VAN OUD NIEUW MAKEN KLEINIGHEDEN wm ft fff» Pitfttl! GOEDKOOPE PATRONEN iiiiiiS SLECHTE EETLUST Poffertjes Wafelen Oublies OP VERZOEK .hhc/W TT t •lie tdi t -dcc OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN Slechte eetlust is een zoo veelvuldig voorkomende klacht bij het schoolgaande kind, dat zij een bespreking in deze ru briek waard is. Gezien het belang, dat men hier te lande in goed eten en goeden eetlust stelt, zal het dan ook niemand verwonderen, dat de ouders hiervoor den dokter raadplegen. Deze slechte eetlust betreft nu eens de broodmaaltijden, dan weer het middag eten. Op min of meer klagenden toon hooren wij dan ook geregeld op onze spreekuren dit verhaal met tal van va riaties. Ik zei zooeven, dat wij deze klacht vooral hooren bij het schoolgaande kind. Hiermee is echter geenszins gezegd, dat de school hierbij det eenige schul dige of de hoofdschuldige is. Ik wil het omgekeerde ook niet beweren en wil zelfs toestemmen, dat in vele gevallen het schoolleven wel een rol speelt. Maar onjuist is om, zooals zoo vaak geschiedt, alle nadeelen, welke men waarneemt, eenvoudig op de school te schuiven. Meestal zelfs zijn er twee andere factoren, die in de eerste plaats ge noemd moeten worden, en wel allereerst de constitutie, dus het gestel van het kind en verder het huiselijk verkeer, waarin het kind leeft. Terdege moet dus ieder geval afzonderlijk bekeken worden. Allereerst toch moet uitgesloten worden, dat een bepaalde ziekte de oorzaak is, dat het kind niet eet. Is van dat al niets te vinden, dan komt de bovengenoemde vraag in zuiveren vorm aan de orde. Evenals bij volwassenen hebben wij ook bij de kinderen veel-eters en weinig eters. De volwassen mensch heeft door ervaring geleerd, hoeveel hij moet eten en drinken en waar hij zich het best bij be vindt. Wij bezitten te dien opzichte een maatgevoel, waarbij geen weegschaal noodig is. Anders is het hier echter bij kinderen in dien zin, dat anderen voor hen bepalen, hoeveel zij moeten eten. Dat het maatgevoel, waar het anderen geldt, in het algemeen wel eens gebrekkig werkt, leert ons de dage lij ksche samenleving. De ervaring leert, dat hier bij de ouders een surplus aan wezig is bij het bepalen van de porties voor hun kinderen. Ziehier één van de vele bronnen van fouten. Een andere fout, die vaak ge- maakt wordt, is, dat men steeds spreekt van versterkend voedsel. Wat is verster kend voedsel? Als men dit vraagt, krijgt men steeds stereotyp ten antwoord: vleesch, melk, boter, eieren. Bij eenig nadenken zal men toch moeten begrij pen, dat de oplossing in geheel andere richting ligt en dat, toegegeven, dat ons voedsel aan zekere eischen moet vol doen, men niet van versterkend voedsel in het algemeen kan spreken. Het voed sel, dat versterkend werkt voor den een, kan nadeelig zijn voor een ander. De voorbeelden liggen hiér voor het grijpen. Versterkend alleen is het voedsel, dat goed verteerd en goed opgenomen wordt in onze stofwisseling. Er zijn zeer zeker veel kinderen, die te weinig eten en bij wie deze toestand dan ook tot uiting komt in 'n slechten alge- meenen toestand, een vermagering, alge- meene slapte en vermindering van weer stand. Hier moet dus worden nagegaan, waar de oorzaak, met uitsluiting van ziekte, ligt. Gelukkig zijn die oorzaken meestal wel te ontdekken en te verhel pen. Noodzakelijk echter hierbij is een goede samenwerking tusschen de ouders en den dokter. Met een behoorlijke dieetregeling alleen komt men er