Leipziger Bonthandel
iff II
DE WINTER
HET
HAARLEMSCHE O.L. VROUWEGILDE
Groote Houtstraat 94
STADSNIEUWS
STADSSCHOUWBURG
GEMENGD NIEUWS
In de „Bijdragen voor de Geschiedenis van
het Bisdom Haarlem" (49ste deel, le afleve
ring). schrijft mevr. Jo. M. Sterck-Proot het
volgende:
Een nog onontgonnen bron van archiva
lia met schatten voor Haarlems oude ge
schiedenis bezit het Sint Elizabethsgasthuis
aldaar. Ongelooflijkerwijze is tot op 1931
dit rijke archief zelfs voor stads- en rijks
archivaris door Heeren Regenten angstval
lig gesloten gehouden. Als regent heeft
indertijd mr. A. J. Enschedé er uit mogen
putten, en blijkbaar ook Allan van eenige
stukken laten profiteeren; maar zelfs voor
het zooeven verschenen jubileumboek van
het gasthuis zijn slechts zeer enkele stuk
ken gebruikt. Juist met het oog op die uit
gave mocht ik het regestenboek doorblade
ren, dat eerst sinds eenige jaren op last
der regenten is aangelegd. Bij slechts zeer
korten tijd mij voor dat onderzoek gegeven,
bepaalde ik mij, voor mijzelf, tot het notse-
ren van onbekende bijzonderheden over het
hierboven vermeld geestelijk gild.
Het belang dier bijzonderheden toch is
des te grooter, daar de Haarlemsche O. L.
Vrouwegilde het oudste van Noord-Neder
land is en een der uitingen van de bijzon
der groote vereering voor de Moedermaagd
vanaf de oudste tijden der Spaarnestad. De
Z. Nederlandsche O.L. Vrouwegilden van
Tongeren en Doornik zijn uit de 13e eeuw.
De oudste vermelding in een historiewerk
is die van Van Heussen's Historia Episcopa-
tus Harlemensis, p. 51. Daar staat namelijk:
„Extra Fraternitates has ab Ampzingio
quoque pag. 434, 435 etc. recensïtas, alia
insuper ex libello, quern teneo M. S. occur-
rit, ab Ampzingio praetermissa, sc. Frater-
nitas beatae ac perpetuae Virginis, in D.
Bavonis instituta Basilica, ab Anno 1307,
ibi vigente. Vicaria jam tum ei erat ad Dei
et B. Mariae honorem.
Dit stichtingsbericht van de Broederschap
is tevens het oudste historische bericht
waarin de Haarlemsche S. Bavo vermeld
wordt.
In hun Oudheden en Gestichten van Ken-
nemerland van 1721 schrijven Van H(eus-
sen) en Van R(hijn), dat de hierbovenver-
melde bijzonderheden van het O. L. Vrouwe
gilde gevonden is „in een ongedrukt boekje,
onder mij berustentde". Voorts schrijven
zij, dat dit gilde „al vermaard is geweest
sedert het jaar 1307".
Helaas is dit boekje nergens meer te vin
den.
In een akte van 11 September 1336 be
rustende in het Algemeen Rijkss^chief en wel
in het Archief der Leen- en Registerkamer
van Holland wordt bij een transportakte
vermeld langs den Tetterodeweg bij Haar
lem ,,'t land van onser Vrouwenghilde van
Karlem".
Toen in 1373 de oude S. Bavo verbrandde,
ging het gilde over naar de kapel van het
oudste Haarlemsche gasthuis, dat van
S. Gangulfus, waar blijkens het gasthuis
archief ook het H. Kruisgilde onderdak
vond.
"Van 16 Februari 1378 is de stichting door
drie Haarlemmers: Gerardus Zeelander,
Gerardus Vossel en Gerardus van Spaern-
woude, van een kapelanie op het hoofd
altaar van het Oude Gasthuis met gronden
in de Waardpolder bij de Leede als gelde-
liike basis, terwijl de prebende ervan ge
schonken werd aan kapelaan Walter Lquwe.
In een Schepenbrief van 12 Juni 1411
wordt door gasthuismeesters en Raden van
Haarlem toegestaan aan de gemeene Gilde-
broeders van „onser lieve vrouwe Ter Noit
trots" die „haer ghilde houden, aan de
Heyligh Cruys outair" in het gasthuis, om
de gaven, die op het altaar geofferd worden,
te behouden, behalve het geld, dat gedu
rende de H. Mis geofferd wordt, hetwelk zij
moeten afstaan aan de zieken van het
nieuwe gasthuis. Dit is het St. Elizabeths
gasthuis in de Groote Houtstraat, dat in
1406 het eerst wordt v~rmeld en in tegen
stelling met de oudste asthuizen was inge
richt „tot der siecken bebouff".
