Buitenlandsch cJ^Cieuws
1
1
FEUILLETON
HET FRANSCH BEZOEK AAN
BERLIJN
Shea van dè lersche Brigade
Redevoeringen van Laval en Brüning Hartelijke ontvangst der
Fransche gasten
De Ontwapening
De Japanners in
Mantsjoerije
Gemengde Buitenlandsche
Berichten
De natuurramp in
Honduras
Elf Jezuïeten om het leven gekomen
Bloedige botsingen te Gran Chaco
RADIO-OMROEP
KORT NIEUWS
„Ja, Mademoiselle, ik beu die man", gaf
Zij zweeg een oogenblik en zat met gebo
Laval en Briand vertrokken Zaterdag
middag te 4 uur 25 uit Parijs naar Berlijn.
Zij werden begeleid door Meunier, den chef
van het kabinet van den ministerpresident;
Philippe Berthelot, den leider der politieke
afdeeling van het ministerie van buiten-
landsche zaken; Leger, den kabinetschef van
Briand en prof. Hesnard, die sedert jaren
Briand's tolk is geweest.
Voorts maakten 32 journalisten de reis
met denzelfden trein mede.
De minister-president en de eenige minu
ten later arriveerende Briand werden aan
het station door den Duitschen zaakgelas
tigde, gezantschapsraad dr. Forster, be
groet.
De Fransche ministers werden door een
groote menigte aan het station -luide toege
juicht; tusschen de uitroepen „Leve Laval
„leve Briand", en „leve de vrede" hoorde
men ook „Leve Duitschland."
Onder het hoera-geroep der menigte
zette zich prompt om 16.25 uur de trein
naar Berlijn in beweging.
Hartelijke ontvangst te Berlijn.
Laval en Briand zijn Zondagmorgen om
8 uur 40 in goede conditie te Berlijn aan
gekomen, waar zij aan het station Fried-
richstrasse verwelkomd werden door den
Rijkskanselier Dr. Bruening en den Rijks
minister van Buitenlandsche Zaken, Dr.
Curtius.
De Fransche ambassadeur te Berlijn, Fran
cois Boncet en de Duitsche ambassadeur te
Parys, von Hoesch, waren de Fransche mi-
niestesr tot Charlottenburg tegemoet gereisd
De Fransche en Duitsche ministers bega
ven zich langs de krachtige politieafzetting
per auto naar hotel Adlon. Uit de menschen-
\J ERTE5
BRIAND
menigte klonken de roepen „Vive la paix"
en „Nie wieder Krieg". Het is nergens tot
incidenten gekomen.
De menschen, die zich voor het hotel had
den verzameld, riepen herhaaldelijk de na
men van Laval en Briand en riepen onop
houdelijk: leve de vrede!
De ministers verschenen eenige malen voor
de vensters en op het balcon en dankten
voor de vriendelijke ontvangst.
Ontvangsten.
Om half elf ontving Laval de Fransche
persvertegenwoordigers, de Fransche kolonie
en de leden van de Duitsch-Fransche Ver-
eeniging in de Fransche ambassade.
Vervolgens legde Laval een verklaring af
voor de Duitsche pers. De Fransche premier
zette hierbij het doel zijner reis uiteen, dat
voor alles bestaat in de samenstelling van
een Duitsch-Fransche commissie van onder
zoek naar alle economische kwesties. Langs
dezen weg, aldus Laval, zal men dan ook
komen tot verdere overeenstemming.
Hierna hield Laval een korte toespraak
tot de radioluisteraars, waarin hij dankte
voor de hartelijke ontvangst te Berlijn.
Bezoeken.
Om half twaalf bracht Laval een bezoek
aan den Rijkskanselier en Briand een bezoek
aan Dr. Curtius. Te voren hadden Briand
en Francois Boncet een krans gelegd op het
graf van Stresemann.
Lunch bij Dr. Curtius.
Om half twee werd het noenmaal gebruikt
bij den minister van Buitenlandsche Zaken,
Dr. Curtius. Hieraan werd, behalve door de
Fransche gasten en ambassadeur Boncet,
deelgenomen door Rijkskanselier Dr. Brue
ning, staatssecretaris von Bulow, ambassa
deur von Hoesch en andere Duitsche politici.
Eerebanquet en receptie
Ter eere van het bezoek der Fransche
ministers aan Berlijn bood de Duitsche
Rijkskanselier dr. Bruening zijn Franschen
gasten gisteravond een diner aan, dat ge
volgd werd door een receptie. Behalve alle
leden van het gezelschap der Fransche
ministers en alle leden van het Rijkskabinet
waren bij het diner aanwezig de leden van
het presidium van den Rijksdag, vertegen
woordigers van den Rijksraad, eenige leden
van den Rijksdag en eenige hocge ambte
naren, voornamelijk van het Rijksministerie
van Buitenlandsche Zaken. Tijdens den
maaltijd werden door den Duitschen Rijks
kanselier en den Franschen Minister-presi
dent twee tafelredevoeringen uitgesproken
BRUENING
Tafelrede van dr. Bruening
Namens de Rijksregeering heette dr.
