Buitenlandsch oTCieuws
r
hïiëiMwm
FEUILLETON
HOOFDPRIJS
HET ENGELSCHE PARLEMENT
ONTBONDEN
Shea van de lersche Brigade
DERDE BLAD
DONDERDAG 8 OCTOBER 1931
BLADZIJDE 1
De verkiezingscampagne ingezet Een boodschap van MacDonald
Het financieele hulpplan
van Hoover
Amerikaansche bankiers voor
verlenging moratorium
De a.s. Rijksdagzitting
Het bezoek van Lord
Reading aan Parijs
De Fransch-Duitsche
Commissie
Roof-overval op
personentrein
Anti-Japansche actie
in China
Gemengde Buitenlandsche
Berichten
Vergiftiging door
kooloxyde
U zult een dezer dagen een exemplaar
der nieuwe prijsvraag - welke U slechts
behoeft in te vullen - ontvangen.
Vraag meerdere gratis-exemplaren voor
deelname bij Uw winkelier. Iedere kooper
van een pond Sanella, kan door deel
name den hoofdprijs of één der andere
1190 geldprijzen winnen. Bovendien ont
vangt iedere deelnemer in December een
Verkeerskalender.
Op zoek naar een schat
RADIO-OMROEP
Bom op een tramlijn
te Berlijn
Twee gewonden
KORT NIEUWS
DE KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
De Engelsche koning heeft het decreet
tot ontbinding van het parlement ondertee
kend.
In de proclamatie, welke der traditie ge-
trouw, in het Hoogerhuis, waarheen zich
de Lagerhuisleden hadden begeven, werd
voorge-ezen, w"rdt o.m. verklaard, dat de
betrekkingen "v-n het Britsche Rijk met de
vreemd; mogendheden ook verder van
vriendschappelijken aard zijn geweest. De
koning spreekt vervolgens de hoop uit dat
de hervatte beraadslagingen der Ronde
Tafelconferentie tot resultaat zullen leiden.
Nopens de financieele en economische
krisis verklaarde de koning, dat hij de maat
regelen, door de regeering genomen, heeft
goedgekeurd en spreekt Z. M. het vertrou
wen ui'- dat alle burgers zullen samenwerken
ten einde de welvaart der natie te herstel
len.
Na de voorlezing van deze proclamatie in
bet HoogerhuL verzamelden de Lagerhuis
leden -ich weer in het parlementsgebouw,
waar ce speaker mededeelde dat den 27en
October a.s. niuwe verkiezingen zullen wor
den gehouden.
Aan het begin der verkiezingscampagne
heeft MacDonald een „oproep tot de natie"
gericht, waarin hij verklaart, dat de .hui
dige regeenng m naast is samengesteld ten
einde snel hst hoofd te kunnen bieden aan
de naaerenas krisis". Deze regeering maak
te een einde aan het opnemen van leenin
gen, voerde bezuinigingen in en bracht de
begrooting in evenwicht. De omstandighe
den en de binnenlandsche financieele zwak
te maakten het de regeering evenwel onmo
gelijk haar onmiddellijk doel te bereiken. Het
pond sterling werd losgemaakt van den gou
den standaard, terwijl het land thans een
periode van herstel moet doormaken, gedu
rende welken tijd stappen van buitengewoon
belang, nationaal en internationaal, moeten
worden genomen ten einde de stabiliteit te
verzekeren en een terugkeer tot de recente
bezorgdheid te voorkomen. Een monetaire
politiek weike het pond sterling weer het
vertrouwen zal weergeven zoomede het gezag
in internationale overeenkomsten, welke
eenige der meest op den voorgrond tredende
oorzaken van economische misvattingen zul
len wegnemen zooals de oorlogsschulden
en de herstelbetalingen waaronder de
geheele wereld thans zoo ernstig lijdt, plan
nen welke een gunstige handelsbalans zullen
terug doen keeren, zullen zonder verwijl moe
ten worden opgesteld.
Op den achtergrond van deze werkzaam
heden en op ieder punt met haar in verband
bestudeerd moet staan de kwestie der werk
loosheid, in het bijzonder in haar belang
rijkst aspect: werk te vinden door uitbrei
ding der markten zoowel in binnen- als in
buitenland.
Deze tijden zijn tijden van buitengewone
urgentie en buitengewone omstandigheden
•waarvoor een buitengewone behandeling ge-
eischt wordt.
De arbeid der regeering.
