Hoe mooi Haarlem bij nacht zou kunnen zijn fw* m VRIJDAG 16 OCTOBER 1931 BLADZIJDE BLOEM EN-LICHTSTAD '.iillillllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllilllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllli;: DE VERLICHTING DER WINKELS U --;r. ÜHÉn i ii pi i m m&mmË$sSm "Élli mmm m li m Ml! I fiJ LICHT IN HUIS De toepassing van kunstlicht DE HAARLEMSCHE LICHTWEEK Nog eenige uren en onze stad zal baden in een zee van licht. Nog eenige uren en onze burgemeester zal de verlichting offi cieel ontsteken ten stadhuize. Dan is de lichtweek begonnen. Dagen, maanden van te voren is er over gepraat, geconfereerd, gedebatteerd. De medewerking was in den beginne lang niet algemeen, men was nog niet doordrongen van de beteekenis eener lichtweek, be schouwde het geheel meer als een handige reclame van eenige menschen, die er zeer veel voordeel aan zouden hebben. Nu overal de resultaten van de moeizame voorbereidingen te zien zijn, nu zelfs reeds het proefbranden een weldaad voor het oog was, denkt men er anders over en juicht de resultaten toe. Br gaat een groote bekoring van deze Hchtweek uit, een bekoring, die zeker niet onderdoet voor die van het lichtfestijn in de hoofdstad en in de residentie. Haarlem mag voor den dag komen met zijn lichtweek, juist omdat we in onze stad zooveel historische gebouwen hebben, die beter dan ooit in het felle licht van dui zenden-kaars-lampen tot hun recht komen. Onze stad leent zich uitstekend voor een lichtweek. In de zomermaanden en ook den ove rigen tijd van het jaar is het hier een va et vient van vreemdelingen. Een gedeelte van onze ingezetenen leeft van dit bezoek en de bloemenstad heeft groote internatio nale bekendheid. Voor onze Spaamestad is reclame noodig. Heeft de geschiedenis niet geleerd, dat juist die steden, waar men zoo nu en dan op de groote trom roert, het welvarendste zijn? Komt telkens nieuw, frisch leven in *n stad niet allen ingezetenen ten goede? Br is veel reclame voor onze lichtweek gemaakt en het behoeft dan ook geen twij fel, dat duizenden de stad zullen bezoeken. Bij vorige gelegenheden is er over ge klaagd, dat Haarlem zoo armzalig met zijn straatversiering voor den dag kwam. Tij dens de laatste Dahlia-tentoonstelling was inderdaad sprake van een droevige kunst decoratie. Mpn heeft nu de schade dubbel en dwars ingehaald, want de versiering, zelfs ook zonder de verlichting, mag er zijn. Wat staat het niet vroolijk, die lange reeks reu zen-narcissen op den Kruisweg en de Kruisstraat! Wat is de Groote Houtstraat niet opgevroolijkt door de sierlijke gigan tische tulpen, die de bloem fier omhoog steken. Hurken de paddestoelen niet gezellig in het gras van de Kinderhuisvest? Als ze verlicht zijn, maken ze vooral op eenigen afstand een feërieken indruk. Overdag kunnen we de witte borden op de Groote Markt niet mooi vinden, maar als stadhuis bestraald wordt door floodlight in drie kleuren, scheidende de drie stijlperio den van dit oude gebouw. Ook de Kathedraal zal weer te zien zijn, zooals dat bij de Kathedraal-feesten het geval was. Toen gingen honderden naar de stand. En zoo zijn ook de winkeliers van de Amsterdamstraat geslaagd, om in de licht week iets bijzonders, gecombineerd met licht-techniek, te geven. 35 Lichtzuilen zijn daar aangebracht. Vanavond komt het Drakenschip van de Holl. Draad- en Ka- om overvloedig licht te hebben en nergens in donker behoeft te stommelen, dan kan men zich veel vrijer in huis bewegen; wij zouden het daarom ook zoo kunnen uitdruk ken: een goede verlichting maakt het huis ruimer. Wat is nu een goede verlichting? Dit is het licht verstrooit en daardoor minder ver blindend maakt. Het inrichten van een goede huisverlich ting vraagt een weinig overleg, maar indien men zich de moeite hiervoor getroost, zal men zich door het verkregen resultaat ruim beloond zien. In de woning is de verlichting v 'M*y. Ir - Het Gouvernementsgebouw in lichtglorie. Leidschevaart om te genieten van het won derlijke schouwspel. En bedenkt dan eens, dat nu verschillende punten in de stad zoo zullen zijn. Het Stationsplein heeft een z.g. gordijn verlichting