Leipziger Bonthandel iff II DE WINTER HET HAARLEMSCHE O.L. VROUWEGILDE Groote Houtstraat 94 STADSNIEUWS STADSSCHOUWBURG GEMENGD NIEUWS In de „Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem" (49ste deel, le afleve ring). schrijft mevr. Jo. M. Sterck-Proot het volgende: Een nog onontgonnen bron van archiva lia met schatten voor Haarlems oude ge schiedenis bezit het Sint Elizabethsgasthuis aldaar. Ongelooflijkerwijze is tot op 1931 dit rijke archief zelfs voor stads- en rijks archivaris door Heeren Regenten angstval lig gesloten gehouden. Als regent heeft indertijd mr. A. J. Enschedé er uit mogen putten, en blijkbaar ook Allan van eenige stukken laten profiteeren; maar zelfs voor het zooeven verschenen jubileumboek van het gasthuis zijn slechts zeer enkele stuk ken gebruikt. Juist met het oog op die uit gave mocht ik het regestenboek doorblade ren, dat eerst sinds eenige jaren op last der regenten is aangelegd. Bij slechts zeer korten tijd mij voor dat onderzoek gegeven, bepaalde ik mij, voor mijzelf, tot het notse- ren van onbekende bijzonderheden over het hierboven vermeld geestelijk gild. Het belang dier bijzonderheden toch is des te grooter, daar de Haarlemsche O. L. Vrouwegilde het oudste van Noord-Neder land is en een der uitingen van de bijzon der groote vereering voor de Moedermaagd vanaf de oudste tijden der Spaarnestad. De Z. Nederlandsche O.L. Vrouwegilden van Tongeren en Doornik zijn uit de 13e eeuw. De oudste vermelding in een historiewerk is die van Van Heussen's Historia Episcopa- tus Harlemensis, p. 51. Daar staat namelijk: „Extra Fraternitates has ab Ampzingio quoque pag. 434, 435 etc. recensïtas, alia insuper ex libello, quern teneo M. S. occur- rit, ab Ampzingio praetermissa, sc. Frater- nitas beatae ac perpetuae Virginis, in D. Bavonis instituta Basilica, ab Anno 1307, ibi vigente. Vicaria jam tum ei erat ad Dei et B. Mariae honorem. Dit stichtingsbericht van de Broederschap is tevens het oudste historische bericht waarin de Haarlemsche S. Bavo vermeld wordt. In hun Oudheden en Gestichten van Ken- nemerland van 1721 schrijven Van H(eus- sen) en Van R(hijn), dat de hierbovenver- melde bijzonderheden van het O. L. Vrouwe gilde gevonden is „in een ongedrukt boekje, onder mij berustentde". Voorts schrijven zij, dat dit gilde „al vermaard is geweest sedert het jaar 1307". Helaas is dit boekje nergens meer te vin den. In een akte van 11 September 1336 be rustende in het Algemeen Rijkss^chief en wel in het Archief der Leen- en Registerkamer van Holland wordt bij een transportakte vermeld langs den Tetterodeweg bij Haar lem ,,'t land van onser Vrouwenghilde van Karlem". Toen in 1373 de oude S. Bavo verbrandde, ging het gilde over naar de kapel van het oudste Haarlemsche gasthuis, dat van S. Gangulfus, waar blijkens het gasthuis archief ook het H. Kruisgilde onderdak vond. "Van 16 Februari 1378 is de stichting door drie Haarlemmers: Gerardus Zeelander, Gerardus Vossel en Gerardus van Spaern- woude, van een kapelanie op het hoofd altaar van het Oude Gasthuis met gronden in de Waardpolder bij de Leede als gelde- liike basis, terwijl de prebende ervan ge schonken werd aan kapelaan Walter Lquwe. In een Schepenbrief van 12 Juni 1411 wordt door gasthuismeesters en Raden van Haarlem toegestaan aan de gemeene Gilde- broeders van „onser lieve vrouwe Ter Noit trots" die „haer ghilde houden, aan de Heyligh Cruys outair" in het gasthuis, om de gaven, die op het altaar geofferd worden, te behouden, behalve het geld, dat gedu rende de H. Mis geofferd wordt, hetwelk zij moeten afstaan aan de zieken van het nieuwe gasthuis. Dit is het St. Elizabeths gasthuis in de Groote Houtstraat, dat in 1406 het eerst wordt v~rmeld en in tegen stelling met de oudste asthuizen was inge richt „tot der siecken bebouff". Daarentegen mogen de gaven, die men met Kerstmis offert, bestemd worden voor het onderhoud van het aRaar, de beelden, het licht en den zang. Echter niet voor een ander doel en wat overblijft kcmt weer den bovenvermelden zieken ten goede. Streng zullen gasthuismeesters hier blijkbaar de hand aan houden want aan het slot van het stuk wordt bepaald; dan ind!en de gil- debroeders niet aan de verplichtingen