Van Alles en van Overal TWEEDE BLAD VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1931 BLADZIJDE De Haarlemsche Bedevaart naar Den Briel STADSNIEUWS BINNENLANDSCH NIEUWS Wieringermeerpolder VAN ONZE RECHTBANK De inbraak in de A. L. Dyserinckstraat w 1 Examen handenarbeid Gistermorgen om zes uur stonden ze op t peiron van het Haarlemsche station, de vele be devaartgangers, die naar Den Briel, zouden optrekken waar Z. H. Exc. Mgr. Aengenent den eersten steen zou leggen voor de nieuwe steenen Be devaartskerk. Het was een lange trein, die op een paar wagons na geheel gevuld was, maar in leege wagons kwa men onderweg ook nog bedevaartgan gers, aan elk sta tion wat, zoodat er, toen de trein in Vlaardingen was aangekomen 750 menschen uitstap ten, om de negen tien in 1572 ver moorde martelaren van Gorkum te gaan vereeren. Natuurlijk waren onderweg liederen gezongen en gebe den gezegd, semi naristen, die straks in de kerk te Briel- le de liturgische ge zangen moesten uitvoeren repeteer den nog eens voor het laatst, enz. In Vlaardingen gingen allen over op de boot „Schel de", waar aan dek de litanieën weerklon ken en de harmonie „Jeanne d'Arc" geeste lijke liederen speelde en een uurtje later stapten we in Den Briel aan wal, waar Z. H. Exc. de Bisschop zich reeds bevond. In optocht, met de muziek uit Noordwij- kerhout in het midden ging het toen door de stad naar de Bedevaartskerk, een gebouw dat, zooals men zal weten, van hout is op getrokken, omdat het staat op grond, waar op Defensie tot kort geleden geen steenen ge bouw wilde toestaan. Twee jaar geleden zijn deze terreinen ter bebouwing met perma nente gebouwen vrij gegeven, zoodat toen wel te voorzien was, dat de steenen kerk niet lang meer op zich zou laten wachten. Het geld ervoor was er nog wel niet, maar wie c.e bekende goedgeefschheid der Katholieken kent, waar het er om gaat hun Heiligen te vereeren, die kon daaraan niet twijfelen. En nu is het dan zoover, al is er dan ook nog meer geld noodig, dat met den bouw van de nieuwe kerk is begonnen en gisteren, ter ge legenheid van de Haarlemsche processie, door den Bisschop de eerste steen gelegd kon worden. Z. H. Exc. de Bisschop grift tijdens de plechtigheid der steenlegging met een mes aan de vier zijden het kruisteeken in den steen. Boogmans, als subdiaken, plaats vond, die door alle pelgrims werd bijgewoond, een plechtigheid, die een intensere vereering, een grootere godsvrucht tot de H.H. Marte laren van Gorkum schijnt te zullen inlui den. Een gelukkig verschijnsel, want Katholiek Nederland heeft buitengewoon veel te dan ken aan deze geloofshelden, die in de woe lige dagen der hervorming, toen de Katho lieke Kerk van Nederland dreigde ineen te storten, deze met hun bloed hebben verde digd; als het ware zooals ik het zoo scnoon ergens zag uitgedrukt, met hun bloed den bodem van ons vaderland gezegend hebben, bevrucht en ontvankelijk gemaakt voor een nieuwen opbloei van het geloof, waarvan wij tot in onze dagen getuige moge zijn. Bij de steenlegging zouden de pelgrims door Monseigneur worden toegesproken, maar daar de hevige wind zijn woorden toch on verstaanbaar zou hebben gemaakt, werd deze toespraak tot den namiddag uitgesteld. Zoo werd dus, voor den aanvang van het pontificaal Lof, dat in de openlucht op het martelveld zou plaats hebben, andermaal de De aankomst van de boot met be devaartgangers te Den Briel. Toen de stoet langs de pastorie kwam, voegde de bisschop zich er bij en zoo werd opgetrokken tot het martelveld, vanwaar men de kerk binnenging, ter bijwoning van de door Z.H.Exc. opgedragen Pontificale H. Mis. In deze H. Mis was presb. assistens de ken H. Sondaal; troondiakens past. Bulters, Arch. Boogmans; diaken kapelaan Lees berg; sub-diaken kapelaan