Buitenlandsch oTCieuws r hïiëiMwm FEUILLETON HOOFDPRIJS HET ENGELSCHE PARLEMENT ONTBONDEN Shea van de lersche Brigade DERDE BLAD DONDERDAG 8 OCTOBER 1931 BLADZIJDE 1 De verkiezingscampagne ingezet Een boodschap van MacDonald Het financieele hulpplan van Hoover Amerikaansche bankiers voor verlenging moratorium De a.s. Rijksdagzitting Het bezoek van Lord Reading aan Parijs De Fransch-Duitsche Commissie Roof-overval op personentrein Anti-Japansche actie in China Gemengde Buitenlandsche Berichten Vergiftiging door kooloxyde U zult een dezer dagen een exemplaar der nieuwe prijsvraag - welke U slechts behoeft in te vullen - ontvangen. Vraag meerdere gratis-exemplaren voor deelname bij Uw winkelier. Iedere kooper van een pond Sanella, kan door deel name den hoofdprijs of één der andere 1190 geldprijzen winnen. Bovendien ont vangt iedere deelnemer in December een Verkeerskalender. Op zoek naar een schat RADIO-OMROEP Bom op een tramlijn te Berlijn Twee gewonden KORT NIEUWS DE KATHOLIEKE ILLUSTRATIE De Engelsche koning heeft het decreet tot ontbinding van het parlement ondertee kend. In de proclamatie, welke der traditie ge- trouw, in het Hoogerhuis, waarheen zich de Lagerhuisleden hadden begeven, werd voorge-ezen, w"rdt o.m. verklaard, dat de betrekkingen "v-n het Britsche Rijk met de vreemd; mogendheden ook verder van vriendschappelijken aard zijn geweest. De koning spreekt vervolgens de hoop uit dat de hervatte beraadslagingen der Ronde Tafelconferentie tot resultaat zullen leiden. Nopens de financieele en economische krisis verklaarde de koning, dat hij de maat regelen, door de regeering genomen, heeft goedgekeurd en spreekt Z. M. het vertrou wen ui'- dat alle burgers zullen samenwerken ten einde de welvaart der natie te herstel len. Na de voorlezing van deze proclamatie in bet HoogerhuL verzamelden de Lagerhuis leden -ich weer in het parlementsgebouw, waar ce speaker mededeelde dat den 27en October a.s. niuwe verkiezingen zullen wor den gehouden. Aan het begin der verkiezingscampagne heeft MacDonald een „oproep tot de natie" gericht, waarin hij verklaart, dat de .hui dige regeenng m naast is samengesteld ten einde snel hst hoofd te kunnen bieden aan de naaerenas krisis". Deze regeering maak te een einde aan het opnemen van leenin gen, voerde bezuinigingen in en bracht de begrooting in evenwicht. De omstandighe den en de binnenlandsche financieele zwak te maakten het de regeering evenwel onmo gelijk haar onmiddellijk doel te bereiken. Het pond sterling werd losgemaakt van den gou den standaard, terwijl het land thans een periode van herstel moet doormaken, gedu rende welken tijd stappen van buitengewoon belang, nationaal en internationaal, moeten worden genomen ten einde de stabiliteit te verzekeren en een terugkeer tot de recente bezorgdheid te voorkomen. Een monetaire politiek weike het pond sterling weer het vertrouwen zal weergeven zoomede het gezag in internationale overeenkomsten, welke eenige der meest op den voorgrond tredende oorzaken van economische misvattingen zul len wegnemen zooals de oorlogsschulden en de herstelbetalingen waaronder de geheele wereld thans zoo ernstig lijdt, plan nen welke een gunstige handelsbalans zullen terug doen keeren, zullen zonder verwijl moe ten worden opgesteld. Op den achtergrond van deze werkzaam heden en op ieder punt met haar in verband bestudeerd moet staan de kwestie der werk loosheid, in het bijzonder in haar belang rijkst aspect: werk te vinden door uitbrei ding der markten zoowel in binnen- als in buitenland. Deze tijden zijn tijden van buitengewone urgentie en buitengewone omstandigheden •waarvoor een buitengewone behandeling ge- eischt wordt. De arbeid der