Gemengd od^ieuws DE GRAPJAS HARLEKIJN! i Voor de Huiskamer Kalenderblaadje Inbraak te Arnhem ONDERWIJS SOCIAAL LEVEN BOEKBESPREKING KUNST EN KENNIS De „Nautilus" Harlekijn laat het sterren reèenen Enquête inzake auto-ongelukken Door de Ned. Automobielclub De auto- en andere verkeers-ongelukken "ernen toe. Wordt het daarom niet tijd, dat Verplichte verzekering tegen wettelijke aan sprakelijkheid in de wet wordt opgenomen Hiervoor gaat de Ned. Automobielclub een °nderzoek instellen. «Automobielen zoo schreef reeds in 1922 Professor Star Busman in de Vragen des Tijds bewegen zich nier op een eigen "San. zooals de spoortrein, maar op den openbaren weg. Hun zware gewicht ver- noogt het gevaar en den omvang der schade. 2ij bereiken uit hun aard een zeer groote snelheid de mogelijkheid van gebreken in de constructie, plotselinge storingen in he t ®echanisme, dit zijn alle omstandigheden, die ln bijzondere mate het gevaar verhoogen." Aan de geciteerde woorden ligt dan ook de Zoogenaamde „theorie der gevaarstelling" ten grondslag, welke tot uiting is gekomen in srtikel 25 van de Motor- en Rijwielwet. De genen, die een automobiel of motorrijwiel op den weg laten rijden, sturen iets gevaarlijks hl het verkeer. En voor dit gevaar dienen de overige weggebruikers beschermd te worden. Deze bescherming heeft men bij onsi evenals 'n de meeste andere landen, vastgelegd in den regel van den zoogenaamden „omge keerden bewijslast." Wanneer een auto-ongeval plaats grijpt, baarbij bijvoorbeeld een voetganger is ver bond, dan is de automobilist aansprakelijk voor de schade. En hij blijft dit tot op het oogenblik, waarop hij aannemelijk kan ma ken, dat laat ons het eenvoudig uitdruk ken het ongeval niet zijn schuld was. Hoe men ook omtrent de merites van deze bepaling moge denken wij herinneren °ns welk een felle strijd er gevoerd is bij de be handeling en invoering ervan zij is er nu eenmaal, en niet alleen m onze wetgeving, doch in de meeste buitenlandsche eveneens. En door deze bepaling, door deze in de ftct gefixeerde aansprakelijkheid van den Automobilist, worden dus de overige wegge bruikers beschermd. Het wordt hun gemak kelijk gemaakt hunne aanspraken tot schade- Vergoeding in rechte geldend te maken. Maar in vele gevallen blijkt het vonnis, dat de benadeelde voetganger of wielrijder van den rechter krijgt en waarin is vastgelegd, dat de automobilist een bepaald bedrag als Schadevergoeding moet bepalen, niet anders dan een „scrap of paper" te zijn otndat degene tegen wien het gewezen is. êeen rooden cent blijkt te bezitten (behalve "hsschien den auto en hoe dikwijls is deze 'det in huurkoop of bijna niets waard) en •"en nu eenmaal geen veeren van een kikker kan plukken. Behoort men echter dengenen, die tenge volge van een automobielongeval schade heb ben geleden, nu ook niet te garandeeren, dat bun deze schade met zekerheid vergoed zal Worden Behoort verplichte verzekering tegen wet telijke aansprakelijkheid in onze wet te wor den opgenomen Deze verplichting bestaat reeds in verschil lende landen, te weten Engeland, Zwitser- Hnd, Noorwegen, Zweden, Denemarken. Er wordt geen rijvergunning afgegeven, Wanneer de bezitter van het motorrijtuig 0let aanroont, dat hij verzekerd is tegen Hke aansprakelijkheid voor schadevergoeding *tit hoofde van de Motor- en Rijwielwet. Er doet zich hier al direct een probleem voor. Hei zou kunnen voorkomen, dat een Automobilist opzettelijk een voetganger om ver rijdt, die daardoor schade lijdt. Deze Voetganger heeft zonder twijfel aanpraak °P schadevergoeding, gebaseerd op artikel a5 der Motor- en Rijwielwet. Maar volgens tie algemeene regelen van het verzekerings recht behoeft schade, door den verzekerde °PZettelijk veroorzaakt, niet vergoed te wor- tien. Nu is het natuurlijk mogelijk om hier- otntrent een speciale bepaling