niet altijd. Vaak is noodig ,dat ook het milieu en de wijze van eten veranderd wordt. Ook op dit punt worden er nog veel fouten gemaakt. Het eten op ongeregelde tijden is voor kinderen en ook voor ouderen ondoelmatig, het eten in een on rustige sfeer. Zoo zijn er nog tal van momenten, die hier niet alle in dit kor te bestek kunnen worden besproken. Verderfelijk werkt ook de dwang op de kinderen uitgeoefend. Hoeveel kinderen zitten er nog uren met een bord met eten voor zich en mogen, niet opstaan voor dit leeg is? Is het te verwonderen, dat de natuur ook hier reguleerend in grijpt en na den maaltijd het opgedron gen voedsel weer even spoedig maar op onphysiologische wijze naar buiten ex- pedieert? Goed voedsel, op verstandige wijze ge nuttigd door een gezond kind doet ge dijen. Als er hier en daar iets hapert, moet de fout gezocht en verbeterd wor den. ENKLAAR. pan al onze modellen, die genummerd Mijn bopen 4000, zijn verkrijgbaar aan Het Patronenkantoor, Postbus No. 1, HaarlemOnberispelijke coupeDameskleeding in de maten 88, 96, 104 bovenwijdte, a 0.55. Kinder- kleeding, alleen voor den in de beschrijving genoemden leeftijd a ƒ0.35. Niet of lager dan 4000 genummerde patronen het dubbele bedrag Bij elk patroon wordt een handleiding voor het knippen en naaien gevoegdbenevens een verkleinde patroonscheh. Franco toezending, direct na ontvangst van bestel' ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels in* gesloten, waarbij vermeld: naam en adres, nummer van het model en het blad, waarin het voorkomt en bovenwijdteMen meet deze maat rondom het lichaam, recht onder de armen door, gewoon glad, zonder extra toegifu Wij zouden nog een enkel woordje wijden aan de wijze waarop wij een ja pon van het vorig jaar weer een mo dern aanzien kunnen geven. Eigenlijk is het jammer, dat de mode zoo snel ver andert. Er wordt ons zelfs niet de tijd gelaten om aan een costume te wennen en om met veel zorg te kiezen en te wikken en te wegen, want voor we met dit alles klaar zijn is de mode alweer in een ander stadium getreden. We doen daarom het beste om handig en met smaak hier en daar zoo'n kleinig heid aan te brengen, waardoor we hét type van de dracht van het moment zoo'n beetje benaderen. In dezen tijd kunnen we dan de uitsnijding van de japon heel diep en wijd maken en er een vest in zetten van kant of dunne stof. Ook de mouwen knippen we af en zetten er een strook aan. Het rokje kan nog wel zoo ongeveer hetzelfde blijven als we maar zorgen, dat het ceintuurtje op de plaats van de taille komt te zitten. Van deze verandering zien we een aardig voorbeeld in fig. 6103. On geveer hetzelfde doen we om tot het model te komen van fig. 6206. Hier ma ken we nu dus wijde mouwen van de zelfde stof als het vest. Heel aardig is ook fig. 6133, dat ge maakt wordt uit twee verschillende jur ken. Het bovenstuk is dan van gewerkte stof, dat met puntig verspringende bie zen aan den rok wordt gezet; hierbij sluiten de platte plooien van het rokje aan. Natuurlijk dragen we de ceintuur ter hoogte van de taille. POLA. Weet ge, dat .ge 't spel van kinderen zoo nu en dan ongemerkt kunt leiden in andere banen dan waarlangs het dreigt heen te gaan? Uw jongens zijn met buurvriendjes aan *t spelen en alles gaat goed tot er over 't gebruik van een bepaalde plank of schep of stok ruzie ontstaat. Jan kan hem niet missen in zijn spel en Piet heeft hem juist opgeheven en er dreigt een groot gevécht. Nu is het niet zoo héél erg, dat jongens