Daarentegen mogen de gaven, die men
met Kerstmis offert, bestemd worden voor
het onderhoud van het aRaar, de beelden,
het licht en den zang. Echter niet voor een
ander doel en wat overblijft kcmt weer den
bovenvermelden zieken ten goede. Streng
zullen gasthuismeesters hier blijkbaar de
hand aan houden want aan het slot van
het stuk wordt bepaald; dan ind!en de gil-
debroeders niet aan de verplichtingen vöï-
doen, de gasthuismeesters deze bepalingen
nietig mogen verklaren waarbij dan echter
de gildebroeders „de juweelen enz." die zij
er aan ten koste hebben gelegd, weder tot
zich mogen nemen.
In 1413 14 Jan. schenkt Simon van Bloe-
menven Wz. aan het O. L. Vrouwegilde
„dat men hout in die ere onser Lieven
Vrouwen in het gasthuis" al zijn venen in
den ban van Hillegom gelegen.
Dezen oudsten vorm van dit gilde betref
fen, naar de oudheid der taal te beoordee-
len, ook de voorwaarden om lid dezer Broe
derschap te zijn, die Van Heussen en Van
Rhijn geven. Zoo is er nog sprake van
onderwerping aan „de ghemener morghen-
sprake" d.w. de rechtsuitspraken van het
gilde. Voorts worden de geestelijke ver
plichtingen der broeders aangegeven, zooals
die zijn overgenomen door pater Kronen
burg. Het gildefeest blijkt in die oudste
tijden ook gevierd te zijn op O. L. Vrouw
Hemelvaart.
Nu bevat echter het gasthuisarchief een
brief van bisschop Frederik van Blanken-
heym van 1417 met de goedkeuring der
stichting van de Broederschap der H. Maagd
in de S. Gangulfuskerk te Haarlem. Ver
moedelijk hebben op deze nieuwe inrichting
betrekking de ordonnanties die in het
Regestenboek van het gasthuis als No. 2
zijn genoteerd en waarvan de inhoud hierbij
als bijlage gaat. Het is een met versierde
blauwe beginletters op perkament gecalli-
grafeerd stuk, waar buiten op in 16de
eeuwseh schrift geschreven staat: „regle
ment betrekkelijk de deken en vinders van
onser liever zoeter vrouwengilde". Merk
waardig is wel het verschil van inhoud der
oudere statuten van dit „Onser Vrouwen
Ghilde Maria-moeder der ontfarmherti-
cheyt" van Van Heussen en Van Rhijn. Het
godsdienstig deel, het bijwonen der weke-
Ijjksche en feestelijkediensten, de Vespers
op Vrijdagavond, de Metten en H. Mis op
Zaterdagmorgen waren daar hoofdzaak.
Boete was gesteld op niet verschijnen en
zelfs op te vroeg heengaan, al waren dit
slechts kleine boeten van drie penningen
of drie duiten. Ook moesten de broeders (zus
ters worden er niet in vermeld) op de vijf
Mariafeesten zelfs driemaal ter kerke komen.
Op den Zondag van het octaaf van „Onser
soeter Vrouwen Hemelvaart" was er een
plechtige H. Mis en daarna werd met een
maaltijd het gilde gevierd.
Het nieuwere reglement, waarvoor waar
schijnlijk de toestemming van den Utrecht-
schen bisschop was gevraagd in 1417, behan
delt daarentegen alleen de sociale verplich
tingen der broeders, de wijze van verkiezing
van deken en vinders, bepaalt de storting
bij het entree op twee pond was en bij uit
treding op drie pond was voor de verlichting
van O. L. Vrouw. Een pond was stond ook
als poene op onruststoken bij het gildemaal
cf de processie. Het niet verschijnen op den
uitvaart van broeders of zusters (de laatsten
blijkbaar de vrouwen der leden) kostte een
schelling. Het drinken van het gilde was ook
verplaatst naar den Zondag na O.L. Vrouw
Visitatie. Een provisor waakte nu voor het
nakomen der regels met de helft der boeten
tot zijn voordeel.
Nu de verkiezing van deken en vinders
aldus officieel geregeld is, vinden we van
4 Maart 1418 in het archief van het gast
huis een accoord gesloten tusschen Gasthuis
meesters met Deken en Vinders van het O. L.
Vrouwegilde over het lezen van vier H. Mis
sen iedere week op het altaar van het Oude
Gasthuis, waarbij in 1419 nog een zekere
Jan Costynszoon een wekelijkscne H. Mis
fundeert. Als dan in hetzelfde jaar nog een
wekelijksche H. Mis is gefundeerd, was er dus
eiken dag een H. Mis verzekerd.
In 1438 verklaren nu de gasthuismeesters
van het Oude Gasthuis ren som gelds te heb
ben ontvangen van deken en vinders van het
Onser Liever Vrouwen gilde in het oude
gasthuis en beloven hiervoor iederen Zater
dag op het „Onser Lievers Vrouwenautair"
aldaar een H. Mis te doen lezen en beloven
in hetzelfde stuk tevens het orgel, „dat het
gilde daar heeft", te doen plaatsen, en te
verkoopen noch te verzetten, tenzij bij con
sent van het gild. Als de gasthuismeesters
hierbij in gebreke blijven, mag het gild de
goederen van het gasthuis aanspreken. Waar
schijnlijk doelen op deze geestelijke aanwin
sten ook Van Heussen en Van Rhijn, waar
zij op 1439 stellen een vermeerde'mg van vi
cariate inkomsten tot een dagelijksche H. Mis
op het hoofdaltaar van de broeders van het
gilde.
