Van Alles en van Overal
TWEEDE BLAD VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1931 BLADZIJDE
De Haarlemsche Bedevaart naar Den Briel
STADSNIEUWS
BINNENLANDSCH NIEUWS
Wieringermeerpolder
VAN ONZE RECHTBANK
De inbraak in de
A. L. Dyserinckstraat
w
1
Examen handenarbeid
Gistermorgen om
zes uur stonden ze
op t peiron van
het Haarlemsche
station, de vele be
devaartgangers, die
naar Den Briel,
zouden optrekken
waar Z. H. Exc.
Mgr. Aengenent
den eersten steen
zou leggen voor de
nieuwe steenen Be
devaartskerk. Het
was een lange trein,
die op een paar
wagons na geheel
gevuld was, maar in
leege wagons kwa
men onderweg ook
nog bedevaartgan
gers, aan elk sta
tion wat, zoodat er,
toen de trein in
Vlaardingen was
aangekomen 750
menschen uitstap
ten, om de negen
tien in 1572 ver
moorde martelaren
van Gorkum te
gaan vereeren.
Natuurlijk waren
onderweg liederen
gezongen en gebe
den gezegd, semi
naristen, die straks
in de kerk te Briel-
le de liturgische ge
zangen moesten
uitvoeren repeteer
den nog eens voor
het laatst, enz.
In Vlaardingen
gingen allen over
op de boot „Schel
de", waar aan dek de litanieën weerklon
ken en de harmonie „Jeanne d'Arc" geeste
lijke liederen speelde en een uurtje later
stapten we in Den Briel aan wal, waar
Z. H. Exc. de Bisschop zich reeds bevond.
In optocht, met de muziek uit Noordwij-
kerhout in het midden ging het toen door de
stad naar de Bedevaartskerk, een gebouw
dat, zooals men zal weten, van hout is op
getrokken, omdat het staat op grond, waar
op Defensie tot kort geleden geen steenen ge
bouw wilde toestaan. Twee jaar geleden zijn
deze terreinen ter bebouwing met perma
nente gebouwen vrij gegeven, zoodat toen
wel te voorzien was, dat de steenen kerk niet
lang meer op zich zou laten wachten. Het
geld ervoor was er nog wel niet, maar wie c.e
bekende goedgeefschheid der Katholieken
kent, waar het er om gaat hun Heiligen te
vereeren, die kon daaraan niet twijfelen. En
nu is het dan zoover, al is er dan ook nog
meer geld noodig, dat met den bouw van de
nieuwe kerk is begonnen en gisteren, ter ge
legenheid van de Haarlemsche processie,
door den Bisschop de eerste steen gelegd kon
worden.
Z. H. Exc. de Bisschop grift tijdens de plechtigheid der
steenlegging met een mes aan de vier zijden het kruisteeken
in den steen.
Boogmans, als subdiaken, plaats vond, die
door alle pelgrims werd bijgewoond, een
plechtigheid, die een intensere vereering,
een grootere godsvrucht tot de H.H. Marte
laren van Gorkum schijnt te zullen inlui
den.
Een gelukkig verschijnsel, want Katholiek
Nederland heeft buitengewoon veel te dan
ken aan deze geloofshelden, die in de woe
lige dagen der hervorming, toen de Katho
lieke Kerk van Nederland dreigde ineen te
storten, deze met hun bloed hebben verde
digd; als het ware zooals ik het zoo scnoon
ergens zag uitgedrukt, met hun bloed den
bodem van ons vaderland gezegend hebben,
bevrucht en ontvankelijk gemaakt voor een
nieuwen opbloei van het geloof, waarvan wij
tot in onze dagen getuige moge zijn.
Bij de steenlegging zouden de pelgrims door
Monseigneur worden toegesproken, maar
daar de hevige wind zijn woorden toch on
verstaanbaar zou hebben gemaakt, werd deze
toespraak tot den namiddag uitgesteld.
