II f 3000.- f 750.- f250. f125.- f50. f40.- f DE SPOORWEGAANSLAG BIJ BIA TORBAGY A>. I MAANDAG 19 OCTOBER 1931 Nieuwe Commissaris der Koningin in Drenthe Opschorting rentebetaling buitenlandsche schulden BUREAUXNASSAULAAN 49 ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel DIT NUMMER BESTAAT UIT «IE BLADEN VIER EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17902 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL DE ITALIAANSCHE TUINBOUW EN ONZE OOFT- EN GROENTEN- EXPORT VOORNAAMSTE NIEUWS J. J. WEBER ZOON OPTICIENS FABRIKANTEN Groote Houtstraat 166 Haarlem TELEGRAFISCH WEERBERICHT De opening der MissietentoonstelIin£ WWIm Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal 3.25; per post, per kwartaal 3.58 bü vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES. 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct. bü vooruitbet Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct per regel. -i i i i i Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de vsrzekeringsvoorwaarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen bij een ongeval met doodelijken afloop bij verlies van een hand een voet of een oo* bij verlies van een duim of wijsvingei jii een breuk van been of arm rii verlies van *n anderen vinger Het herstel der Staatseenheid van Italië werd gevolgd door hetzelfde verschijnsel, dat de centralisatie der Duitsche landen heeft gekenmerkt onder Bismarck: land- en tuin bouw, verlost van te enge grenzen, ontwik kelen zich en gedijen en worden gewichtige cijfers op de Internationale handelsbalans. De volkomen opheffing van patriarchale toestanden in land- en tuinbouw in Italië gebeurt eerst nu. De tuinbouw vertegenwoordigt 1/13 van de geheele landbouwproductie en kan geschat worden op ongeveer 3 milliard lire, d.w.z. ongeveer 400 millioen Hollandsche guldens jaarlijks. Nu de Hollandsche exporteurs van groen ten en fruit reeds hunne Italiaansche collega's op de buitenlandsche markten beginnen aan te treffen, staat de Italiaansche tuinbouw in het teeken van de grootste belangstelling. Men voelt hü intuïtie, dat de gestadige, groei van de tuinbouwproductie en de daarmee gepaard gaande langzaam, maar zeker groeiende export van groenten en ooft uit Italië Frankrijk, België en Nederland stellen voor het vraagstuk: hoe zich in de toekomst te gedragen tegenover dit verschijnsel. Wat zijn de vooruitzichten van den Ita- liaanschen tuinbouw? Italië is begunstigd door een uitstekend klimaat, van de Alpen tot het uiterste puntje van Sicilië heeft men er vruchtbare en hier en daar, zooals in de Po-vlakte en de vulkanische gebieden, zeer vruchtbare gronden. Het is Italië mogelijk ooft en groenten, aardappelen en peulvruch ten te exporteeren op een oogenblik, dat men in Noord- en West- en Oost-Europa nog teert op de wintervoorraden. Deze door de na tuur geschonken gunst geeft dit land een zeker overwicht op alle andere landen, die zich bezig houden met den tuinbouw. Het tuinbouwvraagstuk wordt in Italië van alle zijden bestudeerd, heeft de volste belang stelling van de Regeering en zij heeft de mannen der wetenschap aan het werk ge steld en gezocht naar de zekerste methoden om de resultaten bereikt in de wetenschap pelijk georganiseerde tuinbouwproefstations onder de massa tuinders te propageeren. Door geheel Italië zijn Cattedre Ambulantl te vinden, die gratis aan ieder, die dit wenscht, inlichtingen verstrekt omtrent alles wat den tuinbouw betreft. Men zoekt evenals in den graanbouw naar: een maximum pro ductie der oppervlakte-eenheid