DR. BRUENING VERDEDIGT ZIJN BELEID TWEEDE BLAD WOENSDAG 14 OCTOBER 1931 BLADZIJDE 1 DE MITTOVOS" cBelangrijke zitting, van den Rijksdag Ontwikkeling van het economisch program STADSNIEUWS - - - Buitengewone belangstelling De belangstelling voor de eerste zitting van den Duitschen Rijksdag na het zomer reces en na de door politieke oorzaken ge volgde verdaging was buitengewoon groot. Tegen kwart vóór drie was de zittingzaal bijna geheel gevuld. De publieke en gereser veerde tribunes waren tot de laatste plaats bezet. In de diplomaten-loges zag men ver scheidene vertegenwoordigers van de buiten- landsche mogendheden. Op de plaats van den gedurende het reces overleden nationaal- socialistischen afgevaardigde Gemeinder prijkte een met rouwfloers omhulde ruiker rozen, terwijl ook op de plaats van den overleden Centrum-afgevaardigde Kerp roode rozen waren neergelegd. Op de regeeringsbanken hadden de Rijks kanselier en alle leden van het Rijkskabi- net plaats genomen. Aanvankelijk waren er nog slechts weinig leden der nationale oppositie, Duitsch- nationalen en nationaal-socialisten, in de zaal, terwijl de communisten in het geheel nog niet aanwezig waren. De opening door Loebe Te drie uur precies liet president Loebe den hamer vallen en verklaarde de zitting voor geopend. Hij herdacht de beide overle den afgevaardgiden Gemeinder en Kerp, waarbij de leden zich van hun zetel ver hieven. Voorts deelde hij mede, dat zes Rijksdagafgevaardigden gedurende het reces hun mandaat hebben neergelegd en door andere afgevaardigden zijn vervangen. Een communistisch voorstel van orde, dat alvorens met de gewone agenda te begin nen, in behandeling kwam om het Rijks daggebouw van politie!» te zuiveren, wordt verworpen. VERKLARING VAN Dr. BRUE NING OVER HET NIEUWE KABINET Vervolgens was, overeenkomstig de agenda, het woord aan dr. Bruening. Dr. Bruening begon met het voorstellen van de nieuwe Rijksregeering. Hij verklaarde, dat het Rijkskabinet was aangevuld met een be trouwbaar vertegenwoordiger van het be drijfsleven, die in de afgeloopen maanden de Rijksregeering als deskundige heeft ter zijde gestaan. DR. BRUENING De leiding van het Rijksweerministerie |en het Ministerie van Binnenlandsche Zaken ligt in één hand. Meer dan ooit tevoren is in den huidigen noodtoestand een samen vatting van alle machtsmiddelen van den staat noodig, vooral nu op grond van de noodverordening de Rijkspresident verschil lende machtsbevoegdheden heeft toegekend tegen de gevaren en stroomingen, die den staat trachten te bedreigen. De veiligheid van het Rijk is voorwaarde voor de vesti ging van het vertrouwen naar binnen en naar buiten, en voor het politiek en econo misch herstel, waaraan alle positieve krach ten moeten meewerken. De leiding van de weermacht zal de tot nog toe gevolgde prin cipes blijven handhaven, die dit hooge Huis bekend zijn, en een waarborg bieden, dat dit belangrijkste machtsinstrument van den staat te allen tijde tegen zijn taak is opge wassen. Het Ministerie van Justitie is in handen gelegd van een man, die sedert een men- schenleven den staat in de moeilijkste tijden met bijzondere trouw en buitengewoon resultaat heeft gediend. Voortzetting der gevoerde politiek De leiding van de buitenlandsche politiek aldus dr. Briining zal in mijn hand liggen. Ik zal de politiek die tot uiting is gekomen in de besprekingen van de laatste maanden en speciaal bij de jongste Duitsch- Fransche besprekingen te Berlijn, voort zetten. De Duitsche regeering verwacht niet alleen heil van internationale onderhande lingen, doch ook van buitenlandsche hulp voor Duitschland. Aan eigen lijf heeft men gevoeld, dat de onopgeloste politieke vraag stukken der geheele wereld den binnen landsche nood hebben opgedreven tot aan de grens van het draaglijke, waardoor alle lagen der bevolking met wanhoop zijn ver vuld. Daarom heeft Duitschland het recht op de volkeren der wereld een beroep te doen om de pogingen om tot solidaire samenwer king te komen, eindlijk in een practische daad om te zetten. Ik geloof aldus de Rijkskanselier dat deze gezindheid in de afgeloopen maanden een zekeren vooruitgang heeft geboekt. Amerika's initiatief bracht slechts tijdelijk hulp. Alle volken moeten inmiddels duidelijk voor oogen zien, (Jat meer dan ooit in het verleden in het huidige tijdsgewricht het lot van eiken staat met dat van zijn nabuur- staten verbanden is. Geen staat kan op den duur eenig werkelijk voordeel uit den nood van een ander land verwachten. De verder felijke gevolgen van de politieke betalingen zonder economische tegen-prestaties hebben de geheele wereld zonder uitzondering in een op het oogenblik nog onafzienbare krisis geleid. Het vooruitziende