SPEELWOEDE IN PARIJS PERSSTEMMEN OVER DE TROONREDE DE „MITTOVOS" Aan onze Lezers De nieuwe P- E- N -Centrale te Velsen TWEEDE BLAD WOENSDAG 16 SEPTEMBER 1931 BLADZIJDE i BRIEVEN UIT FRANKRIJK Hoofd van het telefoondistrict Haarlem Wr~ -"<x^""*1 Ongeval in een fabriek te Beverwijk „P. M. U." (Paris Mutuel Urbain), het Hjkt heel wat, maar het wil toch niet meer zeggen, dan dat de stad Parijs het niet zeer eervolle, ofschoon winstgevende be drijf van bookmaker uitoefent. En eere wien eere toekomt het Parijsche gemeen tebestuur „bookmakert" met een ijver, met een intensiteit, die in dit edele vak ver moedelijk nog niet geëvenaard is! De P. M. U. schijnt het zich vooral tot taak gesteld te hebben, het haar klanten zoo gemakkelijk mogelijk te maken, of wel. het wedden „onder ieders bereik" te bren gen. Eenige maanden geleden heb ik gesehre- ven over het P. M. U.-loketje in de bios copen, waardoor men wedden kan, zonder de courses bij te wonen. Dit is natuurlijk van „groot nut" voor ambtenaren, kantoor bedienden en werklieden, die gewoonlijk niet over voldoenden vrijen tijd beschik ken Saint-Cloud, Vincennes, Lonchamps, enz. te bezoeken. En dat de goede be doelingen van het gemeentebestuur op hoo- gen prijs gesteld worden, blijkt overduide lijk uit de cijfers. Er wordt namelijk dik wijls meer in de bioscopen dan op de ren baan zelf gewed! Dat velen, die vroeger hun heele salaris aan hun huisgezin be steedden, thans de helft en dikwijls meer verspelen, is iets, waar een goede book maker zich natuurlijk niets van aantrekt. En de stad Parijs i s een goede bookmaker. Zy behartigt haar belangen met een be wonderenswaardig doorzicht! Zoo bijvoor beeld de nieuwe agentschappen der P.M.U. in de café's! Wanneer toch is de mensch het gemakkelijkst te verleiden tot hande lingen, di° hij later betreurt? Als hij, zoo als we dat in Holland noemen, wat diep in het glaasje gekeken heeft. En waar ge schiedt dat (ik bedoel, dat diep in het glaasje kijken) gewoonlijk? In de café's na tuurlijk! Welnu, sinds eenige weken hangt in vele onaanzienlijke café's dus die, die voornamelijk door kleine ambtenaren en werklieden bezocht worden het bekende bordje der P. M. U. De groote café's zijn uit P. M. ü.-oogpunt niet belangrijk, daar de bezoekers van die gelegenheden gewoon lijk wel tijd en middelen hebben om de rennen te gaan bijwonen. En dat ook deze nieuwe instelling succes heeft.... Officieele cijfers heb ik niet, maar naar men mij van welingelichte zijde ver zekerde, winnen de café's het in deze nog van de bioscopen! Nu ik het toch over het spel heb: In vorige brieven heb ik al eens geschreven over de zoogenaamde clubs, die eigenlijk niets anders zijn dan door Staat en ge meente erkende speelzalen. Maar het ha zardspel is toch verboden in Parijs? Zeker, het hazardspel is verboden, doch de ge meente eischt desniettemin een zeker per centage van het geld, dat door middel van het hazardspel, van eigenaar verwisselt.. En deze bron van inkomsten-„be!asting op de hazardspelen" is stellig niet een der minst belangrijke! Dat is trouwens niet te ver wonderen, want in bijna iedere straat van eenige beteekenis vindt men zulk een speelgelegenheid. Goudgegalonneerde portier I voor de deur, neger-liftboy, weelderig in- I gerichte zalen engeen centime entrée, geen centime contributie. Het lid worden is bovendien zoo eenvoudig mogelijk: Men laat u een formulier invullen ik ben er bijna zeker van, dat dit voor den vorm geschiedt, want ik geloof niet, dat er ooit nog iemand is geweigerd daarna maakt men kennis met een der bestuursleden, eveneens slechts voor den vorm, want later heeft men niets meer met den man te ma ken. Eenigen tijd geleden vernam ik op vrij origineele wijze de oprichting van zulk een club. Het was in een dier kleine restaurants, waar men voor zes zeven francs van een slechten maaltijd en zuren wijn kan ge nieten. Het was er druk en ik moest mijn tafeltje deelen met twee heeren, die in een ernstig gesprek gewikkeld waren. „En ik zeg je, het is een gelegenheid, zooals er zich misschien nooit meer een voordoet! Alleen, je moet