HISTORISCHE KASTEELEN IN NEDERLAND Straf uitzitten in Haarlem Aam onze Lezers E „MITTOVOS" TWEEDE BLAD VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1931 BLADZIJDE i Het Slot Loevestein STADSNIEUWS Hoofd telefoondistrict Voor de Stille Armen Een vacature in den Heemsteedschen gemeenteraad De heer Grimm bedankt en verlaac de S. D. A. P. Al te ongeriefelijk voor niet-misdadige slachtoffers Veroorzaken van dood door schuld niet tevreden SSèt het pns FINANCIEN Snowden over de oorlogs schulden Wat ontvangen en betaald werd Fransche voorstellen in de financieele Volkenbonds commissie LANDBO UWEN VISSCHERIJ VI Loevestein, waarvan de naam in de ge schiedenis op meer dan eene wijze spreekt Loevestein, waar bekende persoonlijkheden hebben gevangen gezeten, maar een oneven redig groot aantal is ontsnapt Loevestein is eigenlijk geen vesting, geen kasteel, geen slot en het is van alles wat. De geschiedenis ervan is veelbewogen. Deze sterkte toch, waarvan men de stichting tot op de dagen der Noormannen en zelfs vroeger terug brengt de vesting, die aan het einde van Monniksland twee steden en twee stroomen kan beheerschen zij is door den tand des tijds niet vergaan. Zij staat er verlaten, en met de pogingen om haar in den ouden glo rierijken staar te herstellen, gaat her met zooals men zou wenschen. Het waren de Graven van Holland en Henegouwen, die hare ligging waardeerden en haar in stand hielden het was de Republiek, welke in 1576 de omwalling aanbracht, die nog immer wordt onaerhouden om wellicht in oorlogs tijd dienst te doen het was niemand minder dan de groote Napoleon, die de vesting voor afdanken, den burcht voor eene ontijdige en onwaardige slooping bewaarde. En nog altijd kan men mei den dichter zingen Waar Maas en Waal tezamenspoelt En Gorkum rijst van ver, Daar heft zich op den linkerzoom En spiegelt in den breeden stroom Een slot van eeuwen her. 't Is Loevestein 't Is Loevestein, Waarvan de wereld sprak Waar wal en schans en vestingwerk Het rameien van den krijg te sterk, Maar huwelijkstrouw te zwak. Loevestein is meermalen genoemd de Nederlandsche staatsgevangenis. En inder daad, in de Nederlandsche geschiedenis bevat, op enkele uitzonderingen na, Loeve stein de herinnering aan bladzijden, die niet de mooiste bladzijden in de geschiedenis zijn, de herinnering aan verkracht recht, dat onrecht en vooroordeel was. Maar wij kunnen Loevestein laten zien aan den vreemdeling en wij kunnen hem zeggen, dat, zoo ook onze geschiedenis niet vrij is van verkeerd en voorbarig oordeelen, van persoonlijke wan gunst en veroordeeling, het in elk geval in onze staatsgevangenis gebleven is bij vrij- heidsberooving. Loevestein moge thans on herbergzaam en verlaten zijn, zijn bijna geheel onveranderde bouw toont weinig kerkers, welke aan holen gelijk zijn, en toont deze alleen in de onieraardsche gewelven, die na de Middeleeuwen niet meer zijn ge bruikt geworden. Waar een Hugo de Groot, waar Remonstrantsche predikanten, waar zelfs landverraders en intriganten hebben gevangen gezeten, zij zaten daar eenzaam en van de wereld afgesloten, maar zij leden er geen noodeloos lichamelijke smarten, zij werden er met overgegeven aan noodelooze pijnigingen van geest of van lichaam door gemis aan lucht of licht. Zij zaten er bovendien voor degenen, die hen hadden doen opslui ten, met al te veilig tevens, want er is geen gevangenis gelijk deze, waaruit zoovelen zijn ontsnapt. Van die allen, die er in het eerste deel der zeventiende eeuw hebben gezeten, die er gevangen werden gezet wegens de odsdiensttwisten, welke Oldenbarneveld zijn toofd deden verliezen, is er slechts een niet kunnen vrijkomen, en deze eene nog was het, die we! eene poging rot ontvluchting waagde, maar daarbij jammerlijk in de slotgracht verdronk, toen hij in de planten verward raakte- Niettemin is Loevestein eeuwen achtereen een tooneel geweest van slechts jammer en ellende, en niets drukt dit sterker uit mis schien dan juist zijn verlatenheid thans. De historische oorsprong van Loevenstein tot in de oudste tijden is niet gemakkelijk vast te stellen. Men denkt, zoo zegt de uit nemende kenner van de geschiedenis