Binnen landsch Nieuws
Gemengd
DE GRAPJAS HARLEKIJN!
Voor de Huiskamer
landbouw en veeteeli
Liefdadigheidssportdagen
te Deventer
Begrafenis Jhr. J. A. van Kretschmar
van Veen
De toestand in het Amsterdamsche
Bouwbedrijf
ONZE OOST
Nautische berichten
KUNST EN KENNIS
De methode-
Dr. Bendien
De uitvoering der Tarwewet
KUNST EN KENNIS
Een middel tegen luchtziekte
De weg tot God!
Brand in Vroomshoop
Onder een kipwagen
Zeven kwartjes met één kwartje
vereffend
Wielrijder onder de tram
Onweer boven de hoofdstad
Europa's grootste mijn
Moordenaar gezocht
Hoe Harlekijn aan Ridder Donderkop een lesje èaf
ptr-
'i
Pr'nclpteele bezwaren van de B. K.
organisaties
Te Deventer was een comité gevormd met
het doel op 12 en 13 September liefdadig
heidssportdagen te organiseeren. Hieraan
zouden alle sportvereenigingen te Deventer
medewerken. De R. K. organisaties stelden
als eisch, dat bij de aan deze feesten verbon
den optocht de deelnemers en deelneemsters
in een zoodanig costuum zouden verschijnen,
dat niemand hieraan aanstoot zou kunnen
nemen. Het meemarcheeren zonder kousen
enz. zou dan verboden moeten worden.
De afdeeliqg Deventer van den Arbeiders
Sportbond kon zich hiermede niet vereenigen
en stelde daarbij, dat het costuum van zijn
leden door den landelijken bond voorgeschre
ven was en dat hiervan niet kon worden af
geweken. Deze organisatie berichtte dan ook,
dat zij onder deze omstandigheden geen
medewerking aan de sportdagen kon verlee-
nen.
Thans hebben zich ook de R. K. vereeni-
gingen van deelname teruggetrokken.
Het uitvoerend comité overweegt thans, wat
haar te doen staat. Zeer waarschijnlijk zullen
de sportfeesten afgelast worden.
Dezer dagen zal een definitief besluit ge
nomen worden.
Gistermiddag is op de begraafplaats „Zorg
vliet" te Amsterdam het stoffelijk overschot
van jhr. J. A. van Kretschmar van Veen, in
leven directeur van de Deli spoorwegmaat
schappij en oud-directeur der N. S. en der
Zuid-Afrikaansche Spoorweg Mij., ter aarde
besteld.
Een groot aantal belangstellenden was op
de begraafplaats aanwezig, o.a. mr. dr. J. v.
d. Menten, voorzitter van den raad der com
missarissen der N. S., ir. E. C. W. van Dijk,
lid van de directie der N. S„ prof. Kraus, oud
minister van waterstaat, Herbert Cremer, na
mens de Deli Spoorweg Mij., voorts de heeren
mr. dr. S. M. Korter, mr. P. Feenstra en J.
Heil, commissarissen en jhr. J. M. de Jonge,
directeur van de Vereenigde Javasche Hout
handelaren; K. F. v. d. Berg en ir. J. P. Del-
prat als vertegenwoordigers van de staats
commissie voor den Nederlandsch-Zuid-Afri-
kaanschen handel, ir. M. H. Damme, directeur
van Werkspoor, baron C. R. F. Krayenhoff,
oudchef van de afd. publiciteit der N. S. en
eenige hoofdambtenaren van de Ned. Spoor
wegen.
Een zoon van den overledene dankte voor
de bewezen belangstelling.
Vrijwel alle werken stilgelegd.
De met ingang van Maandag jl. door
Amstels Bouwvereeniging en de Metselaars
pa troonsvereeniging te Amsterdam afgekon
digde uitsluiting van de metselaars en op
perlieden, die georganiseerd zijn in de Lan
delijke Federatie van Bouwvakarbeiders,
wordt thans met kracht doorgevoerd. Waar
oorspronkelijk aan deze uitsluiting op min of
meer slappe wijze de hand werd gehouden,
voeren op het oogenblik een tweetal uit ge
noemde werkgevers-organisaties gekozen
commissies een strenge controle uit bij alle
bouwwerken in de stad. Het gevolg hiervan
is geweest dat gisteren een der grootste wer
ken, nl. dat van Tijmensen en Oudes, met
behulp van planken en prikkeldraad ontoe
gankelijk is gemaakt voor de leden der fe
deratie.