in de polis ?P te nemen. Maar dan krijgt men de vraag 15 een dergelijke overeenkomst niet in strijd fhet de goede zeden Het antwoord daarop K Zonder twijfel bevestigend. Anders is het bij grove roekeloosheid en schuld. Bijvoorbeeld, wanneer iemand in een staat van hopelooze dronkenschap achter het s'uur gaat zitten en ongelukken maakt. In een dergelijk geval betaalt de verzekerings maatschappij thans evenmin uit. Bij een wet telijke regeling der verplichte verzekering is "et noodzakelijk, dat de verzekeraar zich Piet aan betaling kan onttrekken, echter, Aooals hieronder zal blijken, met een regres- 'echt op den verzekerde. pe vraag rijst thans moet men de ver plichte verzekering uitbreiden ook tot deze Ssvallen en haar dus niet beperken tot aan sprakelijkheid voor schade uit hoofde van de Motor- en Rijwielwet (artikel 25). Er zijn vele gevallen, waarin deze uitbrei- tiing inderdaad billijk zoude werken. Tot tieze conciusie komt men, wanneer men waar neemt op welke wijze sommige automobi- bsten (Zondagsrijders) dikwijls het goed en Aelts het leven van hunne mede-automobi- bsten in gevaar brengen. Noodig zoude mede zijn de volgende be palingen Voor zaakbeschadiging kan een bedrag van '5o.eigen risico worden gedragen. ..De benadeelde, of. in geval van overlijden Aijne erfgenamen, hebben een rechtstreek- Sche actie tegen den verzekeraar. De actie wordt ingesteld bij de rechtbank '°f kantonrechter) van de woonplaats van tien benadeelde. Excepties uit de verzekeringsovereenkomst uf uit de wet, tengevolge waarvan de wette- bjke dekking van de schade verzwakt of te- P'et gedaan zou kunnen worden, mogen den benadeelde niet tegengeworpen worden. De verzekerde kan door den verzekeraar Worden aangesproken, indien deze uit hoofde v"ati de verzekeringsovereenkomst of ingevol ge de wet zou hebben kunnen weigeren uit te be rai en. De verzekeraar is verplicht, indien de ver zekeringsovereenkomst afloopt, daarvan of- [Püeel aangifte te doen. De overeenkomst ban echter eerst na 14 dagen sedert deze bAngifre ophouden te bestaan. De verzekeringsovereenkomst moet geslo pen zijn bi] een maatschappij, aan welke tiaarvoot een 'concessie is verleend. Waar nu eenerzij ds het sterke streven be- sraat om dit gevolg zooveel mogelijk regen 'e gaan welke een zeet toe te 'uichen pro banda wordt er met gemaakt voor „Veilig erkeer" komt het anderzijds de Ko- Pptklijke Nederlandsche Automobiel Club v°or, dat maatregelen dienen te worden ge- tornen, om te verhinderen, dat de geleden Scbade met wordt vergoed. Het is daarom, dat het Bestuur zich heeft ^'gevraagd of het niet wenschelijk zou zijn aan te dringen op een verplichte verzekering legen wettelijke aansprakelijkheid. Een Salomon's oordeel Een boerin uit het Tsjecho-Slowaaksche dorp Ipolynek bij Presburg, Marja Barga, trok onlangs met haar geit naar de week markt, om het dier te verkoopen. Spoedig was er een liefhebber. Men was het direct eens en voor honderd kronen zou het dier van eigenaar verwisselen. Maar toen ge beurde er iets, waarop men niet bedacht was. De kooper wilde vrouw Barga een briefje van honderd kronen overreiken, toen de geit het hem uit de hand trok en het in een oogwenk inslikte. Dat was een moeilijk geval. Vrouw Barga wilde het dier, dat plotseling een dubbele waarde had ge kregen, niet afgeven, daar het niet betaald was. De kooper beweerde, dat zij het geld had ontvangen, zij het dan ook langs den omweg door haar geit. Het zeldzame voor val trok weldra de algemeene opmerkzaam heid en het publiek trok deels partij voor de eene, deels voor de andere zijde, bericht de „Msb.". Reeds was het tusschen de twee belang hebbenden tot handtastelijkheden gekomen, toen de politie ingreep en beiden met de geit voor den rechter bracht. Dit was wel een geval, dat een Salomo als rechter eischte. Zijn Tsjecho-Slowaaksche