van deze streek lands, de heer Van Dam van Bra- kel, die de vorige eeuw dijkgraaf was van den Bommelerwaard beneden den Meidijk, men denkt, dat daar ter plaatse, lang voor den tijd, dat het eigenlijk Loevestein werd ge sticht, een fort, schans of sterkte aanwezig was, en dat het zeker niet bij toeval is, dat de eerste bestaande bewoners van het slot dit punt als een strategisch zoo gelukkig onmiddellijk in het oog hebben weten re vatten. Er is eemgen grond om aan te nemen, dat de oudste origine van Loevestein zeker teruggaat tot de Noormannen, en dat wij allicht hier den burcht vinden, waarin Ra- giner zich eenmaal tegen koning Zwentibold verschanste dat dan ook de mogelijkheid niet uitgesloten is, dat hier de vesting terug te zien is, welke Dirk III opwierp om tol te heffen van de voorbijvarende schepen dat tegelijk een der kasteelen hier aan te wijzen is. die Keizer Hendrik omstreeks 1058 innam, teneinde de Friezen en de Hollanders in bedwang te houden. Vast staand mag geacht worden, dgt inderdaad de Noormannen deze plaats gebezigd hebben, en daar, waar de Merwede begint, een sterkte febouwd hebben, waartegenover omtrent 60 Boudewijn van Heusden een drietal sloten bouwde, waarvan Poderwic nog tot heden ten dage in de landstreek wordt terug gevonden. En vanzelf geraken wij hierdoor tot de erkentenis, dat er vooral in de oudste eeuwen een nauw verband bestaat tusschen de geschiedenis van het vruchtbare Monniks land en van Loevestein tusschen het gasteel van het Monniksland, dat veel hooger op de Maas te vinden is, en het kasteel van Loevestein. Van de heeren van Heusden en Altena, aan wie dit gebied behoort, is het Willem 111 van Altena. die bij charter van 1264, welk charter nog te Arnhem op het provinciaal archiel berust, zekere landgoe deren met tienden en rechten afgaf aan het Convent van Villars, een monnikengiooster van de Cisterciënzer orde. hetwelk in die tijden ieders aandacht trok en om welks gunst zich vorsten en aanzienlijken bij voor keur beijverden. De monniken hebben van deze gunst een voordeeiige partij getrokken zij hebben een groot jedee'te van die anden tot een polder samengevoegd en de eerste richting gegeven aan de vorming der eilan den, zooals men die nog heden ten dage aan treft zoodat het ook hun aanwezigheid is, die vooi altijd aan dit land den naam van Monniksland heeft gegeven. Na den dood van Willem IJl zijn er geschillen ontstaan over het charter, dat de monniken begunstigde, welke geschillen door een scheidsgerecht van wereldlijke en geestelijke heeren zijn beslecht geworden Op welke wijze dit is geschied, ook Van Dam van Brauel weet het ons met re vertellen, maai wel stellen de onderzoekingen vast, dat het Gerard 1 van Altena reeds is geweest, die in het be zit der goederen terugkwam. Na hem is het land in de opeenvolgende geslachten zijner familie eebleven, ofschoon dit bezit lang met immer onbestreden is geweest. In de moderne geschiedenis is het aller eerst ae onge.ukkige Montmorency, de ndde> van het Gulden vhes. die in den md van Philips U van Spanje onrecntvaai dig werd veroordeeld en berecht, dien wij als leenheer over dit gebied aantreffen is hei later, tnet daartusschen een rij van minbe- teekeoende opvolgers, de dichter Cons tan tij n Huygens, die deze goederen in 1642 in leen ontving, wegens aankoop voor f 154.500.- en die het beheerde met zijn ouderen broedet Maurits Huygens, het later zijnen zonen Christiaan en Lodewijk Huygens overdroeg. Tegen het einde der achttiende eeuw zijn het Bommelsche aanzienlijke familièn, die over het goed beschikken en als laatste eigenaai van het kasteel met de twee bunders iand in de onmiddellijke nabijheid vinden wij aan- geteekend Wilhelmus van Dam, Heer van Bra kei en Rodichem, de reeds vermelde dijkgraaf, die het kasteel in stand hield ter wille van zijn historie, maar die zijn sloopen ten slotte niet heeft kunnen verhinderen. Het nauw verband tusschen de geschie denis van het Monniksland en het kasteel Loevestein toont zich het sterkst regen het einde der dertiende eeuw. Gerard I van Hoorn, heer van Altena en erfopperjager- meester van het Heilige Roomsche Rijk, die het