initiatief van den president der Vereenigde Staten van Ameri ka heeft helaas slechts een tijdelijke ver lichting gebracht. Hoe groot de beteekenis er van ook was en hoe dankbaar het Duit sche volk er door gestemd was, reeds de on zekerheid inzake de kwestie der politieke be talingen, oefent een voortdurende verlam mende werking op het internationale econo mische en financieele verkeer. Directe en openlijke gedachtenwisseling moet den weg naar daadwerkelijke solidariteit effenen, want de mogelijkheid moet gevonden worden cm een duidelijke en eerlijke stemming tus- schen de nabuurstaten te scheppen. Met alle begrip voor de levensnoodzakelijk heid der nabuurstaten en rekening daarmee houdende, eischt Duitschland de verwezen lijking van de grondslagen van gelijkrech- tigheid der volkeren. De Rijkskanselier waar schuwde tegen oplossingen voor het oogen blik. onder den druk van den dringenden materieelen nood. Op den duur zullen zij ernstiger gevolgen hebben dan de huidige toestand. De diepgaande ontreddering van het cre- dietwezen der geheele wereld heeft de Rijks regeering van week tot week voor nieuwe opgaven gesteld. Wat maanden lang bij de beoordeeling van de economische en finan cieele positie van een land juist was, werd na korten tijd door de uitwerking van de krisis in andere landen achterhaald. Het was de taak der Rijksregeering en het zal de taak der nieuwe regeering zijn. alle regee- ringsmaatregelen zóó elastisch te maken, dat zij zich bij de optredende verschijnselen van de wereldkrisis kunnen aanpassen. De Rijksregeering beschouwt het voor zich zelf als een succes, dat zij tijdig en als eer ste in de rij van groote mogendheden met doeltreffende bezuinigingsmaatregelen voor de openbare uitgaven en met de verlaging der productiekosten, is begonnen. Alleen hieraan is het te danken, dat de gezonde grondslagen van het Duitsche volksleven on aangetast zijn gebleven. Het voorbeeld der Rijksregeering heeft in de geheele wereld navolging gevonden. Men heeft erkend, dat zij zich moedig heeft aangepast aan een moeilijke toekomst. De Rijksregeering was door besluiten, die hard en impopulair wa ren, in staat juist in dezen tijd tot redding van het particuliere bedrijfsleven voor bijna 300 millioen mark aan vlottende schulden terug te betalen. Economisch program voor de komende maanden. De val van het Engelsche Pond heeft de Rijksregeering en de Rijksbank voor een nieuwe taak geplaatst. Nog sterker dan in de afgeloopen maanden is een aanpassing van economische, financieele en sociale politiek aan elkaar en een aanpassing van produc tiekosten om prijsniveau aan de economische ontwikkeling noodzakelijk. In overleg met den Rijkspresident heeft de Rijksregeering besloten, een Adviseerenden Economischen Raad te benoemen, die haar terzijde zal staan. In overleg met dezen Raad zal zoo spoedig mogelijk een economisch program voor de komende maanden worden uitge werkt. Als eerste voorwaarde zal dit pro gram hebben de handhaving van de stabili teit van de valuta, waaraan onder geen en kele omstandigheid getornd mag worden. Van beslissend belang is de uitvoering van een plan tot delging van de schulden op korten termijn en een definitieve regeling van het herstelvraagstuk. Overblijfselen uit het verleden in den economischen opbouw van Duitschland moeten sneller dan tot nog toe worden opgeruimd. De huidige maatrege len hebben er toe geleid, de kosten der in dustrie te verminderen, de openbare uitga ven te verlagen en de aan de verkeerde be leggingen van kapitaal verbonden gevaren voor de toekomst te beperken. De credietverschffing, juist voor den middenstand, de kleine en de middel industrie, moet ook bij de bankpolitiek in de toekomst een der voornaamste opgaven zijn. Landbouw, grondbezit en industrie lijden on der te hoogen rentelast. Vermindering daar van is eveneens een middel tot verlaging der productiekosten en zal noodzakelijk zijn indien men niet tot een geheele ineenstorting van het bedrijfleven wil komen. Slechts in dit complete kader zal het mogelijk zijn te voorkomen, dat het Duit sche volk ten gronde gaat aan zijn sociale politiek; de sociale politiek moet zich aan passen aan de economische en financieele noodzakelijkheid. Daarbij kan men het grondwettig vastgelegde medezeggenschaps- recht van den arbeider niet voorbijgaan. Dit geldt vooral voor het denkbeeld van ta rieven, dat op zich zelf gezond is en be houden moet worden, doch dat een groo- tere elasticiteit in zijn toepassing noodig heeft. De tarieven moeten sneller aan de veranderde verhoudingen worden aange past. De grondgedachte van een goede so ciale politiek moet juist in den huidigen noodtoestand arbeiders en werkgevers den plicht doen