Bruening Laval en Briand hartelijk welkom
en sprak zijn oprechten dank ervoor uit,
dat de beide gasten aan de uitnoodiging
gevolg hadden willen geven om de hoofd
stad van het Duitsche Rijk te bezoeken.
In Minister-president Laval, zeide dr.
Bruening te begroeten den man, die geroe
pen is het lot van het Fransche volk te be
stieren en die er in korten tijd in geslaagd
is, het hoogste aanzien en de grootste ach
ting ondeT de volken van Europa en der
geheele wereld te winnen. In Briand be
groette hij den ervaren staatsman, die aan
het hoofd van talrijke Fransche regeeringen
heeft gestaan en sedert zeven jaren bijna
onafgebroken de leiding van de Fransche
buitenlandsche politiek in handen heeft.
Voor ons aldus dr. Bruening zal uw
naam voor altijd verbonden blijven aan de
herinnering van den helaas te vroeg ont
slapen Minister Stresemann, die ik op dit
uur wil gedenken. Met hem zijt ge voor het
eerst te Locarno samengekomen en in tal
rijke bijeenkomsten te Genève hebt ge het
gemeenschappelijke werk voortgezet, waarbij
ik de bijeenkomst te Parijs naar aanleiding
van de onderteekening van het Kellogg-
pact niet mag vergeten. Terwijl het tot
standkomen van dit pact een blijvend suc
ces op politiek gebied is geweest, is de eco
nomische toestand der wereld meer en meer
het middelpunt van aller zorgen geworden.
Hij vormde het voornaamste punt van onze
besprekingen bij het bezoek, dat Rijksminis
ter Curtius en ik aan uw schoone hoofdstad
hebben gebracht. De economische moeilijk
heden van enkele landen hebben zich ver
dicht tot een wereldcrisis, die niemand
voorzien heeft en die, om overwonnen te
worden, buitengewone maatregelen en in
spanning eischt. Overal kwellen nood en
zorg, onzekerheid en wanhoop de volken
die vol verwachting naar hun regeeringen
opkijken en van hen bevrijding uit de crisis
hopen. In dezen zorgenvollen tijd is reeds
lang de erkenning gemeengoed geworden
dat Europa slechts door snelle en weder-
zijdsche hulp voor de ergste ellende en
voor een blijvende catastrophe bewaard kan
blijven. Voor de beteekenis van de Fransch-
Duitsche betrekkingen voor alle leidende
volken is geen nader bewijs noodig. De ge
heele wereld is hiervan op de hoogte. Thans
kan ik met instemming van de geheele
wereld uitdrukking geven aan de overtui
ging, die ik eenige maanden geleden aldus
formuleerde, dat een werkelijk evenwich
tige en vruchtbare samenwerking der Euro-
peesche volken en de voor een nieuwe
wereld noodzakelijke economische ontwik
keling en stabilisatie van den Europeeschen
vrede slechts verzekerd zullen zijn op den
dag, waarop bij de twee groote buurstaten
Frankrijk en Duitschland, het verleden ook
naar den geest vergeten is en de blik ge
meenschappelijk gericht wordt op de gees
telijke, economische en politieke toekomst
Wij weten, dat de herinnering aan het ver
leden oneindig veel bevat dat scheidt. Maar
deze herinnering mag geen beletsel zijn om
uit de erkenning, dat een FranschDuitsche
samenwerking onontbeerlijk is om de eco
nomische orde van Europa en de geheele
wereld van een dreigende ineenstorting r.e
redden, de noodige consequenties te trek
ken. We zu'len ons wederzijds moeten laten
leiden door den wil om alles, wat scheiden
kan, beiderzijds te laten en ons te bewegen
op het gebied, waar slechts gemeenschap
pelijke belangen bestaan en overeenstem
ming gevonden kan worden. Met het oog
op den ernst en het belang van de gemeen
schappelijk door ons te verrichten taak
mogen wij ons echter niet verhelen, dat
nog een lange en moeilijke weg moet wor
den afgelegd om ons beider doel te berei
ken.
Ten slotte sprak dr. Bruening de hoop
uit, dat het resultaat van het bezoek de be
vestiging van den Europeeschen vrede zou
mogen dienen en dat het ertoe zou mogen
bijdragen, dat de volken met nieuwe moed
de huidige moeilijkheden zouden kunnen
dragen en overwinnen.
Het antwoord van Laval op
Bruenings tafelrede.
