cIBinnenlandsch Nieuws Gemengd. oJ^ieuws titeÜMÉ IDE GRAPJAS HARLEKIJN RIJKSBEGROOTING VOOR 1932 Voor de Huiskamer Het beleid van het kabinet had over 't algemeen weinig bevrediging gewekt Vrij algemeen werd bezwaar geopperd tegen salariskorting Aangedrongen werd op Staatscontrole over de banken Buitenlandsche Zaken De vreugden des buitenlevens DRAlSlflAvANVALKEriBURG'S-" e A LEVERTRAAN -LEEUWARDEN- Veerboot je omgeslagen De bank-overval te Rotterdam Het vergane zeiljacht Botsing tusschen politie en jeugdige communisten Nadere verklaring van den dade KERKNIEUW» Hoe Harlekijn aan den greep van den draak ontsnapte - De algcmeene krisis. Verschenen is het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over Hoofdstuk I van de Rijksbegrooting voor 1932. De geweldige economische krisis, welke ook haar stempel drukt op de begrooting, werd uitvoerig besproken. Verschillende com plexen van oorzaken zijn door de leden ge noemd, oorzaken van politieken en economi- schen aard; het kapitalistische stelsel, de rationalisatie van de nijverheid, de oorlogs schulden, de tariefmuren, de bewapening enz. enz. Verscheiden leden merkten op dat aan de regeering de eisch mag worden gesteld, dat zij zich van de verschillende verschijnselen rekenschap geeft en dat zij bereid is nieuwe wegen in te slaan, waarbij de medewerking van de arbeidende klasse niet kan worden gemist. De wereld heeft behoefte a^in groote maatregelen op internationaal en "nationaal gebied. Daarnaast ordening van het econo misch leven door de macht der gemeen schap, waartoe staatscontrole over het bank wezen en over de groote ondernemingen slechts de inleiding zal zijn en die tot de socialistische ordening zal leiden. Deze beschouwingen vonden van verschil lende zijden bestrijding. Sommige leden voegden daaraan toe, dat de prijsgeving van de liberale beginselen en derzelver vervanging door 't staatssocialisme aan den tegenwoordigen wantoestand schul dig zjjn. Verscheiden leden achtten een debat over het kapitalisme volkomen onvruchtbaar en verwarring wekkend. Ieder die dezen term gebruikt, verstaat er iets anders onder. De onderhavige krisis heerscht overigens niet alleen op economisch, maar ook op geestelijk gebied. Zij is de feitelijke openbaring van de vreeselijk verwoestende gevolgen van vier jaren wereldoorlog, waardoor niet alleen ont zaglijke economische, maar ook geestelijke waarden vernietigd werden. Deze leden merkten op, dat deze krisis, welke internationaal is, nationaal niet valt op te lossen. Hoogstens kan men de droeve uitwerking er van eenigermate verzachten. In dat opzicht moet de regeering krachtig ingrijpen en steunen en het geheele volk be hoort achter haar te staan. Daarom werd door sommige leden aangedrongen op een Godsvrede tusschen alle politieke partijen. Beleid van het kabinet. Het beleid van het kabinet had over het algemeen weinig bevrediging gewekt. Men erkende dat het regeeren onder de huidige omstandigheden uiterst moeilijk is. Van meer dan één zijde werd nochtans aan de regeering gebrek aan doortastendheid met betrekking tot den economischen toestand verweten. Het had teleurstelling gewekt, dat van regeeringswege onder de huidige om standigheden weinig of geen leiding uitgaat. In de Troonrede wordt alleen gezegd, dat andermaal tijdelijke maatregelen zullen moe ten worden overwogen om sommige bedrijfs takken, bij wier handhaving het geheele volk belang heeft voor ondergang te behoeden. Men vroeg, welke bedrijfstakken en welke tijdelijke maatregelen worden bedoeld en waarom dit in de Troonrede niet werd me degedeeld. Sinds het uitspreken van de Troonrede is de economische toestand ten gevolge van de gebeurtenissen in Engeland nog slechter geworden. Met waardeering van hetgeen de regeering