W. Polder; ad mitrain kap. Figelet; Ad Baculum kap. Th. v. d. Lugt; ad librum eerw. heer Minkels van Warmond; off. thur kap. van Houten, ad Candelam eerw. heer Hensen van Esch en ad gremiale eerw. heer Bergman van War mond. De zang werd verzorgd door het koor van de St. Jozefskerk te Haarlem. Onmiddellijk nadat de H. Mis beëindigd was, begaven allen zich naar de plaats waar de nieuwe kerk zal verrijzen, ter bijwoning van de eerste-steenlegging door den Bis schop, die op de gebruikelijke liturgische Wijze plaats had. Ook hier verleende het Haarlemsche kerkkoor weer zijn medewer king. De oorkonde, die, gesloten in een loo- den bus, onder den steen werd ingemetseld, luidt als volgt: In het jaar Onzes Heeren J. Chr. 1931, op den feestdag van den H. Bernardus, Abt en Kerkleeraar, in het 10de jaar van het Pontificaat van Paus Pius XI, in het 4de van het Episcopaat van Johannes Domini- cus Josephus Aengenent, Bisschop van de Haarlemsche Kerk; in het 32e Jaar der re geering van Koningin Wilhelm'ra, ter ge legenheid van den jaarlijkschen pelgrims tocht uit de stad Haarlem. heeft Zijne Hoogw. Excellentie de Bisschop van het diocees Haarlem, mede als voorzitter der Bisschoppelijke Commissie, in tegenwoordigheid van hare leden: den hoogeerw. heer Antonius Joannes Cor nells Schraag, deken van Schiedam en den weleerw. pater Augustus Bulters van de Orde der Minderbroeders, pastoor der kerk van de H.H. Antonius en Lodewijk in Den Haag en den zeereerw. heer Joannes van Muyen, pastoor te Brielle en tegelijk bewaar der van deze H. plaatsen, onder architectuur van Hermanus Petrus Joseph de Vries en de aannemers Gerardus Josephus Wortel en Ant. Maria Buysing, bovendien in tegen woordigheid van een groote menigte geeste lijken en leeken, die met groote godsvrucht de oprichting dezer nieuwe keric verbeiden, Pontificaliter, op deze plaats, waarop in het jaar 1200 de parochiekerk van Rugge is gebouwd, dezen eersten steen gelegd. Het was op de plaats waar later het al taar der nieuwe kerk zal verrijzen, dat de plechtigheid, waarbij Mgr. werd bijgestaan door Pastoor Bulters als diaken en archivaris kerk betreden en nam de Bisschop het woord om zijn vreugde uit te drukken over het feit, dat zoovelen hier zijn bijeen gekomen op deze plek, waar de H.H. Martelaren van Gorkum hun bloed gestort hebben voor het H. Geloof en waar wij nu gereed staan een kerk te gaan bouwen op dezelfde plek, waar de H.H. Mar telaren van Gorkum hun bloed gestort heb ben voor het H. Geloof en waar wij nu ge reed staan een kerk te gaan bouwen op de zelfde plek, waar in het jaar 1200 de eerste steen werd gelegd voor de parochiekerk dier dagen, 't Is alsof hemel en aarde zich ver eenigen in gezamenlijke blijdschap, want zon der twijfel zien op dezen dag de martelaren blij op ons neer, nu wij voor hen een nieuwe kerk gaan bouwen en wij zien op naar den Hemel, waar ze zijn gekroond met de kroon der martelaren. En evenals God zelf met wel behagen op ons neerziet (want als wij zijn martelaren vereeren vereeren wij ook Hem) zoo zullen ook de martelaren zich verheugen in het bloeiende geloof der katholieken van Nederland, die offers gebracht hebben, om den bouw dezer nieuwe kerk mogelijk te ma ken. En wij op onze beurt slaan onze oogen ten Hemel, om hen te danken voor het schitterende bewijs van geloofsovertuiging en geloofsmoed, dat die negentien eenvoudige mannen in een tijd van hoogsten nood voor de Kerk, hebben gegeven. Wij hebben, aldus vervolgde de Bisschop, „op dezen dag den eersten steen gelegd voor het nieuwe kerkgebouw, waarin zij, die in volgende eeuwen zullen komen, onze marte laren zullen vereeren. Wat de Kerk, wat die H. Martelaren van ons verlangen staat zoo duidelijk uitgedrukt in het gebed dat werd