Gemengd od^ieuws
DE GRAPJAS HARLEKIJN!
i
Voor de Huiskamer
Kalenderblaadje
Inbraak te Arnhem
ONDERWIJS
SOCIAAL LEVEN
BOEKBESPREKING
KUNST EN KENNIS
De „Nautilus"
Harlekijn laat het sterren reèenen
Enquête inzake auto-ongelukken
Door de Ned. Automobielclub
De auto- en andere verkeers-ongelukken
"ernen toe. Wordt het daarom niet tijd, dat
Verplichte verzekering tegen wettelijke aan
sprakelijkheid in de wet wordt opgenomen
Hiervoor gaat de Ned. Automobielclub een
°nderzoek instellen.
«Automobielen zoo schreef reeds in 1922
Professor Star Busman in de Vragen des
Tijds bewegen zich nier op een eigen
"San. zooals de spoortrein, maar op den
openbaren weg. Hun zware gewicht ver-
noogt het gevaar en den omvang der schade.
2ij bereiken uit hun aard een zeer groote
snelheid de mogelijkheid van gebreken in de
constructie, plotselinge storingen in he t
®echanisme, dit zijn alle omstandigheden, die
ln bijzondere mate het gevaar verhoogen."
Aan de geciteerde woorden ligt dan ook de
Zoogenaamde „theorie der gevaarstelling"
ten grondslag, welke tot uiting is gekomen in
srtikel 25 van de Motor- en Rijwielwet. De
genen, die een automobiel of motorrijwiel op
den weg laten rijden, sturen iets gevaarlijks
hl het verkeer. En voor dit gevaar dienen de
overige weggebruikers beschermd te worden.
Deze bescherming heeft men bij onsi evenals
'n de meeste andere landen, vastgelegd in
den regel van den zoogenaamden „omge
keerden bewijslast."
Wanneer een auto-ongeval plaats grijpt,
baarbij bijvoorbeeld een voetganger is ver
bond, dan is de automobilist aansprakelijk
voor de schade. En hij blijft dit tot op het
oogenblik, waarop hij aannemelijk kan ma
ken, dat laat ons het eenvoudig uitdruk
ken het ongeval niet zijn schuld was.
Hoe men ook omtrent de merites van
deze bepaling moge denken wij herinneren
°ns welk een felle strijd er gevoerd is bij de be
handeling en invoering ervan zij is er nu
eenmaal, en niet alleen m onze wetgeving,
doch in de meeste buitenlandsche eveneens.
En door deze bepaling, door deze in de
ftct gefixeerde aansprakelijkheid van den
Automobilist, worden dus de overige wegge
bruikers beschermd. Het wordt hun gemak
kelijk gemaakt hunne aanspraken tot schade-
Vergoeding in rechte geldend te maken.
Maar in vele gevallen blijkt het vonnis, dat
de benadeelde voetganger of wielrijder van
den rechter krijgt en waarin is vastgelegd,
dat de automobilist een bepaald bedrag als
Schadevergoeding moet bepalen, niet anders
dan een „scrap of paper" te zijn
otndat degene tegen wien het gewezen is.
êeen rooden cent blijkt te bezitten (behalve
"hsschien den auto en hoe dikwijls is deze
'det in huurkoop of bijna niets waard) en
•"en nu eenmaal geen veeren van een kikker
kan plukken.
Behoort men echter dengenen, die tenge
volge van een automobielongeval schade heb
ben geleden, nu ook niet te garandeeren, dat
bun deze schade met zekerheid vergoed zal
Worden
Behoort verplichte verzekering tegen wet
telijke aansprakelijkheid in onze wet te wor
den opgenomen
Deze verplichting bestaat reeds in verschil
lende landen, te weten Engeland, Zwitser-
Hnd, Noorwegen, Zweden, Denemarken.
Er wordt geen rijvergunning afgegeven,
Wanneer de bezitter van het motorrijtuig
0let aanroont, dat hij verzekerd is tegen
Hke aansprakelijkheid voor schadevergoeding
*tit hoofde van de Motor- en Rijwielwet.
Er doet zich hier al direct een probleem
voor. Hei zou kunnen voorkomen, dat een
Automobilist opzettelijk een voetganger om
ver rijdt, die daardoor schade lijdt. Deze
Voetganger heeft zonder twijfel aanpraak
°P schadevergoeding, gebaseerd op artikel
a5 der Motor- en Rijwielwet. Maar volgens
tie algemeene regelen van het verzekerings
recht behoeft schade, door den verzekerde
°PZettelijk veroorzaakt, niet vergoed te wor-
tien. Nu is het natuurlijk mogelijk om hier-
otntrent een speciale bepaling in de polis
?P te nemen. Maar dan krijgt men de vraag
15 een dergelijke overeenkomst niet in strijd
fhet de goede zeden Het antwoord daarop
K Zonder twijfel bevestigend.
