I Van der Vlerk's Foto WEILL ZOON het adres voor iedereen Stofzuigerhuls MAERTEN8 immA WUTHRICH, HAARLEM Centrale Verwarming Hsringa-JoSinson-OIiebranders Uit de Pers 1856 1931 1 AMNEX LIJSTEN HAND EL. GROOTSTE KEUZE PORTRETLIJSTJES KLEINE HOUTSTRAAT 112 OP 1 SEPTEMBER A.S. ZAL ONZE ZAAK 75 JAAR BESTAAN VOOR DEZE HEUGLIJKE GEBEURTENIS HOUDEN WIJ OP DIEN DAG VAN 3-5 UUR EEN RECEPTIE BARTELJORISSTRAAT 26-28 BONTWERKERS - DAMESKLEEDERMAKERS BARTELJORISSTRAAT 26-28 - GEMENGD NIEUWS Barteljorisstraat 18 - Tel. 10756 VAMPYR stofzuigers f 105.- zün- De doodslag te 's-Hertogenbosch Vrachtauto contra verhuiswagen Geen vacantiewerk Professor doctor W. Nolens, Minister van Staat, in de Tweede Kamer hoofdman over negen en twintig, wordt in de Kamer niet anders genoemd dan Monseigneur. Er ts nie mand, die Excellentie zegt of professor; ik heb hem ook nooit bij zijn voornaam hoo ien noemen. Monseigneur is zeventig jaar. Men ziet het hem niet aan. Hij is vrijwel dezelfde geble ven in de dertig jaren, dat ik hem in de Kamer heb gezien: alleen is op een goeden dag het gouden brilletje met de halve glaas jes er bij gekomen, en, sedert hij hoofdman was geworden, de veldheersblik, en menige wandeling naar de regeeringstafel op oogen- blikken, dat er iets dreigde te haperen. Onder zijn collega's zullen er niet zijn, die niet hoogachting voor hem gevoelen, en wie hunner liem nader hebben leeren ken nen, houden van hem. Dr. J. Schokking. De voorzitter van de Christelijk-Historische fractie, dr. J. Schokking, schreef om.: Ofschoon niet de nestor van de Tweede Kamer, evenmin wat zijn leeftijd, als wat zijn daarin zitting hebben aangaat, treedt hij naar voren als een van de oudste leden in den besten, meest beteekenenden zin van het woord Voor de oudere leden zeker niet, maar, naar ik meen, ook voor de Jongere is het Parlement zonder Dr. Nolens moeilijk denkbaar. Dit zegt nog niet alles, maar wel iets; of liever in dit geval reeds veel. Wa#t het is waarlijk niet, dat daarbij dan allereerst gedacht wordt, aan den man, die, voor zoover ik mij alhans herinner, al de jaren daar steeds op dezelfde plaats gezeten heeft, niet op de voorste maar op de ach terste' rij, vanwaar hij de fractie, waarvan hij de leiding heeft, van bovenaf kan over zien; die dikwijls meer bij den Voorzitters- stoel of in do nabijheid van de Ministers tafel dan op zijn plaats gezocht moet wor den, echter steeds herkenbaar aan zijn on veranderlijke, statige kleedij, en zooveel meer dat in dit verband genoemd zou kunnen wor den. Neen; maar, ofschoon dat alles er niet los van is, wel aan de zeer vóórname plaats, welke Dr. Nolens inneemt. En hier is het, wat ik bedoelde met de verklaring, dat het moeilijk valt aan het verzoek om enkele re gelen te schrijven te voldoen. Inderdaad. Dr. Nolens is toegankelijk, niet in den engeren, maar zelfs ruimeien zin van het woord; wij hebben ook als Christelijk- Historiscben ervaring daarvan, vooral in vroegere jaren, wanneer de omstandigheden in bijzonderen zin tot overleg leidden. In persoonlijk gesprek komt men onder de bekoring van den rijkdom van geest en veel omvattende kennis; en wie hem ook maar een enkele maal ontmoet heeft in zijn eigen werkkamer,waar dlles getuigt van goeden smaak en niet het minst van intellectualiteit, die speurt in het verleden maar meer nog het tegenwoordige naar allen kant zoekt te grijpen, heeft daar Iets leeren verstaan van het meesterschap dat hem eigen Is, en in de jaren steeds grooter is geworden. Doch hoe toegankelijk, altijd is en blijft er de beheerschtheid, welke hem tot die bijzon dere figuur in ons parlementaire leven heeft gemaakt. Een beheèrschtheld, die wat den indruk aangaat, geslotenheid nabij komt, bij over leg vragen laat, en daarom, vooral bij meer of minder gewichtige aangelegenheden, span ning brengt. Een eigenschap, die vermoedeUlk eer ver sterkt, dan verzwakt is geworden door de elschen, die de leiding van een zoo groote fractie als de Roomsch-Katholieke stelt, waarin de schakeeringen, vooral ln de la tere jaren, misschien sterker dan in eenige andere partij gevonden worden. Maar een eigenschap ook, die tegelijkertiid voor een goed deel de ongereptheid van het leider schap tot op den huldigen dag verklaart. Ook al wordt hierbij de van anderen onderschei den opvatting omtrent leiden en volgen in rekening gebracht, het feit van het