaarden toe gestaan, dat wegens de viering van den ver jaardag van de Koningin in broodbakkerijen in alle gemeenten des Rijks door hoofden of bestuurders en door bakkersgezellen op Maandag 31 Augustus a.s. om drie uur des voormiddags met den bakkersarbeid wordt aangevangen. Bovendien mag voor zooveel betreft broodbakkerijen, aan welke eene ver gunning, als bedoeld in art. 37, eerste lid, der Arbeidswet 1919 is verleend op dien dag reeds te één uur des voormiddags met arbeid, bestaande in het gereedmaken van deeg en ovens, worden aangevangen. Van acht uur af mag brood worden verkocht of afgeleverd. Kleine ongevallen Dc Deli-Courant" meldt, dat de „Nieuw- Zeelaud" van de Kon. Paketvaart-Mij. op de laatste reis in een staart van een typhoon ge raakte. De eerste zware zee nam de vaste bakstent mede waarna de bakluchtkokers wegspoelden, terwijl de vangen der ankers werden krom gebogen en uit hun verband ge rukt. Vervolgens braken de sjorringen van een, ongeveer 2 ton zand bevattenden bak op het voorschip, waarop de bak losraakte en neerstorttte op een auto in den kuil. De auto werd vernield en over boord gezet. Vastgeloopen De „Sipirok" van de Kon. Paketvaart-Mij. is bij 't eiland Giligenteng nabij Soemenep vastgeloopen. De „Siberoet" is derwaarts ver trokken voor het verleenen van hulp. De „Sipirok" is bij opkomend water losgekomen nadat een deel van de lading was gelost. Deze is later weer ingenomen. Er werd geen schade aangericht. Een officieel onderzoek Woensdag hebben te Utrecht besprekin gen plaats gehad tusschen verschillende medische autoriteiten uit ons land in ver band met de methode van dr. Bendien te Zeist voor kankerbestrijding. In verband met aeze conferentie worden de volgende bijzonderheden medegedeeld: De conferentie werd bijgewoond door den voorzitter van den gezondheidsraad, dr. Josephus Jitta en dr. Minkema, eveneens van den gezondheidsraad. Voorts waren aanwezig van het Kanker instituut: pr. dr. de Vries, dr. Korteweg, dr. Waterman en dr. Wassink, dr. Julius van het Hygiënisch Laboratorium van prof. Wolff te Utrecht en de professoren van Loghem en Aldershoff. Duidelijk is aan den dag getreden, dat de verstandhouding tusschen dr. Bendien en de vertegenwoordigers der officieele weten schap uitstekend was. Van beide kanten werd betreurd, dat de proeven van dr. Ben dien een onderwerp waren geworden van publieke gedachtenwisseling, wat door nie mand der aanwezigen wenschelijk werd ge acht. Voorts bleek de volkomen bereidheid der instituten en laboratoria om medewerking te verleenen en konden verschillende mis verstanden opgehelderd worden. Men verklaarde zich gaarne bereid de proeven van dr. Bendien te controleeren met voorlichting van hem zelf; de ingre diënten en stoffen zijn in hoofdzaak daar voor aanwezig. Voor zoover zij niet aan wezig zijn, zal echter voor spoedige aanvul ling zorg worden gedragen. Het onderzoek zal van twee kanten geleid worden. Prof. Aldershoff zal de methode Bendien uit serologisch oogpunt bestudeeren, terwijl dr. Julius van het laboratorium van prof. Wolff dit onderzoek van de spectrografische zijde zal completeeren. In de tweede plaats zullen de proeven in het Amsterdamsche Kankerinstituut her haald worden, waarvoor de instrumenten uit de laboratoria geleend zullen worden. De conferentie liep in hoofdzaak over de waarde der methode van dr. Bendien voor 't vroegtijdig herkennen van kanker; over de behandeling der ziekte is zeer weinig gesproken. Het is echter niet uitgesloten dat men te Amsterdam ook de proeven voor de behandeling zal controleeren. Daar omtrent bestaat echter nog geen zekerheid De besprekingen werden volkomen objec tief gevoerd; alle medici waren het er over eens, dat het noodzakelijk was de resul taten der proeven af te wachten. Het was dan ook slechts de bedoeling dezer confe rentie een organisatie te scheppen, waar door het mogelijk is geworden, zich te eeniger tijd een wetenschappelijk oordeel ever de methode-Bendien te