M&hd OicU! f3000.- f 750.- f 250.- f125.- f50.- f40.- WOENSDAG 2 SEPTEMBER 1931 Schaepman over Nolens Een verlies voor de St. Antonius-parochie Ongerustheid over twee geestelijken te Hoek van Holland Sven Hedin's expeditie overvallen De wethoudersverkiezing in Haarlem Het proces tegen Leo Moulin Muiterij op de Chileensche vloot Naar overeenstemming tusschen Vaticaan en Quirinaal? DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN VIER EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17860 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG OREN NA HET ONGEVAL DUUR GEMEENTEBEHEER Spreekt men echter van bezuiniging, dan wordt dit oogenblikkelijk als «hoogst ondemokratisch" gescholden, schrijft de heer Schlichting, en hij ver volgt: SOMBERE SCHETS Pater Frankenmolen en pater Hentzen elders benoemd KEN NEMER FOTOHANDEL Vijf jaar opsluiting geëischt De regeering zou toegeven VOORNAAMSTE NIEUWS J. J. WEBER ZOON OPTICIENS FABRIKANTEN Groote Houtstraat 166 Haarlem TELEGRAFISCH WEERBERICHT Nog deze week? BUREAUX NASSAULAAN 49 Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTENvoor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal 3.25; per post, per kwartaal 3.58 bij vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ADVERTENTIES 35 ct. p. regel VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES, 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct., bij vooruitbet. Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct. per regel. Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door verlies van beide armen, beide beenen ot beide oogen bij een ongeval met doodeiiikeo afloop bij verlies van een hand een voet of een oog bij verlies van een duim ot wijsvinger ïij een breuk van been ot arm iij verlies van 'n anderen vinger Dezer dagen hebben wij ons bezorgd getoond over de gemeentefinanciën van Amsterdam. Niet uit bemoeizucht, maar uit de overweging, dat Amsterdam, de hoofd stad, eigenlijk „van ons allemaal" is, zoodat het wel en wee van deze stad ons niet onverschillig kan zijn, èn uit de overweging, dat het dure wereldstad voorbeeld maar al te gemakkelijk na volging zou kunnen vinden. Nu in deze, welhaast onvergelijkelijke krisisdagen allerwegen denieuwe ge meenteraden optreden en nieuwe col leges van B. en W. hun taak aanvan gen, mogen we de kwestie van het in vele gemeenten nog steeds duurder wor dende financieele „beleid" wel bijzonder actueel noemen. Wij vreesden, eerlijk gezegd, dat alle gepreek tegen het veelal zoo dure ge- ineentebeheer weinig baten zou: even als de meeste particulieren, zoo meenen ook de meeste (grootere) gemeenten niet beneden een eenmaal aangenomen en voortdurend opgevoerden stand te kunnen leven; vaak speelt onderlinge wedijver hierbij een rol, en dan..., de dure eischen der „demokratie"! Eischt de „demokratie" in onze tijden geen dure badhuizen en zwemgelegen- heden? Wie opgemerkt heeft, welk een betrekkelijke stilte er in de pers ge- heerscht heeft rondom de toch werke lijk verontrustende publicaties betref fende den financieelen toestand van Amsterdam, zal zijn hoop op bekeering van dure gemeentebestuurders niet al te hoog stellen. Wij blijven voorloopig dus nog pessi mistisch. Ook ja, juist! wat Amsterdam betreft. Een gelukkig verschijnsel achten wij het niettemin, dat een onzer katholieke «jongeren", de heer Th. Schlichting. die gisteren voor het eerst zitting nam in den Amsterdamschen raad, dezer dagen in „De Tijd" is komen voorreke nen, dat bezuiniging heusch niet on- demokratisch is, en dat juist in het belang van degenen, die zich in de we reld nog eenig bezit veroveren moeten, de overheid zoo zuinig mogelijk finan cieren moet. Wij citeeren een en ander: „Wanneer men ziet, hoe dagelijks dui zenden en tienduizenden menschen al hun best moeten doen om rond te ko men, om het eene eind aan het andere te knoopen, wanneer iemand dat aan dachtig beschouwt, dan moet dezelfde