F i mfmjsiJa m Wim m mm mm u m m m i m mi m o n s iü m ül m M 111 s MiM mrnm Él i «lf 18 Hl i li I? %&m HET VOORMALIG MILITAIR HOSPITAAL wJ^' wè. u ELCK WAT WILS <wï w/Mw w/ i yi pr I' mmmm g 'M"'W "V V' IWII M mmm rjPA, 9, fÊ !i €f €M m n§ m i§ üf HALFWEG—ZWANENBURG KEGELEN DAMRUBRIEK W ÉP Èfr Jl wé, 11 ^'W> p 'w, I m WAw, Wi wz Wi i 1 'f pg w W SCHAAKRUBRIEK Wé m mm. Dat oude klooster, nu eigendom geworden van de N. V. De Spaamestad, is nog in de 16e eeuw Pesthuis geworden. In 1558 is er hier ter stede een hevige pestziekte ge weest, zoodat het nieuwe pesthuis, een deel van het voormalige Witteheerenklooster, te klein was om alle lijders op te nemen. Dank baar werd door de Stadsregeering toen ge bruik gemaakt van het aanbod der Vrou- wenbroerissen, die tijdelijk een deel van haar klooster tot een hulp-pesthuis wilden in richten. Eerst in een Vroedschaps-Resolutie Gemeenteraadsbesluit) van 7 April 1601 wordt het Pesthuis weer ter sprake gebracht. Toen was er zóóveel toenemende bebouwing en meerdere bevolking in dit stadsdeel ge komen, dat de overheid de noodzakelijkheid van verplaatsing voelde. Het Pesthuis was heelemaal ingebouwd, dusmeer besmet tingskans. Toen viel het oog op het gewezen Sint M'agdalenaklooster, dat bij den verkoop der geestelijke goederen van de stad door Burgemeester Arend Pietersz. Deyman was aangekocht. We lezen in de raadsnotulen van 7 April 1601 o.a.: „Voorts es ter communicatie ende in deliberatie van dedn vroeschappe geleyt of nyet geraden soude wesen de fun datie van 't ouden-mannenhuys te maken ende funderen in de huystnge van 't tegen woordige pesthuys ende 't selve pesthuis wederomme te funderen in de Magdalena Kerk ende erven daaraan gelegen.... we- sende eene zeer bequame plaetse tot een pesthuys als op een hoeck in 't noorden van de stadt gelegen." Toen werden eenige vroedschapsleden aan gewezen (zoo iets als Raadscommissie voor Openbare Werken) die de voorzegde Magda- lenakerk zouden opnemen en ook met den stads meester-metselaar en timmerman zou den overleggen over de kosten van timme ren. Ook zou de commissie in onderhandeling treden met burgemeester Deyman „Omme Uselve alles gesien ende gehoort alsdan in dezen een besluyt te maken". Het rapport vermeldde, dat zij „de gelegentheyt der voors kercke ende erve zeer bequaem geschikt) omme tot een pesthuys te approprieren had den bevonden." Er werd een kaart gemaakt en een kos tenberekening van omtrent 3300 carolusgul- den „daerinne begrepen de 1350 Kr. gl. die de voors burgemeester Deyman versochte voor 't overgeven van zijn gerechticheyt (of recht op verschoten penningen bij hem geduerende synen eigendom aan voors kerck vertimmert als oock van drie kuipen bij door) den voors. burgemeester op 't erve getimmert die de Stadt mede volgen sullen, mits dat den burgemeester hiermede ont slagen zal wesen van de rente dyen hij over den coop van de kerck de Stedt belooft hadde. Ende dat hem eenich gerüf op het oude kerkhof gedaan zou worden om door het afstaan van de bedoelde kerk eenige ton nen of kisten van hem of van zijn zwager Jacob Hagens te mogen brengen en te laten liggen „in drage tot sijn of sijns zwagers leven." Het gedane aanbod van Burg. Deyman werd in dank aanvaard en hij ontving de voorgeschoten 2300 gulden, werd van de rente ontslagen en mocht voor die kisten enz. van het gewezen kloosterkerkhof gebruik maken. Bij vroedschapsbesluit van 28 April werd alles aangenomen en gelast tot aan koop van materialen voor noodigen bouw en herstel. Zoodra het nieuwe pesthuis gereed was, werd het verplegend personeel benoemd, waarmee in het volgend jaar werd voortge