Anders is het bij grove roekeloosheid en
schuld. Bijvoorbeeld, wanneer iemand in een
staat van hopelooze dronkenschap achter het
s'uur gaat zitten en ongelukken maakt. In
een dergelijk geval betaalt de verzekerings
maatschappij thans evenmin uit. Bij een wet
telijke regeling der verplichte verzekering is
"et noodzakelijk, dat de verzekeraar zich
Piet aan betaling kan onttrekken, echter,
Aooals hieronder zal blijken, met een regres-
'echt op den verzekerde.
pe vraag rijst thans moet men de ver
plichte verzekering uitbreiden ook tot deze
Ssvallen en haar dus niet beperken tot aan
sprakelijkheid voor schade uit hoofde van de
Motor- en Rijwielwet (artikel 25).
Er zijn vele gevallen, waarin deze uitbrei-
tiing inderdaad billijk zoude werken. Tot
tieze conciusie komt men, wanneer men waar
neemt op welke wijze sommige automobi-
bsten (Zondagsrijders) dikwijls het goed en
Aelts het leven van hunne mede-automobi-
bsten in gevaar brengen.
Noodig zoude mede zijn de volgende be
palingen
Voor zaakbeschadiging kan een bedrag van
'5o.eigen risico worden gedragen.
..De benadeelde, of. in geval van overlijden
Aijne erfgenamen, hebben een rechtstreek-
Sche actie tegen den verzekeraar.
De actie wordt ingesteld bij de rechtbank
'°f kantonrechter) van de woonplaats van
tien benadeelde.
Excepties uit de verzekeringsovereenkomst
uf uit de wet, tengevolge waarvan de wette-
bjke dekking van de schade verzwakt of te-
P'et gedaan zou kunnen worden, mogen den
benadeelde niet tegengeworpen worden.
De verzekerde kan door den verzekeraar
Worden aangesproken, indien deze uit hoofde
v"ati de verzekeringsovereenkomst of ingevol
ge de wet zou hebben kunnen weigeren uit
te be rai en.
De verzekeraar is verplicht, indien de ver
zekeringsovereenkomst afloopt, daarvan of-
[Püeel aangifte te doen. De overeenkomst
ban echter eerst na 14 dagen sedert deze
bAngifre ophouden te bestaan.
De verzekeringsovereenkomst moet geslo
pen zijn bi] een maatschappij, aan welke
tiaarvoot een 'concessie is verleend.
Waar nu eenerzij ds het sterke streven be-
sraat om dit gevolg zooveel mogelijk regen
'e gaan welke een zeet toe te 'uichen pro
banda wordt er met gemaakt voor „Veilig
erkeer" komt het anderzijds de Ko-
Pptklijke Nederlandsche Automobiel Club
v°or, dat maatregelen dienen te worden ge-
tornen, om te verhinderen, dat de geleden
Scbade met wordt vergoed.
Het is daarom, dat het Bestuur zich heeft
^'gevraagd of het niet wenschelijk zou zijn
aan te dringen op een verplichte verzekering
legen wettelijke aansprakelijkheid.
Een Salomon's oordeel
Een boerin uit het Tsjecho-Slowaaksche
dorp Ipolynek bij Presburg, Marja Barga,
trok onlangs met haar geit naar de week
markt, om het dier te verkoopen. Spoedig
was er een liefhebber. Men was het direct
eens en voor honderd kronen zou het dier
van eigenaar verwisselen. Maar toen ge
beurde er iets, waarop men niet bedacht
was. De kooper wilde vrouw Barga een
briefje van honderd kronen overreiken,
toen de geit het hem uit de hand trok en
het in een oogwenk inslikte. Dat was een
moeilijk geval. Vrouw Barga wilde het dier,
dat plotseling een dubbele waarde had ge
kregen, niet afgeven, daar het niet betaald
was. De kooper beweerde, dat zij het geld
had ontvangen, zij het dan ook langs den
omweg door haar geit. Het zeldzame voor
val trok weldra de algemeene opmerkzaam
heid en het publiek trok deels partij voor
de eene, deels voor de andere zijde, bericht
de „Msb.".