V/as de 15e eeuw een eeuw van veel groei
ende devotie in Haarlem, zich onder an
deren uitend in de stichting van vele kloos
ters die eeuw schijnt er ook een van groo-
ten bloei van dit gilde.
Volgens acte van 21 Mei 1456 bezat het
gild in de buurt van het gasthuis eer „Ghild-
huys" namelijk in de Coninxstraat, die liep
van de Groote Markt naar S. Gangulfus of
de Gasthuisbrug. De aankoop van dit huis
geschiedde 10 Maart 1453. Dan toch bekent
Baertout van Assendelft, (in het begin der
14e eeuw had een andere Bartout van Assen
delft het kasteel Assumburch doen bouwen),
verkocht te hebben aan Deken en Vinder van
het O. L. Vrouwegilde, staande in het oude
gasthuis, een erf met een muur er om en
boomen er op in de Stoofsteeg (een nog be
staande steeg in de Koningstraat), liggende
„tusschen het O. L. Vrouwenghyldehuys ten
eenre en Aechte Deken ter andere zij."
Op 20 Mei 1453 wordt dan een huis met erf
in de Coninxstraat, achter grenzende aan
Bairtout v. Assendelf, tegen een jaarrente van
40 schellingen overgedragen aan Deken en
Vinders van het Vrouwegilde Een aer vin
ders was toen Symon Elyasz, die barbier, ter
wijl Willem Ysbachtz. deken was.
Het gildehuis zelf schijnt niet direct ge
heel eigendom van het gilde te zijn geweest,
want 23 December 1475 lossen deken en vin
ders van Onser Lieven Vrouwe gilde een
jaarrente (hypotheek) af van 15 schellingen,
ede Florisz bezat op een huis en erf in de Co
ninxstraat genaamd „Onser Vrouwenhuys".
De verklaring der aflossing wordt '/iteekend
door Willem Florysen als voogd van Wolfaert
Florysz.
In de gasthuiskerk van S. Gangulfus waren
drie altaren: van S. Gangulfus, het H. Kruis
en de H. Maagd. In 1475 wordt nu volgens
Allan met goedvinden van der stede raad
ook het Kruisaltaar aan het O. L. Vr.-gilde
afgestaan. Waarschijnlijk is het H. Kruisgilde
dan reeds weer terug naar de nieuwe S. Bavo,
wier tegenwoordige grondvorm in 1473 ge
reed was gekomen; want juist na 1477 was
een lange serie van memorie-missen gezet
op 't H. Kruisaltaar van S. Bavo. Nog in de
15de eeuw is ook blijkbaar het O. L. Vrouwe
gilde teruggekeerd.
In 1476 zijn geestelijke gunsten aan het
O. L. Vrouwengilde „in de parochiekerk van
St. Bavo" toegestaan door den vicaris van
den bisschop David van Bcurgondië, een stuk
dat V. H. en V. R. in extenso afdrukken;
en wel 40 dagen aflaat aan alle broeders,
die trouw hun broederplichten volbrengen,
„of voor de bewaaringe van de goede zeden
der broederschaps op wat wijze dat het zij
met werkenof behulpzaam zijn". Moge
lijk staan deze gunsten in verband met den
terugkeer van het gilde in die kerk. Zoo
vermeldt Grijpink, in 1477 voor 't eerst weer,
in de S. Bavo een specialen priester in de
kapel van de H. Maagd. Deken J. J. Graaf
z.g. zegt in zijn boekje „Beschrijving der
Groote en St. Bavokerk, van 1846" van het
O. L. V. gilde alleen (p. 31) dat het Gild of
de Broederschap van O.L. Vrouwe ter Hemel
vaart aan het hoofdaltaar, dat op den naam
van onze Lieve Vrouw ter Hemelvaart en van
S. Bavo was ingewijd" twee zoogenaamde
eeuwige missen had. In 1530 wordt dit altaar
in de kapel der 7 Weeën eigendom van het
gild, evenals het kleine orgel aan de noordzij
van het koor. Allan, I 196, vermeldt een
schenking van kleinodiën vcor het zilveren
O.L. Vrouwebeeld van het gild door Brechtje
Arendsdr. in 1537.
In 1543 werd ook een gebrandschilderd glas
van het vierutengilde geplaatst.
Het volgende stuk uit het gasthuisarchief
heeft nog betrekking op den eigendom van
het gilde. Op 5 April 1562 werd een officieel
stuk gemaakt waarin gasthuismeesters
van Sinte Elisabethengasthuis te Haerlem
verklaren"; „dat die grote coperen crone
hangende voor Onser liever vrouwe inde
Sonne binnen Ste Gangelofferkercke" het
eigendom is van het „Onse lieven vrouwen
gilde" in die kerk.
