DR. BRUENING VERDEDIGT ZIJN
BELEID
TWEEDE BLAD
WOENSDAG 14 OCTOBER 1931
BLADZIJDE 1
DE MITTOVOS"
cBelangrijke zitting, van den Rijksdag
Ontwikkeling van het economisch program
STADSNIEUWS
- - -
Buitengewone belangstelling
De belangstelling voor de eerste zitting
van den Duitschen Rijksdag na het zomer
reces en na de door politieke oorzaken ge
volgde verdaging was buitengewoon groot.
Tegen kwart vóór drie was de zittingzaal
bijna geheel gevuld. De publieke en gereser
veerde tribunes waren tot de laatste plaats
bezet. In de diplomaten-loges zag men ver
scheidene vertegenwoordigers van de buiten-
landsche mogendheden. Op de plaats van
den gedurende het reces overleden nationaal-
socialistischen afgevaardigde Gemeinder
prijkte een met rouwfloers omhulde ruiker
rozen, terwijl ook op de plaats van den
overleden Centrum-afgevaardigde Kerp roode
rozen waren neergelegd.
Op de regeeringsbanken hadden de Rijks
kanselier en alle leden van het Rijkskabi-
net plaats genomen.
Aanvankelijk waren er nog slechts weinig
leden der nationale oppositie, Duitsch-
nationalen en nationaal-socialisten, in de
zaal, terwijl de communisten in het geheel
nog niet aanwezig waren.
De opening door Loebe
Te drie uur precies liet president Loebe
den hamer vallen en verklaarde de zitting
voor geopend. Hij herdacht de beide overle
den afgevaardgiden Gemeinder en Kerp,
waarbij de leden zich van hun zetel ver
hieven. Voorts deelde hij mede, dat zes
Rijksdagafgevaardigden gedurende het reces
hun mandaat hebben neergelegd en door
andere afgevaardigden zijn vervangen.
Een communistisch voorstel van orde, dat
alvorens met de gewone agenda te begin
nen, in behandeling kwam om het Rijks
daggebouw van politie!» te zuiveren, wordt
verworpen.
VERKLARING VAN Dr. BRUE
NING OVER HET NIEUWE
KABINET
Vervolgens was, overeenkomstig de agenda,
het woord aan dr. Bruening. Dr. Bruening
begon met het voorstellen van de nieuwe
Rijksregeering. Hij verklaarde, dat het
Rijkskabinet was aangevuld met een be
trouwbaar vertegenwoordiger van het be
drijfsleven, die in de afgeloopen maanden
de Rijksregeering als deskundige heeft ter
zijde gestaan.
DR. BRUENING
De leiding van het Rijksweerministerie
|en het Ministerie van Binnenlandsche Zaken
ligt in één hand. Meer dan ooit tevoren is
in den huidigen noodtoestand een samen
vatting van alle machtsmiddelen van den
staat noodig, vooral nu op grond van de
noodverordening de Rijkspresident verschil
lende machtsbevoegdheden heeft toegekend
tegen de gevaren en stroomingen, die den
staat trachten te bedreigen. De veiligheid
van het Rijk is voorwaarde voor de vesti
ging van het vertrouwen naar binnen en
naar buiten, en voor het politiek en econo
misch herstel, waaraan alle positieve krach
ten moeten meewerken. De leiding van de
weermacht zal de tot nog toe gevolgde prin
cipes blijven handhaven, die dit hooge Huis
bekend zijn, en een waarborg bieden, dat
dit belangrijkste machtsinstrument van den
staat te allen tijde tegen zijn taak is opge
wassen.
Het Ministerie van Justitie is in handen
gelegd van een man, die sedert een men-
schenleven den staat in de moeilijkste tijden
met bijzondere trouw en buitengewoon
resultaat heeft gediend.
Voortzetting der gevoerde politiek
De leiding van de buitenlandsche politiek
aldus dr. Briining zal in mijn hand
liggen. Ik zal de politiek die tot uiting is
gekomen in de besprekingen van de laatste
maanden en speciaal bij de jongste Duitsch-
Fransche besprekingen te Berlijn, voort
zetten. De Duitsche regeering verwacht niet
alleen heil van internationale onderhande
lingen, doch ook van buitenlandsche hulp
voor Duitschland. Aan eigen lijf heeft men
gevoeld, dat de onopgeloste politieke vraag
stukken der geheele wereld den binnen
landsche nood hebben opgedreven tot aan
de grens van het draaglijke, waardoor alle
lagen der bevolking met wanhoop zijn ver
vuld. Daarom heeft Duitschland het recht
op de volkeren der wereld een beroep te doen
om de pogingen om tot solidaire samenwer
king te komen, eindlijk in een practische
daad om te zetten. Ik geloof aldus de
Rijkskanselier dat deze gezindheid in de
afgeloopen maanden een zekeren vooruitgang
heeft geboekt.
Amerika's initiatief bracht
slechts tijdelijk hulp.