meester- schap van Dr. Nolens in de politieke lei- ding zijner fractie, staat onaantastbaar, ook zonder dat hij zelf aan de gedachtenwisseling deel neemt en dit goeddeels overlatend aan de telkens daarvoor meest aangewezen le den, houdt hij, aan de door hem gewilde richting met beslistheid vast. Ditzelfde feit geeft, in verband met de ge talsterkte van de Roomsch-Katholieke Ka merfractie, aan Dr. Nolens die sterke posi tie en overwegenden invloed ln het parle ment waarmee allen te rekenen hebben. Dr. Nolens, de eenige Minister van Staat, zon der ooit Minister te zijn geweest, heeft ten gevolge van die positie op wetgeving en be leid meer invloed dan hij misschien als mi nister zou hebben gehad. Dat in de groe peering der partijen zich in de latere jaren vooral om zijn persoon de strijd concentreert om hem van een geducht tegenstander een begeerden medestander te maken, is uit dien hoofde niet vreemd. Mr. H. J. Knottenbelt Tenslotte ontleenen wij aan het artikel van mr H. J. Knottenbelt, voorzitter der fractie van den Vrijheidsbond, het volgende; Reeds 34 jaren is hij lid der Tweede Ka mer, maar met onverminderde belangstel ling, die jongeren hem kunnen benijden, volgt hij trouw de werkzaamheden van.het college. Meest stilletjes op zijn plaats boven aan de bankenrij ter rechterzijde. Doch niets ontgaat hem. Vaak ontgaat ook zijn mede leden niet wat in hem omgaat, want zijn gelaat kan daarvan somtijds als hij daar tegen geen bezwaar heeftl zijn meening over hetgeen wordt gesproken zeer duidelijk weerspiegelen. Hij is een merkwaardige man. Misschien wel het meest (maar anderen kunnen dat beter beoordeelen dan lk) om zijn gaven als leider. Zeker is het voor buitenstaanders Iets merkwaardigs, dat onder zijn leiding de R.K. Tweede Kamerfractie, niettegenstaande haar wel zeer heterogene samenstelling, gemeen lijk als een politieke eenheid optreedt. Aan een artikel ln „De Maasbode" over den grooten doode ontleenen wij het vol- gciidc Wij hadden gehoopt hem nog lang te zul len behouden, wij, Katholieken op de eerste plaats, die aan hem zoo ontzaglijk veel te danken hebben, maar ook het heele Nederlandsche volk, dat in dezen priester een man verliest, die Jarenlang zijn vader land in en buiten de grenzen heeft gediend met een bekwaamheid, een toewijding en een onbaatzuchtigheid, welke spreekwoor delijk zijn geworden ln onze vaderlandsche historie. In hem waren inderdaad vereenigd de beste eigenschappen van ons ras: een Nederlander, die in den meest verheven zin van het woord hart had voor religie en negotie. Een man, die krachtens zijn vrij willig gekozen levensstaat allereerst gewijde dienaar was van den Allerhoogste, maar die toen de Voorzienigheid hem riep. heel zijn robuuste lichaamskracht en al zijn geeste lijke bekwaamheid aanwendde om de be drijvige gemeenschap te dienen: als leeraar. als hoogleeraar, als econoom, als socioloog, als diplomaat, als afgevaardigde des volks, als afgevaardigde der regeering, als vakver- eenigingsleider, als journalist, als hooge- school-curator, als voorzitter van gewich tige colleges, als leider van een politieke partij, als president van internationale samenkomsten. „Geheel én al het type van een Staatsman, speciaal gemaakt om in Holland (bedoeld schijnt Nederland) te slagen", schreef de „Gazette de Hollande". Als man van kracht en beleid, schilderde hem de vrouw van een gewezen gezant in een Engslsch tijdschrift; „een model van een goed kamerlid en een voorbeeld voor ons allen", erkende mr. Rink; „van allen di- Inzicht hadden de radste, van allen, die verstand hadden de nuchterste, van allen die kalm waren, de kalmste", zoo typeerde hem Roodhuizen; als den man, die toonde, „dat het geloof en de godsdienst van Rome geenszins onvereenigbaar zijn met den wil cm de sociale gerechtigheid te bevorderen en het lot der arbeiders te verbeteren", zoo zag hem de socialistische „Peuple"; als „den trouwen wachter voor de juiste toepassing onzer constitutioneel beginselen", zoo hul digde hem „De Nederlander"; als een „staatsman met gevoel van hooge verant woordelijkheid', zoo prees hem „De Avond post"; als „de invlcedrijkste staatsman ln Nederland" en „een man van nationale be- teekenis", zag hem Colijn; als „doctor uni versalis" werd hij in „Het Vaderland" aan geduid als een „leader of thougths" en een „leader of men" door wijlen mr. Dressel- huys