vormen. Transactie tot stand gekomen Het „Hdbd." meldt, dat de gewestelijke tarwe-organisaties van Noord- en Zuid- Holland tot overeenstemming zijn gekomen met de N.V. Van Waverens Graanhandel te Haarlem ten aanzien van de 10.000.000 Kg. binnenlandsche tarwe, welke op korten ter mijn te gelde moet worden gemaakt. De tarwe zal thans door de N.V. Van Waveren bij ontvangst aan de boeren worden betaald, vervoerd, opgeslagen, geassureerd, geschoond en later afgeleverd aan de aan te wijzen Vita-leden. De boeren moeten er op rekenen, dat zij van de firma Van Waveren zullen ontvan gen den regeeringsprijs (f 11.50, f 12.50 en f 13.50) minus f 1 en vervolgens nog eens minus 20 pet., zoodat zij in de hand zullen krijgen voor de drie kwaliteiten resp. f 8.40, f 9.20 en f 10 voor de drie doorsnee-kwali teiten. De inhouding van de 20 pet. is voor- Icopig. Een deel daarvan zal later wellicht nog kunnen worden nabetaald. Wie wel eens met ongestadig weer een reis per vliegmachine gemaakt heeft, kent de luchtziekte voldoende en weet, dat haar fatale uitwerkingen minstens even sterk kun nen optreden als die van de meer algemeen bekende zeeziekte. Nu is het de scheepsbouw- techniek door verschillende maatregelen wel iswaar gelukt, de passagiers voor de zeeziekte tenminste tot op zekere hoogte te bescher men bij de vliegmachines echter is tot nu toe nauwelijks iets in deze richting geschied. Prof. Everling van de Eerlij nsche technische Hoogeschool heeft zich nu nader bezig ge houden met de mechanische oorzaken der luchtziekte en vooral de vraag onderzocht, op welke wijze hare gevolgen kunnen ver zwakt of geheel opgeheven worden. De resultaten van zijn onderzoekingen lui den nu, dat de verschijnselen der luchtziekte bijzonder door het voortdurende draaien van het lichaam op zijn zwaartepunt bij buiig weer bij gelijktijdige bewegingen van het hoofd veroorzaakt worden. Daardoor worden zekere organen geprikkeld en de bekende sto ringen treden in. Als middel hiertegen beveelt prof. Everling naast het gebruik der doelma tige medicijnen, vooral het aanbrengen van holle hoofdsteunen aan de zitplaatsen van het vliegtuig aan. Daardoor wordt bereikt, dat het hoofd in dezelfde richting als het vlieg tuig stilgehouden kan worden en daarmee vervalt dan een der voornaamste oorzaken der luchtziekte. Natuurlijk moet bovendien voor voldoende ventilatie gezorgd worden, alsook voor het dempen van schokken en geluiden. Xavier Borgmann was onder het gewicht van een slag van het noodlot verpletterd: Zijn jonge vrouw was door een verraderlijke ziekte overvallen en van hem weggerukt en nu stond hij bij het graf van zijn geluk. Het wr.s een gelukkig huwelijk geweest, met alle vezels van zijn hart had de man zijn vrouw lief gehad. Geen van beiden had ooit kunnen denken, dat deze gelukk'ge verbinte nis zoc ruw verstoord zou kunnen worden.... En hoe snel was nu het onheil gekomen.... Wekenlang leefde Borgmann in sombere te ruggetrokkenheid. Hij liet zich zelfs zóó door zijn matelooze smart vervoeren, dat zijn kin deren, een jongen van negen en een meisje van zeven jaar hem totaal onverschillig wer den. Hij maakte geen enkele tegenwerping, toen kort na het droevig geval een brief uit de verre geboorteplaats kwam, waarin zijn broer, de erfgenaam van de ouderlijke boer derij, aanbood, de halfweezen voorloopig tot zich te nemen. Eenige dagen later kwam hij persoonlijk de kleinen afhalen. Nu was Eorgmann geheel alleen en uitsluitend op zichzelf aangewezen. De droefheid om zijn vrouw ontnam hem allen levensmoed. Ja, hij gaf zich met hardnekkigen wellust aan zijn verdriet over. Den eenen dag na den anderen bracht hij door in sombere apathie en de nachten waren voor hem eindelooze uren van schrikkelijke foltering. Xavier Borgmann was atheïst. Hij had nooit kunnen vermoeden hoe vreeselijk het was, ongeloovig te zijn. Maar nu voelde hij het pas in al zijn afschuwelijkheid. Nergens troostnergens hoop op een wederzienMet den dood is alles ge daandat was