De Fransche Minister-president Laval be
antwoordde de tafelrede van Dr. Bruening
door zijn dank uit te spreken voor de harte
lijke ontvangst, die zoowel hem als Briand
was bereid. Gij kunt ervan overtuigd zijn
zoo sprak hij dat wij ons de beteekenis
van ons bezoek aan Berlijn ten volle bewust
zijn. Niets kan dit beter karakteriseeren dan
het feit, dat wij heden in dezelfde zaal bij
een zijn, waarin meer dan vijftig jaar gele
den het Berlijnsche Congres vergaderd heeft
en dat sedert dien tijd geen Fransch minis
ter meer naar Berlijn gekomen is. Wij ver
heugen ons ten zeerste, U, mijnheer de Rijks
kanselier en den Rijksminister van Buiten
landsche Zaken te mogen begroeten. Gij,
mijnheer de Rijkskanselier, behoort tot de
geestelijke elite, wiens hooggerichte eigen
schappen door de geheele wereld worden
erkend en die in de moeilijkste tijden het
evenwicht hebben weten te bewaren. Briand
en ik zijn naar Berlijn gekomen met dezelfde
bedoeling, waarvan de Rijkskanselier zoo
juist gesproken heeft. Wij wilden niet alleen
een beleefdheidsdaad verrichten door Uw
vriendelijke uitnoodiging aan te nemen. Se
dert twee maanden is de economische toe
stand der wereld zonder verbetering geble
ven. Wij wilden de daad der besprekingen,
die we in Londen zijn begonnen en te Parijs
hebben voortgezet, in deze schoone hoofdstad
weer opvatten. De huidige krisis eischt bui
tengewone inspanning van alle staatslieden,
wederzijdschen goeden wil en samenwerking
Slechts dan kan het gevoel van vertrouwen,
zonder hetwelk geen credieten. geen ruil van
goederen, geen vruchtbaar werk en geen hulp
in de huidiee krisis mogelijk is, hersteld
worden. Het voorbeeld, dat Duitsch
land en Frankrijk in dit opzicht geven, heeft
zeker goeden invloed uitgeoefend. Ten aan
zien van de economische problemen en bin
nen het kader, dat werd ontworpen, willen
wij trachten een nauwere samenwerking en
van vertrouwen vervulde betrekkingen te
vestigen. Wij hopen dat ons pogen, tezamen
met dat der Duitsche ministers, wiens ruimen
blik wij reeds hebben leeren waardeeren, niet
slechts een permanent organisme, maar ook
een methode moge scheppen, die zoo spoedig
mogelijk practische resultaten zal 'afwerpen.
Als wij zoo handelen, dan doen wij dit slechts
in de overtuiging, dat het gaat om het wel
zijn van beide landen, en voor de orde en
vrede van de geheele wereld.
LAVAL
Minister-president Laval eindigde zijn rede
met het uitbrengen van een dronk op het
slagen van den gemeenschappelijken arbeid.
De eerste besprekingen tusschen de
Duitsche en Fransche ministers.
Van welingelichte zijde wordt vernomen,
dat de bespreking, die gistermiddag heeft
plaats gevonden tusschen Laval en Briand
eenerzijds en Dr. Bruening en Dr. Curtius
anderzijds voornamelijk betrekking heeft ge
had op economische vraagstukken. Ook over
het Layton-rapport zou hierbij zijn gespro
ken. De atmosfeer zou tijdens de bespreking
hoopvol en bevredigend zijn geweest. Van
beide zijden werd er de nadruk op gelegd, dat
door de eventueele overeenkomsten, waartoe
men zou kunnen komen, geen front tegen een
derde mogendheid gevormd zou mogen wor
den. Bij de behandeling van de economische
problemen besprak men voornamelijk de
chemische en electro-technische industrie.
Waarschijnlijk heeft men de mogelijkheid van
een nauwere verbinding van de Duitsche en
de Fransche industrie overwogen. Van be
voegde zijde wordt medegedeeld, dat men
het resultaat der eerste bespreking weder
zijds bevredigend achtte.
Een besluit inzake het instellen van een
Duitsch-Fransch economisch comité is he
den niet genomen. Ook over personenkwes-
ties, waarover reeds in sommige bladen werd
geschreven, heeft men het niet gehad.
Spanje's nieuwe grondwet
Een democratische republiek
De Spaansche cortes hebben Zaterdag in
het verloop van een langdurige nachtzitting
het preliminaire artikel en artikel één van de
grondwet aangenomen.
Artikel één luidt ais volgt: Spanje is een
democratische republiek van arbeiders van
alle rangen, die zich aaneensluiten onder een
regiem van vrijheid en rechtvaardigheid. De
macht van haar organen komt van het volk.
De Spaansche republiek vormt een staat van
federatieve strekking, maar sluit de moge
lijkheid van 'n autonoom bestuur voor ge
meenten en streken niet uit.
In artikel vier wordt gezegd, dat het Casti-
liaansch de officieele taal is.
Frankrijks verzet tegen de voor
gestelde wapeningsvacantie
Bij de vertrouwelijke beraadslagingen moet
de vertegenwoordiger van Frankrijk, Massigli,
het denkbeeld voor een vacantie voor de be
wapening opnieuw krachtig van de- hand
hebben gewezen en uitstel van het voorstel
tot de ontwapeningsconferentie verlangd heb
ben.
