SPEELWOEDE IN PARIJS
PERSSTEMMEN
OVER DE TROONREDE
DE „MITTOVOS"
Aan onze Lezers
De nieuwe P- E- N -Centrale
te Velsen
TWEEDE BLAD
WOENSDAG 16 SEPTEMBER 1931
BLADZIJDE i
BRIEVEN UIT FRANKRIJK
Hoofd van het telefoondistrict
Haarlem
Wr~
-"<x^""*1
Ongeval in een fabriek te Beverwijk
„P. M. U." (Paris Mutuel Urbain), het
Hjkt heel wat, maar het wil toch niet meer
zeggen, dan dat de stad Parijs het niet
zeer eervolle, ofschoon winstgevende be
drijf van bookmaker uitoefent. En eere
wien eere toekomt het Parijsche gemeen
tebestuur „bookmakert" met een ijver, met
een intensiteit, die in dit edele vak ver
moedelijk nog niet geëvenaard is!
De P. M. U. schijnt het zich vooral tot
taak gesteld te hebben, het haar klanten
zoo gemakkelijk mogelijk te maken, of wel.
het wedden „onder ieders bereik" te bren
gen.
Eenige maanden geleden heb ik gesehre-
ven over het P. M. U.-loketje in de bios
copen, waardoor men wedden kan, zonder
de courses bij te wonen. Dit is natuurlijk
van „groot nut" voor ambtenaren, kantoor
bedienden en werklieden, die gewoonlijk
niet over voldoenden vrijen tijd beschik
ken Saint-Cloud, Vincennes, Lonchamps,
enz. te bezoeken. En dat de goede be
doelingen van het gemeentebestuur op hoo-
gen prijs gesteld worden, blijkt overduide
lijk uit de cijfers. Er wordt namelijk dik
wijls meer in de bioscopen dan op de ren
baan zelf gewed! Dat velen, die vroeger
hun heele salaris aan hun huisgezin be
steedden, thans de helft en dikwijls meer
verspelen, is iets, waar een goede book
maker zich natuurlijk niets van aantrekt.
En de stad Parijs i s een goede bookmaker.
Zy behartigt haar belangen met een be
wonderenswaardig doorzicht! Zoo bijvoor
beeld de nieuwe agentschappen der P.M.U.
in de café's! Wanneer toch is de mensch
het gemakkelijkst te verleiden tot hande
lingen, di° hij later betreurt? Als hij, zoo
als we dat in Holland noemen, wat diep in
het glaasje gekeken heeft. En waar ge
schiedt dat (ik bedoel, dat diep in het
glaasje kijken) gewoonlijk? In de café's na
tuurlijk! Welnu, sinds eenige weken hangt
in vele onaanzienlijke café's dus die,
die voornamelijk door kleine ambtenaren en
werklieden bezocht worden het bekende
bordje der P. M. U. De groote café's zijn
uit P. M. ü.-oogpunt niet belangrijk, daar
de bezoekers van die gelegenheden gewoon
lijk wel tijd en middelen hebben om de
rennen te gaan bijwonen.
En dat ook deze nieuwe instelling succes
heeft.... Officieele cijfers heb ik niet, maar
naar men mij van welingelichte zijde ver
zekerde, winnen de café's het in deze nog
van de bioscopen!
Nu ik het toch over het spel heb: In
vorige brieven heb ik al eens geschreven
over de zoogenaamde clubs, die eigenlijk
niets anders zijn dan door Staat en ge
meente erkende speelzalen. Maar het ha
zardspel is toch verboden in Parijs? Zeker,
het hazardspel is verboden, doch de ge
meente eischt desniettemin een zeker per
centage van het geld, dat door middel van
het hazardspel, van eigenaar verwisselt.. En
deze bron van inkomsten-„be!asting op de
hazardspelen" is stellig niet een der minst
belangrijke! Dat is trouwens niet te ver
wonderen, want in bijna iedere straat van
eenige beteekenis vindt men zulk een
speelgelegenheid. Goudgegalonneerde portier
I voor de deur, neger-liftboy, weelderig in-
I gerichte zalen engeen centime entrée,
geen centime contributie. Het lid worden
is bovendien zoo eenvoudig mogelijk: Men
laat u een formulier invullen ik ben er
bijna zeker van, dat dit voor den vorm
geschiedt, want ik geloof niet, dat er ooit
nog iemand is geweigerd daarna maakt
men kennis met een der bestuursleden,
eveneens slechts voor den vorm, want later
heeft men niets meer met den man te ma
ken.
Eenigen tijd geleden vernam ik op vrij
origineele wijze de oprichting van zulk een
club.
Het was in een dier kleine restaurants,
waar men voor zes zeven francs van een
slechten maaltijd en zuren wijn kan ge
nieten.
Het was er druk en ik moest mijn tafeltje
deelen met twee heeren, die in een ernstig
gesprek gewikkeld waren.