vöï- doen, de gasthuismeesters deze bepalingen nietig mogen verklaren waarbij dan echter de gildebroeders „de juweelen enz." die zij er aan ten koste hebben gelegd, weder tot zich mogen nemen. In 1413 14 Jan. schenkt Simon van Bloe- menven Wz. aan het O. L. Vrouwegilde „dat men hout in die ere onser Lieven Vrouwen in het gasthuis" al zijn venen in den ban van Hillegom gelegen. Dezen oudsten vorm van dit gilde betref fen, naar de oudheid der taal te beoordee- len, ook de voorwaarden om lid dezer Broe derschap te zijn, die Van Heussen en Van Rhijn geven. Zoo is er nog sprake van onderwerping aan „de ghemener morghen- sprake" d.w. de rechtsuitspraken van het gilde. Voorts worden de geestelijke ver plichtingen der broeders aangegeven, zooals die zijn overgenomen door pater Kronen burg. Het gildefeest blijkt in die oudste tijden ook gevierd te zijn op O. L. Vrouw Hemelvaart. Nu bevat echter het gasthuisarchief een brief van bisschop Frederik van Blanken- heym van 1417 met de goedkeuring der stichting van de Broederschap der H. Maagd in de S. Gangulfuskerk te Haarlem. Ver moedelijk hebben op deze nieuwe inrichting betrekking de ordonnanties die in het Regestenboek van het gasthuis als No. 2 zijn genoteerd en waarvan de inhoud hierbij als bijlage gaat. Het is een met versierde blauwe beginletters op perkament gecalli- grafeerd stuk, waar buiten op in 16de eeuwseh schrift geschreven staat: „regle ment betrekkelijk de deken en vinders van onser liever zoeter vrouwengilde". Merk waardig is wel het verschil van inhoud der oudere statuten van dit „Onser Vrouwen Ghilde Maria-moeder der ontfarmherti- cheyt" van Van Heussen en Van Rhijn. Het godsdienstig deel, het bijwonen der weke- Ijjksche en feestelijkediensten, de Vespers op Vrijdagavond, de Metten en H. Mis op Zaterdagmorgen waren daar hoofdzaak. Boete was gesteld op niet verschijnen en zelfs op te vroeg heengaan, al waren dit slechts kleine boeten van drie penningen of drie duiten. Ook moesten de broeders (zus ters worden er niet in vermeld) op de vijf Mariafeesten zelfs driemaal ter kerke komen. Op den Zondag van het octaaf van „Onser soeter Vrouwen Hemelvaart" was er een plechtige H. Mis en daarna werd met een maaltijd het gilde gevierd. Het nieuwere reglement, waarvoor waar schijnlijk de toestemming van den Utrecht- schen bisschop was gevraagd in 1417, behan delt daarentegen alleen de sociale verplich tingen der broeders, de wijze van verkiezing van deken en vinders, bepaalt de storting bij het entree op twee pond was en bij uit treding op drie pond was voor de verlichting van O. L. Vrouw. Een pond was stond ook als poene op onruststoken bij het gildemaal cf de processie. Het niet verschijnen op den uitvaart van broeders of zusters (de laatsten blijkbaar de vrouwen der leden) kostte een schelling. Het drinken van het gilde was ook verplaatst naar den Zondag na O.L. Vrouw Visitatie. Een provisor waakte nu voor het nakomen der regels met de helft der boeten tot zijn voordeel. Nu de verkiezing van deken en vinders aldus officieel geregeld is, vinden we van 4 Maart 1418 in het archief van het gast huis een accoord gesloten tusschen Gasthuis meesters met Deken en Vinders van het O. L. Vrouwegilde over het lezen van vier H. Mis sen iedere week op het altaar van het Oude Gasthuis, waarbij in 1419 nog een zekere Jan Costynszoon een wekelijkscne H. Mis fundeert. Als dan in hetzelfde jaar nog een wekelijksche H. Mis is gefundeerd, was er dus eiken dag een H. Mis verzekerd. In 1438 verklaren nu de gasthuismeesters van het Oude Gasthuis ren som gelds te heb ben ontvangen van deken en vinders van het Onser Liever Vrouwen gilde in het oude gasthuis en beloven hiervoor iederen Zater dag op het „Onser Lievers Vrouwenautair" aldaar een H. Mis te doen lezen en beloven in hetzelfde stuk tevens het orgel, „dat het gilde daar heeft", te doen plaatsen, en te verkoopen noch te verzetten, tenzij bij con sent van het gild. Als de gasthuismeesters hierbij in gebreke blijven, mag het gild de goederen van het gasthuis aanspreken. Waar schijnlijk doelen op deze geestelijke aanwin sten ook Van Heussen en Van Rhijn, waar zij op 1439 stellen een vermeerde'mg van vi cariate inkomsten tot een