op de vluchtheuvels gekregen, iets nieuws, wat den binnenkomenden be zoeker bij avond een geweldigen indruk van licht-techniek geeft. In de Kleine Houtstraat zijn midden over de straat kleurige lichtballen gehangen, die alle een reclame-idee dragen. Haarlem-Noord komt ook flink te voor schijn en de winkeliers toonen daar, dat ze het belang van een lichtweek begrijpen. In de Gen. Cronjéstraat hangen liefst 30 lichtmonumenten. Het is bijna niet mogelijk, alle verlichte punten in de stad te beschrijven. Hier volgt een overzicht van de voornaamste verlichte openbare gebouwen, pleinen en straten, be nevens van tal van particuliere gebouwen. Groote Markt, Stadhuis, Hoofdwacht, Groote Kerk, Vleeschhal, Jansweg, Sta tionsplein, Kennemerbrug, Cronjéstraat, Paul Krugerstraat, Kruisweg Kruisstraat, Nieuwe Gracht, Kinderhuisvest Kinder huissingel, Zijlbrug, Hofje in de Barrevoe- testraat, Nieuwe Kerkstoren, Stadsschouw- XU De eeuwenoude Sint Baai in een nieuw licht de avond gevallen is en het helle licht de witte vakken bestraalt, denkt men er anders over. De Groote Markt is wel het middel punt van het lieht-sprookje. De St. Baaf is zoowel in- als uitwendig verlicht; van bin nen uit zijn de glas-in-lood-ramen bestraald met een groen licht, wat een wondermooi effect maakt. Natuurlijk ontbreekt de be kende verlichting van den ouden toren niet. De gevel van De Waag Is met schijnwer pers verlicht, Hoofdwacht en Postkantoor eveneens. De voorgevel van de Vleeschhal baadt in een vlamkleurig licht, terwijl het burg, St. Bavo (Leidsche Vaart), Houtplein, gebouw Provinciale Griffie, Groote Hout straat, Kleine Houtstraat, Waag, Teyler- stichting, Bakenesser-Kerktoren, Spaarn- wouderstraat, Amsterdamsche Poort, Am sterdamstraat. Wanneer de talrijke wandelaars in de komende avonden de verlichtingen bewon deren, zullen zij een niet mindere belang stelling aan den dag leggen voor de vele keurig-verlichte etalages, die een bewijs vormen van het kunnen van onzen winkel- belfabriek te Amsterdam in het Spaame In de buurt van de Koudenhorn. Deze boot, die 17 meter lang is, heeft tijdens de Edison-lichtweek te Amsterdam ook gevaren. Jammer is het, dat de molen Adriaan niet belicht kon worden, omdat hij maar twee wieken had. Maar de gekleurde licht fontein in het Spaame doet het niet min der en is een lust voor het oog. De plannen voor de diverse verlichtingen zijn ontworpen door het personeel van de Philips-fabrieken. Het werk is uitgevoerd uitsluitend door Haarlemsche firma's. Als nu het weer maar meewerkt, zal er de komende avonden heel wat vertier in de stad zijn. En het Lunapark aan de Zaanen- laan kan gerust wat menschen opslokken, want aan ruimte zal men in de verlichte straten zeker niet veel over hebben. Moge de lichtweek slagen, tot eer van onze Spaamestad!! Hoe de woning geriefelijker gemaakt moet worden Indien men den bouw en de indeeling van de tegenwoordige huizen vergelijkt met die van b.v. 50 jaar geleden, dan valt het groote verschil onmiddellijk op. Dit onderscheid is een uitvloeisel van de in den loop der jaren totaal veranderde begrippen omtrent de wijze van bewonen, en omtrent hygiëne, daarnaast is het een gevolg van de ontwik keling der techniek, die een andere indeeling en inrichting van de woningen mogelijk en ook noodig maakte. Bij deze evolutie in den woningbouw trekt het de aandacht, dat factoren, waarop vroe ger weinig werd gelet, nu veel meer op den voorgrond treden. Een typisch voorbeeld hiervan is de verlichting van het huis, waar aan tegenwoordig en terecht een veel grootere waarde wordt toegekend, dan vroe ger het geval is geweest. Voor een deel is dit te verklaren uit het feit, dat de vroeger ter beschikking staande lichtbronnen (een vijftigtal jaren geleden nog de petroleum lamp en daarna de gasverlichting) zich niet leenden voor wat men in onzen tijd onder goede verlichting pleegt te verstaan. Een werkelijk goede verlichting is alleen moge lijk met electrische gloeilampen en gezien 't groote belang van een goede huisverllchting waarop wij straks nog nader terugkomen is het zeer toe te juichen, dat tegenwoor dig bijna elk huis