Voorts gaf hij te kennen, dat tegelijk met
een overeenkomst voor vacantie in de bewa
pening een algemeene politieke wapenstil
stand zou moeten gesloten worden.
In verband hiermede zal de ontwapenings
commissie heden opnieuw bijeenkomen, zoo
dat ook om die reden de plenaire vergadering
van den volkenbond wel niet voor Dinsdag-
gesloten zal kunnen worden.
Men tracht tot een compromis te geraken
in dier voege, dat de raad van den volken
bond tot alle mogendheden de uitnoodiging
zal richten om voor 1 November een verkla
ring in te zenden, waarbij zij zich voor den
tijd van 1 jaar verplichten, hun bewapening
op geen enkele wijze uit te breiden. De raad
van den volkenbond is tegen hedenmiddag
bijeengeroepen. Men neemt aan, dat de
raadsleden nog de geheele week te Genève
zuilen blijven, ten einde het mogelijk te ma
ken den raad ieder oogenblik opnieuw bijeen
te roepen tot behandeling van het Japansch
- Chineesch conflict.
Engelands nieuwe verkiezingen
Men is thans van meening, dat het Engel-
sche parlement tusschen 7 en 9 October zal
worden ontbonden, zoodat dan tusschen 27
en 29 October de nieuwe verkiezingen zullen
plaats hebben.
Huiszoeking bij de „Daily Worker''
Een arrestatie
Gedurende meer dan twee uren hebben
ambtenaren van speciale afdeelingen van
Scotland Yard Vrijdagavond huiszoeking ge
daan in de redactiebureaux en de drukkerij
van de „Daily Worker" te Londen. De de
tectives onderzochten nauwlettend bepaalde
edities van het blad en andere papieren.
Een persoon werd. naar het politiebureau
overgebracht. Hij wordt beschuldigd van aan
stichting tot muiterij.
Terugtrekking troepen uit het gebied
buiten de spoorwegzone gelast
De Japansche minister van oorlog verklaar
de,dat na overleg met den generalen staf be
sloten was het zenden van troepen ter be
scherming van Japanners buiten de zone van
den Mantsjoerijschen spoorweg te staken en
het terugtrekken van alle troepen, die zich
thans nog buiten die zone bevinden.
Waarschijnlijk zal dit terugtrekken heden
verwezenlijk zijn, waarna de uit Korea ge
komen versterkingen daarheen zullen terug-
keeren als de toestand het veroorlooft.
Geen steun aan Mongoolsche of
Mantsjoerijsche onafhankelijk
heidsbeweging
De bevelhebber van het Japansche leger in
Mantsjoerije heeft instructie ontvangen van
den minister van oorlog, om geenerlei onder
handelingen aan te knoopen inzake eenigerlei
beweging, en deze ook niet te steunen voor
de Mongoolsche of Mantsjoerijsche onafhan
kelijkheid, teneinde misverstand in het bui
tenland te vermijden.
Deze instructies vinden haar grond in het
gerucht, dat Chineezen en Mongoolsche ge
delegeerden, welke deze beide bewegingen
vertegenwoordigen, zich tot den Japanschen
consul gewend hebben.
Scherpe maatregelen der Chineesche
regeering
Naar uit Peking wordt gemeld, heeft de op
perbevelhebber der Chineesche troepen in het
militaire district Peking opdracht gekregen al
le maatregelen te nemen ter bescherming van
de Japansche onderdanen in zijn district. Al
le anti-Japansche manifestaties worden
verboden.
Chineesch munitiedepót in vlammen
Gemeld wordt, dat het Chineesche Noord-
Oost-arsenaal te Mookden, een der grootste
munitiedepóts ter wereld, in brand staat.
Bindt Japan in?
Het Japansche dagblad „Tokio Nitschi
Nitschi" deelt mede: Het Japansche Ministe
rie van Buitenlandsche Zaken heeft besloten
het Chineesch-Japansc'ne conflict langs di-
plomatieken weg door onderhandelingen met
Moekden en Nanking op te lossen. Een nota
van den Japanschen Minister van Buiten
landsche Zaken is in voorbereiding.
Japansche oorlogsschepen naar China?
Volgens een Russisch bericht uit Tokio
zouden Zaterdag eenige Japansche eskaders
koers hebben gezet naar de Chineesche ha
vens Swatau, Hankau en Amoy. De oorlogs
schepen zullen midden October naar Japan
terugkeeren.
Volgens een Japansch bericht zijn drie mij-
nenleggers onderweg naar Kanton ter be
scherming van de Japansche belangen.
Het Japansche voorstel te Nanking
afgewezen.
Volgens een bericht uit Russische bron uit
Nanking heeft het Chineesche kabinet Zater
dag onder voorzitterschap van Tsjang Kai
Tsjeck den toestand in Mantsjoerije bespro
ken.
De minister van Buitenlandsche Zaken
rapporteerde uitvoerig over de houding van
den Volkenbond in het Chineesch-Jap: sche
conflict, terwijl hij het Japansche voorstel tot
vorming van een gemengde Japansch-Chi-
neesche commissie tot oplossing van het ge
schil indiende. Het Chineesche kabinet be
sloot met algemeene stemmen, het Japansche
voorstel voorloopig van de hand te wijzen.