dagelijksche H. Mis op het hoofdaltaar van de broeders van het gilde. V/as de 15e eeuw een eeuw van veel groei ende devotie in Haarlem, zich onder an deren uitend in de stichting van vele kloos ters die eeuw schijnt er ook een van groo- ten bloei van dit gilde. Volgens acte van 21 Mei 1456 bezat het gild in de buurt van het gasthuis eer „Ghild- huys" namelijk in de Coninxstraat, die liep van de Groote Markt naar S. Gangulfus of de Gasthuisbrug. De aankoop van dit huis geschiedde 10 Maart 1453. Dan toch bekent Baertout van Assendelft, (in het begin der 14e eeuw had een andere Bartout van Assen delft het kasteel Assumburch doen bouwen), verkocht te hebben aan Deken en Vinder van het O. L. Vrouwegilde, staande in het oude gasthuis, een erf met een muur er om en boomen er op in de Stoofsteeg (een nog be staande steeg in de Koningstraat), liggende „tusschen het O. L. Vrouwenghyldehuys ten eenre en Aechte Deken ter andere zij." Op 20 Mei 1453 wordt dan een huis met erf in de Coninxstraat, achter grenzende aan Bairtout v. Assendelf, tegen een jaarrente van 40 schellingen overgedragen aan Deken en Vinders van het Vrouwegilde Een aer vin ders was toen Symon Elyasz, die barbier, ter wijl Willem Ysbachtz. deken was. Het gildehuis zelf schijnt niet direct ge heel eigendom van het gilde te zijn geweest, want 23 December 1475 lossen deken en vin ders van Onser Lieven Vrouwe gilde een jaarrente (hypotheek) af van 15 schellingen, ede Florisz bezat op een huis en erf in de Co ninxstraat genaamd „Onser Vrouwenhuys". De verklaring der aflossing wordt '/iteekend door Willem Florysen als voogd van Wolfaert Florysz. In de gasthuiskerk van S. Gangulfus waren drie altaren: van S. Gangulfus, het H. Kruis en de H. Maagd. In 1475 wordt nu volgens Allan met goedvinden van der stede raad ook het Kruisaltaar aan het O. L. Vr.-gilde afgestaan. Waarschijnlijk is het H. Kruisgilde dan reeds weer terug naar de nieuwe S. Bavo, wier tegenwoordige grondvorm in 1473 ge reed was gekomen; want juist na 1477 was een lange serie van memorie-missen gezet op 't H. Kruisaltaar van S. Bavo. Nog in de 15de eeuw is ook blijkbaar het O. L. Vrouwe gilde teruggekeerd. In 1476 zijn geestelijke gunsten aan het O. L. Vrouwengilde „in de parochiekerk van St. Bavo" toegestaan door den vicaris van den bisschop David van Bcurgondië, een stuk dat V. H. en V. R. in extenso afdrukken; en wel 40 dagen aflaat aan alle broeders, die trouw hun broederplichten volbrengen, „of voor de bewaaringe van de goede zeden der broederschaps op wat wijze dat het zij met werkenof behulpzaam zijn". Moge lijk staan deze gunsten in verband met den terugkeer van het gilde in die kerk. Zoo vermeldt Grijpink, in 1477 voor 't eerst weer, in de S. Bavo een specialen priester in de kapel van de H. Maagd. Deken J. J. Graaf z.g. zegt in zijn boekje „Beschrijving der Groote en St. Bavokerk, van 1846" van het O. L. V. gilde alleen (p. 31) dat het Gild of de Broederschap van O.L. Vrouwe ter Hemel vaart aan het hoofdaltaar, dat op den naam van onze Lieve Vrouw ter Hemelvaart en van S. Bavo was ingewijd" twee zoogenaamde eeuwige missen had. In 1530 wordt dit altaar in de kapel der 7 Weeën eigendom van het gild, evenals het kleine orgel aan de noordzij van het koor. Allan, I 196, vermeldt een schenking van kleinodiën vcor het zilveren O.L. Vrouwebeeld van het gild door Brechtje Arendsdr. in 1537. In 1543 werd ook een gebrandschilderd glas van het vierutengilde geplaatst. Het volgende stuk uit het gasthuisarchief heeft nog betrekking op den eigendom van het gilde. Op 5 April 1562 werd een officieel stuk gemaakt waarin gasthuismeesters van Sinte Elisabethengasthuis te Haerlem verklaren"; „dat die grote coperen crone hangende voor Onser liever vrouwe inde Sonne binnen Ste Gangelofferkercke" het eigendom is van het „Onse lieven vrouwen gilde" in die kerk. In die dagen is er nog wel sprake van het H. Kruis-altaar, doch is de S. Gangulfuskerk blijkbaar geheel in gebruik bij de Wolle- wevers en Lakenbereiders, die sinds de 15de eeuw steeds meer de open ruimte achter S. Gangulfus in beslag hadden genomen. Dit verklaart ook een archiefstuk van 1558. waarin het wollenweversgilde aan de gast huismeesters een stuk land