met de beste kwaliteit. Vele bestaande proefstations zijn gereorganiseerd, nieuwe proefstations zijn opgericht. Vraagstukken als zaadselectie, biologische erfelijke eigenschappen, bestrij ding van plantenziekten en gewassen, scha delijk ongedierte, moderne tuinbouwmethoden worden er op de ernstigste wijze bestudeerd. Tusschen de wetenschap en den practischen tuinbouw begint er een geest van samenwer king te heerschen, die niet nalaten zal eens de beste resultaten op te leveren. De „consorzi" zorgen voor credietfacilitei- ten, de Staat garandeert het geld, opge nomen tot verbetering van tuinbouwgronden, de Bonifica Integrale zorgt voor de ont ginning van woeste gronden en moerassen; waterleidingen en kunstmatige meren wor den aangelegd om de dorstige akkers te lesschen, de verkeersmogelijkheden in de provincies worden steeds vergroot, kortom de geheele nationale bedrijvigheid staat in het teeken van land- en tuinbouw. Wat in de laatste jaren er zeer veel toe bijgedragen heeft om den vooruitgang te remmen is hetzelfde verschijnsel in andere landen waargenomen: het urbanisme, de trek naar de steden, hoofdzakelijk te danken aan de hooge loonen in de industrie: maar thans, nu er werkloosheid heerscht, het aanbod van werkkrachten enorm groot geworden is, en de loonen dus zakken, verandert het urbanisme in een trek naar het land. Bij de opening van de Nederlandsch- Italiaansche Kamer van Koophandel voor spelde een groot Nederlander een mooie toe komst voor den land- en tuinbouw in Italië en we hebben er voortaan rekening mede te houden, dat ondanks den slechten ekono- mischen toestand deze voorspelling voor een groot gedeelte in vervulling is gegaan. De Italiaansche land- en tuinbouwproductie stijgt, maar wat ons vooral belang inboezemt is, dat de Italiaansche uitvoer van ooft en groenten stijgende Is. In alle gebieden van Italië waar transport- mogelijkheid bestaat, waar groenten-inmake- rijen en drogerijen, fruitconserven-fabrieken bestaan, waar de bevolkings-agglomeratie de productie absorbeeren kan, waar door middel van havens of spoorwegen het land in ver binding komt met de internationale verkeers wegen, waar de Bonifica Integrale, zooals om Ferrera en Ravenna en Terracina, plaats ruimt voor den tuinbouw, zien wij een steeds wassende bedrijvigheid, die noodzakelijker wijze moet leiden naar de vergrooting van den export van groenten en ooft. En de Re geering staat niet stil: zorgt voor goedkoope spoorweg-tarieven voor versche groenten en fruit, voor een grooter aantal koelwagens, voor meer koelmagazijnen, voor een goed ge- organiseerden buitenlandschen voorlichtings dienst, voor een behoorlijke uitvoercontröle, voor de toepassing van een handelsmerk, voor een lijst van betrouwbare exporteurs, voor een contróle op de verpakking, enz. enz. Desondanks gelooft iemand, die goed op de hoogte is met Italiaansche toestanden, niet in verrassend snel omhoog springen van het Italiaansche exportcijfer voor groenten en fruit. In Nederland dient echter met de grootste aandacht de Italiaansche uitvoer te worden bestudeerd, opdat men er rekening mede kan houden, opdat men een nutteloozen en over- bodigen strijd voor sommige producten ver mijden kan. De tuinbouw is ten opzichte van het jaar 1914 in Nederland geweldig vooruitgegaan, men noteerde eenige jaren na den oorlog bij de eerste landbouwtelling, dat de Neder- landsche tuinbouw vijfmaal de voor-oorlog- sche productie had bereikt. Dit record is door geen enkel ander land geslagen. De oorlog en de na-oorlog hebben den Holland- schen