Aangezien het onmogelijk is om bij de wis
selende huidige omstandigheden te voorzien
wat gebeuren kan, kan niemand een gede
tailleerd program opmaken waarop speci
fieke beloften kunnen worden gegeven. De
regeering moet derhalve vrij blijven om
ieder voorstel dat hulp kan brengen gelijk
tarieven, opvoering van den uitvoer en be
perking van den invoer, handelsverdragen en
onderlinge economische overeenkomsten met
de dominions in overweging te nemen. Zij
meet nagaan hoe de waardevermindering van
hét geld en de economische politiek, die ge
volgd moest worden om de begrooting in
evenwicht te brengen, het leven van ons
volk beinvloeden en iederen stap nemen die
tot uitvoering kan worden gebracht ten ein
de het te beschermen tegen exploitatie. Er
moet echter duidelijk worden gemaakt dat
terwijl al het mogelijke gedaan zal worden
om het hoofd te bieden aan den noodtoe
stand, men de begrooting niet tot een defi
cit mag laten komen. De mogelijkheid van
binnenlandsche fen rijksontwikkeling in al
derzelver aspecten moet worden bestudeerd.
Een nationale regeering noodig.
De regeering moet samenvattend nationaal
zijn en niet aan partijen gebonden in de
verplichtingen die zij op zich genomen heeft.
In deze dagen van overgang en onzekerheid
moeten wij ons allen aaneensluiten en door
onze samenwerking thans streven naar het
brengen van een nieuwen geest van energie
en hoop in ons volk. Terwijl de huidige om
standigheden blijven voortduren, kunnen
deze dingen niet gedaan worden door po
litieke partijen, die partijveldslagen leveren
op het podium en in het parlement. Hier
bij mag echter niet komen het verlies van
politieke identiteit, aangezien de onmidde-
lijke taak van tijdelijken aard is en na te
zijn volbracht, gevolgd zal worden door een
normaal politiek leven.
Samenwerkin)
Deze taak beteekent echter wel, dat er
een willige samenwerking moet bestaan tus-
sehen alle politieke partijen, samenwerken
de door middel van haar vertegenwoordigers
en schouder aan schouder de verantwoorde
lijkheid dagende voor besprekingen, onder
zoek en daden. De nationale eenheid door
samenwerking van de partijen en liefst
alle partijen als dat mogelijk zou zijn is
thans even essentieel als in Augustus. In
Augustus moest haastig een combmatie ge
ïmproviseerd worden, zoowel wat betreft de
regeering als de regeering steunende partijen
en groepen in het parlement. Thans, met
deze vooruitzichten voor ons en zoovele aan
wijzingen in de wereld van onzekerheid, die
nog dreigt, is het van essentieel belang dat
de steun van het volk van de regeerings-
politiek buiten eenigen twijfel wordt gesteld.
Het parlement moet tot nieuw leven wor
den geroepen en nieuwe mandaten moeten
worden gegeven.
Waarom verkiezingen noodig zijn
Verkiezingen zijn dus onvermijdelijk. De
wijze van werken der parlementaire instel
lingen van democratiscne verantwoordelijk
heid en van de constitutioneele practijk
eischt deze verkiezmgen. De verkiezingen
over het resultaat, waarvan er geen onzeker
heid moet bestaan, zijn eveneens noodzake
lijk om aan de geheele wereld de vastbeslo
tenheid te toonen van het Britsche volk om
aaneengesloten te staan in tijden van natio
nale moeilijkheden en al die maatregelen te
steunen die noodig zijn om zich zelf en zijn
crediet in een onaantastbare positie te plaat
sen. Dat is de basis van iedere zekerheid die
ons volk heeft. In Augustus hebben wij de
bewondering der wereld gekregen door onze
onmiddellijke onderschikking van partijpoli
tiek aan nationale beiangen. Laat ons thans
bewijzen dat wij vastbesloten zijn door te
zetten totdat wij het land uit deze duistere
dagen gebracht hebben naar heiderder en
rustiger tijden.
Motie van vertrouwen in Samuel en
Maclean.
De executieve commissie van de nationale
liberale federatie heeft gisteravond met 1
stem tegen een motie van vertrouwen aan
genomen in Samuel en Maclean, de liberale
leden van die re^eering.
Boodschap van Sir John Simon.