In die dagen is er nog wel sprake van het
H. Kruis-altaar, doch is de S. Gangulfuskerk
blijkbaar geheel in gebruik bij de Wolle-
wevers en Lakenbereiders, die sinds de 15de
eeuw steeds meer de open ruimte achter
S. Gangulfus in beslag hadden genomen. Dit
verklaart ook een archiefstuk van 1558.
waarin het wollenweversgilde aan de gast
huismeesters een stuk land schenkt in de ban
van Heemstede tot het lezen van vijf H. Mis
sen per week op het H. Cruysaltaar in die
gasthuiskerk en het onderhouden van het
Wevers-altaar aldaar en H. Missen op de
vier hoogtijden of feestdagen der wevers.
Als dan in 1576 die kerk met een groot
deel van Haarlem verbrandt, wordt in 1578
een bepaling gemaakt, dat de gasthuismees
ters aan den gildeknecht der wollenwevers
voor het verlies van emolumenten twintig
stuivers per jaar, en na vier jaar onder de
behoeftige gildebroeders zal uitdeeleri de
is HET ADRES om goed en voordeelig
te koopen. U vindt er het beste in aller
lei bont. Het is dus zaak er eens binnen
te loopen.
staat voor de deur en U
hebt nog geen Locar-
bits in huis. Let op
dat U de echte krijgt.
Locarbits Groene Kruis
Hoestbonbons.
De aanranding bij Doetinchem
De jongste aangehoudene vrijgelaten
In verband met de aanranding van een
22-jarig meisje verneemt het „Hdbd.", dat
een der aangehoudenen, de 18-jarige jongen,
weer is vrijgelaten, daar zijn onschuld is
gebleken. De in zijn bezit gevonden shawl
van het meisje was hem door den dader
ter hand gesteld.
Doodelijke aanrijding
Het 12jarig feest van het Sint Jozefshuis a. d. Zijlsingel.
helft van de rente der landerijen voor het
gilde geschonken. In een acte van 1604 blijkt
dit 38 gulden 's jaars te bedragen. Na vier jaar
wordt het loon van den gildeknecht vcor de
helft door gasthuismeesters betaald. De grond
van het oude gasthuis, met wat er van de
gebouwen nog restte, werd verkocht.
In de nieuwe S. Bavo heeft O. L. Vrouwe
gilde ondertusschen in de 16e eeuw nog gul
den tijden beleefd:
Van Heussen en Van Rhijn schrijven over
dit gild nog: „In dit broederschap zijn luiden
van den hoogsten adel, niet alleen uyt de
stad Haarlem maar ook uyt gansch Holland
en zoo wel geestlijken als wereldlijken
opgeschreven geweest. In 't gemelde boekje
(een ander handschrift in hun bezit) staat
een volledige lijst van alle broeders, van
't jaar 1464 af tot het jaar 1573. Zij noemen
daarbij alleen Karei den Stouten en den
Haarlemschen Bisschop Godfried van Mierlo.
Voorts schrijven zij„Ik heb noch een ge
schreven boekje gehad, waarin alle goederen
en landerijen van de broederschap stonden
aangeteekend." Volgens dit boekje had het
gild in 1574 aan jaarlijksche inkomsten 1323
gulden 2 stuivers en 9 penningen, en wel
uit landerijen, huizen en rentebrieven.
De zwendel te Limmen
Algemeene Vereeniging van
Gemeente-ambtenaren
Hoe een manufacturierster en haar oude
vader broodeloos zjjn gemaakt
Praktijken van een advocaat
De vorige week hebben wij melding ge
maakt van twee arrestaties een der aange
houdenen is een advocaat te Amsterdam
ir. verband met de oplichting van een vrouw
te Limmen (N.H.) De tweede aangehoudene
is een voormalig caféhouder, die te Keulen
is gearresteerd.
Uit Alkmaar meldt men aan „de Telegraaf"
nader dat het slachtoffer van de beide arres
tanten een 38-jarige manufacturierster is, die
sedert eenige jaren te Limmen den manufac-
turenhandel drijft van haar vader.
In Februari verscheen een neef uit Duitsch-
land en deze overtuigde haar van de noodza
kelijkheid de zaak te moderniseeren. Hij had
een vriend in Amsterdam die zulks wel zou
verzorgen. Met dezen vriend verscheen de
thans gearresteerde voormalige caféhouder
ten tooneele en deze wist, onder trouwbe
lofte dermate het vertrouwen van de manu
facturierster te winnen, dat zij goed vond,
dat de winkelvoorraad in auto's werd gela
den om in Amsterdam te worden verkocht.
Zij stelde hem zelfs de sieraden van haar
overleden moeder ter hand.
Op aandrang van den man bestelde zij
zelfs nog bij een grossier in Amsterdam
f 2000 aan nieuwe goederen.