Niet alleen bij dit werk ligt thans de
arbeid geheel stil, doch dit is tevens het
geval met alle andere werken, op één du
bieuze uitzondering na. De oorzaak hiervan
is dat, ofschoon de moderne, christelijke en
katholieke Bonden hun leden tot doorwer
ken blijven adviseeren, deze menschen er
bezwaar tegen maken om onder politie-toe-
zicht te arbeiden en onder politiegeleide
naar huis gebracht te worden, weshalve ook
zij het werk hebben neergelegd.
Het geldt hier uiteraard natuurlijk de
werken van de leden van Amstels Bouw
vereeniging, hoewel ook enkele niet-georga-
niseerden in het conflict zijn betrokken.
De afsluitdijk in de Zuiderzee
De spoorwegverbinding met het Noorden
Als het volgend jaar de afsluitdijk in de
Zuiderzee gereed zal zijn gekomen, komt de
aanleg van een spoorweg over dezen dijk, de
verbinding van Noord-Holland met Friesland
en Groningen vormend, nader aan de orde.
Dat wil echter niet zeggen, dat in het Jaar
waarin de dijk gereed komt, de treinen reeds
over den afsluitdijk zullen rijden. Afgeschei
den van de economische zijde, welke overi
gens onafscheidelijk aan den aanleg van de
zen spoorweg is verbonden, moet men er op
rekenen, dat, alvorens tot den aanleg van
den spoorweg kan worden overgegaan, de
dijk zich eerst zal moeten „zetten". Hoewel
de uitvoering van dit spoorwegwerk nog niet
eens is vastgesteld zooals het „Hdbd.bij
informatie vernam zou de aanleg even
tueel toch zeker niet eerder dan 1934 kunnen
gereed komen.
De economische omstandigheden van thans
geven echter grond aan het vermoeden, dat
met den aanleg van dezen spoorweg waar
schijnlijk nog wel eenige jaren zal worden
gewacht. In den aanleg van dezen spoorweg
toch gaat een belangrijk kaoitaal zitten,
waarvan het althans op het oogenblik
niet zeker is, dat het beschikbaar is, laat
staan gesteld kan worden.
Echter is er nog een omstandigheid, welke
grond aan het vermoeden geeft, dat met den
aanleg van dezen nieuwen spoorweg nog
eenige jaren zal worden gewacht. De nieuwe
spoorlijn, welke circa 30 K.M. lang zal wor
den, omvat een traject, waarop geen plaat
selijk verkeer zal zijn, althans geruimen tijd
niet, als gevolg van de afwezigheid van be
volking in het aanliggend gebied.
Uit exploitatie-oogpunt zal deze spoorlijn
voorloopig dus zeker niet voordeelig zijn.
Iets anders is evenwel, dat zich de nood
zakelijkheid van den aanleg van dezen
spoorweg zal kunnen gaan voordoen. Het
treinverkeer wordt tot op heden geleid over
Zwolle. Veel expansie-gelegenheid voor de
spoorwegen bestaat er daar niet meer, tenzij
men er een zeer belangrijk bedrag aan wil
besteden.
Eenerzijds is er dus het minder aanlokke
lijke exploitatie-beeld van een spoorweg over
den Zuiderzee-afsluitdijk in de eerstkomen
de jaren, anderzijds is er de moeilijkheid,
dat het station Zwolle op den duur het ver
keer van overig Nederland met de drie Noor
delijke provincies niet meer zal kunnen ver
werken, zonder uitbreiding van spoorweg
capaciteit.
In de naaste toekomst zal dus de vraag
onder de oogen moeten worden gezien of het
uit economisch oogpunt meer verantwoord
is over te gaan tot den aanleg van een nieu
wen spoorweg over den afsluitdijk (wat in
de verre toekomst toch zal gebeuren) dan
wel, dat de spoorwegcapaciteit van het sta
tion Zwolle wordt vergroot.
Als op het oogenblik een belangstellend
bezoeker van de Zuiderzeewerken van den
geleider te hooren krijgt, dat het wel 1940
zal worden voordat de treinen over den af
sluitdijk rijden, dan is men de tegen
woordige economische omstandigheden in
aanmerking genomen dichter bij de waar
heid, dan hij die het jaar 1932 dezer dagen
noemde, besluit het „Hdbd."
De bruggenbouw over Waal en Rijn
Regeeringssubsidle en arbeidsvoorwaarden
Door den heer Kuiper zijn aan den Minis
ter van Waterstaat de volgende schriftelijke
vragen gesteld:
Is het juist, dat van regeeringswege in de
aanlegkosten van toegangswegen en opritten
voor de overbrugging van den Rijn bij Arn
hem en van de Waal bij Nijmegen de over
eengekomen subsidie wordt geweigerd, indien
in de bestekken voor deze werken zal wor
den voorgeschreven, dat de arbeidsvoorwaar
den geregeld moeten worden overeenkomstig
de bepaling der ter plaatse geldende col
lectieve arbeidsovereenkomsten?
