M&hd OicU!
f3000.-
f 750.-
f 250.-
f125.-
f50.-
f40.-
WOENSDAG 2 SEPTEMBER 1931
Schaepman over Nolens
Een verlies voor de
St. Antonius-parochie
Ongerustheid over twee
geestelijken te Hoek van
Holland
Sven Hedin's expeditie
overvallen
De wethoudersverkiezing
in Haarlem
Het proces tegen
Leo Moulin
Muiterij op de Chileensche
vloot
Naar overeenstemming
tusschen Vaticaan en
Quirinaal?
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN
VIER EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17860
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG OREN NA HET ONGEVAL
DUUR GEMEENTEBEHEER
Spreekt men echter van bezuiniging,
dan wordt dit oogenblikkelijk als
«hoogst ondemokratisch" gescholden,
schrijft de heer Schlichting, en hij ver
volgt:
SOMBERE SCHETS
Pater Frankenmolen en pater
Hentzen elders benoemd
KEN NEMER FOTOHANDEL
Vijf jaar opsluiting geëischt
De regeering zou toegeven
VOORNAAMSTE NIEUWS
J. J. WEBER ZOON
OPTICIENS FABRIKANTEN
Groote Houtstraat 166 Haarlem
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
Nog deze week?
BUREAUX NASSAULAAN 49
Telefoon No. 13866 (drie lijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTENvoor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal 3.25; per post, per kwartaal
3.58 bij vooruitbetaling.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ADVERTENTIES 35 ct. p. regel
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct., bij vooruitbet.
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct. per regel.
Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen
Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
verlies van beide armen, beide beenen ot beide oogen
bij een ongeval met
doodeiiikeo afloop
bij verlies van een hand
een voet of een oog
bij verlies van een
duim ot wijsvinger
ïij een breuk van
been ot arm
iij verlies van 'n
anderen vinger
Dezer dagen hebben wij ons bezorgd
getoond over de gemeentefinanciën van
Amsterdam.
Niet uit bemoeizucht, maar uit de
overweging, dat Amsterdam, de hoofd
stad, eigenlijk „van ons allemaal" is,
zoodat het wel en wee van deze stad
ons niet onverschillig kan zijn, èn uit de
overweging, dat het dure wereldstad
voorbeeld maar al te gemakkelijk na
volging zou kunnen vinden.
Nu in deze, welhaast onvergelijkelijke
krisisdagen allerwegen denieuwe ge
meenteraden optreden en nieuwe col
leges van B. en W. hun taak aanvan
gen, mogen we de kwestie van het in
vele gemeenten nog steeds duurder wor
dende financieele „beleid" wel bijzonder
actueel noemen.
Wij vreesden, eerlijk gezegd, dat alle
gepreek tegen het veelal zoo dure ge-
ineentebeheer weinig baten zou: even
als de meeste particulieren, zoo meenen
ook de meeste (grootere) gemeenten
niet beneden een eenmaal aangenomen
en voortdurend opgevoerden stand te
kunnen leven; vaak speelt onderlinge
wedijver hierbij een rol, en dan...,
de dure eischen der „demokratie"!
Eischt de „demokratie" in onze tijden
geen dure badhuizen en zwemgelegen-
heden? Wie opgemerkt heeft, welk een
betrekkelijke stilte er in de pers ge-
heerscht heeft rondom de toch werke
lijk verontrustende publicaties betref
fende den financieelen toestand van
Amsterdam, zal zijn hoop op bekeering
van dure gemeentebestuurders niet al
te hoog stellen.
Wij blijven voorloopig dus nog pessi
mistisch.
Ook ja, juist! wat Amsterdam
betreft.
Een gelukkig verschijnsel achten wij
het niettemin, dat een onzer katholieke
«jongeren", de heer Th. Schlichting.
die gisteren voor het eerst zitting nam
in den Amsterdamschen raad, dezer
dagen in „De Tijd" is komen voorreke
nen, dat bezuiniging heusch niet on-
demokratisch is, en dat juist in het
belang van degenen, die zich in de we
reld nog eenig bezit veroveren moeten,
de overheid zoo zuinig mogelijk finan
cieren moet.