erkennen, hun aangelegenheden gemeenschappelijk en onder zoo groot mo gelijke eigen verantwoordelijkheid, met zoo gering mogelijke inmenging van den staat, te regelen. Hand in hand hiermee moet de behande ling van het kartelvraagstuk gaan, aan gezien de prijsvorming snel moet worden aangepast aan de wisselende economische omstandigheden en de gedaalde koopkracht in het binnenland. Aflossing en delging van de commercieele schulden van het volk, is niet mogelijk, wanneer de wereldmarkt in steeds grooter mate wordt afgesloten voor Duitsche waren. Dat leidt tot ontreddering der wereldecono mie. De Rijksregeering is bereid stappen te doen om aan een dergelijke politiek te gemoet te komen. Evenzeer is zij er echter van overtuigd, dat de beteekenis van de binnenlandsche markt in den komenden tijd sterker op den voorgrond zal treden. Ook de plannen tot bevordering en bespoe diging van de vestiging op het land en in de voorsteden houden verband hiermede. Alle voorhanden zijnde productiemogelijk heden moeten tot het uiterste worden uit gebuit, zoodra de noodzakelijkheid bestaat om met den deviezenvoorraad zuinig om te springen. Beperking van den invoer zal moeten geschieden, waar de binnenland sche productie, speciaal de landbouw, in voldoende mate en tegen behoorlijke prijzen aan de behoeften kan voorzien. Een lange en zware weg De weg ligt duidelijk voor ons. Hij is lang en zwaar en kan slechts tot het einde wor den afgelegd, wanneer het volk de overtui ging heeft, dat de lasten geleidelijk zijn verdeeld en wanneer gerechtigheid en ver- antwoordelijkheidsbewustzijn hersteld zijn. Reeds lang heeft 't Duitsche volk de zwaar ste offers gedragen. Juist, omdat het volk bereid is de zwaarste offers te brengen, indien het slechts een einde ziet, is het de plicht der Rijksregeering, om elke poging tot uitbuiting van den noodtoestand van staat en bedrijfsleven door onwaarachige agitatie te voorkomen. De publieke opinie moet de zekerheid hebben, dat excessen in den politieken strijd met kracht zullen worden onderdrukt en dat de staat beslo ten is de grondslagen van rust en orde te beveiligen. Daardoor zijn door verschillende noodverordeningen scherpe maatregelen getroffen. De Rijksregeering is er zich van bewust, dat noodverordeningen en politiemaatrege len alleen niet voldoende zijn, doch slechts den weg kunnen vrijmaken. Zij heeft daar bij de toegewijde hulp van een tot offers bereid en onder moeilijke omstandigheden plichtsgetrouw ambtenarencorps noodig. Van overwegend belang is de ethische wil tot nationaal zelfbehoud, tot vrijheid, doch ook tot. zelfbedwang en offerliefde tot het vaderland. Het dekken van dezen wil acht de Rijksregeering haar voornaamste taak. Het volk en vooral de jeugd moeten beschermd worden voor de invloeden van vernieling en vervuld worden met een geest van vaderlandsliefde en offervaarigheid. De Rijksregeering zal al haar krachten in dienst stellen van deze haar voornaamste taak tot redding van het vaderland. Toelichtende rede van dr. Briining Deze verklaring van den Rijkskanselier werd door een deel van den Rijksdag met luid applaus toegejuicht. Eenige malen was hij onderbroken door interrupties van de inmiddels in de zaai verschenen commu nisten als: „I. G. Farben in de regee ring", „Militaire dictatuur", enz. Als toelichting verklaarde de Rijkskanse lier na voorlezing van zijn verklaring, dat het noodzakelijk vas opheldering te geven voor eenige gebeurtenissen van den laatsten tijd. De verscherping van de krisis heeft tot een toestand geleid, die de moderne geschiedenis der economie nog nooit heeft gekend. Overal zag men in, dat de wereld zich in een buitengewonen toestand be vond. Buitengewone toestanden eischen bui tengewone maatregelen. Wij hebben ons aldus de Rijkskanselier sneller aan den toestand aangepast dan andere landen. De Duitsche regeering tieeft zich wel is waar eerder impopulair gemaakt dan andere re geeringen, doch zij heeft het volk daardoor bespaard, dat het onverwachts voor geheel revolutionneerende maatregelen kwam te staan. Men heeft gezegd, dat ik geaarzeld heb, maar ik vraag u waar ons volk thans had gestaan, wanneer ik in den zomer had toegegeven en een moratorium óf een uit stel van betaling had aangekondigd (bijval). Liever landverrader gescholden dan bezinning verliezen Ik laat mij liever eiken dag voor landver rader uitschelden dan dat ik mijn bezinning verlies en afwijk van den weg dien ik heb ingeslagen. Op den dag, waarop de Rijksdag dat van mij eischt, zal ik terstond aftreden (bijval). In dezen moeilijken tijd zou het een na tionaal belang zijn dat een regeering van alle zich van hun verantwoordelijkheid bewuste partijen gevormd zou kunnen worden. He