Toen de grossier na eenige weken op be
taling aandrong, stelde zij zich telefonisch
met den ex-caféhouder in verbinding, die
mededeelde, dat hij zou komen, omdat het
goed inmiddels verkocht was en de ontvangst
ruimschoots toereikend was om de schulden
te voldoen.
De zaak moest op grooten voet worden op
gezet en hij was bezig op het pand, dat
slechts met een eerste hypotheek van f 5000
belast was, een crediethypotheek te bezorgen.
In een onderhoud, dat hij te Castricum met
de manufacturierster had, wist hij het meisje
te bewegen een paar blanco stukken te tee
kenen, naar hij zeide om het geld voor de
hypotheek te krijgen. De acte voor de cre
diethypotheek zou gepasseerd worden bij een
notaris te Amsterdam. De gearresteerde ad
vocaat, de raadsman van den z.g. aanstaan
de van het meisje had het meisje verklaard,
dat zij niets moest zeggen en alleen maar
haar naam op de haar voorgelegde stukken
moest teekenen. Ten kantore van den nota
ris bleek, dat de taxatie slechts f 8000 be
droeg, zoodat het niet mogelijk bleek de ge
vraagde crediethypotheek van f 10.000 te
verstrekken.
Met goedvinden van den notaris werd de
taxatie van f 8000 veranderd in eene van
f 18.000. Een inwoner uit Bussum, als slacht
offer hiervoor door den advocaat gevonden,
bleek bereid de f 10.000 crediethypotheek te
verstrekken. De caféhouder wist van het
meisje de volmacht te krijgen waardoor hij
het geld in ontvangst kon nemen.
Toen dit geld uitbleef en het voorts bleek,
dat de ex-caféhouder gehuwd was, verschafte
het meisje den oplichter zelfs nog f 200, die
hij, naar hij beweerde noodig had voor zijn
echtscheiding, om met haar te kunnen trou
wen.
In weken hoorde zij echter niets meer van
haar vereerder. Toen de grossier haar fail
lissement aanvroeg, moest zij ervaren, dat de
gedroomde echtgenoot, na goede sier van
het geld te hebben gemaakt, was verdwenen.
Het inmiddels uitgesproken faillissement
werd wegens gebrek aan actief opgeheven. De
zieke vader, die begreep, dat het weinige,
dat hij zich na een moeizaam leven had ver
gaard, was verdwenen, kreeg van schrik een
verlamming. Hij moet het thans zelfs bele
ven, dat ook het huis publiek verkocht wordt,
omdat de hypotheekrente niet meer betaald
kan worden.
De justitie heeft inmiddels ingegrepen;
naar wij vernamen zouden nog meer arres
taties te wachten zijn. Het geld is echter
weg en het meisje met haar ouden vader
totaal broodeloos gemaakt, terwijl de hypo
thecaire vordering van f 10.000 van den in
gezetene uit Bussum waardeloos is gemaakt.
Personalia
Aan de Universiteit te Amsterdam is ge
slaagd voor het candiöaats-examen in de
Handelswetenschappen de heer D. W. van
Hout, altiier.
Motie van afkeuring
De afd. Haarlem van de Algemeene Ver
eeniging van Gemeenteambtenaren hield
Dinsdagavond in hotel „Lion dr'or", een goed
bezochte ledenvergadering, onder leiding van
haren voorzitter, den heer E. W. Goedhart.
Bij de opening der vergadering hield os
voorzitter een uitvoerige beschouwing over
den algemeenen toestand, in het bijzonder
met bétrekking tot de positie van bet over
heidspersoneel. Spr. constateerde, dat welis
waar in Haarlem geen direct gevaar dreigt,
maar dat niettemin de organisaties paraat
moeten blijven. Spr. wees in dit opzicht op
de actie van den heer Castricum, den voor
zitter der R. K. Raadsfractie.
In het bijzonder heette spr. welkom een
aantal leden van het Nationaal Verbond van
Gemeenteambtenaren, die in verband met de
fusiebesprekingen er prijs op stelden deze
vergadering bij te wonen.
Na voorlezing en goedkeuring van de notu
len der vorige ledenvergadering en mededee-
ling van enkele ingekomen stukken, stelde
öe voorzitter aan de orde punt 4 der agenda:
Mededeelingen over de fusiebesprekingen.
Spr. bracht in herinnering, dat deze be
sprekingen aanvingen in den winter van 1929
dus bijna 2 jaren geleden en dat de vergade
ring het bestuur machtigde deze besprekin
gen te voeren, zonder zich in eenig opzicht te
binden. Het bestuur heeft deze besp-ekingen
gevoerd, met den wil om tot overeenstem
ming te geraken en g'etoond bereid te zijn tot
concessies, daar, waar de omstandigheden
zulks vorderden, zonder nochthans de leden
te binden, of de belangen der organisatie en
der leden uit het oog te verliezen. Deze be
sprekingen hebben geen resultaat opgele
verd, niet door schuld van de zijde van de
Algemeene Vereeniging.