Wij citeeren een en ander:
„Wanneer men ziet, hoe dagelijks dui
zenden en tienduizenden menschen al
hun best moeten doen om rond te ko
men, om het eene eind aan het andere
te knoopen, wanneer iemand dat aan
dachtig beschouwt, dan moet dezelfde
persoon toch stom van verbazing staan,
dat er in de besturen zulk een groote
royaliteit heerscht. Niet in de salarissen,
maar in kostbare scholen, dure we
gen, grootsche gebouwen, overvloed van
ambtenaren en honderd dergelijke din
gen meer. En vooral de dure bewape
ning. Dit alles zijn internationale ver
schijnselen en de duurte is gelijk
opgegaan met de democratie of liever
met den parlementairen regeerings-
vorm.
Terwijl menig particulier denkt het
nog wel met een klein auto'tje, met
een oude jas of een goedkoop huis te
doen, en voor zijn vacantie bij zijn
schoonmoeder op bezoek gaat, zegt het
volk, in het parlement of den gemeen
teraad vertegenwoordigd: „Wat! onze
verlichting zal slechter zijn dan in
Breslau, onze straten niet minstens
even góed als in Liverpool, onze tele
fooncentrale niet beter dan in Berlijn?
Foei, welk een nationale lafheid". En
oogenblikkelijk tijgen commissies door
gansch Europa om te zien, of er nog
iets te evenaren of te overtreffen is, en
hoe duurder hoe liever. Dit is een inter
nationaal verschijnsel; ons voortreffelijk
geschoold koor van dooddoeners zal da
delijk zeggen: «dus is deze zaak niet
nationaal te verbeteren."
„Ziehier nu het merkwaardige. De
parlementen, die meenen, dat zij zoo
democratisch uitgeven, kunnen niet
democratisch bezuinigen. Dat komt om
dat de werkelijke macht in den Staat
in de meeste gevallen niet meer ligt bij
de parlementen en de regeeringen,
maar bij de kapitalisten, d.w.z. hun
pleitbezorgers, de bankiers. Iedereen
weet het, maar officieel wordt het niet
gezegd. De bankiers niet, omdat zij de
macht zonder de verantwoordelijkheid
hebben, en dat natuurlijk niet openlijk
erkennen; de regeering en de parle
menten zeggen het ook niet, omdat nie
mand van hen het pleizierig vindt, er
voor uit te komen, dat zij de hun toe
komende wettelijke macht eigenlijk niet
bezitten.
Zoo lang er geleend wordt, zoolang er
groote schuld is, en zco lang men telkens
een massa kasgeld moet opnemen, is
men aan de geldmachten gebonden.
Een bezuiniging heeft dus twee rede
nen van bestaan; ten eerste wordt het
staatsbestuur onafhankelijk van de
geldmachten, omdat het ze niet meer
zoo noodig heeft, ten tweede kan men
eerst dan belasting heffen en uitgeven,
zooals goed is, d.w.z. naar draagkracht
van particulieren en van het geheel.
Zooals het nu :s, dat ongeveer de helft
van de nationale productie naar de be
lasting gaat, is het onmogelijk voor de
groote massa, om eenig kapitaal te
vormen; de kapitaalsvorming geschiedt
alleen bij de rijken, en het aantal pro
letariërs wordt hoe langer zoo grooter.
Ook dit laatste blijkt uit de statistiek."
De schrijver werkt deze laatste ge
dachte nog nader uit, om te besluiten:
„De voornaamste politieke kwestie is
dus, de vermogensvorming door de pro
letariërs. De bezuiniging, mits natuur
lijk rechtmatig toegepast, is daarvoor
een noodzakelijk vereischte. De Engel-
sche Labour-regeering heeft hare va
cantie besteed aan een bezuinigingsplan,
waardoor achthonderd millioen gulden
zal worden bespaard. De Duitsche re
geering onder den rijkskanselier Brii-
ning doet niet anders dan bezuinigen.
Geen van beide zijn conservatieve re-
geeringspartijen; Nederland zal er ook
aan moeten gelooven, hoe later hoe
slechter."