beschreven; als „onkreukbare en on baatzuchtige persoonlijkheid".zonder behoefte aan gezellig verkeer (zelfs op internationale conferentie), integendeel alles vermijdend, wat hem van de naarstige bestudeering der stukken zou kunnen af houden, of zelfs maar afleiden", zoo typeer de hem zijn vriend prof. Aalberse in „Gro- tius, Annualre International". Het „Hdl;d." drukt nog eens af, wat zijn hoefijzer-redacteur schreef over Mgr. Nolens in zijn „Heeren ln Den Haag": „Wij hebben dr. Nolens nog nimmer in emotie gezien. De Kamer mag zoo woelig en onrustig wezen als een Nederlandsche Ka mer maar kan zijn, dr. Nolens zit, of staat, er altijd even rustig bij. Hoogstens komt hij uit zijn bank om, zonder overhaasting, het spreekgestoelte wat te benaderen als het daaromheen eens stormt en om dan, dood kalm, vragend met de oogen en als het moet ook even met den mond, te informee- ren wat er aan de hand is. Als luisteraar en waarnemer verkeert hij meestal ln de Ka mer; hij schijnt, ook als hij zit te schrijven, altijd wel une oreille en campagne te hebben. Uit zijn plooi van zelfbeheersching, van voorzichtige kalmte, haalt men hem nooit. Tot interrupties laat hij zich zelden of nim mer verleiden en als hij zelf geïnterrumpeerd wordt, blijft hij het antwoord schuldig of hij geeft een antwoord in den woord-voor woord-toedienenden spreektrant der voor zichtigheid, waarin hij ook zijn rede bezig was te uiten. „Of die ietwat trage en intermitteerende spreekgewoonte het gevolg is van een bui tengewone omzichtigheid dan wel van moeilijk formuleeren, zouden wij niet kun nen zeggen. Wellicht van beide. Zeker is het, dat een rede v».n dezen spreker den indruk geeft van inderdaad wel moeilijke productie, 't Is of de spreker altijd weer, bij eiken nieuwen zin dien hij Ineen te denken en te uiten heeft, met onuitputtelijk ge duld de moeilijkheden overwinnen moet waarmee een beginneling te kampen heeft. Hij raakt er nooit verlegen onder, hij hak kelt nooit, hij brabbelt nooit, hij werkt zijn zinnen er alleen maar uiterst langzaam uit en als hem eens een bijster lange zin ge slaagd is, dan plant hij zich wat vaster op de beenen gemeenlijk staat hij met de voeten naast en stevig van elkander als om zich voor den volgenden gereed te maken. Boos, verontwaardigd, driftig, vroolijk, vin nig wordt hij nooit, wat ook zijn onder werp mag zijn of hoe men hem ook aan gevallen moge hebben. Gelijk zijn groote dertlend'eeuwsche meester (Thomas van Aquino) tracht hij niet te bekeeren, maar te overreden, niet mee te sleepen, maar te redeneeren. Het heugt ons zelfs niet, dat wij ooit een frons zijn voorhoofd zagen rimpe len; zelden verandert de klaar-nuchtere, rustlg-gebledende uitdrukking van zijn iet wat scherpstreng, maar vertrouwenwekkend gezicht. Hoogstens kan er om de hoeken van den vastgesloten mond eens iets van een glimlacht zweemen en kan de wenkbrauw wat nieuwsgieriger opgetrokken worden als een tegenstander iets debiteert, dat den Venlo'schen afgevaardigde bijzonder curieus dunkt. Maar verder brengt niemand hem en niets. En ook de leuke gereserveerde humor, waarvan hij enkele malen blijk geeft, glijdt achteloos en daardoor steeds bijna onopge merkt voorbij." En het blad besluit: „Men heeft opgemerkt, dat Nolens Juist op tijd gekomen is na Schaepman. In derdaad: de zwijgende, denkende en werken de persoonlijkheid van den eerste zou kwa lijk gepast hebben in den tijd on2er poli tieke opstanding, die geestdrift noodig had. Maar in een tijd van consolidatie ais de onze was Nolens de man. Zijn heengaan is niet alleen een zwaar verlies voor de R.K. Staatspartij, maar treft het politieke en sociale leven van ons geheele land." Aan „Het VaderlandT-artlkel ontleenen wij de volgende pa&sages: „De slag is gevallen, Nolens is niet meer. Een slag voor dezen lande, want hij was een warm vaderlander, die, dank zij zijn groote bekwaamheden, en zijn ernstigen wil om de gemeenschap van nut te zijn, Neder land onschatbare diensten heeft bewezen; een slag voor de Katholieke partij, die in hem den onovertroffen leider zal missen, een slag voor de velen, ale hem eerden en vriend schap toedroegen ook bulten zijne politieke en religieuse geestverwanten. Wat ons in Nolens altijd zoo aangetrokken heeft, ls, dat het zijn Christendom was, dat hem gemaakt heeft tot vurigen voorstan der van medewerking van den Staat