De houding van den Volkenbond werd ten
zeerste betreurd, aangezien de Bond niet in
de gelegenheid is geweest zijn autoriteit te
genover Japan te laten gelden.
De rebellie in Britsch-Indië
Betooging tegen den maharadja
van Kashmir
Te Sprinagar hebben 18000 Mohammeda
nen, die den maharadja van Kashmir wil
len onttronen, hun tenten opgeslagen.
's Nachts werd een betooging tegen den
maharadjah gehouden, waaraan 50.000 per
sonen deelnamen.
In het geheele gebied heerscht groote
spanning.
Volgens een nader Reutertelegram uit
Sprinagar zijn de 18.000 rebellen bij het
verschijnen der troepen uiteengegaan.
Anderzijds wordt nog gemeld, dat te Is
lamabad, 50 mijl ten Zuid-Oosten van Spri
nagar, alles rustig is.
Zooals men zich herinneren zal dateert
deze opstandige beweging reeds van Juli j.l.,
toen de muzelmannen hun agitatie begon
nen tegen den hindoeschen maharadjah sir
Hira Singh.
Bruening niet naar Washington
Nopens de geruchten over het bestaan van
plannen te Washington, om cok rijkskanse
lier Bruning naar de Amerikaansche hoofd
stad uit te noodigen, wordt van welingelichte
zijde medegedeeld, dat in ieder geval een
dergelijke uitnoodiging nog niet ontvan
gen is.
In politieke kringen te Berlijn is men bo
vendien van oordeel dat in verband met de
a.s. politieke gebeurtenissen in Duitschland,
de bijeenkomst van den rijksdag op 13 Oc
tober en het bezoek van den Italiaanschen
Minister van Buitenlandsche Zaken, Gran-
di, einde October, voorloopig aan een drie-
weeksche afwezigheid van den rijkskanse
lier niet te denken valt.
Volgens een bericht uit Washington zijn
bij den geweldigen orkaan, die Britsch Hon
duras geteisterd heeft, 11 Jezuïeten om het
leven gekomen, (6 Priesters, 4 Scholastieken
en 1 leekenbroeder)
Alle kerken in de hoofdstad werden zwaar
beschadigd. Het Sint Jans-College te Belize
werd totaal verwoest de elf Jezuïeten wer
den onder de puinhoopen begraven.
Dooden en gewonden.
Uit La Paz worden nieuwe botsingen ge
meld tusschen Boliviaansche en Paraguy-
aansche troepen in het gebied van Gran
Chaco. In een gevecht, dat acht uren duur
de, werden aan de zijde van Bolivia zes sol
daten gedood en talrijke gewond. Naar
verder wordt bericht, zouden de 200 man
troepen van Paraguay eerst tot den aanval
zijn overgegaan en ten slotte op de vlucht
zijn geslagen.
Bom-aanslag op het Spaansche
Congresgebouw verijdeld
In de omgeving van het Congresgebouw
te Madrid zijn een bekend anarchist en een
vrouw die hem vergezelde gearresteerd. De
menschen hadden een bom bij zich.
DINSDAG 29 SEPTEMBER 1931
HUIZEN, 293 M. Uitsluitend K. R, O.-
uitzending 8.009.15 en 10.0011.30 Gra-
mofoonplaten. 11.30 Godsd. Haftuurtje door
Pater Lector J. Dito O.P. 12.00 Politiebe
richten. 12.15—1.45 Concert K. K. O.-trio
0.1.v. P. Lustenhouwer. 1.45 Gramofoonpla-
ten. 2.00 Vrouwenuurtje. 3.00 Gramofoonpla-
ten. 3.30 Zenderverzorging. 4.006.00 Gra
mofoonplaten (Opera-concert). 6.00 Onder
wijsfonds voor de Binnenvaart. 6.30 Ver-
bondskwartiertje. 6.45 F. P. v. d. Sloot: In
leiding op den a.s. Engelschen cursus. 7.00
G. Hilterman: „De Volkenbond". 7.30 Po
litieberichten. 7.458.30 Rondgang door de
N.V. Stoommeelfabriek „Holland", Amster
dam. 8.3011.00 Concert K. R. O.-orkest o.
1. v. J. Gerritsen. M. m. v. L. Somer (viool)
en G. Vermeulen (altviool). Ca. 9.15 Vaz
Dias. 11.00 Gramofoonplaten. 11.40 Blijde
Incomst van den heer Longwelle. 12.00 Fees
telijk tijdsein tot besluit van het Trimester.
HILVERSUM, 1875 M. Uitsluitend A. V.
R. O.-uitzending 8.00 Gramofoonplaten
10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonplaten.
10.30 Mevr. Pierson: De Japansche vrouw in
haar huis. 11.00 Concert. E. Heymans (pia
no), Mevr. E. de Vries-Kallersmanr (zang).