is aangesloten op het electriciteitsnet of zonder veel moeite hier op aangesloten kan worden. Het gebruik van electrische gloeilampen op zichzelf echter stempelt een verlichting nog niet tot een goede verlichting; het is de wijze, waarop de electrische gloeilamp wordt toegepast, die de hoedanigheid van de ver lichting bepaalt. Op dit gebied heeft de lichttechniek prachtig werk verricht; door uitgebreide onderzoekingen over den invloed van het licht op het gezichtsvermogen, over de gevoeligheid van het oog, over het onder scheiden van vormen en kleuren, over ver moeidheidsverschijnselen bij slechte en goe de verlichting, is het haar gelukt eischen op te stellen, waaraan een goede verlichting moet beantwoorden, alsook voorschriften omtrent de juiste toepassing van het licht. Het spreekt vanzelf, dat de lichttechniek hierin nooit zou zijn geslaagd, indien zij niet de beschikking had gehad over een bijkans ideale lichtbron als de electrische gloeilamp. Omgekeerd heeft :1e electrische gloeilamp haar ontzaglijke populariteit en haar groote verbreiding voor een deel te danken aan de door de lichttechniek voor de verschillende gevallen aangegeven juiste toepassing ervan. Wat is het belang van een goede huis- verlichting? In het kort het volgende: een goede huisverlichting maakt de woning ge riefelijker; zü maakt het verblijf in huis aangenamer en bevordert zoodoende de goe de verstandhouding tusschen de hulsgenoo- ten. Indien de verlichting in huis zoodanig is, dat men overal waar dit noodig mocht zijn licht bij de hand heeft; indien men overal, bij trappen, in den kelder, op den zolder, in kasten Ja zeker, ook in kasten sleohts een knopje behoeft om te draaien een verlichting, die is aangepast aan de eischen die de te verlichten ruimte stelt uit hoofde van het werk, dat er wordt ver richt, van het gebruik, dat ervan wordt ge maakt of van de sfeer of de stemming, die er moet heerschen. Hieruit volgt, dat men niet ieder vertrek op dezelfde wijze kan ver lichten. In een huiskamer b.v. is gezellig heid een hoofdfactor, maar ook moet er zooveel licht zijn, dat men er kan lezen of kan werken. Daarom moet zich hier boven de tafel een flinke sterke lamp bevinden een lamp van minstens 100 Watt en dan liefst een Argenta-lamp, die een zacht wit licht geeft in een kap, die zoo is opge hangen, dat de straling van de lamp niet het oog kan treffen van degenen, die zich in de kamer bevinden. Indien een kap van zijde of iets dergelijks wordt gebruikt, moet deze van binnen wit zijn gevoerd; dit heeft't voordeel, dat door de terugkaatsing tegen de witte voering meer licht op de tafel valt en tevens, dat het patroon van de kap beter uitkomt. Modem en mede zeer doelmatig is de toepassing van speciaal ontworpen ver. lichtingsomamenten, z.g. „Philihome"-ar- maturen, die naar beneden een helder wit licht uitstralen en een zacht gekleurd schijnsel naar boven werpen, waardoor de geheele kamer in een gezellig licht wordt gezet. De lamp in een kap boven de tafel of de „Philihome" dient voor de algemeene verlichting; als bij-verlichting komen in aanmerking een schemerlamp en lampjes op tafeltjes of aan wandarmen, die de gezellig heid verhoogen en tegelijk practisch zijn, b.v. boven de theetafel of bij het radio-toestel. In de slaapkamer verdient een zacht, ge dempt licht aanbeveling; hier kan men daarom een z.g. indirecte verlichting toepas sen, waarbij de straling van de lichtbron naar boven wordt geworpen en tegen het plafond en de wanden terugkaatst. Indirect licht geeft een gelijkmatige rustige verlich ting, zooals juist voor een slaapkamer past. De slaapkamerverlichting moet worden aan gevuld door kleine lampen aan weerszijden van den spiegel of van de toilettafel en door een leeslamp boven het hoofdeinde van het bed, die ook ingeval van ziekte, uitermate practisch is. Ook voor de slaapkamer is een .Philihome" ontworpen van bijzonder model, die het meeste licht van de gloeilamp naar boven werpt (indirecte verlichting) en de rest van het licht zacht gekleurd naar be neden uitstraalt, waardoor een prettige, rustige sfeer wordt geschapen. Ook de keukenverlichting