Dat weten we dus:
dat bezuiniging door de overheid
natuurlijk „rechtmatig toegepast"
niet ondemokratisch gescholden mag
worden, dat een zuinig financieel
beheer integendeel juist voor de minst-
bemiddelden een noodzakelijke voor
waarde is tot de verwerving van eenig
bezit.
Het zou ons een lief ding waard zijn,
als de heer Schlichting deze, zijne over
tuiging den raad van Amsterdam wist
bij te brengen.
Dan zou het in 't „demokratisch" Am
sterdam spoedig veel beter gaan.
En dan zou 't gevaar van het slechte
voorbeeld in omgekeerd-gelijke mate
even spoedig verminderen.
Het is een sombere schets, welke de
Weensche correspondent van het „Han
delsblad" in zijn blad geeft van den
loop der bevolking in de Oostenrijksche
hoofdstad:
„Telkens als het beginnen der scho
len nadert, wordt men er zich van be
wust, dat Weenen een stad is, arm aan
kinderen. Ieder jaar vermindert het
aantal inschrijvingen voor de eerste
klasse, en leder jaar wordt het aantal
klassen minder. Ook voor het school] aar
1931 geldt dit weer. En het laagste punt
is zeker nog niet bereikt, want het ge
boortecijfer in de laatste jaren is steeds
achteruitgegaan, zoodat men verwach
ten kan, dat in het jaar 1934 de klassen
half leeg zullen zijn.
Van 1909 tot 1929 is het geboorte
cijfer in Weenen van rond 46.000 per
jaar tot 16.000 gedaald. Reeds vóór den
oorlog was een langzame daling merk
baar. In 1914 bedroeg het aantal ge
boorten 37.000. In het eerste jaar na den
oorlog slechts 24.000; in 1921 werden er
weer 30.000 kinderen geboren, om daar
na de eerstvolgende jaren met ongeveer
1000 te verminderen. In het jaar 1926
zonk het geboorte-aantal met twee-dui
zend, in 1929 met vierduizend, en in
1929 werden slechts 16.372 kinderen ge
boren. In 1930 werd een lichte stijging
geconstateerd, maar dit jaar zal het
aantal geboorten waarschijnlijk lager
zijn dan in 1929", voorspelt de corres
pondent.
De correspondent constateert verder,
dat het totale bevolkingscijfer door de
ze voortdurende daling van het geboor
tecijfer natuurlijk ook verminderd is
In de laatste jaren was het sterftecijfer
ongeveer 10.000 hooger dan het geboor
tecijfer. En men kan wel aannemen,
zegt hij, dat het bevolkingscijfer jaar
lijks met ongeveer 10.000 zielen afneemt.
Waarin de verklaring van dit alles te
zoeken?
De bedoelde correspondent verklaart
dezen teruggang in het geboortecijfer
gedeeltelijk uit de omstandigheid dat
door den oorlog de mannen van middel
baren leeftijd gedecimeerd zijn. Maar
een veel grootere rol spelen, volgens
hem, de ellendige ekonomische toestand,
de werkloosheid, de lage salarissen en
loonen, de onzekere toestand; „kinder-
looze huwelijken worden regel in plaats
van uitzondering. In de openbare par
ken en kindertuinen ziet men dan oox
lang niet zooveel kinderen als vroeger."
Natuurlijk zijn al de hiergenoemde
factoren van invloed; maar de schrijver
ziet o.i. een heel belangrijken factor
voorbij: de ongelooflijk brutale recla
me n.l., welke in Weenen gemaakt wordt
voor kinderbeperking, onder sanctie en
met medewerking n.b. van de roode
overheid.
Welk 'n mentaliteit moet er op dit stuk
onder een bevolking gaan heerschen,
wanneer zij dag in dag uit de voordeelen
van kinderbeperking en kinderloosheid
hoort prediken, wanneer de overheid
zelfs consultatiebureaux inricht, waar
een ieder alle inlichtingen omtrent kin
derbeperking gratis verkrijgen kan en
waar zelfs zekere „middelen" aan de
hand worden gedaan!