„En ik zeg je, het is een gelegenheid,
zooals er zich misschien nooit meer een
voordoet! Alleen, je moet je haasten, want
binnenkort zal er geen winkel meer te
vinden zijnEn de prijzen stijgen iederen
dag!"
„Jy hebt mooi praten. Maar dertig dui
zend francs voor een winkeltje, waar je je
bijna niet in bewegen kunt! En in een af
gelegen buurt, in een straat, waar geen
tien menschen per dag doorheen komen!"
„Wat komt dat er allemaal op aan?! Met
een speelzaal op twintig meter afstand,
leggen een hooge huur en weinig verkeer
immers geen gewicht in de schaal! En dat
de speelzaal er komt, is nu een zeker
heid."
En toen de ander nog aarzelde:
„Het is bovendien geen vermoeiend
werk. Je opent om drie uur 's middags, tot
twee drie uur 's nachts. Je hebt twaalf
horloges en twintig ringen vn je etalage en 'n
„Inkoop van goud en zilver, juweelen, enz.".
Ik weet wat ik zeg. Ik heb zelf ook zoo'n
handel gehad."
„En het liep?"
„Of het liep! Ik heb er bij me zien bin
nen komen, die wit waren als hun overhemd,
met oogen als zenuwlijders en trillende
handen. Alles wat ze bij zich hadden, gooi
den ze op de toonbank: horloge met ket
ting, trouwring, dasspeld, oorbellen van
hun vrouw. Ik gaf wat ik wilde. Ze keken
nauweiyks hoeveel het was."
Op dat oogenblik wierp de toehoorder
van den in vervoering geraakten woekeraar
een blik op mij en mompelde:
„Spreek niet zoo veel."
„Waarom niet? Er steekt geen kwaad in!
Het is eerlijke handel en officieel toege
staan. Indien mijnheer luistert (hij wees
naar my), dan verliest hy zijn tyd. De
nieuwe club, waarover we spreken, wordt
officieel erkend. Mijnheer kan er naar in-
formeeren. En wat onzen handel betreft,
de handel is vry. Bovendien, een speelzaal,
zonder inkoop van goud en zilver in de
onmiddellijke nabyheid, dat zou werkelijk
iets nieuws zün."
H. d. J.
In het algemeen leggen de bladen, welke
len beschouwing aan de Troonrede wijden,
bijzonder den nadruk op den somberen
toon, welke dit Staatsstuk kenmerkt.
Zoo schrijft de „Maasbode" (r.k.) o.m.:
Wie nog niet wist, dat met de geheele
wereld ook ons land zwoegt onder de na
weeën van den rampzaligen oorlog, zal het
langzamerhand wel beginnen te gelooven
als hy de rede leest, waarmee H. M. heden
fle Staten Generaal opende. De sombere toon
van het, vooral in den aanhef ook stylistisch
forsch gestelde Staatsstuk, doet denken aan
den denkeren oorlogstyd en de vrees schynt
gewettigd, dat de moeilykheden, welke ons
wachten, althans in den eeerstvolgenden tyd
niet veel minder zullen zyn dan die der zeer
booze jaren.
Noemde de Troonrede van 1930 den toe
stand „niet onverdeeld gunstig", dit jaar
laat de Koninklijke Boodschap geen de min
ste mogleijkheid van twyfel open.
Onverbloemd en onvervaard zet de Troon
rede in met den kloeken zin: „De economi
sche toestand baart by voorduring ernstige
zorg".
En verder:
Waar steunmaatregelen voor bedrijfstak
ken als den bieten-, tarwe- en aardappel-
bouw zullen moeten werden gehandhaafd en,
vooral voor de cultuur van het eerstgenoem
de product hoogstwaarschüniyk zelfs zullen
moeten worden uitgebreid, en waar ander-
züds de inkomsten sterk dalen men kan
op de thans loopende begrooting stellig een
tekort van 30 millioen ramen en vcor het
aA. jaar vergeleken met 1931 veilig op een
inzakking der middelen van rond 60 millioen
rekenen daar moet de Regeering wel
„buitengewone ingetogenheid en offerzin'
cischen.
Het blad eindigt aldus:
De Troonrede schildert het schip van
staat als worstelend in den orkaan, welke
momenteel ons nationaal-economis.,h leven
teistert. Wat wonder dat zij, al is 't in ge-
sluierden vorm, allermeest spreekt over het
bereiken van de veilige haven!
Moge de gedachte, dat voor de dienaren
der Kroon het inroepen van Gods zegen
over hun werk en dat der volksvertegen
woordiging geen looze formule is, ons Ka
tholieke volk er toe brengen om hen door
hun gebed te helpen by de vervulling van
de zware taak, waartoe de Voorzienigheid
hen riep in moeilijke tijden.