Zoo werd dus, voor den aanvang van het
pontificaal Lof, dat in de openlucht op het
martelveld zou plaats hebben, andermaal de
De aankomst van de boot met be devaartgangers te Den Briel.
Toen de stoet langs de pastorie kwam,
voegde de bisschop zich er bij en zoo werd
opgetrokken tot het martelveld, vanwaar
men de kerk binnenging, ter bijwoning van
de door Z.H.Exc. opgedragen Pontificale H.
Mis. In deze H. Mis was presb. assistens de
ken H. Sondaal; troondiakens past. Bulters,
Arch. Boogmans; diaken kapelaan Lees
berg; sub-diaken kapelaan W. Polder; ad
mitrain kap. Figelet; Ad Baculum kap. Th.
v. d. Lugt; ad librum eerw. heer Minkels van
Warmond; off. thur kap. van Houten, ad
Candelam eerw. heer Hensen van Esch en
ad gremiale eerw. heer Bergman van War
mond.
De zang werd verzorgd door het koor van
de St. Jozefskerk te Haarlem.
Onmiddellijk nadat de H. Mis beëindigd
was, begaven allen zich naar de plaats waar
de nieuwe kerk zal verrijzen, ter bijwoning
van de eerste-steenlegging door den Bis
schop, die op de gebruikelijke liturgische
Wijze plaats had. Ook hier verleende het
Haarlemsche kerkkoor weer zijn medewer
king. De oorkonde, die, gesloten in een loo-
den bus, onder den steen werd ingemetseld,
luidt als volgt:
In het jaar Onzes Heeren J. Chr. 1931,
op den feestdag van den H. Bernardus, Abt
en Kerkleeraar, in het 10de jaar van het
Pontificaat van Paus Pius XI, in het 4de
van het Episcopaat van Johannes Domini-
cus Josephus Aengenent, Bisschop van de
Haarlemsche Kerk; in het 32e Jaar der re
geering van Koningin Wilhelm'ra, ter ge
legenheid van den jaarlijkschen pelgrims
tocht uit de stad Haarlem.
heeft Zijne Hoogw. Excellentie de Bisschop
van het diocees Haarlem, mede als voorzitter
der Bisschoppelijke Commissie,
in tegenwoordigheid van hare leden:
den hoogeerw. heer Antonius Joannes Cor
nells Schraag, deken van Schiedam en den
weleerw. pater Augustus Bulters van de
Orde der Minderbroeders, pastoor der kerk
van de H.H. Antonius en Lodewijk in Den
Haag en den zeereerw. heer Joannes van
Muyen, pastoor te Brielle en tegelijk bewaar
der van deze H. plaatsen, onder architectuur
van Hermanus Petrus Joseph de Vries en
de aannemers Gerardus Josephus Wortel en
Ant. Maria Buysing, bovendien in tegen
woordigheid van een groote menigte geeste
lijken en leeken, die met groote godsvrucht
de oprichting dezer nieuwe keric verbeiden,
Pontificaliter, op deze plaats, waarop in het
jaar 1200 de parochiekerk van Rugge
is gebouwd, dezen eersten steen gelegd.