schenkt in de ban van Heemstede tot het lezen van vijf H. Mis sen per week op het H. Cruysaltaar in die gasthuiskerk en het onderhouden van het Wevers-altaar aldaar en H. Missen op de vier hoogtijden of feestdagen der wevers. Als dan in 1576 die kerk met een groot deel van Haarlem verbrandt, wordt in 1578 een bepaling gemaakt, dat de gasthuismees ters aan den gildeknecht der wollenwevers voor het verlies van emolumenten twintig stuivers per jaar, en na vier jaar onder de behoeftige gildebroeders zal uitdeeleri de is HET ADRES om goed en voordeelig te koopen. U vindt er het beste in aller lei bont. Het is dus zaak er eens binnen te loopen. staat voor de deur en U hebt nog geen Locar- bits in huis. Let op dat U de echte krijgt. Locarbits Groene Kruis Hoestbonbons. De aanranding bij Doetinchem De jongste aangehoudene vrijgelaten In verband met de aanranding van een 22-jarig meisje verneemt het „Hdbd.", dat een der aangehoudenen, de 18-jarige jongen, weer is vrijgelaten, daar zijn onschuld is gebleken. De in zijn bezit gevonden shawl van het meisje was hem door den dader ter hand gesteld. Doodelijke aanrijding Het 12jarig feest van het Sint Jozefshuis a. d. Zijlsingel. helft van de rente der landerijen voor het gilde geschonken. In een acte van 1604 blijkt dit 38 gulden 's jaars te bedragen. Na vier jaar wordt het loon van den gildeknecht vcor de helft door gasthuismeesters betaald. De grond van het oude gasthuis, met wat er van de gebouwen nog restte, werd verkocht. In de nieuwe S. Bavo heeft O. L. Vrouwe gilde ondertusschen in de 16e eeuw nog gul den tijden beleefd: Van Heussen en Van Rhijn schrijven over dit gild nog: „In dit broederschap zijn luiden van den hoogsten adel, niet alleen uyt de stad Haarlem maar ook uyt gansch Holland en zoo wel geestlijken als wereldlijken opgeschreven geweest. In 't gemelde boekje (een ander handschrift in hun bezit) staat een volledige lijst van alle broeders, van 't jaar 1464 af tot het jaar 1573. Zij noemen daarbij alleen Karei den Stouten en den Haarlemschen Bisschop Godfried van Mierlo. Voorts schrijven zij„Ik heb noch een ge schreven boekje gehad, waarin alle goederen en landerijen van de broederschap stonden aangeteekend." Volgens dit boekje had het gild in 1574 aan jaarlijksche inkomsten 1323 gulden 2 stuivers en 9 penningen, en wel uit landerijen, huizen en rentebrieven. De zwendel te Limmen Algemeene Vereeniging van Gemeente-ambtenaren Hoe een manufacturierster en haar oude vader broodeloos zjjn gemaakt Praktijken van een advocaat De vorige week hebben wij melding ge maakt van twee arrestaties een der aange houdenen is een advocaat te Amsterdam ir. verband met de oplichting van een vrouw te Limmen (N.H.) De tweede aangehoudene is een voormalig caféhouder, die te Keulen is gearresteerd. Uit Alkmaar meldt men aan „de Telegraaf" nader dat het slachtoffer van de beide arres tanten een 38-jarige manufacturierster is, die sedert eenige jaren te Limmen den manufac- turenhandel drijft van haar vader. In Februari verscheen een neef uit Duitsch- land en deze overtuigde haar van de noodza kelijkheid de zaak te moderniseeren. Hij had een vriend in Amsterdam die zulks wel zou verzorgen. Met dezen vriend verscheen de thans gearresteerde voormalige caféhouder ten tooneele en deze wist, onder trouwbe lofte dermate het vertrouwen van de manu facturierster te winnen, dat zij goed vond, dat de winkelvoorraad in auto's werd gela den om in Amsterdam te worden verkocht. Zij stelde hem zelfs de sieraden van haar overleden moeder ter hand. Op aandrang van den man bestelde zij zelfs nog bij een grossier in Amsterdam f 2000 aan nieuwe goederen. Toen de grossier na eenige weken op be taling aandrong, stelde zij zich telefonisch met den ex-caféhouder in verbinding, die mededeelde, dat hij zou komen, omdat het goed inmiddels verkocht was en de ontvangst ruimschoots toereikend was om de schulden te voldoen. De zaak moest op grooten voet worden op gezet en hij was bezig op het pand, dat slechts met een eerste hypotheek van f 5000 belast was, een crediethypotheek te bezorgen. In een onderhoud, dat hij te Castricum met de manufacturierster had, wist hij het meisje te bewegen een paar blanco stukken