gaan. Het Pesthuis had onder de Regenten van het groote gasthuis gestaan, maar genoem de vroedschapsnotulen getuigen niet van overleg over aankoop, toerusting en benoe ming personeel. Dat is genoeg om de verba zing te begrijpen der genoemde regenten, toen zij ter burgemeesterskamer werden ge roepen om te hooren, dat ze uit de kas van het Gasthuis het Pesthuis met f 3000 moes ten subsidieeren. Daartegenover staat een Resolutie van Burgemeesteren in 1638, waarbij Regenten van het Pesthuis werden gemachtigd hun batig saldo te storten in handen van den Rentmeester de Waal om ten behoeve der stad te worden geadmitteerd gebruik toe gelaten) Intusschen doen zich medio 17e eeuw an dere bezwaren voor. Men had behoefte aan een Arme Kinderhuis (zooiets als nu is aan den Schotersingel). Er moest zoo'n ge sticht komen en de stadsautoriteiten dachten aan het Pesthuis. De verpleegden hieruit konden dan naar het Leprozenhuis (nu Stads Armen- en Ziekenhuis). Dat kon des te beter, omdat de z.g. lazarije melaatsch- heid) zeer was afgenomen en er voor de pestlijders ruim plaats was. Natuurlijk was er weer een commissie van onderzoek. Het rapport werd door de vroedschap aangeno men en nu kwamen de arme kinderen in het Pesthuis en de pestlijders gingen naar het gebouw aan den Schotersingel en de re genten van het Dolhuis werden met het schouwen der lazerije belast. Er werd nu een vaste Pestmeester aangesteld op een salaris van f 300. Het toezicht op de pestlijders werd nu ook beter. Dat was 1657. De fond sen van het Leprozenhuis werden aan het Arme-kinderhuis overgedragen. Men be grijpt nu tevens den oorsprong der namen Kinderhuisstraat, -vest en -singel. Rijk waren die fondsen niet. Burgemeester Pieter Boas rapporteerde tot 1694 dat „alle goede ren en effecten van het Leprozenhuis ge geven zijn aan het Arme-Kinderhuis, het Pesthuis eigenlijk geene inkomsten heeft en dat de Regenten van het Arme-kinderhuis gehouden waren uit de goederen van het Leprozenhuis eerst de Pesthuiskosten af te doen. In geen jaren hadden zij iets ontvan gen. Toen deed het stadsbestuur vier gaven van f 500. Het was met die gestichten en hun fond sen een voortdurend getob. Zoo ging het H. Geesthuis (waar nu het Hofje van Oor schot staat) in 1626 door overbevolking zoo zeer gebukt, dat men voortaan geen kinde ren ouder dan zeven jaar zou opnemen. In Dordrecht werd ook eens gekeken, na tuurlijk een commissie we weten wel ingesteld 24 Febr. 1653 om te onderzoeken op welke wijze een Arme-kinderhuis zou kunnen worden opgericht in> het Pesthuis, vroeger het klooster van Maria Magdalena. Het rapport noemde het hoog tijd, dat ge zorgd werd voor de kinderen, die door de Diaconie en de Aalmoezeniers werden ver pleegd en die „tegenwoordich in 't wilde werden opgebracht, ende oock, meerdere co- nien te c oppen." De commissie stelde voor een gedeelte der goederen van het Leprozenhuis te geven en niet het huis een of twee jaren tevoren door Burgemeesteren gekocht van Jhr. Gsbert. Van Bronckhorst in de Zoetemelksteeg. Ook werd een lijst vastgesteld, bepalend, hoeveel ieder, die tot een ambt benoemd werd, aan het Arme-Kinderhuis zou betalen bij aanvaarden van het ambt. Bovengenoemd huis was al voor een Kin derhuis in aanmerking gekomen. De Staten van Holland en West-Fries land gaven goedkeuring aan het plan; alles duurde lang en zoo kwamen 26 Mei 1656 de eerste kinderen in het huis. maar weldra was het te klein om alle weezen op te nemen, zoodat in 1861 tot vergrooting moest worden overgegaan. De Haarlemsehe metselaar Marten Claessen nam het werk aan en voerde het uit voor 9300. In 1757 werd het eeuwfeest