persoon toch stom van verbazing staan, dat er in de besturen zulk een groote royaliteit heerscht. Niet in de salarissen, maar in kostbare scholen, dure we gen, grootsche gebouwen, overvloed van ambtenaren en honderd dergelijke din gen meer. En vooral de dure bewape ning. Dit alles zijn internationale ver schijnselen en de duurte is gelijk opgegaan met de democratie of liever met den parlementairen regeerings- vorm. Terwijl menig particulier denkt het nog wel met een klein auto'tje, met een oude jas of een goedkoop huis te doen, en voor zijn vacantie bij zijn schoonmoeder op bezoek gaat, zegt het volk, in het parlement of den gemeen teraad vertegenwoordigd: „Wat! onze verlichting zal slechter zijn dan in Breslau, onze straten niet minstens even góed als in Liverpool, onze tele fooncentrale niet beter dan in Berlijn? Foei, welk een nationale lafheid". En oogenblikkelijk tijgen commissies door gansch Europa om te zien, of er nog iets te evenaren of te overtreffen is, en hoe duurder hoe liever. Dit is een inter nationaal verschijnsel; ons voortreffelijk geschoold koor van dooddoeners zal da delijk zeggen: «dus is deze zaak niet nationaal te verbeteren." „Ziehier nu het merkwaardige. De parlementen, die meenen, dat zij zoo democratisch uitgeven, kunnen niet democratisch bezuinigen. Dat komt om dat de werkelijke macht in den Staat in de meeste gevallen niet meer ligt bij de parlementen en de regeeringen, maar bij de kapitalisten, d.w.z. hun pleitbezorgers, de bankiers. Iedereen weet het, maar officieel wordt het niet gezegd. De bankiers niet, omdat zij de macht zonder de verantwoordelijkheid hebben, en dat natuurlijk niet openlijk erkennen; de regeering en de parle menten zeggen het ook niet, omdat nie mand van hen het pleizierig vindt, er voor uit te komen, dat zij de hun toe komende wettelijke macht eigenlijk niet bezitten. Zoo lang er geleend wordt, zoolang er groote schuld is, en zco lang men telkens een massa kasgeld moet opnemen, is men aan de geldmachten gebonden. Een bezuiniging heeft dus twee rede nen van bestaan; ten eerste wordt het staatsbestuur onafhankelijk van de geldmachten, omdat het ze niet meer zoo noodig heeft, ten tweede kan men eerst dan belasting heffen en uitgeven, zooals goed is, d.w.z. naar draagkracht van particulieren en van het geheel. Zooals het nu :s, dat ongeveer de helft van de nationale productie naar de be lasting gaat, is het onmogelijk voor de groote massa, om eenig kapitaal te vormen; de kapitaalsvorming geschiedt alleen bij de rijken, en het aantal pro letariërs wordt hoe langer zoo grooter. Ook dit laatste blijkt uit de statistiek." De schrijver werkt deze laatste ge dachte nog nader uit, om te besluiten: „De voornaamste politieke kwestie is dus, de vermogensvorming door de pro letariërs. De bezuiniging, mits natuur lijk rechtmatig toegepast, is daarvoor een noodzakelijk vereischte. De Engel- sche Labour-regeering heeft hare va cantie besteed aan een bezuinigingsplan, waardoor achthonderd millioen gulden zal worden bespaard. De Duitsche re geering onder den rijkskanselier Brii- ning doet niet anders dan bezuinigen. Geen van beide zijn conservatieve re- geeringspartijen; Nederland zal er ook aan moeten gelooven, hoe later hoe slechter." Dat weten we dus: dat bezuiniging door de overheid natuurlijk „rechtmatig toegepast" niet ondemokratisch gescholden mag worden, dat een zuinig financieel beheer integendeel juist voor de minst- bemiddelden een noodzakelijke voor waarde is tot de verwerving van eenig bezit. Het zou ons een lief ding waard zijn, als de heer Schlichting deze, zijne over tuiging den raad van Amsterdam wist bij te brengen. Dan zou het in 't „demokratisch" Am sterdam spoedig veel beter gaan. En dan zou 't gevaar van het slechte voorbeeld in omgekeerd-gelijke mate even spoedig verminderen. Het is een sombere schets, welke de Weensche correspondent van het „Han delsblad" in zijn blad