regeering. Aangezien het onmogelijk is om bij de wis selende huidige omstandigheden te voorzien wat gebeuren kan, kan niemand een gede tailleerd program opmaken waarop speci fieke beloften kunnen worden gegeven. De regeering moet derhalve vrij blijven om ieder voorstel dat hulp kan brengen gelijk tarieven, opvoering van den uitvoer en be perking van den invoer, handelsverdragen en onderlinge economische overeenkomsten met de dominions in overweging te nemen. Zij meet nagaan hoe de waardevermindering van hét geld en de economische politiek, die ge volgd moest worden om de begrooting in evenwicht te brengen, het leven van ons volk beinvloeden en iederen stap nemen die tot uitvoering kan worden gebracht ten ein de het te beschermen tegen exploitatie. Er moet echter duidelijk worden gemaakt dat terwijl al het mogelijke gedaan zal worden om het hoofd te bieden aan den noodtoe stand, men de begrooting niet tot een defi cit mag laten komen. De mogelijkheid van binnenlandsche fen rijksontwikkeling in al derzelver aspecten moet worden bestudeerd. Een nationale regeering noodig. De regeering moet samenvattend nationaal zijn en niet aan partijen gebonden in de verplichtingen die zij op zich genomen heeft. In deze dagen van overgang en onzekerheid moeten wij ons allen aaneensluiten en door onze samenwerking thans streven naar het brengen van een nieuwen geest van energie en hoop in ons volk. Terwijl de huidige om standigheden blijven voortduren, kunnen deze dingen niet gedaan worden door po litieke partijen, die partijveldslagen leveren op het podium en in het parlement. Hier bij mag echter niet komen het verlies van politieke identiteit, aangezien de onmidde- lijke taak van tijdelijken aard is en na te zijn volbracht, gevolgd zal worden door een normaal politiek leven. Samenwerkin) Deze taak beteekent echter wel, dat er een willige samenwerking moet bestaan tus- sehen alle politieke partijen, samenwerken de door middel van haar vertegenwoordigers en schouder aan schouder de verantwoorde lijkheid dagende voor besprekingen, onder zoek en daden. De nationale eenheid door samenwerking van de partijen en liefst alle partijen als dat mogelijk zou zijn is thans even essentieel als in Augustus. In Augustus moest haastig een combmatie ge ïmproviseerd worden, zoowel wat betreft de regeering als de regeering steunende partijen en groepen in het parlement. Thans, met deze vooruitzichten voor ons en zoovele aan wijzingen in de wereld van onzekerheid, die nog dreigt, is het van essentieel belang dat de steun van het volk van de regeerings- politiek buiten eenigen twijfel wordt gesteld. Het parlement moet tot nieuw leven wor den geroepen en nieuwe mandaten moeten worden gegeven. Waarom verkiezingen noodig zijn Verkiezingen zijn dus onvermijdelijk. De wijze van werken der parlementaire instel lingen van democratiscne verantwoordelijk heid en van de constitutioneele practijk eischt deze verkiezmgen. De verkiezingen over het resultaat, waarvan er geen onzeker heid moet bestaan, zijn eveneens noodzake lijk om aan de geheele wereld de vastbeslo tenheid te toonen van het Britsche volk om aaneengesloten te staan in tijden van natio nale moeilijkheden en al die maatregelen te steunen die noodig zijn om zich zelf en zijn crediet in een onaantastbare positie te plaat sen. Dat is de basis van iedere zekerheid die ons volk heeft. In Augustus hebben wij de bewondering der wereld gekregen door onze onmiddellijke onderschikking van partijpoli tiek aan nationale beiangen. Laat ons thans bewijzen dat wij vastbesloten zijn door te zetten totdat wij het land uit deze duistere dagen gebracht hebben naar heiderder en rustiger tijden. Motie van vertrouwen