door heeren Regenten met een gastmaal gevierd. In 1785 werd het Heilige Geesthuis ver- eenigd met het Arme-Kinderhuis. Tenge volge daarvan werd het H. Geesthuis aan de Kruisstraat gesloopt om later plaats te (ha ken voor het in 1770 gestichte Hofje van Oorschot. In 1657 was het H. Geesthuis door de op richting van het Arme-Kinderhuis reeds zeer verlicht. In 1746 nam de Stedelijke Regeering een resolutie rakende het onderwijs ten behoeve van de kinderen, die in het H. Geesthuis, Arme-Kinderhuis, Diaconiehuis en in het Aalmoezeniershuis werden verpleegd. Er werd bepaald dat, „aangezien er somtijds kinderen in die gestichten waren, die lezen noch schrijven konden, de zoodanigen voortaan, al hadden zij den vereischten leeftijd om het gesticht waarin zij verpleegd werden, te ver laten, niettemin zoolang in het huis moesten verblijven, totdat zij behoorlijk waren onder richt en als lidmaten der Gereformeerde Kerk waren aangenomen en bevestigd." Dat de vereeniging van de weezen met de arme kinderen goedschiks was gegaan blijkt uit het volgende, d.d. 3 Februari 1721. „Dat de regenten van het Kinderhuis mede in completen getale in het besogne sijnde, haer bij de gedagten van de regenten van het Weeshuis hadden gevoegt en verders daerbij gedaen dat zij vermijnden (meenden) daerdoor een groot voordeel soude worden geconsequeert (tengevolge ou hebben) en dat men behoorde te overleggen, op hoedanig een manier hetselve soude kunnen en behoo- ren te worden gedaen, 'tgene nootwendigh soude dienen te worden beschaeft enz." Overbevolking van het H. Geesthuis was eigenlijk de oorzaak van het stichten van het Arme-Kinderhuis. Het H. Geesthuis kon ze niet allen opnemen en moest de zorg voor de verpleging van weezen en verlaten kinderen voor een deel overdragen op de Diakenen en Aalmoezeniers. In het Arme-Kinderhuis werden geplaatst de kinderen van boven 7 en beneden de 12 jaar. Al spoedig was de grens verlegd en in 1661 op 16 jaar gebracht. Deze kinderen werden in het Arme-Kin derhuis op dezelfde wijze verpleegd als in het H. Geesthuis. Zij werden er onderwezen in het lezen, schrijven en rekenen en leer den er een ambacht en als ze het huis verlieten, kregen ze een goeden uitzet. De meisjes leerden het linnen- en wolnaaien en werkten zoowel in het gesticht als bij de burgers voor rekening van het Huis. In 1658 werd er een spinkamer opgericht. Dat was voor de kinderen, die nog geen am bacht konden leeren. Zoo waren er in 1671 41 kinderen aan het spinnen, wat f 1492.— i„ 't laatje bracht. Later werd dat bedrag wel minder, maar .wat er ook van kwam, was voor het Huis. Wij zullen de lezers niet lastig vallen met de financieele moeilijkheden van het arme- kinderhuis en de herhaalde subsidie van de stad. Zoo had het mede daarom in 1660 een inkomen van 35940, waarvan het Le prozenhuis 2000 ontving. Toch bleef 't tob ben en zoo werd de Resolutie geboren, waar bij voor ieder tot een ambt benoemd, bij het aanvaarden der betrekking aan het Kinder huis, bepaald werd wat hy had te betalen. Ook zou ieder iets bijdragen voor .het huis, die in eenig gilde werd opgenomen en uit dé opbrengst van het poortgeld zou het 2000 genieten. Van 1661—1686 gingen de gelden hard achteruit en in dat jaar 1686 was het bedrag der onbetaalde rekeningen tot 11.171 ge stegen. In 1697 was het Kinderhuis zelfs niet m staat het bedrag van het Pesthuis te stor ten. Natuurlijk gingen de regenten bij heeren Burgemeesteren klagen. Een droppel vormde in 1697 een bijdrage van 7000 uit de op brengst van een loterij. Een kleine verbete ring kwam er in 1705, toen met den dood van den bekenden Kartograaf en