uitgesproken, toen de eerste steen werd neergelaten: „Wij leggen dezen steen opdat hier bloeie het ware geloof en de vreeze Gods en de broederlijke liefde en deze plaats be stemd zij tot gebed." Andere heiligen zijn ook groot, hebben ook verheven daden verricht, maar deze Marte laren van Gorkum, die wij hier vereeren zijn onze Heiligen, zij staan tot ons in nauwer betrekking, omdat zij Nederlanders waren zooals wij. Met een aansporing meer nog voor de op deze plaats vereerde Martelaren te doen, meer hen als patroon te kiezen en meer tot hen te gaan om hun voorspraak af te smee- ken en te bidden, eindigde Monseigneur, die daarop alle aanwezigen onder de gewone voorwaarden der Kerk een aflaat verleende van 50 dagen. Hierop begon op het martelveld het Pon tificaal Lof, waarbij Z. H. Exc. geassisteerd werd door Pastoor De Kok van De Zilk, als diaken, Kapelaan van Houten als sub diaken, Kapelaan v. d. Lugt ad mitram en Kapelaan Figelet ad baculum. De lagere assistenties werden vervuld door Eerw. heeren van Warmond. Onder het lof werd door Pater Hart O.F.M. over den marteldood der negentien Gor- kumsche standvastigen, die liever den dood ingingen, dan ontrouw te worden aan het geloof en in verband daarmee aangespoord om mee te werken aan de verdediging des geloofs, nu dit in onzen tijd zoo van alle kanten wordt aangevallen. Het was een plechtige dienst daar op het martelveld. In het midden de vijver, de „bron", waarin de beenderen der martelaren, toen ze werden gevonden, zijn afgewasschen en aan het eene einde de koepel, welke de plek aanduidt, waar de schuur stond, waarin de negentien na de afschuwelijkste martelingen te hebben ondergaan, werden opgehangen. Daar, in dien koepel, was het altaar opgesteld, waar heen de pelgrims, Z. H. Exc. met het Aller heiligste voorop, in processie heen trokken. En toen het Lof begon, schaarden allen zich in de gaanderijen rondom, om met devote aandacht den dienst te volgen. Dat was het slot van dezen mooien dag. Langzamerhand gingen de peigrims weer op de boot aan en om half zes vertrok deze naar Vlaardin~en, vanwaar de reis weer per extra trein naar huis werd voortgezet. ARTHUR TERVOOREN. Het Wenckebachfonds Voor het personeel der Hoogovens, Mekog en CemU. Op de vraag „hoe is het Wenckebach fonds tot stand gekomen?" wordt in „Sa men", het tijdschrift voor de K. N. H. S., M. E. K. O. G. en Cemij. o.a. het volgende geschreven „Het was ons voornemen, nadat de twee de hoogoven goed en wel in het bedrijf zou zijn gebracht, ter kennis van het personeel te brengen, dat wij besloten waren een be gin te maken met de vorming van een on dersteuningsfonds voor ons personeel. Wij wisten hiermede geheel té handelen in den geest van den stichter van ons bedrijf, den heer Wenckebach, bij wien het besef van de sociale taak van den werkgever een zoo be langrijke plaats in zijn levensopvatting in nam, en hadden besloten dezen maatregel bekend te maken op zijn sterfdag, den 21en Februari. De ramp, die ons gisterennacht getroffen heeft, doordat de opslagkraan ineengestort is, heeft met één slag de verwachting ver nietigd, dat de naaste toekomst ons nader zou brengen tot een rendabel bedrijf. Wij laten ons echter door geen tegensla gen ontmoedigen. Wij hebben vertrouwen in onze onderneming en er is geen beter oogen- blik om van dit vertrouwen blijk te geven dat juist thans, nu een onverklaarbaar en niet te voorkomen onheil de ontwikkeling van ons bedrijf voor geruimen tijd belem mert. Ook hierin handelen wij in den geest van den stichter, den heer Wenckebach. Wij berichten dus, dat wij gevormd hebben „Het Wenckebachfonds", hetwelk wij gedoteerd hebben met een bedrag van f 10.000.Bo vendien werd door mevr. de Wed. Wencke bach een bedrag van f 100.geschonken. Het „Wenckebachfonds" heeft ten doel in bijzondere omstandigheden, waarin door de wettelijke sociale voorzorg niet of onvol doende voorzien wordt, te strekken tot on dersteuning van beambten of werklieden en hunne gezinnen. Door het toetreden tot het Fonds van het personeel der Mekog ontstaat de vraag of het Wenckebachfonds niet gesplitst moet worden in een afdeeling H. O. en Mekog, in verband met de kapitaalvorming die van de zijde der Hoogovens reeds heeft plaats ge vonden. Tenslotte wordt een steunregeling getrof fen voor arbeiders die wegens lichamelijke ongeschiktheid uit den dienst ontslagen worden. De uitkeeringspercentages bij ziekte zijn inmiddels gewijzigd en bedragen niet meer gedurende de le, 2e en 3e week 10, 20 en 30 procent, doch resp. 25, 20 en 20 pro cent. Die bij ongeval blijven ongewijzigd. De toetreding tot het Fonds is niet lan ger vrijwillig, ieder arbeider in den zin van art. 1. A. F. R., die den 18-jarigen leeftijd bereikt heeft, zal als contribuant tot het Fonds toetreden. Aan het jaarverslag van den secretaris van den Raad van Beheer, den heer A. Dem- mers, wordt het volgende ontleend: Het afgeloopen jaar kenmerkte zich door twee gebeurtenissen, namelijk het in wer king treden van de Ziektewet, en den ook Z. II. Exc. Mgr. Aengenent, tij dens het Lof op het Martelveld. HAARLEM, 20 Augustus. Geëxamineerd 8 vr. en 3 m. canöidaten. Geslaagd de dames K. L. J. Blikslager, Heemstede; A. J. Gou- weme, Naarden; W. H. v. d. Linden Keja, Amsterdam, en de heeren P. J. van der Borden, Bloemendaal; H. H. Janse, Amster dam en A. J. M. Lingeman, Zeist. Twee kerndorpen in wording Gisteravond werd in de Sociëteit „St. Bavo" te Haarlem door de vlagcommissie der Jeugdgroep van den Ned. R. K. Arbeidersb ond St. Joseph, afd. Haarlem, de jeugdvlag overgedragen aan haar groep. Van 1. n. r. zittend: Zwart, Hoizapfel, Van Buggenum, Kersten, Meerman, Homburg, De Leeuw; staande: Homburg, H. Voeke, H. G. Stöver, Ottolini, A. Hom burg, E. de Geus. voor onze bedrijven ingetreden crisistoe stand. Het in werking treden der Ziektewet brengt grootere verplichtingen voor 't Fonds mede. De contributie werd dan ook verhoogd van tot 3/4 pet. Ten aanzien van steunverleening aan ar beiders die den dienst voor herhalingsoefe ningen onderbreken, wordt het volgende op gemerkt: In gevallen waarin de betrokken arbeider hiervan schade ondervindt, zal de Raad van Beheer overwegen in hoeverre het W. B. F. deze schade door het geven van een bijzondere uitkeering, kan te niet doen. Met het Centraal Genootschap tot uitzen ding van kinderen naar vacantiekolonies is contact gezocht; wanneer het mocht voor komen, dat er kinderen van contribuanten uitgezonden moeten worden, zal overwogen worden in hoeverre het W. B. F. steun verlee- nen kan. In negen gevallen is financieele hulp ver leend tot een totaal bedrag van f 378.06. Aan 4 personen, aan wie wegens lichamelijke on geschiktheid ontslag moest worden gegeven, is een steun verleend in totaal f 1064.91, ter wijl ook door middel van voorschot eenige contribuanten geholpen zijn. De kasstaat sluit met een totaal bedrag aan inkomsten en uitgaven van f 76.549.98. Wat den kasstaat betreft, wordt nog opge merkt, dat de bijzondere stortingen van derden worden gevormd door tantièmes, welke door de directie en enkele commissa rissen der Maatschappij in hun functie van de Commissaris van de Vereinigte Stahl- werke zijn ontvangen en door hen in het Fonds zijn gestort. Dat geen uitgave voor administratiekosten plaats, heeft, is te danken aan het feit, dat de administratie van het Fonds gratis door de aangesloten maatschappijen wordt ge voerd. Tegen elk der verdachten 1 jaar en 3 maanden gevangenisstraf geëischt Gisteren behandelde de Haarlemsche Rechtbank de zaak