Reeds was het tusschen de twee belang
hebbenden tot handtastelijkheden gekomen,
toen de politie ingreep en beiden met de
geit voor den rechter bracht. Dit was wel
een geval, dat een Salomo als rechter
eischte. Zijn Tsjecho-Slowaaksche navolger
hielp er zich intusschen heel handig uit
door eerst de geit in beslag te nemen en
vervolgens de zaak te verdagen.
De man was blijkbaar in de anatomie der
herkauwers goed thuis, want de wijsheid van
zijn beslissing kwam nog denzelfden avond
in den waren zin van het woord aan het
daglicht: de geit spuwde het nu juist niet
gemakkelijk verteerbare bankbiljet vrijwel
onbeschadigd weer uit. Daarmee was de
moeilijkheid opgelost. Vrouw Barga kreeg
haar geld, de kooper de geit en de vijande
lijke partijen, die elkaar kort tevoren nog
in de haren zaten, scheidden als de beste
vrienden en prezen den wijzen en recht
vaardigen rechter.
Ongeluk in een bioscoop
Vrouwelijke lilliputter gewond
Gisteravond is in het Luxor-Theater te
Rotterdam gedurende de eerste voorstelling
bij het variété-nummer, dat door zes Hon-
gaarsche lilliputters, vijf mannen en een
vrouw, werd uitgevoerd, een ongeluk ge
beurd. Bij een van de acrobatische toeren
hingen de vijf mannen aan een rekstok,
waarvan een lasch is gebroken, waarna zij
vielen, ten gevolge waarvan de vrouw kneu
zingen opliep. Een oogenblik ontstond er
onrust in de zaal. Er 'waren dokters aan
wezig, die spoedig hulp konden verleenen, en
zoodra bleek, dat het ongeluk niet van
emstigen aard was, is de rust weergekeerd.
De vrouw is ter observatie in het ziekenhuis
aan den Coolsingel opgenomen.
In de tweede voorstelling zijn de mannen
weer opgetreden.
Brandkast en fiets gestolen
Gisternacht hebben dieven zich toegang
verschaft tot het magazijn en kantoor van
een bananenhandel te Arnhem. Zij hebben
een kleine brandkast meegenomen, nadat
zij deze op een uit het magazijn gehaalde
fiets hadden gezet. In de brandkast zat
slechts weinig geld, alleen de geheele admi
nistratie was hierin opgeborgen.
Geen prettig auto-land
Nederlander In Italië beroofd
Een Stefani-telegram meldt, dat de Neder
lander Anton Jurgens, die een autotocht door
Noord-Italië, in de buurt van Pontremoli
maakte, in een afgelegen streek beroofd is.
De politie kon de roovers arresteeren. De
heer Jurgens kreeg zijn geroofde zilveren
voorwerpen terug.
Badgast verdronken
Zondag is een Duitsche badgast, Schmidt
genaamd, bij het baden in zee te Vlieland
verdronken. Bij het ongeval, dat op een stil
gedeelte van het strand plaats had, waren
slechts twee kinderen aanwezig, waarvan
een het dochtertje van den drenkeling was.
Tot op heden is zijn lijk nog niet gevon
den. Men vermoedt, dat de heer S. onwel is
geworden of door den stroom is meegetrok
ken.
Smokkelaars gesnapt
Gisternacht hebben kommiezen te Vlagt-
wedde een gesmokkelde koe en een partij
sigaretten in beslag genomen. De smokke
laars zjjn aangehouden.
Flying Dutchman" in den
storm gezonken
Alle opvarenden gered.
Het Nederlandsche motorschip „Flying
Dutchman", dat op de Noordzee door hei,
Engelsche s.s. „Heron" in nood verkeerende
werd aangetroffen en door laatstgenoemd
stoomschip gedurende ongeveer vijf uren op
sleeptouw was genomen, teneinde nog te
trachten het in veilige haven binnen te
brengen, is op 52 gr. 54 m. N.br. en 4 gr. 10 m.
Oosterlengte (ongeveer in de buurt van de
Waddeneilanden) in 14 vaam water gezon
ken. Alle opvarenden zijn gered en te Bruns-
buttelkoog geland.
De reederij deelt hieromtrent het volgende
mede:
De „Flying Dutchman" welke op reis was
van Limfjord naar Colchester, is op de
Noordzee in zulk een hevigen storm terecht
gekomen dat door de overkomende zeeën
het voorluik is ingeslagen. Het voorschip is
hierdoor volgeloopen, met het gevolg, dat
het vaartuig op zijn kop is gaan staan en
later is gezonken.