Wil de Minister bij eventueel bevestigend
beantwoording van voorgaande vraag mede-
deelen, op welke gronden, naar het oordeel
der Regeering, de jaarlijks opnieuw, met in
achtneming van gewijzigde omstandigheden,
door de organisaties van werkgevers en ar
beiders vastgestelde arbeidsvoorwaarden, die
voor het geheele land geldend zijn, bij de
uitvoering van deze werken niet mogen wor
den nageleefd?
Groenten naar de mestvaalt
Distributie aan werkloozen gevraagd
De heer Drop heeft aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw ge
vraagd, of Z. Exc. geen aanleiding heeft, te
doen nagaan of iets gedaan zou kunnen wor
den tegen de vernietiging van tuinbouwpro
ducten, die blijkt uit de mededeelingen uit
de dagbladen, dat aan verschillende groen-
tenveilingen een groot deel van den aanvoer
wordt overgeladen en naar de mestvaalt ge
bracht?
Is bijvoorbeeld de Minister bereid te on
derzoeken of deze vernietiging van volks-
voedsel althans kan worden beperkt door in
overleg met besturen van gemeenten en van
veilingsvereenigingen de onverkoopbare ge
deelten van den tulnbouwoogst op te vangen
en te distribueeren, bijv. aan de gezinnen
der werkloozen, die uitkeeringen uit werk-
loosheidskassenontvangen of krachtens cri
sisregelingen worden gesteund?
Tenslotte vraagt hij of de Minister in het
algemeen bereid is te overwegen of tegen de
bovenbedoelde vernietiging van tuinbouw
producten maatregelen kunnen worden ge
nomen.
De twaalfde Volkenbonds
vergadering
Wie Nederland zullen vertegenwoordigen
De Nederlandsche delegatie naar de Twaalf
de Volkenbondsvergadering, welke op 7
September a.s. te Genève zal aanvangen, zal
zijn samengesteld als volgt: Jhr. mr. F, Bee-
laerts van Blokland, minister van Buiten-
landsche Zaken, Jhr. dr. J. Loudon, buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minister te
Parijs, oud-minister van Buitenlandsche Za
ken; Dr. H. Colijn, oud-minister van Finan
ciën, lid van de Tweede Kamer der Staten
Generaal; mr. J. Limburg, lid van den Raad
van State, vertegenwoordigers: mr. L. J. A.
Trip, voorzitter van den ondememersraad
van Nederlandseh-Indië, oud-Thesaurier-
Generaal van het Departement van Finan
ciën, oud-president van de Javasche IBank;
prof. mr, dr. J. P. A. Frangois, administra
teur, chef van de afdeeling Volkenbondsza
ken van het departement van Buitenland
sche Zaken, buitengewoon hoogleeraar aan
de Handelshoogeschool te Rotterdam; prof.
dr. E, Moresco, oud-vice-president van den
Raad van Indië, plaatsvervangende verte
genwoordigers, met dien verstande, dat tij
dens de aanwezigheid van Jhr. Beelaerts van
Blokland te Genève, ook mr. Limburg ais
plaatsvervangend vertegenwoordiger zal wor
den beschouwd; mevrouw mr. L. C. Schön-
feldPolano, referendaris aan het Departe
ment van Justitie, technisch deskundige;
mevrouw C. A. Kluyser, hoofdcommies aan
het Departement van Binnenlandsche Za
ken, technisch deskundige, tevens secreta
ris, jhr. mr. M. W. van Weede, Gezant-
schaps-attaché, secretaris.
Bakkersarbeid
Op 31 Augustus a.s.
De Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid heeft onder enkele voorwaarden toe
gestaan, dat wegens de viering van den ver
jaardag van de Koningin in broodbakkerijen
in alle gemeenten des Rijks door hoofden of
bestuurders en door bakkersgezellen op
Maandag 31 Augustus a.s. om drie uur des
voormiddags met den bakkersarbeid wordt
aangevangen. Bovendien mag voor zooveel
betreft broodbakkerijen, aan welke eene ver
gunning, als bedoeld in art. 37, eerste lid,
der Arbeidswet 1919 is verleend op dien
dag reeds te één uur des voormiddags met
arbeid, bestaande in het gereedmaken van
deeg en ovens, worden aangevangen. Van
acht uur af mag brood worden verkocht of
afgeleverd.