geeft van den loop der bevolking in de Oostenrijksche hoofdstad: „Telkens als het beginnen der scho len nadert, wordt men er zich van be wust, dat Weenen een stad is, arm aan kinderen. Ieder jaar vermindert het aantal inschrijvingen voor de eerste klasse, en leder jaar wordt het aantal klassen minder. Ook voor het school] aar 1931 geldt dit weer. En het laagste punt is zeker nog niet bereikt, want het ge boortecijfer in de laatste jaren is steeds achteruitgegaan, zoodat men verwach ten kan, dat in het jaar 1934 de klassen half leeg zullen zijn. Van 1909 tot 1929 is het geboorte cijfer in Weenen van rond 46.000 per jaar tot 16.000 gedaald. Reeds vóór den oorlog was een langzame daling merk baar. In 1914 bedroeg het aantal ge boorten 37.000. In het eerste jaar na den oorlog slechts 24.000; in 1921 werden er weer 30.000 kinderen geboren, om daar na de eerstvolgende jaren met ongeveer 1000 te verminderen. In het jaar 1926 zonk het geboorte-aantal met twee-dui zend, in 1929 met vierduizend, en in 1929 werden slechts 16.372 kinderen ge boren. In 1930 werd een lichte stijging geconstateerd, maar dit jaar zal het aantal geboorten waarschijnlijk lager zijn dan in 1929", voorspelt de corres pondent. De correspondent constateert verder, dat het totale bevolkingscijfer door de ze voortdurende daling van het geboor tecijfer natuurlijk ook verminderd is In de laatste jaren was het sterftecijfer ongeveer 10.000 hooger dan het geboor tecijfer. En men kan wel aannemen, zegt hij, dat het bevolkingscijfer jaar lijks met ongeveer 10.000 zielen afneemt. Waarin de verklaring van dit alles te zoeken? De bedoelde correspondent verklaart dezen teruggang in het geboortecijfer gedeeltelijk uit de omstandigheid dat door den oorlog de mannen van middel baren leeftijd gedecimeerd zijn. Maar een veel grootere rol spelen, volgens hem, de ellendige ekonomische toestand, de werkloosheid, de lage salarissen en loonen, de onzekere toestand; „kinder- looze huwelijken worden regel in plaats van uitzondering. In de openbare par ken en kindertuinen ziet men dan oox lang niet zooveel kinderen als vroeger." Natuurlijk zijn al de hiergenoemde factoren van invloed; maar de schrijver ziet o.i. een heel belangrijken factor voorbij: de ongelooflijk brutale recla me n.l., welke in Weenen gemaakt wordt voor kinderbeperking, onder sanctie en met medewerking n.b. van de roode overheid. Welk 'n mentaliteit moet er op dit stuk onder een bevolking gaan heerschen, wanneer zij dag in dag uit de voordeelen van kinderbeperking en kinderloosheid hoort prediken, wanneer de overheid zelfs consultatiebureaux inricht, waar een ieder alle inlichtingen omtrent kin derbeperking gratis verkrijgen kan en waar zelfs zekere „middelen" aan de hand worden gedaan! Waar zóó de bevolking wordt opge voed en waar 't den van nature zwak ken mensch zoo gemakkelijk gemaakt wordt, de goddelijke en natuurlijke wet ten te overtreden, daar moet het resul taat wel zijn dat kinderzegen een steeds zeldzamer uitzondering wordt en.... dat het volk ten 'gronde gaat. De illustre namen van Schaepman en Nolens zijn in de laatste dagen verscheide ne malen in één adem genoemd. Dat dr. Nolens hoog tegen zijn vermaar den voorganger opzag, is algemeen be kend. Maar evenzeer staat vast, dat dr. Schaep man de grootste verwachtingen koesterde van den man, die als leider zijn opvolger zou worden. En hoe scherp zyn kijk was op Nolens' persoon en quaiiteiten blijkt wel uit de wij ze, waarop hy hem, dertig jaren geleden, toen de Rolducsche professor nog maar kort in 't openbare leven naar voren was geko men, typeerde. In zijn „Chronica" gaf Schaepman, toen deze sobere, maar veelzeggende karakte ristiek „Ik woon te zeer in één huis met Dr. Nolens, om veel van hem te durven zeg gen. Tegenspraak vrees ik echter niet wanneer ik hem den wetenschappelijksten onder onze katholieke sociologen noem. Niet alleen staats-, maar ook rechtsge leerde, in