Waar zóó de bevolking wordt opge
voed en waar 't den van nature zwak
ken mensch zoo gemakkelijk gemaakt
wordt, de goddelijke en natuurlijke wet
ten te overtreden, daar moet het resul
taat wel zijn dat kinderzegen een steeds
zeldzamer uitzondering wordt en....
dat het volk ten 'gronde gaat.
De illustre namen van Schaepman en
Nolens zijn in de laatste dagen verscheide
ne malen in één adem genoemd.
Dat dr. Nolens hoog tegen zijn vermaar
den voorganger opzag, is algemeen be
kend.
Maar evenzeer staat vast, dat dr. Schaep
man de grootste verwachtingen koesterde
van den man, die als leider zijn opvolger
zou worden.
En hoe scherp zyn kijk was op Nolens'
persoon en quaiiteiten blijkt wel uit de wij
ze, waarop hy hem, dertig jaren geleden,
toen de Rolducsche professor nog maar kort
in 't openbare leven naar voren was geko
men, typeerde.
In zijn „Chronica" gaf Schaepman, toen
deze sobere, maar veelzeggende karakte
ristiek
„Ik woon te zeer in één huis met Dr.
Nolens, om veel van hem te durven zeg
gen. Tegenspraak vrees ik echter niet
wanneer ik hem den wetenschappelijksten
onder onze katholieke sociologen noem.
Niet alleen staats-, maar ook rechtsge
leerde, in wijsbegeerte en theologie erva
ren, met de letteren meer dan bevriend,
is hy voor ons wat Van Houten, Drucker,
Kerdijk voor hun vrienden zijn. De trek,
die hem onderscheidt, is de „deege deeg-
lykheid", de lievelingsdeugd onzer beste
mannen. Door die degelijkheid is hij een
veilige gids op het gevaarlijk pad der
theorie en zijn adviezen in zake de
Limburgsche mijnwet hebben het bewe
zen op het moeilijke terrein der prac-
tijk. Krachtige voorzichtigheid met fiere
eerlijkheid gepaard, worden bij hem door
vriend en tegenstander gewaardeerd."
Wij hebben gemeend, schrijft S. in „Het
Centrum", dit treffende woord hier nog eens
te moeten afdrukken.
Het had in deze dagen geschreven kun
nen zijn.
En het eert niet enkel dengene, die erin
ge teekend werd, maar evenzeer den schrij
ver, die met zyn zienersblik ook personen
naar waarde wist te schatten en naar waar
heid wist uit te beelden.
In het te Weert gehouden Kapittel van
de Paters Minderbroeders is tot direc
teur van het Missie-College te Sittard be
noemd de Weleerw. Pater A. H. J. Franken
molen, kapelaan aan de parochiekerk van
den H. Antonius van Padua te Haarlem.
Met leedwezen zullen niet alleen de pa
rochianen der Paterskerk, maar heel katho
liek Haarlem van deze benoeming kennis
nemen. Niet, dat men niet verheugd is over
deze promotie van den sympathieken pa
ter, maar men had hem veel liever te
Haarlem behouden. Ruim 14 jaren heeft
hij zijn zegenrijken arbeid in onze stad ver
richt en zich daarbij ontelbare vrienden
verworven. Zijn prettige omgang en zyn
groote gemoedelijkheid bezorgden hem aller
wegen sympathie.
Doch niet alleen deze eigenschappen sie
ren den thans neengaanden pater. Zijn
ijver en werklust, zijn belangstelling voor
zoovele zaken op verschillend gebied, zijn
practische kijk op zaken, zijn gedegen oor
deel, vormden hem tot iemand, dien men
gaarne raadpleegde en met wien men
gaarne „in zee ging".
Voor het patronaatswerk in onze stad
heeft hij veel gedaan, niet het minst m
zijn functie van voorzitter van den Haar-
lemschen R. K. Bond van Jongenspatro
naten. Op dit gebied vooral heeft hij veel
werk verzet en aan dit jeugdwerk wijdde hij
zich met liefde. En de R.K. Handelsavond
school, een Instelling van dezen bond, welke
steeds meer in bloei toeneemt, heeft dit
voor een groot deel aan zijn activiteit te
danken.