Het ni.s „Flying Dutchman" was groot
200 brutg en 115 netto tons is in 1927 ge
bouwd op de werf van de N.V. Noord-Ned.
Scheepswerf te Groningen en behoorde aan
de N.V. Motorzeevaart-Mij. „Mozem" (N.V.
H. H. James en Co.'s Scheepvaart en Han
dels-Mij. te Rotterdam).
Te hard gereden
Motorrijder ernstig gewond.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
heeft op de Brielsche laan te Rotterdam
een ernstig ongeluk plaats gehad.
De 46-jarige G. G. E„ wonende aan het
Meiland kwam met groote vaart op zijn
motorfiets den weg afrijden. Vermoedelijk
is hjj op een gegeven oogenblik de macht
over het stuur kwijt geraakt. Hij is eerst
tegen een vrachtauto van de R.E.T. ge
botst en vervolgens tegen een langs den
weg staanden boom geslingerd.
In bewusteloozen toestand bleef hü lig
gen. De G. G. D. heeft hem naar het zie
kenhuis aan den Coolsingel vervoerd waar
bleek dat hij behalve een ernstige hoofd
wonde een hersenschudding en kneuzingen
aan den linker voet en rugwervel gekregen
had.
Zijn toestand is vrij zorgelijk.
Auto-botsing te Tilburg
Vijf licht gewonden.
Op den Heuvel te Tilburg by de Juliana-
straat had eergisternacht een ernstige bot
sing plaats tusschen twee auto's, bestuurd
door den heer H. J. uit de Tuinstraat en
L. de B. van het Lijnsheike. De B. kwam
uit de Julianastraat en reed met volle
vaart op den auto van J. Beide wagens
werden geheel vernield. De B. moest door
den G. G D. naar zijn woning worden
vervoerd, terwijl de in den wagen van J.
gezeten drie heeren en een dame lichte
verwondingen bekwamen.
Autobus tegen boom gereden
De chauffeur gewond.
Gistermorgen tusschen 10 en 11 uur reed
een autobus van den dienst JubbegaHee
renveen op den straatweg HarlingenFra-
neker nabij den Hollen weg wegens defect
aan de stuurinrichting tegen een boom,
waardoor de bus zwaar werd beschadigd,
terwijl de chauffeur, de heer Y. de Vries,
door glasscherven ernstig aan het gelaat
werd gewond. Na te zijn verbonden kon hy
huiswaarts keeren.
Splitsing van het Hoofdacte
examen?
Volgens het Onderwys, heeft de bijzonde
re commissie voor georganiseerd overleg in
onderwyszaken een voorstel aangenomen om
het hoofdacte-examen te splitsen in twee
üeelen, die met een tusschenruimte van een
jaar kunnen worden afgelegd. Volgens de
commissie eischt men thans te veel parate
kennis.
„Feitelijk wordt hier iets teruggevraaga
wat men na 1920 eenige jaren reeds bezat
Maar in de toepassing faalde. Wat wonder!
De candidaten, die zich op een paar vakken
hadden geprepareerd, moesten in alle vak
ken worden geëxamineerd, en dat stroo-
dorcchen moest wel spaak loopen. Wordt
nu het verzoek toegestaan dan zal men
stellig aan splitsing een mere houdbaren
vorm geven."
Majesteit Soldaten'
Pankeberg, een provinciestadje, gluurde
met zijn twee ranke torens boven de in den
wind deinende boomen uit.
De dennen, de heide de grassprieten en
glinsterende witte zandheuveltjes waren ka
rakteristieke kenteekenen van dit landschap
in de lente bloeide er de brem.
D44r was een compagnie soldaten ge
komen om oefeningen te houden, infanteris
ten met staalhelmen en voorzien van gas
maskers.
De kapitein, die het bevel voerde, bestu
deerde nog eenmaal de opdrachthij was
belast met het opleiden van een kleine troep
liet de mannen aantreden, oefende en in de
behandeling van het geweer, in het tirailleeren
en verzamelen, en ieder van deze soldaten
wist, dat zoo'n activiteit de jonge lichamen
vormde en het bloed verfrischt, niets meer
of niets minder.
In de nabijheid van het excercitie-terrein
ploegden boeren hun akkers om tegen den
aanstaanden zaaitijd, soms hoorde men het
stampen en snuiven van hun gespannen.
Van de vlijtige boeren trok zich eerst geen
der oefenende soldaten iets aan, op 'n
gegeven oogenblik echter zag de kapitein
hoe een groote gestalte in jagerskleeding
op hem toekwam.