De Koningin vraagt in naam der Regee
ring „buitengewone ingetogenheid en offer
zin" van het geheele volk. Moge dan vooral
ons Katholieke volk, dat met ontembare
energie in het Zuiden zijn industriedagen
organiseerde, met even krachtig élan de
Regeering en de Volksvertegenwoordiging
steunen gedurende den economischen ramp
spoed, welken God ons overzendt, maar dien
wy, met Zijn hulp en in onderlinge sa
menwerking, kunnen, zullen en moeten
overwinnen
De Tyd (R. K.) schrijft o.m.:
Men zou deze sombere Troonrede evengoed
een Crisis-rede kunnen noemen. De noodklok
luidt van de eerste zinsnede tot de laatste.
Van Nederland tot de Koloniën. Met een ern
stig accent werden het vorig jaar de Staten-
Generaal geopend, maar ditmaal heeft de
stem der malaise wel heel zwaar in 's lands
vergaderzaal aangeslagen. De Nederiandsche
zorgen passen in de resonnans van den Duit-
schen nood, van de crisis-kreten in Engeland
geschrokken voor de gapende begrooting, en
van de internationale klachten, die de we
reld meer vervullen dan de internationale
samenwerking. v
Welk een machteloosheid In de richting-
wijzende staatsstukken, ook in deze Troon
rede, om de benarde problemen op te lossen.
Hoe poover en langzaam is het resultaat van
onze naar herstel strevende staatslieden, ais
Mars met zijn krygsraad van domheid en
onverstand de betrekkingen tusschen de vol
ken en de sociaal-economische wetten voor
jaren heeft gesaboteerd. Wat kan Nederland
in dezen weerslag van de wereldcrisis meer
dan werken voor „besef van saamhoong-
heid," zooals Minister Beelaerts van Blok
land in Genève vermaant, het aanroepen van
het gezond verstand tegen de ruilverkeer-
belemmeringen en de economische ontredde
ring, in de hoop „dat op de tegen het volgend
jaar byeengeroepen ontwapeningsconferentie"
de wedren der naties-in-het-hamas eindelijk
vastloopt?
Toeneming van de wereldcrisis in omvang
en hevigheid, bedreiging van de belangrijk
ste bedrijven door de felle en hardnekkige
crisis, aanzienlijke teruggang van 's lands
inkomsten en verdere daling, ernstige inzin
king overal, de allerzwaarste schriftuur
van de Troonrede is op de departementen
wel met Chineeschen inkt geschreven. Dat
we nog net het leven halen en de bevolking
door overvloedige oogsten tenminste tot dus
ver gevrijwaard bleef tegen voedselgebrek, is
de eenige zinsnede met een lichttikje Maar
de mond, die dezen middag uit een Christe-
ïyke traditie en een levend geloof heeft ge
sproken, heeft in de nationale geestkracht
van het verleden een moedig woord gevonden
voor het heden: „De geschiedenis kan menige
bladzijde aanwijzen van tenminste zoo die
pen ernst en steeds weer heeft de groote zede-
iyke volkskracht onder Gods hulp de moei
lijkheden overwonnen. Ik twyfel niet, of ook
thans zal het Nederiandsche volk zyn ver
leden getrouw zyn".
Het „Huisgezin" (R.K.) noemt den toon,
waarin de Troonrede ditmaal staat, beneden
mineur.
Velen zullen niet anders hebben verwacht,
en wat de Troonrede zegt beantwoordt trou
wens aan de malaise-stemming.
Wel treffen wij er een '.in in aan. waarin
de verwachting wordt uitgesproken, dat het
Nederiandsche volk, zijn verleden getrouw,
door zijn groote zedelijke kracht onder Gods
hulp, de moeilijkheden zal overwinnen, maar
wij vernemen te weinig van hetgeen de re
geering zal doen om die volkskracht te
schragen.
Zeker, we lezen, dat andermaal tiidelijke
maatregelen zullen worden overwogen al
leen overwogen? om sommige bedrijfs
takken, bij wier handhaving het geheele volk
belang heeft, voor ondergang te behoeden:
en we lezen ook, dat tegen de velerlei
maatregelen welke voortgaan het internatio
naal ruilverkeer te belemmeren werkdadige
waakzaamheid is geboden, maar wat zal
de regeering doèn?
Het zooeven ingediende anti-dumping-ont
werp doet de verwachtingen niet aoog span
nen.
En het stelt met name teleur, hoe wel
wordt herhaald dat verschillende rakken van
land- en tuinbouw moeilijke tyden doormaken
maar hoe in het geheel niet wordt gereageerd
op de bekende eischen van het urgentie
program der landbouworganisaties.
Uit de „Volkskrant" (r.k.):
We vinden in de Troonrede wel een paar
"adages, die een soort belofte schynen in
te houden.
Tydeiyke maatregelen cm sommige be
drijfstakken, by wier handhaving het geheele
volk belang heeft, zullen andermaal worden
verwogen.
En: tegen de velerlei maatregelen, welke
voortgaan bet internationaal ruilverkeer te
belemmeren, Is werkdadige waakzaamheid
geboden.