laas is de vorming van zulk een regeering uitgesloten. In de moeilijkste tijden zijn onze partijen niet tot samenwerking bereid, doch richten zij zich liever tegen elkaar in plaats van in eenvoudige plichtsvervulling voor geheel Duitschland naast elkaar te staan. Daarom heb ik besloten een regee- nng te vormen, die nog onafhankelijker van partijen en fractiebesluiten is dan de vorige. Het volk is in dezen moeilijken tijd niet ge diend door de vormen van politieken strijd, die zich op het congres te Harzburg hebben getoond en die ook niet de kans van slagen van een andere Rijksregeering kunnen waar borgen. Wanneer men een paniekstemming veroorzaakt over den toestand van de Rijks bank dan vernietigt men ook den grondslag van een komende regeering (bijval). Ik wijs alle uitlatingen af die het geloof van het volk in zijn valuta kunnen doen wankelen. De Duitsche Rijksbank heeft niets te ver bergen. Het zou verleidelijk voor de regee ring zijn de eischen van rechts te volgen, wanneer zij zich populair wilde maken. Een regeering die de mark afhankelijk maakt van de ontwikkeling van het Engelsche pond heeft geen noodverordeningen noodig (een interruptie van de communisten: „Maak de mark liever afhankelijk van den Sovet-Roe- bel", veroorzaakt groote vroolijkheid). Bij het aanvaarden van het ambt van Rijkskanselier aldus Dr. Briining heb ik tot een economisch deskundige gezegd: „Ik weet dat de taak, die ik thans op mij neem voor 90 pet. verloren is." Dat was niet de schuld van 't kabinet Hermann Müller, doch schuld waren de fouten, die de open bare lichamen en een deel van 't particuliere bedrijfsleven hebben gemaakt. Er is, een credietinflatie uit het buitenland ingetreden, die het gezonde menschenverstand heeft be neveld en een sluier over alle dingen heeft gespreid. Op een interruptie van den Duitsch-Natio- nalen afgevaardigde Dr. Quaatz antwoordt de Rijkskanselier: „Indien u in het jaar 1927 zoudt geholpen hebben zouden indertijd de bezoldigingsverordeningen niet tot stand zijn gekomen." (tegenwerpingen van Dr. Quaatz.) Saneering bedrijfsleven noodzakelijk De Kanselier legde er voorts den nadruk op, dat de fouten der publieke instanties ge makkelijker worden goed gemaakt dan die in het particuliere bedrijf. Daarom wil de Rijksregeering er met noodverordening naar streven het particuliere bedrijf weer op ge zonde basis te brengen. Gebeurtenissen als bij de Favag en de Nordwolle mogen niet weer voorkomen (instemming). Door con trole op de banken en zekere inmenging in het kartelwezen heeft de Regeering eenige aanvallen te verduren gehad. Het is evenwei juist het belang van het bedrijfsleven bij het volk niet den indruk te doen postvatten, dat het particuliere bedrijfsleven zich niet lan ger kan handhaven. Wanneer door eenige organen der rechterzijde de schuld aan de bankcrisis zelfs op de regeering wordt gela den, zou ik hierop willen antwoorden: „Weest voorzichtig, want anders zou ik van deze tribune af wel eens zeer duidelijke taai kunnen spreken. (Interruptie der communis ten: Wat hebt u dan voor geheimen met de rechterzijde?) Wanneer de rechterzijde te gen de Noodverordening stormloopt aldus Dr. Briining zou het mij van politiek standpunt bezien zeer interessant voorko men te aanschouwen, hoe de Nationaal- Socialisten een verwerping der Noodverorde ningsbepalingen inzake de bankcontröle of de verlaging der hooge pensioenen zouden willen verantwoorden. Aan den anderen kant moet ik, ter eere van de Duitsche banken verklaren, dat men niet haar organisaties of haar bedrijf verantwoordelijk kan stellen voor de bankcrisis. Wanneer in een tijd van buitengewonen nood een algemeene run op de banken begint, dan is zelfs het gezondste instituut daar niet tegen opgewassen. Ter saneering van het bedrijfsleven is een werk gemeenschap noodzakelijk van werkgevers en werknemers. Beide groepen moeten haar program daar voor indienen. Het is zeer zeker niet wen- schelijk, wanneer het bedrijfsleven aan zijn plan een program verbindt, dat er toe zou kunnen leiden dat de werknemers zich daar tegen in een eenheidsfront vereenigen. Het gaat niet aan, dat men slechts en uitslui tend een saneering verwacht van steeds ver dere loonsverlagingen. Het is thans zoo, dat mijn taak niet meer voor 90 pet. verloren is, maar dat de verhouding van slagen en falen reeds 50 tegen 50 is. Maatregelen voor den a.s. winter De partijen moeten zich eenmaal, slechts voor enkele maanden met elkaar verstaan, tot door een internationale oplossing een kalmeering is ingetreden. Indien dat niet mogelijk zal zijn, is de regeering besloten haar politiek te verdedigen, en wel niet meer dan zij haar in de afgeloopen wintermaan den heeft moeten