doet tot herstel van het financieel evenwicht, meenden deze leden, dat nog meer nadruk moet worden gelegd op de maatregelen, die genomen moeten worden tot afweer en op bouw. Voor de stabilisatie van den gulden is niet alleen noodig dat de Rijksbegrooting in evenwicht wordt gebracht, maar dat ook in de handelsbalans een verbetering wordt ge bracht. Vrij algemeen had men den indruk gekre gen, dat de regeering tot dusver geen blijk heeft gegeven, de krisis, die ons volksleven bedreigt, te verstaan. Zij ziet haar blijkbaar als een der vroeger vrij regelmatig waarge nomen conjuctuurgolven, maar gevreesd moet worden, dat de gebrekkige aanpassing van productie en consumptie een blijvende werkloosheid van grooten omvang tengevolge zal hebben. Een algemeene krisiswet Men kan den gang van zaken niet rustig aanzien. De regeering moet ingrijpen. Zij behoort een algemeen plan te ontwikkelen en aan de Kamer voor te leggen. Behoeft zij grootere bevoegdheden dan zij normaal bezit, dan, zoo betoogden sommige leden, moet zij deze vragen in den vorm van een algemeene krisiswet. Andere leden, hoewel de klacht over ge ringe doortastendheid van de regeering onderschrijvend, meenden, dat het verlan gen naar een algemeen plan kwalijk kan worden vervuld. Sommige leden vestigden er de aandacht op, dat zelfs bij de enkele onderdeelen, waar mede de regeering zich wèl bezighield, ge brek aan doortastendheid en voortvarend heid viel waar te nemen. In verband hier mede werd gewezen op het niet nakomen van de toezegging inzake verlaging van spoorwegvrachten en steun aan den veen- kolonialen landbouw, terwijl ook de wijze, waarop de regeering zich voorstelt tegen het euvel van dumping op te treden, aller minst getuigt van een pogen om met deze zaak ernst te maken. Verscheidene leden klaagden er dan ook over, dat van het kabinet zoo weinig kracht uitgaat. Van werkelijke leiding valt niets te bespeuren. Vele leden waren ontstemd over de uit latingen van den Minister van Financiën in een interview, waarvan de dagbladen van 30 September 1.1. een verslag bevatten. Zij achtten het ongewenscht, dat de minister op een oogenblik, wanneer de begrooting en daarmede de financieele toestand des Rijks in de afdeelingen wordt onderzocht, daar over mededeelingen doet in de pers. Indien de minister meent, zijn mededeelingen en gegevens ter kennis van de Kamer gebracht, te moeten aanvullen, zou het aanbeveling verdienen, dit te doen door middel van een nota aan de Kamer zelf. Ernstiger achtte men echter, dat de minister in zijn interview de waarde van het overleg met de Staten- Generaal tot weinig of niets terugbrengt door tfc zeggen, dat zijn voorstellen onveranderd moeten worden aangenomen. De Kamer kan zulk een houding van een minister niet aan vaarden. Ook waren verscheiden leden ont stemd, dat de minister de kortingen van de salarissen van het Rijkspersoneel als een besliste zaak voorstelt. Met klem werd de vraag gesteld, of aan deze publicatie de beteekenis moet worden gegeven van een verklaring namens het kabinet. Het antwoord op deze vraag zou van invloed kunnen zijn op den duur van de gedachtenwisseling met het kabinet. Met de regeering zag men algemeen den bedenkelijken toestand van 's Lands finan ciën, waarvoor onverwijlde voorzening noo dig is. Algemeen verklaarde men zich dan ook bereid er toe mede te werken de be grooting sluitend te maken. Sommige leden hadden ernstig bezwaar tegen het plan om de wettelijk voorge schreven rijksbijdrage aan het Invaliditeifs- fonds gedurende drie jaren met 8.5 millioen per jaar te verminderen. De salariskorting Vrij algemeen werd bezwaar geopperd, hoewel van uiteenlcopenden aard, tegen de voorgenomen salariskorting. Sommige leden merkten op, dat het in het algemeen