Sir John Simon, de leider van de nieuw
gevormde liberaal nationale organisatie heeft
een boodschap aan zijn kiezers gezonden,
waarin hij o.a. zegt: Ramsay MacDonald
heeft den moed getoond die de crisis eischte
en Baldwin's bereidwilligheid om aan zijn
zijde te staan, zonder zich te bekommeren om
de ijdelheid van plaatsing, is een voorbeeld
voor ieder en ik doe een beroep op allen op
wie ik invloed kan uitoefenen eenzelfde hou
ding aan te nemen en gemeene zaak te ma
ken tegen een algemeen bezwaar.
De federatie van Amerikaansche bankiers
heeft in haar bijeenkomst te Atlantic City
het financieele hulpplan van Hoover met al-
gemeene stemmen aangenomen.
In een verdere resolutie wordt de regeering
te Washington opgewekt, direct onderhan
delingen aan te vangen inzake de verlenging
van het schuldenmoratorium.
In een andere resolutie wordt door de ban
kiers het principe van staatsvoorzorg voor
werkloozen verworpen, doch de bevordering
der particuliere hulpvaardigheid door de par
ticuliere banken aanbevolen.
Seniorenconvent tegen Maandag
bijeengeroepen
Het Seniorenconvent van den Rijksdag
is tegen Maandag bijeengeroepen.
Op de agenda staat een bespreking met
betrekking tot de Rijksdagzitting.
De Communisten stellen in
trekking der nieuwe Nood
verordening voor
De Communistische Rijksdagfractie heeft
het voorstel ingediend, de Noodverordening
van den Rijkspresident, d.d. 6 October,
direct in te trekken.
Het verluidt, dat de fractie in de zitting
van het seniorenconvent op Maandag a.s.
zal eischen, dat dit voorstel verbonden zal
worden aan de beraadslagingen over de
regeeringsverklaring in den Rijksdag.
Bruening onderhandelt
Dr. Bruening heeft de noodzakelijke stap
pen gedaan voor de vorming der nieuwe
regeer ing.
Met verscheidene persoonlijkheden wer
den onderhandelingen gevoerd.
Slechts vage communique's
De Britsche minister van Buitenlandsche
Zaken, Lord Reading, heeft Woensdagmor
gen met Briand aan de Quai d'Orsay een
onderhoud gehad, dat ongeveer 'n uur heeft
geduurd.
Vervolgens begaf de Britsche minister zich
naar het kabinet van den Franschen pre
mier, waar hij zich meer dan een uur met
Laval onderhield.
Hierna had een samenkomst met den mi
nister van Financiën Flandin plaats.
Nopens het gesprokene zijn voorloopig
slechts zeer vage officieele communiqué's ver
strekt. In een communiqué van den eersten
minister wordt verklaard, dat de gedachten-
wisseling van Laval en Lord Reading betrek
king heeft gehad op 'n onderzoek naar den
algemeenen toestand. In het ministerie van
Financiën daarentegen zijn de fiancieele
kwesties, welke voor beide landen Van belang
zijn, zoomede de laatste berichten uit Ame
rika uitvoerig besproken.
Ter eere van den Britschen minister en
Lady Reading werd gistermiddag aan den
Quai d'Orsay een noenmaal gegeven.
Na dit noenmaal werden de besprekingen
tusschen Lord Reading en de aanwezige
Fransche ministers voortgezet, waarna de
Britsche minister zich nogmaals naar het
ministerie van financiën begaf.
Later in den middag werd Lord Reading
door president Doumer otvangen.
voorzitter der cortes er ook in geslaagd is,
dezen heer op zijn beurt te doen terugkomen,
zoodat ook deze demissie ingetrokken werd.
Intusschen doet men in politieke kringen
opmerken, dat de meeningsverschillen tus
schen Zamora en de fracties der socialisten
en radicaal-socialisten ieder oogenblik een
soortgelijk incident mogelijk maken.
Gister zijn de debatten over de godsdienst
kwestie begonnen en men vreest, dat wel eens
een crisis zou kunnen uitbreken.
Zamora en de minister vap binnenlandsche
zaken Maura zijn het namelijk volmaakt on
eens met de algemeene opnie van de cortes
te dezer zaken.
De Fransche vertegenwoordigers
Woensdagavond zijn de Fransche verte
genwoordigers in de Fransch-Duitsche
studie-commissie officieel benoemd.
Aan het hoofd staat onderstaatssecretaris
Gignouz, terwijl Colondre secretaris-gene
raal der Fransche delegatie zal worden.
In de commissie worden vijf ministeries
vertegenwoordigd.