tegen de twee verdach ten, welke zich 15 Juli zouden hebben schuldig gemaakt aan insluiping in een per ceel aan de A. L Dyserinckstraat te Haar lem. Zij hadden bij deze gelegenheid 5 sigaren en eenige vakbondszegels verduisterd. De in genoemd perceel wonende kaartleg ster was met haar echtgenoot naar de bios coop en van deze gelegenheid hadden de verdachten gebruik gemaakt de woning bin nen te dringen. De verdachten bekenden wel op genoem den datum in de woning te zijn geweest, doch, zoo verklaarden zij, de deur van de woning stond open en zij wilden zich de kaart laten leggen. Eenige omwonenden van het perceel, waar de insluiping heeft plaats gevonden, ver klaarden echter, dat zij een der verdachten, den 24-jarigen loodgieter L. v. L. de deur met een sleutel of looper hadden zien ope nen. Toen de kaartlegster met haar echtgenoot uit de bioscoop huiswaarts keerde, hadden zij in het huis alles over hoop gevonden; het bed was ondersteboven gekeerd, de inhoud van een der laden van een kast lag op den grond, enz. De verdachten ontkenden niet tegenstaande dat, ergens aan te zijn geweest. Zij hadden alleen de vijf sigaren meegeno men, zoo verklaarden zij. Eenige menschen die het tweetal naar binnen hadden zien gaan, hadden de politie gewaarschuwd. Toen de politie aanbelde had een der verdachten de deur geopend, waarna beiden werden ingerekend. Bij fouilleering werden de vijf sigaren en de vakbondzegels op hen gevonden. Bovendien had de 24-jarige v. L. eenige sleutels en een looper bij zich. De Officier van Justitie achtte het, on danks het ontkennen der verdachten, over tuigend bewezen, dat zij met de bedoeling tot verduistering het perceel waren binnen gedrongen. Hij oordeelde, gezien het groote aantal insluipingen, dat den laatsten tijd te Haarlem plaats vindt, het noodzakelijk, dat zware straffen worden opgelegd en eischte tegen elk der verdachten een gevangenis straf van één jaar en drie maanden, met aftrek van den in voorarrest doorgebrachten tijd. Mr. L. G. v. Dam, de verdediger van ver dachte v. L., vroeg van dezen verdachte een reclasseeringsrapport aan te vragen, aange zien hij nog een blanco strafregister heeft. De verdediger achtte voor dezen verdachte gevangenisstraf met gewenscht: „Het moet met de rechtbank gaan als met een dokter: een dokter dient in sommige gevallen vergift toe, doch alleen in die gevallen, waar met dit vergift ziekte-kiemen kunnen bestreden worden, anders zou het juist nadeelige ge volgen 'hebben", aldus Mr. v. Dam. Pleiter vindt gevangenisstraf in dit geval absoluut verkeerd. Daarom vroeg hij terugwijzing van deze zaak naar den Rechter-Commissaris, teneinde een reclasseeringsrapport omtrent verdachte in te winnen. De andere verdachte, de 28-jarige boter- handelaar A. J. K., werd verdedigd door Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys. Pleiter achtte het ten laste gelegde niet geheel bewezen. Volgens hem was alleen vast komen te staan, dat de verdachten de vijf sigaren hadden ver duisterd. Beide verdachten verzochten hun onmid dellijke invrijheidstelling, waarna de recht bank in raadkamer ging om over dit verzoek te beraadslagen. Het resultaat was, dat aan het verzoek der verdachten niet kon worden voldaan. Uitspraak 3 September. Jubileum Den heeren H. J. C. de Graaf en J. A. van Brussel, die vandaag gedurende 10 jaar bij den heer J. S. Kos, directeur van het Bron- gebouw, in betrekicing waren, werden heden door den Nederlandschen Bond van Koffie huis-, Restauranthouders en Slijters de door dien Bond ingestelde zilveren draagmedaille en het daarbij behoorende diploma uitge reikt, benevens een persoonlijk bewijs van waardeering. Arrest Amsterdamsch Gerechtshof In de strafzaken tegen J. J. v. d. D. en J. G., beiden wonende te