je haasten, want binnenkort zal er geen winkel meer te vinden zijnEn de prijzen stijgen iederen dag!" „Jy hebt mooi praten. Maar dertig dui zend francs voor een winkeltje, waar je je bijna niet in bewegen kunt! En in een af gelegen buurt, in een straat, waar geen tien menschen per dag doorheen komen!" „Wat komt dat er allemaal op aan?! Met een speelzaal op twintig meter afstand, leggen een hooge huur en weinig verkeer immers geen gewicht in de schaal! En dat de speelzaal er komt, is nu een zeker heid." En toen de ander nog aarzelde: „Het is bovendien geen vermoeiend werk. Je opent om drie uur 's middags, tot twee drie uur 's nachts. Je hebt twaalf horloges en twintig ringen vn je etalage en 'n „Inkoop van goud en zilver, juweelen, enz.". Ik weet wat ik zeg. Ik heb zelf ook zoo'n handel gehad." „En het liep?" „Of het liep! Ik heb er bij me zien bin nen komen, die wit waren als hun overhemd, met oogen als zenuwlijders en trillende handen. Alles wat ze bij zich hadden, gooi den ze op de toonbank: horloge met ket ting, trouwring, dasspeld, oorbellen van hun vrouw. Ik gaf wat ik wilde. Ze keken nauweiyks hoeveel het was." Op dat oogenblik wierp de toehoorder van den in vervoering geraakten woekeraar een blik op mij en mompelde: „Spreek niet zoo veel." „Waarom niet? Er steekt geen kwaad in! Het is eerlijke handel en officieel toege staan. Indien mijnheer luistert (hij wees naar my), dan verliest hy zijn tyd. De nieuwe club, waarover we spreken, wordt officieel erkend. Mijnheer kan er naar in- formeeren. En wat onzen handel betreft, de handel is vry. Bovendien, een speelzaal, zonder inkoop van goud en zilver in de onmiddellijke nabyheid, dat zou werkelijk iets nieuws zün." H. d. J. In het algemeen leggen de bladen, welke len beschouwing aan de Troonrede wijden, bijzonder den nadruk op den somberen toon, welke dit Staatsstuk kenmerkt. Zoo schrijft de „Maasbode" (r.k.) o.m.: Wie nog niet wist, dat met de geheele wereld ook ons land zwoegt onder de na weeën van den rampzaligen oorlog, zal het langzamerhand wel beginnen te gelooven als hy de rede leest, waarmee H. M. heden fle Staten Generaal opende. De sombere toon van het, vooral in den aanhef ook stylistisch forsch gestelde Staatsstuk, doet denken aan den denkeren oorlogstyd en de vrees schynt gewettigd, dat de moeilykheden, welke ons wachten, althans in den eeerstvolgenden tyd niet veel minder zullen zyn dan die der zeer booze jaren. Noemde de Troonrede van 1930 den toe stand „niet onverdeeld gunstig", dit jaar laat de Koninklijke Boodschap geen de min ste mogleijkheid van twyfel open. Onverbloemd en onvervaard zet de Troon rede in met den kloeken zin: „De economi sche toestand baart by voorduring ernstige zorg". En verder: Waar steunmaatregelen voor bedrijfstak ken als den bieten-, tarwe- en aardappel- bouw zullen moeten werden gehandhaafd en, vooral voor de cultuur van het eerstgenoem de product hoogstwaarschüniyk zelfs zullen moeten worden uitgebreid, en waar ander- züds de inkomsten sterk dalen men kan op de thans loopende begrooting stellig een tekort van 30 millioen ramen en vcor het aA. jaar vergeleken met 1931 veilig op een inzakking der middelen van rond 60 millioen rekenen daar moet de Regeering wel „buitengewone ingetogenheid en offerzin' cischen. Het blad eindigt aldus: De Troonrede schildert het schip van staat als worstelend in den orkaan, welke momenteel ons nationaal-economis.,h leven teistert. Wat wonder dat zij, al is 't in ge- sluierden vorm, allermeest spreekt over het bereiken van de veilige haven! Moge de gedachte, dat voor de dienaren der Kroon het inroepen van Gods zegen over hun werk en dat der volksvertegen woordiging geen looze formule is, ons Ka tholieke volk er toe brengen om hen door hun gebed te helpen by de vervulling van de zware taak, waartoe de Voorzienigheid hen riep in moeilijke tijden. De Koningin vraagt in naam der Regee ring „buitengewone ingetogenheid en offer zin" van het geheele volk. Moge dan vooral ons Katholieke volk, dat met ontembare energie in het Zuiden zijn industriedagen organiseerde, met even krachtig