in Samuel en Maclean. De executieve commissie van de nationale liberale federatie heeft gisteravond met 1 stem tegen een motie van vertrouwen aan genomen in Samuel en Maclean, de liberale leden van die re^eering. Boodschap van Sir John Simon. Sir John Simon, de leider van de nieuw gevormde liberaal nationale organisatie heeft een boodschap aan zijn kiezers gezonden, waarin hij o.a. zegt: Ramsay MacDonald heeft den moed getoond die de crisis eischte en Baldwin's bereidwilligheid om aan zijn zijde te staan, zonder zich te bekommeren om de ijdelheid van plaatsing, is een voorbeeld voor ieder en ik doe een beroep op allen op wie ik invloed kan uitoefenen eenzelfde hou ding aan te nemen en gemeene zaak te ma ken tegen een algemeen bezwaar. De federatie van Amerikaansche bankiers heeft in haar bijeenkomst te Atlantic City het financieele hulpplan van Hoover met al- gemeene stemmen aangenomen. In een verdere resolutie wordt de regeering te Washington opgewekt, direct onderhan delingen aan te vangen inzake de verlenging van het schuldenmoratorium. In een andere resolutie wordt door de ban kiers het principe van staatsvoorzorg voor werkloozen verworpen, doch de bevordering der particuliere hulpvaardigheid door de par ticuliere banken aanbevolen. Seniorenconvent tegen Maandag bijeengeroepen Het Seniorenconvent van den Rijksdag is tegen Maandag bijeengeroepen. Op de agenda staat een bespreking met betrekking tot de Rijksdagzitting. De Communisten stellen in trekking der nieuwe Nood verordening voor De Communistische Rijksdagfractie heeft het voorstel ingediend, de Noodverordening van den Rijkspresident, d.d. 6 October, direct in te trekken. Het verluidt, dat de fractie in de zitting van het seniorenconvent op Maandag a.s. zal eischen, dat dit voorstel verbonden zal worden aan de beraadslagingen over de regeeringsverklaring in den Rijksdag. Bruening onderhandelt Dr. Bruening heeft de noodzakelijke stap pen gedaan voor de vorming der nieuwe regeer ing. Met verscheidene persoonlijkheden wer den onderhandelingen gevoerd. Slechts vage communique's De Britsche minister van Buitenlandsche Zaken, Lord Reading, heeft Woensdagmor gen met Briand aan de Quai d'Orsay een onderhoud gehad, dat ongeveer 'n uur heeft geduurd. Vervolgens begaf de Britsche minister zich naar het kabinet van den Franschen pre mier, waar hij zich meer dan een uur met Laval onderhield. Hierna had een samenkomst met den mi nister van Financiën Flandin plaats. Nopens het gesprokene zijn voorloopig slechts zeer vage officieele communiqué's ver strekt. In een communiqué van den eersten minister wordt verklaard, dat de gedachten- wisseling van Laval en Lord Reading betrek king heeft gehad op 'n onderzoek naar den algemeenen toestand. In het ministerie van Financiën daarentegen zijn de fiancieele kwesties, welke voor beide landen Van belang zijn, zoomede de laatste berichten uit Ame rika uitvoerig besproken. Ter eere van den Britschen minister en Lady Reading werd gistermiddag aan den Quai d'Orsay een noenmaal gegeven. Na dit noenmaal werden de besprekingen tusschen Lord Reading en de aanwezige Fransche ministers voortgezet, waarna de Britsche minister zich nogmaals naar het ministerie van financiën begaf. Later in den middag werd Lord Reading door president Doumer otvangen. voorzitter der cortes er ook in geslaagd is, dezen heer op zijn beurt te doen terugkomen, zoodat ook deze demissie ingetrokken werd. Intusschen doet men in politieke kringen opmerken, dat de meeningsverschillen tus schen Zamora en de fracties der socialisten en radicaal-socialisten ieder oogenblik een soortgelijk incident mogelijk maken. Gister zijn de debatten over de godsdienst kwestie