Haarlem, verdacht van heling van radiotoestellen en naaima chines, die door de Haarlemsche Rechtbank veroordeeld waren tot resp. 4 en 6 maanden gevangenisstraf, heeft het Gerechtshof te Amsterdam heden arrest gewezen. Overeenkomstig het verzoek van den raads man van verdachten, Mr. L. G. van Dam, welk verzoek destijds door de Haarlemsche Rechtbank was afgewezen, heeft het Hof deze zaken teruggewezen naar den Rechter commissaris, teneinde een reclasseeringsrap port omtrent verdachten in te winnen. Jachtopziener en politiehond Strooper dreigt jachtopziener met een mes Een jachtopziener trof op het onder zijn hoede staande land twee mannen aan, met strikken gewapend. Toen hij hun namen vroeg, kwam, volgens zijn zeggen, de eene strooper met een mes in dreigende houding op hem af. De Haarlemsche politierechter veroor deelde dezen man ter zake van bedreiging tot een maand gevangenisstraf. De strooper kwam bij het Gerechtshof te Amsterdam in hooger beroep, zeggende, dat hij het mes slechts getrokken had om zich te verdedi gen tegen den politiehond van dên jacht opziener, die hem eenige malen gebeten had. De proc.-gen„ mr. Harinxma thoe Slooten, wees op de gevaarlijke positie van een jachtopziener, die er 's nachts op uit moest en op het lang niet schoone strafregister van verdachte en vroeg bevestiging van het vonnis van den politierechter. Uitspraak 3 September. Examen hoofdacte HAARLEM, 20 Augustus. Geëxamineerd 3 vrouwelijke en 5 mannelijke candidaten. Geslaagd mej. J. G. Schipper, Haarlem en de heeren J. G. Lichtenberg, A. Zonnevijlle, Haarlem en J. J. Huizinga, Bloemendaal. Goede vangst te Zandvoort Door de politie alhier is J. M. V. aange houden, die hier zonder middelen van be staan rondzwierf. Hij had de geestelijken van verschillende richting trachten te be wegen tot afgifte van geld onder valsche voorwendsels. Bij onderzoek bleek, dat deze persoon nog meer op zijn kerfstok had. Volgens opgaven in het Algemeen Politieblad had hij nog twee dagen hechtenis te goed wegens open bare dronkenschap en negen maanden voor oplichting. Hij is naar Haarlem overgebracht. Met een zakmes gestoken Op Plan Noord kregen twee bewoners ruzie De loodgietersknecht H. stak met zijn knip mes den slager H. Deze liep 'n zestal won den op en zakte bloedend ineen. De politie was spoedig ter plaatse, nam den loodgieter, die het den vakman wilde verbeteren, in bewaring. Dr. Van Fraasse verbond den gewonde. Hij achtte de wonden niet levensgevaarlijk. De vechtpartij bracht in dit dorpsdeel heel wat beroering. De cultuurwerkzaamheden in den Wierin- germeerpolder schrijden geleidelijk aan voort. Reeds ongeveer een derde gedeelte der totale oppervlakte van ongeveer 20.000 H.A. is van slooten en greppels voorzien. Het oogsten van het eerste gewas is in vollen gang en dezer dagen werd het eers»,e brood van Wieringermeerrogge gebakken. En dit alles reeds ondanks het feit dat de nieuwe polder nauwelijks een jaar droog is. Over een oppervlakte van ongeveer 300 H.A., voor een groot deel juist van de dekvrucht ontdaan, ontwikkelt zich het jonge gras- en klavergewas voorspoedig en vraagt om beweiding, liefst met schapen. Groote kudden schapen kunnen er gerui men tijd goed voedsel vinden De Directie van den Wieringermeerpolder, die haar ze tel heeft te Alkmaar, Kennemerpark 25 en belast is met het in cultuur brengen van den polder, is gaarne bereid omtrent de aan neming van schapen voor beweiding alle verlangde inlichtingen te verstrekken. Dit najaar wordt wederom een groot com plex ingezaaid, zoodat volgend jaar in nog grootere mate gelegenheid tot oeweiding met schapen, eventueel ook met jong vee, etc., kan worden gegeven. In het verstreken seizoen werd aan ver schillende personen gelegenheid geboden tot