architect Mr. Romeijn de Hoghe zijn pensioen van 1000 aan 't huis kwam. Toch wisten de regenten in 1721 twee obligaties van 3000 en in 1726 voor 50.000 aan effecten te koopen en nu gingen de inkomsten boven de uitgaven uit De pensioenbijdrage 1000 van wijlen mr Romeyn de Hoghe werd nu afgenomen en ook de jaarlijksche 1800 van de Bank van Leemng. In negen jaar, 1725—1734, werd het fonds zelfs 112.276 vermeerderd en nu ver dween de belasting op de boter, indertijd aan het H. Geesthuis gegeven en moest het Kin derhuis aan het H. Geesthuis 2500 per jaar geven. Maar in 1763 moesten de regenten weer 5000 hebben voor betaling van achter stallige schuld. Het bleef tobben en zoo be grijpen we dat dit in 1765 'n prikkel was tot vereeniging van het H. Geesthuis met het Arme-kinderhuis. Van toen af noemde men het kinderhuis in het voormalige Magdalena- klooster het Weeshuis. De bouw van een nieuw Diaconiehuis gaf daartoe aan'eiding. Natuurlijk werd er eerst ampel over ge praat, waarbij bleek, dat de regenten van het H. Geesthuis van oude statuten weinig af wisten. Wel wisten ze, dat de kinderen jaar lijks een z.g. relmaal moesten hebben en zij soms verplicht waren, onder zekere voor waarden te laten trouwen op het graf van Maerten van Heemskerck, (overleden 1573) Wy zagen, dat de vroedschap 23 Mei 1765 besloot tot vereeniging en nu werd boven den ingang van het armekinderhuis „Het Wees huis" geplaatst, maar door de vereeniging was er een respectabel aantal regenten en zoo werd bepaald, dat het aantal regenten tot vijf, dat der Regentessen tot vier zou uit sterven, terwyi het honorarium tot 400 werd verminderd. Toch werd nog 19 November 1787 het laat ste huwelijk op het graf van Maerten van Heemskerck, den beroemden schilder, geslo ten tusschen Jan Kuil en Trijntje Klaas de Boer, geboortig uit Heemskerk en ontvingen als naar gewoonte de opbrengst van een jaar landhuur, toen 44. 18.—08. De Staatkundige woelingen van Patriotten en Oranjeklanten met de daaropvolgende om wenteling deden zich nu ook gevoelen Voor het nu „Weeshuis". De voorlooplge stads regeering van 28 Januari 1795 bepaalde: „Ge hoord het voorstel om het Burgerweeshuis tot inkwartiering te ontledigen is geresolveerd de commissie tot inkwartiering te verzoeken om, met en tenevens de regenten van 't Weeshuis te effectueren (is: uit te voeren' dat de kinderen "an hetzelfde huis in andere godshuizen voor een tyd verplaatst en ver zorgd worden." 't Was van korten duur. maar de oorlogstoestand had de fondsen reeds ge knauwd. In 1804 kwamen er weer soldaten, in 1807 nog eens en 1808 zag de kinderen voor goed heengaan en wel naar het groote Diaconie huis aan den Koudenhorn, dat we zooveel jaren als Infanteriekazerne hebben gekend en waarin nu nog geen 20 politie-soldaten huizen. Voor het groote garnizoen was het voormalige Kinderhuis al spoedig te klein en het Diaconiehuis werd in 1810 ook kazerne Tenslotte verdwenen de soldaten uit het Klooster van Magdalena en restte slechts het Hospitaal of Infirmerie. Ook de Huzaren met stallen verdwenen uit de omgeving en de zieke soldaten bleven tot ongeveer 1924, waarna verschillende vertrekken voor verschillende doeleinden werden gebruikt. Thans is een groote verandering aan de beurt, maar toch ook weer herhaling van de geschiedenis. Waar eenmaal vrome zusters boeken vermenigvuldigden door schrijven, zul len mannen kranten en ty'dschriften druk ken. Waar „boetvaardige zusteren" haar leven wijdden aan „penneconst" en met ganzepen en penseel kleurige artistieke letters met teekeningen calligrafeerden, zullen vakman nen fotografieën ontwikkelen, chiché's ma ken, in