eerst terugkwam in het daadwerkelijk oezit van het land, door zijn vaderen aan de monniken van Villars geschonken, huwde met Johanna van Leuven, die een dochter was van Hendrik van Gaasbeek en van Lysbeth van Be veren hij was het, die de vergunning van Graaf Arnout verkreeg over een gedeelte van zijn leengoederen als douarie te oeschis- ken. En in de kronieken uit zijn tijd vindt men aangeteekend, dat de scheiding van Monniksland of Gelder en Altena of Holland bepaald wordt door een gracht of een sloot, die Vrouw Lysbeth van Beverensloot genaamd is. Bedenkt men nu, dat deze edele vrouwe tot dit grondgebied geen andere betrekking had dan naar aanverwantschap tot den bezit ter, dan is het wel duidelijk, dat, rekening houdende met den geest en de gebruiken dier tijden, de bedoelde gracht ook in hare tegenwoordigheid is aangevangen, en dat zij daarin de eerste spade gestoken heeft. Maar meer, de opmerkelijke overbrenging van den naam eener zoo aanzienlijke vrouw op eene betrekkelijk geringe zaak, in eene op zichzelf zoo weinig beteekenende land streek gelegen, geeft reden om te vermoeden, dat er een belangrijker gebeuitenis mede gepaard ging, en te veel gewaagd is het zeker niet om dan de stichting of den opbouw, de vernieuwing of de uitbreiding van een slot bij die gracht te veronderstellen en te denken, dat heer Gerard dit zelf naar zijn echtgenoote genoemd zal hebben. Het moge zeldzamer zijn om den familienaam op deze wijze over te brengen dan den doopnaam, men behoeft slechts naar het recenter voorbeeld van Beyer- land te verwijzen, om hierin den oorsprong van Louvesteyn of Loevestein, naar den naam van Johanna van Leuven of Louvain, vast gesteld te achten. En heeft het slot vroeger bestaan, dan is het in geen geval geweest in zijne tegenwoordige beteekenis en in zijn tegenwoordige grootte want vóór 1300 wordt die naam nergens genoemd, en geen kastelein van het slot vindt men onder de getuigen van eenige belangrijke acte van de heeren van Altena. Tot 1329 waren de heeren van Altena vrij en onafhankelijk van Holland, totdat in 1333 Willem IV. de zoon van Gerard I, leenman werd van graaf Floris IV jegens Altena en Woudrichem, die de belangrijkheid van Loevestein, zoo gunstig voor Holland aan twee rivieren gelegen, erkende en het slot toen het vaste eigendom van de Hollandsche grafelijkheid deed worden, en niet met Altena verder ter leen uitgaf. In 1377 vindt men den naam van 't slot zoodoende vermeld in een tractaat van Geldersche graven en edelen zonder dat een heer van Altena het met zijn handteekening of zegel heeft be krachtigd in 1394 vindt men melding ge maakt van een bijeenkomst van Geldersche en Hollandsche Rade, te Loevestein gehou den, en omstreeks het einde dier eeuw zijn in de gerechtsacten de eerste teekenen terug te vinden van het geweldig optreden van Bruis ten van Herwijnen, aan wien door Albracht van Beyeren het bewaren van Loevestein was opgedragen. Onrechtmatig hield hij schepen met graan op den stroom aan en werd des wege veroordeeld later, rentmeester van Zeeuwsche heerlijkdommen geworden,werd hij verdacht van oneerlijkheid en bekwam na overbrenging naar Amsterdam huisarrest hij wist toen te ontsnappen, ontkwam naar Loevestein, versterkte en verdedigde het, doch te vergeefs. Spoedig werd het inge nomen en Bruisten zelf met zijn zonen ge vangen genomen. Bij de gedeeltelijke ver woesting van het slot, die bij het scherpe beleg, dat hier plaats had, noodzakelijk werd, heeft Willem van Oosfervant een der twee torens van den voorhof van het slot doen springen deze stortte in puin en is nimmer weder opgebouwd geworden. (Slot volgt). Middelbare Technische School Op de M. T. S. alhier zijn voor den cursus 19311932 ingeschreven 469 leerlingen, waarvan 120 voor Bouwkunde en Weg- en Waterbouwkunde, 233 voor Werktuigbouw kunde en electrotechniek, 17 voor Scheeps- bouwkunde en 99 in het practlsche leer jaar. Een record-cijfer ondanks de malaise.' Rijkstuinbouwschool voor de Bloembollenteelt Geslaagd bij het op 15 en 16 September 1931 gehouden toelatingsexamen aan de Rijks, tuinbouwschool voor de Bloembollenteelt te Lisse, voor de eerste klasse: W. Freymuth, Bloemendaal, P. v. d. Most v. Spijk, M. H. de Reede, F. C. Veltema, Leiden; F. A. Vlag, Voorschoten; J. v. d. Kamp, P. A. Ie Clercq, Sassenheim; J. Scheepstra, Bloemendaal; H. v. d. Jagt, Heemstede; F. J. C. v. Aken, Lisse; N. v. Dobben de Bruijn, Bodegraven; J. G. Faase, Noordwijk; P. v. Tol, Abbenes; C. H. Roozen, Heemstede. Afgewezen werden vier candidaten. Voor de tweede klasse: J. W. de Haas, Hil- legorn; C. V. v. Brussel, Haarlem; J. C. Geh- rels, Haarl.meer. Met één candidaat wordt het examen nog voortgezet. Herexamens: Na afgelegd herexamen werd nog tot de tweede klasse toegelaten de leer ling: C. v. Zij verden, Hillegom. Afgewezen werd één leerling. Na afgelegd herexamen werd nog tot de derde klasse toegelaten de leerling: H. Poen Haarlem. Afgewezen werd één leerling. Ook beheerder telegraafkantoor De heer J. H. Belgraver, benoemd tot hoofd van het telefoondistrict Haarlem, blijft eveneens belast met het beheer van het telegraafkantoor, Ingekomen: Mevr. S'2. N. N. uit dankbaarheid 1. H. B. L10-- B. giro 1.— M25 Tot ons genoegen, zoo schrijft de Com missie voor Stille Armen, zijn wij erin ge slaagd een onzer vrienden weer op de been te helpen. Een sinds lang werk zoekend ge zinshoofd werkt weer! Wij hebben nu een gevoel alsof wij met prijs uit een loterij zijn gekomen, zóó erg is de plaag der werkloosheid, waarmede wij onophoudelijk en steeds heftiger te worste len hébben. Geen wonder dan ook, dat aan onze kas van week tot week steeds dringender, steeds harder wordt aangeklopt. Nu door huisva ders, dan door weduwen of zieken of ouden. Ouden bijv. die moesten leven van een ka- pl aaltje, maar die dat kapitaaltje door de felle en hardnekkige crisis zien versmelten tot een haastwaardeloos bezit. Zoo'n felle crisis vraagt offerzin, en gelukkig wie daar aan kan beantwoorden. Immers een zegen is het, het zoo goed te hebben dat men goed zijn kan! Maar waardeert dien zegen, doet wat mo gelijk is en geeft! De S'ille Armen bidden u erom. Uwe bijdragen worden gaarne in ontvangst genomen aan het bureau van dit blad en bij de heeren: A. van Os, Oude Gracht 76. F. M. Kuiper, Kleverpark 49. C. Wessels, Wes- terhoutpark 18. M. Verboog, Schoterweg 4o. P. Mes, Zocherstraat 23. A. Sormanie, Over- tonstraat 64 en bij den heer P. Busé, Gast huissingel 64. Personalia De volgende gediplomeerden der M. T. S. te Haarlem, zijn geplaatst in de navolgen de betrekkingen Af deeling Bouwkunde: de heeren J. J. Brugman als opzichter-teekenaar bij Arch. Langius, Hoorn; L. van Halm, als teeke naar bij Ach. Staal, Amsterdam; C. B. Oorthuis, als teekenaar bij Publieke Wer ken te Amsterdam, afd. Havenwerken; P. van Oostveen, als assistent-uitvoerder bij de Firma Hidde Nijland te Amsterdam en J. Silvis als teekenaar bij Openbare Werken te Heemstede. Afd. Weg- en Waterbouwkunde: de hee ren P. Hagtinglus, als teekenaar bij den Provincialen Waterstaat van N. H.; D. H. Langenbach, als buitengewoon opzichter bü den Rijkswaterstaat afd. Zeearmen en Groote RivierenF. van Rossum als Op zichter bij den Prov. Waterstaat van N. H., C. W. Schaling, als teekenaar bij Publie ke Werken Amsterdam, afd. rioleering. Afd. Scheepsbouwkundede heeren' A. D. Visser, als ketelmonteur bij Gebrs. Stork en Co. en C. Grinwis, als monteur bij Gebrs. Stork en Co. te Hengelo (O.) Tot onderwijzeres aan de school Pieter de Hoochstraat 80 te Amsterdam, is benoemd mej. J. Th. Hetem, alhier. „Zeg, waarom heb je dat uithangbord zoo laag gehangen?" „O, dan valt het meer op." Van onze Rechtbank Uitspraken van Donderdag 17 September 1931. J. G. F. de K., schilder, zwervende, thans gedetineerd; A. K., timmerman, wonende te Amsterdam, thans gedetineerd:' .Dief stal door twee vereenigde personen met braak". Ieder vier maanden gev. straf m. aftr. prev. hecht. o.v. J. G. T., kok, zonder bekende woon plaats, thans gedetineerd. „Diefstal", vier maanden gev. straf m. aftr. prev. hecht, o. v. J. W., los werkman, wonende te Velsen, thans gedetineerd. „Wederspannigheid", li chamelijk letsel tengevolge hebbende", twee maanden en veertien dagen gev. straf met aftr. prev. hecht. o.v. A. v. d. M., chauffeur, wonende te Haar