navolger hielp er zich intusschen heel handig uit door eerst de geit in beslag te nemen en vervolgens de zaak te verdagen. De man was blijkbaar in de anatomie der herkauwers goed thuis, want de wijsheid van zijn beslissing kwam nog denzelfden avond in den waren zin van het woord aan het daglicht: de geit spuwde het nu juist niet gemakkelijk verteerbare bankbiljet vrijwel onbeschadigd weer uit. Daarmee was de moeilijkheid opgelost. Vrouw Barga kreeg haar geld, de kooper de geit en de vijande lijke partijen, die elkaar kort tevoren nog in de haren zaten, scheidden als de beste vrienden en prezen den wijzen en recht vaardigen rechter. Ongeluk in een bioscoop Vrouwelijke lilliputter gewond Gisteravond is in het Luxor-Theater te Rotterdam gedurende de eerste voorstelling bij het variété-nummer, dat door zes Hon- gaarsche lilliputters, vijf mannen en een vrouw, werd uitgevoerd, een ongeluk ge beurd. Bij een van de acrobatische toeren hingen de vijf mannen aan een rekstok, waarvan een lasch is gebroken, waarna zij vielen, ten gevolge waarvan de vrouw kneu zingen opliep. Een oogenblik ontstond er onrust in de zaal. Er 'waren dokters aan wezig, die spoedig hulp konden verleenen, en zoodra bleek, dat het ongeluk niet van emstigen aard was, is de rust weergekeerd. De vrouw is ter observatie in het ziekenhuis aan den Coolsingel opgenomen. In de tweede voorstelling zijn de mannen weer opgetreden. Brandkast en fiets gestolen Gisternacht hebben dieven zich toegang verschaft tot het magazijn en kantoor van een bananenhandel te Arnhem. Zij hebben een kleine brandkast meegenomen, nadat zij deze op een uit het magazijn gehaalde fiets hadden gezet. In de brandkast zat slechts weinig geld, alleen de geheele admi nistratie was hierin opgeborgen. Geen prettig auto-land Nederlander In Italië beroofd Een Stefani-telegram meldt, dat de Neder lander Anton Jurgens, die een autotocht door Noord-Italië, in de buurt van Pontremoli maakte, in een afgelegen streek beroofd is. De politie kon de roovers arresteeren. De heer Jurgens kreeg zijn geroofde zilveren voorwerpen terug. Badgast verdronken Zondag is een Duitsche badgast, Schmidt genaamd, bij het baden in zee te Vlieland verdronken. Bij het ongeval, dat op een stil gedeelte van het strand plaats had, waren slechts twee kinderen aanwezig, waarvan een het dochtertje van den drenkeling was. Tot op heden is zijn lijk nog niet gevon den. Men vermoedt, dat de heer S. onwel is geworden of door den stroom is meegetrok ken. Smokkelaars gesnapt Gisternacht hebben kommiezen te Vlagt- wedde een gesmokkelde koe en een partij sigaretten in beslag genomen. De smokke laars zjjn aangehouden. Flying Dutchman" in den storm gezonken Alle opvarenden gered. Het Nederlandsche motorschip „Flying Dutchman", dat op de Noordzee door hei, Engelsche s.s. „Heron" in nood verkeerende werd aangetroffen en door laatstgenoemd stoomschip gedurende ongeveer vijf uren op sleeptouw was genomen, teneinde nog te trachten het in veilige haven binnen te brengen, is op 52 gr. 54 m. N.br. en 4 gr. 10 m. Oosterlengte (ongeveer in de buurt van de Waddeneilanden) in 14 vaam water gezon ken. Alle opvarenden zijn gered en te Bruns- buttelkoog geland. De reederij deelt hieromtrent het volgende mede: De „Flying Dutchman" welke op reis was van Limfjord naar Colchester, is op de Noordzee in zulk een hevigen storm terecht gekomen dat door de overkomende zeeën het voorluik is ingeslagen. Het voorschip is hierdoor volgeloopen, met het gevolg, dat het vaartuig op zijn kop is gaan staan en later is gezonken. Het ni.s „Flying Dutchman" was groot 200 brutg en 115 netto tons is in 1927 ge bouwd op de werf van de N.V. Noord-Ned. Scheepswerf te Groningen en behoorde aan de N.V. Motorzeevaart-Mij. „Mozem" (N.V. H. H. James en Co.'s Scheepvaart en Han dels-Mij. te Rotterdam). Te