Het was op de plaats waar later het al
taar der nieuwe kerk zal verrijzen, dat de
plechtigheid, waarbij Mgr. werd bijgestaan
door Pastoor Bulters als diaken en archivaris
kerk betreden en nam de Bisschop het woord
om zijn vreugde uit te drukken over het feit,
dat zoovelen hier zijn bijeen gekomen op deze
plek, waar de H.H. Martelaren van Gorkum
hun bloed gestort hebben voor het H. Geloof
en waar wij nu gereed staan een kerk te gaan
bouwen op dezelfde plek, waar de H.H. Mar
telaren van Gorkum hun bloed gestort heb
ben voor het H. Geloof en waar wij nu ge
reed staan een kerk te gaan bouwen op de
zelfde plek, waar in het jaar 1200 de eerste
steen werd gelegd voor de parochiekerk dier
dagen, 't Is alsof hemel en aarde zich ver
eenigen in gezamenlijke blijdschap, want zon
der twijfel zien op dezen dag de martelaren
blij op ons neer, nu wij voor hen een nieuwe
kerk gaan bouwen en wij zien op naar den
Hemel, waar ze zijn gekroond met de kroon
der martelaren. En evenals God zelf met wel
behagen op ons neerziet (want als wij zijn
martelaren vereeren vereeren wij ook Hem)
zoo zullen ook de martelaren zich verheugen
in het bloeiende geloof der katholieken van
Nederland, die offers gebracht hebben, om
den bouw dezer nieuwe kerk mogelijk te ma
ken. En wij op onze beurt slaan onze oogen
ten Hemel, om hen te danken voor het
schitterende bewijs van geloofsovertuiging
en geloofsmoed, dat die negentien eenvoudige
mannen in een tijd van hoogsten nood voor
de Kerk, hebben gegeven.
Wij hebben, aldus vervolgde de Bisschop,
„op dezen dag den eersten steen gelegd voor
het nieuwe kerkgebouw, waarin zij, die in
volgende eeuwen zullen komen, onze marte
laren zullen vereeren. Wat de Kerk, wat die
H. Martelaren van ons verlangen staat zoo
duidelijk uitgedrukt in het gebed dat werd
uitgesproken, toen de eerste steen werd
neergelaten: „Wij leggen dezen steen opdat
hier bloeie het ware geloof en de vreeze Gods
en de broederlijke liefde en deze plaats be
stemd zij tot gebed."
Andere heiligen zijn ook groot, hebben ook
verheven daden verricht, maar deze Marte
laren van Gorkum, die wij hier vereeren zijn
onze Heiligen, zij staan tot ons in nauwer
betrekking, omdat zij Nederlanders waren
zooals wij.
Met een aansporing meer nog voor de op
deze plaats vereerde Martelaren te doen,
meer hen als patroon te kiezen en meer tot
hen te gaan om hun voorspraak af te smee-
ken en te bidden, eindigde Monseigneur, die
daarop alle aanwezigen onder de gewone
voorwaarden der Kerk een aflaat verleende
van 50 dagen.
Hierop begon op het martelveld het Pon
tificaal Lof, waarbij Z. H. Exc. geassisteerd
werd door Pastoor De Kok van De Zilk,
als diaken, Kapelaan van Houten als sub
diaken, Kapelaan v. d. Lugt ad mitram en
Kapelaan Figelet ad baculum.
De lagere assistenties werden vervuld door
Eerw. heeren van Warmond.
Onder het lof werd door Pater Hart O.F.M.
over den marteldood der negentien Gor-
kumsche standvastigen, die liever den dood
ingingen, dan ontrouw te worden aan het
geloof en in verband daarmee aangespoord
om mee te werken aan de verdediging des
geloofs, nu dit in onzen tijd zoo van alle
kanten wordt aangevallen. Het was een
plechtige dienst daar op het martelveld. In
het midden de vijver, de „bron", waarin de
beenderen der martelaren, toen ze werden
gevonden, zijn afgewasschen en aan het eene
einde de koepel, welke de plek aanduidt,
waar de schuur stond, waarin de negentien
na de afschuwelijkste martelingen te hebben
ondergaan, werden opgehangen. Daar, in
dien koepel, was het altaar opgesteld, waar
heen de pelgrims, Z. H. Exc. met het Aller
heiligste voorop, in processie heen trokken.
En toen het Lof begon, schaarden allen zich
in de gaanderijen rondom, om met devote
aandacht den dienst te volgen.
Dat was het slot van dezen mooien dag.
Langzamerhand gingen de peigrims weer op
de boot aan en om half zes vertrok deze
naar Vlaardin~en, vanwaar de reis weer per
extra trein naar huis werd voortgezet.
ARTHUR TERVOOREN.
Het Wenckebachfonds
Voor het personeel der Hoogovens,
Mekog en CemU.