ongewenscht is, voortdurend ver anderingen aan te brengen in de salarissen der rijksambtenaren, eerst een korting, dan tweemaal een verhooging van resp. 5 en 6 millioen en kort daarop weer een verlaging. Een dergelijke methode moet een doorloo- pende onrust in het leven roepen. Sommige leden keurden het af, dat de Regeering op bezuiniging bedacht, gebruik maakt van haar macht over het Rijksper soneel om van deze groep een bijzondere bijdrage te vragen tot dekking van het be grotingstekort. Zij zagen hierin een voor beeld, dat de strekking, zoo niet de bedoeling heeft, provinciën en gemeenten tot navol ging te bewegen en de particuliere werk gevers aan te moedigen om loonsverlagingen door te zetten. Enkele leden noemden vermindering van de uitgaven voor ambtenarensalarissen nood zakelijk. De bezoldiging van het Rijksper soneel staat in tergende tegenstelling tot den lagen levensstandaard van andere be volkingsgroepen, inzonderheid ten platte- lande, en het aantal ambtenaren is veel te groot. Sommige leden vestigden de aandacht op de mogelijkheid om de voorgenomen salaris korting, wanneer deze beslist onvermijdelijk mocht blijken, te vervangen door een verder verhaal op de bijdragen voor pensioenen en de mogelijkheid daartoe te openen door i rt. 36 van de Pensioenwet te wijzigen. Sommige leden spraken den wensch uit, dat de Regeering maatregelen zou beramen om de cumulatie van betrekkingen zooveel mogelijk te beperken. Deze leden, daarin door anderen gesteund, keurden het ook af, dat man en vrouw beiden een betrekking in publieken dienst vervullen. Zij wenschen geen gehuwde amb tenaressen in dienst te zien. De vraag werd gesteld, of er ihans geen aanleiding bestaat tot vermindering van nonactiviteitstractementen van Kamerleden. Verscheiden leden, die tegen de voorge nomen salariskorting bezwaren hadden, gaven in overweging over te gaan tot een tijdelijke verhooging van de inkomstenbe lasting. Deze zou de geheele bevolking in evenredigheid met haar draagkracht treffen. Sommige leden drongen ter besparing op de Rijksuitgaven aan op afschaffing van het verplichte zevende leerjaar. De Zuiderzeewerken Inlichtingen werden gevraagd over de be doelingen van de Regeering ten aanzien van de Zuiderzeewerken. Enkele leden zouden zich verheugen indien van verdere inpoldering werd afgezien. Zij zouden zelfs den afsluitdijk niet voltooid wenschen te zien. Moet in de plannen van de Regeering het voornemen worden gezien, de uitvoering van verdere inpoldering stop te zetten dan had den vele leden daartegen ernstig bezwaar, de meesten zelfs onoverkomelijke beden king. Zii rekenden de droogmaking van de Zui derzee tot de productieve werken, ook al weet men nu te becijferen, dat de drooggelegde gronden naar de thans geldende prijzen een minder groote waarde hebben dan het be drag der kosten, aan hun verkrijging ver bonden. Benzinebelasting. Nagenoeg algemeen kon men zich vereeni- gen met de voorgestelde benzinebelasting. Sommige leden zouden met net oog op den lagen prijs der benzine gaarne een hoogere belasting hebben gezien. Invoerrechten. De voorgestelde verhooging van het tarief van invoerrechten werd door verscheidene leden afgekeurd. Andere leden hadden tegen de verhooging van het tarief geen bezwaar. Eenige leden zouden geen bezwaar hebben tegen verhooging tot 15 pet. Zij waren te eer deze opvatting toegedaan omdat langs dien weg wellicht de mogelijk heid zou ontstaan om de salariskorting achterwege te laten. Vele leden, die de tariefsverhooging ver dedigden, zouden hieraan een tijdelijk ka rakter willen zien toegekend. De leden, die een deel van de voorgestelde middelen afkeurden verklaarden zich niet te willen onttrekken aan den plicht om an dere middelen aan te wijzen. Behalve