kleurendruk prachtwerk van moder ne kunst voortbrengen. De tyd begint dat nonnen en arme kinde ren, weezen en oude mannen, infanteristen en huzaren, zieke en gezonde soldaten in ver getelheid raken en hier alles „in druk" komt Vair 31 October tot 7 November zal dooi de winkeliers van Halfweg en Zwanenburg evenals verleden jaar weder een winkelweek worden gehouden. De commissie welke zich met de voorbereidingen heeft belast, heeft voor deze week een gevarieerd programma ontworpen. By de opening zal een optocht worden ge houden van verlichte wagens met muziek en herauten, terwy) Woensdag 4 November des avonds weder een verlichte optocht zal wor den georganiseerd, waaraan op dien dag dan kunnen deelnemen fabrikanten van te Half weg en Zwanenburg ingevoerde marktarti- kelen, hetgeen een mooie gelegenheid is om reclame te maken. Fabrikanten die hier eventueel iets voor voelen, kunnen zich aan melden bij den voorzitter der Commissie den heer G. C. Dijkstra te Halfweg. Verder zal een puzzlewedstryd worden ge houden voor het publiek. In iedere deelne mende etalage zal een gedeelte der puzzle te vinden zijn. Voor de goede oplossingen zyn door de winkeliers -prijzen beschikbaar gesteld. Door extra verlichting e.d. zal alles naar men hoopt een fleurig aanzien krijgen. Het initiatief voor deze winkelweek is weer uitgegaan van de Vereeniging Plaatse- bjk Belang Zwanenburg, welke haar taak thans heeft overgedragen aan de tot dit doel gevormde commissie. Het slib van Indië Alles uit „Mutti", van het wegendek tot tabakspyp Van stad tot stad rijdt men in Indië over prachtige, vaste wegen, die, zooals men hoort, reeds lang in dien toestand verkeerden eer men er in Europa aan dacht asphaltwegen aan te leggen. Zelfs in het kleinste dorp vindt men dergelyke pracht-wegen en de boeren uit de dorpen, arme, magere bruine kerels, drijven hun ossenwagens, karren met geweldige houten wielen, voort, terwijl zy tydens den vermoeienden marsch onder de broeiende zon op hun manshooge stokken steunen, die met blik beslagen zijn en die „lathis" genoemd worden, vrouwen komen voorbijheur haar glanst zwart en aan de bruine armen glinsteren en rinkelen zilveren en koperen armbanden zij dragen haar kinderen op den rug. En ai deze wegen en straten, beschaduwd door eindelooze bron nen, zyn allemaal aangelegd met behulp van „mutti", de grondstof, die in Indië voor alle doeleinden gebruikt wordt. Mutti is het kostbare Slijk, waaraan het Indische laagland zijn ontstaan te danken heeft. Van de hoogste gebergten der wereld, de Himalaja in het Noorden, hebben glet- schers en rivieren dit slib aangevoerd, en vormen soms een laag van 30 en meer meter dikte. Dit land aan de oevers van den Indes en de Ganges heet Indië. Als fyn stof, fyner dan de fynste boschgrond, vult het slib het heele land. Millioenen jaren heeft deze aan slibbing geduurd eer de laag deze dikte ver kregen had. Gaat men over de velden, dan zet de mutti zich als poederstof op het ge zicht vast en men komt thuis aan zoo wit als een molenaar uit zyn molen. Meer nog dan het vruchtbare Nylslib is de bodemrijkdom van Indië de basis voor het leven der honderden millioenen men- schen, die het land bevolken. De korenvel den behoeven niet bemest te worden; de boer zaait maar en oogst alle jaren dezelfde vrucht. De bevloeiing door de rivier, de heete zon en vooral deze kostbare, echte moeder aarde, brengen zulke ryke oogsten op. Mutti zuigt na de' geweldige regenbuien in den regentijd het kostbare nat in zich op als een spons en in de droge maanden staat zij aan de wortels der planten langzaam de vochtigheid af, tegelyk met alle