begonnen en men vreest, dat wel eens een crisis zou kunnen uitbreken. Zamora en de minister vap binnenlandsche zaken Maura zijn het namelijk volmaakt on eens met de algemeene opnie van de cortes te dezer zaken. De Fransche vertegenwoordigers Woensdagavond zijn de Fransche verte genwoordigers in de Fransch-Duitsche studie-commissie officieel benoemd. Aan het hoofd staat onderstaatssecretaris Gignouz, terwijl Colondre secretaris-gene raal der Fransche delegatie zal worden. In de commissie worden vijf ministeries vertegenwoordigd. Het Spaansche bewind Waarom Zamora een oogenblik aftrad Zooals reeds is gemeld heeft in de gisteren gehouden zitting van de constitueerende cor tes minister-president Alcala Zamora zijn ontslag ingediend, dit echter later wederom ingetrokken. De oorzaak van deze handelwijze van Za mora is, dat een der leden van de consti tueerende cortes, Botella, zich er over be klaagde, dat Zamora zich voor de stemming had uitgesproken tegen verscheidene artike len van de op te stellen grondwet. Toen de overige leden van de grondwets commissie verklaarden het met Botella eens te zijn trok Zamora hieruit zijn consequen ties, en bood zijn ontslag aan. Zijn aanhangers sloegen echter een com promis voor, waarbij de zaak zoo werd voor gesteld, dat niet Zamora zelf, doch zijn vrienden pressie op de overige leden hadden uitgeoefend, waarmede Zamora zich bevre digd verklaarde en zijn ontslag introk. Daarop heeft echter de voorzitter van de grondwetcommissie der constitueerende cor tes De Asua zijn ambt neergelegd. Een B. T. A. telegram meldt echter, dat de Protest te Nanking Het Japansche kabinet heeft den minister van Buitenlandsche Zaken opgedragen, een nota te richten tot- de Nanking-regeering waarin Japan protesteert tegen de anti- Japansche beweging, welke den laatsten tijd in China wordt gevoerd. De Japansche regee ring eischt in deze protestnota, dat de Cen trale regeering direct alle maatregelen zal treffen ter bescherming van de Japansche belangen. Nieuwe centrale regeering in Mandsjoerije Naar uit Moekden wordt gemeld, zullen heden vertegenwoordigers der drie Mandsjoe. rysche provinciën bijeenkomen, ten einde de vorming van een nieuwe centrale regeering voor te bereiden. Vier dooden in een familie Woensdagmorgen vroeg werd de uit 5 personen bestaande famüie Zereslka uit Kochanietz door kooloxyde vergiftigd op bed gevonden. De vader en drie kinderen, meisjes van 5 tot 9 jaar, waren reeds dood. Pogingen c<m de levensgeesten der moeder weer op te wekken werden met succes be kroond. m ilw PER HALF POND Een vechtpartij geënsceneerd Gisteren is op den gewonen personentrein, die om 21 uur te Ratibor moet binnen- loopen, op de baan tusschen Gross—Peter- witz en Woinowitz, bij het dorp Jannowitz, een geraffineerd uitgevoerde roofoverval gepleegd, waarbij den daders ongeveer 700 mark in handen viel. In den laatsten wagen had een aantal jongelui een vechtpartij geënsceneerd, in het verloop waarvan zij aan de noodrem trokken en zoo den trein tot stilstand brachten. Terwijl het treinpersoneel den twist poogde te sussen, sprongen twee of drie jongelui in den bagagewagen en bra ken daar de kast open, waaruit zij het aanwezige geld wegnamen. Nader wordt in verband met het boven- stande nog gemeld, dat zich in den laat sten wagen, den bagagewagen, ook nog een hondenafdeeling bevond. Hierin hadden de jongelui zich opgehouden. Zij sneden een planken wand uit en kwamen zoo in den bagagewagen. De vraag of deze jongelui, die het geld geroofd hebben, reeds in den trein waren, toen aan de noodrem werd getrokken, of eerst daarna er op zijn gesprongen, is nog niet beantwoord. Met zekerheid kan echter i worden aangenomen, dat