Op de vraag „hoe is het Wenckebach
fonds tot stand gekomen?" wordt in „Sa
men", het tijdschrift voor de K. N. H. S.,
M. E. K. O. G. en Cemij. o.a. het volgende
geschreven
„Het was ons voornemen, nadat de twee
de hoogoven goed en wel in het bedrijf zou
zijn gebracht, ter kennis van het personeel
te brengen, dat wij besloten waren een be
gin te maken met de vorming van een on
dersteuningsfonds voor ons personeel. Wij
wisten hiermede geheel té handelen in den
geest van den stichter van ons bedrijf, den
heer Wenckebach, bij wien het besef van de
sociale taak van den werkgever een zoo be
langrijke plaats in zijn levensopvatting in
nam, en hadden besloten dezen maatregel
bekend te maken op zijn sterfdag, den 21en
Februari.
De ramp, die ons gisterennacht getroffen
heeft, doordat de opslagkraan ineengestort
is, heeft met één slag de verwachting ver
nietigd, dat de naaste toekomst ons nader
zou brengen tot een rendabel bedrijf.
Wij laten ons echter door geen tegensla
gen ontmoedigen. Wij hebben vertrouwen in
onze onderneming en er is geen beter oogen-
blik om van dit vertrouwen blijk te geven
dat juist thans, nu een onverklaarbaar en
niet te voorkomen onheil de ontwikkeling
van ons bedrijf voor geruimen tijd belem
mert. Ook hierin handelen wij in den geest
van den stichter, den heer Wenckebach. Wij
berichten dus, dat wij gevormd hebben „Het
Wenckebachfonds", hetwelk wij gedoteerd
hebben met een bedrag van f 10.000.Bo
vendien werd door mevr. de Wed. Wencke
bach een bedrag van f 100.geschonken.
Het „Wenckebachfonds" heeft ten doel in
bijzondere omstandigheden, waarin door de
wettelijke sociale voorzorg niet of onvol
doende voorzien wordt, te strekken tot on
dersteuning van beambten of werklieden en
hunne gezinnen.
Door het toetreden tot het Fonds van het
personeel der Mekog ontstaat de vraag of
het Wenckebachfonds niet gesplitst moet
worden in een afdeeling H. O. en Mekog, in
verband met de kapitaalvorming die van de
zijde der Hoogovens reeds heeft plaats ge
vonden.
Tenslotte wordt een steunregeling getrof
fen voor arbeiders die wegens lichamelijke
ongeschiktheid uit den dienst ontslagen
worden. De uitkeeringspercentages bij ziekte
zijn inmiddels gewijzigd en bedragen niet
meer gedurende de le, 2e en 3e week 10, 20
en 30 procent, doch resp. 25, 20 en 20 pro
cent. Die bij ongeval blijven ongewijzigd.
De toetreding tot het Fonds is niet lan
ger vrijwillig, ieder arbeider in den zin van
art. 1. A. F. R., die den 18-jarigen leeftijd
bereikt heeft, zal als contribuant tot het
Fonds toetreden.
Aan het jaarverslag van den secretaris
van den Raad van Beheer, den heer A. Dem-
mers, wordt het volgende ontleend:
Het afgeloopen jaar kenmerkte zich door
twee gebeurtenissen, namelijk het in wer
king treden van de Ziektewet, en den ook
Z. II. Exc. Mgr. Aengenent, tij dens het Lof op het Martelveld.
HAARLEM, 20 Augustus. Geëxamineerd
8 vr. en 3 m. canöidaten. Geslaagd de dames
K. L. J. Blikslager, Heemstede; A. J. Gou-
weme, Naarden; W. H. v. d. Linden Keja,
Amsterdam, en de heeren P. J. van der
Borden, Bloemendaal; H. H. Janse, Amster
dam en A. J. M. Lingeman, Zeist.