eens een partijtje, knokken, maardat moet tot de uit zonderingen behoorën en geen regel wor den. Een vroolijk: „Hei, Jan, kom eens hier, wat heb je eigenlijk noodig?" is dikwijls al genoeg om den storm in een zachte ^ephir te doen overgaan en dan zijn Jan en Piet in een stemming gekomen, die mild genoeg is om onderhandelingen aan te knoopen. Maar had ge nu boos geroepen: „Hei, jongens, niet vechten daar!" dan was uw woord als olie op het vuur geweest en was er een storm ontketend van: „Ja. maar, Jan is ook zoo vervelend, hij wil altijd net hebben, wat ik heb!" en „Nare aap, laat los die schep" enz. Wilt ge bij een voorkomende gelegen heid het bovenstaande recept eens pro- beeren? J. A. De hieronder beschreven blouse wordt gebreid in 3 tinten blauwe en 2 tinten beige wol. De eigenlijke blouse is van de middelste tint blauw, het vest lichtblauw en de overige kleuren dienen voor den rand. Men begint bij den onderkant van het voorpand. Het hier opgegeven aantal steken is bedoeld voor een middelmatig slank figuur. Men zet 140 st. op met de middelste tint van de blauwe wol, die we blauw zullen noemen ter onderscheiding van de lichtblauwe en de donkerblauwe wol. We breien, ongeveer 15 c.M. hoog, 1 r., 1 aver., voor het boord. Verder breien we dan aan den rechterkant rechts en aau den linkerkant aver., zoodat er aan den goeden kant slechts rechtsche st. te zien komen. Bij het breien van het patroon draaien we, wanneer we met een andere kleur beginnen, den nieuwen draad steeds om den vorigen, ten einde te voorkomen, dat er een opening wordt gevormd. We nemen nu aan weerskanten van de naald 50 st. voor het patroon, terwijl we de 38 st. in het midden met licht blauwe wol breien. lste naald: 3 st. blauw, 10 st. donker beige, 4 st. donkerblauw, 3 st. blauw, 10 st. donkerbeige, 9 st. donkerblauw, 6 st. blauw, 6 st. donkerblauw, 38 st. licht blauw, 6 st. donkerbl., 6 st. bl., 9 st. don- kerbl., 10 st. donkerbeige, 3 st. bl., 4 st. donkerbl., 10 st. donkerbeige, 3 st. bl. 2de toer: 3 bl., 11 donkerbeige, 2 don kerbl., 5 bl„ 10 donkerbeige, 6 donkerbl., bl., 5 donkerbl., 38 lichtbl., 5 donker bl., 9 bl., 6 donkerbl., 10 donkerbeige, 5 bl., 2 donkerbl., 11 donkerbeige, 3 bl. 3de toer: 3 bl., 12 donkerbeige, 7 bl., 9 donkerbeige, 5 donkerbl., 11 bl., 4 don kerbl., 38 lichtbl., 4 donkerbl., 11 bl., 5 donkerbl., 9 donkerbeige, 7 bl., 12 don kerbeige, 3 bl. 4de toer: 3 bl., 12 donkerbeige, 8 bl., 6 donkerbeige, 4 lichtbeige, 2 donkerbl., 13 bl., 3 donkerbl., 38 lichtbl., 3 donkerbl., 13 bl., 2 donkerbl., 4 lichtbeige, 6 don kerbeige, 8 bl., 12 donkerbeige, 3 bl. 5de toer: 3 bl., 10 donkerbeige, 3 bl., 3 lichtbl., 5 bl., 4 donkerbeige, 6 licht beige, 5 bl., 4 lichtbl,, 6 bl., 2 donkerbl., 38 lichtbl., 2 donkerbl., 6 bl., 4 lichtbl., 5 bl., 6 lichtbeige, 4 donkerbeige, 5 bl., 3 lichtbl., 10 donkerbeige, 3 bl. 6de toer: 2 bl., 3 donkerbl., 7 donker beige, 3 bl., 5 lichtbl., 5 bl., 2 donker beige, 7 lichtbeige, 4 bl., 6 lichtbl., 5 bl., 2 donkerbl., 38 lichtbl., 2 donkerbl., 5 bl., 6 lichtbl., 4 bl., 7 lichtbeige, 2 don kerbeige, 5 bl., 5 lichtbl., 3 bl., 7 donker beige, 3 donkerbl., 2 bl. 7de toer: 2 bl., 5 donkerbl., 5 donker beige, 2 bl., 7 lichtbl., 5 bl., 8 lichtbeige, 3 bl., 8 lichtbl., 4 bl., 2 donkerbl., 38 lichtbl., 2 donkerbl., 4 bl., 8 lichtbl., 3 bl., 8 lichtbeige, 5 bl., 7 lichtbl., 2 bl., 5 don kerbeige, 5 donkerbl., 2 bh 8ste toer: 3 bl., 4 donkerbl., 4 licht beige, 3 bl., 8 lichtbl., 3 bl., 9 lichtbeige, 