Het klinkt als een speech, maar wat hou
den die woorden aan concrete maatregelen
in, wat beleven ze?
We krygen ineens, na de afstraffing die
de Kamer de regeering heeft toegediend, een
nieuwe verhaspeling van twee departemen
ten toegezegd: Landbouw gaat naar het
departement van Arbeid, en stukken van
Arbeid gaan naar Binnenlandsche Zaken.
Waarom eigenlijk?
Omdat Binnenlandsche Zaken anders een
departement zonder eenige beteekenis zou
worden?
En is Verschuur in Landbouw, Ruys in
Arbeid thuis?
Het lijkt een beetje met de muts er naar
gooien iets wat van de heele Troonrede
min of meer kan worden gezegd.
De „Standaard" (A.R.) wijst erop, dat de
rede door H. M. uitgesproken het kenmerk
draagt van de ernstige tüdsomstandigheden.
Meer dan ooit behoort ons volk zoo
schryft het blad behooren de leiders van
het volk te beseffen, dat het nationaal be
lang in den eerstvolgenden tijd domineeren
moet. Dat behoeft aan de critiek niet het
zwijgen op te leggen, maar het moet wel den
parlementairen strijd beheerschen.
Het blad besluit:
De gedachten van de leiders dezer wereld
zijn verward. Telkens werken zü tegen el-
kandr in. Ook zij, die het goede zoeken, staan
machteloos.
Het is de zegen des Heeren, en die alleen,
die de onheilen kan afwenden, die weer hoop
in de harten kan doen herleven en die ook
ons volk kan bewaren voor de vele gevaren,
die het materieel en moreel bedreigen.
Pessimistisch is de Troonrede allerminst,
cons ataert „de Neder'ander" (C. H) Er
spreekt kloekheid en vertrouwen uit de ern
stige wijze, waarop de crisis wordt tegemoet
getreden, zegt het C. H. hoofdorgaan, dat
verder o.m. opmerkt:
Nieuwe maatregelen van wetgevenden en
organisatorischen aard worden onder deze
omstandigheden spaarzaam aangekondigd
want nieuwe maatregelen vorderen licht nieu
we uitgaven.
Toch spreekt de Troonrede van één nieu
wen maatregel, die (althans in den aange-
kondigden vorm) niet werd verwacht. Er
wordt eene verwisseling voorbereid van som
mige afdeelingen, thans behoorend tot de
Departementen van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw en van Arbeid, Handel en Nij
verheid.
„Volksgezondheid, Werkloosheidsverzeke
ring en Arbeidsbemiddeling" zullen verhuizen
van het Bezuidenhout naar het Binnenhof.
„Landbouw" trekt naar het Bezuidenhout en
wordt met „Handel, Nijverheid, Arbeid en
Arbeidsverzekering" vereenigd tot een „De
partement van Economische Zaken". Of
allen, die aandrongen op meer eenheid in de
verzorging der economische belangen des
volks, met deze oplossing onbepaald inge
nomen zullen zijn, zal moeten biyven.
Het „Handelsblad" (Lib.) dunkt het meest
opmerkelijke van deze Troonrede de stilte er
van, het zwijgen over wat de regeering denkt
te doen.
We vernemen alleen, zegt het blad, dat er
weer iets verschikt zal worden in de indee
ling der Departementen, dat het bindend-
verklaren der collectieve arbeidsovereenkomst
niet meer urgent kan worden geacht en dat
er een nieuwe Veiligheidswet, een technische
herziening van de Ziektewet en een Huis-
industriewet is te wachten. Maar welke crisis
maatregelen?
Op dat stuk, dat toch volgens de Troon
rede zelve „het regeerbeieid moet beheer
schen" vindt men alleen de mededeeling, dat
„andermaal" eenige „tydelijke maatregelen"
zullen worden overwogen om sommige be
drijfstakken voor ondergang te behoeden.
Dus weer Bietenwetjes, Tarwewetjes e.d. Maar
wat zal er worden gedaan, zoo niet tegen de
crisisgevolgen daartegen kan geen enkele
regeering op dan toch tegen die gevolgen
waarop wél door de wetgeving invloed kan
worden geoefend? Wat zal er, in het bijzon
der worden gedaan om het financieels even
wicht in de staatshuishouding te bewaren?
Zelfs op het terrein van de buitenlandsche
politiek blijft het bij diagnose zonder duide-
lyk perspectief. De toespeling op de mogelijk
heid dat de Belgische kwestie „eerlang" op
bevredigende wijze zou kunnen worden ge
regeld doet iets hopen, maar biedt niet het
minste houvast. En evenmin de aankondi
ging van „werkdadige waakzaamheid" in het
internationale ruilverkeer.