gezamenlijk door hen een complot was beraamd. Twee bij de vechtpartij betrokkenen zijn gearresteerd. Spaansche werkloozen dringen een hotel binnen Zij kregen geen gelegenheid tot eten Een troep werkloozen is een groot hotel in Madrid binnengedrongen. Zij namen plaats in de eetzaal en gaven order om op te dienen. Vóór dat zij echter wat hadden gekregen, werden de indringers door de politie uit het hotel gezet. Verscheidenen werden gearresteerd. De wichelroede moet helpen Volgens aanwijzingen van eenige ge schiedkundigen moest een schat verborgen zijn in de onderaardsche gang die het kloos ter van Cysoing (in Frankrijk) verbindt met het klooster van Hertain (in België). Men riep de hulp in van abbé Legrand, die door middel van een wichelroede uitmaakte, waar zich het goud zou moeten bevinden. Direct werd op die plaats gegraven en al gauw stiet men op de bergplaats van den schat. Naar schatting zou daar een waarde van een milliard gulden liggen. Het veld, waar abbé Legrand goudstuk ken zou hebben ontdekt, hoort toe aan den heer Maes, burgemeester van Hertain. Een redacteur .van de Brusselsche „Soir" heeft met den burgemeester gesproken. Alles wat ik van die geschiedenis weet, zeide burgemeester Maes, is dat abbé Legrand dikwijls met abbé Bouilly, een ander specialist van de wichelroede, heeft samengewerkt. Hij beweert, dat tusschen Troidmont eh Baisieux de tunnel moet gelegen hebben, die beide reeds genoemde abdijen verbond. Van die onderaardsche gang heeft men hier nooit iets ontdekt, maar het geld, dat er in de XlVe eeuw in steenen potten werd verborgen, moet zich nog in den grond be vinden. De gang zou zich op een diepte van twaalf meter onder een oude baan bevinden en het punt, waar abbé Legrand meent, dat het geld moet liggen, bevindt zich onder mijn akkers. Abbé Legrand heeft mij voorgesteld, dat wij alles eerlijk zouden deelen, ik heb dat goed gevonden, omdat hij te Atrecht een gesticht bestuurt, dat onderdak geeft aan driehonderd weezen. De opgravingen zullen over een drietal weken beginnen, als eerst mijn bieten zullen geoogst zijn. Alle werken geschieden onder de verantwoordelijkheid van den abbé. Op de vraag, of hij veel van die opgra vingen verwachtte, antwoordde de burge meester: Heelemaal niet. Dat zal wel op een grap uitdraaien. Ik geloof in God, maar ik ben niet verplicht te gelooven in de onfeil baarheid van abbé Legrand als goudont dekker.... VRIJDAG 9 OCTOBER 1931. HUIZEN, 1875 M. Algemeen programma verzorgd door den KRO. 8.009.15 en 10.00 11.30 Gramofoonpl. 11.30 Godsd. Halfuurtje door Pastoor Perquin. 12.00 Politieber. 12.15 3.00 Concert KRO Salon-orkest o. L van M. van 't Woud. 3.00 Zenderverzorging. 3.3) 5.00 Opera ,3utterfJy" van Puccini. 5.00 7.00 Aansl. Muziekzaal v. d. Inf. Kazerne te Assen: Concert door de Staf muziek van het le R. I. te Assen o. 1. van S. P. van Leeuwen. 7.00 Land- en Tuinbouwhalfuurtje, door Th. Arts. 7.30 Politieber. 7.45 P. T. T. Kwartiertje. 8.0011.00 Concert door het versterkt KRO-orkest o. 1. van J. Gerritsen, m. m. van W. Ravelli (bas), ca. 9.15 Vaz Dias en van 11.0012.00 Gramofoonplaten- concert. HILVERSUM, 298 M. 8.45—7.00 en 7.30— 7.45 Gymnast^kles door G. Kleerekoper. 8.00 Gramofoonpl. 10.30 Viool en Piano door Ev. Lopes Salzedo en Joh. Jong. 11.00 Vervolg I Viool en Piano. 11.1512.00 Gramofoonpl. j 12.00 Concert Omroeporkest o. 1. van N. Treep. A. Lambrechts (zang). 2.00 A. F. K. Paree: „Noordpoolreizen". 2.303.00 Gramo foonpl. 3.004.00 Kovacs Lajos en zijn or kest. 4.00 Concert door het VARA-septet o. 1. van Is. Eyl. 5.40 Concert door het VARA-orkest o. 1. van H. de Groot en Gramofoonpl. 6.40 Zang en Piano door resp. Dick de Munck (tenor) en Joh. Jong. 7.00 Vervolg concert. 