lemmermeer. „Appèl overtr. Motor- en Rij wielreglement", vonnis Kantonrechter van Haarlemmermeer bevestigd. F. B. R., chauffeur, wonende te Amster dam. „Appèl overtr. Motor- en Rijwielwet", vrijgesproken. Naar we vernemen, heeft de heer J. Grimm S. D. A. P., benoemd lid voor den raad der gemeente Heemstede, doch als zoodanig nog niet beëedigd, de S. D. A. P. veriaten en zijn mandaat ter beschikking gesteld. Opvolger op de lijst is de heer W. A. de Tello. Verhaal pensioenpremie ambtenaren Motie Alg. Bond van Politiepersoneel De afdeeling Haarlem en Omstreken van de Algemeene Bond van Politiepersoneel in Nederland, in vergadering bijeen op 15 en 16 September 1931, in het gebouw „Caecilia", Jansstraat 48-50, alhier; kermis genomen hebbende van de aanslag op de loonen van het gemeentepersoneel, ln de laatst gehouden gemeenteraadsvergade ring (pensioen-premieverhaal) constateert, dat aan het lagere personeel reeds vorige jaar een gemotiveerde salaris- verhooging is onthouden op grond van de minder gunstige economische omstandighe den; dat ook het gemeentepersoneel het nadeel der verhoogde belastingen en tarieven on dervindt en het in hooge mate onbillijk is, het personeel dubbel te laten betalen; protesteert met klem tegen een dergelijke aanslag op het levenspeil van dat personeel; betuigt zijn dank aan die raadsleden, die zulks wisten te verhinderen; besluit, deze motie ter kennis te brengen van den' raad dezer gemeente en te publi- ceeren in de pers. Onze moderne tijd, met moderne sociale we'.ten en vergevorderde techniek heeft vele nieuwe hoofdstukken gevergd in het wetboek van strafrecht, dat reeds een respectabele afmeting had. Het gevolg daarvan is, dat het niet alleen boeven en schooiers meer zijn, die de gevangenis met een bezoek moe ten vereeren en dat de parapluie aan den Harmenjansweg onderdak moet verleencn aan menschen van diverse pluimage. Dat een moordenaar achter slot en gren del gesloten wordt is een geluk, dat een be roeps-dief zijn troost moet zoeken in een enge cel zal niemand betreuren (ongeacht de strijdvraag of de cel daarvoor het ge schiktste is), dat een luguber landlooper van de siraat verdwijnt is een zegen. Maar er zijn tegenwoordig andere gevan genen. Wanneer een bakker of kapper, of wie dan ook, de arbeidswet eenige malen overtreden heeft, volgt een veroordeeling tot eenige dagen gevangenisstraf; wanneer een automobilist iemand doodgereden heeft, kan hij tot gevangenisstraf veroordeeld worden etc. Met deze veroordeeling beoogt de rechter een eenzame opsluiting, als straf voor de begane overtreding en als remedie tegen verdere zonden op het betrokken gebied. Wij zullen dit middel niet bestrijden, ge dachtig het spreekwoord: „Wie niet hooren wil, moet maar voelen". Maar er worden fouten, grove fouten op dit gebied gemaakt. De wetlelijke voorschriften Inzake het gevan geniswezen zijn niet veranderd tegelijk met de moderne artikelen van het wetboek van strafrecht. Alle gevangenen worden gelijk behandeld en onderscheid kent de wet op dit gebied niet. De grootste onaangenaam heden vloeien daaruit voort. Deze week plaatsten wij een ingezonden stuk van een bakker te Zandvoort, die de arbeidswet voor de vierde keer overtreden had. Deze man werd tot gevangenisstraf veroordeeld en verhaalde hoe hij in het ge bouw in de Jansstraat werd opgesloten in een stinkende cel, daarna werd ingeladen ln den boevenwagen en tenslotte in een cel werd opgeborgen bij drie landloopers en bedelaars. In een hoek van de cel stond een draagbaar privaat, waarop allen hun be hoefte deden en waarvan de stank den ge- heelen dag bleef hangen. Wij hebben ons in verband met dit schrij ven gewend tot den voorzitter van het col lege van regenten der Haarlemsche strafge vangenis, den heer Mr. Roeters van Lennep. Deze vertelde ons, dat een dergelijke be schrijving der toestanden wel wat al te over dreven was voorgesteld, maar dat de wette lijke bepalingen eenmaal moeten worden opgevolgd. De cellen in het Paleis van Justitie worden geregeld schoon gehouden, maar als iemand op het ln de cel aanwezige privaat z'jn be hoefte doet, veroorzaakt zulks allicht on aangename geuren. Evenals