verdedigen. Met verheu genis kan de Rijksregeering zeggen, dat de volgende winter onder alle omstandigheden zal kunnen worden doorgekomen. Het be drijfsleven is in zijn wezen gezond. Voor de financiën zijn voorzorgen getroffen en het zou wel merkwaardig moeten loopen, indien het volk dezen winter niet zou doorkomen. Wij zijn besloten de dingen door te zetten tot het oogenblik waarop door een interna tionale samenwerking datgene komt wat ko men moet, wanneer niet de geheele wereld in den nood wil ondergaan. Door kritiek, verwijten en kwaadsprekerij aldus besluit de Rijkskanselier laat ik mij niet van de wijs brengen. Ik sta voor u, ik heb u mijn program uiteengezet. Gij, de partijen, draagt thans de verantwoordelijk heid voor wat komen zal. (Levendige bijval bij de partijen van het midden. De commu nisten roepen in koor: Rood Front) De president van den Rijksdag schorst een communistisch afgevaardigde voor twee da gen. Vervolgens werden de beraadslagingen ver daagd tot Woensdagmiddag 12 uur. Dan zul len de debatten aanvangen over de Regee- ringsverklaring. De S.P.D. tegen de motie van wantrouwen. De Sociaal Democratische Rijksdagfrac tie heeft in een Dinsdag na afloop van de Rijksdagzitting gehouden bijeenkomst zon der debat besloten de tegen het kabinet- Brüning ingediende moties van wantrou wen te verwerpen. De redevoering van den Rijkskanselier heeft geen aanleiding gegeven den politie ken toestand thans anders te beoordeelen. Op deze wijze wil de Sociaal-Democrati sche Rijksdagfractie verhinderen, dat door een nieuwe inflatie de kleine renteniers klasse nog eens gedupeerd zal worden en het bestaan der arbeidende klasse zou worden vernietigd Voorstellen van de soc.-democraten. De soc. dem. Rijksdagfractie heeft een groot aantal voorstellen ingediend ter be spreking in den Rijksdag. Geëischt wordt o.a.: herziening van de regelingen met de vorsten, verscherpte vermindering der pen sioenen en verscherpte belasting der hooge inkomens in de particuliere industrie. Het voorstel inzake de regelingen met de vorsten houdt in het herzien van de geslo ten verdragen, stopzetten van de tot dus verre gevolgde handelwijze t.o.v. de vorsten en machtiging voor de landen om de beta lingen stop te zetten. Het voorstel tot ver mindering der pensioenen eischt verminde ring van alle pensioenen tot 12000 Mark en verrekening van ieder verder inkomen van meer dan 4000 Mark in de pensioenen, waarbij deze verminderd zullen worden met 50 pet. van het overschietende bedrag. Een verder voorstel betreft de hulp voor den winter en verlangt het leveren van aardappelen en kolen als supplementaire ondersteuning. Een voorstel inzake tarief- recht verlangt dat de rijksregeering alle plannen en eischen tot opheffing of nutte loos maken van het tariefrecht af zal wij zen. De bepalingen volgens welke in de noodverordeningen Rijk en Landen zelf standig recht krijgen de ondersteuningsper centages vast te stellen, moeten geschrapt worden. Een ander voorstel keert zich te gen de kartels, ook hervorming van het aandeelenrecht- wordt voorgesteld, benevens opheffing van de vermindering der huur belasting. waarvan de opbrengst besteed moet worden voor bouw van kleine wonin gen. Nat ionaal-socialistisch antwoord op de redevoering van Briining. In een nat.-soc. vergadering, die gister avond georganiseerd was, heeft de Rijks dagafgevaardigde Goering na ruggespraak met Hiter en in uitdrukkelijke opdracht van dezen een programmatische redevoe ring gehouden, die in zekeren zin de be antwoording vormt van de regêeringsver- klaring. Na een korte bespreking der punten van de regeeringsverklaring, stelde de redenaar in het licht, dat de kanselier aanvallen gericht had op de rechtsche oppositie en den vroegeren Rijksbankpresident. De des kundige uiteenzettingen van Schacht zijn echter niet ontzenuwd. Men valt Schacht slechts aan, omdat hij in het kader van de nationale oppositie den moed heeft te too- nen, wat achter de coulissen geschiedt. De eisch der nationaal-socialisten luidt: Aftreden van de Rijksregeering! Ten slotte verklaarde Goering in uit drukkelijke opdracht van Hitler, dat de partij de verantwoordelijkheid wenscht en bereid is die geheel op zich te nemen. Wanneer de Rijkspresident de nat.