3 bl., 8 lichtbl., 4 bl., 2 donkerbl., 38 lichtbl., 2 donkerbl., 4 bl., 8 lichtbl., 3 bl., 9 lichtbeige, 3 bl„ 8 lichtbl., 3 bl., 4 lichtbeige, 4 donkerbl., 3 bl. 9de toer: 2 bl., 2 lichtbl., 2 donkerbl., 6 lichtbeige, 3 bl., 7 lichtbl., 3 bl., 10 lichtbeige, 3 bl., 7 lichtbl., 3 bl., 3 licht beige, 38 lichtbl., 3 lichtbeige, 3 bl., 7 lichtbl., 3 bl., 10 lichtbeige, 3 bl., 7 licht bl., 3 bl., 6 lichtbeige, 2 donkerbl., 2 lichtbl., 2 bl. 10de toer: 5 lichtbl., 8 lichtbeige, 3 bl., 6 lichtbl., 3 bl., 9 lichtbeige, 2 donkerbl., 3 bl., 6 lichtbl., 2 bl., 4 lichtbeige, 38 lichtbl., 4 lichtbeige, 2 bl., 6 lichtbl., 3 bl., 2 donkerbl., 9 lichtbeige, 3 bl., 6 lichtbl., 3 bl., 8 lichtbeige, 5 lichtbl. 11de toer: 5 lichtbl., 9 lichtbeige, 3 bl., 4 lichtbl., 3 bl., 9 lichtbeige, 4 donkerbl., 3 bl., 4 lichtbl., 3 bl., 4 lichtbeige, 38 lichtbl., 4 lichtbeige, 3 bl., 4 lichtbl., 3 bl., 4 donkerbl., 9 lichtbeige, 3 bl., 4 lichtbl., 3 bl., 9 lichtbeige, 5 lichtbl. 12de toer: 43 st. donkerbeige, 2 bl., 1 donkerbl., 5 lichtbeige, 38 lichtbl., 5 lichtbeige, 1 donkerbl., 2 bl., 43 donker beige. 13de toer: 43 donkerbeige, 3 donkerbl., 5 lichtbeige, 38 lichtbl., 5 lichtbeige, 3 donkerbl., 43 donkerbeige. 14de toer en 15de toer: als de 13de. 16de toer: 39 bl., 4 donkerbeige, 4 don kerbl., 4 lichtbeige, 38 lichtbl., 4 licht beige, 4 donkerbl., 4 donkerbeige, 39 bl. 17de toer: 39 bl„ 4 donkerbeige, 4 bl., 4 lichtbeige, 38 lichtbl., 4 lichtbeige, 4 bl„ 4 donkerbeige, 39 bl. 18de toer: 39 bl., 4 donkerbeige, 5 bl., 3 lichtbeige, 38 lichtbl., 3 lichtbeige, 5 bl., 4 donkerbeige, 39 bl. 19de toer: 39 bl., 4 donkerbeige, 5 bl., 1 donkerbl., 2 lichtbeige, 38 lichtbl., 2 lichtbeige, 1 donkerbl., 5 bl., 4 donker beige, 39 bl. 20ste toer: 35 lichtbeige, 4 bl., 4 don kerbeige, 5 bl., 3 donkerbl., 38 lichtbl., 3 donkerbl., 5 bl., 4 donkerbeige, 4 blauw, 35 lichtbeige. 21ste toer en 22ste toer als de 20ste. 23ste toer: 32 lichtbl., 3 lichtbeige, 4 bl., 4 donkerbeige, 4 bl., 3 donkerbl., 1 donkerbeige, 38 lichtbl., 1 donkerbeige, 3 donkerbl., 4 bl., 4 donkerbeige, 4 bl„ 3 lichtbeige, 32 lichtbl. 24ste toer: 32 lichtbl., 3 lichtbeige, 4 bl., 4 donkerbeige, 4 bl., 2 donkerbl., 2 donkerbeige, 38 lichtbl., 2 donkerbeige, 2 donkerbl., 4 bl., 4 donkerbeige, 4 bl,, 3 lichtbeige, 32 lichtbl. 25ste toer: 32 lichtbl., 3 lichtbeige, 4 bl„ 4 donkerbeige, 4 bl., 1 donkerbl., 3 donkerbeige, 38 lichtbl., 3 donkerbeige, 1 donkerbl., 4 bl., 4 donkerbeige, 4 bl., 3 lichtbeige, 32 lichtbl. 26ste toer: 29 bl., 3 lichtbl., 3 licht beige, 4 bl., 4 donkerbeige, 4 bl., 4 don kerbeige, 38 lichtbl., 4 donkerbeige, 4 bl., 4 donkerbeige, 4 bl., 3 lichtbeige, 3 licht bl., 29 bl. Men breit nu verder voor de blouse, voor de strepen en voor het vest, kleur op kleur. Voor den patroonrand aan weerszijden van het vest zal ik de ver schillende kleuren opgeven, welke dan aan den anderen kant van het vest, in omgekeerde volgorde, moeten worden gebreid. Dus: 27ste toer, na de 4 donkerbeige steken voor de buitenste streep: 3 donkerbl., 5 donkerbeige, 38 lichtbl., 5 donkerbeige, enz. 28ste en 29ste toer als 27ste. 30ste toer: 2 donkerbl., 2 lichtbeige, 4 donkerbeige, enz. 31ste toer: 5 lichtbeige, 3 donkerbeige. 32ste toer: 6 lichtbeige, 2 donkerbeige. 33ste toer: 1 lichtbl., 5 licht beige, 2 donkerbeige. 34ste toer: 2 licht bl., 4 lichtbeige, 2 donkerbl., 35ste toer: 3 lichtbl., 3 lichtbeige, 2 donkerbl. 36ste toer: 3 lichtbl., 2 lichtbeige, 3 donkerbl. 