hard gereden Motorrijder ernstig gewond. In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft op de Brielsche laan te Rotterdam een ernstig ongeluk plaats gehad. De 46-jarige G. G. E„ wonende aan het Meiland kwam met groote vaart op zijn motorfiets den weg afrijden. Vermoedelijk is hjj op een gegeven oogenblik de macht over het stuur kwijt geraakt. Hij is eerst tegen een vrachtauto van de R.E.T. ge botst en vervolgens tegen een langs den weg staanden boom geslingerd. In bewusteloozen toestand bleef hü lig gen. De G. G. D. heeft hem naar het zie kenhuis aan den Coolsingel vervoerd waar bleek dat hij behalve een ernstige hoofd wonde een hersenschudding en kneuzingen aan den linker voet en rugwervel gekregen had. Zijn toestand is vrij zorgelijk. Auto-botsing te Tilburg Vijf licht gewonden. Op den Heuvel te Tilburg by de Juliana- straat had eergisternacht een ernstige bot sing plaats tusschen twee auto's, bestuurd door den heer H. J. uit de Tuinstraat en L. de B. van het Lijnsheike. De B. kwam uit de Julianastraat en reed met volle vaart op den auto van J. Beide wagens werden geheel vernield. De B. moest door den G. G D. naar zijn woning worden vervoerd, terwijl de in den wagen van J. gezeten drie heeren en een dame lichte verwondingen bekwamen. Autobus tegen boom gereden De chauffeur gewond. Gistermorgen tusschen 10 en 11 uur reed een autobus van den dienst JubbegaHee renveen op den straatweg HarlingenFra- neker nabij den Hollen weg wegens defect aan de stuurinrichting tegen een boom, waardoor de bus zwaar werd beschadigd, terwijl de chauffeur, de heer Y. de Vries, door glasscherven ernstig aan het gelaat werd gewond. Na te zijn verbonden kon hy huiswaarts keeren. Splitsing van het Hoofdacte examen? Volgens het Onderwys, heeft de bijzonde re commissie voor georganiseerd overleg in onderwyszaken een voorstel aangenomen om het hoofdacte-examen te splitsen in twee üeelen, die met een tusschenruimte van een jaar kunnen worden afgelegd. Volgens de commissie eischt men thans te veel parate kennis. „Feitelijk wordt hier iets teruggevraaga wat men na 1920 eenige jaren reeds bezat Maar in de toepassing faalde. Wat wonder! De candidaten, die zich op een paar vakken hadden geprepareerd, moesten in alle vak ken worden geëxamineerd, en dat stroo- dorcchen moest wel spaak loopen. Wordt nu het verzoek toegestaan dan zal men stellig aan splitsing een mere houdbaren vorm geven." Majesteit Soldaten' Pankeberg, een provinciestadje, gluurde met zijn twee ranke torens boven de in den wind deinende boomen uit. De dennen, de heide de grassprieten en glinsterende witte zandheuveltjes waren ka rakteristieke kenteekenen van dit landschap in de lente bloeide er de brem. D44r was een compagnie soldaten ge komen om oefeningen te houden, infanteris ten met staalhelmen en voorzien van gas maskers. De kapitein, die het bevel voerde, bestu deerde nog eenmaal de opdrachthij was belast met het opleiden van een kleine troep liet de mannen aantreden, oefende en in de behandeling van het geweer, in het tirailleeren en verzamelen, en ieder van deze soldaten wist, dat zoo'n activiteit de jonge lichamen vormde en het bloed verfrischt, niets meer of niets minder. In de nabijheid van het excercitie-terrein ploegden boeren hun akkers om tegen den aanstaanden zaaitijd, soms hoorde men het stampen en snuiven van hun gespannen. Van de vlijtige boeren trok zich eerst geen der oefenende soldaten iets aan, op 'n gegeven oogenblik echter zag de kapitein hoe een groote gestalte in jagerskleeding op hem toekwam. Deze boer stelde zich met hoffelijken groet voor als den eersten bewaker van het Pank- berger instituut van zenuwlijders, vroeg ter loops of de kapitein ook schriftelijk verlof had om over het land te loopen, want dat hij als eerste opzichter ervoor verantwoor delijk was, dat