proefnemingen met het telen van onder scheidene gewassen, o.a. x>k bloembollen, welke algemeen goed zijn geslaagd. Ook voor het cultuurjaar 1931-1932 wordt deze gele genheid opengesteld. Gegadigden kunnen zich hiervoor eveneens tot genoemde Direc tie wenden. Ongetwijfeld zal een t:i ander de belangstelling, welke dit jaar bijzonder groot was, volgend jaar nog belangrijk doen toenemen. Was de nieuwe polder dit voorjaar zoo ver de gezichtseinder reikte, nog één on onderbroken vlakte, in enkele maanden tijds is daarin groote verandering gebracht. Thans treft men nJ. op verschillende punten reeds groote landbouwloodsen aan, terwijl de eer ste 20 woningen in het eerste kerndorp bij Sluis 1 binnen enkele weken zullen worden betrokken. De bebouwing in dit kerndorp zal in de komende maanden worden voort gezet. Reeds zeer spoedig wordt ook met de stichting van woningen in het tweede kern dorp, bij Sluis III, een aanvang gemaakt. Het streven der Directie is er op gericht om de bewoning van de kerndorpen zoo doelma tig mogelijk te maken. Maatregelen voor den aanleg van electriciteit en waterleiding zijn in voorbereiding. Eenige kerkgenootschappen beginnen spoedig met de stichting van wyk- gebouwen voor de godsdienstige verzorging der Wieringermeerbewoners. Binnen enkele maanden zal zich een geneesheer in den polder vestigen, terwijl het particulier ini tiatief gereed staat zoodra mogelijk ae wijk verpleging ter hand te nemen. Ook ter voor ziening in de behoefte aan gewoon lager onderwijs zijn de voorbereidende stappen reeds gedaan. Zijn de beide bovengenoemde toekomstige dorpen thans reeds door middel van breede rijwielpaden, waarop licht autoverkeer mo gelijk is, met het oude land verbonden, aan den aanleg van verharde wegen wordt hard gewerkt, zoodat ook de verkeersverbinding met de dorpen binnen enkele maanden aan zienlijk zal zijn verbeterd. Volgend jaar reeds zullen ongeveer 250 gezinnen in den polder woonplaats kunnen vinden, hetgeen voor de neringdoenden en kleine industrieelen een prikkel zal zijn zich in de nieuwe dorpen te vestigen. De directie van den Wieringermeerpolder heeft dit voorzien en daarom de noodige maatregelen getroffen voor de beschikbaar stelling van bouwperceelen in erfpacht. ZIJ is gereed om reeds thans aanvragen in be handeling te nemen en bereid om alle in lichtingen te verstrekken. Mej. Groeneweg als Ambtenaar van den Burg. Stand Bü het huwelijk van het Kamerlid Drop Donderdagmorgen had ten stadhuize te Rotterdam een huwelijksplechtigheid plaats die oip meer dan een reden merkwaardig was. Als ambtenaar van den Burgerl. Stand trad n.l. mevr. Suze Groeneweg op, die spe ciaal voor deze plechtigheid in die functie benoemd was. Zij was, vertelt de „Tel." te vens de eerste vrouw in Nederland, die een huwelijk voltrok en wel tusschen het Tweede Kamerlid, den heer W. Drop, uit Voorburg en mej. C. Blom uit Rotterdam. Het verzoek hiertoe was van den heer Drop. In de Pavil joenszaal, waar verschillende belangstellen den zich hadden verzameld, verbond mevr. Groeneweg het paar in den echt. Zij sprak daarbij hartelijk het tweetal toe. Na afloop van de eigenlijke plechtigheid richtte me vrouw Groeneweg opnieuw vriendeli'ke woor den tot den heer en mevrouw Drop. Het ge zelschap vereenigde zich vervolgens in de kamer van wethouder J. ter Laan, die op het oogenblik met vacantie is. Hier sprak wethouder De Zeeuw zijn vrienden toe. Hit nieuwe R.K. Ziekenhuis te Zaandam in aanbouw. De werkzaamheden aan het n=euwe R.K. Ziekenhuis vorderen snel, zooals uit bovenstaande foto blijkt. Het torentje rechts op de foto behoort bij de Zusterskapel, terwijl het omsteigerde gedeelte een der vleugels van het eigenlijke Ziekenhuis is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5