om de treurige arbeiderstoestanden, door de En quête van 1886 bloot gelegd, te verbeteren. Zijn geloof was het onze niet, maar waar het woord „christelijk" helaas zoo dikwijls ln de politiek misbruikt is, om die verbetering tegen te houden, mag er wel eens op gewezen worden, dat het bij hem zoo heel anders was. Wat verder in Noiens zoo aantrok was, dat hi), al was zijn geloof het richtsnoer van zijn leven op ieder gebied, wars was van elk gods dienstig vertoon in politicis; misschen is het Juister gezegd, dat dit juist het gevolg was van züne Innige geloofsovertuiging, waarmee niet gezegd is, dat hij, voor de noodzakelijk heid gesteld voor zijne Kerk op te komen, dien plicht niet zou hebben vervuld. In dit verband herinneren wij aan zijn strijd met Troelstra in November 1907 over de Encycliek Pascendi tegen het modernisme. Een groot/ en edel man ls van ons heen gegaan; wij brengen zijne nagedachtenis eer biedige hulde." „Het Volk" schrijft o.m.t „Degenen, die nader met hem ln aanraking' kwamen,' voelden intuïtief, dat bij dezen mensch achter een schijn van onaandoen lijkheid nog andere krachten schuil gingen en dat verleende aan zijn figuur een zeker waas van geheimzinnigheid, een romanti sche bekoring. En stellig ontmoeten wij hier één der vele factoren, waardoor zijn groote invloed op ons staatkundig leven, zijn macht over zijn partijgenooten moet worden ver klaard. Monseigneur Nolens was geen man, óie de spontane geestdriftige genegenheid der menigte verwekte, maar hij imponeerde door zijn vastberaden verschijning, door zijn nuchtere zakelijkheid, door zijn groote ken nis niet alleen van de staatkundige ver houdingen, doch ook van den mensch en zijn zwakheden. Inderdaad: Nolens was een groot men- sehenkenner. Ofschoon gespeend van alle redenaarsgaven, verstond hij bij uitnemend heid de kunst zijn gehoor te boeien. In de mise-en-scène was hij niet te overtreffen. Hoe zorgvuldig wist hij op belangrijke po litieke momenten, wanneer het op Nolens' woord aankwam, het oogenblik van spreken te kiezen. En als hij eindelijk sprait, spande hij de nieuwsgierigheid zijner luisteraars tot het uiterste, om dan ten slotte dikwerf met een of andere sfinx-achtige verklaring te komen, zoo in den geest van: „het kan vrie zen en dooien I" Met dit al was monseigneur een heer- schersnatuur, die in de Kamerfractie er den wind onder had. Als de zaken hem niet naar den zin gingen, als er rebellie was, of een fractiegenoot een minder gelukkige speech hield, dan kon men Nolens bij het hekje van de stenografen zien staan en wanneer hij met zijn ring op de balustrade een zach- ten roffel sloeg ,gold dit als een zeker teeken, dat er iets op til was. Zijn groote streven was de eenheid der Roomsch-Katholieke Staatspartij. Daaraan heeft hij veel dingen ten offer gebracht, die hem lief moeten zijn geweest. In dit opzicht valt hij te vergelijken met Troelstra. Maar er is één groot onderscheid. Want, terwijl het eenheidsstreven van den sociaal-demo- cratlschen leider er op gericht was om sa men te binden wat bijeen hoorde, had No lens zich tot taak gesteld om in het wezen der zaak onverzoenlijke elementen onder ééij overkapping te houden. Dat ln den strijd tusschen werkgevers- en werknemersbelan- gen het vooral de laatsten zijn gèweest, van wie de offers werden gevergd, mag hierbij niet worden verzwegen. En dit is dan ook tevens het tragische element in dit leven. Deze rijk begaafde man, met een sterk ont wikkeld sociaal gevoel, heeft wel grooten In vloed kunnen oefenen op de politiek van ons land, maar bij zijn heengaan moet helaas worden getuigd, dat hij veelal meer een rem mende dan een stuwende kracht was. Het hoofdmoment van zijn levenswerk WaS meer van conserveerenden dan van schep penden aard. Ook in deze taakvervulling lag echter iets groots. Want hij heeft dezen art beid Immer verricht met een onkreukbare trouw, met ter zijde stelling van eigen be geerten. Indien Nolens gewild had, zouden hoogere posten zeker zijn deel zijn geworden» Hi) gaf echter de voorkeur aan een blijven de vervulling van het leiderschap zijner frac tie, overeenkomstig de richtlijnen, die hij hiervoor getrokken had. Aan dit onbaatzuch tig staatsmanschap brengt in deze ure ook de tegenstander gaarne een eerbiedig saluut." Uit „Dc Tijd": „Nederland spreekt over hem als over een nationale figuur. Zijn verscheiden