Alle volken moeten inmiddels duidelijk
voor oogen zien, (Jat meer dan ooit in het
verleden in het huidige tijdsgewricht het lot
van eiken staat met dat van zijn nabuur-
staten verbanden is. Geen staat kan op den
duur eenig werkelijk voordeel uit den nood
van een ander land verwachten. De verder
felijke gevolgen van de politieke betalingen
zonder economische tegen-prestaties hebben
de geheele wereld zonder uitzondering in
een op het oogenblik nog onafzienbare krisis
geleid. Het vooruitziende initiatief van den
president der Vereenigde Staten van Ameri
ka heeft helaas slechts een tijdelijke ver
lichting gebracht. Hoe groot de beteekenis
er van ook was en hoe dankbaar het Duit
sche volk er door gestemd was, reeds de on
zekerheid inzake de kwestie der politieke be
talingen, oefent een voortdurende verlam
mende werking op het internationale econo
mische en financieele verkeer. Directe en
openlijke gedachtenwisseling moet den weg
naar daadwerkelijke solidariteit effenen,
want de mogelijkheid moet gevonden worden
cm een duidelijke en eerlijke stemming tus-
schen de nabuurstaten te scheppen.
Met alle begrip voor de levensnoodzakelijk
heid der nabuurstaten en rekening daarmee
houdende, eischt Duitschland de verwezen
lijking van de grondslagen van gelijkrech-
tigheid der volkeren. De Rijkskanselier waar
schuwde tegen oplossingen voor het oogen
blik. onder den druk van den dringenden
materieelen nood. Op den duur zullen zij
ernstiger gevolgen hebben dan de huidige
toestand.
De diepgaande ontreddering van het cre-
dietwezen der geheele wereld heeft de Rijks
regeering van week tot week voor nieuwe
opgaven gesteld. Wat maanden lang bij de
beoordeeling van de economische en finan
cieele positie van een land juist was, werd
na korten tijd door de uitwerking van de
krisis in andere landen achterhaald. Het was
de taak der Rijksregeering en het zal de
taak der nieuwe regeering zijn. alle regee-
ringsmaatregelen zóó elastisch te maken,
dat zij zich bij de optredende verschijnselen
van de wereldkrisis kunnen aanpassen.
De Rijksregeering beschouwt het voor zich
zelf als een succes, dat zij tijdig en als eer
ste in de rij van groote mogendheden met
doeltreffende bezuinigingsmaatregelen voor
de openbare uitgaven en met de verlaging
der productiekosten, is begonnen. Alleen
hieraan is het te danken, dat de gezonde
grondslagen van het Duitsche volksleven on
aangetast zijn gebleven. Het voorbeeld der
Rijksregeering heeft in de geheele wereld
navolging gevonden. Men heeft erkend, dat
zij zich moedig heeft aangepast aan een
moeilijke toekomst. De Rijksregeering was
door besluiten, die hard en impopulair wa
ren, in staat juist in dezen tijd tot redding
van het particuliere bedrijfsleven voor bijna
300 millioen mark aan vlottende schulden
terug te betalen.
Economisch program voor
de komende maanden.
De val van het Engelsche Pond heeft de
Rijksregeering en de Rijksbank voor een
nieuwe taak geplaatst. Nog sterker dan in de
afgeloopen maanden is een aanpassing van
economische, financieele en sociale politiek
aan elkaar en een aanpassing van produc
tiekosten om prijsniveau aan de economische
ontwikkeling noodzakelijk. In overleg met
den Rijkspresident heeft de Rijksregeering
besloten, een Adviseerenden Economischen
Raad te benoemen, die haar terzijde zal
staan. In overleg met dezen Raad zal zoo
spoedig mogelijk een economisch program
voor de komende maanden worden uitge
werkt. Als eerste voorwaarde zal dit pro
gram hebben de handhaving van de stabili
teit van de valuta, waaraan onder geen en
kele omstandigheid getornd mag worden.
Van beslissend belang is de uitvoering van
een plan tot delging van de schulden op
korten termijn en een definitieve regeling
van het herstelvraagstuk. Overblijfselen uit
het verleden in den economischen opbouw
van Duitschland moeten sneller dan tot nog
toe worden opgeruimd. De huidige maatrege
len hebben er toe geleid, de kosten der in
dustrie te verminderen, de openbare uitga
ven te verlagen en de aan de verkeerde be
leggingen van kapitaal verbonden gevaren
voor de toekomst te beperken.
De credietverschffing, juist voor den
middenstand, de kleine en de middel
industrie, moet ook bij de bankpolitiek in de
toekomst een der voornaamste opgaven zijn.
Landbouw, grondbezit en industrie lijden on
der te hoogen rentelast. Vermindering daar
van is eveneens een middel tot verlaging
der productiekosten en zal noodzakelijk zijn
indien men niet tot een geheele ineenstorting
van het bedrijfleven wil komen.
Slechts in dit complete kader zal het
mogelijk zijn te voorkomen, dat het Duit
sche volk ten gronde gaat aan zijn sociale
politiek; de sociale politiek moet zich aan
passen aan de economische en financieele
noodzakelijkheid. Daarbij kan men het
grondwettig vastgelegde medezeggenschaps-
recht van den arbeider niet voorbijgaan. Dit
geldt vooral voor het denkbeeld van ta
rieven, dat op zich zelf gezond is en be
houden moet worden, doch dat een groo-
tere elasticiteit in zijn toepassing noodig
heeft. De tarieven moeten sneller aan de
veranderde verhoudingen worden aange
past. De grondgedachte van een goede so
ciale politiek moet juist in den huidigen
noodtoestand arbeiders en werkgevers den
plicht doen erkennen, hun aangelegenheden
gemeenschappelijk en onder zoo groot mo
gelijke eigen verantwoordelijkheid, met zoo
gering mogelijke inmenging van den staat,
te regelen.