wijsbegeerte en theologie erva ren, met de letteren meer dan bevriend, is hy voor ons wat Van Houten, Drucker, Kerdijk voor hun vrienden zijn. De trek, die hem onderscheidt, is de „deege deeg- lykheid", de lievelingsdeugd onzer beste mannen. Door die degelijkheid is hij een veilige gids op het gevaarlijk pad der theorie en zijn adviezen in zake de Limburgsche mijnwet hebben het bewe zen op het moeilijke terrein der prac- tijk. Krachtige voorzichtigheid met fiere eerlijkheid gepaard, worden bij hem door vriend en tegenstander gewaardeerd." Wij hebben gemeend, schrijft S. in „Het Centrum", dit treffende woord hier nog eens te moeten afdrukken. Het had in deze dagen geschreven kun nen zijn. En het eert niet enkel dengene, die erin ge teekend werd, maar evenzeer den schrij ver, die met zyn zienersblik ook personen naar waarde wist te schatten en naar waar heid wist uit te beelden. In het te Weert gehouden Kapittel van de Paters Minderbroeders is tot direc teur van het Missie-College te Sittard be noemd de Weleerw. Pater A. H. J. Franken molen, kapelaan aan de parochiekerk van den H. Antonius van Padua te Haarlem. Met leedwezen zullen niet alleen de pa rochianen der Paterskerk, maar heel katho liek Haarlem van deze benoeming kennis nemen. Niet, dat men niet verheugd is over deze promotie van den sympathieken pa ter, maar men had hem veel liever te Haarlem behouden. Ruim 14 jaren heeft hij zijn zegenrijken arbeid in onze stad ver richt en zich daarbij ontelbare vrienden verworven. Zijn prettige omgang en zyn groote gemoedelijkheid bezorgden hem aller wegen sympathie. Doch niet alleen deze eigenschappen sie ren den thans neengaanden pater. Zijn ijver en werklust, zijn belangstelling voor zoovele zaken op verschillend gebied, zijn practische kijk op zaken, zijn gedegen oor deel, vormden hem tot iemand, dien men gaarne raadpleegde en met wien men gaarne „in zee ging". Voor het patronaatswerk in onze stad heeft hij veel gedaan, niet het minst m zijn functie van voorzitter van den Haar- lemschen R. K. Bond van Jongenspatro naten. Op dit gebied vooral heeft hij veel werk verzet en aan dit jeugdwerk wijdde hij zich met liefde. En de R.K. Handelsavond school, een Instelling van dezen bond, welke steeds meer in bloei toeneemt, heeft dit voor een groot deel aan zijn activiteit te danken. De jongens droegen hem op de handen en zijn opvolger zal een moeilijke taak heb ben, om eenzelfde populariteit te verwer ven. In de uitoefening van zijn priesterambt was hij niet minder geëerd en gezien, ge tuige, wat men neemt, zijn buitengewoon „drukke" biechtstoel. In het heengaan van pater Frankenmolen lijdt katholiek Haarlem een wel gevoelig verlies, wat echter niet uitsluit een harte- ltjken gelukwensch met zijn eervolle benoe ming. Moge hij in zijn nieuwe functie nog lange jaren tot veler heil werkzaam zijn. Pater Hentzen tot Pastoor benoemd Een tweede slag treft de parochie van den H. Antonius van Padua in het vertrek van den weleerw. pater J. G. C. Hentzen, die, naar wij hedenmorgen vernamen, be noemd is tot pastoor te Nijmegen van de parochie van den H. Franciscus van As- sisië. Voorwaar kan van slagen voor de paro chie gesproken worden. Immers beide ver trekkende paters zijn de oudste kapelaans van de „Groenmarkt", pater Frankenmo len kwam in 1917 en pater Hentzen werd in 1925 benoemd en beiden zijn bijzonder gezien bij de parochianen. Zoowel de jongere parochianen die met pater Hentzen in aanraking kwamen, als directeur der Maria-Congregatie voor meis jes en jonge dames en van het Meisjespa tronaat St Rosa, als de ouderen die hem over zich gesteld zagen in Derde Orde en Eucharistischen Bond, waren gehecht aan hun directeur, omdat hy zich zoo geheel voor hen gaf en zijn groote activiteit zoo gaarne in hun dienst stelde. Niet alleen in de parochie was pater Hentzen een vurig en volijverig zielzorger, tot ver daarbuiten strekte zich zijn arbeids