in de gevangenis zijn dit draagbare closets, die in den rand met water gevuld zijn en met een klep kun nen worden afgesloten. Wij nemen aan, dat die privaat-geschie denis niet direct te verhelpen is, maar in onzen tijd van hygiëne past de gevolgde methode toch niet meer. In ons politie-bu- reau heeft men de nieuwe cellen voorzien van een afgesloten, op de waterleiding aan gesloten closet. Dat ls de juiste methode! Zou men in onze gevangenis niet om de drie cellen een closet kunnen inrichten? Inzender had zich ook beklaagd over het lange wachten in het Paleis van Justitie alvorens naar de gevangenis te worden overgebracht. De heer Rieters van Lennep achtte het daaraan verbonden be zwaar niet zoo groot. Wanneer men zich in de Jansstraat meldt, gaat de straf on middellijk in, dus het wachten op den „die- venwagen" trekt van de straf af. Dan de kwestie van den dievenwagen. Men wordt vervoerd van de Jansstraat naar den Harmenjansweg met het bekende, nog door paarden getrokken wagentje. Sommigen prefereeren dit boven het wandelen onder geleide van een veldwachter. Maar waarom is dit alles toch noodig voor overtreders van de moderne wetten? De heer Roeters van Lennep staat hier machteloos en is gebon den aan de wet. Waarom kan een overtreder in kwestie zich niet melden aan den Har menjansweg, opgesloten worden en na het volbrengen van zijn straf weer op gelijke wijze vertrekken? Tenslotte de gemeenschaps-cel. Onze bak ker verkeerde in gezelschap van drie land loopers en bedelaars. Deze heeren zullen den nieuwen gast wei met open armen ontvangen hebben, wellicht rekenden zij op een tegen visite! Het geval is echter tragisch en het komt ons voor, dat op dit gebied toch wel Iets te doen is. Een Arbeidswet-overtreder past toch niet bi) allerhande gespuis. Vier van die menschen bij elkaar vinden wellicht Seelen-verwandschaft, maar zet een behoor lijk mensch. die niets met een misdadiger te maken heeft, bij lo'genooten. De bakker klaagde ook nog over het voed sel. Mr. Roeters van Lennep verklaarde ons echter met nadruk, dat het eten steeds in orde is. Verschillende malen proeft de regent het voedsel en het is steeds perfect. Er wordt trouwens door de gevangenen nooit geklaagd over het eten en gegronde klachten worden ter harte genomen. Overigens is het verblijf in de gevangenis niet te vergelijken met het iogeeren bij een rijken oom op een kasteel. De verhalen van ex-gevangenen, overtre ders der moderne sociale wetten, zullen an deren wellicht doen besluiten voorzichtig te zijn. Maar het komt ons toch voor, dat her ziening van de betreffende wetten niet meer ver-af moet zijn. Want dat blijkt meer en meer noodig en men weet, dat Bureau- cratius onvermurwbaar ls: wat de wet voor schrijft moet zonder pardon geschieden! Ook de R. K. Spor< beweging in dc Mittovos-actie betrokken! Reeds in den allereersten opzet van het algemeen programma der Mittovos-actie is er rekening mede gehouden, dat ook onze R. K. Sportbeweging aan deze actie daad werkelijk zou medewerken en deswege werd dus ook een commissie voor de sport be noemd. Deze commissie had grootsche plannen, had ze uitgewerkt, mocht reeds belangrijke resultaten boeken, totdat een groote teleur stelling alles dreigde te verstoren en de commissie daardoor genoodzaakt zou zijn onverrichterzake tot ontbinding over te gaan. Welk mooi resultaat was te boeken? Niets meer of minder, dan dat, dank zij de hartelijke en zeer prijzenswaardige mede werking van niet-katholieke stadgenooten, de commissie de beschikking gekregen heeft over het H. F. C.