7.35 Vervolg en slot con cert. 11.00 Gramofoonpl. DAVENTRY, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij ding. 11.05 Lezing. 1220 Concert. L. Leonard, viool; R. Paul, piano. 1.00 Orgelconcert door W. Vale. 1.45 Berichten. 1.50 Gramofoonpl. 2.45 Schooluitz. 2.50 Lezing. 3.20 Lezing. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Be richten. 6.50 Zang door Olai.e Croiza (so praan). 7.10 Lezing. 720 Lezing. 720 Lezing. 9.20 Berichten. 9.35 Berichten. 9.40 Lezing. 9.55 Concert. N. Severn, alt, Mannenkoor en Orkest. 11.20—12.20 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—120 Or kestconcert. 2.204.20 Orkestconcert en vi- ool-soli. 7.308.00 Concert viool, cello en plano. 8.009.45 Radio-Tooneel. 10.0010.30 Mandoline-concert. BRUSSEL, 508.5 en 3382 M. 5082 M.: 5.20 Orkestconcert. 6.50 Gramofoonpl, 8.20 Or kestconcert en zang. 338.2 M.: 5.20 Orkest concert. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Orkestcon cert en zang. LANGENBERG, 473 M. 6.25—1 20 en 10.00 10.35 en 11.20 Gramofoonpl. 1225120 Orkestconcert o. 1. van Eysoldt. 1.50 Gramo foonpl. 4.205.20 Orkestconcert, m. m. van W. Grosz, piano. 720820 Koorconcert door Madrigal-Vereeniging o. L van Prof. Dr. Hugo Holle. 8.20 „Rudolf Riethe Erlebnis der Liebe" (Vertellingen, verzen, brieven enz.). Hierna tot 10.20 Avondconcert o. 1. van Wolf en van 10.201120 Café-concert ZEESEN, 1635 M. 5.50—6.50 Gramofoon. 10.55 en 11.20 Berichten. 11.25 Gramofoon. 12.15—1.20 Berichten. 120—2.20 Gramofoon. 2.20—3.50 Lezingen. 320 Concert. 420—720 Lezingen. 7.50 ,Die Rauber" van Fr. v. Schiller. 9.20 Berichten. Hierna Concert door strijkkwartet. Daarna concert door orkest van werklooze musici. Een tot nu toe onbekende dader heeft in de Frankfurter Allee te Berlijn onge merkt een bom op de tramrails neergelegd. Even later passeerde een tram, waarbij de bom ontplofte. Een tienjarig meisje werd zwaar gewond, een vrouw licht gekwetst. De Koning van Engeland heeft zijn formeele toestemming gegeven voor het hu welijk van kapitein Abel Smith en Lady May Cambridge, nicht van koningin Mary. Tegen de leiders van de relletjes op den Kurfürstendamm, Heil, Hagemelster en Samerski, allen leden van de N. S. D. A. P. is een vervolging ingesteld wegens land- vredebreuk. De Hertogin van Brabant is naar Zweden vertrokken, waar zij met haar ouders enkele dagen op hun landgoed Fridhem in de provincie Oestergotland zal verblijven. De presidentsverkiezing in Oos tenrijk zal waarschijnlijk morgen plaats vin den. Het Engelsche Hoogerhuis heeft het wetsontwerp tegen het opdrijven van de prij zen op levensmiddelen aangenomen. KATHOLIEKE ILLUSTRATIE 66ste jaargang. No. 1 Met dit nummer aanschouwt de 66ste jaargang het levenslicht en zooals de inlei ding op bladz. 2 aangeeft, zal er ook dit jaar naar gestreefd worden elk wat wils te bieden! Over den inhoud kunnen we ten volle onze waardeering uitspreken. De ro man van Mary Robert Rinehart „Een troon in gevaar" voorspellen we na onze in drukken uit deze eerste aflevering een goed onthaal bij de lezers van dit perio diek. Aan de H. Maagd in haar Rozen- kransmaand wijdde Ko de Haan een sonnet „Rozen-krans". J. de S. G. vertelt boeiend van de plek „Waar drie republieken samen komen". Johan v. d. Eist geeft een vlotte jagersgeschiedenis „Wawi, de beer", waar naast Marita „Een vooroordeel" gevoelig schetst en R. S. een stukje Bijbel-geschie denis verwerkt in „Edab's teleurstelling" Marie Schous teekent een paar interessante trekjes „Uit het Vorstenhuis van Luxem burg", waarna een korte beschouwing ge wijd is aan „Rerum Novarum op het witte doek". Dan treffen we nog aan „De reddende Ro zenkrans", een vervolgverhaal