veld uit. En ook hier was zijn werken zoo vruchtdragend. Zoo noemen wij het voorzitterschap van KRUISWEG48 den Dekanalen Jeugdraad en zijn parochiale onderafdeeling, dat door hem bekleed werd. Vooral in de laatste jaren, nu alom op het terrein der katholieke jeugdorganisatie in grijpende wijzigingen en verstrekkende be palingen zijn gemaakt en aan het jeugdwerk zoo bijzondere zorg en aandacht wordt be steed, was het vervullen van deze functie geen sinecure. Voorts was pater Hentzen geestelijk ad viseur der Algemeene R. K. en voorzitter der parochiale propagandaclub. Behalve dat hij directeur der Derde Orde in de parochie zelve was, bekleedde hij ook het voorzitterschap van de Derde Orde- Federatie voor Haarlem en omstreken. En ook hier kennen wij den pater als een geest driftig werker, wat vooral tot uiting kwam bij de jaarlyksche Derde Orde dagen. Ook dezen ijverigen werker zullen de katholieke Haarlemmers nu voortaan moe ten missen Moge ook hij elders de vol doening in zijn arbeid vinden, welke hij hier ongetwijfeld gevonden heeft. Men dacht aan een ongeluk Vaz Dias deelde hedenmorgen per radio mede: De Zeereerw. Heer Th. W. Loomans, Pastoor, en de Weleerw. Heer P. Jong, kape laan te Hoek van Holland, zijn gistermorgen naar den Scheurpolder gegaan op huisbe zoek. Tot heden zyn zij evenwel niet terug gekeerd. Een aantal burgers en de E. H. B. O. zijn naar den Scheurpolder vertrokken, om naar de vermisten, die waarschijnlijk zijn ver dronken, te zoeken. Nog steeds geen nieuws omtrent de vermisten Nader meldde het persbureau: Dinsdagochtend zijn de 46-jarige pastoor Loomans en de 34-jarige kapelaan Jong per fiets vertrokken. Vermoedelijk naar het strand langs den Scheurpolder. Tot dusver zijn de beide geestelijken niet te Hoek van Holland teruggekeerd, noch is hun aankomst elders gemeld, zoodat men vreest, dat beiden om het leven zijn gekomen. De beide geestelijken werden Dinsdagmiddag tusschen 1 uur en half 2 het laatst gezien aan de Zuiderpier door werk lieden, die daar bezig waren. Zij fietsten toen in Zuidelijke richting langs het strand. Na ontvangst van dit bericht werd het mogelijk geacht, dat de beide geestelijken naar Den Briel waren gegaan, doch bij informatie is gebleken, dat zij het veer niet zyn gepas seerd en dat zij ook niet in de pastorie te Den Briel zijn aangekomen. Hedenmorgen zijn verscheidene patrouilles uit Hoek van Holland, zoowel burge..-, als de E. H. B. O. op onderzoek uitgegaan. Tot he denmorgen 11 uur had meh echter van de beide vermiste priesters niets ontdëkt. Ook de fietsen en eventueel dé kleeren van beide geestelijken konden tot nu toe niet worden opgespoord. De verslagenheid in Hoek van Holland is groot. De HoogEerw. Heer Deken heeft he denmorgen de familie in kennis gesteld met de vermissing van de beide geestelijken. Ook de politie stelt alle pogingen in het werk om de beide vermisten op te sporen. De geestelijken terecht Nader vernemen wij van particuliere zijde, dat de beide geestelijken hedenmiddag te half één in de pas'.orie zijn teruggekeerd. Zij waren op huisbezoek geweest en op den terugtocht raakten zij te water in den oever kant van de Maas. Zij hebben den geheelen nacht staande in het water moeten door brengen. Nader; bijzonderheden Nader vernemen wij nog, dat de beide geestelijken gisteravond naar den overkant van de Maas waren gegaan, den z.g. Scheurpolder, een uitgestrekte vlakte met vele plassen en moerasen. Zoowel de Pas toor als de kapelaan was hier onbekend, met het gevolg, dat zij den weg niet wisten en aan het dwalen raakten. Toen het donxer was geworden, zijn zij in een weeke massa terecht gekomen en daarin tot de schouders weggezakt. Natuur lijk hebben zij om hulp geroepen, doch hun geroep was tevergeefsch, aangezien nie mand in den polder woont en er zoo goed als nooit iemand komt. Door het lange uitblijven was men in Hoek van Holland ongerust geworden en toog men op onderzoek