tuinders een goede kans geboden. De tuinbouw in een groot gedeelte van Europa was ontwricht en credietnood en het ontbre ken van geschoolde tuinders verhinderden de andere landen, hun tuinbouw direct op die hoogte te brengen, waarop Nederland zijn tuinbouw in korten tijd had gevoerd. In zekeren zin profiteeren wij nog van dezen toestand. De onclerglas-cultuur verhoogde het door de oppervlakte-eenheid vertegenwoordigde kapitaal, de stijgende prijzen hadden als na tuurlijk gevolg, dat ook de waarde van den grond steeg, dure pachtcontracten werden afgesloten, dure hypotheken opgenomen. In derdaad kan de waarde van al deze dingen wel snel stijgen, maar niet zoo snel laat men een goeden prijs los; dit proces van „ont waarding" voltrekt zich langzaam. In Italië heeft men voortdurend een gewilde ont- waardingspolitiek gevolgd, die den tuinders in Italië een zeker overwicht heeft gegeven op hun buitenlandsche collega's, ook al om dat de milde Italiaansche zon de centrale verwarming in de serres en warenhuizen vervangt. Wij zijn getuigen geweest van het ver schijnsel, dat na den oorlog de consumptie capaciteit van verschillende landen van tuin bouwproducten is toegenomen. Engeland heeft bijvoorbeeld den invoer van tomaten verdubbeld, dien van groenten en aardappe len verdrievoudigd; Duitschland verviervou digde den invoer van tomaten en verdubbelde dien van bloemkool; de Scandinavische lan den hebben den invoer van bloemkool en tomaten verdrievoudigd enz. enz. Maar hier tegenover staat, dat de Europeesche tuin bouw zich intusschen herstelde en dat niet alleen Nederland van de grootere consumptie capaciteit heeft geprofiteerd, maar ook an dere landen. Wanneer wij Duitschland als voorbeeld nemen, waarvan Italië zoowel als Nederland importeurs van groenten en ooft zijn en we stellen volgens een goede oude Hollandsche gewoonte den wagon op 10 ton, dan zijn de geïmporteerde wagons van beide landen in de jaren 1926 en 1930 de volgende; Import van groenten (uitgenomen peulvruchten en aardappels) in Duitschland. 1926 1930 wagons wagons Nederland 22.696 24.303 1.607 Italië 10.578 13.940 3.362 Ooft (onder alle vormen en ver pakkingen) Nederland 2.288 2.092 196 Italië 9.563 11.210 1.647 Wat essentieel is: niet het cijfer, maar de tendenz. Het blijkt, dat Italië beter heeft kunnen profiteeren van de toegenomen con sumptie-capaciteit in Duitschland. Echter moeten nog enkele factoren in aan merking genomen worden. Het blijkt name lijk, dat de groei van den Italiaanschen ex port van groenten hoofdzakelijk te danken is aan de toeneming van den export van bloemkool, n.l. met 4.431 wagons ten opzichte van 1926, zoodat deze export gedeeltelijk ten koste geschiedt van andere producten, maar ook onze export vertoont een dergelijk beeld. De grootste toename wordt geregistreerd voor den uitvoer van tomaten, n.l. met niet minder dan 2.158 wagons, maar waar onze toename van groentenuitvoer slechts 1.607 bedraagt, is het overduidelijk, dat een groot gedeelte van den uitvoer van andere groen ten teruggebleven is; voor andere, die wel In uitvoer zijn toegenomen, moet worden gezegd, dat toch geen gelijke tred is gehouden met de vergrooting der consumptie-capaciteit van Duitschland. Dit geeft te denken. De tomaat is een serre-product, is het resultaat van groote geldelijke opofferingen. Nederland heeft inderdaad wat dit product betreft iets reusachtigs volbracht, maar waar Nederland zijn uitvoer van tomaten van 1926 tot 1930 met 2.158 wagons verhoogde, no teert Italië een verhooging (volgens de