Deze boer stelde zich met hoffelijken groet
voor als den eersten bewaker van het Pank-
berger instituut van zenuwlijders, vroeg ter
loops of de kapitein ook schriftelijk verlof
had om over het land te loopen, want dat
hij als eerste opzichter ervoor verantwoor
delijk was, dat er niets buitengewoons op
deze velden gebeurde.
De kapitein liet zijn mannen enkele minu
ten uitrusten en zei tot den zonderlingen
bezoeker, dat hij uit eigen beweging dit
eenzaam gedeelte voor zijn oefeningen ge
kozen had, doch dat hij bereid was, direct
te vertrekken, in geval de rechtmatige eige
naar dit wenschte.
De opzichter dankte voor de verklaring,
en zei, dat de compagnie voor heden kon
blijven, maar hij stelde er prijs op, dat
voor latere gevallen een speciaal verlof aan
gevraagd werd.
Daarmee scheen het onschuldige inci
dent afgeloopen te zijn, maar de comman
dant der compagnie wenschte te weten, of
een zenuwlijdersgesticht werkelijk in het
bezit van zulke stukken grond was. De be
waker antwoordde zuurzoet lachend
„Kapitein, deze natuur behoort de armste
der armen, zij behoort aan de krankzin
nigen en zwakzinnigen. Het gesticht in
Pankeberg herbergt wel uitsluitend kalme
zieken, wij kennen geen dwangbuizen, onze
patiënten zijn werkzaam en ongevaarlijk 1"
Toen vroeg de officier aan den ambtenaar:
„En de boeren bij de paarden en ploegen
„Zijn geen boeren, 't zijn zieken, kapitein,
't zijn ongevaarlijke krankzinnigen. De
grootste daar was 20 jaar geleden onderwijzer
in Potsdam, sinds 1910 houdt hij zich
voor Frederik den Grooten en koning van
Pruisen hij wil aangesproken worden met
„majesteit" wij zijn hem steeds ter wille
en u kunt niet gelooven, hoe gelukkig hij
dan is 1"
De kapitein schudde nadenkend het hoofd.
Daarop vroeg hij den opzichter, of het niet
te veel gevraagd was, met den armen drommel
kennis te maken, of misschien hem te roepen,
want zoo'n ontmoeting was heusch geen
alledaagsche. De beambte stond dat toe onder
voorwaarde, dat men den zieke noch beleedi-
gen, noch bespotten zou, want hij wilde niet,
dat men zijn patiënten eenigszins onheusch
behandelde. De kapitein keek eens naar zijn
soldaten, toen hij echter geen enkele over
moedige uitdrukking in de gezichten zag,
spaarde hij iedere waarschuwing en beloofde
den opzichter, dat zijn wenschen zouden
geëerbiedigd worden. Toen bracht de ambte
naar zijn handen aan zijn mond, schreeuwde
„Majesteit" over het veldOp hetzelfde
oogenblik rekte de geroepene zich uit
daar de opzichter hem wenkte, dat hij moest
komen, deed de zieke een paar passen, eerst
aarzelend, dan vlugger, tot hij plotseling
weer bleef staan, schijnbaar schuw en ver
schrokken. Onbeweeglijk als een beeld bleef
de zieke in die pose de rechterhand op den
stok, de linker op den rug. Hij had niet de
bedoeling, zich nog dichter bij de vreemde
menschen te wagen, maar de bewaker riep
hem met een salueerend gebaar nog eenmaal
toe
„Majesteit soldaten 1"
Toen kromp het magere lichaam van den
man tezamen en hij haastte zich het geduld
der wachtenden niet langer op de proef te
stellen. Eindelijk stond hij bij den ambte
naar, gebukt en vol mysterieuze waardigheid.
Zijn ouderdom kon men op 74 iaar schatten,
zijn dorre gestalte en zijn grauw gezicht was
niet ongelijk aan de kopergravures en ge
kleurde miniaturen, die nog van de gestalte
van den grooten Pruisenkoning bestaan.
Niets verstoorde de stilte op de uitge
strekte heide, alleen de tandenlooze mond
van den zieke bewoog zich, als wilde hij
iets berispen, terwijl de oogen van deze
wonderlijke Majesteit plotseling door een
wantrouwende uitdrukking overschaduwd
werden. Telkens weer dwaalden zijn blikken
langs de rijen der infanteristen, die, zonder
bevel daartoe gekregen te hebben front ge
maakt hadden.