élan de Regeering en de Volksvertegenwoordiging steunen gedurende den economischen ramp spoed, welken God ons overzendt, maar dien wy, met Zijn hulp en in onderlinge sa menwerking, kunnen, zullen en moeten overwinnen De Tyd (R. K.) schrijft o.m.: Men zou deze sombere Troonrede evengoed een Crisis-rede kunnen noemen. De noodklok luidt van de eerste zinsnede tot de laatste. Van Nederland tot de Koloniën. Met een ern stig accent werden het vorig jaar de Staten- Generaal geopend, maar ditmaal heeft de stem der malaise wel heel zwaar in 's lands vergaderzaal aangeslagen. De Nederiandsche zorgen passen in de resonnans van den Duit- schen nood, van de crisis-kreten in Engeland geschrokken voor de gapende begrooting, en van de internationale klachten, die de we reld meer vervullen dan de internationale samenwerking. v Welk een machteloosheid In de richting- wijzende staatsstukken, ook in deze Troon rede, om de benarde problemen op te lossen. Hoe poover en langzaam is het resultaat van onze naar herstel strevende staatslieden, ais Mars met zijn krygsraad van domheid en onverstand de betrekkingen tusschen de vol ken en de sociaal-economische wetten voor jaren heeft gesaboteerd. Wat kan Nederland in dezen weerslag van de wereldcrisis meer dan werken voor „besef van saamhoong- heid," zooals Minister Beelaerts van Blok land in Genève vermaant, het aanroepen van het gezond verstand tegen de ruilverkeer- belemmeringen en de economische ontredde ring, in de hoop „dat op de tegen het volgend jaar byeengeroepen ontwapeningsconferentie" de wedren der naties-in-het-hamas eindelijk vastloopt? Toeneming van de wereldcrisis in omvang en hevigheid, bedreiging van de belangrijk ste bedrijven door de felle en hardnekkige crisis, aanzienlijke teruggang van 's lands inkomsten en verdere daling, ernstige inzin king overal, de allerzwaarste schriftuur van de Troonrede is op de departementen wel met Chineeschen inkt geschreven. Dat we nog net het leven halen en de bevolking door overvloedige oogsten tenminste tot dus ver gevrijwaard bleef tegen voedselgebrek, is de eenige zinsnede met een lichttikje Maar de mond, die dezen middag uit een Christe- ïyke traditie en een levend geloof heeft ge sproken, heeft in de nationale geestkracht van het verleden een moedig woord gevonden voor het heden: „De geschiedenis kan menige bladzijde aanwijzen van tenminste zoo die pen ernst en steeds weer heeft de groote zede- iyke volkskracht onder Gods hulp de moei lijkheden overwonnen. Ik twyfel niet, of ook thans zal het Nederiandsche volk zyn ver leden getrouw zyn". Het „Huisgezin" (R.K.) noemt den toon, waarin de Troonrede ditmaal staat, beneden mineur. Velen zullen niet anders hebben verwacht, en wat de Troonrede zegt beantwoordt trou wens aan de malaise-stemming. Wel treffen wij er een '.in in aan. waarin de verwachting wordt uitgesproken, dat het Nederiandsche volk, zijn verleden getrouw, door zijn groote zedelijke kracht onder Gods hulp, de moeilijkheden zal overwinnen, maar wij vernemen te weinig van hetgeen de re geering zal doen om die volkskracht te schragen. Zeker, we lezen, dat andermaal tiidelijke maatregelen zullen worden overwogen al leen overwogen? om sommige bedrijfs takken, bij wier handhaving het geheele volk belang heeft, voor ondergang te behoeden: en we lezen ook, dat tegen de velerlei maatregelen welke voortgaan het internatio naal ruilverkeer te belemmeren werkdadige waakzaamheid is geboden, maar wat zal de regeering doèn? Het zooeven ingediende anti-dumping-ont werp doet de verwachtingen niet aoog span nen. En het stelt met name teleur, hoe wel wordt herhaald dat verschillende rakken van land- en tuinbouw moeilijke tyden doormaken maar hoe in het geheel niet wordt gereageerd op de bekende eischen van het urgentie program der landbouworganisaties. Uit de „Volkskrant" (r.k.): We vinden in de Troonrede wel een paar "adages, die een soort belofte schynen in te houden. Tydeiyke maatregelen cm sommige be drijfstakken, by wier handhaving het geheele volk belang heeft, zullen andermaal worden verwogen. En: tegen de velerlei