zal op internationale bijeenkomsten verder dan Genève, worden herdacht, erkende John Muray Butler, de president van de - Columbia University, niet als de drie be langrijkste staatslieden, die hij in Europa had ontmoet: Venizelos, Benesj en dr. Nolens? Zelfs in de oppositie-bladen, die polemiseerden tegen zijn politieke houdin gen, zal hij een goede pers hebben. En als straks de Kamer voor de begrootlng bijeenkomt, zal men, nog lang nadat de leden overeind rezen voor rouw en deel neming, de leegte voelen op de plaats, waar Monseigneur stond, om de redevoe ringen te houden, die het kortschrift van zijn zorgvuldige overwegingen waren. De tegelijk ontledende en samenvattende drukkracht van dezen geest, die een scherp licht droeg, wist de moeilijkste vraagstuk ken van ons staatkundig leven tot hun meest eenvoudige wezen te herleiden en gereed te maken voor practische oplossin gen. Ook voorzichtig zwijgend werd zijn stille kracht gevoeld, want hij was geen staatsman van den kleinen slag, maar zwaar geladen door 'n sterke persoonlijke macht. Men wist, dat hij op het psycholo gische moment sprak met het opperste politiek gezag namens de partij, zonder welke het niet mogelijk was, Nederland in parlementairen zin te regeeren. Met weemoed en erkentelijkheid kijkt de R. K. Staatspartij naar den afgestreden lei der om, die haar tot de sociale wetgeving heeft bewogen en die haar ontwikkeling door een der meest riskante tijdperken heeft geleid. Impopulair in zijn leven, zal deze koele man van zakelijke politiek en werkelijkheidszin, die de éénheid der partij behield, populair worden in katholieke overlevering, die zijn beeld uit de sphinx- achtige en legendarische eenzaamheid be waart onder de dankbare herinneringen aan haar grootste mannen." Aan „De Telegraaf" ontleenen we: „Mgr. Nolens gestorven! Gesloten voor Immer is een mond, die weinig sprak, maar het is nu of een wonderlijke stilte is inge treden. En dit karakteriseert de groote en machtige figuur van hem, dié van ons is heengegaan. Kalm, Rustig, weinig opvallend, spaarzaam sprekend ging hij zijn weg en toch laat hij een merkwaardigen nog niet te omvatten leegte en stilte na. Nolens heeft behoord tot de grootste onzer politieke figuren van de laatste decennia der vorige eeuw tot op heden. Hij heeft zijn plaats in de rij waarin staan een De Savor- nin Lohman, een Kuyper, een Troelstra en vroeger, een Schaepman. Schaepman was voor hem de groote en erkende ^leider van de R. K. Staatspartij. Maar welk "een geweldig contrast tusschen de beiden. Schaepman de ruimte vullend met zijn brcede, forsche fi- g-uur, de ruimte vullend met de galmende klanken van zijn prachtig, zij het vaak pa thetisch proza, toornend en betoogend, drei gend en bezwerend. Nolens de fijne, stille figuur. De man met het scherpe, hoekige gelaat en. strenge koele oogen, zittend in zijn bankje in de Kamer, onbewogen alsof zelfs de felste debatten bui ten de sfeer van zijn aandacht vallen. Maar hij ziet en hoort alles en zijn scherpe, vlugge geest overziet alle zetten van het politieke schaakspel. En dan spreekt hij „bij uiterste noodzaak". Korte, kernachtige zinnen. Maar dat korte betoog klinkt voor zijn geestver wanten als een bevel, en voor zfjn tegen standers ls het altijd een openbaring. Rus teloos in zijn schijnbare rust werkt hij ach ter de schermen. Hij laat zijn fractiégenoo- ten, ook al zijn het in de politieke arena nog onwennige spring-in-'t-velds, spreken en luistert aandachtig. Slechts een zeer scherp opmerker kan nu en dan een glimp van af keuring zien op dit strakke markante ge laat. En dan kon het zijn, dat hij zoo ter loops een „aanvulling of verduidelijking" van het gesprokene geeft, maar waarmede hij precies den loop der zaken dwingt naar zijn wil en recht zet wat naar zijn wijze van zien verkeerd scheen te loopen." Tenslotte nemen wij het volgende over uit, de „N. Rott. Crt.": „Behalve door energie, ja nog meer dan daardoor, kenmerkte deze leider zich door een groote, spreekwoordelijke voorzichtig heid. Vooral ln deze eigenschap weerspiêgeit zich een tijd van overgang, waarin de ver deeldheid geëvenaard wordt door de onbe wustheid van het politieke doel. Met kracht alleen zou hi) niet ver zijn gekomen. Om uitsluitend daarmede de discipline in zijn groep te handhaven, had hij moeten be schikken over geestelijke wapenen, over po litieke