Duit sche officieele statistieken) van 213 wagons. De Italiaansche uitvoer van dit product be draagt echter 3.708 wagons in het jaar 1930, is dus nog hooger dan het Nederlandsche cijfer (in 1930: 3.411). Men zoekt in Italië naar de goede variëteit, die voor uitvoer en vooral voor transport zeer geschikt is, de Hollandsche tomaat zal dus zoowel wat kwaliteit als prijs betreft, met de Italiaansche te strijden krijgen. Hetzelfde kan worden gezegd van de tafel druiven. Italië is nog steeds het grootste exportland van dit product voor Duitschland, maar ook met de tegenwoordig uitgevoerde variëteiten neemt men nog geen genoegen in Italië en er wordt naar middelen gezocht om nog meer den naam van het Italiaansche product te verbeteren. Het geheele vraagstuk Is typisch tech nisch, maar eerst voor alles wetenschappe lijk, vraagt de geheele ernstige aandacht Het varken verzucht: Daar zit ik met mijn fijne ham, Mijn lapjes en mijn bacon. Het gaat mij aan mijn varkenshart, Dat ik nu zóó moet spreken! Ik ben zoo heerlijk vet gemest, Terwijl ik fijn van zwoerd ben. Mijn kluifjes zijn ook op zijn malscht, Omdat Ik goed gevoerd ben. Voor erwtensoep ben ik gereed, Voor erwtensoep en voor saucijsjes. Ik win het vér in kwaliteit Van haasjes en. patrijsjes. En desondanks, ik daal in prijs, Ik heb niet meer die waarde, Ofschoon ik juist de beeldspraak ben Van 't vette dezer aarde! Steeds groei ik aan, nog dij ik uit, Want dat kent geen vertraging. En toch spreekt ied're slager nog Van als maar prijsverlaging. De sympathie in 't buitenland Is voor mij ook aan t kwijnen. Helaas, het kan thans niet gezegd, Dat tfij, de varkens, zwijnen! MARTIN BERDEN. niet alleen van de Nederlandsche tuinders, maar ook van de mannen der tuinbouw- wetenschap. Het doel van dit artikel is om te demonstreeren, dat er een werkelijke strijd bestaat tusschen Italiaanschen en Holland- schen export van groenten en fruit; wellicht tusschen de Italiaansche zon en de Holland sche kunstmatige tuinbouwvoortbrenging. Ieder, die iets met den export van groen ten en fruit te maken heeft, weet dat het speculatieve element in den buitenlandschen handel van deze producten gevormd wordt door de te groote aanvoeren; de overstelping van de markt, die niet altijd vooruit te zien is en ten gevolge heeft, dat de prijzen wor den gedrukt en de grilligste „krommen" wor den gevormd op de prijsstatistiek. Een en ander is niet alleen inefficient, maar vooral onekonomisch. Een recent wetsvoorstel in Italië heeft de bedoeling de aanvoeren beter te regelen en zooveel mogelijk het specula tieve element Uit dezen handel te nemen. De oplossing van deze kwestie moet als een der interessantste kwesties op handels- en eko- nomisch gebied worden beschouwd. Verder wordt het gerucht verspreid, dat men in Italië een soort reusachtige coöperatie vormen wil, die grooter mogelijkheden biedt voor de regeling van den uitvoer om even tueel te komen tot directen verkoop aan het publiek door middel van verkoopcentrales en met uitschakeling van den tusschenhandel. Hoe het ook zij, Hollandsche tuinders weest op uw hoede! Mr. Dr. R. H. Baron de Vos van Steenwijk benoemd Tot Commissaris der Koningin in de pro vincie Drenthe is benoemd mr. dr. R. H. baron de Vos van Steenwijk. Deze werd in 1885 te Zwolle geboren. Hij studeerde aan de Leidsche Universiteit en promoveerde daar in 1912 tot doctor in de rechts- en staatsweten schappen, dit laatste op een proefschrift over „Stemplicht". In datzelfde jaar werd hij benoemd tot adjunct-commies aan de Provinciale