De jongens droegen hem op de handen
en zijn opvolger zal een moeilijke taak heb
ben, om eenzelfde populariteit te verwer
ven.
In de uitoefening van zijn priesterambt
was hij niet minder geëerd en gezien, ge
tuige, wat men neemt, zijn buitengewoon
„drukke" biechtstoel.
In het heengaan van pater Frankenmolen
lijdt katholiek Haarlem een wel gevoelig
verlies, wat echter niet uitsluit een harte-
ltjken gelukwensch met zijn eervolle benoe
ming. Moge hij in zijn nieuwe functie nog
lange jaren tot veler heil werkzaam zijn.
Pater Hentzen tot Pastoor benoemd
Een tweede slag treft de parochie van
den H. Antonius van Padua in het vertrek
van den weleerw. pater J. G. C. Hentzen,
die, naar wij hedenmorgen vernamen, be
noemd is tot pastoor te Nijmegen van de
parochie van den H. Franciscus van As-
sisië.
Voorwaar kan van slagen voor de paro
chie gesproken worden. Immers beide ver
trekkende paters zijn de oudste kapelaans
van de „Groenmarkt", pater Frankenmo
len kwam in 1917 en pater Hentzen werd
in 1925 benoemd en beiden zijn bijzonder
gezien bij de parochianen.
Zoowel de jongere parochianen die met
pater Hentzen in aanraking kwamen, als
directeur der Maria-Congregatie voor meis
jes en jonge dames en van het Meisjespa
tronaat St Rosa, als de ouderen die hem
over zich gesteld zagen in Derde Orde en
Eucharistischen Bond, waren gehecht aan
hun directeur, omdat hy zich zoo geheel
voor hen gaf en zijn groote activiteit zoo
gaarne in hun dienst stelde.
Niet alleen in de parochie was pater
Hentzen een vurig en volijverig zielzorger,
tot ver daarbuiten strekte zich zijn arbeids
veld uit. En ook hier was zijn werken zoo
vruchtdragend.
Zoo noemen wij het voorzitterschap van
KRUISWEG48
den Dekanalen Jeugdraad en zijn parochiale
onderafdeeling, dat door hem bekleed werd.
Vooral in de laatste jaren, nu alom op het
terrein der katholieke jeugdorganisatie in
grijpende wijzigingen en verstrekkende be
palingen zijn gemaakt en aan het jeugdwerk
zoo bijzondere zorg en aandacht wordt be
steed, was het vervullen van deze functie
geen sinecure.
Voorts was pater Hentzen geestelijk ad
viseur der Algemeene R. K. en voorzitter
der parochiale propagandaclub.
Behalve dat hij directeur der Derde Orde
in de parochie zelve was, bekleedde hij ook
het voorzitterschap van de Derde Orde-
Federatie voor Haarlem en omstreken. En
ook hier kennen wij den pater als een geest
driftig werker, wat vooral tot uiting kwam
bij de jaarlyksche Derde Orde dagen.
Ook dezen ijverigen werker zullen de
katholieke Haarlemmers nu voortaan moe
ten missen Moge ook hij elders de vol
doening in zijn arbeid vinden, welke hij hier
ongetwijfeld gevonden heeft.
Men dacht aan een ongeluk
Vaz Dias deelde hedenmorgen per radio
mede:
De Zeereerw. Heer Th. W. Loomans,
Pastoor, en de Weleerw. Heer P. Jong, kape
laan te Hoek van Holland, zijn gistermorgen
naar den Scheurpolder gegaan op huisbe
zoek. Tot heden zyn zij evenwel niet terug
gekeerd.
Een aantal burgers en de E. H. B. O. zijn
naar den Scheurpolder vertrokken, om naar
de vermisten, die waarschijnlijk zijn ver
dronken, te zoeken.
Nog steeds geen nieuws omtrent
de vermisten
Nader meldde het persbureau:
Dinsdagochtend zijn de 46-jarige pastoor
Loomans en de 34-jarige kapelaan Jong per
fiets vertrokken. Vermoedelijk naar het
strand langs den Scheurpolder.