de krisisbelasting op inkomens, die zich hebben gehandhaafd, dachten zij aan een belasting op weeldeverteringen. De aandacht werd voorts gevestigd op een radio-belasting, een verhoogde belasting op alcoholische dranken, een verhooging van de tabaksbelasting en een zeg'elbelasting op affiches. Bezuiniging op Defensie. Sommige leden hadden bezwaar tegen de voorgestelde verlaging van de defensiebe- grooting. Vele anderen konden zich daarmee wel vereenigen en verscheiden leden waren met de voorgestelde bezuiniging op de de- fensiebegrooting niet tevreden. De handelspolitiek. Naar aanleiding van de mededeeling in ae Troonrede, dat tegen de velerlei maatrege len, welke voortgaan het internationaal ruil verkeer te belemmeren, werkdadige waak zaamheid geboden is, werd gevraagd, wat de regeering daarmede bedoelt. Heeft zij daar mede op het oog het voeren van een actieve handelspolitiek of het nemen van maatre gelen van verweer? Verscheidene leden hadden van deze werk dadige waakzaamheid nog niet vee! bemerkt. Naar de meening van deze leden heeft de regeering in dezen krisistijd behoefte aan ae noodige bevoegdheid om werkdadig waak zaam te kunnen zijn. Deze leden waren dan ook bereid om die bevoegdheid aan de re geering te geven, hoezeer zij ook in het algemeen tegen het voeren van een protec tionistische handelspolitiek, deels principieel deels uitsluitend op practische gronden ge kant waren. Zoo moeten ten aanzien van de daling van het pond sterling, welke in Engeland practisch de uitwerking heeft van een alge meene loonsverlaging en een algemeen gel dend invoerrecht van ongeveer 25 pet. on verwijld maatregelen worden getroffen. De zelfde bevoegdheden, welke aan de regee ring gedurende den oorlogstijd worden toe gekend, moet zij ook thans bezitten, om, als het noodig is, terstond te kunnen ingrijpen. Sommige leden stelden de vraag of met de in de Troonrede genoemde „werkdadige waakzaamheid" het ingediende anti-dum pingswetsontwerp wordt bedoeld. Zoo ja, dan zou uit het daarover uit te brengen Voor loopig Verslag wel blijken, hoe absoluut on voldoende vele leden dit wetsontwerp achten. Andere leden zagen in het antidumpings- wetsontwerp een maatregel, die ingaat te gen den geest van het optreden van Ne derland te Genève. Voorloopig verslag Aan het Voorloopig Verslag over hoofdstuk III (Buitenl. Zaken) der Rijksbegrooting voor 1932 is het volgende ontleend: Vrij algemeen gaf men uiting aan zijn groeiende teleurstelling over de resultaten van het werk van den Volkenbond. Met groote waardeering werd gesproken over het initiatief van de Nederlandsche dag bladpers met betrekking tot het bekende pe titionnement en over de energie, waarmede het besluit, eens genomen tot uitvoering is gebracht. Een enkel woord van herinnering san dit belangrijke werk hadden sommige der hierbedoelde leden in de Troonrede noode gemist. Men sprak de hoop uit, dat andere landen het door Nederland gegeven voor beeld zullen volgen. Met klem drongen de hierbedoelde leden er op aan, dat de Regeering alles zal doen wat mogelijk is om elk uitstel van de ont wapeningsconferentie tegen te gaan. Verhouding tot België In aansluiting aan hetgeen te dezer zake werd opgemerkt bij de algemeene beschou wingen over de Rijksbegrooting, had een ge dachtenwisseling plaats over de verhouding tusschen Nederland en België. Verscheidene leden hadden ernstig bezwaar om aan België hetzelfde toe te staan als wat met het door de Eerste Kamer afgewezen Moerdijkkanaal werd beoogd, n.l. een inter nationaal kanaal van Antwerpen naar den Rijn op Nederlandsch grondgebied. Een verbinding langs de z.g.n tusschen- wateren zal nooit het karakter mogen heb- Buiten leven is een goed ding. Ontsnap pen uit de gevangenismuren der metropool, de