griffie van Noord-Holland en in 1916 bevorderd tot hoofdcommies. In 1918 werd hij door de Tweede Kamer benoemd tot haar commies griffier en na het overlijden van den griffier mr. Amtzenius in 1920 werd hij met ingang van 1 Juli van dat jaar tot griffier be noemd. Behalve verscheidene tijdschriftartikelen van zijn hand verscheen, in opdracht van de Vereeniging van Delftsche Ingenieurs in 1S26 het 5e door hem bewerkte deel in de uitgaaf, Rechtskennis van den Ingenieur over Waterstaat. Sinds verscheidene jaren heeft baron de Vos van Steenwijk zitting in de Staatscom missie tot voorbereiding van de wettelijke regeling van het Waterstaatsbestuur. Hij is ridder in de orde van den Neder- landschen Leeuw. De nieuwbenoemde is de liberale richting toegedaan. Door Brazilië De consul-generaal van Brazilië te New- York deelt mede, dat Brazilië genoodzaakt is de rentebetaling op de buitenlandsche schul den op te schorten. Er zullen 3-jarige uit gestelde 5 pCt. scrips worden uitgegeven, jangezien het thans onmogelijk is, vreemde gelden op te nemen. Per auto geschaakt Een woonwagenbewoner heeft bij de po litie te Doetinchem aangifte gedaan, dat zijn 18-jarige dochter is geschaakt door een jongmefisch. to het bezit van een auto. Bekentenissen van Matuschka Zichzelf gewond om te simuleeren zelf een der slachtoffers te zijn Er waren nog andere aanslagen in voorbereiding Matuschka heeft, na een uitvoerig ver boor, eindelijk bekend, dat hij de aanslagen bij Anspach, Jüterbog en Bia Torbagy heeft uitgevoerd. Ook over zijn medeplichtige Bergmann heeft hü nadere mededeelingen gedaan. Verder bekende hü, dat hü voor den eerstvolgenden tijd nog verschillende andere aanslagen had voorbereid. Geen enkele medeplichtige Omtrent het succesrijk verhoor van Ma tuschka meldt de „B.Z. am Mittag" nog, dat Matuschka laat In den nacht aan een nieuw verhoor werd onderworpen. Nadat hü aanvankelijk alles ontkend had, begonnen zün zenuwen hem langzamerhand te begeven. Plotseling begon hü midden in het ver hoor af nam, dr. Boehm, wees er met nadruk hoor af, dr. Boehm, wees er met nadruk op, dat zün verklaringen omtrent zün medeplichtigen volkomen ongelooflijk ble ken, aangezien de door hem genoemde mijnwerker in het geheel niet bestond. Ook de büzonderneden omtrent de wijze, waarop Matuschka zijn dagen had doorge bracht en de door hem genoemde villa te Caputh, bleken slechts uitvinden van zün fantasie. Dr. Boehm liet Matuschka bewijzen zien, dat hü zelf de zware ijzeren staaf gekocht had, waarmee hü bü den aanslag de rails had los gemaakt. Toen hem nog meer bewüzen getoond werden, kwam eindelük de inzinking en legde hij een volledige bekentenis af. Hü klaagde over het lot van zijn kind en zün vrouw, wierp zich jammerend op de knieën en smeekte met gevouwen handen om genade. Hierna werd ook de commissaris Gennat en de Hongaarsche politieambtenaar dr. Schweinitzer in de kamer geroepen. Matuschka hierriep nu al zün vroeger ge dane mededeelingen over den aanslag bü Jüterbog en verklaarde, dat al het werk voor den aanslag door hem alleen was uit gevoerd. HÜ zelf had in de Friedrichstrasse te Ber- lijn de zaag gekocht en hü zelf had de gaspüp met springstof gevuld. De geheele aanslag bij Jüterbog, die het spoorwegongeluk veroorzaakte, was, evenals die bü Bia Torbagy, door hem alleen uit gevoerd. In April had hü zijn plan voor den aan slag bü Jüterbog uitgewerkt en voor dat doel een laschapparaat gekocht. Toen had hü verschillende andere plannen gemaakt, waartoe hij echter niet is gekomen. Hü had aanslagen willen