voedings stoffen, die zy zoo overvloedig bezit. Mutti is den Indiër heilig. Misschien is het daarom, dat men zoo zelden haar naam hoort uit spreken. Alles, aan de Indische boerenhuizen, het huis zelf, de stal, de heele inrichting en vele voorwerpen voor dageiyksch gebruikalles is uit mutti vervaardigd. De grond wordt met water tot een brei geroerd, in lagen boven elkander gestapeld en wanneer hij droog is, staan er de muren van de huizen. De vloer, 't met stroovlecht- werk samengevoegde dak, zelfs bed, tafel, stoelen en natuurlijk ook de stal voor het veealles wordt uit mutti vervaardigd. En nog meer: de kachel, gereedschappen, waterkruiken en potten, waarin het koren bewaard wordt, het speelgoed voor de kin deren, de pyp, die de man aansteekt, alles wordt uit mutti gefabriceerd. Kortom, alles, waarvoor by ons de smid, timmerman, met selaar en nog vele handwerkslui hout, yzer, leem, cement en een massa andere mate rialen, die soms gehaald moeten worden, noodig hebben, wordt uit het kostbare slib van Indië gemaakt. De eenvoud van den Indiër, ja ook slechts de mogelijkheid, dat 350 millioen menschen zonder een buitengewoon industrieele ont wikkeling daar kunnen leven en bestaan, vindt hierin een gemakkeiyke verklaring. Want voor de rest heeft de Indiër niet veel meer noodig dan een bescheiden maal eten en drinken! Het heete klimaat vraagt niets anders dan een heel lichte en eenvoudige en gemakkelijk zittende kleeding. Voorname Indiërs uit de kaste der grondbezitters en der Brahmanen dragen in hun huis en op het land ook niet meer dan den lendendoek van den boer. Stevige woningen, die ook het slechtste weer in den winter trotseeren heeft hy niet noodig. Verwarmingsmateriaal even min. Onze geheele rykdom aan allerlei voor werpen van dagelijkse!) gebruik wordt by den Indiër vervangen door het wondervolle natuurgeschenk: zyn mutti. Zondagmorgen, 18 October 1931, zal door den heer W. Gorter, voorzitter van den Ban- doengschen Kegelbond een krans worden ge legd op het graf van wyien den heer Bruno Groenewegen, voorzitter van den Nederland- schen en Haarlemschen Kegelbond, op de R. K. Begraafplaats St. Barbara aan het Soendaplein, in tegenwoordigheid van de familie Groenewegen en het bestuur van den Haarlemschen Kegelbond. Leden van den H. K. B., welke daarby wenschen tegenwoordig te zyn, hebben toe gang tot deze plechtigheid. Alles betreffende deze rubriek te adres- seeren aan den damredacteur der Nieuwe Haarlemsehe Courant, Nassaulaan 49, Haar lem. PARTIJ No. 141 Gespeeld in den wedstrijd om het kampioenschap der Haarlemsehe Damclub, 29 Juni 1931. B DUKEL, wit. J. W. VAN DARTELEN, zwart. (Onregelmatige opening) Wit Zwart 1. 32—27 Een weinig gespeelde opening. By goed tegenspel leidt ze tot nadeel voor wit. 1. 19—23 De meeste theorieboeken geven 1823 aan als beste antwoord voor zwart en ook ma. geniet die zet de voorkeur. 2. 37—32 14—19 3. 41—37 10—14 4. 46—41 17—22 5. 35—30 11—17 Hier was Z. 22—28; 23—29; gevolgd door 1823! aangewezen. Indien W. na den uit ruil, 3228 speelt, dan Z. 1721! 6. 30—25 6—11 7. 34—29 23 34 8. 40 29 1—6 9. 44—40 20—24? Nu komt zwart in het nadeel. Door 410 zou hy minstens geiyk spel gehouden heb ben: 9. 4—10; 10. 50—44 (a. b), 19—23; 11. *o—35, 23:34; 12. 39:30, 20—24: 13. 30:19, 14:23! Zwart staat goed. (a) 10. 40—35, 19—23; 11. 50—44, 23:34; 12. 39:30, 20—24! enz. a!s in de variant. (b) 10. 32—28, 18—23! 11. 27:18, 23:32; 12. 37:28, 12:32; 13. 38:27, 20—24; 14. 29:20, 15;24; gevolad door 19—23! enz. met voor deel voor zwart. 10. 29 20 15 24 XI. 50—44! 22—28 Vrijwel gedwongen. Want indien 11. 