Tot dusver zijn de beide geestelijken
niet te Hoek van Holland teruggekeerd,
noch is hun aankomst elders gemeld, zoodat
men vreest, dat beiden om het leven zijn
gekomen. De beide geestelijken werden
Dinsdagmiddag tusschen 1 uur en half 2 het
laatst gezien aan de Zuiderpier door werk
lieden, die daar bezig waren. Zij fietsten toen
in Zuidelijke richting langs het strand. Na
ontvangst van dit bericht werd het mogelijk
geacht, dat de beide geestelijken naar Den
Briel waren gegaan, doch bij informatie is
gebleken, dat zij het veer niet zyn gepas
seerd en dat zij ook niet in de pastorie te
Den Briel zijn aangekomen.
Hedenmorgen zijn verscheidene patrouilles
uit Hoek van Holland, zoowel burge..-, als de
E. H. B. O. op onderzoek uitgegaan. Tot he
denmorgen 11 uur had meh echter van de
beide vermiste priesters niets ontdëkt. Ook
de fietsen en eventueel dé kleeren van beide
geestelijken konden tot nu toe niet worden
opgespoord.
De verslagenheid in Hoek van Holland is
groot. De HoogEerw. Heer Deken heeft he
denmorgen de familie in kennis gesteld met
de vermissing van de beide geestelijken. Ook
de politie stelt alle pogingen in het werk om
de beide vermisten op te sporen.
De geestelijken terecht
Nader vernemen wij van particuliere zijde,
dat de beide geestelijken hedenmiddag te
half één in de pas'.orie zijn teruggekeerd.
Zij waren op huisbezoek geweest en op den
terugtocht raakten zij te water in den oever
kant van de Maas. Zij hebben den geheelen
nacht staande in het water moeten door
brengen.
Nader; bijzonderheden
Nader vernemen wij nog, dat de beide
geestelijken gisteravond naar den overkant
van de Maas waren gegaan, den z.g.
Scheurpolder, een uitgestrekte vlakte met
vele plassen en moerasen. Zoowel de Pas
toor als de kapelaan was hier onbekend,
met het gevolg, dat zij den weg niet wisten
en aan het dwalen raakten.
Toen het donxer was geworden, zijn zij
in een weeke massa terecht gekomen en
daarin tot de schouders weggezakt. Natuur
lijk hebben zij om hulp geroepen, doch hun
geroep was tevergeefsch, aangezien nie
mand in den polder woont en er zoo goed
als nooit iemand komt.
Door het lange uitblijven was men in
Hoek van Holland ongerust geworden en
toog men op onderzoek uit.
Daarmede is men den geheelen nacht
doende geweest, tot hedenmorgen pas de
beide priesters in hun benarde positie wer-
jden opgemerkt. Met behu'p van touwen en
planken slaagde men er na veel moeite ln,
de geestelijken te redden.
Hun toestand is thans goed.
Alle wetenschappelijke instrumenten
geroofd
Uit het kamp van de expeditie in Cen-
traal-Azië van Sven Hedin is naar het
W. B. meldt een telegram ontvangen,
waarin wordt medegedeeld, dat roovers de
expeditie overvallen en volledig leeggeplun
derd hebben. Zelfs de waardevolle meteoro
logische en astronomische meetinstrumen
ten zijn medegenomen.
Sven Hedin heeft zich tot de Chineesche
regeering om hulp gewend. Men vermoedt
hier te doen te hebben met een bende vrij
rondtrekkende soldaten.
De verdeeling der functies
In de gisteren na afloop van den raad ge
houden vergadering van Burgemeester en
Wethouders werd de heer Van Liemt belast
met de werkzaamheden tot dusver waarge
nomen door den heer Mr. Heerkens Thijs-
sen, met dien verstande evenwel, dat de
burgemeester werd aangewezen tot voorzit
ter van Regenten van het St. Elisabeth's of
Groote Gasthuis en de heer Mr. Slingenberg
tot voorzitter der Commissie van Beheer
van den Stadsschouwburg, terwijl de werk
verschaffingen te Castricum en Giethoorn
werden overgebracht van den heer Mr. Ger-
ritsz naar den heer Van Liemt.