Hand in hand hiermee moet de behande
ling van het kartelvraagstuk gaan, aan
gezien de prijsvorming snel moet worden
aangepast aan de wisselende economische
omstandigheden en de gedaalde koopkracht
in het binnenland.
Aflossing en delging van de commercieele
schulden van het volk, is niet mogelijk,
wanneer de wereldmarkt in steeds grooter
mate wordt afgesloten voor Duitsche waren.
Dat leidt tot ontreddering der wereldecono
mie. De Rijksregeering is bereid stappen
te doen om aan een dergelijke politiek te
gemoet te komen. Evenzeer is zij er echter
van overtuigd, dat de beteekenis van de
binnenlandsche markt in den komenden
tijd sterker op den voorgrond zal treden.
Ook de plannen tot bevordering en bespoe
diging van de vestiging op het land en in
de voorsteden houden verband hiermede.
Alle voorhanden zijnde productiemogelijk
heden moeten tot het uiterste worden uit
gebuit, zoodra de noodzakelijkheid bestaat
om met den deviezenvoorraad zuinig om te
springen. Beperking van den invoer zal
moeten geschieden, waar de binnenland
sche productie, speciaal de landbouw, in
voldoende mate en tegen behoorlijke prijzen
aan de behoeften kan voorzien.
Een lange en zware weg
De weg ligt duidelijk voor ons. Hij is lang
en zwaar en kan slechts tot het einde wor
den afgelegd, wanneer het volk de overtui
ging heeft, dat de lasten geleidelijk zijn
verdeeld en wanneer gerechtigheid en ver-
antwoordelijkheidsbewustzijn hersteld zijn.
Reeds lang heeft 't Duitsche volk de zwaar
ste offers gedragen. Juist, omdat het volk
bereid is de zwaarste offers te brengen,
indien het slechts een einde ziet, is het de
plicht der Rijksregeering, om elke poging
tot uitbuiting van den noodtoestand van
staat en bedrijfsleven door onwaarachige
agitatie te voorkomen. De publieke opinie
moet de zekerheid hebben, dat excessen in
den politieken strijd met kracht zullen
worden onderdrukt en dat de staat beslo
ten is de grondslagen van rust en orde te
beveiligen. Daardoor zijn door verschillende
noodverordeningen scherpe maatregelen
getroffen.
De Rijksregeering is er zich van bewust,
dat noodverordeningen en politiemaatrege
len alleen niet voldoende zijn, doch slechts
den weg kunnen vrijmaken. Zij heeft daar
bij de toegewijde hulp van een tot offers
bereid en onder moeilijke omstandigheden
plichtsgetrouw ambtenarencorps noodig.
Van overwegend belang is de ethische wil
tot nationaal zelfbehoud, tot vrijheid, doch
ook tot. zelfbedwang en offerliefde tot
het vaderland. Het dekken van dezen wil
acht de Rijksregeering haar voornaamste
taak. Het volk en vooral de jeugd moeten
beschermd worden voor de invloeden van
vernieling en vervuld worden met een geest
van vaderlandsliefde en offervaarigheid.
De Rijksregeering zal al haar krachten in
dienst stellen van deze haar voornaamste
taak tot redding van het vaderland.
Toelichtende rede van dr. Briining
Deze verklaring van den Rijkskanselier
werd door een deel van den Rijksdag met
luid applaus toegejuicht. Eenige malen was
hij onderbroken door interrupties van de
inmiddels in de zaai verschenen commu
nisten als: „I. G. Farben in de regee
ring", „Militaire dictatuur", enz.
Als toelichting verklaarde de Rijkskanse
lier na voorlezing van zijn verklaring, dat
het noodzakelijk vas opheldering te geven
voor eenige gebeurtenissen van den laatsten
tijd. De verscherping van de krisis heeft
tot een toestand geleid, die de moderne
geschiedenis der economie nog nooit heeft
gekend. Overal zag men in, dat de wereld
zich in een buitengewonen toestand be
vond. Buitengewone toestanden eischen bui
tengewone maatregelen. Wij hebben ons
aldus de Rijkskanselier sneller aan den
toestand aangepast dan andere landen. De
Duitsche regeering tieeft zich wel is waar
eerder impopulair gemaakt dan andere re
geeringen, doch zij heeft het volk daardoor
bespaard, dat het onverwachts voor geheel
revolutionneerende maatregelen kwam te
staan. Men heeft gezegd, dat ik geaarzeld
heb, maar ik vraag u waar ons volk thans
had gestaan, wanneer ik in den zomer had
toegegeven en een moratorium óf een uit
stel van betaling had aangekondigd (bijval).
Liever landverrader gescholden
dan bezinning verliezen
Ik laat mij liever eiken dag voor landver
rader uitschelden dan dat ik mijn bezinning
verlies en afwijk van den weg dien ik heb
ingeslagen. Op den dag, waarop de Rijksdag
dat van mij eischt, zal ik terstond aftreden
(bijval).
In dezen moeilijken tijd zou het een na
tionaal belang zijn dat een regeering van alle
zich van hun verantwoordelijkheid bewuste
partijen gevormd zou kunnen worden. He
laas is de vorming van zulk een regeering
uitgesloten. In de moeilijkste tijden zijn
onze partijen niet tot samenwerking bereid,
doch richten zij zich liever tegen elkaar in
plaats van in eenvoudige plichtsvervulling
voor geheel Duitschland naast elkaar te
staan. Daarom heb ik besloten een regee-
nng te vormen, die nog onafhankelijker van
partijen en fractiebesluiten is dan de vorige.