11.45 Gramofoonplaten. 12.001.30 Kwartet
concert o.l.v. A. Nooteboom. 1.30 Zenderver
zorging. 2.002.30 Causerie door Mevr. De
Leeuw-van Rees over het Avro-knippatroon.
2.30—4.00 Ooggetuige-verslag der K. L. M.-
Vlootschouw (afgewisseld door Gramofoon
platen). 4.00 Vioolrecital door Max Groen.
Vleugel: Egb. Veen. 4.305.00 Radio-Kinder
koorzang o.l.v. J. Hamel. 5.006.50 Omroep
orkest o.l.v. N. Treep. 6.50 Modepraatje door
mevr. de Leeuw-van Rees. 7.00Optreden v.
het Ensemble voor vroolijke Kleinkunst „De
Troubadours" o.l.v. Marijke van Tooren. 7.30
Prof. Vening Meinesz: „De Onderzeeboot als
wetenschappelijk hulpmiddel." 8.009.30 Ko-
vacs Lajos en Orkest in het Kurhaus Sche-
vnirigen. Pierre Palla (orgel) en Boris
Lensky (viool). 9.30 Radic-tooneel Wereld
nieuws avond-editie naar het hoorspel van
E. Polier, bew. door Hildebrand. 10.10 Vaz
Dias. 10.2511.00 Aansluiting met „The
Heuse of Lords", Den Haag. Ensemble Lis-
monde. 11.0012.00 Gramofoonplatencon-
cert.
DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgen
wijding. 11.05 Lezing. 11.20 Lezing. 12.20 Or
gelspel door E O'Henry. 1.20 Orkestconcart.
2.10 Berichten. 2.15 Televisie. 2.25 Schooluit-
zending. 4.50 Orkestconcert. 5.% Kinder
uurtje. 6.20 Berichten. 6.50 Piano-recital door
Yvonne Arnaud m. m. v. Strijkkwartet. 7.10
Lezing. 7.40 Vaudeville. 8.50 Lezing. 9.20
Concert. Orkest. N. Williams (bariton). 10.00
Berichten. 10.15 Berichten. 10.30 „The
Wreckers" van Ethel Smyth (derde bedrijf).
11.0012.20 Dansmuziek.
PARIJS, „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05
Gramofoonplaten. 12.50 Gramofoonplaten.
1.25 Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonpla
ten. 8.20 Concert.
LANGENBERG, 473 M. 7.25-^8.20 Gra
mofoonplaten. 10.35 -11.35 Gramofoonplaten.
12.30 Gramofoonplaten. 1.252.50 Concert
5.206.20 Zang en piano. 8.208.50 Gramo
foonplaten. 8.50 Gramofoonplaten niét toe
lichting.
KALUNDBORG, 1153 M. 12.25—2.20
Orkestconcert. 3.205.20 Orkestconcert en
zang. 8.2010.20 Radio-Tooneel. 10.3511.20
Orkestconcert. 11.20—12.50 Dansmuziek.
BRUSSEL, 508.5 en 338.2 M. 508.5 M.:
5.20 Orkestconcert. 6.50 Gramofoonplaten.
8.20 Concert. Orkest, solisten en trio.
..338.2 M.: 5.20 Orkestconcert. 6.50 Gramo
foonplaten. 8.20 Gramofoonplaten. Lezing
Declamatie.
ZEESEN, 1635 M. Ca. 7.00—7.50 Gra
mofoonplaten. 10.30 Uitzending voor Scho
len. 10.35 en 12.20 Berichten. Hierna Gra
mofoonplaten. 1.15—2.20 Berichten, 2.20
3.20 Gramofoonplaten. 3.204.50 Lezingen
450 Concert. 5.508.20 Lezingen. 8.20 Or
kestconcert. 9.20 „Suedfunk-Kaleidoskop",
Radio-revue. 10.20 Lezing en Berichten.
Daarna tot 11.50 orkestconcert.
Overstroomingen in Zuid-Spanje
Vier personen omgekomen
Tengevolge van den hevigen regenval van
de laatste weken worden uit Zuid-Spanje ver
schillende overstroomingen van vrij grooten
omvang gemeld. Te Linares in de provincie
Jaen moesten de bewoners op de daken der
huizen vluchten. Ongeveer tien auto's werden
door het water meegesleurd en vernield. Een
chauffeur kwam hierbij om het leven. Het
treinverkeer naar Linares is stopgezet. In de
provincie Almeria is de geheele oogst ver
nield. Een vrouw en drie» kinderen zijn ver
dronken.
NaareenN. T. A.-t elegram uit Basra
meldt, breidt zich de cholera-epidemie, die
in de stad bijna geheel geëindigd was, op het
platteland uit. Talrijke slachtoffers vallen te
betreuren.
Tijdens een orkaan is te Richmond
(Indiana) het dak eener school ingestort.
Zestig kinderen werden gewond, echter slechts
één ernstig.