Het Spaansche bewind
Waarom Zamora een oogenblik
aftrad
Zooals reeds is gemeld heeft in de gisteren
gehouden zitting van de constitueerende cor
tes minister-president Alcala Zamora zijn
ontslag ingediend, dit echter later wederom
ingetrokken.
De oorzaak van deze handelwijze van Za
mora is, dat een der leden van de consti
tueerende cortes, Botella, zich er over be
klaagde, dat Zamora zich voor de stemming
had uitgesproken tegen verscheidene artike
len van de op te stellen grondwet.
Toen de overige leden van de grondwets
commissie verklaarden het met Botella eens
te zijn trok Zamora hieruit zijn consequen
ties, en bood zijn ontslag aan.
Zijn aanhangers sloegen echter een com
promis voor, waarbij de zaak zoo werd voor
gesteld, dat niet Zamora zelf, doch zijn
vrienden pressie op de overige leden hadden
uitgeoefend, waarmede Zamora zich bevre
digd verklaarde en zijn ontslag introk.
Daarop heeft echter de voorzitter van de
grondwetcommissie der constitueerende cor
tes De Asua zijn ambt neergelegd.
Een B. T. A. telegram meldt echter, dat de
Protest te Nanking
Het Japansche kabinet heeft den minister
van Buitenlandsche Zaken opgedragen, een
nota te richten tot- de Nanking-regeering
waarin Japan protesteert tegen de anti-
Japansche beweging, welke den laatsten tijd
in China wordt gevoerd. De Japansche regee
ring eischt in deze protestnota, dat de Cen
trale regeering direct alle maatregelen zal
treffen ter bescherming van de Japansche
belangen.
Nieuwe centrale regeering in Mandsjoerije
Naar uit Moekden wordt gemeld, zullen
heden vertegenwoordigers der drie Mandsjoe.
rysche provinciën bijeenkomen, ten einde de
vorming van een nieuwe centrale regeering
voor te bereiden.
Vier dooden in een familie
Woensdagmorgen vroeg werd de uit 5
personen bestaande famüie Zereslka uit
Kochanietz door kooloxyde vergiftigd op
bed gevonden. De vader en drie kinderen,
meisjes van 5 tot 9 jaar, waren reeds dood.
Pogingen c<m de levensgeesten der moeder
weer op te wekken werden met succes be
kroond.
m ilw
PER HALF
POND
Een vechtpartij geënsceneerd
Gisteren is op den gewonen personentrein,
die om 21 uur te Ratibor moet binnen-
loopen, op de baan tusschen Gross—Peter-
witz en Woinowitz, bij het dorp Jannowitz,
een geraffineerd uitgevoerde roofoverval
gepleegd, waarbij den daders ongeveer 700
mark in handen viel.
In den laatsten wagen had een aantal
jongelui een vechtpartij geënsceneerd, in
het verloop waarvan zij aan de noodrem
trokken en zoo den trein tot stilstand
brachten. Terwijl het treinpersoneel den
twist poogde te sussen, sprongen twee of
drie jongelui in den bagagewagen en bra
ken daar de kast open, waaruit zij het
aanwezige geld wegnamen.
Nader wordt in verband met het boven-
stande nog gemeld, dat zich in den laat
sten wagen, den bagagewagen, ook nog een
hondenafdeeling bevond. Hierin hadden de
jongelui zich opgehouden. Zij sneden een
planken wand uit en kwamen zoo in den
bagagewagen.
De vraag of deze jongelui, die het geld
geroofd hebben, reeds in den trein waren,
toen aan de noodrem werd getrokken, of
eerst daarna er op zijn gesprongen, is nog
niet beantwoord. Met zekerheid kan echter
i worden aangenomen, dat gezamenlijk door
hen een complot was beraamd. Twee bij de
vechtpartij betrokkenen zijn gearresteerd.
Spaansche werkloozen dringen een
hotel binnen
Zij kregen geen gelegenheid tot eten
Een troep werkloozen is een groot hotel
in Madrid binnengedrongen. Zij namen
plaats in de eetzaal en gaven order om op
te dienen. Vóór dat zij echter wat hadden
gekregen, werden de indringers door de
politie uit het hotel gezet. Verscheidenen
werden gearresteerd.
De wichelroede moet helpen
Volgens aanwijzingen van eenige ge
schiedkundigen moest een schat verborgen
zijn in de onderaardsche gang die het kloos
ter van Cysoing (in Frankrijk) verbindt
met het klooster van Hertain (in België).