Kleine ongevallen
Dc Deli-Courant" meldt, dat de „Nieuw-
Zeelaud" van de Kon. Paketvaart-Mij. op de
laatste reis in een staart van een typhoon ge
raakte. De eerste zware zee nam de vaste
bakstent mede waarna de bakluchtkokers
wegspoelden, terwijl de vangen der ankers
werden krom gebogen en uit hun verband ge
rukt. Vervolgens braken de sjorringen van
een, ongeveer 2 ton zand bevattenden bak op
het voorschip, waarop de bak losraakte en
neerstorttte op een auto in den kuil. De auto
werd vernield en over boord gezet.
Vastgeloopen
De „Sipirok" van de Kon. Paketvaart-Mij.
is bij 't eiland Giligenteng nabij Soemenep
vastgeloopen. De „Siberoet" is derwaarts ver
trokken voor het verleenen van hulp. De
„Sipirok" is bij opkomend water losgekomen
nadat een deel van de lading was gelost.
Deze is later weer ingenomen. Er werd geen
schade aangericht.
Een officieel onderzoek
Woensdag hebben te Utrecht besprekin
gen plaats gehad tusschen verschillende
medische autoriteiten uit ons land in ver
band met de methode van dr. Bendien te
Zeist voor kankerbestrijding.
In verband met aeze conferentie worden
de volgende bijzonderheden medegedeeld:
De conferentie werd bijgewoond door den
voorzitter van den gezondheidsraad, dr.
Josephus Jitta en dr. Minkema, eveneens
van den gezondheidsraad.
Voorts waren aanwezig van het Kanker
instituut: pr. dr. de Vries, dr. Korteweg, dr.
Waterman en dr. Wassink, dr. Julius van
het Hygiënisch Laboratorium van prof.
Wolff te Utrecht en de professoren van
Loghem en Aldershoff.
Duidelijk is aan den dag getreden, dat de
verstandhouding tusschen dr. Bendien en de
vertegenwoordigers der officieele weten
schap uitstekend was. Van beide kanten
werd betreurd, dat de proeven van dr. Ben
dien een onderwerp waren geworden van
publieke gedachtenwisseling, wat door nie
mand der aanwezigen wenschelijk werd ge
acht.
Voorts bleek de volkomen bereidheid der
instituten en laboratoria om medewerking
te verleenen en konden verschillende mis
verstanden opgehelderd worden.
Men verklaarde zich gaarne bereid de
proeven van dr. Bendien te controleeren
met voorlichting van hem zelf; de ingre
diënten en stoffen zijn in hoofdzaak daar
voor aanwezig. Voor zoover zij niet aan
wezig zijn, zal echter voor spoedige aanvul
ling zorg worden gedragen. Het onderzoek
zal van twee kanten geleid worden.
Prof. Aldershoff zal de methode Bendien
uit serologisch oogpunt bestudeeren, terwijl
dr. Julius van het laboratorium van prof.
Wolff dit onderzoek van de spectrografische
zijde zal completeeren.
In de tweede plaats zullen de proeven in
het Amsterdamsche Kankerinstituut her
haald worden, waarvoor de instrumenten
uit de laboratoria geleend zullen worden.
De conferentie liep in hoofdzaak over de
waarde der methode van dr. Bendien voor
't vroegtijdig herkennen van kanker; over
de behandeling der ziekte is zeer weinig
gesproken. Het is echter niet uitgesloten
dat men te Amsterdam ook de proeven
voor de behandeling zal controleeren. Daar
omtrent bestaat echter nog geen zekerheid
De besprekingen werden volkomen objec
tief gevoerd; alle medici waren het er over
eens, dat het noodzakelijk was de resul
taten der proeven af te wachten. Het was
dan ook slechts de bedoeling dezer confe
rentie een organisatie te scheppen, waar
door het mogelijk is geworden, zich te
eeniger tijd een wetenschappelijk oordeel
ever de methode-Bendien te vormen.
Transactie tot stand gekomen
Het „Hdbd." meldt, dat de gewestelijke
tarwe-organisaties van Noord- en Zuid-
Holland tot overeenstemming zijn gekomen
met de N.V. Van Waverens Graanhandel te
Haarlem ten aanzien van de 10.000.000 Kg.
binnenlandsche tarwe, welke op korten ter
mijn te gelde moet worden gemaakt.
De tarwe zal thans door de N.V. Van
Waveren bij ontvangst aan de boeren worden
betaald, vervoerd, opgeslagen, geassureerd,
geschoond en later afgeleverd aan de aan te
wijzen Vita-leden.