5—10? dan W. niet 33—28 enz. maar 12 3228! met winnend voordeel. 12. 32 23 18 29 13. 37—32 Sterker is 3328. 13. 12—18 14. 41—37 En hier kwam 3228 in aanmerking. Zwart mag dar natuurlyk niet 17—21 spelen: 14. 32—28! 17—21? 15. 39—34, 21:23; 16 33—^-28enz. 14. 17—22! 15. 47—41 Sterker is 33—28, 39:28 enz. 15. 5—10 16. 31—26 22 31 17. 36 27 10—15 18. 41—36 Wit moet in dit soort spel zoo sterk moge- ïyk het centrum bezetten. 3228, 3732 enz. v/as hier aangewezen. 18. 18—22 19. 28 17 13 22 Stand na 19. 13 22 20. 37—31 Nog steeds was 32—28, 37—32, 42—37, 37—32 enz. de aangewezen voortzetting. 20. 7—12 21. 40—34? Zwak. Wit had nog steeds belangrijk voor deel kunnen behalen door 3228! enz. 21. 29 40 22. 45 34 12—17 23. 31—27 Nu wordt de stand volkomen geiyk. 3228 had nog voordeel gegeven. 23. 22 31 24. 26 37 24—30? Zwart begeeft zich opnieuw en thans ge heel onnoodig, in moeiiykheden. Hy had 813; 28; enz! moeten spelen, met geiyk spel. 25. 34—29 30—35 26. 29—24 19 30 27. 25 34 9—13 28. 3 b31 17—21 29. 31—27 4—9 30. 33—28 2—7 31. 38—33 7—12 32. 43—38 21—26 Stand na 32. 21—26 33. 28—23 Ik had hier liever 3429 gespeeld en daarna 4440, 49:40 enz. met sterken aan val op zwart's langen vleugel. De tekstzet leidt tot onberekenbaar spel en daar heeft wit, die in den diagramstand voordeel heeft, geen belang by. 33. 12—17 Natuurlyk niet 33. 13—18? wegens W. 34. 23—19! 14:23; 35. 37—31! enz. wint. 34. 33—28 1"—21 35. 39—33 11—17 36. 27—22 15—20 37. 22 11 6 17 38. 37—31 2637 39. 32 41 8—12 40. 42—37 12—18 Hierdoor accepteert zwart, voor de derde maal in deze party, nadeel. Door 40. 20—24! had hy het wit heel wat moeiiyker kunnen maken. 41. 2? 12 17 8 42. 37—31 8—12 43. 58—32 Sterker is 41—37—32, 31—27 enz. 43. 1419 44. 41—37 12—18 45. 31-27 18—23 46. 44—39 20—24 47. 49—44 3—8 48. 27—22 9—14 49. 44—40 35 44 50. 39 50 14—20 51. 50—44 20—25 52. 44—39 25—30 53. 34 :25 23—29 54. 22—18 29 :27 55. 18 9 8—13 56. 3 18 27—32 57 18—12 32 41 58. 12—7 Remis gegeven. Ter oplossing eenige problemen van lezers van de Nieuwe Haarlemsehe Courant: PROBLEEM No. 187 Auteur; Jan Metz, Amsterdam. r/M W/A W. \'M 'WA WA üi Stand in cyfers: Zwart: een dam op 26, negen schyven op 6, 8, 9, 11, 12, 20, 23, 30, 36. Wit: tien schyven op 17, 21, 37, 40, 42/45, 47, 49. Wit speelt en wint. PROBLEEM No. 188. Auteur: Jan Metz, Amsterdam. m WA 'Mt W m W?.- W WA WA J///A WA. w Stand in cyfers: Zwart: een dam op 37, tien schyven op 4. 5. 8, 9, 12, 14, 18, 23, 24, 29. Wit: twaalf schyven op 15, 21, 25, 27, 31. 34, 35, 39, 40, 42, 48, 49. Wit speelt en wint. PROBLEEM No. 189 Auteur, A. Fischer, Amsterdam Stand in cyfers: Zwart: 7, 9, 12, 13, 15, 19, 20, 25, 26. Wit: 24, 28, 30, 31, 33, 34, 37, 38. Wit speelt en wint. PROBLEEM No. 190 Auteur- A. Fischer, Amsterdam Stand in cijfers: Zwart: 5, 8. 10/15, 18, 20, 21, 27. Wit: 23/25, 28/30. 32,34, 38. 48. Wit speelt en wint. Oplossingen dezer problemen, met de op lossing van eindspel No. 186. in de volgende rubriek. Alles betreffende deze rubriek te adres- seeren aan den schaakredacteur van de Nieuwe Haarlemsehe Courant, Nassaulaan 49, Haarlem. By het naspelen der partyen van het lan- dentournooi te Praag trok onderstaande stelling myn aandacht: De stand is uit de party V. Mikenas, Lit- thauen met Wit en I. Kashdan, Amerika, Zwart. Zwart's laagste zet was 18. Kg8-h7? waarna Wit niet meer uit de stelling wist te halen dan remise door eeuwig schaak. Het merkwaardigste van het geval is ech ter, dat precies dezelfde stand in 1916 is voorgekomen in een party Janowski, Wit— Chajes, Zwart. Janowski won van uit den diagramstand heel fraai als volgt: 19. Pe5-d7! Pc5:d7 20. Tdl:d7 Lb7-c6 Gedwongen, wegens de dubbele dreiging Td7 :bl en Df7:f6. 