37ste toer: als vorige. 38ste toer: 2 licht bl., 3 lichtbeige, 2 donkerbl., 1 bl. 39ste/ toer: 1 lichtbl., 4 lichtbeige, 3 bl. 40s<:e toer: 4 lichtbeige, 4 bl. 41ste toer: I donkerbl., 2 lichtbeige, 5 bl. 42ste toer: 2 donkerbl., 1 lichtbeige, 5 bl. 43ste toer: 3 donkerbl., 5 bl. 44ste toer: 2 donkerbl., 6 bl. 45ste toer: als vorige. 46ste toer: 2 lichtbeige, 6 bl. 47ste toer: 3 lichtbeige, 5 bl. 48ste toer: 4 lichtbeige, 3 bl., 1 don kerbl. 49ste en 50ste toer: 5 lichtbeige. 3 donkerbl., 51 toer: 5 lichtbeige, 1 don kerbl., 2 donkerbeige. 52ste en 53ste toer; 5 lichtbeige, 3 donkerbeige. 54ste toer: 4 lichtbeige, 4 donkerbeige. 55ste toer: 3 lichtbeige, 5 donkerbeige. 56ste toer: 1 donkerbl., 1 lichtbeige, 1 donkerbl., 5" donkerbeige. 57ste toer: 3 donkerbl., 5 donkerbeige, 58ste toer: 4 donkerbl., 4 donkerbeige. 59ste toer: 2 donkerbl., 4 bl., 2 donkerbeige. 60ste toer: 1 donker bl., 7 bl. 61ste toer: 8 bl. 62ste toer: 3. lichtbl., 5 bl. 63ste toer: 4 lichtbl., 4 bis 64ste en 65ste toer: 5 lichtbl., 2 bl., 1 donkerbl. 66ste toer: 4 lichtbl., 2 bl., 2 donkerbl. 67ste toer: 2 lichtbl., 4 bl., 2 donkerbl. 68ste toer: 6 bl., 1 donkerbl., 1 lichtbeige. 69ste en 70ste toer: 5 bl., 31 lichtbeige. 71ste toer: 4 bl., 4 lichtbeiger 72ste toer: 1 lichtbl., 2 bl., 5 lichtbeige;. 73ste, 74ste en 75ste toer: 2 lichtbl., 6 lichtbeige. 76ste en 77ste toer: 4 licht-; bl., 4 lichtbeige. 78ste, 79ste en 80ste toer: 3 lichtbl., 5 lichtbeige. 81ste en 62ste toer: 2 lichtbl., 6 lichtbeige. 83ste, 84ste en 85ste toer: 2 donkerbl., 6 lichtbeige. 86ste toer: 3 donkerbl., 5 lichtbeige. 87ste toer: 3 donkerbeige, 5 lichtbeige;! 88ste toer: 4 donkerbeige, 4 lichtbeige. 89ste toer: 5 donkerbeige, 2 lichtbeige, I bl. 90ste toer: 5 donkerbeige, 3 bl. 9l3té en 92ste toer: 4 donkerbeige, 4 bl. 93ste toer: 3 donkerbeige, 5 bl. 94ste en 95ste toer: 3 donkerbeige, 4 bl., 1 donkerbeige. 96ste toer: 2 donkerbeige, 4 bl., 2 donker beige. 97ste en 98ste toer: 1 donkerbeige, 4 bl., 3 donkerbeige. 99ste toer: 1 don kerbl., 4 bl., 3 donkerbeige. 100ste toer:' 2 donkerbl., 4 bl., 2 donkerbeige. 101ste toer: 2 donkerbl., 6 bl. 102de toer: 4 lichtbl., 4 bl. 103de toer: 5 lichtbl., 3 bl„- 1 donkerbl. 104de, 105de en 106de toer:; 6 lichtbl., 2 donkerbl. 107de toer: 5 lichtbl.;" 3 donkerbl. 108ste, 109de en 110de toer: 5 lichtbl., 3 lichtbeige, lilde toer: 4 lichtbl., 4 lichtbeige. 112de toer: 3 licht bl., 5 lichtbeige. 113de en 114de toer: 3 donkerbeige, 5 lichtbeige. 115de toer: 5 donkerbeige, 3 lichtbeige. 116de en 117de toer: 6 donkerbeige, 2 lichtbeige. 118de toer: 6 donkerbeige, 1 donkerbl., 1 licht beige. 119de en 120ste toer: 5 donker beige, 3 donkerbl. 121ste toer: 4 donker beige, 1 bl., 3 donkerbl. 122ste toer: 3 donkerbeige, 3 bl., 1 donkerbl., 1 licht beige. 123ste toer: 2 donkerbeige, 4 bl., 1 donkerbl., 1 lichtbeige. 124ste toer: 2 lichtbl., 4 bl., 2 lichtbeige. 125ste toer: 2 lichtbl., 3 bl., 3 lichtbeige. 126ste en 127 toer: 3 lichtbl., 1 bl., 4 lichtbeige. 128ste en 129ste toer: 3 lichtbl., 2 bl., 3 licht beige. 130ste toer: 2 lichtbl., 3 bl., 3 lichtbeige. 131ste en 132ste toer: 1 licht bl., 4 bl., 3 lichtbeige. 133ste toer: 6 bl., 2 lichtbeige. 134ste en 135ste toer: 8 bl. 136ste toer: 1 bl., 1 donkerbl. 6 bl. 137ste toer: 3 donkerbl., 5 bl. 138ste toer: 4 donkerbl., 4 bl. 139ste toer: 6 donkerbl., 1 bl., 1 donkerbl. 140ste toer: 2 lichtbl., 6 donkerbl. 141ste toer: 5 lichtbl., 3 don kerbl. 