middelen van concreteren, bewuste- ren aard dan hemzelf ten dienste stonden. Zoolang hij dus geen oplossing had gevon den, waarmede hij als herder zijn schaap- kens weer bijeen kon drijven, of zoolang hij meende dat een zoodanige oplossing nog niet voldoende ter aanvaarding was voorbe reid, bleef hij zich in wolken van geheim zinnigheid hullen. Hij was als mentor van de R.K. Staats partij over hét algemeen de gepersonifieer de wacht voor 's menschen lippen. Geen staatsman, die zoo de kunst verstond, het juiste midden te vinden tusschen achter zijn woorden verborgen tegenstellingen. Zoozeer was hij dikwijls een sfinx, dat ook de R.K Nieuwe Haarlemsche Courant eens de on deugende gedachte opperde van een filolo gen-congres om den tekst van een rede van dr. Nolens te verklaren. ISi anderen hebben dikwijls in gelijken geest den draak ge stoken met zijn raadselachtigheid. Evenmin gaf hij iets -gaarne zwart op wit, zelfs aan zyn eigen mannen niet. Tragi- comische voorbeelden van personen die in dit opzicht een lange vergeefsche reis maak ten naar het Nonnenklooster aan de Prin sengracht ln Den Haag, waar hy woonde, arbeidde en nog het priesterambt Vervulde, zyn daarvan te noemen. Hy timmerde nu eenmaal niet graag aan den weg. Hij bleei gaarne op den achtergrond en heeft ook nooit een ministerschap of het voorzitter schap van de Kamer geambiëerd, hoewel hy daar wegens zyn bekwaamheid recht op zou hebben gehad en men van hem heeft ver klaard, dat hy een zoodanige benoeming heel gaarne zou hebben aanvaard, ware het niet, dat hy het voor de Roomsch-Katho lieke zaak vanwege zyn priesterlijk kleed na- deelig achtte. Nolens, de leider vóór en vooral achter de schermen, die by een steeds zwaarder wor dende taak lenigheid aan kracht, voorzich tigheid aan bekwaamheid paarde, is aan de R.K. Staatsparty ontvallen. Zyn opvol ging zal haar zorgen baren." Uiterste wilsbeschikking. Bij uiterste wilsbeschikking is door Mgr. Dr. Nolens verklaard, dat de plechtige uit vaartdienst moet worden gehouden in de kerk der parochie, waarin hij zou overlijden dat deze uitvaartdienst moet worden ge celebreerd door den Pastoor der parochie. En vervolgens, dat de begrafenis moet wor den gehouden op da begraafplaats te Ven- lo. Daarom is bepaald, dat de Metten zullen gezongen worden in de Parochiekerk van St. Willibrordes, Assendelfstraat te 's-Gra- venhage Maandagavond .te 7 uur, dat de lauden zullen gezongen worden in dezelfde kerk Dindagochtend om half 10, dat de uit vaartdienst zal worden gehouden in dezelfde kerk Dinsdag om 10 uur, dat in de Paro chiekerk van St. Martinus te Venlo een plechtige H. Mis van Requiem zal worden gezongen Woensdag, om half 11, waarna de begrafenis op de begraafplaats te Venlo. Ongeregeldheden te Amsterdam Gisteravond is het in de J. P. Heyestraat en omtrek te Amsterdam zeer rumoerig ge weest. In genoemde straat woont een politie agent, die in het bezit van een auto is. Deze stond voor de deur van zyn woning. Eenige kinderen sprongen de treeplank op en af en brachten den signaalhoorn in werking. De agent, die dit van zyn woning uit zag, ver bood dit en gaf één der kinderen een. klap. Dit zag een man, die met den agent een kwestie had gehad; hij bemoeide zich met het geval en ging den politieman te lyf. Een vechtparty ontstond en onder hevig verzet werd de man naar het posthuis Borgerstraat overgebracht. De man. die zeer populair in de buurt is, kreeg echter grooten by val; een publiek van mannen en vrouwen, zeker 800 koppen, schoolde voor het posthuis samen en liet de banden van den auto leegloopen. Inmiddels was het bureau Overtoom van een en ander in kennis gesteld, waarop een in specteur met agenten verscheen en de me nigte uiteen dreef. Gisteravond verscheen voor de woning van een bouwpatroon in de Bosboom Toussatnt- straat een groote groep Federatiemannen uit het bouwberiryf. Zy kwamen blijkbaar met minder goede bedoelingen. De politie was spoedig ter plaatse en dreef de mannen uit een. Een geval van bilocatie? Reuter seint, volgens „De Tyd" uit New- York: Er worden hier op het oogenblik be sprekingen gehouden over een groot particu lier crediet aan Engeland, die bevredigend verloopen. Zij worden telefonisch gevoerd tusschen Montagu Norman, den gouverneur van de Bank of England, die ln Canada vei- toeft en te Londen. Een knappe gouverneur, die op twee plaat sen