maatregelen, welke voortgaan bet internationaal ruilverkeer te belemmeren, Is werkdadige waakzaamheid geboden. Het klinkt als een speech, maar wat hou den die woorden aan concrete maatregelen in, wat beleven ze? We krygen ineens, na de afstraffing die de Kamer de regeering heeft toegediend, een nieuwe verhaspeling van twee departemen ten toegezegd: Landbouw gaat naar het departement van Arbeid, en stukken van Arbeid gaan naar Binnenlandsche Zaken. Waarom eigenlijk? Omdat Binnenlandsche Zaken anders een departement zonder eenige beteekenis zou worden? En is Verschuur in Landbouw, Ruys in Arbeid thuis? Het lijkt een beetje met de muts er naar gooien iets wat van de heele Troonrede min of meer kan worden gezegd. De „Standaard" (A.R.) wijst erop, dat de rede door H. M. uitgesproken het kenmerk draagt van de ernstige tüdsomstandigheden. Meer dan ooit behoort ons volk zoo schryft het blad behooren de leiders van het volk te beseffen, dat het nationaal be lang in den eerstvolgenden tijd domineeren moet. Dat behoeft aan de critiek niet het zwijgen op te leggen, maar het moet wel den parlementairen strijd beheerschen. Het blad besluit: De gedachten van de leiders dezer wereld zijn verward. Telkens werken zü tegen el- kandr in. Ook zij, die het goede zoeken, staan machteloos. Het is de zegen des Heeren, en die alleen, die de onheilen kan afwenden, die weer hoop in de harten kan doen herleven en die ook ons volk kan bewaren voor de vele gevaren, die het materieel en moreel bedreigen. Pessimistisch is de Troonrede allerminst, cons ataert „de Neder'ander" (C. H) Er spreekt kloekheid en vertrouwen uit de ern stige wijze, waarop de crisis wordt tegemoet getreden, zegt het C. H. hoofdorgaan, dat verder o.m. opmerkt: Nieuwe maatregelen van wetgevenden en organisatorischen aard worden onder deze omstandigheden spaarzaam aangekondigd want nieuwe maatregelen vorderen licht nieu we uitgaven. Toch spreekt de Troonrede van één nieu wen maatregel, die (althans in den aange- kondigden vorm) niet werd verwacht. Er wordt eene verwisseling voorbereid van som mige afdeelingen, thans behoorend tot de Departementen van Binnenlandsche Zaken en Landbouw en van Arbeid, Handel en Nij verheid. „Volksgezondheid, Werkloosheidsverzeke ring en Arbeidsbemiddeling" zullen verhuizen van het Bezuidenhout naar het Binnenhof. „Landbouw" trekt naar het Bezuidenhout en wordt met „Handel, Nijverheid, Arbeid en Arbeidsverzekering" vereenigd tot een „De partement van Economische Zaken". Of allen, die aandrongen op meer eenheid in de verzorging der economische belangen des volks, met deze oplossing onbepaald inge nomen zullen zijn, zal moeten biyven. Het „Handelsblad" (Lib.) dunkt het meest opmerkelijke van deze Troonrede de stilte er van, het zwijgen over wat de regeering denkt te doen. We vernemen alleen, zegt het blad, dat er weer iets verschikt zal worden in de indee ling der Departementen, dat het bindend- verklaren der collectieve arbeidsovereenkomst niet meer urgent kan worden geacht en dat er een nieuwe Veiligheidswet, een technische herziening van de Ziektewet en een Huis- industriewet is te wachten. Maar welke crisis maatregelen? Op dat stuk, dat toch volgens de Troon rede zelve „het regeerbeieid moet beheer schen" vindt men alleen de mededeeling, dat „andermaal" eenige „tydelijke maatregelen" zullen worden overwogen om sommige be drijfstakken voor ondergang te behoeden. Dus weer Bietenwetjes, Tarwewetjes e.d. Maar wat zal er worden gedaan, zoo niet tegen de crisisgevolgen daartegen kan geen enkele regeering op dan toch tegen die gevolgen waarop wél door de wetgeving invloed kan worden geoefend? Wat zal er, in het bijzon der worden gedaan om het financieels even wicht in de staatshuishouding te bewaren? Zelfs op het terrein van de buitenlandsche politiek blijft het bij diagnose zonder duide- lyk perspectief. De toespeling op de mogelijk heid dat de Belgische kwestie „eerlang" op bevredigende wijze zou kunnen worden ge regeld doet iets hopen, maar biedt niet het minste houvast. En evenmin de aankondi ging van „werkdadige waakzaamheid" in het