Spr. las alle brieven voor, in chronologi
sche volgorde, welke over deze zaak zijn ver
zonden en ontvangen, waardoor alle aanwe
zigen een helder eh juist inzicht kregen in
deze belangrijke aangelegenheid.
De secretaris zette vervolgens uitvoerig
uiteen, welke voorwaarden aanvankelijk wa
ren gesteld, welke voorwaarden zijn terugge
nomen en welke ziin gewijzigd en hij consta
teerde, dat alle geruchten, welke daarom
trent van zekere zijde zijn verspreid, onjuist
bliiken te zijn.
Nadat enkele leden en introducées enkele
inlichtingen hadden gevraagd, hechtte de
vergadering met algemeene stemmen haar
goedkeuring aan het door het bestuur ge
voerde beleid, terwijl het dank werd gébracht
vcor de tactische wijze, waarop het de be
sprekingen heeft gevoerd.
Vervolgens kwam aan de orde punt 5. het
conflict met den Commissaris van politie,
inzake het overleg' bij de politie. Spr. schet
ste uitvoerig de verhoudingen bij de politie
en deelde mede welke stappen het bestuur
gedaan h<>eft cm het overleg bij de politie te
verbeteren.
De vergadering nam hierna de volgende
motie aan:
De ledenvergadering der afd. Haarlem van
de Algemeene Vereeniging van Gemeente
ambtenaren in Nederland, bijeen op 13 Octo
ber 1931,
Gehoord hebbende de mededeelingen van
het bestuur, bij monde van den voorzitter,
over de pogingen welke gedaan zijn om te
komen tot verbetering van het georganiseerd
overleg en tot het wegnemen van onjuiste
verhoudingen bij de politie;
Constituerende dat in strijd met de opvat
tingen van den gemeenteraad, van den
Commissaris van Politie geen medewerking
is te "erwachten. om aan het instituut van
Reo-ganiseerd overleg bii de politie eenice
beteekenis te geven en om aan de vakorgani
satie bii de nolitie de plaats in te ruimen,
welke zij in de huidige samenleving dient in
te nemen;
Spreekt haar afkeuring uit over de hou
ding, door den Commissaris van Politie aan
genomen,
Keurt goed, alle maatregelen, welke tot
dusver door het bestuur zijn genomen.
Draagt het bestuur op. onverzwakt voort
te gaan op den ingeslagen weg, om het over
leg bde pohtie te verbeteren en daardoor
tevens tot betere verhoudingen en toestan
den bij de politie te komen;
Besluit deze motie ter kennis te brengen
van den Burgemeester, Burgemeester en Wet
houders, den Gemeenteraad en van de Haar
lemsche pers, en
gaat over tot de orde van den dag.
Hierna kwam nog kortelings in bespreking
de agenda voor de op 29 October a.s. te hou
den vergadering der commissie van overleg,
waarbij de formatie van enkele bedrijven zal
worden vastgesteld of gewijzigd.
Na enkele mededeelingen te hebben ge
daan over een in November a.s. te houden
feestavond en de leden te hebben opgewekt
met klacht de ledenwerving ter hand te
nemen, sloot de voorzitter daarna de verga
dering.
„Vrouwen op kantoor". Spel van
dezen tijd in 3 bedrijven en 5
tafereelen, door John van Druten,
door N.V. Het Schouwtooneel.
Direct plaatst de schrijver de toeschou
wers in het midden van het hedendaagsche
probleem van: „Vrouwen op kantoor". Hij
teekent ze in deze onvrouwelijke bezigheid
ten voeten uit, en legt meer speciaal den
nadruk op het feit, dat de meeste vrouwen
en meisjes haar roeping als vrouw misloo-
pen door een dergelijk ambt te bekleeden.
Uit den treure is reeds getheoretiseerd en
gezwamd over de gelijkstelling van man en
vrouw en allerlei stellingen werden gepo
neerd over de rechten van de vrouw zus en
zoo, doch het eind van alles was een hand
haven en uitbreiden van den bestaanden
toestand.
En evenmin als de advocaat Walker (zoo
als de patroon in dit stuk heet) zich kan
bezig houden met de drama's, die zich in het
innerlijke van zijn vrouwelijk personeel vol
trekken, evenmin houden ook de voorstan-
standers van het vrouwelijk onafhankelijk
heidsidee zich daarmede bezig en keeren
zich in hoofdzaak naar de materieele voor-
deelen en „eischen".