zijn beginsel. Hij nam het besluit zich naar zijn ge boorteplaats, het ouderlijk huis, te begeven. De familieleden namen hem vreindelijk op. De laatste weken hadden hem zóó aangegre pen, dat iedereen, die hem zag, medelijden met hem kreeg. In het ouderlijk huis nam hij zijn intrek in een stille kamer op de bovenverdieping. Beneden liep een breede rijweg langs zijn venster en aan de overzijde spande een beukenwoud zijn toppen tot een 'geweldig groen dak van een Dom-kerk. Vlak aan den weg, onder de schaduw van een knoestigen eik, was een klein Middeleeuwsch Madonna kapelletje verscholen. Hoe vaak had hij als kind daar met zijn broertjes en zusjes in het gras aan de steenen trap gespeeld! De familieleden maakten het hem niet las tig. Den eersten Zondag trachtte zijn vader hem wel te bewegen mee naar de kerk te gaan. „Laat me, Vader," zoo weerde hij zacht af, „ik niet. Misschien later." Hij was 14 dagen thuis, toen in den laten avond zich een geweldige wolkenkop vertoon de, het leek wel een dier, dat zich steil in den hemel verhief.. In de verte begon het te donderen. Bliksemflits verscheurden den donkeren avondhemel. Omstreeks midder nacht stak plotseling een wervelstorm op. Xavier Borgmann lag wakker in bed en daar hij niet kon slapen, kleedde hij zich aan en ging naar het open venster. Hij sloeg het geweldige schouwsel der na tuur gade. Hoe klein scheen alles tegen deze gewel dige uitbarsting der verbolgen natuur! Hoe klein, hoe nietig was zoo'n gewichtig menschje der grootstad daar tegen! Dat hij, de geleerde Borgmann daar toch nooit eens aan gedacht had! En er kwam een zekere t weerzin n hem op tegen dezen god: Materia- zijn ziel macht gekregen had.die ook hem alle geloof ontnomen en tot een mbdernen heiden gemaakt had.... En met weemoed lisme, die alles tyranniseertdie ook over dacht hU terug aan de jaren, toen hij nog in zwijgend geloof de handen kon vouwen. En nu, nu hem een geliefkoosd wezen ont rukt was, wat had nu het Credo der Kerk voor hem kunnen zijn! Wat een troost zou nu de gedachte aan een weerzien voor hem geweest zijn Het onweer hing nu naast vlak boven de boerderijPlotseling lag de heele omge ving in een blauwen vuurschijnEen on heilspellend gekletter deed de ruiten rin kelenEn beneden in den tuin splevt met geweldig gekraak 'n eikeboom in tweeën.. Sidderend en doodsbleek ging Borgmann naar beneden. De huisgenooten zaten met gevouwen handen in de kamer om de lange tafel. De gele waskaars flikkerde moe in het halfdonker. Niemand keek naar den binnen tredende, met groot geloof en vertrouwen baden allen tot God. De oude vader bad voorSomber en zwaar en langzaam klonk het door het huis.... Zwaar tikte de oude, staande klok daartusschenEn Xavier Borgmann stond tegen den deurpost geleund en bad meeHier moest men bidden, hier kon men niet anders.... En hij voelde zich van een wonderbare rust doorstroomd. In heete stroomen kwam de gloed van het geloof in zijne zielZijn ziek hart ver kwikte zich nu in een milden vrede Sterk en machtig voelde hij nu een troosten de zekerheid, de zekerheid van het weer zien na den dood.... Een raadselachtig geval Aspirant-arrestant verdwenen De rivierpolitie te Rotterdam heeft giste ren tevergeefs op den uitkijk gestaan om den 23-jarigen koopman T. J. V., die in het Al gemeen Politieblad gesignaleerd stond en die met de „Batavier III" uit Engeland mee moest komen, te arresteeren. V. heeft geruimen tijd in Engeland gevan gen gezeten wegens het plegen van verschil lende misdrijven. Ook in Rotterdam en elders in ons land heeft de man zich aan vergrij pen schuldig gemaakt en de justitie had daarom zijn uitlevering gevraagd. Woensdagavond is hij op transport gesteld en de rivierpolitie had uitgebreide maatre gelen getroffen om hem geen gelegenheid tot ontsnappen te geven. Al deze maatregelen bleken echter voor niets genomen te zijn. Toen het schip bij Schiedam gekomen was en men V. nog steeds niet had zien komen opdagen had de steward eens een onderzoek