internationale ruilverkeer. Het „Vaderland" (lib.) acht het thans aller plicht achter de Regeering te gaan staan, waar het geldt onze financieele positie te versterken en onzen gulden vei lig te biyven stellen. Is daarmede gezegd, dat de Volksvertegenwoordiging blindelings zou hebben te aanvaarden wat de Regeering zal voorstellen? vraagt het blad. En het ver volgt: Het tegendeel is waar, want wij zyn geen fascisten of communisten of andere geesteiyke slaven aan wie zelfs het naden ken over Regeeringsvoorstellen verboden is. En rust de plicht op de Volksvertegenwoor diging om de verbetering van den economi schen toestand als no. 1 op haar program te brengen, onverschillig of ze in de politiek naast of tegenover de Regeering staat, om gekeerd rust op deze de plicht in overleg met de Volksvertegenwoordiging te zoeken naar het beste en minst pijnlijke remedie voor de kwaal waaraan op dit oogenblik de ge meenschap ïydt De Regeering moge beden ken dat zu uit den aard der zaak in de verleiding komt om dat lid van de gemeen schap waarby de depressie-ziekte zich het sterkst vertoont te saneeren ten koste van de andere leden. Wat de methode des slech ten medicynmeesters is. „Het Volk" (S. D. A. P.) meent, dat er zel den een Troonrede is uitgesproken zoo dor, zoo leeg, zoo inhoudloos als de huidige. Het stuk bestaat nu voor negen tienden uit een reeks van meer of minder sierlijke frasen, waaraan wy geen behoefte hebben veel tyd te besteden. Dat er een hevige eco nomische crisis heersht en de schatkist daar onder ernstig lijdt, is bekend genoeg en daarover had de troonrede niet vele tirades ten beste te geven. Waarop het aankomt, dat is, tot welke voorstellen deze toestand de regeering leidt. Maar daarover hooren wy niets. Wat een manier van doen! En aan het slot van het artikel: Veel is uit de troonrede niet op te maken. Maar wel dat Financiën meer dan ooit de leiding heeft. De Geer regeert. De arbeiders beweging houde het zich voor gezegd. Of de bezuinigingsmaniak Colijn of De Geer heet, doet niet ter zake. De hoogste strijdvaardig heid is het parool. De heer J. H. Belgraven aangewezen. By beschikking van den directeur-gene raal der post., telef. en telegr. is aangewe zen tot hoofd van het telefoondistrict Haar lem, de heer J. H. Belgraver, inspecteur. Tot adjunct-hoofd is aangewezen ir. C. H. M. Brouerius van Nidek, ingenieur. De nieuwe electrische centrale van het Provinciaal Electrisch bedrijf nadert lang zamerhand haar alfe' eele voltooiing. Reeds sedert 15 Augustus wordt er proefgedraaid en heeft één der groote turbo-generatoren zijn monotonen zang ingezet in afwachting van het accompagnement van de tweede, die ook reeds staat opgesteld. Nu het eenmaal zoover is, heeft de Di rectie van het bedrijf ons welwillend in staat gesteld om in de centrale een kijkje te ne men, waarbij Ir. G. J. Warmelink ons zou rondleiden. Het grootsche gebouwencomplex is ver rezen op een terrein, dat een oppervlakte .heeft van 11 H. A. en dat gelegen is te Vel sen, aan de Noordzijde van het Noordzee kanaal, in de nabijheid van den spoorweg Haarlem-Ui tgeest. Het is een imposant geheel, dat tusschen de groote industrieën, welke daar reeds ge vestigd waren, de aandacht trekt door zijn moderne structuur en de twee hooge schoor- steenen, die het flankeeren. T usschen de twee schoorsteenen, die 70 Met er hoog zijn, verheft zich domineerend het ketelhuis, opgetrokken op een fundament van gewapend beton, dat zich 8 meter boven den grond verheft. Op dit fundament zijn zes enorme ketels opgesteld, die de stoom leveren voor de aandrijving van de turbo-generatoren, waar mede de electriciteit word t opgewekt. Elk der ketels bezit een capaciteit van 50 ton stoom per uur, met een druk van normaal 30 at- mospheren bij 410 graden Celsius. Vijf ketels worden gestookt met kolen, terwijl voor de zesde hoogovengas als brand stof wordt gebezigd. Voor dit doel is een ruim anderhalve kilometer lange buisleiding van het Hoogovenbedrijf naar de Centrale aangelegd. Een leiding, welke hoog boven den grond ligt en een doorsnede heeft van ruim anderhalven