er niets buitengewoons op deze velden gebeurde. De kapitein liet zijn mannen enkele minu ten uitrusten en zei tot den zonderlingen bezoeker, dat hij uit eigen beweging dit eenzaam gedeelte voor zijn oefeningen ge kozen had, doch dat hij bereid was, direct te vertrekken, in geval de rechtmatige eige naar dit wenschte. De opzichter dankte voor de verklaring, en zei, dat de compagnie voor heden kon blijven, maar hij stelde er prijs op, dat voor latere gevallen een speciaal verlof aan gevraagd werd. Daarmee scheen het onschuldige inci dent afgeloopen te zijn, maar de comman dant der compagnie wenschte te weten, of een zenuwlijdersgesticht werkelijk in het bezit van zulke stukken grond was. De be waker antwoordde zuurzoet lachend „Kapitein, deze natuur behoort de armste der armen, zij behoort aan de krankzin nigen en zwakzinnigen. Het gesticht in Pankeberg herbergt wel uitsluitend kalme zieken, wij kennen geen dwangbuizen, onze patiënten zijn werkzaam en ongevaarlijk 1" Toen vroeg de officier aan den ambtenaar: „En de boeren bij de paarden en ploegen „Zijn geen boeren, 't zijn zieken, kapitein, 't zijn ongevaarlijke krankzinnigen. De grootste daar was 20 jaar geleden onderwijzer in Potsdam, sinds 1910 houdt hij zich voor Frederik den Grooten en koning van Pruisen hij wil aangesproken worden met „majesteit" wij zijn hem steeds ter wille en u kunt niet gelooven, hoe gelukkig hij dan is 1" De kapitein schudde nadenkend het hoofd. Daarop vroeg hij den opzichter, of het niet te veel gevraagd was, met den armen drommel kennis te maken, of misschien hem te roepen, want zoo'n ontmoeting was heusch geen alledaagsche. De beambte stond dat toe onder voorwaarde, dat men den zieke noch beleedi- gen, noch bespotten zou, want hij wilde niet, dat men zijn patiënten eenigszins onheusch behandelde. De kapitein keek eens naar zijn soldaten, toen hij echter geen enkele over moedige uitdrukking in de gezichten zag, spaarde hij iedere waarschuwing en beloofde den opzichter, dat zijn wenschen zouden geëerbiedigd worden. Toen bracht de ambte naar zijn handen aan zijn mond, schreeuwde „Majesteit" over het veldOp hetzelfde oogenblik rekte de geroepene zich uit daar de opzichter hem wenkte, dat hij moest komen, deed de zieke een paar passen, eerst aarzelend, dan vlugger, tot hij plotseling weer bleef staan, schijnbaar schuw en ver schrokken. Onbeweeglijk als een beeld bleef de zieke in die pose de rechterhand op den stok, de linker op den rug. Hij had niet de bedoeling, zich nog dichter bij de vreemde menschen te wagen, maar de bewaker riep hem met een salueerend gebaar nog eenmaal toe „Majesteit soldaten 1" Toen kromp het magere lichaam van den man tezamen en hij haastte zich het geduld der wachtenden niet langer op de proef te stellen. Eindelijk stond hij bij den ambte naar, gebukt en vol mysterieuze waardigheid. Zijn ouderdom kon men op 74 iaar schatten, zijn dorre gestalte en zijn grauw gezicht was niet ongelijk aan de kopergravures en ge kleurde miniaturen, die nog van de gestalte van den grooten Pruisenkoning bestaan. Niets verstoorde de stilte op de uitge strekte heide, alleen de tandenlooze mond van den zieke bewoog zich, als wilde hij iets berispen, terwijl de oogen van deze wonderlijke Majesteit plotseling door een wantrouwende uitdrukking overschaduwd werden. Telkens weer dwaalden zijn blikken langs de rijen der infanteristen, die, zonder bevel daartoe gekregen te hebben front ge maakt hadden. Daar de opzichter zich genoodzaakt zag zijn patiënt eenige verklaring te geven en daar hij anderzijds weer een vreemd onbe haaglijk gevoel in zich voelde opkomen, vond hij geen andere woorden dan die, welke hij even te voren reeds over het heideveld geroepen had „Majesteit soldaten 1" Toen hinkte de grijsaard naar den kapitein, bleef vlak voor hem staan, monsterde