Daar de opzichter zich genoodzaakt zag
zijn patiënt eenige verklaring te geven en
daar hij anderzijds weer een vreemd onbe
haaglijk gevoel in zich voelde opkomen,
vond hij geen andere woorden dan die, welke
hij even te voren reeds over het heideveld
geroepen had
„Majesteit soldaten 1"
Toen hinkte de grijsaard naar den kapitein,
bleef vlak voor hem staan, monsterde hem
van de muts tot de slobkousen, kauwde
nog eenmaal met den tandenloozen mond,
en sprak dan, daar de houding van den
officier hem blijkbaar niet beviel, met wel
gekozen ,doch bitter klinkende woorden, het
volgende
„Kapitein, al veranderen de tijden ook,
al kwam er ook een nieuwe wet in de plaats
van de oude, men moet toch nog altijd zijn
ouden koning de verschuldigde eer bewijzen.
Men beeft geen recht, iedere uitwendige
achting te ontzeggen aan den man, wien de
Staat een goed deel zijner fundamenten te
danken hteft. Ik was soldaat, zooals gij
ik denk er nietaan, het oude uitsluitend
goed, en het nieuwe uitsluitend slecht te
noemen, maar wanneer gij u niet schaamt,
voor een oogenblik alles te vergeten, wat
het oude van het nieuwe scheidt, dan zal
men u wegens een respectvolle geste wel niet
veroordeelen. Of bestaat er geen gerechtig
heid meer?...."
De kapitein antwoordde niet, hij nam een
ernstige, ja, eerbiedige houding aanon
der zijn soldaten was echter niet een, die
door een trekken of fronsen de geheimzin
nige stilte van het oogenblik wilde verstoren.
De wonderlijke Majesteit dankte en reikte
den officier de hand en de kapitein salueerde.
Niemand bemerkte echter, dat hij de tanden
vast op elkander klemde. Toen hinkte de
grijsaard langs het front der jonge mannen,
betastte bij een der infanteristen het vreemd
gevormd gasmasker en schudde het hoofd,
als was hij het heelemaal niet eens met deze
nieuwigheid.
De bewaker, die zijn patiënt gevolgd was,
nam hem nu troostend in den arm
„Majesteit, wij zullen weer naar den ploeg
gaan op den akker 1"
Het uitgedroogde gezicht van den grijs
aard knikte, hij liet zich meevoeren, zuchtend
en moezijn houding was nog gebukter
geworden, zijn voeten sleepten veel moeilij
ker voort, als zij hem gebracht hadden....
De compagnie stelde zich op voor den
afmarsch, de zwijgende kapitein aan het
hoofd. En zij marcheerden terug naar de
kwartieren van Pankeberg: de wind woei
koel, het gras geurde, soms fladderde een
kraai uit de heide op.
„Zingen 1" riep de kapitein in de stille
colonnes.
Niemand van de compagnie jonge soldaten
kon echter zingen.
Katholieke Arbeiders-Internationale
Tweede Congres op 4 en 5 September
a. s. te Utrecht
Oplossing van de economische wereld
crisis
Op het a.s. Congres der Kath. Arbeiders-
Internationale zal de economische werrid-
crisis een der belangrijke agendapunten
vormen.
Josef Scherrer, Nationalrat te St. Gallen
(Zwitserland) zal de oplossing der crisis
van internationaal standpunt bezien en doet
dit aan de hand van de navolgende stellingen.
De algemeene en diepgaande storing in
het economisch en sociale leven der ver
schillende volken is tot zeer vele gronden van
economischen, financieel-politieken, tech-
nischen en ethischen aard terug te brengen.
De economische en maatschappelijke crisis,
welke steeds duidelijker blijkt, wordt tot een
algemeen internationaal probleem van den
grootsfen omvang en eischt derhalve gebie
dend een internationale oplossing, voor allen
gemeen. Socialisme en communisme -jagen
in alle landen een gewelddadige en bloedige
omverwerping na. Het voortbestaan van diep-
invretende sociale en economische misstanden
in onze individualistische en kapitalistische
maatschappij vormt den vruchtbaren voe
dingsbodem van gerechtvaardigde onte
vredenheid en isde wegbereider voor de wereld
revolutie. De economische systemen, welke
op louter geweld en machtsstreven berusten
vormen de permanente sociale en politieke
revolutie.
Door eenzijdige nationalistische politiek
zijn deze wereldproblemen niet op te lossen.
Uit den internationalen onderlingen samen
hang der feiten blijkt de noodzakelijkheid
van een internationaal denken en voelen,
van een handelen, geregeld naar het volken
recht, en gemeenschappelijk politiek op
treden.