Men riep de hulp in van abbé Legrand, die
door middel van een wichelroede uitmaakte,
waar zich het goud zou moeten bevinden.
Direct werd op die plaats gegraven en al
gauw stiet men op de bergplaats van den
schat. Naar schatting zou daar een waarde
van een milliard gulden liggen.
Het veld, waar abbé Legrand goudstuk
ken zou hebben ontdekt, hoort toe aan den
heer Maes, burgemeester van Hertain.
Een redacteur .van de Brusselsche „Soir"
heeft met den burgemeester gesproken.
Alles wat ik van die geschiedenis weet,
zeide burgemeester Maes, is dat abbé
Legrand dikwijls met abbé Bouilly, een
ander specialist van de wichelroede, heeft
samengewerkt.
Hij beweert, dat tusschen Troidmont eh
Baisieux de tunnel moet gelegen hebben, die
beide reeds genoemde abdijen verbond.
Van die onderaardsche gang heeft men
hier nooit iets ontdekt, maar het geld, dat
er in de XlVe eeuw in steenen potten werd
verborgen, moet zich nog in den grond be
vinden.
De gang zou zich op een diepte van twaalf
meter onder een oude baan bevinden en het
punt, waar abbé Legrand meent, dat het
geld moet liggen, bevindt zich onder mijn
akkers.
Abbé Legrand heeft mij voorgesteld, dat
wij alles eerlijk zouden deelen, ik heb dat
goed gevonden, omdat hij te Atrecht een
gesticht bestuurt, dat onderdak geeft aan
driehonderd weezen.
De opgravingen zullen over een drietal
weken beginnen, als eerst mijn bieten zullen
geoogst zijn. Alle werken geschieden onder
de verantwoordelijkheid van den abbé.
Op de vraag, of hij veel van die opgra
vingen verwachtte, antwoordde de burge
meester: Heelemaal niet. Dat zal wel op een
grap uitdraaien. Ik geloof in God, maar ik
ben niet verplicht te gelooven in de onfeil
baarheid van abbé Legrand als goudont
dekker....
VRIJDAG 9 OCTOBER 1931.
HUIZEN, 1875 M. Algemeen programma
verzorgd door den KRO. 8.009.15 en 10.00
11.30 Gramofoonpl. 11.30 Godsd. Halfuurtje
door Pastoor Perquin. 12.00 Politieber. 12.15
3.00 Concert KRO Salon-orkest o. L van
M. van 't Woud. 3.00 Zenderverzorging. 3.3)
5.00 Opera ,3utterfJy" van Puccini. 5.00
7.00 Aansl. Muziekzaal v. d. Inf. Kazerne
te Assen: Concert door de Staf muziek van
het le R. I. te Assen o. 1. van S. P. van
Leeuwen. 7.00 Land- en Tuinbouwhalfuurtje,
door Th. Arts. 7.30 Politieber. 7.45 P. T. T.
Kwartiertje. 8.0011.00 Concert door het
versterkt KRO-orkest o. 1. van J. Gerritsen,
m. m. van W. Ravelli (bas), ca. 9.15 Vaz
Dias en van 11.0012.00 Gramofoonplaten-
concert.
HILVERSUM, 298 M. 8.45—7.00 en 7.30—
7.45 Gymnast^kles door G. Kleerekoper. 8.00
Gramofoonpl. 10.30 Viool en Piano door Ev.
Lopes Salzedo en Joh. Jong. 11.00 Vervolg
I Viool en Piano. 11.1512.00 Gramofoonpl.
j 12.00 Concert Omroeporkest o. 1. van N.
Treep. A. Lambrechts (zang). 2.00 A. F. K.
Paree: „Noordpoolreizen". 2.303.00 Gramo
foonpl. 3.004.00 Kovacs Lajos en zijn or
kest. 4.00 Concert door het VARA-septet
o. 1. van Is. Eyl. 5.40 Concert door het
VARA-orkest o. 1. van H. de Groot en
Gramofoonpl. 6.40 Zang en Piano door resp.
Dick de Munck (tenor) en Joh. Jong. 7.00
Vervolg concert. 7.35 Vervolg en slot con
cert. 11.00 Gramofoonpl.
DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij
ding. 11.05 Lezing. 1220 Concert. L. Leonard,
viool; R. Paul, piano. 1.00 Orgelconcert door
W. Vale. 1.45 Berichten. 1.50 Gramofoonpl.
2.45 Schooluitz. 2.50 Lezing. 3.20 Lezing. 4.50
Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Be
richten. 6.50 Zang door Olai.e Croiza (so
praan). 7.10 Lezing. 720 Lezing. 720 Lezing.
9.20 Berichten. 9.35 Berichten. 9.40 Lezing.
9.55 Concert. N. Severn, alt, Mannenkoor
en Orkest. 11.20—12.20 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—120 Or
kestconcert. 2.204.20 Orkestconcert en vi-
ool-soli. 7.308.00 Concert viool, cello en
plano. 8.009.45 Radio-Tooneel. 10.0010.30
Mandoline-concert.
BRUSSEL, 508.5 en 3382 M. 5082 M.: 5.20
Orkestconcert. 6.50 Gramofoonpl, 8.20 Or
kestconcert en zang. 338.2 M.: 5.20 Orkest
concert. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Orkestcon
cert en zang.
LANGENBERG, 473 M. 6.25—1 20 en 10.00
10.35 en 11.20 Gramofoonpl. 1225120
Orkestconcert o. 1. van Eysoldt. 1.50 Gramo
foonpl. 4.205.20 Orkestconcert, m. m. van
W. Grosz, piano. 720820 Koorconcert door
Madrigal-Vereeniging o. L van Prof. Dr.
Hugo Holle. 8.20 „Rudolf Riethe Erlebnis der
Liebe" (Vertellingen, verzen, brieven enz.).
Hierna tot 10.20 Avondconcert o. 1. van Wolf
en van 10.201120 Café-concert
ZEESEN, 1635 M. 5.50—6.50 Gramofoon.
10.55 en 11.20 Berichten. 11.25 Gramofoon.
12.15—1.20 Berichten. 120—2.20 Gramofoon.
2.20—3.50 Lezingen. 320 Concert. 420—720
Lezingen. 7.50 ,Die Rauber" van Fr. v.
Schiller. 9.20 Berichten. Hierna Concert door
strijkkwartet. Daarna concert door orkest
van werklooze musici.
Een tot nu toe onbekende dader heeft
in de Frankfurter Allee te Berlijn onge
merkt een bom op de tramrails neergelegd.
Even later passeerde een tram, waarbij de
bom ontplofte. Een tienjarig meisje werd
zwaar gewond, een vrouw licht gekwetst.
De Koning van Engeland heeft zijn
formeele toestemming gegeven voor het hu
welijk van kapitein Abel Smith en Lady May
Cambridge, nicht van koningin Mary.
Tegen de leiders van de relletjes
op den Kurfürstendamm, Heil, Hagemelster
en Samerski, allen leden van de N. S. D. A.
P. is een vervolging ingesteld wegens land-
vredebreuk.
De Hertogin van Brabant is naar
Zweden vertrokken, waar zij met haar ouders
enkele dagen op hun landgoed Fridhem in de
provincie Oestergotland zal verblijven.
De presidentsverkiezing in Oos
tenrijk zal waarschijnlijk morgen plaats vin
den.
Het Engelsche Hoogerhuis heeft het
wetsontwerp tegen het opdrijven van de prij
zen op levensmiddelen aangenomen.
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
66ste jaargang. No. 1
Met dit nummer aanschouwt de 66ste
jaargang het levenslicht en zooals de inlei
ding op bladz. 2 aangeeft, zal er ook dit
jaar naar gestreefd worden elk wat wils te
bieden! Over den inhoud kunnen we ten
volle onze waardeering uitspreken. De ro
man van Mary Robert Rinehart „Een troon
in gevaar" voorspellen we na onze in
drukken uit deze eerste aflevering een
goed onthaal bij de lezers van dit perio
diek. Aan de H. Maagd in haar Rozen-
kransmaand wijdde Ko de Haan een sonnet
„Rozen-krans". J. de S. G. vertelt boeiend
van de plek „Waar drie republieken samen
komen". Johan v. d. Eist geeft een vlotte
jagersgeschiedenis „Wawi, de beer", waar
naast Marita „Een vooroordeel" gevoelig
schetst en R. S. een stukje Bijbel-geschie
denis verwerkt in „Edab's teleurstelling"
Marie Schous teekent een paar interessante
trekjes „Uit het Vorstenhuis van Luxem
burg", waarna een korte beschouwing ge
wijd is aan „Rerum Novarum op het witte
doek".