voorbereiden op den trein Amsterdam—Parijs, op den trein Parijs—Marseille en voorts nabü Venti- miglia aan de Italiaansche grens. Meer licht over Matuschka De politie te Boedapest heeft vastgesteld, Jat Matuschka na de revolutie van 1918 een rooversbende heeft gevormd, waarmee hü Alrijke rooftochten heeft uigevoerd. Destüds is een proces tegen hem begon nen, dat echter niét ten einde gevoerd is. Tüdens de communistische radendicta tuur, was Matuschka soldaat in het Roodc leger. In 1926 moet hij lid van een nieuwen communistischen geheimen bond zün ge weest. In '28 wilde hü in zün vaderstad, Csanta- ver, in Joego-Slavié een bomaanslag uit voeren, die echter niet gelukt is. Matuschka maakt bij zijn verhoor den indruk, van niet normaal te zijn. Hü spreekt veel van de stichting van een nieu we wereldpartü, waarbij hij allerlei ver warde denkbeelden dooreenhaalt. De bekentenissen van Matuschka De politie geeft uitvoerig verslag van de reeds gemelde bekentenissen van Ma tuschka, waaruit blijkt, dat eind December van het vorige jaar plotseling de gedachte bü hem opgekomen was spoorwegaanslagen te gaan plegen. Eerst heeft hü aan een plaats gedacht nabü Anspach, daar hü zelf in de omgeving er van woonde. Van de gedachte naar de daad was voor hem slechts een stap. Matuschka schildert hierop uitvoerig de toebereidselen tot dezen aanslag op de plaats van de daad Met behulp van een schroefsleutel seeft hü reeds een spoorstaaf dwars over de lün gelegd als plotseling een trein aan komt snellen. Hü vlucht dan en van een zekeren af stand kijkt hü onbemerkt toe, hoe de trein stopt en verschillende menschen met lich ten de baan langs loopen. Matuschka vertelt dan verder, dat hü hierop te voet naar het station Rekawinkel is gegaan en onderweg een zwarten bril en een hechtpleister, waarmee hü zich on herkenbaar heeft gemaakt, in een beek heeft geworpen. Te Rekawinkel blijft hij tot den ochtend en reist dan weer naar Weenen terug, waar hij zijn kleeren verbrandt en de asch nabü het Oosterstation wegwerpt. Vervolgens schilderde Matuschka de bij zonderheden over den aanslag bij Jüter bog. Hij deelde mede, dat hü zich in de om geving van Jüterbog eenigen tijd heeft opgehouden. Op zekeren nacht is hij de spoorlün langs geloopen en heeft met een lasch apparaat een proef gedaan, welke echter niet slaagde. Doordat hü niet gewoon was, met zulk een voor hem vreemd apparaat om te gaan, heeft hij zich aan beide beenen brandwonden toegebracht. Inderdaad vertoonen de beenen van Ma tuschka verschillende litteekens, welke op brandwonden wijzen Verder verklaarde hü bü het verhoor, dat de opgaven over het huisje bü Potsdam, waar hü zoogenaamd gewoond zou hebben, onjuist zün. Hierop heeft hü zich ecrasiet, respectie- velük het verlof tot het koopen van ecrasiet willen verschaffen en is met de eigenares van een steengroeve, mevrouw Forgo, in onderhandeling getreden. Met behulp van het springstoffenboek heeft hij zich ecrasiet en andere spring stoffen aangeschaft. Begin Augustus is hü naar Berlün ge gaan en heeft daar huizen gekocht en proe ven met slaghoedjes genomen. In dezen tijd heeft hü ook een nummer van „Angriff" gekocht en op het blad de woorden /Revolution, Sieg, Attentat" ge schreven. Toen hü voldoende springmateriaal bü elkander had is op 8 Augustus van Berlijn weer naar JüteTbog gereisd en heeft alles voor den aanslag voorbereid. Vlak bij de spoorrails heeft hü zich op gesteld en gewacht op het naderen van den trein. Toen hij hem hoorde aankomen, heeft hij de lading ontstoken. Hü heeft de explo