21. Pc3-e4Lf6:b2 Nog wel het beste, want indien 21. Lc6:d7; 22. Fe4:f6t met mat op den volgen den zet. En indien 21. Lc6-e4; 22. Df7:f6, Te8 -g8; 23. Tcl-c7! enz. wint. 22. Pe4-g5f Kh7-h6 23. g2-g4 g7-g6 Indien 23. Kh6:g5; 24. Df7-h5t, Kg#- f6; 25. Td7-f7f en mat. 24. h2-h4 Te8-h8 25. Df7-h7t Zwart geeft op. Een prachtig partyslot. Volledigheidshalve hieronder de eerste achttien zetten, die van beide partyen ge lijk zyn: i. d2-d4 Fg8-f6 2. C2-C4 e7-e6 3. Pbl-c3 d7-d5 4. Lcl-g5 Pb8-d7 5. e2-u3 Lf8-e7 6. Pgl-f3 d5:c4 Deze zet is in onbruik geraakt en inder daad, 6.0-0; is veel sterker. Ook 6. c7-c6; geniet de voorkeur boven den tekst zet: d5:c4 moet In deze opening slechts ge speeld worden als antwoord op wit Lfl-d3. Het resultaat is dan dat zwart een tempo wint. 7. Lf 1 :c4 a7-a« 8. 0-0 b7-b5 9. Lc4-d3 c7-c5 10. Ddl-e2 Sterker is hier vermoedelyk a2-a4 en*. 10. Lc8-b7 11 Tfl-dl Dd8-bS 12. Tal-el 0-0 13. Pf3-e5 Tf8-e8 MJ. had Zwart dit veld met den anderen toren moeten bezetten, want nu wordt f ZWaK' 14. d4:c5! Pd7:c5 Indien 14. Le7:c5; 15. Pe5:d7, Pf6:d7; 16. Ld3:h7t, Kg8:h7; 17. De2-h5t, Kh7-g8; 18. Tdl:d7! met voordeel voor Wit. 15. Lg5:f6 Le7:f6 Indien 15.Pc5:d3; 16. Lf6:g7! Pd3:cl; 17. De2-g4. f7-f5; 18. Dg4-g3! enz. wint. Indien 15. g7:f6; 16. Ld3:h7+ enz. 16. Ld3:h7t! Kg8:h7 17. De2-h5+! Kh7-g8 18 Dh5'f7" Kg8-h7 Waardoor de diagramstand ontstaan is. Zooals we gezien nebben, is deze stand voor Zwart verloren. Het verlies is mi echter te ontgaan. In plaats van 18. Kg8-h7? moet Zwart nameiyk 18. Kg8-h8! spe len, na welken zet ik geen winst voor Wit heb kunnen ontdekken. OPLOSSING EINDSPEL No. 238 (H. HERBSTMANN). De stand was: Wit: Kgl. Tel, La4, pionnen b2, f2, h2, g3. Zwart: Kg4, Db4, Pc4, pionnen g5, h5, f6. Wit wint als volgt: 1. Tel—e4f Kg4-f5(a) 2. La4-c2 Db4:b2 3. Te4-e2t Kf5-g4 4. Lc2-dl! Db2-bl 5. Te2-el+ Kg4-f5 of h3 6. Ldl-g4t enz. wint (a) 1.Kg4-f3; 2. La4-c4-c6, Db4-b6f 3. Te4-e6t Kf3-g4; 4. Lc6-d7, Db6-b7; 5. Te6-e7+ enz. wint. OPLOSSING REMISE-EINDSPEL No. 239 (J. HASEK) De stand was: Wi: Kc5. Pa6, pionnen a5, d6. Zwart: Kb7. 'ra7, pion d7. Wit Zwart 1. Pa6-b8! Kb7-c8!(a b) 2. a5-a6 Kc8:b8 3. Kc5-b5 Ta7-a8 4 Kb5-b6! enz. remise. (a) 1. Kb7:b8; 2 Kc5-b6, Ta7-b7t; 3. Kb6-a6, Tb7-a7t; 4. Ka6-b6t Ta7-a8: 5. a5-a6! enz. remise. (b) 1. Ta7:a5t: 2. Kcö-b4, Ta5-f5; 3. Pb8:d7, Kb7-c6; 4. Pd7-b8f, Kc6:d6; 5. Pb8- a61 enz. remise. OPLOSSING EINDSPEL No. 240 (N. ROSSOLIMO) De stand was: Wit: Kgl, Tg2, Le2, pionnen a2, c3. Zwart: Kei. Tg8, Lg7, pion a3. Wit Zwart 1. Le2-a6! Tg8-a8 2. La6-b7 Ta8-b8 3. Lb7-c6 Tb8-c8 4. Lc6-d7 Tc8-gS 5. Ld7-e6 Tg8-e8 6. Le6-f7! enz. wint. Wit mag den looper niet op den zesden zet nemen, daar Zwart dan nog juist re mise maakt: 6. Tg2:g7? Te8:e6! 7. Tg7-a7, Te6-g6t; 8. Kgl-h2, Kel-f2! enz. remise. OPLOSSING REMISE-EINDSPEL No. 241 (F. GORGIEV). De stand was: Wit: Ka8, pionnen a2, C5. Zwart: Kc8. pion h7. Wit Zwart 1. c5-c6 h7-h6! 2. a2-a3! h6-h5(a) 3. a3-a4 h5-h4 4. a4-a5 h4-h3 5. a5-aö U3-h2 6. a6-a7 h2-hl—D Pat Indien Zwart in plaats van een dame, een toren of een paard neemt, dan is het op den volgenden zet nat. (a) 2. Kc8-c7; 3. a3-a4, Kc7:c6; 4. a4-a5! Kc6-b5; 5. Ka8-b7, Kb5:a5; 6. Kb7-c«, h6-h5; 7. Kc6-d5! enz. remise. Ter oplossing: DR'EZET No. 249. Auteur: N. DE TERESTCHENKO. Stand in cyfers: Wit: Kb7. Da8. Tg2, Ph4. pion d6. Zwart: Ke3, pionnen d4, e4, d5. Mat in drie zetten. DRIEZET No. 250 Auteur: Prof. Dr. H. ROHR. Stand in cyfers: Wit: Kf2, Dh2. Tal. Zwart: Kb2. pionnen a3, f3. Mat in drie zetten. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 7