-terrein aan de Spanjaards laan voor hare sportdemonstraties. Wat een prachtig perspectief, niet alléén voor onze R. K. Sportbeweging doch tevens ook voor onze Mittovos-actie! Doch daar kwam het onheilspellend be richt, dat de Federatie van R. K. Voetbal bonden in Nederland er niet toe besluiten kon de dan in gang zijnde competitiewed strijden uit te stellen, wijl men geen prece dent wilde stellen. Hiermede dreigde dus alles in duigen te vallen. Correspondenties en conferenties zijn hierna gevolgd en het is aan de ijverige be moeiingen van het hoofdbestuurslid, den Z.Eerw Pater F. Esser van ons R. K. Ly ceum te danken, dat de Technische Com missie dier Federatie ons op 15 dezer schreef, dat de competitiewedstrijden terwille van de Haarlemsche Mittovos-actie zullen worden uitgesteld. Alzoo zijn alle bezwaren overwonnen! En waar wij nu reeds in onze kath. cou rant alle gebeurtenissen der Mittovos-actie hebben beschreven tot op het moment der plechtige opening van de tentoonstelling, moeten wij vandaag onze onvolledigheid her stellen door zeer in het kort mede te deelen, op welke wijze onze Haarlemsche R. K. Sportbeweging op Zondag 11 October as. aan de Mittovos-actie zal deelnemen. De sportdemonstraties op Zondag 11 October op het H. F. C.-terrein. Thans staat definitief vast, dat op den ge noemden dag, des middags 2 uur op het ge noemde terrein een voetbalwedstrijd zal ge speeld worden tusschen de vertegenwoor digende elftallen van Amsterdam en Haar lem. Beide steden zullen de sterkste elftallen dien middag in het veld brengen. Tevens zij nog medegedeeld, dat het H. F. C.-bestuur geheel gratis zijn terreinen ter beschikking heeft gesteld. Een hartelijkst dankwoord is óók hier zeker niet misplaatst. Vóór dezen wedstrijd vinden athletiekwed- strijden plaats en wel de series 100 M. hard- loopen en speer- en discuswerpen, terwijl onder de pauze de finales plaats hebben. Verder zal onder de pauze nog een weg wedstrijd gehouden worden, waarvan de start zoowel als de finish op het terrein ls. Voor deze athletiekdwedstrijden hebben de beste athleten reeds hun medewerking toe gezegd. Het bovenstaande zegt voldoende op welke wijze onze R. K. Sportbeweging aan de „Mit- tovos" zal medewerken. Gisteren stond voor de Haagsche recht bank terecht een 28-jarige chauffeur uit Den Haag. die zich te verantwoorden had wegens het veroorzaken van dood door schuld. Op 12 Juli j.l. te 8.45 uur 's avonds zou verd. met een door hem bestuurden auto hebben ge reden in de Hoofdstraat te Sassenheim, in de richting Haarlem. Van tegenovergestelde zijde naderde een autobus, waarvan de be stuurder de rechterzijde van die straat hield. Bij het passeeren van de bus is verd., die veel te snel reed, hoogst roekeloos en on oordeelkundig en onvoldoende naai rechts uitgeweken, niettegenstaande hij daartoe ge legenheid zou hebben gehad. Door de botsing met den autobus reed verd. vie personen aan, die al^en zwaar lichamelijk letsel be kwamen. Een van her overleed kort na de aanrijding aan de bekomen wonden. Het O.M. had twaalf getuigen, waaronder drie deskundigen, gedagvaard, alsmede eenige passagiers van de autobus. Verd. zelf zeide dat hij niet roekeloos heeft gereden- de door hem bestuurde auto konten hoogste 60 km. hebben gereden. Toen hij de autobus op zich zag afkomen, trachtte hij te remmen, hetgeen evenwel niet gelukte. Verd. botste toen tegen den muur, met het be kende noodlottig gevolg. Zelf heeft verd. een beenwonde opgeloopen. Daar de officier van justitie prijs stelde op het hooren van een tweetal niet ver schenen getuigen, werd de behandeling der zaak uitgesteld tot 12 Nov. a.s. Indien %ij over de NIEUWE HAARLEMSCHE COURANI tevreden zilt, ze§t het anderen Indien èij in een of ander opzicht In het Lagerhuis deelde Snowden mede, dat de netto-oorlogsschuld aan Engeland, verschuldigd door Italië bij de onderteeke- ning van het desbetreffende accoord, 560 millioen bedroeg. Het netto-bedrag, sinds dien ontvangen, bedraagt 23 millioen, terwijl, volgens de overeenkomst, ontvan gen moest worden 254.550.000. De oorlogsschuld van Frankrijk aan En geland bij de onderteekening van de over eenkomst was 600 millioen. Sindsdien is ontvangen 43.625.000 en volgens de overeenkomst moest ontvangen worden 799.500.000. De totale schuld van Groot-Brittannië aan de Vereenigde Staten bij de ondertee kening van de overeenkomst bedroeg 4.600 millioen. Sindsdien is bteaald 1.351 millioen 720.000 en volgens de overeenkomst moest als restbetaling nog gestort worcten 11.105.963.000. Vorming kartels, bestrijding werkloosheid, verlaging douane tarieven De financieele commissie behandelde gis- tegen den economischen en financieelen toe stand van Oostenrijk en Hongarije. In een uitvoerige rede