Overigens werd in de bestaande verdeeling
van werkzaamheden geen wijziging ge
bracht.
De heer Mr. Slingenberg behoudt dus de
portefeuille van Financiën; de heer Mr.
Gerritsz die van Openbare Werken, en de
heer Roodenburg de portefeuille van Onder
wijs.
De heer Van Liemt wethouder
De heer W. J. B. van Liemt, die gisteren
als opvolger van den heer Heerkens Thijssen
tot wethouder van Haarlem werd gekozen is
op 26 Juni 1873 te Beverwijk geboren.
Op 16-jarigen leeftijd kwam hij in den
handel en van zijn 24sten jaar tot vóór
eenige jaren dreef hij eigen zaken. De win
kel in damesconfectie in de Anegang was
welbekend.
In Juni 1915 werd hij tot lid van den
Haarlemschen gemeenteraad gekozen. Hij
was daar o.m. lid van vele vaste raads
commissies en commissies ad hoe.
Hij was een goed raadslid, dat zich spe
ciaal voor de belangen van dén middenstand
interesseerde.
De laatste jaren trad hij op als voorzitter
der R. K. en rechteche raadsfracties.
Van zijn vele
functies ln het
openbare leven
noemen wij slechts
zijn ondervoorzit
terschap van de
Kamer van Koop
handel en Fabrie
ken te Haarlem en
zijn voorzitter
schap van de R.K
Vereeniging voor
Groote Gezinnen
bestuurslid van
Vreemdelingenver
keer, van de R. K
school voor buitengewoon lager onderwijs,
enz.
Het is voor den heer Van Liemt ongetwij
feld een groote voldoening, dat hij zijn werk
thans bekroond ziet met zijn verkiezing tot
wethouder van Haarlem.
Den nieuw gekozene onze beste wen-
schen!
Voor de buitengewone rechtbank ter be
scherming van den staat is gisteren het pro
ces begonnen tegen den Belgischen leeraar en
studentenleider Moulin en vier andere be
klaagden. De debatten worden door den pre
sident der rechtbank, Cristini, persoonlijk
geleid.
Talrijke toehoorders en vele Italiaansche
en buitenlandsche journalisten, o.a. de anti
fascistische Belgische socialistische senator
De Brouckère, woonden de zitting by.
Na voorlezing van de acte van beschuldi
ging begon het verhoor van Moulin, die be
kende propaganda-materiaal te hebben
meegebracht, hetwelk aan te Milaan ge
vestigde personen zou woiden overhandigd,
voorts een koffer, die hem door den bekenden
anti-fascist Bassanesi was gegeven en docu
menten bevatte.
Bekl. verklaarde, dat de inhoud van deze
manifesten en brieven hem niet teleend was
geweest. Hij sprak zijn leedwezen uit, dat hij
mede in de zaak was betrokken.
Bekl. Fossati betuigde zijn onschuld en ver
klaarde op verkeerde paden te zijn gebracht
en zelfs door Bassanesi tijdens zijn verblijf te
Parijs te zyn bedreigd.
Bekl. Rossil betoogde eveneens onschuldig
te zijn en van den inhoud van de koffer niets
te hebben geweten.
De bekl. Maffi en Apposini legden getui
genissen ln denzelfden geest af.
In het proces tegen den Belgischen leeraar
Moulin eischte het Openbaar Ministerie
vijf jaar opsluiting voor Moulin, 7 jaar voor
Albasini, 5 jaar voor Maffi en vrijspraak
van twee andere beklaagden wegens gebrek
aan bewijs.
Volgens een telegram uit Valparaiso is de
bemanning van 'de in de haven van
Coquimbo gelegen Chileensche vloot Dinsdag
aan het muiten geslagen. Volgens deze be
richten zouden alle officieren gevangen gezet
zijn en gedwongen zijn tct het onderteeke
nen van een ultimatum aan de regeering
waarin verklaard wordt, dat de voorgenomen
vermindering der soldijen voor de vloot niet
aanvaard kan worden.