tegelijk kan zyn. Botsing tusschen auto en motorfiets Twee ernstig gewonden. Gisteravond heeft op den Koninginneweg te Vlissingen een ernstige botsing plaats ge had tusschen een auto uit Brabant en een motorrywlel uit Vlissingen. De twee op het motorrijwiel gezeten personen bekwamen ernstige verwondingen, zij zijn naar het R.K. ziekenhuis overgebracht om te worden verbonden. De auto bekwam groote mate- rieele schade. Groote vlam in het gezicht gekregen Slachtoffer vermoedelijk blind Het 10-jarig zoontje van den heer v. d. M. te Waddinxveen had de onvoorzichtigheid achter de ouderlijke woning een bus met carbid in brand te steken. Daar het carbid niet flink genoeg naar den zin van den jongen brandde, blies hij er in met het ge volg, dat een groote vlam in zyn gezicht sloeg waardoor hy ernstige brandwonden kreeg, terwyi zyn hoofdhaar totaal ver brandde. Door een der plaatselyke doctoren werd het ventje verbonden. Men meende dat de jongen er wel goed af zou komen, doch eergisteren verergerde zyn toestand zeer, uit een der oogen bleek het licht reeds geweken te zyn terwyi voor het behoud van het andere werd gevreesd, zoo dat men hem gisteravond naar het Acade misch Ziekenhuis te Leiden overbracht Naar de „Tel." nog verneemt zal het slachtoffertje vermoedelijk het licht Uit beide oogen moeten missen. Treurig geval te Winschoter- Oostereinde Man plotseling krankzinnig geworden Gistermorgen omstreeks 8 uur ls Wtn- schoter Oostereinde in rep en roer gebracht door het optreden van den plotseling krank zinnig geworden N„ wenende tn het voor malige tolhuis aldaar. Op genoemd uur passeerde de melkrijder Nyland uit Nieuweschans met zyn groo ten melkauto, waarop een groot aantal melkbussen, kisten met leege papflessehen enz. de bewuste woning, toen hy plotseling een man, brullend en vloekend, slechts gekleed in hemd en onderbroek, door een der ramen op zyn auto zag springen. Onmiddellyk begon de razende man met veel geschreeuw melkbussen en flesschen naar de voorbygangers te werpen. De dek sels der bussen vlogen in alle richtingen door de lucht, de volle melkbussen werden door den waanzinnige rondgeslingerd en van den wagen geworpen, terwyl met groot geraas de eene kist met papflessehen na de andere uit den wagen werd geslingerd, zoo- dat het geheele traject, dat de chauffeur met zyn ongewenschten passagier aflegde, bezaaid was met scherven, melkbussen en deksels, terwijl op sommige plaatsen de weg met melk was overgoten .Begrijpelijkerwijze wilde niemand riskeeren een deksel, flesch of misschien een volle melkbus op zyn hoofd te krijgen, zoodat iedereen bij het naderen van den auto maakte, dat hy uit den weg kwam. Halverwegen den Oudewijvenweg, waar de straat was opgebroken, waagde de chauf feur het eindelyk te stoppen, Hy vluchtte haastig de cabine uit, om te midden van een grooten troep toegestroomde nieuws gierigen op eerbiedigen afstand, het nog steeds voortgaande vernielingswerk van den waanzinnige te aanschouwen, meldt de „Tel." Inmiddels was de gemeente-politie op gebeld en even later arriveerden twee agenten per auto, weldra versterkt door een derden. In verband met de gunstige "posi tie, die de krankzinnige ten opzichte van de agenten innam en de vele projectielen, waarover hu nog steeds beschikte, werd met ingrijpen gewacht, totdat de ongelukkig® zijn hooge standplaats zou verlaten. duurde niet lang meer. Na nog vloekend en razend een aantm flesschen tegen elkaar te hebben gegooid en een heele kist met flesschen boven ZIJn hoofd te hebben omgekeerd, sprong de ma°' die zich inmiddels nog de broek van be lichaam had gerukt, van den wagen, waarop hy onmiddellyk dcor de politiemannen ëe' grepen en stevig gekneveld werd Hy werd voorloopig in het politiebureau opgeborgen, in afwachting van een geneeskundig onder- zoek. Begrypelijkerwyze veroorzaakte het val in Winsclioter Oostereinde groote op schudding. Het verwisselde koffertje Dominé moest In zijn colbertjasje preekw1 Kort geleden heeft een predikant uit e®n niet onvermaard stadje in een onzer Ooste lijke proviciën een eigenaardig avondtuurtje. waarby het komische niet geheel ontbrak, beleefd, vertelt de A. R. „Rotterdammer". De predikant zou in een Hollandschc plaats een preekbeurt vervullen. Des Za terdags ging hij op reis. Aan het perron te Utrecht kon hij nog juist een broodje knappen, om zyn eetlust te bevredigen- Juist