Het volk is in dezen moeilijken tijd niet ge
diend door de vormen van politieken strijd,
die zich op het congres te Harzburg hebben
getoond en die ook niet de kans van slagen
van een andere Rijksregeering kunnen waar
borgen. Wanneer men een paniekstemming
veroorzaakt over den toestand van de Rijks
bank dan vernietigt men ook den grondslag
van een komende regeering (bijval). Ik wijs
alle uitlatingen af die het geloof van het
volk in zijn valuta kunnen doen wankelen.
De Duitsche Rijksbank heeft niets te ver
bergen. Het zou verleidelijk voor de regee
ring zijn de eischen van rechts te volgen,
wanneer zij zich populair wilde maken. Een
regeering die de mark afhankelijk maakt van
de ontwikkeling van het Engelsche pond
heeft geen noodverordeningen noodig (een
interruptie van de communisten: „Maak de
mark liever afhankelijk van den Sovet-Roe-
bel", veroorzaakt groote vroolijkheid).
Bij het aanvaarden van het ambt van
Rijkskanselier aldus Dr. Briining heb
ik tot een economisch deskundige gezegd:
„Ik weet dat de taak, die ik thans op mij
neem voor 90 pet. verloren is." Dat was niet
de schuld van 't kabinet Hermann Müller,
doch schuld waren de fouten, die de open
bare lichamen en een deel van 't particuliere
bedrijfsleven hebben gemaakt. Er is, een
credietinflatie uit het buitenland ingetreden,
die het gezonde menschenverstand heeft be
neveld en een sluier over alle dingen heeft
gespreid.
Op een interruptie van den Duitsch-Natio-
nalen afgevaardigde Dr. Quaatz antwoordt
de Rijkskanselier: „Indien u in het jaar 1927
zoudt geholpen hebben zouden indertijd de
bezoldigingsverordeningen niet tot stand zijn
gekomen." (tegenwerpingen van Dr. Quaatz.)
Saneering bedrijfsleven noodzakelijk
De Kanselier legde er voorts den nadruk
op, dat de fouten der publieke instanties ge
makkelijker worden goed gemaakt dan die
in het particuliere bedrijf. Daarom wil de
Rijksregeering er met noodverordening naar
streven het particuliere bedrijf weer op ge
zonde basis te brengen. Gebeurtenissen als
bij de Favag en de Nordwolle mogen niet
weer voorkomen (instemming). Door con
trole op de banken en zekere inmenging in
het kartelwezen heeft de Regeering eenige
aanvallen te verduren gehad. Het is evenwei
juist het belang van het bedrijfsleven bij het
volk niet den indruk te doen postvatten, dat
het particuliere bedrijfsleven zich niet lan
ger kan handhaven. Wanneer door eenige
organen der rechterzijde de schuld aan de
bankcrisis zelfs op de regeering wordt gela
den, zou ik hierop willen antwoorden:
„Weest voorzichtig, want anders zou ik van
deze tribune af wel eens zeer duidelijke taai
kunnen spreken. (Interruptie der communis
ten: Wat hebt u dan voor geheimen met de
rechterzijde?) Wanneer de rechterzijde te
gen de Noodverordening stormloopt aldus
Dr. Briining zou het mij van politiek
standpunt bezien zeer interessant voorko
men te aanschouwen, hoe de Nationaal-
Socialisten een verwerping der Noodverorde
ningsbepalingen inzake de bankcontröle of
de verlaging der hooge pensioenen zouden
willen verantwoorden. Aan den anderen kant
moet ik, ter eere van de Duitsche banken
verklaren, dat men niet haar organisaties of
haar bedrijf verantwoordelijk kan stellen
voor de bankcrisis. Wanneer in een tijd van
buitengewonen nood een algemeene run op
de banken begint, dan is zelfs het gezondste
instituut daar niet tegen opgewassen. Ter
saneering van het bedrijfsleven is een werk
gemeenschap noodzakelijk van werkgevers en
werknemers.
Beide groepen moeten haar program daar
voor indienen. Het is zeer zeker niet wen-
schelijk, wanneer het bedrijfsleven aan zijn
plan een program verbindt, dat er toe zou
kunnen leiden dat de werknemers zich daar
tegen in een eenheidsfront vereenigen. Het
gaat niet aan, dat men slechts en uitslui
tend een saneering verwacht van steeds ver
dere loonsverlagingen. Het is thans zoo, dat
mijn taak niet meer voor 90 pet. verloren is,
maar dat de verhouding van slagen en falen
reeds 50 tegen 50 is.
Maatregelen voor den a.s. winter
De partijen moeten zich eenmaal, slechts
voor enkele maanden met elkaar verstaan,
tot door een internationale oplossing een
kalmeering is ingetreden. Indien dat niet
mogelijk zal zijn, is de regeering besloten
haar politiek te verdedigen, en wel niet meer
dan zij haar in de afgeloopen wintermaan
den heeft moeten verdedigen. Met verheu
genis kan de Rijksregeering zeggen, dat de
volgende winter onder alle omstandigheden
zal kunnen worden doorgekomen. Het be
drijfsleven is in zijn wezen gezond. Voor de
financiën zijn voorzorgen getroffen en het
zou wel merkwaardig moeten loopen, indien
het volk dezen winter niet zou doorkomen.