te tee kenen, naar hij zeide om het geld voor de hypotheek te krijgen. De acte voor de cre diethypotheek zou gepasseerd worden bij een notaris te Amsterdam. De gearresteerde ad vocaat, de raadsman van den z.g. aanstaan de van het meisje had het meisje verklaard, dat zij niets moest zeggen en alleen maar haar naam op de haar voorgelegde stukken moest teekenen. Ten kantore van den nota ris bleek, dat de taxatie slechts f 8000 be droeg, zoodat het niet mogelijk bleek de ge vraagde crediethypotheek van f 10.000 te verstrekken. Met goedvinden van den notaris werd de taxatie van f 8000 veranderd in eene van f 18.000. Een inwoner uit Bussum, als slacht offer hiervoor door den advocaat gevonden, bleek bereid de f 10.000 crediethypotheek te verstrekken. De caféhouder wist van het meisje de volmacht te krijgen waardoor hij het geld in ontvangst kon nemen. Toen dit geld uitbleef en het voorts bleek, dat de ex-caféhouder gehuwd was, verschafte het meisje den oplichter zelfs nog f 200, die hij, naar hij beweerde noodig had voor zijn echtscheiding, om met haar te kunnen trou wen. In weken hoorde zij echter niets meer van haar vereerder. Toen de grossier haar fail lissement aanvroeg, moest zij ervaren, dat de gedroomde echtgenoot, na goede sier van het geld te hebben gemaakt, was verdwenen. Het inmiddels uitgesproken faillissement werd wegens gebrek aan actief opgeheven. De zieke vader, die begreep, dat het weinige, dat hij zich na een moeizaam leven had ver gaard, was verdwenen, kreeg van schrik een verlamming. Hij moet het thans zelfs bele ven, dat ook het huis publiek verkocht wordt, omdat de hypotheekrente niet meer betaald kan worden. De justitie heeft inmiddels ingegrepen; naar wij vernamen zouden nog meer arres taties te wachten zijn. Het geld is echter weg en het meisje met haar ouden vader totaal broodeloos gemaakt, terwijl de hypo thecaire vordering van f 10.000 van den in gezetene uit Bussum waardeloos is gemaakt. Personalia Aan de Universiteit te Amsterdam is ge slaagd voor het candiöaats-examen in de Handelswetenschappen de heer D. W. van Hout, altiier. Motie van afkeuring De afd. Haarlem van de Algemeene Ver eeniging van Gemeenteambtenaren hield Dinsdagavond in hotel „Lion dr'or", een goed bezochte ledenvergadering, onder leiding van haren voorzitter, den heer E. W. Goedhart. Bij de opening der vergadering hield os voorzitter een uitvoerige beschouwing over den algemeenen toestand, in het bijzonder met bétrekking tot de positie van bet over heidspersoneel. Spr. constateerde, dat welis waar in Haarlem geen direct gevaar dreigt, maar dat niettemin de organisaties paraat moeten blijven. Spr. wees in dit opzicht op de actie van den heer Castricum, den voor zitter der R. K. Raadsfractie. In het bijzonder heette spr. welkom een aantal leden van het Nationaal Verbond van Gemeenteambtenaren, die in verband met de fusiebesprekingen er prijs op stelden deze vergadering bij te wonen. Na voorlezing en goedkeuring van de notu len der vorige ledenvergadering en mededee- ling van enkele ingekomen stukken, stelde öe voorzitter aan de orde punt 4 der agenda: Mededeelingen over de fusiebesprekingen. Spr. bracht in herinnering, dat deze be sprekingen aanvingen in den winter van 1929 dus bijna 2 jaren geleden en dat de vergade ring het bestuur machtigde deze besprekin gen te voeren, zonder zich in eenig opzicht te binden. Het bestuur heeft deze besp-ekingen gevoerd, met den wil om tot overeenstem ming te geraken en g'etoond bereid te zijn tot concessies, daar, waar de omstandigheden zulks vorderden, zonder nochthans de leden te binden, of de belangen der organisatie en der leden uit het oog te verliezen. Deze be sprekingen hebben geen resultaat opgele verd, niet door schuld van de zijde van de Algemeene Vereeniging. Spr. las alle brieven voor, in chronologi sche volgorde, welke over deze zaak zijn ver zonden en ontvangen, waardoor alle aanwe zigen een helder eh juist inzicht kregen in deze belangrijke aangelegenheid. De secretaris zette vervolgens uitvoerig uiteen, welke voorwaarden aanvankelijk wa ren gesteld, welke voorwaarden zijn terugge nomen en welke ziin gewijzigd en hij consta teerde, dat alle geruchten, welke daarom