De boeren moeten er op rekenen, dat zij
van de firma Van Waveren zullen ontvan
gen den regeeringsprijs (f 11.50, f 12.50 en
f 13.50) minus f 1 en vervolgens nog eens
minus 20 pet., zoodat zij in de hand zullen
krijgen voor de drie kwaliteiten resp. f 8.40,
f 9.20 en f 10 voor de drie doorsnee-kwali
teiten. De inhouding van de 20 pet. is voor-
Icopig. Een deel daarvan zal later wellicht
nog kunnen worden nabetaald.
Wie wel eens met ongestadig weer een
reis per vliegmachine gemaakt heeft, kent
de luchtziekte voldoende en weet, dat haar
fatale uitwerkingen minstens even sterk kun
nen optreden als die van de meer algemeen
bekende zeeziekte. Nu is het de scheepsbouw-
techniek door verschillende maatregelen wel
iswaar gelukt, de passagiers voor de zeeziekte
tenminste tot op zekere hoogte te bescher
men bij de vliegmachines echter is tot nu
toe nauwelijks iets in deze richting geschied.
Prof. Everling van de Eerlij nsche technische
Hoogeschool heeft zich nu nader bezig ge
houden met de mechanische oorzaken der
luchtziekte en vooral de vraag onderzocht,
op welke wijze hare gevolgen kunnen ver
zwakt of geheel opgeheven worden.
De resultaten van zijn onderzoekingen lui
den nu, dat de verschijnselen der luchtziekte
bijzonder door het voortdurende draaien van
het lichaam op zijn zwaartepunt bij buiig
weer bij gelijktijdige bewegingen van het
hoofd veroorzaakt worden. Daardoor worden
zekere organen geprikkeld en de bekende sto
ringen treden in. Als middel hiertegen beveelt
prof. Everling naast het gebruik der doelma
tige medicijnen, vooral het aanbrengen van
holle hoofdsteunen aan de zitplaatsen van het
vliegtuig aan. Daardoor wordt bereikt, dat
het hoofd in dezelfde richting als het vlieg
tuig stilgehouden kan worden en daarmee
vervalt dan een der voornaamste oorzaken
der luchtziekte. Natuurlijk moet bovendien
voor voldoende ventilatie gezorgd worden,
alsook voor het dempen van schokken en
geluiden.
Xavier Borgmann was onder het gewicht
van een slag van het noodlot verpletterd:
Zijn jonge vrouw was door een verraderlijke
ziekte overvallen en van hem weggerukt en
nu stond hij bij het graf van zijn geluk.
Het wr.s een gelukkig huwelijk geweest, met
alle vezels van zijn hart had de man zijn
vrouw lief gehad. Geen van beiden had ooit
kunnen denken, dat deze gelukk'ge verbinte
nis zoc ruw verstoord zou kunnen worden....
En hoe snel was nu het onheil gekomen....
Wekenlang leefde Borgmann in sombere te
ruggetrokkenheid. Hij liet zich zelfs zóó door
zijn matelooze smart vervoeren, dat zijn kin
deren, een jongen van negen en een meisje
van zeven jaar hem totaal onverschillig wer
den. Hij maakte geen enkele tegenwerping,
toen kort na het droevig geval een brief uit
de verre geboorteplaats kwam, waarin zijn
broer, de erfgenaam van de ouderlijke boer
derij, aanbood, de halfweezen voorloopig
tot zich te nemen. Eenige dagen later kwam
hij persoonlijk de kleinen afhalen. Nu was
Eorgmann geheel alleen en uitsluitend op
zichzelf aangewezen. De droefheid om zijn
vrouw ontnam hem allen levensmoed. Ja, hij
gaf zich met hardnekkigen wellust aan zijn
verdriet over. Den eenen dag na den anderen
bracht hij door in sombere apathie en de
nachten waren voor hem eindelooze uren
van schrikkelijke foltering.
Xavier Borgmann was atheïst. Hij had
nooit kunnen vermoeden hoe vreeselijk het
was, ongeloovig te zijn. Maar nu voelde hij
het pas in al zijn afschuwelijkheid.
Nergens troostnergens hoop op een
wederzienMet den dood is alles ge
daandat was zijn beginsel.
Hij nam het besluit zich naar zijn ge
boorteplaats, het ouderlijk huis, te begeven.
De familieleden namen hem vreindelijk op.
De laatste weken hadden hem zóó aangegre
pen, dat iedereen, die hem zag, medelijden
met hem kreeg.
In het ouderlijk huis nam hij zijn intrek
in een stille kamer op de bovenverdieping.