Wij zijn besloten de dingen door te zetten
tot het oogenblik waarop door een interna
tionale samenwerking datgene komt wat ko
men moet, wanneer niet de geheele wereld
in den nood wil ondergaan.
Door kritiek, verwijten en kwaadsprekerij
aldus besluit de Rijkskanselier laat ik
mij niet van de wijs brengen. Ik sta voor u,
ik heb u mijn program uiteengezet. Gij, de
partijen, draagt thans de verantwoordelijk
heid voor wat komen zal. (Levendige bijval
bij de partijen van het midden. De commu
nisten roepen in koor: Rood Front)
De president van den Rijksdag schorst een
communistisch afgevaardigde voor twee da
gen.
Vervolgens werden de beraadslagingen ver
daagd tot Woensdagmiddag 12 uur. Dan zul
len de debatten aanvangen over de Regee-
ringsverklaring.
De S.P.D. tegen de motie
van wantrouwen.
De Sociaal Democratische Rijksdagfrac
tie heeft in een Dinsdag na afloop van de
Rijksdagzitting gehouden bijeenkomst zon
der debat besloten de tegen het kabinet-
Brüning ingediende moties van wantrou
wen te verwerpen.
De redevoering van den Rijkskanselier
heeft geen aanleiding gegeven den politie
ken toestand thans anders te beoordeelen.
Op deze wijze wil de Sociaal-Democrati
sche Rijksdagfractie verhinderen, dat door
een nieuwe inflatie de kleine renteniers
klasse nog eens gedupeerd zal worden en
het bestaan der arbeidende klasse zou
worden vernietigd
Voorstellen van de soc.-democraten.
De soc. dem. Rijksdagfractie heeft een
groot aantal voorstellen ingediend ter be
spreking in den Rijksdag. Geëischt wordt
o.a.: herziening van de regelingen met de
vorsten, verscherpte vermindering der pen
sioenen en verscherpte belasting der hooge
inkomens in de particuliere industrie. Het
voorstel inzake de regelingen met de
vorsten houdt in het herzien van de geslo
ten verdragen, stopzetten van de tot dus
verre gevolgde handelwijze t.o.v. de vorsten
en machtiging voor de landen om de beta
lingen stop te zetten. Het voorstel tot ver
mindering der pensioenen eischt verminde
ring van alle pensioenen tot 12000 Mark en
verrekening van ieder verder inkomen van
meer dan 4000 Mark in de pensioenen,
waarbij deze verminderd zullen worden met
50 pet. van het overschietende bedrag.
Een verder voorstel betreft de hulp voor
den winter en verlangt het leveren van
aardappelen en kolen als supplementaire
ondersteuning. Een voorstel inzake tarief-
recht verlangt dat de rijksregeering alle
plannen en eischen tot opheffing of nutte
loos maken van het tariefrecht af zal wij
zen. De bepalingen volgens welke in de
noodverordeningen Rijk en Landen zelf
standig recht krijgen de ondersteuningsper
centages vast te stellen, moeten geschrapt
worden. Een ander voorstel keert zich te
gen de kartels, ook hervorming van het
aandeelenrecht- wordt voorgesteld, benevens
opheffing van de vermindering der huur
belasting. waarvan de opbrengst besteed
moet worden voor bouw van kleine wonin
gen.
Nat ionaal-socialistisch antwoord op
de redevoering van Briining.
In een nat.-soc. vergadering, die gister
avond georganiseerd was, heeft de Rijks
dagafgevaardigde Goering na ruggespraak
met Hiter en in uitdrukkelijke opdracht
van dezen een programmatische redevoe
ring gehouden, die in zekeren zin de be
antwoording vormt van de regêeringsver-
klaring.
Na een korte bespreking der punten van
de regeeringsverklaring, stelde de redenaar
in het licht, dat de kanselier aanvallen
gericht had op de rechtsche oppositie en
den vroegeren Rijksbankpresident. De des
kundige uiteenzettingen van Schacht zijn
echter niet ontzenuwd. Men valt Schacht
slechts aan, omdat hij in het kader van de
nationale oppositie den moed heeft te too-
nen, wat achter de coulissen geschiedt.
De eisch der nationaal-socialisten luidt:
Aftreden van de Rijksregeering!
Ten slotte verklaarde Goering in uit
drukkelijke opdracht van Hitler, dat de
partij de verantwoordelijkheid wenscht en
bereid is die geheel op zich te nemen.
Wanneer de Rijkspresident de nat.-soc.
partij in overeenstemming met de grond
wet roept, "zal aan dezen roep gevolg ge
geven worden. Hierin moet niet de zucht
naar ministersportefeuilles gezocht worden,
maar de herinnering aan de offers, de die
partij tot dusverre gebracht heeft en het
gevoel van verantwoordelijkheid voor
Duitschland.
Moties van wantrouwen der
Communisten.
De Communistische Rijksdagfractie heeft
thans eenige rrioties van wantrouwen inge
diend tegen de Rijksregeering en afzonder
lijk tegen den minister van Rijksweer en
Binnenlandsche Zaken, Gröner, voorts te
gen de ministers Stegerwald en Schiele.
In een andere motie wordt de regeering
opgewekt alle betalingen van subsidie voor
de kosten der politie aan de verschillende
landen direct te staken.
Eerste persstemmen over de redevoering.