trent van zekere zijde zijn verspreid, onjuist bliiken te zijn. Nadat enkele leden en introducées enkele inlichtingen hadden gevraagd, hechtte de vergadering met algemeene stemmen haar goedkeuring aan het door het bestuur ge voerde beleid, terwijl het dank werd gébracht vcor de tactische wijze, waarop het de be sprekingen heeft gevoerd. Vervolgens kwam aan de orde punt 5. het conflict met den Commissaris van politie, inzake het overleg' bij de politie. Spr. schet ste uitvoerig de verhoudingen bij de politie en deelde mede welke stappen het bestuur gedaan h<>eft cm het overleg bij de politie te verbeteren. De vergadering nam hierna de volgende motie aan: De ledenvergadering der afd. Haarlem van de Algemeene Vereeniging van Gemeente ambtenaren in Nederland, bijeen op 13 Octo ber 1931, Gehoord hebbende de mededeelingen van het bestuur, bij monde van den voorzitter, over de pogingen welke gedaan zijn om te komen tot verbetering van het georganiseerd overleg en tot het wegnemen van onjuiste verhoudingen bij de politie; Constituerende dat in strijd met de opvat tingen van den gemeenteraad, van den Commissaris van Politie geen medewerking is te "erwachten. om aan het instituut van Reo-ganiseerd overleg bii de politie eenice beteekenis te geven en om aan de vakorgani satie bii de nolitie de plaats in te ruimen, welke zij in de huidige samenleving dient in te nemen; Spreekt haar afkeuring uit over de hou ding, door den Commissaris van Politie aan genomen, Keurt goed, alle maatregelen, welke tot dusver door het bestuur zijn genomen. Draagt het bestuur op. onverzwakt voort te gaan op den ingeslagen weg, om het over leg bde pohtie te verbeteren en daardoor tevens tot betere verhoudingen en toestan den bij de politie te komen; Besluit deze motie ter kennis te brengen van den Burgemeester, Burgemeester en Wet houders, den Gemeenteraad en van de Haar lemsche pers, en gaat over tot de orde van den dag. Hierna kwam nog kortelings in bespreking de agenda voor de op 29 October a.s. te hou den vergadering der commissie van overleg, waarbij de formatie van enkele bedrijven zal worden vastgesteld of gewijzigd. Na enkele mededeelingen te hebben ge daan over een in November a.s. te houden feestavond en de leden te hebben opgewekt met klacht de ledenwerving ter hand te nemen, sloot de voorzitter daarna de verga dering. „Vrouwen op kantoor". Spel van dezen tijd in 3 bedrijven en 5 tafereelen, door John van Druten, door N.V. Het Schouwtooneel. Direct plaatst de schrijver de toeschou wers in het midden van het hedendaagsche probleem van: „Vrouwen op kantoor". Hij teekent ze in deze onvrouwelijke bezigheid ten voeten uit, en legt meer speciaal den nadruk op het feit, dat de meeste vrouwen en meisjes haar roeping als vrouw misloo- pen door een dergelijk ambt te bekleeden. Uit den treure is reeds getheoretiseerd en gezwamd over de gelijkstelling van man en vrouw en allerlei stellingen werden gepo neerd over de rechten van de vrouw zus en zoo, doch het eind van alles was een hand haven en uitbreiden van den bestaanden toestand. En evenmin als de advocaat Walker (zoo als de patroon in dit stuk heet) zich kan bezig houden met de drama's, die zich in het innerlijke van zijn vrouwelijk personeel vol trekken, evenmin houden ook de voorstan- standers van het vrouwelijk onafhankelijk heidsidee zich daarmede bezig en keeren zich in hoofdzaak naar de materieele voor- deelen en „eischen". Vier vrouwelijke bedienden op een advo catenkantoor laat de auteur ons zien en heeft ieder harer voorzien van hebbelijk- heidjes, idealen en verlangens, doch als voomaamsten trek toont hij ons in haar de begeerten naar den man. Door al de zelf standigheid, die hen allen kenmerkt, straalt de zucht om „geborgen te zijn" en daarom hebben alle vier „iets", dat daarvoor in de toekomst zal zorgdragen. Van alle kanten doemen echter ge,varen en onzekerheden op en maken hun teven rusteloos en onze ker. Daarbij komen de specifiek vrouwelijke eigenaardigheden en een min of meer na tuurlijke verachting voor het werk, dat zij doen. Zij beschouwen dat niet als hun le vensstaat, doch eerder als 'n soort wacht tijd, tot „hij" haar daaruit verlost. De meest tragische figuur van