meter. Een dergelijke afmeting is noodig. omdat de ketel maar eventjes 50.000 M.3 gas per uur kan ver bruiken. In geval van stagnatie van den gasaan- voer kan de ketel met olie gestookt worden, evenals dit met alle overige ketels het geval is. Hierdoor wordt een grooten bedrijfs zekerheid verkregen. De aanvoer der brandstof heeft op een zeer practische manier plaats. Vanuit de bunkers, die zich achter het ketelhuis be vinden worden de kolen met een z.g. Jacobs- ladder naar boven getransporteerd. Hier komen ze in de mengmachines, welke boven de ketels zijn opgesteld en vandaar bereikt de brandstof de automatische vul- apparaten, welke de verschillende vuren bedienen. Vakmenschen zal het wellicht interesseeren om te weten dat de vuren over kettingroosters gaan. De asch wordt opgevangen in groote bunkers, die in de ruimte onder het ketel huis zijn aangebracht. Door middel van water wordt de asch uit de bunkers gespoten om vervolgens door een buisleiding naar de haven gebracht te worden, waar zich een ingenieuze inrichting bevindt om de asch in schepen te storten voor verder transport. Opmerkelijk is het, hoe licht en hoe ruim het in het ketelhuis is. In vele ketelhuizen vindt men juist het tegenovergestelde. Hier echter zorgen vele en groote ramen voor overvloed van licht, terwijl door het bezigen van een bijzonder soort rasterwerk voor de bordessen rondom de ketels verkregen is, dat de toetreding van het licht nergens be lemmerd wordt. Tusschen het ketelhuis en de eigenlijke machinekamer bevindt zich de z.g. stoom wacht. We zouden het kunnen noemen de commando-brug. Van hieruit wordt het stoom- en machinebedrijf geregeld. In een halven cirkel staan paneelen opgesteld, waarop de instrumenten alles registreeren en waarop men ook direct alle gegevens kan aflezen en controleeren. Naast de stoomwacht ligt de machine hal, die 114 meter lang is bij een breedte van 15 meter. Hier staan twee turfcogeneratoren opgesteld, elk met een capaciteit van nor maal 24000 K.W. of 3200 P.K. bij 1500 omwentelingen per minuut. Ze zijn ieder 22 meter lang terwijl het zwaarste onderdeel niet minder dan 75000 K.G. weegt. De opgewekte stroom heeft een spanning van 6000 volt, welke spanning evenwel on middellijk tot 50.000 volt wordt opgetrans- formeerd, onder welke spanning de stroom de provincie wordt ingevoerd. De stcom, welke door de turbines gaat, wordt gecondenseerd in de condensatoren, welke onder de turbuines zijn opgesteld. Teneinde dit te bespoedigen wordt koel water door de condensatoren gevoerd. Hier toe zijn twee reusachtige nclen aangelegd van af de haven tot onder de controle. Pompen, met een capaciteit van 150 M.3 per minuut zorgen voor de circulatie. In de machinehal bevindt zich verder een loopkraan, die 80 ton kan heffen. Voorts is er in deze hal nog ruimte voor een eventueele derde turbogenerator. Bovendien kan de h'al in de toekomst nog verlengd worden, terwijl er ook gerekend is op den bouw van een tweede ketelhuis. Aan de westzijde van het hoofdgebouw ligt de z.g. electrische wacht, die telefonisch en verder door middel van een machinetele- graaf met de stoomwacht in verbinding staatl Ook hier vindt men paneelen met tal van instrumenten, waarop de gang in het bedrijf gecontroleerd kan worden. Naast dit gebouw ligt het transformator huis, dat een lengte heeft van 123 Meter. Hierin bevinden zich o.a. de groote schakel inrichtingen voor de hoogspanningsleiding. Tenslotte liggen aan de andere zijde van het hoofdgebouw nog de werkplaatsen en magazijnen en het oliehuis, waarvan de ijzerconstructie geheel gelascht is. Hier is niet één klinknagel gebruikt. Een bijzonder heid, die tot nu toe in Nederland nog niet gevonden werd. Noordelijk van de gebouwen ligt het Kolen park, dat 80 meter lang is en 2 meter diep en waar 25000 ton kolen kunnen worden opgeslagen. De kolenschepen kunnen aanleggen in de eigen haven van het bedrijf, waar een 80 meter lange kademuur is aangelegd. Een loskraan zorgt voor de overlading in de eigen kolenwagens van het bedrijf. Ziehier een, zij het zeer oppervlakkig beeld van onze nieuwe en keurig ingerichte pro vinciale centrale, de groote bron, waaruit tallooze gezinnen en bedrijven in de provincie straks licht en kracht zullen putten. Wanneer zij straks volledig in bedrijf is gesteld, zal zij het werk overnemen, dat tot dusverre de centrale van het Hoogovenbedrijf deed. De nieuwe P. E. N.