Het „Vaderland" (lib.) acht het thans
aller plicht achter de Regeering te
gaan staan, waar het geldt onze financieele
positie te versterken en onzen gulden vei
lig te biyven stellen. Is daarmede gezegd, dat
de Volksvertegenwoordiging blindelings zou
hebben te aanvaarden wat de Regeering zal
voorstellen? vraagt het blad. En het ver
volgt: Het tegendeel is waar, want wij zyn
geen fascisten of communisten of andere
geesteiyke slaven aan wie zelfs het naden
ken over Regeeringsvoorstellen verboden is.
En rust de plicht op de Volksvertegenwoor
diging om de verbetering van den economi
schen toestand als no. 1 op haar program
te brengen, onverschillig of ze in de politiek
naast of tegenover de Regeering staat, om
gekeerd rust op deze de plicht in overleg met
de Volksvertegenwoordiging te zoeken naar
het beste en minst pijnlijke remedie voor
de kwaal waaraan op dit oogenblik de ge
meenschap ïydt De Regeering moge beden
ken dat zu uit den aard der zaak in de
verleiding komt om dat lid van de gemeen
schap waarby de depressie-ziekte zich het
sterkst vertoont te saneeren ten koste van
de andere leden. Wat de methode des slech
ten medicynmeesters is.
„Het Volk" (S. D. A. P.) meent, dat er zel
den een Troonrede is uitgesproken zoo dor,
zoo leeg, zoo inhoudloos als de huidige.
Het stuk bestaat nu voor negen tienden
uit een reeks van meer of minder sierlijke
frasen, waaraan wy geen behoefte hebben
veel tyd te besteden. Dat er een hevige eco
nomische crisis heersht en de schatkist daar
onder ernstig lijdt, is bekend genoeg en
daarover had de troonrede niet vele tirades
ten beste te geven. Waarop het aankomt, dat
is, tot welke voorstellen deze toestand de
regeering leidt. Maar daarover hooren wy
niets. Wat een manier van doen!
En aan het slot van het artikel:
Veel is uit de troonrede niet op te maken.
Maar wel dat Financiën meer dan ooit de
leiding heeft. De Geer regeert. De arbeiders
beweging houde het zich voor gezegd. Of de
bezuinigingsmaniak Colijn of De Geer heet,
doet niet ter zake. De hoogste strijdvaardig
heid is het parool.
De heer J. H. Belgraven aangewezen.
By beschikking van den directeur-gene
raal der post., telef. en telegr. is aangewe
zen tot hoofd van het telefoondistrict Haar
lem, de heer J. H. Belgraver, inspecteur.
Tot adjunct-hoofd is aangewezen ir. C.
H. M. Brouerius van Nidek, ingenieur.
De nieuwe electrische centrale van het
Provinciaal Electrisch bedrijf nadert lang
zamerhand haar alfe' eele voltooiing. Reeds
sedert 15 Augustus wordt er proefgedraaid
en heeft één der groote turbo-generatoren
zijn monotonen zang ingezet in afwachting
van het accompagnement van de tweede,
die ook reeds staat opgesteld.
Nu het eenmaal zoover is, heeft de Di
rectie van het bedrijf ons welwillend in staat
gesteld om in de centrale een kijkje te ne
men, waarbij Ir. G. J. Warmelink ons zou
rondleiden.
Het grootsche gebouwencomplex is ver
rezen op een terrein, dat een oppervlakte
.heeft van 11 H. A. en dat gelegen is te Vel
sen, aan de Noordzijde van het Noordzee
kanaal, in de nabijheid van den spoorweg
Haarlem-Ui tgeest.
Het is een imposant geheel, dat tusschen
de groote industrieën, welke daar reeds ge
vestigd waren, de aandacht trekt door zijn
moderne structuur en de twee hooge schoor-
steenen, die het flankeeren.
T usschen de twee schoorsteenen, die 70
Met er hoog zijn, verheft zich domineerend het
ketelhuis, opgetrokken op een fundament
van gewapend beton, dat zich 8 meter boven
den grond verheft.
Op dit fundament zijn zes enorme ketels
opgesteld, die de stoom leveren voor de
aandrijving van de turbo-generatoren, waar
mede de electriciteit word t opgewekt. Elk
der ketels bezit een capaciteit van 50 ton stoom
per uur, met een druk van normaal 30 at-
mospheren bij 410 graden Celsius.
Vijf ketels worden gestookt met kolen,
terwijl voor de zesde hoogovengas als brand
stof wordt gebezigd. Voor dit doel is een
ruim anderhalve kilometer lange buisleiding
van het Hoogovenbedrijf naar de Centrale
aangelegd. Een leiding, welke hoog boven
den grond ligt en een doorsnede heeft van
ruim anderhalven meter. Een dergelijke
afmeting is noodig. omdat de ketel maar
eventjes 50.000 M.3 gas per uur kan ver
bruiken.
In geval van stagnatie van den gasaan-
voer kan de ketel met olie gestookt worden,
evenals dit met alle overige ketels het geval
is. Hierdoor wordt een grooten bedrijfs
zekerheid verkregen.