hem van de muts tot de slobkousen, kauwde nog eenmaal met den tandenloozen mond, en sprak dan, daar de houding van den officier hem blijkbaar niet beviel, met wel gekozen ,doch bitter klinkende woorden, het volgende „Kapitein, al veranderen de tijden ook, al kwam er ook een nieuwe wet in de plaats van de oude, men moet toch nog altijd zijn ouden koning de verschuldigde eer bewijzen. Men beeft geen recht, iedere uitwendige achting te ontzeggen aan den man, wien de Staat een goed deel zijner fundamenten te danken hteft. Ik was soldaat, zooals gij ik denk er nietaan, het oude uitsluitend goed, en het nieuwe uitsluitend slecht te noemen, maar wanneer gij u niet schaamt, voor een oogenblik alles te vergeten, wat het oude van het nieuwe scheidt, dan zal men u wegens een respectvolle geste wel niet veroordeelen. Of bestaat er geen gerechtig heid meer?...." De kapitein antwoordde niet, hij nam een ernstige, ja, eerbiedige houding aanon der zijn soldaten was echter niet een, die door een trekken of fronsen de geheimzin nige stilte van het oogenblik wilde verstoren. De wonderlijke Majesteit dankte en reikte den officier de hand en de kapitein salueerde. Niemand bemerkte echter, dat hij de tanden vast op elkander klemde. Toen hinkte de grijsaard langs het front der jonge mannen, betastte bij een der infanteristen het vreemd gevormd gasmasker en schudde het hoofd, als was hij het heelemaal niet eens met deze nieuwigheid. De bewaker, die zijn patiënt gevolgd was, nam hem nu troostend in den arm „Majesteit, wij zullen weer naar den ploeg gaan op den akker 1" Het uitgedroogde gezicht van den grijs aard knikte, hij liet zich meevoeren, zuchtend en moezijn houding was nog gebukter geworden, zijn voeten sleepten veel moeilij ker voort, als zij hem gebracht hadden.... De compagnie stelde zich op voor den afmarsch, de zwijgende kapitein aan het hoofd. En zij marcheerden terug naar de kwartieren van Pankeberg: de wind woei koel, het gras geurde, soms fladderde een kraai uit de heide op. „Zingen 1" riep de kapitein in de stille colonnes. Niemand van de compagnie jonge soldaten kon echter zingen. Katholieke Arbeiders-Internationale Tweede Congres op 4 en 5 September a. s. te Utrecht Oplossing van de economische wereld crisis Op het a.s. Congres der Kath. Arbeiders- Internationale zal de economische werrid- crisis een der belangrijke agendapunten vormen. Josef Scherrer, Nationalrat te St. Gallen (Zwitserland) zal de oplossing der crisis van internationaal standpunt bezien en doet dit aan de hand van de navolgende stellingen. De algemeene en diepgaande storing in het economisch en sociale leven der ver schillende volken is tot zeer vele gronden van economischen, financieel-politieken, tech- nischen en ethischen aard terug te brengen. De economische en maatschappelijke crisis, welke steeds duidelijker blijkt, wordt tot een algemeen internationaal probleem van den grootsfen omvang en eischt derhalve gebie dend een internationale oplossing, voor allen gemeen. Socialisme en communisme -jagen in alle landen een gewelddadige en bloedige omverwerping na. Het voortbestaan van diep- invretende sociale en economische misstanden in onze individualistische en kapitalistische maatschappij vormt den vruchtbaren voe dingsbodem van gerechtvaardigde onte vredenheid en isde wegbereider voor de wereld revolutie. De economische systemen, welke op louter geweld en machtsstreven berusten vormen de permanente sociale en politieke revolutie. Door eenzijdige nationalistische politiek zijn deze wereldproblemen niet op te lossen. Uit den internationalen onderlingen samen hang der feiten blijkt de noodzakelijkheid van een internationaal denken en voelen, van een handelen, geregeld naar het volken recht, en gemeenschappelijk politiek op treden. Waar men zich tegenover de factoren, welke het