in zijn hut ingesteld. Hij vond daar echter slechts V.'s jas, hoed en papieren, benevens een briefje waarin de aspirant-arrestant ver zocht de groeten te doen aan allen die hem opwachtten en mededeelde, dat hij liever als voer voor de visschen diende dan in handen te vallen van de justitie. Waarschijnlijk is de man in den Nieuwen Waterweg overboord gesprongen en mocht dit het geval zijn dan is de kans zeer groot, dat hij verdronken is. De rivierpolitie, die de zaak nog in onderzoek heeft, acht het niet zeer aannemelijk, dat hij zwemmende den wal heeft weten te bereiken. Daartoe is de snel heid van de boot en ook het woelige weer van gisteren vermoedelijk wel een ernstig be letsel geweest. Door een ijzerzaag gewond Te Rijen (N. Br.) geraakte de werkman V. op de Ericsson-telefoonfabriek met den arm onder een ijzerzaag, waardoor dit lichaams deel grootendeels werd afgesneden. Nadat eerste geneeskundige hulp verleend was, werd V. naar het St. Ignatius-Ziekenhuis te Breda vervoerd. Zijn toestand is vrij ernstig. Bewoners uit de ramen gesprongen Gisternacht brak een felle brand uit in een der blokken van vier woningen van de wo- ningvereeniging Beter Wonen te Vroomshoop. De brand ontstond in een huis, bewoond door het gezin van den koopman in manufacturen J. Brinks, meldt het „Hdbd." De bewoners, die boven sliepen, werden door een sterke brandlucht wakker en moes ten zich redden door uit de ramen te sprin gen. De inboedel ging veloren. Een naast gelegen onbewoond perceel brandde mede af. Met een motorspuit wist men grooter onheil te voorkomen. De oorzaak van den brand is onbekend. Huizen en inboe del zijn verzekerd. Toen Woensdagmorgen de werken in de grindgroeven onder de gemeente Waubach (Limburg) in gang waren, stortte op een ge geven moment en kipwagen van ongeveer 4 meter naar beneden en kwam op een arbei der terecht. Deze werd levensgevaarlijk gewond naar het ziekenhuis gebracht. Een leerling had eens in een zaak van den boekhouder drie kwartjes moeten leenen. De boekhouder had te voren reeds twee kwar tjes van den kassier geleend, en de kassier was ook in verlegenheid geraakt en had zich twee kwartjes door den leerling laten lee nen. Nu gebeurde het op zekeren dag, dat de leerjongen een kwartje op straat vond. Hij liep dadelijk naar den boekhouder om dit kwartje van zijn schuld af te betalen, die daardoor tot twee kwartjes was verminderd. De boekhouder gaf het kwartje aan den kassier en zei: „Thans ben ik je nog slechts één kwartje schuldig". Hetzelfde zeide de kassier tot den leerjongen en gaf hem het geldstuk. De jongen haastte zich nu weer naar den boekhouder en zei: „Thans ben ik u nog maar één kwartje schuldig". De boek houder gaf toen het kwartje aan den kas sier, uitroepende: „Thans zijn wij quitte!" En de kassier zegt tot den jongen, hem het kwartje gevende: „Nu zijn wij quitte!" De jongen gaat weer naar den boekhouder, over handigt hem het kwartje en zegt: „Nu zijn wij ook quitte!" Dit verhaaltje, dat zich buitengewoon er toe leent om in een gezelschap voor te dra gen heeft men het zesmaal achter elkaar gedaan, dan zijn alle menschen de kluts kwijt bewijst, hoe hier met één enkel kwartje drie schulden vereffend worden, «Ut te zamen zeven kwartjes beloopenl Aan de gevolgen overleden. Op de Vijzelgracht te Amsterdam is gister middag een ernstig ongeluk gebeurd, Een 19-jarige wielrijder, die achter een wagen van lijn 24 reed, week plotseling naar links uit, zonder zich te vergewissen of de weg vrij was. Hij werd toen gegrepen door een wagen van lijn 4. Ernstig gewond werd hij naar het Binnengasthuis gebracht, waar hij kort daarop overleed. Een kort maar hevig onweer, gepaard met slagregen, heeft gisteravond omstreeks zeven uur boven de hoofdstad gewoed. Ern stige ongelukken kwamen niet voor. Aan de De Ruyterkade werd een mast van een der Hunzebooten, liggende aan stei ger drie door het hemelvuur getroffen, zoo ook een paal van de electrische geleidingen op den Westerdoksdijk. Beide