Het water van den Weichsel en zijn
zijrivieren in Opper-Silezië is de laatste da
gen geweldig gestegen, zoodat het over de
oevers is getreden en talrijke dorpen zijn
overstroomd, met name tusschen Pless en
Bielitz.
Bij het Roemeensche ministerie van
financiën zijn groote verduisteringen ontdekt.
Het bedrag is nog niet bekend. Er zouden
een groot aantal hoogere ambtenaren bij be
trokken zijn.
DOOR
RANDALL PARR1SH
13.
De verbaasde toon, waarop ik had gespro
ken, had haar toch zeker getroffen, want de
uitdrukking van haar oogen veranderde vol
komen.
„Wilt gij daarmee zeggen, dat gij werke
lijk van plan zijt geweest om het af te le
veren?" vroeg zij haastig. „Werkelijk van
plan door de Fransche linie heen te drin
gen?"
„Ik gaf U mijn woord, Mademoiselle."
„Om mij te bedriegen, om rnjj te laten
denken, dat ik U kon vertrouwen. En gij
hebt mij ook nog wijs gemaakt, dat gij op
verkenning waart! Een soldaat op wien men
staat kan maken!"
„En gij vertrouwt mij niet langer?"
„Hoe zou ik U kunnen vertrouwen? Gij
hebt boven alles afgeluisterd en weet dus
wat deze man verteld heeft. Zijt gij dan niet
die lersche officier, Monsieur, die mijn broe
der doodde? En hield gij U niet hier schuil
om aan de wraak van uw achtervolgers te
ontkomen?"
Ik boog mijn hoofd en probeerde eenigen
moed te verzamelen om haar aan te durven
zien en haar den noodigen uitleg te geven,
't Was geen gemakkelijke taak, want zij
kende haar broeders natuurlijk niet zooals
ik zijn aanmatigende manieren, zijn vaak
beleedigenden toon, zijn onhebbelijke metho
den, zijn minachting voor iedereen, die lager
in rang was. Ik kon haar ook niet vertellen
hoe de twist ontstaan was en evenmin de
harde woorden, die mij tot het uiterste had
den gedreven; zij was zijn zuster en zou het
misschien toch niet begrijpen. Zij zou na
tuurlijk denken, dat ik loog, dat ik alles
maar verzon om mijzelf vrij te praten Maar
ik kon haar toch niet alleen achterlaten of
haar alleen den duisteren nacht zien in
rijden
Geen enkel hoekje van de troostelooze
vlakten om ons heen was bij dag nóch nacht
veilig langs de wegen patrouilleerden
soldaten, voor wie mededoogen een onbekend
woord was; in de bosschen hielden zich
vluchtende landlieden schuil, die in hun
ellende tot elke misdaad in staat waren. Ik
dacht er zelfs niet meer aan om te ontken
nen, dat ik de man was, die met Charles
d'Enville had gevochten. Ik zou' tegenover
haar geen leugen durven uitspreken, en een
levendige overtuiging werd in mij wakker
dat dit geen vrouw was, die ooit bedrog zou
vergeten. Zij zou veel meer respect voor mij
hebben als'ik open met haar omging en haar
de geheele waarheid meedeelde.
„Welnu, Monsieur?"
ik ten antwoord en ik deed mijn best mijn
zelfbeheersching te bewaren. „Maar gij kunt
het mij toch niet kwalijk nemen, dat ik U
dit niet vertelde voor het bepaald noodig
was. Ik verlangde dat gij mij vertrouwdet en
ik had liever dat gij de geschiedenis van
anderen zoudt hooren."
„Gij waagt U dus niet aan een verdedi
ging? Gij hebt geen verontschuldiging?"
„Neen, Mademoiselle. Mijn kameraden
zullen U het verloop van de zaak vertellen.
Ik heb niets anders te zeggen dan dat het
een eerlijke strijd was, al keur ik thans, nu
ik tot bezinning ben gekomen, deze manier
om een geschil te beslechten af. Maar het
ging man tegen man, zijn leven tegen het
mijne, en hij hanteerde het zwaard beter dan
ik. Ik ben er niet vast van overtuigd, dat ik
hem doodde, ik weet alleen maar dat mijn
wapen op het lemmet van zijn zwaard uit
gleed en dat de steek doel trof. Hij viel en
de mannen van mijn compagnie drongen er
op aan, dat ik de vlucht zou nemen en
duwden mij als het ware met geweld de
kamer uit."
„Maar", wierp zij tegen en zij keek mij
voortdurend aan, „als gij in uw recht waart,
waarom moest gij dan op de vlucht gaan?
Een duel, hoe afkeurenswaardig ook, komt
in het kampleven toch dikwijls genoeg voor."
„Uw broeder was ver boven mij geplaatst
en daarbij een gunsteling van maarschalk
Saxe en een Fransch edelman. Mijn eenige
kans op gratie lag in een beroep op Zijne
Majesteit."
gen hoofd diep in gedachten. Toen zij haar
hoofd weer ophief om mij aan te kijken,
stonden er tranen in haai donkere oogen.