van Neré Valk, terwijl „Van den vroolijken kant" met één pagina humor is uitgebreid. DOOR RANDALL PARR1SH 22. Verder zoeken had geen nut meer en wij gingen dan ook naar den hoofdingang terug. Nu ik iemand naast mij had, voelde ik niet langer de gruwelijke stilte en de ho- pelooze verlatendheid. Geen spoken, maar op roof en moord zinnende menschelijke wezens bevolkten deze gangen, en al mijn gedachten hielden er zich mee bezig hen op het spoor te komen. Ik hoorde Cassier zuchten van ver bazing toen hij naar het gewelfde plafond keek en de uitgestrektheid van de hal in zich opnam. „Saint Denis! geen kleine ruïne, mijn ler sche vriend,' fluisterde hij, door ontzag aangegrepen. „Kent gij misschien iets van haar geschiedenis?" „Maar een heel klein beetje; drie eeuwen lang is het al een ruïne, zij werd door een bende muitende soldaten van Parijs geplun derd en verwoest. Toen net volk in opstand kwam, was de koning hier met zyn nof en lijfwacht heengeulucht. Wat de reden was van den opstand, weet ik niet meer, maar men vertelt dat hij in de groote feestzaal boven met het zwaard in de hand stierf als een dapper edelman en vele ridaers en adellyke dames gingen tegelijk met ïiem den dood in. Toen werd het kasteel aan de bijl en aan de fakkel overgelaten en bleef er niets van over dan een hoop grijze steenen" „En den naam, kunt gij mij dien ook zeg gen?" „Roisel maar ga mee, wij kunnen onzen tijd hier niet blijven verpraten. Neem die gang voor uw rekening, dan cnoerzoek ik deze. Wees op uw hoede, het is neusch geen kinderspel, ofschoon ik niet geloof dat de dui vels hier huizen." Hij verdween den kant uit dien ik hem had aangewezen, terwijl ik den anderen kant koos, maar toen wij weer bij elkaar stonden, had geen van ons tweeën iets bijzonders te ver tellen, behalve dan dat hij het verroeste bo vendeel van een oude strijdbijl had gevonden. Er waren nog een paar kleine zijgangetjes, die wij ook onderzochten, en daarna kwamen de keukens en de proviandkamers aan de beurt. Van de proviandkamers was niet veel meer over, maar de keukens waren er beter aan toe, al hadden ook zij veel van het vuur te lijden gehad. Ze waren heel ruim en sche nen den laatsten tijd niet meer gebruikt te zijn. Er waren twee groote stookplaatsen in, maar de beide schoorsteenen waren ver stopt door allerlei neergevallen steenen en de vloeren lagen vol asch. Geen enkele voetafdruk viel hier waar te nemen en wy begrepen dan ook onmiddel lijk, dat er In jaren geen sterveling geweest was. De vensters, van ijzeren staven voor zien, waren niet zoo hoog als die aan den voorkant, en nieuwsgierigheid dreef mij er heen om een blik op de*) binnenplaats er onder te kunnen slaan. Eerst zag ik niets anders dan den grijzen steenen buitenmuur, die op verschillende plaatsen was afgebrokkeld en waar door heen ik de met bosschen bedekte heuvels kon zien. In de spleten hadden zich allerlei struiken vastgezet en er boven uit staken de boomen, die zoo echt volkomen bij de oude ruïne pasten. Daarop bleven mijn oogen op een ge bouwtje van één verdieping rusten; de mu ren waren van steen en het dak van stroo. Juist het dak, dat eerst kort met nieuw riet scheen gedekt, had het eerst mijn aandacht getrokken en ik had er dan ook wel een volle minuut op staan staren voor ik een groep mannen, die in het schrale licht maar nauwelijks zichtbaar waren, voor ds deur zag staan. Een groep struiken onttrok hen eenigszins aan het oog en als niet een van de mannen overeind was gerezen en de deur was ingegaan, dan betwijfel ik of ik hen zelfs wel zou hebben opgemerkt. Met de hand wenkte ik mijn kameraad naast mij te komen staan. „Zie daar eens," zei ik, „bij de groote bres in den