vereischt' de noodige zorg, al wordt juist? hier nog vaak tegen de regels van de goede verlichting gezondigd. Ten eenenmale uit den booze is een enkele lamp in het midden aan een pendeltje, al of niet voorzien van 'n schut- kapje. Hierbij toch kan men in de hoeken en in de muurkasten niet voldoende zien en bovendien staat men bij de werkzaamheden aan het fornuis of bij het aanrecht zichzelf in het licht. Een doelmatige keukenverlich- ting vereischt in de eerste plaats een hel dere algemeene verlichting door middel van een flinke gloeilamp in een glazen klok van wit, lichtverstrooiend glas, een z.g. „Phili- lite" keukenarmatuur, die tegen het pla fond wordt aangebracht en verder boven 't fornuis en boven het aanrecht nog een lamp in een reflector, die het licht recht naar be neden werpt. Alleen op deze wijze kan men overal in de keuken goed zien, voortdurend de bereiding van de spijzen volgen en borden wasschen zonder breken. Ook voor de ge dienstige geest van het huis is helder licht in de keuken heel wat waard. Uit de besproken voorbeelden blijkt, hoe men, door zich rekenschap te geven van den aard en de bestemming van de vertrekken, deze kan voorzien van een goede verlich ting. Tot slot willen wij nog eenige algemeene regels geven, die voor elke verlichting gel den. In de eerste plaats moet de sterkte van het licht voldoende zijn, opdat men zijn oogen niet behoeft in te spannen. Bij de keuze van de sterkte der lampen dient men rekening te houden met de tint van wanden en plafond; zijn deze donker, dan moet men sterkere lampen nemen dan in een vertrek, dat in lichte tint is gehouden. De alge meene verlichting van de kamer moet steeds zoo sterk zijn, dat men ook in de hoeken nog behoorlijk kan zien. In de tweede plaats moet men verblinding vermijden, zoowel de directe verblinding, het felle licht van den gloeidraad der lampen zelf, air de terug kaatsing van het licht tegen spiegelende op pervlakken. Men moet dus zorgen, dat de straling van de gloeilampen niet direct het oog kan treffen en verder verdient het aan beveling „Argenta"-lampen te gebruiken, daar de melkwitte ballon van deze lampen even belangrijk als het meubilair en de aankleeding van de kamers en verdient daarom evenveel aandacht, als ook hieraan gewoonlijk wordt besteed. Wie aan den weg timmert, heeft veel bekijks! Nu dit gezegde een spreekwoord is ge worden, denkt niemand meer aan den tim merman, die aan den weg, voor iedereen zichtbaar, zijn ambacht ui', oefende. Men past het toe op hen, die in het openbare leven een rol spelen en die daarbij bijzonder aan de kritiek der menigte zijn blootgesteld. En toch bevat dit spreekwoord, wanneer men het woordelijk neemt, een groote waarheid. Het snellere tempo van het moderne leven verhindert ons niet veel aandacht te beste den aan alles wat op straat gebeurt. Zoolang er menschen op straat zijn, is het niet moeilijk hen voor een oogenblik af te leiden. Elke gebeurtenis op straat, die in een oogwenk een menigte nieuwsgierige kijkers bijeenbrengt, bewijst dat opnieuw. overdag en 's avonds een talrijk publiek trekken, wordt verkregen door de ononder broken reeks van winkelramen, die zulke straten aan weerskanten begrenst. Wanneer de winkelier zich aldus veel moeite heeft ge geven, om in zijn winkelraam een collectie van uitgezochte goederen op de meest smaak volle wijze te e'aleeren, dan zou deze moeite toch vergeefsch zijn, indien hij niet tegelij kertijd er voor heeft gezorgd dat het voorbij gaande publiek deze artikelen goed kan zien. Daarvoor is licht noodig. Overdag laat het iwnkelraam zelf, naar men gewoonlijk veronders'elt, voldoende licht naar binnen treden. Toch valt dit, vooral bij diepe etalages, nogal eens tegen, zoodat men reeds dan het kunstlicht te hulp moet nemen. Ook kan het zonlicht, b'j sterke spiegeling in de winkelruit, eerder het zien bemoeilijken, dan vergemakkelijken. Is de verlichting door het daglicht al minder een voudig, dan men gewoonlijk denkt, nog meer zorg moet besteed worden aan de kunstma tige verlichting. In de avonduren, na het sluiten der fabrieken en kantoren, doen vele menschen nog inkoopen