142ste toer: 5 lichtbl., 1 donkerbl, 2 bl. 143ste en 144ste toer: 4 lichtbl., 4 bl. Bij den 94sten toer begint men af te kanten voor het armsgat. Eerst aan weerskanten 5 steken en dan, om de 2 toeren, nog eens 2 st., tot men in het geheel, aan weerszijden, 16 st. heeft af- gekant. Tegelijk met voor de mouwen of iets later begint men ook af te kanten voor de halsopening. Men verdeelt daar- voor het werk in tweeën en mindert 1 st. om de 4 toeren, tot men in het geheel ongeveer 15 st. aan weerszijden heeft geminderd. Voor den rug worden 134 st. opgezet. Men breit voor het boord een even groot stuk als bij het voorpand en begint dan aan het hiervoren beschreven patroon, dat hier enkel aan den onderkant wordt gebreid. In het midden van den rug vult men het patroon aan met het blauw van de blouse. Voor het armsgat kant men in het geheel, aan weerskanten, 12 st. af. - Voor de mouwen zet men 58 st. op; men breit eerst een boord 1 r„ 1 aver, van 20 toeren. Verder breit men r. aan den rechter- en aver, aan den linkerkant: 4 toeren donkerbeige, 4 toeren bl., 4 toe ren lichtbeige, 4 toeren lichtbl., vervol gens enkel bl. Heeft men 40 c.M. leng te, dan meerdert men om de 7 toeren aan weerszijden van de naald 1 st. Is de mouw lang genoeg voor den onder kant, dan mindert men om den anderen toer aan weerszijden van de naald 3 st. om de ronding te verkrijgen voor den bovenarm. Voor de afwerking van den hals haakt men een paar eenvoudige toeren: bijv. 1 toer lichtbl., 2 toeren beige en ten slotte weer een toer lichtbl. Deze geheel aparte blouse voldoet buitengewoon goed, vooral voor slanke figuren. Kan men niet bogen op slankheid, dan kan men den patroonrand onder langs beter laten vervallen, evenals het boord. De jumper wordt dan in zijn geheel iets langer gebreid. Poffertjes en wafelen. De dame, die me een recept vraagt voor kermis-pof- fertjes en wafelen, heeft waarschijnlijk al eens tevergeefs getracht wafelen en poffertjes te bakken, precies zooals ze op de kermis gebakken worden. Nu mag ik wel beginnen met te vertellen, dat mij dit ook nog nooit gelukt is. Of nu de beroeps-poffertjes- en wafelbakkers er een geheim recept op na houden, weet ik niet. Mij dunkt echter dat het hoofd zakelijk hieraan ligt, dat in een pof fertjeskraam het gebak onmiddellijk van het vuur wordt opgediend, iets wat voor ons met onze kleine poffertjespan, niet goed mogelijk is en vooral niet als we een groot gezin hebben en gaarne samen aan tafel zitten. Ik maak voor poffertjes een gewoon flensjes-beslag, maar in plaats van melk neem ik spuitwater, waardoor het beslag luchtiger wordt. Ook heb ik wel eens in plaats van tarwebloem rogge meel genomen en in plaats van melk bier. De poffertjes lijken dan wel iets meer op de kermispoffertjes, dunkt me, maar volgens het eerste recept vielen ze toch meer algemeen in den smaak. Een fijn recept voor poffertjes is het volgende: Men klopt de dooiers van drie eieren met een likeurglaasje vol brandewijn, roert er 'n kopje vol boter door en daarna, langzamerhand, drie kopjes vol bloem, 2 kopjes melk en 2 kopjes spuit water en tot slot het stijf geklopte wit van de 3 eieren. Wafels. De echte wafels worden ge bakken op een doorglommen kolen- of houtvuur. Een eenvoudig en goed re cept ervoor is het volgende: Op een half pond bloem neemt men 1 ons boter, 125 gram basterdsuiker, 1 ei, 'n snufje zout en 'n weinig kaneel, vanille, of afgeraspte citroenschil voor een smaakje. Men kneedt dit alles goed door elkaar en vormt er dan balletjes van zoo