gevallen liepen af zonder brand te veroorzaken. Niet langer meer de staatsmijn „Maurita". Het schijnt dat de Duitschers ons een nationale glorie gaan ontrooven, zoo lezen wij in 't Hbld. Tot nu toe geldt onze Staats mijn Maurits als de grootste mijn van Eu ropa en in haar soort wellicht ook van da wereld. Daaraan komt een einde. Door re organisatie, nationalisatie en verbinding van twee mijnen, zijn de Vereinigte Ttahlwerke te Hambom er in geslaagd een geheel te scheppen, dat in grootte alles in Duitsch- land en elders overtreft. Het betreft hier de verbouwing der mijhen Friedrich Thyssen II en V, welke ongeveer 30 jaar oud zijn. De productie daarvan bedroeg tot voor kort 4500 ton per dag of wel ongeveer 1.350.000 ton per jaar. Nu rekent men op een opbrengst van niet minder dan het dubbele, zijnde 2.700.000 ton. Haast zooveel als de productie van heel een mijnbekken van ander type als we b.v. in België kennen, met mijntjes van 100.000 ton en minder per jaar. Men hoopt deze productie te kunnen bereiken zonder uitbreiding van personeel, dat thans nog 3500 man bedraagt. Om eenig denkbeeld te geven van den omvang van dit bedrijf, vermelden we nog, dat deze reuzenmijn in gang wordt gehou den met een stoomketelhuis, waarin 9 me chanisch bediende stoomketels liggen. De compressoren leveren, volgens berichten in de Duitsche pers, 10.000 kubieke meter ge perste lucht per uur. De kolentoren voor de cokesfabriek kan 1400 ton kolen bevat ten. De ophaaltoren verkreeg een hoogte van 54 meter. Zijn de mededeelingen der Duitsche pers juist, dan zal dit inderdaad de grootste mijn van Europa worden. De productie van onze Staatsmijn Maurits bedraagt immers om de 2 millioen ton, dus blijft voorloopig ver daar achter. Het aantal arbeiders is ongeveer ge lijk aan dat van het Duitsche reuzenbedrijr. Maar we overtroeven de Friedrich Thys sen toch nog in hoogte van ophaaltoren; die van de Maurits is nl. 56 meter hoog. Zoo we dan al niet meer van de grootste mijn spreken mogen, misschien nog wel van de hoogste! De hoofdcommissaris van politie te 's-Gra- venliage verzoekt te worden bekend ge maakt met de verblijfplaats van den Duit- schen drogist Willi Hanrath geboren te Dü- ren (Duitschland) 15 Juli 1888, gewoond hebbende te Elberfeld, Hochstrasse 22. Hij wordt verdacht zich te hebben schul dig gemaakt aan moord op zekere mevrouw Braunsdorf, die op 5 Augustus 1931 in haar drogistwinkel aan de Graf Adolfstrasse 73 te Dilsseldorf met doorgesneden keel ver moord werd gevonden. Hanrath zou zich vermoedelijk in Neder land ophouden. Zijn signalement luidt als volgt: Lengte 1.70 M., sterke figuur, eenigszins corpulent, vol bleek gezicht, korte knevel, blond dun haar, een weinig kaalhoofdig, vlugge manier van loopen, onrustige oogop slag, zenuwachtige manier van spreken. Hij is gekleed in zwarte „Cutaway" en gestreep te broek, draagt zwarte rijgschoenen en lichtgekleurden slappen hoed Hij is in het bezit van een bruinen koffer van krokodillen leer bevattende een grijs, een bruin en een blauw gestreept costuum. Boven het linker oog heeft hij een wond, die zeer waarschijn lijk met een pleister is bedekt. Voorts heeft hij schrammen in het gezicht, terwijl zich tusschen wijs- en middenvinger der rechter hand e?n diepe snijwond bevindt. 34 Ridder Donderkop, de opperbevel hebber van het leger van den koning, noemde zich vol trots „de drakenver- delgsr," Daarom besloten Harlekijn en het jonge draakje, den grootspre ker eens een lesje te geven. 35 „Ik zal het ondier vernietigen," blufte de ridder, toen hij langs het hol van den draak kwam. Maar toen het jonge draakje op z'n achterpooten ging staan, ging onze held op den loop. 36 Met één sprong kwam hij op een soort „Vliegende Hollander" terecht, die van te voren door Harlekijn dik met lijm besmeerd was. Daar bleef ridder Donderkop vastgelijmd op staan en werd door het jonge draakje als een stuk speelgoed voortgetrokken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10