en buitendien moet op donkere winterdagen des namiddags al vroeg het licht ontstoken worden. Ook nadat de winkels zelf gesloten zijn, is het de moeite waard de verlichting te laten bran den. De meeste voorbijgangers hebben dan immers meer tijd dan overdag en kunnen op hun gemak bekijken, wat in de etalages is uitgestald. Een winkelstraat zal vooral dan in de gunst van het des avonds wandelende pu bliek komen, wanneer alle winkelramen ver licht blijven. Geen donkere plekken moeten de lichtende rij der winkelramen onderbre ken. Tot heden is de straatverlichting er inderdaad nog niet in geslaagd, des avonds dat vroolijke aspect te geven, dat zij door de verlichting der winkelramen verkrijgt. De verlichting der etalages heeft in de laatste tien jaren belangrijke vorderingen gemaakt. Geleidelijk zijn, vooral in de groo tere steden, die verlichtingsinstallaties uit de winkelramen verdwenen, waarbij al te klaar blijkelijk grove fouten tegen de grondslagen der verlichtingskunde waren gemaakt. Wij zien tegenwoordig lang niet meer zooveel naakte verblindende lampen in de etalages hangen, die bijna evenveel licht op straat werpen, als op de geëtaleerde goederen. Goede reflectoren om het licht op de etalage te werpen worden tegenwoordig veel gebruikt. Zonder deze reflec'.oren kan men een etalage met donkere goederen, b.v. heerenkleeding, niet goed verlichten. De reflectoren kunnen, zonder bijzondere moeite, zoo aangebracht worden, dat men vanaf de straat niet zien kan, waar het licht vandaan komt. Deze regel geldt ook voor de verlichting van het tooneel. Het winkelraam is een klein tooneel, de daarin geëtaleerde goederen moe ten de sprekende bewijzen zijn voor de keuze en de kwaliteit der aangeboden waren. Geen wonder dus, dat iedere winkelier ze gaarne in het beste licht wil stellen. De verlichting van het winkelraam heeft veel van de too- neelverlichting geleerd. Zij heeft daarvan overgenomen het voetlicht en de zijlichten, waarmee de schaduwen worden weggewerkt. Zelfs past men tegenwoordig in de winkel ramen bundellichten of schijnwerpers toe, met en zonder gekleurd licht, om bepaalde voorwerpen meer naar voren te brengen. Ook hierbij heeft het tooneel als voorbeeld ge diend en wij kunnen ook voor de toekomst nog vele nieuwe ideeën voor de winkelraam- verlichting van die zijde verwachten. De winkelier zal bij zijn winkelraam steeds streven naar individualiteit. Uniformiteit der artikelen, der wijze van etaleeren, der ver lichting, doet afbreuk aan de werking var het winkelraam. Gelukkig bestaan er ook bij de verlichting vele mogelijkheden om aar deze doodende uniformiteit te ontkomen. Een der mooiste straatjes van Haarlem, de Kerkstraat, zijstraat van de Groote Houtstraat, is natuurlijk niet aan de verlichting ontsnapt. Wü geven er een plaatje van Elke winkelier weet dat ook en hij maakt er gebruik van, om met zijn winkelraam, waarin hij met smaak etaleert, klanten te werven. Ik geloof niet, dat er één winkelier gevonden zal worden, die van het winkel raam als reclame-middel afstand wil doen, zelfs al zou hij in allerlei andere vormen reclame kunnen maken, als bijv. in de dag bladen, etc. Het winkelraam stelt den win kelier in staat „het ijzer te smeden, zoolang het heet is". Geen zaak kan bestaan, die niet voortdurend nieuwe klanten erbij tracht te. krijgen. Het winkelraam is ontegenzeggelijk een der beste middelen daarvoor. De gezellige sfeer der winkelstraten, die Een middel daartoe is het gebruik van ge kleurd licht, waarvan de toepassing tot nu toe min of meer beperkt bleef tot den tijd voor Kerstmis. Geel licht op een etalage van zomer- en strandkleeding geeft een indruk van warmen zonneschijn. Lichtgroen van den eenen kant, lichtpaars van den anderen kant op geplooide stoffen geworpen, levert een kleurenspel van wonderlijke fijnheid. Nieuwe afwisseling geeft het gebruik van licht, doorschijnend of op bepaalde voorwer pen geworpen te midden van een reeds ver lichte etalage. Zulks geldt ook voor opschrif ten, prijskaarten enz. waarop men in het bijzonder de aandacht wil ver*'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 9