De eerste ochtendbladen van Woensdag
houden zich reeds min of meer uitvoerig
bezig met de eerste rijksdagzitting, die geheel
in beslag genomen is door de uiteenzettingen
van den Rijkskanselier.
Onvoorwaardelijken bijval vindt Bruning
alleen in de „Germania" die zijn uiteenzet
tingen een moedige redevoering noemt,
welke de indrukwekkende rekenschap was,
die de rijkskanselier aflegde, de pers->onltjke
bekentenis van een vreesloos man die on
danks alle drijven en intriges, ondanks allen
laster en van haat vervulde agitatie vastbe
sloten is den steenigen weg van het uitslui
tend juiste en noodzakelijke verde. te gaan.
Niet in de laatste plaats heeft de redevoe
ring echter ook politiek een verheugende
helderheid gebracht. De kanselie' heeft de
partijen voor een groote historische verant
woordelijkheid gesteld.
Wij zijn overtuigd, aldus het blad dat de
meerderheid deze verantwoordelijkheid zal
inzien en in overeenstemming daarmede zal
handelen.
De „Tag" schrijft, dat het dieper liggende
doel van de groote politieke redevoering van
den kanselier was 't wankelende midden on
der druk te zetten. Er wordt weer eens een
wissel op de toekomst gepresenteerd, zooals
wij dat al zoo vaak gezien nebben. Men wil
eindelijk daden zien.
De toestand buiten in het land is anders
clan op het Hooge Huis, dee werkelijkheid
anders dan de redevoering van den rijks
kanselier. Binnen het geldende politieke
systeem was deze redevoering zonder twijfel
een prestatie. Maar juist omdat -net dit
systeem geen oplossing kan worden gevon
den, is de nationale oppositie van de zitting
weggebleven en brengt daarmede haar
standpunt op de daadwerkelijkste wijze
uiting.
De „National-liberale Korrespondenz"
spreekt over het afleggen van rekenschap.
Open, eerlijk, zakelijk voorzichtig Maar
waar waren de beslissingsvolle daden in de
zes maanden van de verdaging? Een groote
mismoedigheid heerscht. Wie, gelijk de kan
selier, den moed toont impopulair te zijn
in bijna regellooze formuleeringen, moet op
houden halverwege te blijven steken. Het
huis is niet ontkomen aan den indruk dat
een ernstig man vol verantwooidelijkbeids-
gevoel rapport uitbracht. De hoop echter,
dat hij een vastbes'oten leider zal zijn door
het donker, heeft niet veel aan kracht ge
wonnen.
De „DAZ" merkt op: Het program van dr.
Bruning is het program van een vooruitzien-
den en zich van zijn verantwoordelijkheid
bewusten man. Het heeft alleen maar de
feut, dat hij het gelooft te kunnen doorvoe
ren met de machtsconstellatie, waarop hij
moet steunen, en dat het daarmede nauwe
lijks door te voeren zal zin.
Het „Eerliner Tageblatt" noemt de rede
van Bruning een scherpen aanval en spreekt
over een diepen indruk in den Rijksdag.
Verder schrijft het blad dat niets ernstiger
zou zijn dan wanneer de regeering er niet in
slagen zou haar moeizame pogingen om nog
maals een meerderheid in het parlement
voor zich te winnen tot een goeu einde te
voeren.
Pater Venantius O.M.
Cap.
>5
Missiefilm ,>Uit Borneo's Oerland"
Deze film d-er Eerw. Paters Capucijnen
werd gistermiddag te IJmuidenOost ver
toond voor de jeugdige bevolking der scho
len. „Uit Borneo's Oerland", goedgekeurd
door den Nederlandschen Keuringsraad als
cultuur- en wetenschappelijke film, is ver
vaardigd door den sympathieken philan-
troop, den heer H. F. Tillema, uit Blcemen-
daal. Na een groot deel van zijn werkzaam
en vruchtbaar leven op Java te hebben door
gebracht, heeft deze Apotheker-Fabrikant-
Schrijver-Explorateur, die door zijn stan
daardwerken over de tropische hygiëne zich
een wereldnaam
verwierf, deze eth-
nographische film
samengesteld om de
wetenschap vooral
te dienen.
Nadat hij met
zeer veel piëteit ook
verschillende mis
siestaties filmdie,
stond hij geheel be
langeloos het ver-
tooningsrecht aan
de Paters Capucij
nen af, om hier
mede kennis en
sympathie te wek
ken in den lande
voor het pracht-volk der Dajaks, zeker!
maar tevens om het mooie beschavings
werk der Paters Capucijnen in Borneo te
steunen. Ten volle wordt in deze film be
waarheid de uitspraak die Professor L. van
Vuuren poneerde in zijn voorwoord op het
pas verschenen boek: „Borneo, het land der
Koppensnellers" van Eric Mjöberg, dat de
Dajakstammen hun wederga niet vinden in
heel den Archipel op gebied van artisticiteit.
Wanneer wij deze film aandachtig gade
slaan, met haar onuitputtelijk reservoir van
gebruiken, gewoonten, werkzaamheden, nuch
ter en zonder franje gegrepen uit het dage-
Hjksche leven dier goedmoedige oerbewoners,
dan kunnen wij ons indenken, hoe de heer
Tillema, terug in het vaderland, verklaarde:
„Ik heb heimwee gekregen naar die pracht
kerels."