Twee kerndorpen in wording
Gisteravond werd in de Sociëteit „St. Bavo" te Haarlem door de vlagcommissie der
Jeugdgroep van den Ned. R. K. Arbeidersb ond St. Joseph, afd. Haarlem, de jeugdvlag
overgedragen aan haar groep. Van 1. n. r. zittend: Zwart, Hoizapfel, Van Buggenum,
Kersten, Meerman, Homburg, De Leeuw; staande: Homburg, H. Voeke, H. G. Stöver,
Ottolini, A. Hom burg, E. de Geus.
voor onze bedrijven ingetreden crisistoe
stand.
Het in werking treden der Ziektewet
brengt grootere verplichtingen voor 't Fonds
mede. De contributie werd dan ook verhoogd
van tot 3/4 pet.
Ten aanzien van steunverleening aan ar
beiders die den dienst voor herhalingsoefe
ningen onderbreken, wordt het volgende op
gemerkt: In gevallen waarin de betrokken
arbeider hiervan schade ondervindt, zal de
Raad van Beheer overwegen in hoeverre het
W. B. F. deze schade door het geven van een
bijzondere uitkeering, kan te niet doen.
Met het Centraal Genootschap tot uitzen
ding van kinderen naar vacantiekolonies is
contact gezocht; wanneer het mocht voor
komen, dat er kinderen van contribuanten
uitgezonden moeten worden, zal overwogen
worden in hoeverre het W. B. F. steun verlee-
nen kan.
In negen gevallen is financieele hulp ver
leend tot een totaal bedrag van f 378.06. Aan
4 personen, aan wie wegens lichamelijke on
geschiktheid ontslag moest worden gegeven,
is een steun verleend in totaal f 1064.91, ter
wijl ook door middel van voorschot eenige
contribuanten geholpen zijn.
De kasstaat sluit met een totaal bedrag
aan inkomsten en uitgaven van f 76.549.98.
Wat den kasstaat betreft, wordt nog opge
merkt, dat de bijzondere stortingen van
derden worden gevormd door tantièmes,
welke door de directie en enkele commissa
rissen der Maatschappij in hun functie van
de Commissaris van de Vereinigte Stahl-
werke zijn ontvangen en door hen in het
Fonds zijn gestort.
Dat geen uitgave voor administratiekosten
plaats, heeft, is te danken aan het feit, dat
de administratie van het Fonds gratis door
de aangesloten maatschappijen wordt ge
voerd.
Tegen elk der verdachten 1 jaar en 3
maanden gevangenisstraf geëischt
Gisteren behandelde de Haarlemsche
Rechtbank de zaak tegen de twee verdach
ten, welke zich 15 Juli zouden hebben
schuldig gemaakt aan insluiping in een per
ceel aan de A. L Dyserinckstraat te Haar
lem.
Zij hadden bij deze gelegenheid 5 sigaren
en eenige vakbondszegels verduisterd.
De in genoemd perceel wonende kaartleg
ster was met haar echtgenoot naar de bios
coop en van deze gelegenheid hadden de
verdachten gebruik gemaakt de woning bin
nen te dringen.
De verdachten bekenden wel op genoem
den datum in de woning te zijn geweest,
doch, zoo verklaarden zij, de deur van de
woning stond open en zij wilden zich de
kaart laten leggen.
Eenige omwonenden van het perceel, waar
de insluiping heeft plaats gevonden, ver
klaarden echter, dat zij een der verdachten,
den 24-jarigen loodgieter L. v. L. de deur
met een sleutel of looper hadden zien ope
nen.
Toen de kaartlegster met haar echtgenoot
uit de bioscoop huiswaarts keerde, hadden
zij in het huis alles over hoop gevonden; het
bed was ondersteboven gekeerd, de inhoud
van een der laden van een kast lag op den
grond, enz. De verdachten ontkenden niet
tegenstaande dat, ergens aan te zijn geweest.
Zij hadden alleen de vijf sigaren meegeno
men, zoo verklaarden zij.
Eenige menschen die het tweetal naar
binnen hadden zien gaan, hadden de politie
gewaarschuwd. Toen de politie aanbelde had
een der verdachten de deur geopend, waarna
beiden werden ingerekend.