De aanvoer der brandstof heeft op een
zeer practische manier plaats. Vanuit de
bunkers, die zich achter het ketelhuis be
vinden worden de kolen met een z.g. Jacobs-
ladder naar boven getransporteerd.
Hier komen ze in de mengmachines, welke
boven de ketels zijn opgesteld en vandaar
bereikt de brandstof de automatische vul-
apparaten, welke de verschillende vuren
bedienen.
Vakmenschen zal het wellicht interesseeren
om te weten dat de vuren over kettingroosters
gaan. De asch wordt opgevangen in groote
bunkers, die in de ruimte onder het ketel
huis zijn aangebracht. Door middel van water
wordt de asch uit de bunkers gespoten om
vervolgens door een buisleiding naar de
haven gebracht te worden, waar zich een
ingenieuze inrichting bevindt om de asch
in schepen te storten voor verder transport.
Opmerkelijk is het, hoe licht en hoe ruim
het in het ketelhuis is. In vele ketelhuizen
vindt men juist het tegenovergestelde. Hier
echter zorgen vele en groote ramen voor
overvloed van licht, terwijl door het bezigen
van een bijzonder soort rasterwerk voor de
bordessen rondom de ketels verkregen is,
dat de toetreding van het licht nergens be
lemmerd wordt.
Tusschen het ketelhuis en de eigenlijke
machinekamer bevindt zich de z.g. stoom
wacht. We zouden het kunnen noemen de
commando-brug. Van hieruit wordt het
stoom- en machinebedrijf geregeld. In een
halven cirkel staan paneelen opgesteld,
waarop de instrumenten alles registreeren en
waarop men ook direct alle gegevens kan
aflezen en controleeren.
Naast de stoomwacht ligt de machine
hal, die 114 meter lang is bij een breedte van
15 meter. Hier staan twee turfcogeneratoren
opgesteld, elk met een capaciteit van nor
maal 24000 K.W. of 3200 P.K. bij 1500
omwentelingen per minuut. Ze zijn ieder
22 meter lang terwijl het zwaarste onderdeel
niet minder dan 75000 K.G. weegt.
De opgewekte stroom heeft een spanning
van 6000 volt, welke spanning evenwel on
middellijk tot 50.000 volt wordt opgetrans-
formeerd, onder welke spanning de stroom
de provincie wordt ingevoerd.
De stcom, welke door de turbines gaat,
wordt gecondenseerd in de condensatoren,
welke onder de turbuines zijn opgesteld.
Teneinde dit te bespoedigen wordt koel
water door de condensatoren gevoerd. Hier
toe zijn twee reusachtige nclen aangelegd
van af de haven tot onder de controle.
Pompen, met een capaciteit van 150 M.3
per minuut zorgen voor de circulatie.
In de machinehal bevindt zich verder een
loopkraan, die 80 ton kan heffen. Voorts is
er in deze hal nog ruimte voor een eventueele
derde turbogenerator. Bovendien kan de
h'al in de toekomst nog verlengd worden,
terwijl er ook gerekend is op den bouw van
een tweede ketelhuis.
Aan de westzijde van het hoofdgebouw
ligt de z.g. electrische wacht, die telefonisch
en verder door middel van een machinetele-
graaf met de stoomwacht in verbinding staatl
Ook hier vindt men paneelen met tal van
instrumenten, waarop de gang in het bedrijf
gecontroleerd kan worden.
Naast dit gebouw ligt het transformator
huis, dat een lengte heeft van 123 Meter.
Hierin bevinden zich o.a. de groote schakel
inrichtingen voor de hoogspanningsleiding.
Tenslotte liggen aan de andere zijde van
het hoofdgebouw nog de werkplaatsen en
magazijnen en het oliehuis, waarvan de
ijzerconstructie geheel gelascht is. Hier is
niet één klinknagel gebruikt. Een bijzonder
heid, die tot nu toe in Nederland nog niet
gevonden werd.
Noordelijk van de gebouwen ligt het
Kolen park, dat 80 meter lang is en 2 meter
diep en waar 25000 ton kolen kunnen worden
opgeslagen.
De kolenschepen kunnen aanleggen in
de eigen haven van het bedrijf, waar een 80
meter lange kademuur is aangelegd. Een
loskraan zorgt voor de overlading in de eigen
kolenwagens van het bedrijf.
Ziehier een, zij het zeer oppervlakkig beeld
van onze nieuwe en keurig ingerichte pro
vinciale centrale, de groote bron, waaruit
tallooze gezinnen en bedrijven in de provincie
straks licht en kracht zullen putten. Wanneer
zij straks volledig in bedrijf is gesteld, zal
zij het werk overnemen, dat tot dusverre
de centrale van het Hoogovenbedrijf deed.
De nieuwe P. E. N.-Centrale te Velsen.