-soc. partij in overeenstemming met de grond wet roept, "zal aan dezen roep gevolg ge geven worden. Hierin moet niet de zucht naar ministersportefeuilles gezocht worden, maar de herinnering aan de offers, de die partij tot dusverre gebracht heeft en het gevoel van verantwoordelijkheid voor Duitschland. Moties van wantrouwen der Communisten. De Communistische Rijksdagfractie heeft thans eenige rrioties van wantrouwen inge diend tegen de Rijksregeering en afzonder lijk tegen den minister van Rijksweer en Binnenlandsche Zaken, Gröner, voorts te gen de ministers Stegerwald en Schiele. In een andere motie wordt de regeering opgewekt alle betalingen van subsidie voor de kosten der politie aan de verschillende landen direct te staken. Eerste persstemmen over de redevoering. De eerste ochtendbladen van Woensdag houden zich reeds min of meer uitvoerig bezig met de eerste rijksdagzitting, die geheel in beslag genomen is door de uiteenzettingen van den Rijkskanselier. Onvoorwaardelijken bijval vindt Bruning alleen in de „Germania" die zijn uiteenzet tingen een moedige redevoering noemt, welke de indrukwekkende rekenschap was, die de rijkskanselier aflegde, de pers->onltjke bekentenis van een vreesloos man die on danks alle drijven en intriges, ondanks allen laster en van haat vervulde agitatie vastbe sloten is den steenigen weg van het uitslui tend juiste en noodzakelijke verde. te gaan. Niet in de laatste plaats heeft de redevoe ring echter ook politiek een verheugende helderheid gebracht. De kanselie' heeft de partijen voor een groote historische verant woordelijkheid gesteld. Wij zijn overtuigd, aldus het blad dat de meerderheid deze verantwoordelijkheid zal inzien en in overeenstemming daarmede zal handelen. De „Tag" schrijft, dat het dieper liggende doel van de groote politieke redevoering van den kanselier was 't wankelende midden on der druk te zetten. Er wordt weer eens een wissel op de toekomst gepresenteerd, zooals wij dat al zoo vaak gezien nebben. Men wil eindelijk daden zien. De toestand buiten in het land is anders clan op het Hooge Huis, dee werkelijkheid anders dan de redevoering van den rijks kanselier. Binnen het geldende politieke systeem was deze redevoering zonder twijfel een prestatie. Maar juist omdat -net dit systeem geen oplossing kan worden gevon den, is de nationale oppositie van de zitting weggebleven en brengt daarmede haar standpunt op de daadwerkelijkste wijze uiting. De „National-liberale Korrespondenz" spreekt over het afleggen van rekenschap. Open, eerlijk, zakelijk voorzichtig Maar waar waren de beslissingsvolle daden in de zes maanden van de verdaging? Een groote mismoedigheid heerscht. Wie, gelijk de kan selier, den moed toont impopulair te zijn in bijna regellooze formuleeringen, moet op houden halverwege te blijven steken. Het huis is niet ontkomen aan den indruk dat een ernstig man vol verantwooidelijkbeids- gevoel rapport uitbracht. De hoop echter, dat hij een vastbes'oten leider zal zijn door het donker, heeft niet veel aan kracht ge wonnen. De „DAZ" merkt op: Het program van dr. Bruning is het program van een vooruitzien- den en zich van zijn verantwoordelijkheid bewusten man. Het heeft alleen maar de feut, dat hij het gelooft te kunnen doorvoe ren met de machtsconstellatie, waarop hij moet steunen, en dat het daarmede nauwe lijks door te voeren zal zin. Het „Eerliner Tageblatt" noemt de rede van Bruning een scherpen aanval en spreekt over een diepen indruk in den Rijksdag. Verder schrijft het blad dat niets ernstiger zou zijn dan wanneer de regeering er niet in slagen zou haar moeizame pogingen om nog maals een meerderheid in het parlement voor zich te winnen tot een goeu einde te voeren. Pater Venantius O.M. Cap. >5 Missiefilm ,>Uit Borneo's Oerland" Deze film d-er Eerw. Paters Capucijnen werd gistermiddag te IJmuidenOost ver toond voor de jeugdige bevolking der scho len. „Uit Borneo's Oerland", goedgekeurd door den Nederlandschen Keuringsraad als cultuur- en wetenschappelijke film, is ver vaardigd door den sympathieken philan- troop, den heer H. F. Tillema, uit Blcemen- daal. Na een groot deel van zijn werkzaam en vruchtbaar leven op Java te hebben door gebracht, heeft deze Apotheker-Fabrikant- Schrijver-Explorateur, die door zijn stan daardwerken over de tropische hygiëne zich een wereldnaam verwierf, deze eth- nographische film samengesteld om de wetenschap vooral te dienen. Nadat hij met zeer veel piëteit ook verschillende mis siestaties filmdie, stond hij geheel be langeloos het ver- tooningsrecht aan de Paters Capucij nen af, om hier mede kennis en sympathie te wek ken in den lande voor het pracht-volk der Dajaks, zeker! maar tevens om het mooie beschavings werk der Paters Capucijnen in Borneo te steunen. Ten volle wordt in deze film be waarheid de uitspraak die Professor L. van Vuuren poneerde in zijn voorwoord op het pas verschenen boek: „Borneo, het land der Koppensnellers" van Eric Mjöberg, dat de Dajakstammen hun wederga niet vinden in heel den Archipel op gebied van artisticiteit. Wanneer wij deze film aandachtig gade slaan, met haar onuitputtelijk reservoir van gebruiken, gewoonten, werkzaamheden, nuch