Het is een film, die een zeer bepaald ca
chet draagt; en niettegenstaande haar streng
ethnographische opvatting steeds insloeg bij
de meest verschillende klassen, zcowel een
voudige plattelandsbevolking als Seminaria
en Nijmeegsche Universiteit.
Toelichting werd gegeven door den Zeer-
eerw. Pater Venantius O. M. Cap.
Lezing Pater A. G. M. Popeliel
In het gebouw der St. Josephgezellenver-
eeniging aan de Jansstraat sprak gisteravond
de Zeereerw. Pater A. G. M. Popelier der Mis
siën van Scheut.
Pater Popelier verbleef 9 jaren in de meest
Noord-Westelijke provincie van China: n.l.
Kan-su en werkte daar op de Thibetaansche
grenzen. Vervolgens na 2 lA jarig verblijf in
Holland, keerde Pater Popelier terug naar
China en werd geplaatst als missionaris in de
steppen van Zuid-West Mongolië, op de gren
zen van de Gobi-woestijn. Na een jaar daai
werkzaam te zijn geweest werd Pater Pope
lier benoemd als
Procurator der nieu
we Scheutisten Mis
sie in Noord-Shansi
waar hij ruim 3 ja
ren verbleef, toen
hij tijdens de ziek
te van Pater Ray-
makers telegrafisch
naar Holland werd
ontboden, om hier
aan de propaganda-
afdeeling in 't Mis
siehuis Sparrendaal
te Vught, te worden
verbonden in No
vember 1927. Pater pater A. G. M. Popelier
Popelier maakte in
1914 den opstand mede van de beruchte
Pei-lang-benden en werd in een gevecht
met deze roovers bijna levensgevaarlijk ge
wond.
Ook 19241926 waren zware jaren van
voortdurende gevechten tusschen Noorde
lijke en Zuidelijke troepen en ook werden de
missies telkens verontrust door de aanvallen
van groote rooverbenden.
De lezing, welke geïllustreerd werd met
lichtbeelden naar eigen genomen foto's, was
verdeeld als volgt: eerst werden behandeld
de bergen en rievieren van Noord-China,
daarna de steden en dorpen, middelen van
vervoer in de binnenlanden en vervolgens de
verschillende volkeren in de 5 Sino-Mon-
goolsche Vicariaten der Scheutisten, welke
Pater Popelier alle heeft bereisd, een opper
vlakte 120 maal grooter dan Nederland.
Daarna behandelde spreker de Chineesche
en Mongoolsche godsdiensten, om vervol
gens te eindigen met een exposé der werk
zaamheden in de Missie en van het leven
van den Missionaris in Noord-China en in
de Mongoolsche steppen.
Columbia, Haïti en Vancouver
In het R. K. Vereenigingsgebouw aan den
Heerenweg te Heemstede hield de zeereerw.
pater A. Maassen (Montfortaan) gisteren
middag een lichtbeelden voordracht over: a.
Columbia onder de Indianen' b. Haïti onder
de negers; c. Vancouver onder de roodhui
den.
In een eerste gedeelte werd tic reis even
tjes nagegaan met een Oceaan-stoomer, mo
torboot op de rivier en eindelijk trein en
paard. We zijn dan in de boven-Missie Vil-
lavicencio, den zetel van den Apost. Vicaris
Mgr. Guiot. De bewoners zijn in de Lhanos
half beschaafd katholiek, maar zeer liberaal
getint, Het is geen echt Missieland, ofschoon
het zwaar werk is met een 24 priesters het
groote vicariaat te bedienen.
In het tweede gedeelte zagen we de echte
Missie onder de Indianen van het Vaupes-
gebied, gelegen in de Amazonenstreek, tus
schen Columbia en Brazilië. Daar wonen
echte, ras-wilde roodhuiden. Na de gevaar
lijke reis van 6 weken op een kano door
bërgstroomen en watervallen beschreven te
hebben en deze reis met beelden toelichtend,
maken we kennis met de gewoonten en ze
den der Indianen. De plaatjes toonden de
verschillende posten gestichr, in de Vaupes,
met kerken en scholen en de leerlingen, pa
ters en zusters. Alle kinderen tot 14 jaar zijn
gedoopt. De volwassenen bleven langen tijd
onverschillig wat het doopsel betreft, kwa
men echter wel ter kerk. Nu echter gaat
alles zijn gewonen gang.
Via Canada, langs de verschillende resi
denties der P. P. Montfortanen ringen we
vervolgens naar het eiland Vancouver.
We vinden er niet meer den romantischen
Indiaan, zooals wij hem kennen uit onze
leesboeken, maar een armen Indiaan, zonder
wilskracht, lui en smerig. Ze leven in hutten
langs de zee of de rivieren. De mannen doo-
den hun tijd met vischvangst, de vrouwen
met breien, dekens breien vooral, die als
kleeding dienen in den winter en als prijs
gegeven worden op hun groote dansfeesten,
de potlach. Zoo'n dans werd met woord en
beeld toegelicht, evenals de ouderwetsche
bruiloften. De groote tegenstander van den
Missionaris is de too venaar-medicijnman.
Zijn kunstenmakerij wordt ook verklaard en
op 't doek getoond.
In een tweede deel werden hun godsdienst
en godsdienstige gebruiken behandeld.
Volgens 't geloof der Indianen leveü de
geesten overal, op rivieren en meren, boomen
en bloemen. Vooral echter in dieren en
vogels, vandaar de leer van het totemisme.