Ik wachtte af wat zij zou gaan zeggen, maar
voor mijzelf was ik vast besloten hoe te
handelen.
„En gij blijft volhouden, dat gij het docu
ment naar Charleroi hadt willen brengen?"
„Ja, Mademoiselle."
„Daarmee zoudt gij uw leven in gevaar
hebben gebracht, gij zoudt gevangen zijn ge
nomen."
„Dat weet ik, Mademoiselle."
„Maar waarom wildet gij dan zulk een ge
vaar loopen? Voor Frankrijk misschien?"
„Gedeeltelijk, Mademoiselle, ik ben een
soldaat en trouw aan de zaak, die ik dien;
toch zou ik niet willen beweren, dat ik voor
Frankrijk alleen het offer zou hebben ge
bracht. Ik had nog een andere beweegreden."
„En welke?"
„Om het vertrouwen, dat een vrouw in mij
gesteld had, niet te bescnam?n."
Zij kleurde een weinig en drukte haar han
den vaster ineen.
„Dat zegt gij niet alleen uit galanterie,
Monsieur Shea. Gij zijt geen hoveling. Ik
begrijp zelf niet hoe het komt, maar ik ben
bijna geneigd U te gelooven. Ik.... wel, ik
lees de waarheid in uw oogen." Zij weifelde
even alsof zij niet wist of het wel gepast was
om verder te gaan, maar haar gezond ver
stand behield de overwinning. „Misschien
moest ik dit niet allemaal zoo zeggen, maar
wij hebben elkaar onder vreemde omstandig
heden leeren kennen en zijn beiden aan ge
vaar blootgesteld. Ik zou U den inhoud van
deze documenten niet kunnen openbaren,
maar het is heel goed nogelijk, dat het lot
van Frankrijk in onze handen rust. Wij
moeten ten volle vertrouwen in elkaar stel
len; zelfs al hebt gij mijn broeder gedood,
dan is dat voor mij nog geen reden om uw
hulp te weigeren. Gij hebt voor mij gevoch
ten" zij beefde terwijl zij naar Awlright
keek „en mij van dat beest gered, Mon
sieur. Ik heb alle reden U dankbaar te zijn
en daarbij
„Wat wildet ge nog zeggen, Mademoiselle?
Is het niet beter, dat ik het weet?"
„Als ge me niet verkeerd begrijpt, dan ze
ker, maar het valt mij moeilijk daarover te
spreken. Ik heb mijn broeder liefgehad,
Monsieur; hij was altijd heel goed voor mij
maar ik weet dat hij tegenover anderen
hardvochtig en aanmatigend kon zijn. Mis
schien was ook in deze zaak zijn schuld
grooter dan de uwe. Gij hebt mogelijk slechts
U zelf verdedigd, en ik wil dan ook met mijn
oordeel wachten tot ik er alles van af weet."
Ik raakte even haar hand aan, en zij
duldde het.
„Gij hebt mij werkelijk opnieuw moed ge
geven," zei ik diep geroerd. „Ik weet nu, dat
ik tot het eind toe op U kan vertrouwen,
maar verder verwacht ik niets anders en ik
zal ook "niet probeeren U te bedriegen. Ver
ontschuldigingen heb. ik niet, Mademoiselle;
ik was dien dag meer dan anders driftig en
opvliegend en maar al te bereid om te vech
ten. Doch als ik het goed begrepen heb,
schenkt gij mij voor deze zaak uw vertrou
wen?"
„Ja Monsieur," antwoordde ze met diepen
ernst, „ik schenk U mijn vertrouwen. Maar
kijk eens," en zij deed een stap achteruit en
maakte haar hand vrij, „de Engelschman
beweegt zich! Hij is niet dood!"
„Ik heb hem slechts een lichten 6lag ge
geven, maar wij zullen daarmee tijd hebben
gewonnen. Wij hebben eigenlijk al te lang
gepraat. Neem nu uw pistool op, Mademoi
selle, dan zullen wij eens naar den luitenant
gaan kijken."
Camille liep onmiddellijk achter mij aan
toen ik de deur van het kleine vertrek er
naast open. Wij stonden in een kleine
ruimte, die voor keuken dienst deed
en zagen Dorn in een hoek zijn dron
kemansbui uitslapen. Ik bukte mij
over hem heen, half in den waan, dat h(J
slechts veinsde te slapen, maar zijn geregelde
ademhaling overtuigde mij van het tegen
deel. Ik keerde mij met afschuw van den
kerel af en nam de omgeving met een en
kelen bük op. Er was maar één raam met
een houten luik er voor, en één deur.
Er bestond meer kans, dat de achter
uitgang onbewaakt was dan de voor
deur, want de verschillende geluiden, die
tot ons doordrongen, wezen er op, dat het
kamp een eind over den weg was opgeslagen.
Ik sloot de binnendeur, waardoor de keuken
geheel donker was, en greep het meisje bil
den arm. (Wordt vervolgd)-