leven der volkeren in zich dragen en be- heeischen, in den grond verkeerd instelt, moet ook de uitwerking een verderfelijke rijn. Het ordenend beginsel der staatkundige en maatschappelijke instellingen is de sociale rechtvaardigheid en liefde. Daarom moet op internationaal terrein de christelijke opvatting van de volkeren- familie onder het gezag van het recht hoog gehouden worden en dit niet alleen uit louter nuttigheidsoverwegingen, doch met erken ning van den eisch der goddelijke zedenwet, als een hechte en bindende wereldordening. De beginselen van rechtvaardigheid en liefde moeten maatschappelijk worden toe gepast en moeten het recht en hét maatschap pelijk leven daardoor een nieuwen vorm doen aannemen. Gestreefd moet worden naar een Volkeren gemeenschap, welke de volken onderling verbindt, zoowel tot verdediging van elk volk op zich alsook tot instandhouding der maat schappelijke Geheel o\ orde. Hearst. 25 Augustus. Ik herkende Hearst on middellijk aan de gele kranten, die uit zijn zakken staken. How's the yellow press going on, Sir? vroeg ik met een knipoog. The same to you Sa', was het myste rieuze antwoord. Wat is uw indruk van Holland? Marvellous. Ik geloofde nooit, dat het werkelyk bestond. Ik dacht dat het maar Duitsche propaganda was om menschen met dollars naar Europa te lokken. Maar nu heb ik gezien, dat Holland inderdaad een land is, met eigen grenzen, en douanetarie ven, en eigen politie.... Misschien hebt u zelfs wel een parlement? Natuuriyk hebben wy 'n parlement, t Is in Den Haag te zien! En 'n leger ook? Zeker hebben wy 'n leger. We hebben zelfs een tank. Die kaasmarkt in Alkmaar is reusachtig. Is dat nu heusch geen décor voor de vreem delingen? Ja, 't is misschien wat vreemd voor u, maar ik dacht dat Dutch cheese uit Duitschland kwam. Maar nu zou ik u een paar vragen willen stellen. Niets zal my aangenamer zyn dan door den krantenkoning William Randolph Hearst te worden geïnterviewd! U bent newspaper man nietwaar? Men heeft mij verteld, dat Hollandsche couranten zich niet laten betalen voor de politieke ar tikelen die zy opnemen. Is dat zoo? Ja, dat is waar. Maar hoe kan dat kloppen met de be wering, dat Hollanders goede zakenlieden zyn? Niet alleen, dat Hollandsche couranten zich er niet voor laten betalen, zy betalen er bovendien zélf voor! Maar dat is toch heel slechte koop manschap! Uw kranten moeten er wel arm zalig voor staan! Ze kunnen toch niet be staan van abonné's en adverteerders? Zelfs al Hepen ze op hun laatste beenen, dan zouden ze zich nóg niet voor geplaatste artikelen laten betalen! Maar wat is er tégen? De menschen betalen het toch grêi&g? We zouden het niet willen aocepteeren. Geld niet willen accepteeren? Maar mynheer, dat is misdadig tegenover de aan deelhouders! De aandeelhouders zouden het ook niet willen William Randolph Hearst hief in de grootste verbazing zijn armen ten hemel. 't Is by ons de gewoonste zaak van de wereld! Wij hebben er vaste tarieven voor! Best mogeiyk. 's Lands vrijs, 's lands eer. Maar het is strydig met onze begrip pen van fatsoen. Begrippen van wat? Van fatsoen. What 's that? Never heard of. Wel, herhaalde ik moedeloos, vrij vin den dat je je opinie niet mag verkoopen. overeenkomstig het verlangen van 0611 ^an tie lezer zyn krant niet meer ver- -*-»• tr-r 1 I V .x' t?rk?lXX74ar» den H. Vader Pius XI eischt het Internatio naal Congres der Katholieke Arbeiders- Internationale, dat de verschillende volken met betrekking tot hun sterke wederzijdsche economische afhankelijkheid en de behoefte elkaar aan te vullen, door gemeenschappelijk overleg en handelen, moeten aaneensluiten en overeenkomsten scheppen tusschen de staten onderling en instellingen, ter bevor dering van een waarlijk vruchtbare econo mische samenwerking. Het Congres roept daarom de katholieke arbeiders der