ter en zonder franje gegrepen uit het dage- Hjksche leven dier goedmoedige oerbewoners, dan kunnen wij ons indenken, hoe de heer Tillema, terug in het vaderland, verklaarde: „Ik heb heimwee gekregen naar die pracht kerels." Het is een film, die een zeer bepaald ca chet draagt; en niettegenstaande haar streng ethnographische opvatting steeds insloeg bij de meest verschillende klassen, zcowel een voudige plattelandsbevolking als Seminaria en Nijmeegsche Universiteit. Toelichting werd gegeven door den Zeer- eerw. Pater Venantius O. M. Cap. Lezing Pater A. G. M. Popeliel In het gebouw der St. Josephgezellenver- eeniging aan de Jansstraat sprak gisteravond de Zeereerw. Pater A. G. M. Popelier der Mis siën van Scheut. Pater Popelier verbleef 9 jaren in de meest Noord-Westelijke provincie van China: n.l. Kan-su en werkte daar op de Thibetaansche grenzen. Vervolgens na 2 lA jarig verblijf in Holland, keerde Pater Popelier terug naar China en werd geplaatst als missionaris in de steppen van Zuid-West Mongolië, op de gren zen van de Gobi-woestijn. Na een jaar daai werkzaam te zijn geweest werd Pater Pope lier benoemd als Procurator der nieu we Scheutisten Mis sie in Noord-Shansi waar hij ruim 3 ja ren verbleef, toen hij tijdens de ziek te van Pater Ray- makers telegrafisch naar Holland werd ontboden, om hier aan de propaganda- afdeeling in 't Mis siehuis Sparrendaal te Vught, te worden verbonden in No vember 1927. Pater pater A. G. M. Popelier Popelier maakte in 1914 den opstand mede van de beruchte Pei-lang-benden en werd in een gevecht met deze roovers bijna levensgevaarlijk ge wond. Ook 19241926 waren zware jaren van voortdurende gevechten tusschen Noorde lijke en Zuidelijke troepen en ook werden de missies telkens verontrust door de aanvallen van groote rooverbenden. De lezing, welke geïllustreerd werd met lichtbeelden naar eigen genomen foto's, was verdeeld als volgt: eerst werden behandeld de bergen en rievieren van Noord-China, daarna de steden en dorpen, middelen van vervoer in de binnenlanden en vervolgens de verschillende volkeren in de 5 Sino-Mon- goolsche Vicariaten der Scheutisten, welke Pater Popelier alle heeft bereisd, een opper vlakte 120 maal grooter dan Nederland. Daarna behandelde spreker de Chineesche en Mongoolsche godsdiensten, om vervol gens te eindigen met een exposé der werk zaamheden in de Missie en van het leven van den Missionaris in Noord-China en in de Mongoolsche steppen. Columbia, Haïti en Vancouver In het R. K. Vereenigingsgebouw aan den Heerenweg te Heemstede hield de zeereerw. pater A. Maassen (Montfortaan) gisteren middag een lichtbeelden voordracht over: a. Columbia onder de Indianen' b. Haïti onder de negers; c. Vancouver onder de roodhui den. In een eerste gedeelte werd tic reis even tjes nagegaan met een Oceaan-stoomer, mo torboot op de rivier en eindelijk trein en paard. We zijn dan in de boven-Missie Vil- lavicencio, den zetel van den Apost. Vicaris Mgr. Guiot. De bewoners zijn in de Lhanos half beschaafd katholiek, maar zeer liberaal getint, Het is geen echt Missieland, ofschoon het zwaar werk is met een 24 priesters het groote vicariaat te bedienen. In het tweede gedeelte zagen we de echte Missie onder de Indianen van het Vaupes- gebied, gelegen in de Amazonenstreek, tus schen Columbia en Brazilië. Daar wonen echte, ras-wilde roodhuiden. Na de gevaar lijke reis van 6 weken op een kano door bërgstroomen en watervallen beschreven te hebben en deze reis met beelden toelichtend, maken we kennis met de gewoonten en ze den der Indianen. De plaatjes toonden de verschillende posten gestichr, in de Vaupes, met kerken en scholen en de leerlingen, pa ters en zusters. Alle kinderen tot 14 jaar zijn gedoopt. De volwassenen bleven langen tijd onverschillig wat het doopsel betreft, kwa men echter wel ter kerk. Nu echter gaat alles zijn gewonen gang. Via Canada, langs de verschillende resi denties der P. P. Montfortanen ringen we vervolgens naar het eiland Vancouver. We vinden er niet meer den romantischen Indiaan, zooals wij hem kennen uit onze leesboeken, maar een armen Indiaan, zonder wilskracht, lui en smerig. Ze leven in hutten langs de zee of de rivieren. De mannen doo- den hun tijd met vischvangst, de vrouwen met breien, dekens breien vooral, die als kleeding dienen in den winter en als prijs gegeven worden op hun groote dansfeesten, de potlach. Zoo'n dans werd met woord en beeld toegelicht, evenals de ouderwetsche bruiloften. De groote tegenstander van den Missionaris is de too venaar-medicijnman. Zijn kunstenmakerij wordt ook verklaard en op 't doek getoond. In een tweede deel werden hun godsdienst en godsdienstige gebruiken behandeld. Volgens 't geloof der Indianen