Bij fouilleering werden de vijf sigaren en
de vakbondzegels op hen gevonden.
Bovendien had de 24-jarige v. L. eenige
sleutels en een looper bij zich.
De Officier van Justitie achtte het, on
danks het ontkennen der verdachten, over
tuigend bewezen, dat zij met de bedoeling
tot verduistering het perceel waren binnen
gedrongen. Hij oordeelde, gezien het groote
aantal insluipingen, dat den laatsten tijd te
Haarlem plaats vindt, het noodzakelijk, dat
zware straffen worden opgelegd en eischte
tegen elk der verdachten een gevangenis
straf van één jaar en drie maanden, met
aftrek van den in voorarrest doorgebrachten
tijd.
Mr. L. G. v. Dam, de verdediger van ver
dachte v. L., vroeg van dezen verdachte een
reclasseeringsrapport aan te vragen, aange
zien hij nog een blanco strafregister heeft.
De verdediger achtte voor dezen verdachte
gevangenisstraf met gewenscht: „Het moet
met de rechtbank gaan als met een dokter:
een dokter dient in sommige gevallen vergift
toe, doch alleen in die gevallen, waar met
dit vergift ziekte-kiemen kunnen bestreden
worden, anders zou het juist nadeelige ge
volgen 'hebben", aldus Mr. v. Dam. Pleiter
vindt gevangenisstraf in dit geval absoluut
verkeerd. Daarom vroeg hij terugwijzing van
deze zaak naar den Rechter-Commissaris,
teneinde een reclasseeringsrapport omtrent
verdachte in te winnen.
De andere verdachte, de 28-jarige boter-
handelaar A. J. K., werd verdedigd door Mr.
J. C. Y. Nieuwenhuys. Pleiter achtte het ten
laste gelegde niet geheel bewezen. Volgens
hem was alleen vast komen te staan, dat
de verdachten de vijf sigaren hadden ver
duisterd.
Beide verdachten verzochten hun onmid
dellijke invrijheidstelling, waarna de recht
bank in raadkamer ging om over dit verzoek
te beraadslagen.
Het resultaat was, dat aan het verzoek
der verdachten niet kon worden voldaan.
Uitspraak 3 September.
Jubileum
Den heeren H. J. C. de Graaf en J. A. van
Brussel, die vandaag gedurende 10 jaar bij
den heer J. S. Kos, directeur van het Bron-
gebouw, in betrekicing waren, werden heden
door den Nederlandschen Bond van Koffie
huis-, Restauranthouders en Slijters de door
dien Bond ingestelde zilveren draagmedaille
en het daarbij behoorende diploma uitge
reikt, benevens een persoonlijk bewijs van
waardeering.
Arrest Amsterdamsch Gerechtshof
In de strafzaken tegen J. J. v. d. D. en J.
G., beiden wonende te Haarlem, verdacht
van heling van radiotoestellen en naaima
chines, die door de Haarlemsche Rechtbank
veroordeeld waren tot resp. 4 en 6 maanden
gevangenisstraf, heeft het Gerechtshof te
Amsterdam heden arrest gewezen.
Overeenkomstig het verzoek van den raads
man van verdachten, Mr. L. G. van Dam,
welk verzoek destijds door de Haarlemsche
Rechtbank was afgewezen, heeft het Hof
deze zaken teruggewezen naar den Rechter
commissaris, teneinde een reclasseeringsrap
port omtrent verdachten in te winnen.
Jachtopziener en politiehond
Strooper dreigt jachtopziener met een mes
Een jachtopziener trof op het onder zijn
hoede staande land twee mannen aan, met
strikken gewapend. Toen hij hun namen
vroeg, kwam, volgens zijn zeggen, de eene
strooper met een mes in dreigende houding
op hem af.