alles is juffrouw Jones (Marie Holtrop)die eerst als het te laat is, haar mislukte leven voor zich ziet. De égards en de hoogachting, waarop een vrouw uit den aard der zaak aanspraak meent te mogen maken worden zelfs door haar ver loofde met voeten getreden en deze maakt de verloving uit op een wijze, zooals een vriend een kameraad zijn vriendschap zou opzeggen. Ook dit zou men kunnen be schouwen als een vrucht van de emancipa tie der vrouw. Scherp is deze figuur in het volte licht geplaatst en de voortreffelijke wijze waarop deze rol werd vertolkt, toonde ons een mislukkelinge in al haar ellende. Daartegenover stond het tengere wezentje, juffrouw Milligan (Dogi Rugani)die in haar onervarenheid bijna meegesleept zou wor den op het hellende vlak, doch juist bijtijds en door tusschenkomst van juffrouw Jones wordt gered. Voorts juffrouw Hooper, die, eveneens bezield met het doel om geborgen te zijn, niet zoo nauw kijkt wat de midde len betreft, of liever gezegd, die als moderne vrouw zich niet door „kleinzielige' overwegingen laat leiden. Ten slotte de be rekenende juffrouw Bufton, wier eenig ideaal het is na kantoortijd zooveel moge lijk van het teven te genieten. En over dit alles ligt de waas van verachting en non chalance en een voortleven van den eenen dag in den anderen. De oplossing is betrek kelijk wat mager en verrast noch bevredigt doch hiermede zijn goeddeels de tevens van het achtergelaten stel getypeerd. Ook daar van voelt men, dat zij de betreffenden in een zekere onvoldaanheid achterlaten, zij het ook bij eenigen met enkele concessies voor de toekomst in 't verschiet. Jaap van der Poll is de charmeur Brewer, die zich tot taak stelt te profiteeren van het vrouwelijke „kantoormateriaal" waar over hij esteld is. Dat hem dit niet gelukt, heeft hij te danken aan den patroon Walker (Ko van Dijk), die in dit geval een andere opvatting blijkt te huldigen. Zoowel de in gebeeldheid van den eerste, als de gereser veerde business-achtige allures van den laatste kwamen goed tot uiting en belden gaven aan hun rollen de benoodigde verve en het vereischte relief. Als welkome afleiding in deze dorre, za kelijke wereld verscheen van tijd tot tijd Esther de Boer—Van Rijk als juffrouw Willesde, de „halve gare" cliënte. Haar creatie van Zebedee. die over alles en nog wat kliemt en passant ook nog enkele wijze lessen geeft, was een buitengewoon fijn stukje spel. Dan vooral niet te vergeten Jacques Snoek als den naïeven jongeling Hec tor Hammond, die in één woord kostelijk was in zijn uitbeelding van verliefden op geschoten boy. Eveneens hebben we bewon dering voor Syb. Veldman, die, hoe wel soms 'n ietsje overdreven, de jongste bediende-rol vervulde. Misschien kunnen vele volwassenen hun voordeel doen met hetgeen zij in dit stuk zullen hooren en zien, daar het onderwerp zoo heel dicht de wer kelijkheid benadert. L. V. Haarlemsche Stichting voor Woningbouw Bij ministerieele beschikking is goedge vonden, dat de 110 arbeiderswoningen en 3 bergplaatsen, waarvoor bij beschikking van 30 Juni 1930 aan de gemeente Haarlem een voorschot en een jaarlijksche bijdrage zijn toegekend, door die gemeente worden over gedragen aan de Haarlemsche Stichting voor Woningbouw. Bij het bakken van visch Vrouw in brand gevlogen Gisterochtend te ongeveer 11.45 uur is in perceel Bergerstraat 36 te Den Haag de 50- jarige bewoonster mej. C B. in brand ge raakt, terwijl zij aan het bakken van visch bezig was. Ten einde spatten te voorkomen, bad zij oude kranten om de pan gewikkeld. Deze kranten vatten echter vlam en toen mej. B. trachtte deze vlammen te dooven, vlogen ook haar kleeren in brand. Eenige buren, die op haar hulpgeroep ijlings waren toegesneld, slaagden er in, het vuur te blusschen. Mej. B. werd echter met vrij zware brandwonden over het geheele lichaam naar het ziekenhuis aan den Zuid- wal gebracht. Haar toestand is zeer beden kelijk. Vrouw het slachtoffer Gisterenavond omstreeks kwart over zes is te Amsterdam, op den Klaprozenweg, san den overkant van het IJ, een ongeveer 38-jarige vrouw, die daar achter een hand kar liep, van achteren aangereden door een luxe auto en vrijwel op slag gedood. De chauffeur, een reiziger uit Tuindorp