-Centrale te Velsen. De Congresweek In de Circulaire, welke op 15 Juni 1.1. van het Alg. Secretariaat der „Mittovos" is uitgegaan, werd aan de deelnemende Missionneerende Orden o.m. dit geschreven: „De Hoofdcommissie rekent er stellig „op, dat alle deelnemende Missionneerende „Orden aan de Tentoonstelling, eveneens „met alle krachten zullen willen mede werken aan de Congresweek, omdat wij „juist in dit gedeelte zoo'n groote ideëele „beteekenis zien onzer Missieactie." En één der deelnemers antwoordde daarop als volgt „Het Alg. Secretariaat kan voor 100°/0 „rekenen op de algeheele medewerking „van ondergeteekende, die zelf dit deel „van de „Mittovos," n.l. de Congresweek „beschouwt als het cardinale punt van de „geheele Orgeanisatie." De andere Missionneerende Orden onder streepten deze verklaring door zich allen voor deze Congresvergaderingen ter beschik king te stellen. Er zullen zijn: gewone Voordrachten, idem met Lichtbeelden en verder Film voorstellingen. En deze alle weer verdeeld in Voor drachten voor de Jeugd (verschillend naar de leeftijden Lagere Scholen, U.L.O.'s cn M.U.L.O.'s, Middelbare Scholen, eijz.) Voor volwassenen. Ook deze worden weder onderscheiden naar den graad van ontwikkeling. Een Voordracht voor Leeraren. Onder wijzeressen en Onderwijzers. Een Medisch-Missiecongres voor Doc toren, Verpleegsters en Verplegers (Religi euzen en leeken). Het Priester-Missiecongres zal tijdens de Tentoonstellingsweek gehouden worden. Deze Congressen en Voordrachten over- schouwen den heelen Aardbol, overal, waar zich mair Missiegebieden uitstrekken. Haarlem krijgt ook de premières van nieuwe Missiefilms. Al deze Congresvergaderingen en Voor drachten worden in tal van Vergaderloka len de heele week door gehouden en niet alléén in Haarlem, doch natuurlijk eveneens in de Omgeving. Zij zullen plaats hebben des morgens, des middags en des avonds. Door de zorgen der betreffende commissie zullen de vergaderingen door zang en mu ziek worden afgewisseld. 's Morgens en 's middags voor de leer lingen der Scholen, des avonds voor de vol wassenen. Oók het Onderwijzerscongres zal des mid dags plaats hebben en wel op Woensdag. Het Programma, bevattend al de lokali teiten in Haarlem en Omgeving, de lijst der Sprekers met Opgave der Onderwerpen, is nog niet geheel gereed. Het vergt een reuzen arbeid, omdat hieraan verbonden is een her haald vragen om inlichtingen, doch door de Commissie voor de Congressen wordt er met ijver aan gewerkt. Voorzitter der com missie is de W.E. Kapelaan G. B. N. Luken (Liduinaparochie) en de Heer Mr. F. Vorst man, Vice-Voorzitter. Wanneer wij hier mededeelen, dat circa 5 duizend leerlingen onzer R.K. Onderwijs inrichtingen (van de Lagere Scholen van de 4e klasse af) deze Voordrachten onder geleide van het Onderwijzend Personeel zullen bijwonen, dan kan men zich we' in denken wat dikt alléén reeds voor te regelen valt. En des avonds komt dan nog de stroom van Katholieken uit Haarlem en Omgeving! Voor deze Congresweek wordt de prachtige Bovenzaal van het Mittovosgebouw aan den Kleinen Houtweg no. 16, ruimte biedend voor circa 280 personen, ingeschakeld. DE OPENING DER CONGRESWEEK Op Maandag, 12 October a.s., des mid dags te drie uur zal de voorzitter der Hoofd commissie, de Z.E. Heer Rector J. B. M. Timp, deze Congresweek openen. Onmid dellijk daarop vangen de reeks lezingen aan. Voor deze eerste Vergadering zullen o.m. de Leden der 13 Commissies worden uitge- noodigd. Wanneer het Programma in zijn geheel gereed zal zijn en worden voorgelegd, zullen Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent, Bisschop van Haarlem, Beschermheer der Mittovos"; de Doorluchtige en Hoogeerw. Heer Mgr. M. P. J. Möllmann, Vicaris-Generaal en Voor zitter van het Eere-Comite; en de H. E. Heer