groot als een knikker. Het wa felijzer moet van binnen goed met bo ter worden bestreken, dan laat men het eerst warm worden, legt er precies in het midden 'n balletje deeg op, knijpt het ijzer dicht en laat het wafeltje aan beide kanten bruin bakken. Men kan ook een beslag maken met gist. waardoor het gebak nog luchtiger wordt. Hiervoor heb ik dit recept: Op 'n half pond bloem: ons bo ter, 1 ei, 1/4 liter melk, 1/4 liter water, "n weinig gist, 'n snufje zout en het een of andere smaakje. De gist laat men oplossen in 'n wei nig van de warme melk en men maakt een beslag van het meel met 't geklut ste ei, de warme melk, de gesmolten bo ter, de gist en het zout. Men zet het beslag toegedekt op een matig warme plaats om het te laten rijzen en vlak voor men gaat bakken voegt men er het koude water bij. Van dit beslag doet men een lepel in het met boter bestreken en goed heet gemaakte wafelijzer. Als de wafels nog warm zijn bedruipt men ze met gesmolten boter en bestrooit ze met suiker of met een mengsel van suiker en kaneel. Dan heb ik nog een heel eenvoudig recept voor wafelen, die niet op een kolen- of houtvuur worden gebakken, maar in frituurvet of in sla-olie. Men hééft er slechts weinig beslag voor noo dig en kan al 'n aardige hoeveelheid wafeltjes bakken van 'n kopje vol bloem met 2 eieren. Men klopt de eieren goed met een weinig zout en maakt dan een gladde heel dunne massa van de bloem, de eieren en koud water of spuitwater. Het frituurvet moet goed heet zijn en men neemt er liefst een diep ijzeren pannetje voor. Er zijn voor deze wa feltjes speciale ijzers te verkrijgen, die een aardig figuur vormen. Is het fri tuurvet zoo heet, dat de damp er af slaat, dan doopt men daar eerst het ijzer in om het goed heet te maken; daarna doet men het onmiddellijk in het beslag en dan direct in het heete vet. Het weinigje, dat aan het ijzer blijft hangen, is voldoende voor een wafeltje dat in 'n paar seconden klaar is. Men moet er echter op letten, dat het ijzer precies tot aan den boven rand in het beslag gehouden wordt. Gaat het beslag erover heen, dan heeft men na het bakken groote moeite om de wafel van het ijzer af te krijgen. Misschien zullen er eerst 'n paar exemplaren mislukken, maar al doende leert men, en als men goed oplet, schudt men de wafels telkens gemakkelijk van het ijzer af. Men bestrooit ze met poe dersuiker. Oublies kan men ook heel goed zelf bakken, maar daarbij komt de oven weer te pas. Eer ik het deeg ervoor klaar maak, zorg ik dat alles in orde is: de bakblikken met boter bestreken en het vormpje klaar. Daarvoor neem ik 'n stukje slap karton van' 10 c.M. in 't vierkant en knip daar een mooie ron de opening in van ongeveer 7 c.M. in doorsnee. Voor het deeg neem ik, op 175 gram bloem, 3 eiwitten, anderhalf ons boter en 125 gram poedersuiker. De bloem en de poedersuiker zeef ik, de boter klop ik tot room en roer ze dan mooi glad met de gezeefde suiker. Het eiwit wordt zoo stijf mogelijk geklopt en gaat er, met 'n paar slagen doorheen en dan roer ik er, zoo vlug mogelijk, het ge zeefde meel door. Ondertusschen brandt de oven al en ik begin m'n koekjes op de bakblikken te leggen. Daarvoor neem ik m'n kartonnetje, vul de opening met 'n laagje beslag, niet dikker dan het karton, leg dan het kartonnetje daar naast voor 'n nieuw koekje en ga zoo door tot de bakblikken geheel vol lig gen met zeer dunne ronde koekjes. Die worden dan, zoo vlug mogelijk, mooi bruin gebakken en zóó als ze uit