Beneden liep een breede rijweg langs zijn
venster en aan de overzijde spande een
beukenwoud zijn toppen tot een 'geweldig
groen dak van een Dom-kerk. Vlak aan den
weg, onder de schaduw van een knoestigen
eik, was een klein Middeleeuwsch Madonna
kapelletje verscholen. Hoe vaak had hij als
kind daar met zijn broertjes en zusjes in het
gras aan de steenen trap gespeeld!
De familieleden maakten het hem niet las
tig. Den eersten Zondag trachtte zijn vader
hem wel te bewegen mee naar de kerk te
gaan. „Laat me, Vader," zoo weerde hij zacht
af, „ik niet. Misschien later."
Hij was 14 dagen thuis, toen in den laten
avond zich een geweldige wolkenkop vertoon
de, het leek wel een dier, dat zich steil in
den hemel verhief.. In de verte begon het
te donderen. Bliksemflits verscheurden den
donkeren avondhemel. Omstreeks midder
nacht stak plotseling een wervelstorm op.
Xavier Borgmann lag wakker in bed en
daar hij niet kon slapen, kleedde hij zich
aan en ging naar het open venster.
Hij sloeg het geweldige schouwsel der na
tuur gade.
Hoe klein scheen alles tegen deze gewel
dige uitbarsting der verbolgen natuur! Hoe
klein, hoe nietig was zoo'n gewichtig
menschje der grootstad daar tegen! Dat hij,
de geleerde Borgmann daar toch nooit eens
aan gedacht had! En er kwam een zekere
t weerzin n hem op tegen dezen god: Materia-
zijn ziel macht gekregen had.die ook hem
alle geloof ontnomen en tot een mbdernen
heiden gemaakt had.... En met weemoed
lisme, die alles tyranniseertdie ook over
dacht hU terug aan de jaren, toen hij nog
in zwijgend geloof de handen kon vouwen.
En nu, nu hem een geliefkoosd wezen ont
rukt was, wat had nu het Credo der Kerk
voor hem kunnen zijn! Wat een troost zou
nu de gedachte aan een weerzien voor hem
geweest zijn
Het onweer hing nu naast vlak boven de
boerderijPlotseling lag de heele omge
ving in een blauwen vuurschijnEen on
heilspellend gekletter deed de ruiten rin
kelenEn beneden in den tuin splevt met
geweldig gekraak 'n eikeboom in tweeën..
Sidderend en doodsbleek ging Borgmann
naar beneden. De huisgenooten zaten met
gevouwen handen in de kamer om de lange
tafel. De gele waskaars flikkerde moe in het
halfdonker. Niemand keek naar den binnen
tredende, met groot geloof en vertrouwen
baden allen tot God. De oude vader bad
voorSomber en zwaar en langzaam klonk
het door het huis.... Zwaar tikte de oude,
staande klok daartusschenEn Xavier
Borgmann stond tegen den deurpost geleund
en bad meeHier moest men bidden, hier
kon men niet anders.... En hij voelde zich
van een wonderbare rust doorstroomd.
In heete stroomen kwam de gloed van
het geloof in zijne zielZijn ziek hart ver
kwikte zich nu in een milden vrede
Sterk en machtig voelde hij nu een troosten
de zekerheid, de zekerheid van het weer
zien na den dood....
Een raadselachtig geval
Aspirant-arrestant verdwenen
De rivierpolitie te Rotterdam heeft giste
ren tevergeefs op den uitkijk gestaan om den
23-jarigen koopman T. J. V., die in het Al
gemeen Politieblad gesignaleerd stond en die
met de „Batavier III" uit Engeland mee
moest komen, te arresteeren.
V. heeft geruimen tijd in Engeland gevan
gen gezeten wegens het plegen van verschil
lende misdrijven. Ook in Rotterdam en elders
in ons land heeft de man zich aan vergrij
pen schuldig gemaakt en de justitie had
daarom zijn uitlevering gevraagd.
Woensdagavond is hij op transport gesteld
en de rivierpolitie had uitgebreide maatre
gelen getroffen om hem geen gelegenheid tot
ontsnappen te geven. Al deze maatregelen
bleken echter voor niets genomen te zijn.
Toen het schip bij Schiedam gekomen was
en men V. nog steeds niet had zien komen
opdagen had de steward eens een onderzoek
in zijn hut ingesteld. Hij vond daar echter
slechts V.'s jas, hoed en papieren, benevens
een briefje waarin de aspirant-arrestant ver
zocht de groeten te doen aan allen die hem
opwachtten en mededeelde, dat hij liever als
voer voor de visschen diende dan in handen
te vallen van de justitie.