sie nog gehoord en gezien, hoe verscheidene wagons omver werden geworpen. Hij slaagde er nog in het ontstekingsapparaat te grijpen, waarop hü de vlucht nam. Den negenden Augustus is hü weer naar Weenen terug gekeerd en toen zün trein bij zijn terugreis Jüterbog passeerde, heeft hij zelf de gevolgen van zün aanslag kun nen zien. Toen hij de gevolgen zag, heeft hij zich vast voorgenomen zooiets nooit meer te doen. Ondanks dit voornemen, kwam toch weer de gedachte in hem op, een nieuwen aan slag, ditmaal bü Boedapest, te plegen. Dagbladberichten, die meldden, dat de aanslag bü Jüterbog met behulp van de zaklantaarnbatterü was gepleegd, brachten hem op het denkbeeld voor dezen aanslag zulke batterijen te gebruiken. Matuschka is op 3 September naar Boe dapest gereden. Op 8 September is hü naar Nazy Teteny gegaan. Op 9 September reed hü naar Bia Tor bagy om het verkeer der treinen gade te slaan. Hij wilde, naar hij verklaarde, geen per sonentrein, maar een goederentrein ver nielen. Toen het ongeluk gebeurd was, ülde Ma- Dreigend faillissement van de Coöp. Melk fabriek te Fünaart. (blz. 3, 1ste blad) Nog verdere bezuiniging in Ned.-Indië. (blz. 3, 1ste blad) De algemeene vergadering van het Kon. Ned. Landbouw-Comité. (blz. 3, 1ste blad) Mr. dr. R. H. baron De Vos van Steenwijk benoemd tot Commissaris der Koningin in Drenthe. (blz. 1, lste blad) Alvorens zün houding definitief te be palen, zal Japan den Volkenbond om nadere ophelderingen vragen nopens zijn genomen besluit. (blz. 3, 2de blad) Memorandum van Polen inzake zün be wapening, die het onvoldoende acht. (blz. 3, 2de blad) Verschenen zün de Voorloopige Verslagen over het hoofdstuk I (zgn. algemeene be schouwingen) en hoofdstuk III (Buitenl. zaken) der Rijksbegrooting voor 1932. (blz. 4, 2de blad) Het O. M. bij de Amsterdamsche recht bank eischte tegen den verdachte in het torendrama op het Ambonplein levenslange gevangenisstraf. (blz. 3, lste blad) Bekentenissen van Matuschka inzake treinaanslagen. (blz. 1. lste blad) De wereldberoemde uitvinder Thomas Alva Edison overleden. (blz. 1, 2de blad) Te Amsterdam is een veerpontje omgesla gen, ten gevolge waarvan 10 personen te wa ter geraakten. Allen konden worden gered. (blz. 4, 2de blad) Communistische relletjes te Sloten. (blz. 4, 2de blad) Barometerstand 9 uur v.m.: 7.75 stilstand. LICHT OP. De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 5.27. Hoogste barometerstand 772.3 m. M. te Breslau. Laagste barometerstand 756.6 m. M. te Andanes. Verwachting; Meest matige Noord-Westelüke tot Wes telijken wind, half tot zwaar bewolkt, mo gelijk eenige regen en des nachts iets zachter in het Noorden, overigens weinig of geen regen, weinig verandering in tem peratuur. tuschka naar de plaats, waar zich de om vergeworpen wagens bevonden, en bracht zich met een zakmes wonden in het ge zicht toe, om den indruk te wekken, dat hü zelf slachtoffer was van den aanslag. Matuschka in het ziekenhuis. Matuschka is in het ziekenhuis ter obser vatie opgenomen, daar gebleken is dat hij aan een infectieziekte lüdt. A A A. A A •-v.. Zondagmiddag is te Haarlem in het Mitto vosgebouw aan den Kleinen Houtweg de Missietentoonstelling geopend. Van Ianks naar rechts zitten de Hoogeerw. heer Westerwoudt, algemeen voorzitter, prelaat Stöcker, der abdij van Berne, Z. H. Exc. Mgr. ■J. D. J. Aengencnt, Z. D. H. Mgr. M. P. J. Möllmann, vicaris-generaal van Z. H. Exc. en de Hoogeerw. heer W. A. van D inter, magister-generaal der paters Kruiaheeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 1