Dan treffen we nog aan „De reddende Ro
zenkrans", een vervolgverhaal van Neré
Valk, terwijl „Van den vroolijken kant" met
één pagina humor is uitgebreid.
DOOR
RANDALL PARR1SH
22.
Verder zoeken had geen nut meer
en wij gingen dan ook naar den hoofdingang
terug. Nu ik iemand naast mij had, voelde
ik niet langer de gruwelijke stilte en de ho-
pelooze verlatendheid. Geen spoken, maar op
roof en moord zinnende menschelijke wezens
bevolkten deze gangen, en al mijn gedachten
hielden er zich mee bezig hen op het spoor
te komen. Ik hoorde Cassier zuchten van ver
bazing toen hij naar het gewelfde plafond
keek en de uitgestrektheid van de hal in zich
opnam.
„Saint Denis! geen kleine ruïne, mijn ler
sche vriend,' fluisterde hij, door ontzag
aangegrepen. „Kent gij misschien iets van
haar geschiedenis?"
„Maar een heel klein beetje; drie eeuwen
lang is het al een ruïne, zij werd door een
bende muitende soldaten van Parijs geplun
derd en verwoest. Toen net volk in opstand
kwam, was de koning hier met zyn nof en
lijfwacht heengeulucht. Wat de reden was
van den opstand, weet ik niet meer, maar men
vertelt dat hij in de groote feestzaal boven
met het zwaard in de hand stierf als een
dapper edelman en vele ridaers en adellyke
dames gingen tegelijk met ïiem den dood in.
Toen werd het kasteel aan de bijl en aan de
fakkel overgelaten en bleef er niets van over
dan een hoop grijze steenen"
„En den naam, kunt gij mij dien ook zeg
gen?"
„Roisel maar ga mee, wij kunnen onzen
tijd hier niet blijven verpraten. Neem die
gang voor uw rekening, dan cnoerzoek ik
deze. Wees op uw hoede, het is neusch geen
kinderspel, ofschoon ik niet geloof dat de dui
vels hier huizen."
Hij verdween den kant uit dien ik hem had
aangewezen, terwijl ik den anderen kant koos,
maar toen wij weer bij elkaar stonden, had
geen van ons tweeën iets bijzonders te ver
tellen, behalve dan dat hij het verroeste bo
vendeel van een oude strijdbijl had gevonden.
Er waren nog een paar kleine zijgangetjes,
die wij ook onderzochten, en daarna kwamen
de keukens en de proviandkamers aan de
beurt. Van de proviandkamers was niet veel
meer over, maar de keukens waren er beter
aan toe, al hadden ook zij veel van het vuur
te lijden gehad. Ze waren heel ruim en sche
nen den laatsten tijd niet meer gebruikt
te zijn. Er waren twee groote stookplaatsen
in, maar de beide schoorsteenen waren ver
stopt door allerlei neergevallen steenen en de
vloeren lagen vol asch.
Geen enkele voetafdruk viel hier waar te
nemen en wy begrepen dan ook onmiddel
lijk, dat er In jaren geen sterveling geweest
was. De vensters, van ijzeren staven voor
zien, waren niet zoo hoog als die aan den
voorkant, en nieuwsgierigheid dreef mij er
heen om een blik op de*) binnenplaats er
onder te kunnen slaan.
Eerst zag ik niets anders dan den grijzen
steenen buitenmuur, die op verschillende
plaatsen was afgebrokkeld en waar door
heen ik de met bosschen bedekte heuvels
kon zien. In de spleten hadden zich allerlei
struiken vastgezet en er boven uit staken
de boomen, die zoo echt volkomen bij de
oude ruïne pasten.
Daarop bleven mijn oogen op een ge
bouwtje van één verdieping rusten; de mu
ren waren van steen en het dak van stroo.
Juist het dak, dat eerst kort met nieuw riet
scheen gedekt, had het eerst mijn aandacht
getrokken en ik had er dan ook wel een
volle minuut op staan staren voor ik een
groep mannen, die in het schrale licht
maar nauwelijks zichtbaar waren, voor ds
deur zag staan. Een groep struiken onttrok
hen eenigszins aan het oog en als niet een
van de mannen overeind was gerezen en
de deur was ingegaan, dan betwijfel ik of ik
hen zelfs wel zou hebben opgemerkt. Met
de hand wenkte ik mijn kameraad naast
mij te komen staan.