Waarschijnlijk is de man in den Nieuwen
Waterweg overboord gesprongen en mocht dit
het geval zijn dan is de kans zeer groot, dat
hij verdronken is. De rivierpolitie, die de zaak
nog in onderzoek heeft, acht het niet zeer
aannemelijk, dat hij zwemmende den wal
heeft weten te bereiken. Daartoe is de snel
heid van de boot en ook het woelige weer
van gisteren vermoedelijk wel een ernstig be
letsel geweest.
Door een ijzerzaag gewond
Te Rijen (N. Br.) geraakte de werkman V.
op de Ericsson-telefoonfabriek met den arm
onder een ijzerzaag, waardoor dit lichaams
deel grootendeels werd afgesneden. Nadat
eerste geneeskundige hulp verleend was, werd
V. naar het St. Ignatius-Ziekenhuis te Breda
vervoerd. Zijn toestand is vrij ernstig.
Bewoners uit de ramen gesprongen
Gisternacht brak een felle brand uit in een
der blokken van vier woningen van de wo-
ningvereeniging Beter Wonen te Vroomshoop.
De brand ontstond in een huis, bewoond door
het gezin van den koopman in manufacturen
J. Brinks, meldt het „Hdbd."
De bewoners, die boven sliepen, werden
door een sterke brandlucht wakker en moes
ten zich redden door uit de ramen te sprin
gen. De inboedel ging veloren.
Een naast gelegen onbewoond perceel
brandde mede af. Met een motorspuit wist
men grooter onheil te voorkomen. De oorzaak
van den brand is onbekend. Huizen en inboe
del zijn verzekerd.
Toen Woensdagmorgen de werken in de
grindgroeven onder de gemeente Waubach
(Limburg) in gang waren, stortte op een ge
geven moment en kipwagen van ongeveer 4
meter naar beneden en kwam op een arbei
der terecht.
Deze werd levensgevaarlijk gewond naar
het ziekenhuis gebracht.
Een leerling had eens in een zaak van den
boekhouder drie kwartjes moeten leenen. De
boekhouder had te voren reeds twee kwar
tjes van den kassier geleend, en de kassier
was ook in verlegenheid geraakt en had zich
twee kwartjes door den leerling laten lee
nen.
Nu gebeurde het op zekeren dag, dat de
leerjongen een kwartje op straat vond. Hij
liep dadelijk naar den boekhouder om dit
kwartje van zijn schuld af te betalen, die
daardoor tot twee kwartjes was verminderd.
De boekhouder gaf het kwartje aan den
kassier en zei: „Thans ben ik je nog slechts
één kwartje schuldig". Hetzelfde zeide de
kassier tot den leerjongen en gaf hem het
geldstuk. De jongen haastte zich nu weer
naar den boekhouder en zei: „Thans ben ik
u nog maar één kwartje schuldig". De boek
houder gaf toen het kwartje aan den kas
sier, uitroepende: „Thans zijn wij quitte!"
En de kassier zegt tot den jongen, hem het
kwartje gevende: „Nu zijn wij quitte!" De
jongen gaat weer naar den boekhouder, over
handigt hem het kwartje en zegt: „Nu zijn
wij ook quitte!"
Dit verhaaltje, dat zich buitengewoon er
toe leent om in een gezelschap voor te dra
gen heeft men het zesmaal achter elkaar
gedaan, dan zijn alle menschen de kluts
kwijt bewijst, hoe hier met één enkel
kwartje drie schulden vereffend worden, «Ut
te zamen zeven kwartjes beloopenl
Aan de gevolgen overleden.
Op de Vijzelgracht te Amsterdam is gister
middag een ernstig ongeluk gebeurd, Een
19-jarige wielrijder, die achter een wagen
van lijn 24 reed, week plotseling naar links
uit, zonder zich te vergewissen of de weg
vrij was. Hij werd toen gegrepen door een
wagen van lijn 4. Ernstig gewond werd hij
naar het Binnengasthuis gebracht, waar hij
kort daarop overleed.
Een kort maar hevig onweer, gepaard
met slagregen, heeft gisteravond omstreeks
zeven uur boven de hoofdstad gewoed. Ern
stige ongelukken kwamen niet voor.
Aan de De Ruyterkade werd een mast
van een der Hunzebooten, liggende aan stei
ger drie door het hemelvuur getroffen, zoo
ook een paal van de electrische geleidingen
op den Westerdoksdijk. Beide gevallen liepen
af zonder brand te veroorzaken.
Niet langer meer de staatsmijn „Maurita".