dat broodje was de eerste aanleiding tot een ietwat komieke vergissing. Dominé zat weer op zyn gemak in Óen spoorwegcoupé en zou nog eens zyn preek bestudeeren, waartoe hy zyn koffertje ter hand nam en het opende. Wie beschrijf' de ^ninder prettige gewaarwording des pas' tors, toen hy tot de ontdekking kwam, da' de inhoud niet die eens pastors bleek te Men oordeele zelf. Noch de preek, noch "e toga, die 'n reizend predikant pleegt te ver gezellen, waren aanwezig. Inplaats van de preek werd een rozenkrans in den koffer ontdekt, benevens twee foto's van jfrnge meisjes. En dominé moest het ook zonder toga stellen, daar Inplaats hiervan een on derjurk en een corset aanwezig bleken te zyn. Belde kleedingstukken mogen voorals nog niet op kansels van dominé's kerkge meenschap gebezigd worden. Onze predikant zat leeiyk in de penarie en er zat niets anders op, dan 's Zondags in zyn colbertjasje te prêeken. Alle middelen, om den koffer, zyn kof fer, die door zyn geiykenis met een andere" koffer zulk een fameuze ruil bleek te zi)n' terug te krijgen, faalden tot dusver. De aanleiding Nader wordt gemeld: De identiteit van het slachtoffer, gister avond vermeld als zekere E., uit Eindho ven, staat nog absoluut niet vast. De com missaris van politie uit Eint hoven is heden nacht met enkele rechercheurs te Den Bosch geweest en heeft het lyk niet kunnen her kennen, als dat van E. De overige aandui dingen, omtrent de identiteit van het slacht offer zyn hiermede waardeloos gebleken. Omtrent de oorzaak van dit drama kun nen wy mededeelen, dat het slachtoffer i!1 ernstig beschonken toestand de woning yaa K. was binnengedrongen. In dit huis woonde eertyds een verdacht® vrouw. By het binnendringen deed de man aan de thans daar wonende vrouw minder eerbare voorstellen. Haar echtgenoot heef' het slachtoffer herhaaldeiyk gesommeerd woning te verlaten, waaraan deze geen 8e' volg gaf. Deze scheen inmiddels kans te heb ben gezien een mes van de tafel te grijPen en bedreigde daarmede K. en diens echtge- noote. Tenslotte heeft K. den onbekende met ge weld de deur uitgezet en bemachtigde daar bij het mes, waarmede K. het slachtoffer vervolgde en hem verscheidene verwondin gen toebracht, waarvan één steek in 't hart, die binnen enkele minuten den dood teI1 gevolge had. Rechercheur Copier van de Bossche poblie arresteerde den dader en nam het bebloede mes ln beslag. De dader &e- kPiule o>' middellijk. Illj staat niet als vech tersbaas bekend. Twee ernstig gewonden Gisteravond omstreeks half 12 is op den Ryksweg tusschèn Naarden en Muiden een vrachtauto van de firma Stoeltjes te Am sterdam tegen een stilstaanden verhuiswa gen van de firma Vos uit Apeldoorn ge' reden. De bestuurder J. Visser en de h~®er Stoeltjes kregen ernstige hoofdwonden,, ttf" wyi het rechterbeen van den laatste wen" verbrijzeld. Zij werden bewusteloos naar d® Majellastlchting te Bussum vervoerd- bestuurder van den verhuiswagen en ®!n metgezel kregen geen letsel. Als achterlicht voerde de verhuiswagen een wit glas, dat met een rood lapje w» omwikkeld. De politie zal proéven nemeh' of dit als stopsein voldoende is. Het voorste gedeelte van den vrachtaüt was geheel vernield. Doodelijke verkeersongevallen Gisteravond had te Boxtel by het overi steken van den weg een aanrijding Pla/V tusschen een voetganger en een auto k" mende van de richting den Bosch. Geneeskundige en geesteiyke hulp w®: spoedig ter plaatse. By het slaohtoffer, d® 80-jarigen heer H. van Heesch, kon echt slechts de dood worden geconstateerd. Gisteravond kwam op den weg bij Bosch, de heer G. van Heyst, ambtenaar o de gasthuizen te den Bosch, met zyn au te slippen. De ongelukkige raakte onder wagen bekneld. In ernstigen toestand we» hy naar het groote ziekenhuis te Den Bos overgebracht, alwaar hy is overleden. Droevig ongeval te Wyk (N.-B.) Een leerling var. de Technische Schc^jj woonachtig te Rotterdam, die ten huize v de wed. Van der Pol te wyk (N.B.) was sr logeerd, nam daar proeven met ontplof" stoffen. Door ontydige explosie werd jongmensch op verschillende plaatsen ®K stig gewond. Beide oogen zyn vermoede verloren, terwyi hoofd en handen „eüs- werden gehavend. Dr. Van Gulik, uit H den verleende de eerste hulp, terwyi ^et gewonde, ter verdere verpleging naar ziekenhuis te Den Bosch werd vervoer"-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 2