leveü de geesten overal, op rivieren en meren, boomen en bloemen. Vooral echter in dieren en vogels, vandaar de leer van het totemisme. Het woord totem beteekent: beschermgeest. Zoo'n totem krijgt de jonge Indiaan op 14- jarigen leeftijd. Dan wordt hij geïnitieerd. Alleen trekt hij het woud in een 14 dagen lang. Plots ziet hij in zijn droomen het dier, dat zijn totem zal zijn. Het is een wolf, een buffel, een hert enz. Hij draagt nu diens naam en diens teeken. Zoo bestaan ook nog familietotems. Eindelijk een bezoek aan een tweede India nen-reserve Kuper Island, een echte reserve, waar alléén Indianen leven en mogen leven. Geen blanken, behalve de paters en zusters hebben recht daar te wonen De paters Montfortanen besturen er een Indianenschool waar de jonge Indianen een ambacht kunnen leeren. Er naast een huis houdschool voor de meisjes, bestuurd door zusters. Tot slot volgde een aansporing tot gebed voor den Missionaris en de hem toevertrouw de kudde. In Afrika's binnenland. In het Mittovosgbouw sprak gisteravond de Zeereerw. Pater Dr. B. Zuure der Witte Pa ters van Kardinaal Lavigerie over: „Het le ven en den Missie-arbeid in Afrika's binnen land." Deze Witte Pater die jarenlang werken mocht onder de negers van het hartje van Afrika noodigde zijn toehoorders uit tot een uitstapje naar zijn missiegebied. In het eerste gedeelte gingen we een beetje rondkaravanen, rondkijken en rondluisteren in het donkere binnenland van Afrika, in het geheimzinnige gebied der groote meren. We zagen dragers door de pori trekken. We hoorden hun zangen, terwijl ze gingen dcor den lichten blijen morgen. We volgden ze over keiige bergpaadjes. Breede rivieren gingen ze óver op wapperende brugjes, drab bige moerassen moesten ze door. We maakten ont- noetingen mede met wilde dieren en liertjes met de swarte en bruine oewoners des lands. Rustend in het lamp werden we /ergast op het lied der maalsteenen, de wiegeliedjes der ne gervrouwen, op bier liedjes en het lied der zwarte boots lui Kortom de cau seur trachtte een blik te doen wer pen in het wondere, vreemde maar toch menschelijke lijfs- en geestesleven der nog zoo onbekende en toch zoo kennenswaardige zwarte bewoners van het donkere werelddeel. Na de pauze bezochten we de missiën, die de mannen van Kardinaal Lavigerie hebben in die gebieden. We hoorden de geschiedenis van het worden en groeien en bloeien dier missiën. We hoorden vertellen van het stichten van een post. Hoe de Paters en Broeders hun best doen om de menschen te winnenHoe ze bouwen, werken en win nen. Er werd ons een idee gegeven van de heerlijke resultaten die reeds bereikt zijn, van den heerlijk te velde staanden rijken oogst van zielenEr werd ons verteld van het leven der gekristende negers. Een beeld werd gegeven van het licht en donker in het leven van den missionaris en tot slot werd ons voorgesteld de liefste zwarte man van heel Afrika, de Afrikaansche Van Gend en Loos, de man met de post uit het Vader land." De causerie werd opgeluisterd door licht beelden en negermuziek Missiewerk op Porto-Rico. De Zeereerw. Pater R. Th. Hagemans O.P., Procurator der Hollandsche Dominicanen- Missies, sprak gisteravond, in het R. K. Ver eenigingsgebouw te Spaamwoude aan de Lie over „Een kwart-eeuw missiewerk op Porto- Rico bij aardbeving en cycloon". De Orde der Dominicanen werd gesticht in het jaar 1216. Reeds vanaf het ontstaan der Orde stond het Missiewerk altijd als een der eerste punten op het werkprogram van de predikbroeders. Ook de Hollandsche Provincie nam, zoo dra de krachten het maar eenigszins toe lieten, het Missiewerk krachtdadig ter hand. In het jaar 1868 werd aan de Hollandsche Dominicanen het Missiegebied op de eilan den der kolonie Curasao toevertrouwd. Een nieuw arbeidsveld werd hun in het jaar 1904 aangewezen op het eiland Porto-Rico, waar zij nu dus ruim een kwart-eeuw werkzaam zijn. In het geheel werken thans ruim 70 Hollandsche Dominicanen in de diverse Mis sie-gebieden der Hollandsche Provincie. Hun arbeid op het eiland Porto- Rico ging in deze afgeloopen 25 jaren met groote moei lijkheden gepaard. Het eiland is bui tengewoon rijk aan natuurschoon, doch bitter arm zijn de menschen in het bovennatuurlijke. Vooral de eerste jaren zagen de Missionarissen heel weinig vrucht van hun werk, het volk was onverschillig Pater Hagemans O.P. voor het godsdienstige. Lanzamerhand ech ter werd hun pogen met succes beloond, doch toen ondervonden rij grooten tegen slag van de natuur-elementen. Want Porto- Rico is het land van aardbevingen en cy clonen. De aardbeving van October 1918 kwan» in 30 seconden tijds de geheele Missie Pater Dr. B. Zuure

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5