Waar men zich tegenover de factoren, welke
het leven der volkeren in zich dragen en be-
heeischen, in den grond verkeerd instelt, moet
ook de uitwerking een verderfelijke rijn.
Het ordenend beginsel der staatkundige en
maatschappelijke instellingen is de sociale
rechtvaardigheid en liefde.
Daarom moet op internationaal terrein
de christelijke opvatting van de volkeren-
familie onder het gezag van het recht hoog
gehouden worden en dit niet alleen uit louter
nuttigheidsoverwegingen, doch met erken
ning van den eisch der goddelijke zedenwet,
als een hechte en bindende wereldordening.
De beginselen van rechtvaardigheid en
liefde moeten maatschappelijk worden toe
gepast en moeten het recht en hét maatschap
pelijk leven daardoor een nieuwen vorm doen
aannemen.
Gestreefd moet worden naar een Volkeren
gemeenschap, welke de volken onderling
verbindt, zoowel tot verdediging van elk volk
op zich alsook tot instandhouding der maat
schappelijke
Geheel o\
orde.
Hearst.
25 Augustus. Ik herkende Hearst on
middellijk aan de gele kranten, die uit zijn
zakken staken.
How's the yellow press going on, Sir?
vroeg ik met een knipoog.
The same to you Sa', was het myste
rieuze antwoord.
Wat is uw indruk van Holland?
Marvellous. Ik geloofde nooit, dat het
werkelyk bestond. Ik dacht dat het maar
Duitsche propaganda was om menschen met
dollars naar Europa te lokken. Maar nu
heb ik gezien, dat Holland inderdaad een
land is, met eigen grenzen, en douanetarie
ven, en eigen politie.... Misschien hebt u
zelfs wel een parlement?
Natuuriyk hebben wy 'n parlement, t
Is in Den Haag te zien!
En 'n leger ook?
Zeker hebben wy 'n leger. We hebben
zelfs een tank.
Die kaasmarkt in Alkmaar is reusachtig.
Is dat nu heusch geen décor voor de vreem
delingen? Ja, 't is misschien wat vreemd
voor u, maar ik dacht dat Dutch cheese
uit Duitschland kwam. Maar nu zou ik u
een paar vragen willen stellen.
Niets zal my aangenamer zyn dan door
den krantenkoning William Randolph Hearst
te worden geïnterviewd!
U bent newspaper man nietwaar? Men
heeft mij verteld, dat Hollandsche couranten
zich niet laten betalen voor de politieke ar
tikelen die zy opnemen. Is dat zoo?
Ja, dat is waar.
Maar hoe kan dat kloppen met de be
wering, dat Hollanders goede zakenlieden
zyn?
Niet alleen, dat Hollandsche couranten
zich er niet voor laten betalen, zy betalen
er bovendien zélf voor!
Maar dat is toch heel slechte koop
manschap! Uw kranten moeten er wel arm
zalig voor staan! Ze kunnen toch niet be
staan van abonné's en adverteerders?
Zelfs al Hepen ze op hun laatste beenen,
dan zouden ze zich nóg niet voor geplaatste
artikelen laten betalen!
Maar wat is er tégen? De menschen
betalen het toch grêi&g?
We zouden het niet willen aocepteeren.
Geld niet willen accepteeren? Maar
mynheer, dat is misdadig tegenover de aan
deelhouders!
De aandeelhouders zouden het ook niet
willen
William Randolph Hearst hief in de
grootste verbazing zijn armen ten hemel.
't Is by ons de gewoonste zaak van de
wereld! Wij hebben er vaste tarieven
voor!
Best mogeiyk. 's Lands vrijs, 's lands
eer. Maar het is strydig met onze begrip
pen van fatsoen.
Begrippen van wat?
Van fatsoen.
What 's that? Never heard of.
Wel, herhaalde ik moedeloos, vrij vin
den dat je je opinie niet mag verkoopen.
overeenkomstig het verlangen van 0611 ^an tie lezer zyn krant niet meer ver-
-*-»• tr-r 1 I V .x' t?rk?lXX74ar»
den H. Vader Pius XI eischt het Internatio
naal Congres der Katholieke Arbeiders-
Internationale, dat de verschillende volken
met betrekking tot hun sterke wederzijdsche
economische afhankelijkheid en de behoefte
elkaar aan te vullen, door gemeenschappelijk
overleg en handelen, moeten aaneensluiten
en overeenkomsten scheppen tusschen de
staten onderling en instellingen, ter bevor
dering van een waarlijk vruchtbare econo
mische samenwerking.