Oost- zaan, verklaarde de handkar en de persoon, die deze voortduwde, niet te hebfcien opge merkt. De kar bleek niet verlicht te zijn en droeg eveneens geen reflector. Het lijk van de vrouw is door den G. G. en G. D. naar het binnengasthuis vervoerd. Voor ruim duizend gulden aan aspirine gestolen Een werkster en haar verloofde gearresteerd Een engros-firma in Geneesmiddelen te Amsterdam vermiste gedurende de laatste maanden groote hoeveelheden aspirine, ver pakt in tuben en in pakjes. Gedurende eenige weken werden verschillende personen in dienst van de firma, streng nagegaan, doch men kon de(n) dader(s) niet ontdek ken. De politie van het bureau Singel werd van den diefstal in kennis gesteld en eenige rechercheurs begonnen een uitgebreid on derzoek. Na enkele dagen ontdekte men, dat een jonge werkster, die iederen morgen ei avond in het gebouw aanwezig is om de kantoren en magazijnen schoon te houden meer van het verdwijnen van de aspirine scheen te weten De politie ging dan ook tot haar arrestatie over. De inspecteurs van het bureau Singel, de heeren Van der Heul en Van Cleef, namen haar een verhoor af en toen bleek, dat ze in korten tijd voor meer dan duizend gulden aan aspirine haa verduisterd. Hierin werd ze geholpen door haar verloofde. De politie ging dan ook over tot de arrestatie van dezen jongeman. Een huiszoeking werd bij de twee verdachten gedaan, doch deze leverde geen resultaat op. Het bleek, dat de aspirine door hen aan verschillende personen, kennissen en vrien den verkocht was. Bij eenige van deze per sonen werd dan ook door de politie huiszoe king gedaan en werden verschillende pakjes en tuben in beslag genomen. Het tweetal zal ter beschikking van de justitie worder gesteld. Een Nederlander uit België gezet Zich bemoeid met de Vlaamsche politiek? De Nederlander J. P., die te Antwerpen een regelmatige betrekking bekleedde, is vo rige week door de Belgische overheid uit het land gezet. Hij kreeg een bevel om binnen 24 uur het land te verlaten. Daar de heer P een huisgezin heeft, was zulks practisch onmogelijk. Door ingrijpen van den volksvertegenwoordiger Herman Vos is hem toen drie dagen uitstel verleend waarna de heer P. met zijn familieleden naar Nederland vertrokken is. Aanleiding tot deze uitzetting schijnt te zijn het feit, dat de heer P. zich gemengd heeft in de Vlaamsche politiek in Beigië. De Nederlander was namelijk een der leiders van de Vlaamsche nationalistische Wacht var. Berchem (Antwerpen). Onmiddellijke aan leiding zou geweest zijn een betooging na afloop van de rede van den Zuid-Afrikaan der Van Broekhuizen waaraan P. had deel genomen en waarbij de politie zijn naam had genoteerd. De ernstig gewonde Noor Door een Hollandschen zeeman neergeslagen In het geheimzinnige geval van den Noor- schen zeeman, die Woensdagochtend te Rot terdam op den hoek van de Herderstraat en de Wijde Nieuwsteeg ernstig gewond werd gevonden, is thans in zooverre licht gekomen, dat als vaststaande kan worden aangenomen, dat de man door een Hollandschen zeeman is neergeslagen. Niet onwaarschijnlijk is het, dat hij in beschonken toestand verkeerde De politie zet het onderzoek nog voort en meent den dader op het spoor te zijn. De toestand van den Noor is nog steeds zorgwekkend. Ruzie over de 100.000 Kwestie met twee wanbetalers Eenigen dagen geleden kwam de f 100.000 uit de Staatsloterij! Een loterijclub te Hilver sum, bestaande uit 30 leden, was de geluk kige bezitster van het lot, d.w.z zij hadden het lot half, zoodat de buit voor de club pl.m. f 40.000 bedroeg. Het bleek echter, dat de ver- deeling kwesties met zich mede bracht, 2 le den waren n.l eenigen tijd in gebreke geble ven om hun contributie te betalen, dus, zoo oordeelde de club, deelen de twee wanbeta lers niet mee. Dezen voerden echter aan, dat zij in den tijd, dat het lot werd gekocht, trouwe contributiebetalers waren. De zaak werd in handen gegeven van een advocaat en een request om op het jeld be slag te leggen, zal worden ingediend indien de twee niet-betalers geen aandeel krijgen uitgekeerd. De gelden worden bebeerd door een her bergier in Hilversum, waar de club haar stamlokaal heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5