De Congresweek
In de Circulaire, welke op 15 Juni 1.1.
van het Alg. Secretariaat der „Mittovos"
is uitgegaan, werd aan de deelnemende
Missionneerende Orden o.m. dit geschreven:
„De Hoofdcommissie rekent er stellig
„op, dat alle deelnemende Missionneerende
„Orden aan de Tentoonstelling, eveneens
„met alle krachten zullen willen mede
werken aan de Congresweek, omdat wij
„juist in dit gedeelte zoo'n groote ideëele
„beteekenis zien onzer Missieactie."
En één der deelnemers antwoordde daarop
als volgt
„Het Alg. Secretariaat kan voor 100°/0
„rekenen op de algeheele medewerking
„van ondergeteekende, die zelf dit deel
„van de „Mittovos," n.l. de Congresweek
„beschouwt als het cardinale punt van de
„geheele Orgeanisatie."
De andere Missionneerende Orden onder
streepten deze verklaring door zich allen
voor deze Congresvergaderingen ter beschik
king te stellen.
Er zullen zijn: gewone Voordrachten,
idem met Lichtbeelden en verder Film
voorstellingen.
En deze alle weer verdeeld in Voor
drachten voor de Jeugd (verschillend naar
de leeftijden Lagere Scholen, U.L.O.'s cn
M.U.L.O.'s, Middelbare Scholen, eijz.)
Voor volwassenen. Ook deze worden
weder onderscheiden naar den graad van
ontwikkeling.
Een Voordracht voor Leeraren. Onder
wijzeressen en Onderwijzers.
Een Medisch-Missiecongres voor Doc
toren, Verpleegsters en Verplegers (Religi
euzen en leeken).
Het Priester-Missiecongres zal tijdens
de Tentoonstellingsweek gehouden worden.
Deze Congressen en Voordrachten over-
schouwen den heelen Aardbol, overal, waar
zich mair Missiegebieden uitstrekken.
Haarlem krijgt ook de premières van
nieuwe Missiefilms.
Al deze Congresvergaderingen en Voor
drachten worden in tal van Vergaderloka
len de heele week door gehouden en niet
alléén in Haarlem, doch natuurlijk eveneens
in de Omgeving.
Zij zullen plaats hebben des morgens, des
middags en des avonds.
Door de zorgen der betreffende commissie
zullen de vergaderingen door zang en mu
ziek worden afgewisseld.
's Morgens en 's middags voor de leer
lingen der Scholen, des avonds voor de vol
wassenen.
Oók het Onderwijzerscongres zal des mid
dags plaats hebben en wel op Woensdag.
Het Programma, bevattend al de lokali
teiten in Haarlem en Omgeving, de lijst der
Sprekers met Opgave der Onderwerpen, is
nog niet geheel gereed. Het vergt een reuzen
arbeid, omdat hieraan verbonden is een her
haald vragen om inlichtingen, doch door de
Commissie voor de Congressen wordt er
met ijver aan gewerkt. Voorzitter der com
missie is de W.E. Kapelaan G. B. N. Luken
(Liduinaparochie) en de Heer Mr. F. Vorst
man, Vice-Voorzitter.
Wanneer wij hier mededeelen, dat circa
5 duizend leerlingen onzer R.K. Onderwijs
inrichtingen (van de Lagere Scholen van
de 4e klasse af) deze Voordrachten onder
geleide van het Onderwijzend Personeel
zullen bijwonen, dan kan men zich we' in
denken wat dikt alléén reeds voor te regelen
valt.
En des avonds komt dan nog de stroom
van Katholieken uit Haarlem en Omgeving!
Voor deze Congresweek wordt de prachtige
Bovenzaal van het Mittovosgebouw aan den
Kleinen Houtweg no. 16, ruimte biedend
voor circa 280 personen, ingeschakeld.
DE OPENING DER CONGRESWEEK
Op Maandag, 12 October a.s., des mid
dags te drie uur zal de voorzitter der Hoofd
commissie, de Z.E. Heer Rector J. B. M.
Timp, deze Congresweek openen. Onmid
dellijk daarop vangen de reeks lezingen aan.
Voor deze eerste Vergadering zullen o.m.
de Leden der 13 Commissies worden uitge-
noodigd.
Wanneer het Programma in zijn geheel
gereed zal zijn en worden voorgelegd, zullen
Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent, Bisschop
van Haarlem, Beschermheer der Mittovos";
de Doorluchtige en Hoogeerw. Heer Mgr. M.
P. J. Möllmann, Vicaris-Generaal en Voor
zitter van het Eere-Comite; en de H. E.
Heer L. A. A. Westerwoudt, Deken van Haar
lem en Alg. Voorzitter der „Mittovos" be
palen, welke Congresvergaderingen of ge
deelten daarvan zij met Hun hooge Tegen
woordigheid zullen vereeren.
DE JEUGDHULDE AAN DE PA-
TERS-MISSIONARISSEN.