muur, daar zit een dozijn man nen om een vuurtje heen." Wy tuurden beiden een poos naar de groep en ik hoorde zijn adem snel gaan. „Ha!" uitte hy ten slotte zijn verbazing, „dat zijn de schurken. Achter dat gebouw tje heeft de muur zeker een flinke opening. Kunt gij ze goed zien? Myn oogen zyn niet, scherp genoeg." „Maar slecht, toch zie ik dat het geen soldaten zijn. De man, die naar binnen ging, had echter de uniform der cavalerie aan hij komt weer terug zeker de aanvoerder." De hand van Cassier drukte zwaar op myn arm. „Het is dezelfde ruwe schurk, die mij hier heeft gebracht," fluisterde hij my toe. „Kunt gij de anderen tellen?" „Voor zoover ik zien kan, tien, maar het is heel goed mogelijk, dat er nog meer zyn. Ha! daar komt er nog een een bode." Deze, tenger als een jongen, alleen met een versleten hemd en een gescheurde broek gedekt, bleef pratend en gesticuleerend voor den aanvoerder staan. De woorden waren niet te verstaan, wij konden eigenlijk maar nauwelijks hooren dat er gesproken werd. Als antwoord daarop gaf de reus eenige korte bevelen en drie mannen verlieten on middellijk de groep en verdwenen, tegelijk met den bode. De leider bleef achteloos tegen de deur leunen. Ik keerde mij om en keek Cassier in het gezicht. „En hoe verklaart gij dit alles, Mon sieur?." vroeg hü. „Wel, op deze manier. Het kasteel wordt door deze schurken als hoofdkwartier ge bruikt, waar zij zich voor achtervolging schuil houden en hun gevangenen opslui ten. Zij voelen zich hier volkomen veilig, want het kasteel staat natuurlijk bekend als een plaats waar het spookt, en geen mensch uit de buurt zal zich zelfs maar in de nabijheid durven wagen. Daarom dan ook is er geen wacht by de groote poort noodig. Als zij onraad vreezen, gaan zij zelf voor spook spelen. Hier tegenover ons is natuurlijk het hoofdkantoor van de bende." „En wat zullen we nu gaan beginnen?" „Eenvoudig ons onderzoek voortzetten. Zoudt gij dan gevangenen hulpeloos in hun handen willen achterlaten? Er moeten er hier nog meer verborgen zijn om eens iemand te noemen, de vrouw, bijvoorbeeld. Het zal het veiligst voor ons zijn met ver trekken te wachten tot het donker is; de neger komt u toch maar eenmaal per dag opzoeken?" „Meest wel.... maar wie zal zeggen?" „Die kans moeten wij wagen. Deze kerels beneden hebben niet de minste achterdocht en zullen ook wel het een of ander plan hebben. Als er hier beneden al volstrekt geen wacht is, dan behoeven wij ook niet hang te zijn dat er hier boven een is. Het lijkt mij het verstandigst zoo lang mogelijk van het schrale daglicht te profiteeren." Ik keek weer naar de groep en lette er eigenlijk niet eens op wat de man ant woordde, vast overtuigd als ik was dat hy mij trouw zou blijven. De forsche aanvoer der was in het gebouwtje verdwenen, maar de anderen bleven om het vuur gehurkt en uit hun houding en hun manier van doen viel gemakkelijk op te maken, dat zij zich volkomen gerust voelden. Er bestond geen enkele reden waarom wij naar hen zouden blijven kijken. Zonder eenige tegenwerping volgde Cas sier mij weer naar de gang, naar de groote trap. Hij las natuurlijk wel in mijn oogen, dat ik vast besloten was mijn wil door te zetten en het zal hem wel niet bijzonder hebben toegelachen daar alleen achter te blijven. Maar wat dan ook zijn motief om den tocht verder voort te zetten, moge geweest zijn, bij mij was het niet nieuws gierigheid alleen. Ik verwachtte boven de zelfde wanhopige eenzaamheid aan te treffen, belichaamd in die op cellen gelij kende vertrekken, dezelfde grauwe steenen muren, door het vuur geblakerd, dezelfde vloeren, bedekt met het stof van eeuwen. «Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 9