uit. Daarmede is men den geheelen nacht doende geweest, tot hedenmorgen pas de beide priesters in hun benarde positie wer- jden opgemerkt. Met behu'p van touwen en planken slaagde men er na veel moeite ln, de geestelijken te redden. Hun toestand is thans goed. Alle wetenschappelijke instrumenten geroofd Uit het kamp van de expeditie in Cen- traal-Azië van Sven Hedin is naar het W. B. meldt een telegram ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat roovers de expeditie overvallen en volledig leeggeplun derd hebben. Zelfs de waardevolle meteoro logische en astronomische meetinstrumen ten zijn medegenomen. Sven Hedin heeft zich tot de Chineesche regeering om hulp gewend. Men vermoedt hier te doen te hebben met een bende vrij rondtrekkende soldaten. De verdeeling der functies In de gisteren na afloop van den raad ge houden vergadering van Burgemeester en Wethouders werd de heer Van Liemt belast met de werkzaamheden tot dusver waarge nomen door den heer Mr. Heerkens Thijs- sen, met dien verstande evenwel, dat de burgemeester werd aangewezen tot voorzit ter van Regenten van het St. Elisabeth's of Groote Gasthuis en de heer Mr. Slingenberg tot voorzitter der Commissie van Beheer van den Stadsschouwburg, terwijl de werk verschaffingen te Castricum en Giethoorn werden overgebracht van den heer Mr. Ger- ritsz naar den heer Van Liemt. Overigens werd in de bestaande verdeeling van werkzaamheden geen wijziging ge bracht. De heer Mr. Slingenberg behoudt dus de portefeuille van Financiën; de heer Mr. Gerritsz die van Openbare Werken, en de heer Roodenburg de portefeuille van Onder wijs. De heer Van Liemt wethouder De heer W. J. B. van Liemt, die gisteren als opvolger van den heer Heerkens Thijssen tot wethouder van Haarlem werd gekozen is op 26 Juni 1873 te Beverwijk geboren. Op 16-jarigen leeftijd kwam hij in den handel en van zijn 24sten jaar tot vóór eenige jaren dreef hij eigen zaken. De win kel in damesconfectie in de Anegang was welbekend. In Juni 1915 werd hij tot lid van den Haarlemschen gemeenteraad gekozen. Hij was daar o.m. lid van vele vaste raads commissies en commissies ad hoe. Hij was een goed raadslid, dat zich spe ciaal voor de belangen van dén middenstand interesseerde. De laatste jaren trad hij op als voorzitter der R. K. en rechteche raadsfracties. Van zijn vele functies ln het openbare leven noemen wij slechts zijn ondervoorzit terschap van de Kamer van Koop handel en Fabrie ken te Haarlem en zijn voorzitter schap van de R.K Vereeniging voor Groote Gezinnen bestuurslid van Vreemdelingenver keer, van de R. K school voor buitengewoon lager onderwijs, enz. Het is voor den heer Van Liemt ongetwij feld een groote voldoening, dat hij zijn werk thans bekroond ziet met zijn verkiezing tot wethouder van Haarlem. Den nieuw gekozene onze beste wen- schen! Voor de buitengewone rechtbank ter be scherming van den staat is gisteren het pro ces begonnen tegen den Belgischen leeraar en studentenleider Moulin en vier andere be klaagden. De debatten worden door den pre sident der rechtbank, Cristini, persoonlijk geleid. Talrijke toehoorders en vele Italiaansche en buitenlandsche journalisten, o.a. de anti fascistische Belgische socialistische senator De Brouckère, woonden de zitting by. Na voorlezing van de acte van beschuldi ging begon het verhoor van Moulin, die be kende propaganda-materiaal te hebben meegebracht, hetwelk aan te Milaan ge vestigde personen zou woiden overhandigd, voorts een koffer, die hem door den bekenden anti-fascist Bassanesi was gegeven en docu menten bevatte. Bekl. verklaarde, dat de inhoud van deze manifesten en brieven hem niet teleend was geweest. Hij sprak zijn leedwezen uit, dat hij mede in de zaak was betrokken. Bekl. Fossati betuigde zijn onschuld en ver klaarde op verkeerde paden te zijn gebracht en zelfs door Bassanesi tijdens zijn verblijf te Parijs te zyn bedreigd. Bekl. Rossil betoogde eveneens