Het schijnt dat de Duitschers ons een
nationale glorie gaan ontrooven, zoo lezen
wij in 't Hbld. Tot nu toe geldt onze Staats
mijn Maurits als de grootste mijn van Eu
ropa en in haar soort wellicht ook van da
wereld. Daaraan komt een einde. Door re
organisatie, nationalisatie en verbinding van
twee mijnen, zijn de Vereinigte Ttahlwerke
te Hambom er in geslaagd een geheel te
scheppen, dat in grootte alles in Duitsch-
land en elders overtreft. Het betreft hier de
verbouwing der mijhen Friedrich Thyssen II
en V, welke ongeveer 30 jaar oud zijn. De
productie daarvan bedroeg tot voor kort 4500
ton per dag of wel ongeveer 1.350.000 ton
per jaar. Nu rekent men op een opbrengst
van niet minder dan het dubbele, zijnde
2.700.000 ton. Haast zooveel als de productie
van heel een mijnbekken van ander type
als we b.v. in België kennen, met mijntjes
van 100.000 ton en minder per jaar. Men
hoopt deze productie te kunnen bereiken
zonder uitbreiding van personeel, dat thans
nog 3500 man bedraagt.
Om eenig denkbeeld te geven van den
omvang van dit bedrijf, vermelden we nog,
dat deze reuzenmijn in gang wordt gehou
den met een stoomketelhuis, waarin 9 me
chanisch bediende stoomketels liggen. De
compressoren leveren, volgens berichten in
de Duitsche pers, 10.000 kubieke meter ge
perste lucht per uur. De kolentoren voor
de cokesfabriek kan 1400 ton kolen bevat
ten. De ophaaltoren verkreeg een hoogte van
54 meter.
Zijn de mededeelingen der Duitsche pers
juist, dan zal dit inderdaad de grootste mijn
van Europa worden. De productie van onze
Staatsmijn Maurits bedraagt immers om de
2 millioen ton, dus blijft voorloopig ver daar
achter. Het aantal arbeiders is ongeveer ge
lijk aan dat van het Duitsche reuzenbedrijr.
Maar we overtroeven de Friedrich Thys
sen toch nog in hoogte van ophaaltoren;
die van de Maurits is nl. 56 meter hoog.
Zoo we dan al niet meer van de grootste
mijn spreken mogen, misschien nog wel van
de hoogste!
De hoofdcommissaris van politie te 's-Gra-
venliage verzoekt te worden bekend ge
maakt met de verblijfplaats van den Duit-
schen drogist Willi Hanrath geboren te Dü-
ren (Duitschland) 15 Juli 1888, gewoond
hebbende te Elberfeld, Hochstrasse 22.
Hij wordt verdacht zich te hebben schul
dig gemaakt aan moord op zekere mevrouw
Braunsdorf, die op 5 Augustus 1931 in haar
drogistwinkel aan de Graf Adolfstrasse 73
te Dilsseldorf met doorgesneden keel ver
moord werd gevonden.
Hanrath zou zich vermoedelijk in Neder
land ophouden.
Zijn signalement luidt als volgt:
Lengte 1.70 M., sterke figuur, eenigszins
corpulent, vol bleek gezicht, korte knevel,
blond dun haar, een weinig kaalhoofdig,
vlugge manier van loopen, onrustige oogop
slag, zenuwachtige manier van spreken. Hij
is gekleed in zwarte „Cutaway" en gestreep
te broek, draagt zwarte rijgschoenen en
lichtgekleurden slappen hoed Hij is in het
bezit van een bruinen koffer van krokodillen
leer bevattende een grijs, een bruin en een
blauw gestreept costuum. Boven het linker
oog heeft hij een wond, die zeer waarschijn
lijk met een pleister is bedekt. Voorts heeft
hij schrammen in het gezicht, terwijl zich
tusschen wijs- en middenvinger der rechter
hand e?n diepe snijwond bevindt.
34 Ridder Donderkop, de opperbevel
hebber van het leger van den koning,
noemde zich vol trots „de drakenver-
delgsr," Daarom besloten Harlekijn
en het jonge draakje, den grootspre
ker eens een lesje te geven.
35 „Ik zal het ondier vernietigen," blufte
de ridder, toen hij langs het hol van
den draak kwam. Maar toen het
jonge draakje op z'n achterpooten
ging staan, ging onze held op den
loop.
36 Met één sprong kwam hij op een
soort „Vliegende Hollander" terecht,
die van te voren door Harlekijn dik
met lijm besmeerd was. Daar bleef
ridder Donderkop vastgelijmd op
staan en werd door het jonge draakje
als een stuk speelgoed voortgetrokken.