Wanneer op Vrijdag, 16 October, de
'aatste Voordrachten, tot besluit der Congres
week, bijgewoond zijn, gaan den d.a.v. dag,
op Zaterdag, de schoolgaande zoowel als
de schoolvrije Jeugd zich opmaken tot he:
brengen van een grootsche Hulde aan de
Paters Missionarissen.
De zorgen hiervoor zijn toevertrouwd aan
de Jeugdcommissie, doch de hoofdmannen
hiervan zijn de W. E. Heer Kapelaan A. J.
van Oudenhoven. Praeses; C. A. P. Dammers
Secretaris en E. J. Jonckbloedt Penning
meester.
Minstens, een 6000-tal jongelui worden,
behoudens vereischte toestemming opgesteld
op den Koudenhorn en de daarop uitloopende
straten.
Behoorlijk genummerd zullen de diverse
Scholen plaats in den Stoet nemen.
Van iedere School hebben alle leerlingen
vlaggetjes bij zich in vet schillende kleuren.
Vele R.K. Scholen zijn vertegenwoordigd,
in onderlingen eed'len wedijver, met praal
wagens voorstellingen biedend, betrekking
hebbend op deze Mittovosactie of op de
Missies.
De Stoet trekt voorbij het Bisschoppelijk
Paleis en vervolgens naar het ruime voorplein
der Kathedraal.
De juiste route moet in overleg met de
Autoriteiten nog worden vastgesteld.
In den Hoofdingang van de Kathedraal
zullen dan alle in de stad vertoevende Paters-
Missionarissen opgesteld zijn.
Door de jeugdige Zangers der diverse
Kerkkoren zullen enkele Gezangen uitge
voerd wijrden, waarna alle aanwezigen zingen:
„Kind'ren, welk Geloof hebt Gij
Hierna vangt, tot besluit dezer Jeugdhulde
aan de Paters-Missionarissen, het Défilé
aan.
Met deze Plechtigheden, welke zeer in
drukwekkend beloven te worden, is het ie
Gedeelte der Mittovosactie, de „Congres
week," besloten.
Oproep
Katholieken van Haarlem en Omstreken,
die beschikken over vrachtauto's en deze ter
beschikking willen stellen op dien Zater
dagmiddag, 17 October, gelieven zich op te
geven aan het Alg. Secretariaat Groote
Markt 4, tel. 12433- niet opgave der afme
tingen van den wagen. Vriendelijkst dank
bij voorbaat
Arm tusschen machine verbrijzeld
Gisterochten had de arbeider Potma, wo
nende te Heemskerk, het ongeluk om met zijn
linkerarm bekneld te geraken tusschen een
Koekenbreekmachine in de cacaofabriek
„Land en Zee", van de Fa. Kamphuys, ge
legen aan de Pijp.
P. wiens arm totaal verbrijzeld was, werd
door een lid van de Roode Kruistransport-
colonne voorloopig verbonden en daarna
naar het Roode Kruisziekenhuis overgebracht
waar tot amputatie van het lichaamsdee'
moest worden overgegaan.
Faillissementen
Dcor de Arrondlssements-Recbt^ank zijn
15 September In staat van fail-issement ver
klaard:
De nalatenschap van J. F. Harting in
leven hande'aar in bouwmate ia'en en "an-
delende onder de fa. Haarlemsche Kalk-
centrale. Cur. Mr. M. A. van Eek wonende te
Haarlem;
C. Oudendyk, winkelier in meubelen, wo
nende te Zaandam, Oostzijde 84 Curator Mr.
H. M. C. Dekhuyzen wonende te Zaahdam.
H. Struving, Insp. Ver. Mij. wonende te
Beemster. Curator Mr. H. H. Riepma wo
nende te Edam.
Rechter-Commissaris in al d-ce faillisse
menten Mr. M. A. van Rijn van Alkemade.
Opgeheven is het fai'lissement dcor net
verbindend worden der eenige uitdeelingslijst
van:
P. J. Aa'denburg wonende te W'ik aan
Zee en Duin. Curator Mr. L. V. Hoog wt»-
nende te Haarlem.
Orgelbespeling
Het programma der orgelbespeling in de
Gioote of St. Eavokerk, op Donderdag 17
September 1931, des namiddags van 34 uur
door den heer George Robert luidt ais volgt:
1. Jesu, meine Freude, J. G. Walther.
(1684- 1748)
2. Passacaglia, J. S. Bach.
(1685 1750)
3. Soeur Monique, F 'jouperln.
(1668 -1733)
4. Rhapsodie III sur des Canliques
bretons, C. Saint-Saëns.
5. Prière, Jos. Jongen.
6. Toccata, Hendrik Andriessen.
Indien £ij over de NIEUWE
HAARLEMSCHE COURANT
tevreden zijt, zeèt het anderen
Indien èij in een of ander opzicht
niet tevreden zijt, zeèt het óns