De Haarlemsche politierechter veroor
deelde dezen man ter zake van bedreiging
tot een maand gevangenisstraf. De strooper
kwam bij het Gerechtshof te Amsterdam
in hooger beroep, zeggende, dat hij het mes
slechts getrokken had om zich te verdedi
gen tegen den politiehond van dên jacht
opziener, die hem eenige malen gebeten
had.
De proc.-gen„ mr. Harinxma thoe Slooten,
wees op de gevaarlijke positie van een
jachtopziener, die er 's nachts op uit moest
en op het lang niet schoone strafregister
van verdachte en vroeg bevestiging van het
vonnis van den politierechter.
Uitspraak 3 September.
Examen hoofdacte
HAARLEM, 20 Augustus. Geëxamineerd
3 vrouwelijke en 5 mannelijke candidaten.
Geslaagd mej. J. G. Schipper, Haarlem en
de heeren J. G. Lichtenberg, A. Zonnevijlle,
Haarlem en J. J. Huizinga, Bloemendaal.
Goede vangst te Zandvoort
Door de politie alhier is J. M. V. aange
houden, die hier zonder middelen van be
staan rondzwierf. Hij had de geestelijken
van verschillende richting trachten te be
wegen tot afgifte van geld onder valsche
voorwendsels.
Bij onderzoek bleek, dat deze persoon nog
meer op zijn kerfstok had. Volgens opgaven
in het Algemeen Politieblad had hij nog
twee dagen hechtenis te goed wegens open
bare dronkenschap en negen maanden voor
oplichting. Hij is naar Haarlem overgebracht.
Met een zakmes gestoken
Op Plan Noord kregen twee bewoners ruzie
De loodgietersknecht H. stak met zijn knip
mes den slager H. Deze liep 'n zestal won
den op en zakte bloedend ineen.
De politie was spoedig ter plaatse, nam
den loodgieter, die het den vakman wilde
verbeteren, in bewaring.
Dr. Van Fraasse verbond den gewonde. Hij
achtte de wonden niet levensgevaarlijk.
De vechtpartij bracht in dit dorpsdeel heel
wat beroering.
De cultuurwerkzaamheden in den Wierin-
germeerpolder schrijden geleidelijk aan
voort. Reeds ongeveer een derde gedeelte
der totale oppervlakte van ongeveer 20.000
H.A. is van slooten en greppels voorzien. Het
oogsten van het eerste gewas is in vollen
gang en dezer dagen werd het eers»,e brood
van Wieringermeerrogge gebakken. En dit
alles reeds ondanks het feit dat de nieuwe
polder nauwelijks een jaar droog is.
Over een oppervlakte van ongeveer 300
H.A., voor een groot deel juist van de
dekvrucht ontdaan, ontwikkelt zich het
jonge gras- en klavergewas voorspoedig en
vraagt om beweiding, liefst met schapen.
Groote kudden schapen kunnen er gerui
men tijd goed voedsel vinden De Directie
van den Wieringermeerpolder, die haar ze
tel heeft te Alkmaar, Kennemerpark 25 en
belast is met het in cultuur brengen van
den polder, is gaarne bereid omtrent de aan
neming van schapen voor beweiding alle
verlangde inlichtingen te verstrekken.
Dit najaar wordt wederom een groot com
plex ingezaaid, zoodat volgend jaar in nog
grootere mate gelegenheid tot oeweiding
met schapen, eventueel ook met jong vee,
etc., kan worden gegeven.
In het verstreken seizoen werd aan ver
schillende personen gelegenheid geboden tot
proefnemingen met het telen van onder
scheidene gewassen, o.a. x>k bloembollen,
welke algemeen goed zijn geslaagd. Ook voor
het cultuurjaar 1931-1932 wordt deze gele
genheid opengesteld. Gegadigden kunnen
zich hiervoor eveneens tot genoemde Direc
tie wenden. Ongetwijfeld zal een t:i ander
de belangstelling, welke dit jaar bijzonder
groot was, volgend jaar nog belangrijk doen
toenemen.