L. A. A. Westerwoudt, Deken van Haar lem en Alg. Voorzitter der „Mittovos" be palen, welke Congresvergaderingen of ge deelten daarvan zij met Hun hooge Tegen woordigheid zullen vereeren. DE JEUGDHULDE AAN DE PA- TERS-MISSIONARISSEN. Wanneer op Vrijdag, 16 October, de 'aatste Voordrachten, tot besluit der Congres week, bijgewoond zijn, gaan den d.a.v. dag, op Zaterdag, de schoolgaande zoowel als de schoolvrije Jeugd zich opmaken tot he: brengen van een grootsche Hulde aan de Paters Missionarissen. De zorgen hiervoor zijn toevertrouwd aan de Jeugdcommissie, doch de hoofdmannen hiervan zijn de W. E. Heer Kapelaan A. J. van Oudenhoven. Praeses; C. A. P. Dammers Secretaris en E. J. Jonckbloedt Penning meester. Minstens, een 6000-tal jongelui worden, behoudens vereischte toestemming opgesteld op den Koudenhorn en de daarop uitloopende straten. Behoorlijk genummerd zullen de diverse Scholen plaats in den Stoet nemen. Van iedere School hebben alle leerlingen vlaggetjes bij zich in vet schillende kleuren. Vele R.K. Scholen zijn vertegenwoordigd, in onderlingen eed'len wedijver, met praal wagens voorstellingen biedend, betrekking hebbend op deze Mittovosactie of op de Missies. De Stoet trekt voorbij het Bisschoppelijk Paleis en vervolgens naar het ruime voorplein der Kathedraal. De juiste route moet in overleg met de Autoriteiten nog worden vastgesteld. In den Hoofdingang van de Kathedraal zullen dan alle in de stad vertoevende Paters- Missionarissen opgesteld zijn. Door de jeugdige Zangers der diverse Kerkkoren zullen enkele Gezangen uitge voerd wijrden, waarna alle aanwezigen zingen: „Kind'ren, welk Geloof hebt Gij Hierna vangt, tot besluit dezer Jeugdhulde aan de Paters-Missionarissen, het Défilé aan. Met deze Plechtigheden, welke zeer in drukwekkend beloven te worden, is het ie Gedeelte der Mittovosactie, de „Congres week," besloten. Oproep Katholieken van Haarlem en Omstreken, die beschikken over vrachtauto's en deze ter beschikking willen stellen op dien Zater dagmiddag, 17 October, gelieven zich op te geven aan het Alg. Secretariaat Groote Markt 4, tel. 12433- niet opgave der afme tingen van den wagen. Vriendelijkst dank bij voorbaat Arm tusschen machine verbrijzeld Gisterochten had de arbeider Potma, wo nende te Heemskerk, het ongeluk om met zijn linkerarm bekneld te geraken tusschen een Koekenbreekmachine in de cacaofabriek „Land en Zee", van de Fa. Kamphuys, ge legen aan de Pijp. P. wiens arm totaal verbrijzeld was, werd door een lid van de Roode Kruistransport- colonne voorloopig verbonden en daarna naar het Roode Kruisziekenhuis overgebracht waar tot amputatie van het lichaamsdee' moest worden overgegaan. Faillissementen Dcor de Arrondlssements-Recbt^ank zijn 15 September In staat van fail-issement ver klaard: De nalatenschap van J. F. Harting in leven hande'aar in bouwmate ia'en en "an- delende onder de fa. Haarlemsche Kalk- centrale. Cur. Mr. M. A. van Eek wonende te Haarlem; C. Oudendyk, winkelier in meubelen, wo nende te Zaandam, Oostzijde 84 Curator Mr. H. M. C. Dekhuyzen wonende te Zaahdam. H. Struving, Insp. Ver. Mij. wonende te Beemster. Curator Mr. H. H. Riepma wo nende te Edam. Rechter-Commissaris in al d-ce faillisse menten Mr. M. A. van Rijn van Alkemade. Opgeheven is het fai'lissement dcor net verbindend worden der eenige uitdeelingslijst van: P. J. Aa'denburg wonende te W'ik aan Zee en Duin. Curator Mr. L. V. Hoog wt»- nende te Haarlem. Orgelbespeling Het programma der orgelbespeling in de Gioote of St. Eavokerk, op Donderdag 17 September 1931, des namiddags van 34 uur door den heer George Robert luidt ais volgt: 1. Jesu, meine Freude, J. G. Walther. (1684- 1748) 2. Passacaglia, J. S. Bach. (1685 1750) 3. Soeur Monique, F 'jouperln. (1668 -1733) 4. Rhapsodie III sur des Canliques bretons, C. Saint-Saëns. 5. Prière, Jos. Jongen. 6. Toccata, Hendrik Andriessen. Indien £ij over de NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT tevreden zijt, zeèt het anderen Indien èij in een of ander opzicht niet tevreden zijt, zeèt het óns

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5