geheele wereld op, te handelen overeenkomstig de plichten, welke uit de wederkeerige betrekkingen tusschen gezin, volk en volkerengemeenschap voortvloeien er> overal de internationale politiek van ver broedering en vertrouwen daadwerkelijk en met alle geoorloofde middelen te bevorderen. Tot oplossing der economische wereld crisis en het mogelijk maken der vereischte voorwaarden voor een vruchtbare economi sche en sociaal-politieke samenwerking der volken, eischt het Congres den uitbouw der arbitrage tusschen de staten onderling en der volkenrechtelijke instellingen, de ont- wapeinng overeenkomstig de encycliek van Paus Benedictus XV van 1 April 1917, ge meenschappelijke maatregelen tot verge makkelijking en bevordering van het inter nationaal goederenverkeer, de afdoende re geling der oorlogsschulden, een effectieve tinancieele en economische samenwerking op den grondslag van solidariteit, gelijkbe rechtiging en gelijke achting der volkeren, de voortzetting eener daadkrachtige inter nationale sociale politiek tot vorming van het arbeidsrecht en bevordering van den socialen vooruitgang op den grondslag der internationale organisatie van den arbeid. Op den socialen vrede wordt de vrede der volken gebouwd. „De Missie en Oost-Azië" Dit boekje, ln handig formaat en in goe den druk uitgegeven by de Kruisvaarders van St. Jan, te Rijswijk, is samengesteld door „Massaja", Missieclub der fraters Ca- pticynen te Udenhout. Het geeft een duidt- ïyk overzicht van den stand en de ontwik keling van het katholicisme in China, Ja pan en Korea. Over het missiewerk daar kan men uit dit boekje, dat met groote zorgvuldigheid is samengesteld veel leeren. trouwen. Verlangen jullie dat dan van je lezers? Ja, dan zal d&Ar de fout schuilen. Het ïykt me, hm, 'n beetje naïef. Ik vrees, dat ik een poover journalist ben, want lk heb hem de zaak niet duidelijk kunnen maken. Sinds Vrijdag niets meer vernomen Een Reutertelegram d.d. 24 Augustus uit Londen meldt: Sedert Vrijdag is men geheel zonder be richt van den Noordpool-onderzoeker Sir Hubert Wilkins. Hy was Vrijdag met de „Nautilus" van Spitsbergen vertrokken om onder het ys door het Noordpoolgebled te varen. Naar uit Tromsö gemeld wordt zyn alle draadlooze aanroepen, om verbinding met de „Nautilus" te krijgen, onbeantwoord geble ven. Het vliegtuig op „Nova Zembla" Niet van Amundsen Dezer dagen is melding gemaakt van de ontdekking van prof. Moltschanoff, dat op een der foto's welke hy tydens de Zeppelin- poolvlucht boven Nova Zembla heeft geno men, een vliegtuig te zien Is. Aanvankehjk dacht men aan het vliegtuig van Amundsen. Thans vernemen, volgens het „Hdbd." de Ber- ïynsche bladen echter, dat Duitsche vlieg tuigdeskundigen, die de foto bestudeerd heb ben, tot de overtuiging zyn gekomen, dat men hier met een Domier-watervliegtuig te doen heeft. Waarschijnlijk ls het een der bei de Dorniers, die op last van de Russische regeering indertyd onderzoekingstochten in deze streek hebben ondernomen en waarvan er een op Nova Zembla moet zyn achterge laten. In elk geval staat het thans vast dat het vliegtuig niet dat van Amundsen kan zjjn. 43 „Hier heb ,1e een tooverstaf, Harle- kyn," zei de kluizenaar: „met dien staf kan je veel meer uitrichten dan met dien van den toovenaar, want ik heb hem zelf gemaakt. Steek het eind er van in brand, dan zal je eens wat zien!" 44 Harlekyn verwisselde dezen staf met den staf van den Toovenaar. „Als lk myn staf drie keer heen en weer gedraaid heb, dan gebeurt er wat waar u van zult opkyken," zei de Toovenaar tot den koning. Har lekyn stak nu het eind in brand. Dadelijk daarna kwamen er sterren, die naar alle kanten in. t rond draaiden. „Mooi zoo! Prachtig!" riep de ko ning, „doe dat nog eens!" Maar de toovenaar kon het natuuriyk niet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 7