zette de Fransche minister van Handel, Rollin, het reeds be kende standpunt der Fransche regeering uiteen inzake de mogelijkheden tot overwin ning van de krisis. Hij verklaarde, dat de Volkenbond van theoretische overwegingen tot practische maatregelen dient over te gaan, aangezien de werkloosheid in alle landen stijgt. Om de Europeesche moeilijkheden te overwinnen, dienen de bemoeiingen der regeeringen on derling te worden georganiseerd. Het uit voeren van groote openbare werken is drin gend noodzakelijk. Van groote beteekenis is voorts, zeide mi nister Rollin, dat de producenten in alle landen tot overeenstemming komen inzake productie-methoden en arbeidsverdeeling. De gedachte van indusrtrieele kartels moet warden opgebouwd. Door deze midde len kan de weg voor een algemeene tol- unie en een daling der douanetarieven vrij komen. De Fransche delegatie diende vervolgens in de commissie drie voorstellen in tot uitwer king van de bekende Fransche plannen, ni de vorming van internationale industrieele kartels, een onderzoek naar de mogelijkheid van uitvoering van groote openbare werken ter bestrijding der werkloosheid door de or ganen van den volkenbond en verlaging der douane-tarieven. Hollandsche Maatschappij van Landbouw Een prijsvraag Onder den indruk van de ernstige moei lijkheden waarmede onze Landbouw thans te kampen heeft, voelt de afdeeling 's-Gra- ver.hage der Hollandsche Maatschappij van Landbouw sterken drang om een daad te verrichten, waarvan vermindering dier moeilijkheden kan verwacht worden. Uit den aard der zaak wordt thans al gemeen de aandacht vooral gericht op het geen zou kunnen geschieden om den nood van den Landbouw zooveel en zoo spoedig mogelijk te verlichten. Nu echter ingrij pende veranderingen optreden in de econo mische toestanden die het bestaan van den Landbouw beheerschen, is het duidelijk, dat ook in den Land-, Tuin- en Boschbouw andere wegen zullen moeten worden in geslagen, om zich aan de gewijzigde om standigheden aan te passen, en dat het derhalve aanbeveling verdient mede aan dit punt de volle aandacht te schenken. Het verloop van vorige crisissen levert daarvan velerlei voorbeelden. Zouden nu verschillende tot oordeelen bevoegden zich er toe willen zetten om zich te uiten over de vraag hoe onze Landbouw, ln algemeenen zin bedoeld, zich aan de nieuwe toestanden zal moeten aanpassen, dan vertrouwt de afdeeling, dat zulks nuttige aanwijzingen zal kunnen opleveren. Het is op grond van deze overwegingen, dat de afdeeling 's-Gravenhage der Hol landsche Maatschappij van Landbouw besloten heeft te vragen: „Welke wegen dient de Nederlandsche Landbouw in te slaan om zich zoo snel mogelijk aan te pas sen aan de gewijzigde toestanden?" en zij noodigt bij deze belangstellenden uit tot beantwoording van deze prijsvraag. Zü stelt voor die beantwoording drie prij zen beschikbaar, onderscheidenlijk groot zevenhonderd en vijftig gulden, tweehon derd en vijftig gulden, een honderd gulden. De door de afdeeling benoemde Commis sie van Uitvoering bestaat uit de heeren Th. J. Mansholt, voorzitter, V. R. Y. Croesen, prof. dr. G. Minderhoud, dr. K. H. M. van der Zande, secretaris, Huize „De Terp", Bennekom. De antwoorden, welke niet onderteekend mogen zijn en op geenerlei andere wijze den naam van den steller of de stelster mogen verraden, moeten vóór den lsten Mei 1932 ingezonden worden bij den secre taris der commissie, den heer Van der Zande voornoemd, te Bennekom. Zij moe ten worden ingezonden onder een motto en moeten zijn geschreven met de schrijfma chine of met een ander handschrift dan dat van hem of haar, die het antwoord opge steld heeft. Zij moeten voorts vergezeld gaan van: a. Een verzegeld couvert, dragende het zelfde motto als boven bedoeld en bevat tende den naam en het adres van hem of haar, die het stuk heeft opgesteld; b. een gesloten doch niet verzegeld cou vert, dragende hetzelfde motto als boven bedoeld en bevattende het adres van iemand, door wiens tusschenkomst door den opstel ler of de opstelster over het antwoord kan worden gecorrespondeerd (correspondentie adres).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5