Het Congres roept daarom de katholieke
arbeiders der geheele wereld op, te handelen
overeenkomstig de plichten, welke uit de
wederkeerige betrekkingen tusschen gezin,
volk en volkerengemeenschap voortvloeien
er> overal de internationale politiek van ver
broedering en vertrouwen daadwerkelijk en
met alle geoorloofde middelen te bevorderen.
Tot oplossing der economische wereld
crisis en het mogelijk maken der vereischte
voorwaarden voor een vruchtbare economi
sche en sociaal-politieke samenwerking der
volken, eischt het Congres den uitbouw
der arbitrage tusschen de staten onderling
en der volkenrechtelijke instellingen, de ont-
wapeinng overeenkomstig de encycliek van
Paus Benedictus XV van 1 April 1917, ge
meenschappelijke maatregelen tot verge
makkelijking en bevordering van het inter
nationaal goederenverkeer, de afdoende re
geling der oorlogsschulden, een effectieve
tinancieele en economische samenwerking
op den grondslag van solidariteit, gelijkbe
rechtiging en gelijke achting der volkeren,
de voortzetting eener daadkrachtige inter
nationale sociale politiek tot vorming van
het arbeidsrecht en bevordering van den
socialen vooruitgang op den grondslag der
internationale organisatie van den arbeid.
Op den socialen vrede wordt de vrede der
volken gebouwd.
„De Missie en Oost-Azië"
Dit boekje, ln handig formaat en in goe
den druk uitgegeven by de Kruisvaarders
van St. Jan, te Rijswijk, is samengesteld
door „Massaja", Missieclub der fraters Ca-
pticynen te Udenhout. Het geeft een duidt-
ïyk overzicht van den stand en de ontwik
keling van het katholicisme in China, Ja
pan en Korea. Over het missiewerk daar
kan men uit dit boekje, dat met groote
zorgvuldigheid is samengesteld veel leeren.
trouwen.
Verlangen jullie dat dan van je lezers?
Ja, dan zal d&Ar de fout schuilen. Het
ïykt me, hm, 'n beetje naïef.
Ik vrees, dat ik een poover journalist ben,
want lk heb hem de zaak niet duidelijk
kunnen maken.
Sinds Vrijdag niets meer vernomen
Een Reutertelegram d.d. 24 Augustus uit
Londen meldt:
Sedert Vrijdag is men geheel zonder be
richt van den Noordpool-onderzoeker Sir
Hubert Wilkins. Hy was Vrijdag met de
„Nautilus" van Spitsbergen vertrokken om
onder het ys door het Noordpoolgebled te
varen.
Naar uit Tromsö gemeld wordt zyn alle
draadlooze aanroepen, om verbinding met de
„Nautilus" te krijgen, onbeantwoord geble
ven.
Het vliegtuig op „Nova Zembla"
Niet van Amundsen
Dezer dagen is melding gemaakt van de
ontdekking van prof. Moltschanoff, dat op
een der foto's welke hy tydens de Zeppelin-
poolvlucht boven Nova Zembla heeft geno
men, een vliegtuig te zien Is. Aanvankehjk
dacht men aan het vliegtuig van Amundsen.
Thans vernemen, volgens het „Hdbd." de Ber-
ïynsche bladen echter, dat Duitsche vlieg
tuigdeskundigen, die de foto bestudeerd heb
ben, tot de overtuiging zyn gekomen, dat
men hier met een Domier-watervliegtuig te
doen heeft. Waarschijnlijk ls het een der bei
de Dorniers, die op last van de Russische
regeering indertyd onderzoekingstochten in
deze streek hebben ondernomen en waarvan
er een op Nova Zembla moet zyn achterge
laten.
In elk geval staat het thans vast dat het
vliegtuig niet dat van Amundsen kan zjjn.
43
„Hier heb ,1e een tooverstaf, Harle-
kyn," zei de kluizenaar: „met dien
staf kan je veel meer uitrichten dan
met dien van den toovenaar, want ik
heb hem zelf gemaakt. Steek het
eind er van in brand, dan zal je eens
wat zien!"
44 Harlekyn verwisselde dezen staf met
den staf van den Toovenaar.
„Als lk myn staf drie keer heen
en weer gedraaid heb, dan gebeurt
er wat waar u van zult opkyken,"
zei de Toovenaar tot den koning. Har
lekyn stak nu het eind in brand.
Dadelijk daarna kwamen er sterren,
die naar alle kanten in. t rond
draaiden.
„Mooi zoo! Prachtig!" riep de ko
ning, „doe dat nog eens!" Maar de
toovenaar kon het natuuriyk niet.