Vier vrouwelijke bedienden op een advo
catenkantoor laat de auteur ons zien en
heeft ieder harer voorzien van hebbelijk-
heidjes, idealen en verlangens, doch als
voomaamsten trek toont hij ons in haar de
begeerten naar den man. Door al de zelf
standigheid, die hen allen kenmerkt, straalt
de zucht om „geborgen te zijn" en daarom
hebben alle vier „iets", dat daarvoor in de
toekomst zal zorgdragen. Van alle kanten
doemen echter ge,varen en onzekerheden
op en maken hun teven rusteloos en onze
ker. Daarbij komen de specifiek vrouwelijke
eigenaardigheden en een min of meer na
tuurlijke verachting voor het werk, dat zij
doen. Zij beschouwen dat niet als hun le
vensstaat, doch eerder als 'n soort wacht
tijd, tot „hij" haar daaruit verlost. De meest
tragische figuur van alles is juffrouw Jones
(Marie Holtrop)die eerst als het te laat
is, haar mislukte leven voor zich ziet. De
égards en de hoogachting, waarop een vrouw
uit den aard der zaak aanspraak meent te
mogen maken worden zelfs door haar ver
loofde met voeten getreden en deze maakt
de verloving uit op een wijze, zooals een
vriend een kameraad zijn vriendschap zou
opzeggen. Ook dit zou men kunnen be
schouwen als een vrucht van de emancipa
tie der vrouw. Scherp is deze figuur in het
volte licht geplaatst en de voortreffelijke
wijze waarop deze rol werd vertolkt, toonde
ons een mislukkelinge in al haar ellende.
Daartegenover stond het tengere wezentje,
juffrouw Milligan (Dogi Rugani)die in haar
onervarenheid bijna meegesleept zou wor
den op het hellende vlak, doch juist bijtijds
en door tusschenkomst van juffrouw Jones
wordt gered. Voorts juffrouw Hooper, die,
eveneens bezield met het doel om geborgen
te zijn, niet zoo nauw kijkt wat de midde
len betreft, of liever gezegd, die als
moderne vrouw zich niet door „kleinzielige'
overwegingen laat leiden. Ten slotte de be
rekenende juffrouw Bufton, wier eenig
ideaal het is na kantoortijd zooveel moge
lijk van het teven te genieten. En over dit
alles ligt de waas van verachting en non
chalance en een voortleven van den eenen
dag in den anderen. De oplossing is betrek
kelijk wat mager en verrast noch bevredigt
doch hiermede zijn goeddeels de tevens van
het achtergelaten stel getypeerd. Ook daar
van voelt men, dat zij de betreffenden in
een zekere onvoldaanheid achterlaten, zij
het ook bij eenigen met enkele concessies
voor de toekomst in 't verschiet.
Jaap van der Poll is de charmeur Brewer,
die zich tot taak stelt te profiteeren van
het vrouwelijke „kantoormateriaal" waar
over hij esteld is. Dat hem dit niet gelukt,
heeft hij te danken aan den patroon Walker
(Ko van Dijk), die in dit geval een andere
opvatting blijkt te huldigen. Zoowel de in
gebeeldheid van den eerste, als de gereser
veerde business-achtige allures van den
laatste kwamen goed tot uiting en belden
gaven aan hun rollen de benoodigde verve
en het vereischte relief.
Als welkome afleiding in deze dorre, za
kelijke wereld verscheen van tijd tot tijd
Esther de Boer—Van Rijk als juffrouw
Willesde, de „halve gare" cliënte. Haar
creatie van Zebedee. die over alles en nog
wat kliemt en passant ook nog enkele wijze
lessen geeft, was een buitengewoon fijn
stukje spel. Dan vooral niet te vergeten
Jacques Snoek als den naïeven jongeling Hec
tor Hammond, die in één woord kostelijk
was in zijn uitbeelding van verliefden op
geschoten boy. Eveneens hebben we bewon
dering voor Syb. Veldman, die, hoe
wel soms 'n ietsje overdreven, de jongste
bediende-rol vervulde. Misschien kunnen
vele volwassenen hun voordeel doen met
hetgeen zij in dit stuk zullen hooren en zien,
daar het onderwerp zoo heel dicht de wer
kelijkheid benadert.
L. V.
Haarlemsche Stichting voor
Woningbouw
Bij ministerieele beschikking is goedge
vonden, dat de 110 arbeiderswoningen en 3
bergplaatsen, waarvoor bij beschikking van
30 Juni 1930 aan de gemeente Haarlem een
voorschot en een jaarlijksche bijdrage zijn
toegekend, door die gemeente worden over
gedragen aan de Haarlemsche Stichting voor
Woningbouw.
Bij het bakken van visch
Vrouw in brand gevlogen
Gisterochtend te ongeveer 11.45 uur is in
perceel Bergerstraat 36 te Den Haag de 50-
jarige bewoonster mej. C B. in brand ge
raakt, terwijl zij aan het bakken van visch
bezig was. Ten einde spatten te voorkomen,
bad zij oude kranten om de pan gewikkeld.
Deze kranten vatten echter vlam en toen
mej. B. trachtte deze vlammen te dooven,
vlogen ook haar kleeren in brand.
Eenige buren, die op haar hulpgeroep
ijlings waren toegesneld, slaagden er in, het
vuur te blusschen. Mej. B. werd echter met
vrij zware brandwonden over het geheele
lichaam naar het ziekenhuis aan den Zuid-
wal gebracht. Haar toestand is zeer beden
kelijk.