den oven komen en dus nog zacht zijn, bij de open ovendeur over een mes opge rold. De bakblikken moeten dan even bekoelen eer er weer nieuwe koekjes op worden uitgestreken. ADRIANA KNUIST—POLLEPEL. Hoe men over Jhet algemeen denkt over de moderne architectuur en mo derne meubelen? „Moderne architectuur, oh, bijvoorbeeld die grillige huizen en afzichtelijke meu belen, die men wil invoeren uit het bui tenland? Neen, daar houden wij met onzen Hollandschen smaak en begrippen van gezelligheid toch niet van." Veel hoort men zoo spreken, natuur lijk varieerend naar den maatschappe- lijken stand der sprekers. Het is daarom belangwekkend de on- dexdeelen van het huis in al zijn bizon- derheden te volgen, hoe alles veranderd is en gewijzigd. Men ziet niet langer de eetkamer in zwaar mahonie of antiek of donker ge beitst eikenhout, geen meubelen meer, die veel ruimte innemen, geen stofver- zamelende gordijnen en vallen, karpet ten en wat al niet, alles is vereenvou digd. Er bestaan bepaalde condities voor Wij kunnen niet beginnen met iets beslist te weigeren, waarvan we de waarde niet kennen, dit is zeker verkeerd. Uitstekende voor beelden van moderne architectuur ver schijnen hoe langer hoe meer. Ontwer pen, ontsproten aan 't brein van 'n jong geslacht architecten. De moderne mensch vraagt naar meer lucht in huis, meer eenvoud (op practi- sche en aesthetische gronden), beperking van arbeid. De architect zal in antwoord op ver schillende moeilijke condities in dezen tijd van schaarschte en geldelijke verlegen heid u het sterke, rechthoekig gebouwde huis voorleggen, met zijn constructie lijnen als eenige versiering, met de voorziening van frissche lucht en zon licht en zijn beperking van stofhoekjes en onnoodige versiering van binnen. Dit is inderdaad het moderne huis, volgens een rechthoek is het ontworpen en het voorziet in alle moderne behoeften. De eigenaar, die u een dergelijk huis liet ontworpen, zal u te eeniger tijd vragen ook het interieur te ontwerpen en den tuin. Mits voor den laatsten ten minste rondom het huis voldoende grond be schikbaar is. Menig architect zal het betreuren, wanneer hij een huis, door hem ontwor pen naar de moderne eischen, later te rugziet, omringd door modderigen grond, een tuin zonder smaak, slecht plaveisel, borders, welke zonder reden uit den grond opduiken, en hoeken met bloe men, waaraan alle frischheid en kleur- harmonie ontbreekt. En dan juist nu de eisch is, den tuin in harmonie te brengen met het huis. De constructie-lijnen worden niet meer gecamoufleerd, ze staan heden in al hun eenvoud in die bepaalde, rustige stevig heid, welke het rechthoekige effect geeft. hen, die hun huis willen laten zetten, om er in te leven: ruimte en arbeid bespa rend moet het zijn, niet te kostbaar zeker niet pretentieus, schoon van lijn, maar eenvoudig in elk onderdeel. Ont worpen om een maximum licht en lucht en ultra-violette stralen binnen te la ten, met een minimum kans van Noord- Oosten winden. Men is tot het resultaat gekomen, dat een huis, zooals hierboven afgebeeld, met beton bestreken en met een pannen dak, gebouwd volgens een rechthoek, aan alle moderne eischen voldoet. Op onze volgende teekening zien we een moderne, rustig aandoende slaap kamer, ontworpen door een modernen architect. Onder zien we nog een rechthoekig ontwerp van een boekenkast, tevens schrijftafel, welke past in het moderne rechthoekige huis. C3 i-SÏ CS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10