„Zie daar eens," zei ik, „bij de groote
bres in den muur, daar zit een dozijn man
nen om een vuurtje heen."
Wy tuurden beiden een poos naar de
groep en ik hoorde zijn adem snel gaan.
„Ha!" uitte hy ten slotte zijn verbazing,
„dat zijn de schurken. Achter dat gebouw
tje heeft de muur zeker een flinke opening.
Kunt gij ze goed zien? Myn oogen zyn niet,
scherp genoeg."
„Maar slecht, toch zie ik dat het geen
soldaten zijn. De man, die naar binnen
ging, had echter de uniform der cavalerie
aan hij komt weer terug zeker de
aanvoerder."
De hand van Cassier drukte zwaar op
myn arm.
„Het is dezelfde ruwe schurk, die mij
hier heeft gebracht," fluisterde hij my toe.
„Kunt gij de anderen tellen?"
„Voor zoover ik zien kan, tien, maar het
is heel goed mogelijk, dat er nog meer zyn.
Ha! daar komt er nog een een bode."
Deze, tenger als een jongen, alleen met
een versleten hemd en een gescheurde broek
gedekt, bleef pratend en gesticuleerend voor
den aanvoerder staan. De woorden waren
niet te verstaan, wij konden eigenlijk maar
nauwelijks hooren dat er gesproken werd.
Als antwoord daarop gaf de reus eenige
korte bevelen en drie mannen verlieten on
middellijk de groep en verdwenen, tegelijk
met den bode. De leider bleef achteloos tegen
de deur leunen. Ik keerde mij om en keek
Cassier in het gezicht.
„En hoe verklaart gij dit alles, Mon
sieur?." vroeg hü.
„Wel, op deze manier. Het kasteel wordt
door deze schurken als hoofdkwartier ge
bruikt, waar zij zich voor achtervolging
schuil houden en hun gevangenen opslui
ten. Zij voelen zich hier volkomen veilig,
want het kasteel staat natuurlijk bekend
als een plaats waar het spookt, en geen
mensch uit de buurt zal zich zelfs maar in
de nabijheid durven wagen. Daarom dan
ook is er geen wacht by de groote poort
noodig. Als zij onraad vreezen, gaan zij
zelf voor spook spelen. Hier tegenover ons
is natuurlijk het hoofdkantoor van de
bende."
„En wat zullen we nu gaan beginnen?"
„Eenvoudig ons onderzoek voortzetten.
Zoudt gij dan gevangenen hulpeloos in hun
handen willen achterlaten? Er moeten er
hier nog meer verborgen zijn om eens
iemand te noemen, de vrouw, bijvoorbeeld.
Het zal het veiligst voor ons zijn met ver
trekken te wachten tot het donker is; de
neger komt u toch maar eenmaal per dag
opzoeken?"
„Meest wel.... maar wie zal zeggen?"
„Die kans moeten wij wagen. Deze kerels
beneden hebben niet de minste achterdocht
en zullen ook wel het een of ander plan
hebben. Als er hier beneden al volstrekt
geen wacht is, dan behoeven wij ook niet
hang te zijn dat er hier boven een is. Het
lijkt mij het verstandigst zoo lang mogelijk
van het schrale daglicht te profiteeren."
Ik keek weer naar de groep en lette er
eigenlijk niet eens op wat de man ant
woordde, vast overtuigd als ik was dat hy
mij trouw zou blijven. De forsche aanvoer
der was in het gebouwtje verdwenen, maar
de anderen bleven om het vuur gehurkt en
uit hun houding en hun manier van doen
viel gemakkelijk op te maken, dat zij zich
volkomen gerust voelden. Er bestond geen
enkele reden waarom wij naar hen zouden
blijven kijken.
Zonder eenige tegenwerping volgde Cas
sier mij weer naar de gang, naar de groote
trap. Hij las natuurlijk wel in mijn oogen,
dat ik vast besloten was mijn wil door te
zetten en het zal hem wel niet bijzonder
hebben toegelachen daar alleen achter te
blijven. Maar wat dan ook zijn motief
om den tocht verder voort te zetten, moge
geweest zijn, bij mij was het niet nieuws
gierigheid alleen. Ik verwachtte boven de
zelfde wanhopige eenzaamheid aan te
treffen, belichaamd in die op cellen gelij
kende vertrekken, dezelfde grauwe steenen
muren, door het vuur geblakerd, dezelfde
vloeren, bedekt met het stof van eeuwen.
«Wordt vervolgd.