Was de nieuwe polder dit voorjaar zoo
ver de gezichtseinder reikte, nog één on
onderbroken vlakte, in enkele maanden tijds
is daarin groote verandering gebracht. Thans
treft men nJ. op verschillende punten reeds
groote landbouwloodsen aan, terwijl de eer
ste 20 woningen in het eerste kerndorp bij
Sluis 1 binnen enkele weken zullen worden
betrokken. De bebouwing in dit kerndorp
zal in de komende maanden worden voort
gezet. Reeds zeer spoedig wordt ook met de
stichting van woningen in het tweede kern
dorp, bij Sluis III, een aanvang gemaakt.
Het streven der Directie is er op gericht om
de bewoning van de kerndorpen zoo doelma
tig mogelijk te maken. Maatregelen voor den
aanleg van electriciteit en waterleiding zijn
in voorbereiding. Eenige kerkgenootschappen
beginnen spoedig met de stichting van wyk-
gebouwen voor de godsdienstige verzorging
der Wieringermeerbewoners. Binnen enkele
maanden zal zich een geneesheer in den
polder vestigen, terwijl het particulier ini
tiatief gereed staat zoodra mogelijk ae wijk
verpleging ter hand te nemen. Ook ter voor
ziening in de behoefte aan gewoon lager
onderwijs zijn de voorbereidende stappen
reeds gedaan.
Zijn de beide bovengenoemde toekomstige
dorpen thans reeds door middel van breede
rijwielpaden, waarop licht autoverkeer mo
gelijk is, met het oude land verbonden, aan
den aanleg van verharde wegen wordt hard
gewerkt, zoodat ook de verkeersverbinding
met de dorpen binnen enkele maanden aan
zienlijk zal zijn verbeterd. Volgend jaar reeds
zullen ongeveer 250 gezinnen in den polder
woonplaats kunnen vinden, hetgeen voor de
neringdoenden en kleine industrieelen een
prikkel zal zijn zich in de nieuwe dorpen te
vestigen.
De directie van den Wieringermeerpolder
heeft dit voorzien en daarom de noodige
maatregelen getroffen voor de beschikbaar
stelling van bouwperceelen in erfpacht. ZIJ
is gereed om reeds thans aanvragen in be
handeling te nemen en bereid om alle in
lichtingen te verstrekken.
Mej. Groeneweg als Ambtenaar
van den Burg. Stand
Bü het huwelijk van het Kamerlid Drop
Donderdagmorgen had ten stadhuize te
Rotterdam een huwelijksplechtigheid plaats
die oip meer dan een reden merkwaardig
was. Als ambtenaar van den Burgerl. Stand
trad n.l. mevr. Suze Groeneweg op, die spe
ciaal voor deze plechtigheid in die functie
benoemd was. Zij was, vertelt de „Tel." te
vens de eerste vrouw in Nederland, die een
huwelijk voltrok en wel tusschen het Tweede
Kamerlid, den heer W. Drop, uit Voorburg en
mej. C. Blom uit Rotterdam. Het verzoek
hiertoe was van den heer Drop. In de Pavil
joenszaal, waar verschillende belangstellen
den zich hadden verzameld, verbond mevr.
Groeneweg het paar in den echt. Zij sprak
daarbij hartelijk het tweetal toe. Na afloop
van de eigenlijke plechtigheid richtte me
vrouw Groeneweg opnieuw vriendeli'ke woor
den tot den heer en mevrouw Drop. Het ge
zelschap vereenigde zich vervolgens in de
kamer van wethouder J. ter Laan, die op
het oogenblik met vacantie is. Hier sprak
wethouder De Zeeuw zijn vrienden toe.
Hit nieuwe R.K. Ziekenhuis te Zaandam in aanbouw. De werkzaamheden aan het n=euwe
R.K. Ziekenhuis vorderen snel, zooals uit bovenstaande foto blijkt. Het torentje rechts
op de foto behoort bij de Zusterskapel, terwijl het omsteigerde gedeelte een der vleugels
van het eigenlijke Ziekenhuis is.