Nadat de officieren het ultimatum getee-
kend hadden, keerden de manschappen op
hun posten terug. Verwacht wordt, dat de
regeering zal toegeven, daar anders een
openlijke opstand op de vloot te vreezen valt.
Benoemingen der E. E. P. P. A. H. J.
Frankenmolen O.F.M. en J. J. C. Hentzen
O.F.M.
(blz. 1, 1ste blad)
Sven Hedin op zijn expeditie in Centraal-
Azië door roovers overvallen en van alle
wetenschappelijke instrumenten beroofd.
(blz. 1, 1ste blad)
Ernstige ongerustheid te Hoek van Hol
land over de vermissing van twee geestelij
ken. Beiden zijn gelukkig weer terecht.
(blz. 1, 1ste blad)
De „Graf Zeppelin" te Pemambuco aan
gekomen.
(bla. 1, 1ste blad)
bil
tot
Nieuwe geruchten over het tot stand komen
van een regeling tusschen .Vaticaan en Ita
liaansche regeering.
(blz. 1, 1ste blad)
Tegen den Belgischen leeraar Leo Mou
lin is door de rechtbank te Milaan 5 jaar
gevangenisstraf geëischt.
(blz. 1, 1ste blad)
De zitting van den Volkenbondsraad Is tot
Vrijdag uitgesteld.
(blz. 1, 3de blad)
Geen tusschentijdsche bijeenkomst van den
Pruisischen Landdag.
(blz. 1, 3de blad)
Algemeene staking in Saragossa.
(blz. 1, 3de blad)
Een nieuw Fransch voorstel in de vloot-
kwestie FrankrijkItalië.
(blz. 1, 3de blad)
Het Perm. Hof van Int. Justitie zal Zater
dag advies uitbrengen in de zaak der Tol-
unie.
(blz. 1, 3de blad)
Mgr. Nolens' stoffelijk overschot naar
Venlo overgebracht en aldaar teraarde be
steld.
(blz. 2. 3de blad)
Barometerstand 9 uur v.m.: 761. Achter
uit.
Licht op De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om 8.14 uur.
Hoogste barometerstand 767.6 m.M. te
Vestmanoeur.
Laagste barometerstand 745.1 m.M. te
Vardö.
Verwachting: Meest matige, Zuid-Ooste-,
lijke tot Zuid-Westelijken wind, betrokken
tot zwaar bewolkt met tijdelijke opklaring;'
waarschijnlijk regenbuien met kans op on-,
weer, zelfde temperatuur.
Naar aanleiding van de berichten, dat
Maandag alle Katholieke vereenigingsgebou-
wen in Italië weer zijn vrijgegeven, weet de
„Münchener Zeitung" te melden, dat de
tekst van de overeenkomst tusschen het
Vaticaan en het Quirinaal reeds Is gereed
gemaakt.
Tot dusver Is van de zijde van het Vaticaan
geen enkele mededeeling over de tot stand
koming van een nieuwe regeling gedaan.
Het verluidt evenwel, dat beide partijen
tevreden zyn met de overeenkomst, waarbij
ir. het geschil over de opvoeding van de jeugd
overeenstemming is bereikt.
Vclgens de overeenkomst zouden bijzon
dere kerkelijke inspecteurs worden benoemd,
die het toezicht houden op de opvoeding in
de Katholieke scholen.
Nog onderhandelingen
In verband met berienten in de pers over
een a s. overeenstemming tusschen het Vati
caan en Mussolini wordt van goed inge
lichte zijde medegedeeld, dat momenteel nog
onderhandelingen worden gevoerd betref
fende de uitlegging van artikel 43 van het
Concordaat. Tegen het einde van de week
verwacht men definitieve overeenstemming
tusschen partijen.
TOT EEN GOED EINDE
GELEID
Officieel wordt bekend gemaakt, aldus een
Reuter-telegram, dat de onderhandelingen
tusschen Vaticaan en Italiaansche, Staat tot
een goed einde zUn gebracht.