onschuldig te zijn en van den inhoud van de koffer niets te hebben geweten. De bekl. Maffi en Apposini legden getui genissen ln denzelfden geest af. In het proces tegen den Belgischen leeraar Moulin eischte het Openbaar Ministerie vijf jaar opsluiting voor Moulin, 7 jaar voor Albasini, 5 jaar voor Maffi en vrijspraak van twee andere beklaagden wegens gebrek aan bewijs. Volgens een telegram uit Valparaiso is de bemanning van 'de in de haven van Coquimbo gelegen Chileensche vloot Dinsdag aan het muiten geslagen. Volgens deze be richten zouden alle officieren gevangen gezet zijn en gedwongen zijn tct het onderteeke nen van een ultimatum aan de regeering waarin verklaard wordt, dat de voorgenomen vermindering der soldijen voor de vloot niet aanvaard kan worden. Nadat de officieren het ultimatum getee- kend hadden, keerden de manschappen op hun posten terug. Verwacht wordt, dat de regeering zal toegeven, daar anders een openlijke opstand op de vloot te vreezen valt. Benoemingen der E. E. P. P. A. H. J. Frankenmolen O.F.M. en J. J. C. Hentzen O.F.M. (blz. 1, 1ste blad) Sven Hedin op zijn expeditie in Centraal- Azië door roovers overvallen en van alle wetenschappelijke instrumenten beroofd. (blz. 1, 1ste blad) Ernstige ongerustheid te Hoek van Hol land over de vermissing van twee geestelij ken. Beiden zijn gelukkig weer terecht. (blz. 1, 1ste blad) De „Graf Zeppelin" te Pemambuco aan gekomen. (bla. 1, 1ste blad) bil tot Nieuwe geruchten over het tot stand komen van een regeling tusschen .Vaticaan en Ita liaansche regeering. (blz. 1, 1ste blad) Tegen den Belgischen leeraar Leo Mou lin is door de rechtbank te Milaan 5 jaar gevangenisstraf geëischt. (blz. 1, 1ste blad) De zitting van den Volkenbondsraad Is tot Vrijdag uitgesteld. (blz. 1, 3de blad) Geen tusschentijdsche bijeenkomst van den Pruisischen Landdag. (blz. 1, 3de blad) Algemeene staking in Saragossa. (blz. 1, 3de blad) Een nieuw Fransch voorstel in de vloot- kwestie FrankrijkItalië. (blz. 1, 3de blad) Het Perm. Hof van Int. Justitie zal Zater dag advies uitbrengen in de zaak der Tol- unie. (blz. 1, 3de blad) Mgr. Nolens' stoffelijk overschot naar Venlo overgebracht en aldaar teraarde be steld. (blz. 2. 3de blad) Barometerstand 9 uur v.m.: 761. Achter uit. Licht op De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 8.14 uur. Hoogste barometerstand 767.6 m.M. te Vestmanoeur. Laagste barometerstand 745.1 m.M. te Vardö. Verwachting: Meest matige, Zuid-Ooste-, lijke tot Zuid-Westelijken wind, betrokken tot zwaar bewolkt met tijdelijke opklaring;' waarschijnlijk regenbuien met kans op on-, weer, zelfde temperatuur. Naar aanleiding van de berichten, dat Maandag alle Katholieke vereenigingsgebou- wen in Italië weer zijn vrijgegeven, weet de „Münchener Zeitung" te melden, dat de tekst van de overeenkomst tusschen het Vaticaan en het Quirinaal reeds Is gereed gemaakt. Tot dusver Is van de zijde van het Vaticaan geen enkele mededeeling over de tot stand koming van een nieuwe regeling gedaan. Het verluidt evenwel, dat beide partijen tevreden zyn met de overeenkomst, waarbij ir. het geschil over de opvoeding van de jeugd overeenstemming is bereikt. Vclgens de overeenkomst zouden bijzon dere kerkelijke inspecteurs worden benoemd, die het toezicht houden op de opvoeding in de Katholieke scholen. Nog onderhandelingen In verband met berienten in de pers over een a s. overeenstemming tusschen het Vati caan en Mussolini wordt van goed inge lichte zijde medegedeeld, dat momenteel nog onderhandelingen worden gevoerd betref fende de uitlegging van artikel 43 van het Concordaat. Tegen het einde van de week verwacht men definitieve overeenstemming tusschen partijen. TOT EEN GOED EINDE GELEID Officieel wordt bekend gemaakt, aldus een Reuter-telegram, dat de onderhandelingen tusschen Vaticaan en Italiaansche, Staat tot een goed einde zUn gebracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 1