Vrouw het slachtoffer
Gisterenavond omstreeks kwart over zes
is te Amsterdam, op den Klaprozenweg, san
den overkant van het IJ, een ongeveer
38-jarige vrouw, die daar achter een hand
kar liep, van achteren aangereden door een
luxe auto en vrijwel op slag gedood. De
chauffeur, een reiziger uit Tuindorp Oost-
zaan, verklaarde de handkar en de persoon,
die deze voortduwde, niet te hebfcien opge
merkt. De kar bleek niet verlicht te zijn en
droeg eveneens geen reflector. Het lijk van
de vrouw is door den G. G. en G. D. naar
het binnengasthuis vervoerd.
Voor ruim duizend gulden aan
aspirine gestolen
Een werkster en haar verloofde
gearresteerd
Een engros-firma in Geneesmiddelen te
Amsterdam vermiste gedurende de laatste
maanden groote hoeveelheden aspirine, ver
pakt in tuben en in pakjes. Gedurende
eenige weken werden verschillende personen
in dienst van de firma, streng nagegaan,
doch men kon de(n) dader(s) niet ontdek
ken. De politie van het bureau Singel werd
van den diefstal in kennis gesteld en eenige
rechercheurs begonnen een uitgebreid on
derzoek. Na enkele dagen ontdekte men, dat
een jonge werkster, die iederen morgen ei
avond in het gebouw aanwezig is om de
kantoren en magazijnen schoon te houden
meer van het verdwijnen van de aspirine
scheen te weten De politie ging dan ook
tot haar arrestatie over. De inspecteurs van
het bureau Singel, de heeren Van der Heul
en Van Cleef, namen haar een verhoor af
en toen bleek, dat ze in korten tijd voor
meer dan duizend gulden aan aspirine haa
verduisterd. Hierin werd ze geholpen door
haar verloofde. De politie ging dan ook over
tot de arrestatie van dezen jongeman. Een
huiszoeking werd bij de twee verdachten
gedaan, doch deze leverde geen resultaat op.
Het bleek, dat de aspirine door hen aan
verschillende personen, kennissen en vrien
den verkocht was. Bij eenige van deze per
sonen werd dan ook door de politie huiszoe
king gedaan en werden verschillende pakjes
en tuben in beslag genomen. Het tweetal
zal ter beschikking van de justitie worder
gesteld.
Een Nederlander uit België gezet
Zich bemoeid met de Vlaamsche politiek?
De Nederlander J. P., die te Antwerpen
een regelmatige betrekking bekleedde, is vo
rige week door de Belgische overheid uit het
land gezet. Hij kreeg een bevel om binnen
24 uur het land te verlaten.
Daar de heer P een huisgezin heeft, was
zulks practisch onmogelijk. Door ingrijpen
van den volksvertegenwoordiger Herman Vos
is hem toen drie dagen uitstel verleend
waarna de heer P. met zijn familieleden
naar Nederland vertrokken is.
Aanleiding tot deze uitzetting schijnt te
zijn het feit, dat de heer P. zich gemengd
heeft in de Vlaamsche politiek in Beigië. De
Nederlander was namelijk een der leiders
van de Vlaamsche nationalistische Wacht var.
Berchem (Antwerpen). Onmiddellijke aan
leiding zou geweest zijn een betooging na
afloop van de rede van den Zuid-Afrikaan
der Van Broekhuizen waaraan P. had deel
genomen en waarbij de politie zijn naam
had genoteerd.
De ernstig gewonde Noor
Door een Hollandschen zeeman
neergeslagen
In het geheimzinnige geval van den Noor-
schen zeeman, die Woensdagochtend te Rot
terdam op den hoek van de Herderstraat en
de Wijde Nieuwsteeg ernstig gewond werd
gevonden, is thans in zooverre licht gekomen,
dat als vaststaande kan worden aangenomen,
dat de man door een Hollandschen zeeman
is neergeslagen.
Niet onwaarschijnlijk is het, dat hij in
beschonken toestand verkeerde
De politie zet het onderzoek nog voort
en meent den dader op het spoor te zijn.
De toestand van den Noor is nog steeds
zorgwekkend.
Ruzie over de 100.000
Kwestie met twee wanbetalers
Eenigen dagen geleden kwam de f 100.000
uit de Staatsloterij! Een loterijclub te Hilver
sum, bestaande uit 30 leden, was de geluk
kige bezitster van het lot, d.w.z zij hadden
het lot half, zoodat de buit voor de club pl.m.
f 40.000 bedroeg. Het bleek echter, dat de ver-
deeling kwesties met zich mede bracht, 2 le
den waren n.l eenigen tijd in gebreke geble
ven om hun contributie te betalen, dus, zoo
oordeelde de club, deelen de twee wanbeta
lers niet mee. Dezen voerden echter aan,
dat zij in den tijd, dat het lot werd gekocht,
trouwe contributiebetalers waren.
De zaak werd in handen gegeven van een
advocaat en een request om op het jeld be
slag te leggen, zal worden ingediend indien
de twee niet-betalers geen aandeel krijgen
uitgekeerd.
De gelden worden bebeerd door een her
bergier in Hilversum, waar de club haar
stamlokaal heeft.