Het woord totem beteekent: beschermgeest.
Zoo'n totem krijgt de jonge Indiaan op 14-
jarigen leeftijd. Dan wordt hij geïnitieerd.
Alleen trekt hij het woud in een 14 dagen
lang. Plots ziet hij in zijn droomen het dier,
dat zijn totem zal zijn. Het is een wolf, een
buffel, een hert enz. Hij draagt nu diens
naam en diens teeken.
Zoo bestaan ook nog familietotems.
Eindelijk een bezoek aan een tweede India
nen-reserve Kuper Island, een echte reserve,
waar alléén Indianen leven en mogen leven.
Geen blanken, behalve de paters en zusters
hebben recht daar te wonen
De paters Montfortanen besturen er een
Indianenschool waar de jonge Indianen een
ambacht kunnen leeren. Er naast een huis
houdschool voor de meisjes, bestuurd door
zusters.
Tot slot volgde een aansporing tot gebed
voor den Missionaris en de hem toevertrouw
de kudde.
In Afrika's binnenland.
In het Mittovosgbouw sprak gisteravond
de Zeereerw. Pater Dr. B. Zuure der Witte Pa
ters van Kardinaal Lavigerie over: „Het le
ven en den Missie-arbeid in Afrika's binnen
land."
Deze Witte Pater die jarenlang werken
mocht onder de negers van het hartje van
Afrika noodigde zijn toehoorders uit tot een
uitstapje naar zijn missiegebied.
In het eerste gedeelte gingen we een beetje
rondkaravanen, rondkijken en rondluisteren
in het donkere binnenland van Afrika, in
het geheimzinnige gebied der groote meren.
We zagen dragers door de pori trekken. We
hoorden hun zangen, terwijl ze gingen dcor
den lichten blijen morgen. We volgden ze
over keiige bergpaadjes. Breede rivieren
gingen ze óver op wapperende brugjes, drab
bige moerassen moesten ze door.
We maakten ont-
noetingen mede
met wilde dieren en
liertjes met de
swarte en bruine
oewoners des lands.
Rustend in het
lamp werden we
/ergast op het lied
der maalsteenen, de
wiegeliedjes der ne
gervrouwen, op bier
liedjes en het lied
der zwarte boots
lui
Kortom de cau
seur trachtte een
blik te doen wer
pen in het wondere, vreemde maar toch
menschelijke lijfs- en geestesleven der nog
zoo onbekende en toch zoo kennenswaardige
zwarte bewoners van het donkere werelddeel.
Na de pauze bezochten we de missiën, die
de mannen van Kardinaal Lavigerie hebben
in die gebieden. We hoorden de geschiedenis
van het worden en groeien en bloeien dier
missiën. We hoorden vertellen van het
stichten van een post. Hoe de Paters en
Broeders hun best doen om de menschen te
winnenHoe ze bouwen, werken en win
nen. Er werd ons een idee gegeven van de
heerlijke resultaten die reeds bereikt zijn,
van den heerlijk te velde staanden rijken
oogst van zielenEr werd ons verteld van
het leven der gekristende negers. Een beeld
werd gegeven van het licht en donker in het
leven van den missionaris en tot slot werd
ons voorgesteld de liefste zwarte man van
heel Afrika, de Afrikaansche Van Gend en
Loos, de man met de post uit het Vader
land."
De causerie werd opgeluisterd door licht
beelden en negermuziek
Missiewerk op Porto-Rico.
De Zeereerw. Pater R. Th. Hagemans O.P.,
Procurator der Hollandsche Dominicanen-
Missies, sprak gisteravond, in het R. K. Ver
eenigingsgebouw te Spaamwoude aan de Lie
over „Een kwart-eeuw missiewerk op Porto-
Rico bij aardbeving en cycloon".
De Orde der Dominicanen werd gesticht in
het jaar 1216. Reeds vanaf het ontstaan der
Orde stond het Missiewerk altijd als een der
eerste punten op het werkprogram van de
predikbroeders.
Ook de Hollandsche Provincie nam, zoo
dra de krachten het maar eenigszins toe
lieten, het Missiewerk krachtdadig ter hand.
In het jaar 1868 werd aan de Hollandsche
Dominicanen het Missiegebied op de eilan
den der kolonie Curasao toevertrouwd. Een
nieuw arbeidsveld werd hun in het jaar 1904
aangewezen op het eiland Porto-Rico, waar
zij nu dus ruim een kwart-eeuw werkzaam
zijn. In het geheel werken thans ruim 70
Hollandsche Dominicanen in de diverse Mis
sie-gebieden der Hollandsche Provincie.
Hun arbeid op
het eiland Porto-
Rico ging in deze
afgeloopen 25 jaren
met groote moei
lijkheden gepaard.
Het eiland is bui
tengewoon rijk aan
natuurschoon, doch
bitter arm zijn de
menschen in het
bovennatuurlijke.
Vooral de eerste
jaren zagen de
Missionarissen heel
weinig vrucht van
hun werk, het volk
was onverschillig Pater Hagemans O.P.
voor het godsdienstige. Lanzamerhand ech
ter werd hun pogen met succes beloond,
doch toen ondervonden rij grooten tegen
slag van de natuur-elementen. Want Porto-
Rico is het land van aardbevingen en cy
clonen.
De aardbeving van October 1918 kwan»
in 30 seconden tijds de geheele Missie
Pater Dr. B. Zuure