steenwoestijns die wij „de stad" noemen, en leven tusschen bloesem, en bladeren, in schaduw en zonneschijn, in maneschijn' en sterrenlicht, in regen, mist, dauw, vorst en droogte, buiten in het open veld en onder den blauwen koepel, die begrensd wordt door de horizon alleen! Het is een goed ding, een put te bezitten met druipende emmers, een bordes met klimroosjes en kamperfoelie, een korf, geborduurd met nijvere bijen, een met mos bedekten zonnewijzer, klimop tot aan den rand van het dak, sitsen gordijnen, een tumbler met frissche bloemen op je slaapkamer, een haan op het dak, een hond onder de veranda. Toen mevrouw Mussschegras en ik naar buiten trokken, met de hoofden vol versche boter, en frissche, knapperige radijsjes bij 't ontbijt; met schitterende ideeën over de melk en een vrijmoedige schatting van het aantal familieleden, dat een flink leggende hen iederen morgen van versche eieren zou kunnen voorzien; toen mevrouw Mussche- gras en ik naar buiten trokken, ontdekten we, dat we een paar vooroordeelen moesten prijsgeven, en dat we eenige wijzigingen moesten brengen in de plannen, die we be raamd hadden in het salonnetje der stads straat. Een der eerste voortreffelijkheden van het buitenleven is het vroege opstaan! met den leeuwerik, met de zon, terwijl de dauw parelt op het gras, „als de dageraad haar wimpers heft," enzoovoort. Vroeg opstaan! Wat kun je in de stad beginnen om vijf, zes uur in den morgen? Wat kun je buiten niet be ginnen om dien tijd, met de spade, de hark, de schoffel, het pootijzer, den gieter? Plan ten, zaaien, snoeien, overplanten, enten, op binden en sproeien! Mevrouw M. en ik spra ken af, vroeg op te staan buiten. Een vriend gaf me den raad, naar de zuidpunt van Lang-eiland te sturen om een soort zeer vruchtbare aardappelen, de echte olifantssoort. Mijn mannen trokken er op af, en, met de onkosten voor paardenhuur, herbergrekeningen, tolhekken en het breken van een wagen, kosten- de olifanten even veel per stuk als meloenen. Maar het waren echt prachtige aardappelen, met knappe ge zichten, en groote, kwijnende oogen, die een snelle en buitengewone toename der familie beloofden. Toen ik mijn eigen tuin bewerkte (waarbij ik een landschapstuinier a twee dollar per dag huurde om me raad te ge ven) besloot ik, dat het voorwerp van mijn eerste proef op 't gebied van vroeg opstaan, zijn zou: het planten van de olifanten. Der halve stond ik den volgenden morgen om vijf uur op, en het regende. Ik stond den volgenden morgen om vijf uur op. en het regende. Den volgenden, het regende. Het regende twee weken lang. We hadden iede ren dag keurige aardappelen op tafel. „Schat," zei ik tot mevrouw M„ „waar heb je die keurige aardappelen vandaan?" „Nou," zei ze onschuldig, „uit dien mand van Lang-eiland!" De laatste der olifanten, stonden voor me, geschild, en gekookt, en gesneden, en gebakken, met een fijn bruin korstje aan den bovenkant. Later had ik meer succes. Ik kreeg een stelletje fijne zaai-aardappelen in den grond. Maar er was iets niet in orde; aan 't einde van het seizoen kreeg ik er niet zooveel uit, als ik er in had gestopt. Mevrouw Musschegras, die een buitenge wone huisvrouw is, zei op een dag tegen me: „Zoo schat, nu krijgen we massa's eieren, want ik heb een stuk of wat jonge kuikens gekocht." Daar waren ze, en ze hadden alle maal evenveel veeren als een sprinkhaan, en ze piepten geen steek harder. Natuurlijk za gen we vol blijde hoop uit naar het tijd perk, dat het eerste gekakel het eerste room witte ei zou aankondigen, warm gedeponeerd in het hooi, dat we overvloedig hadden klaargelegd. Ze groeiden keurig, en op een dag waagde ik het op te merken, dat onze kippen merkwaardig groote kammen hadden, waarop M. opmerkte: Ja, inderdaad; dat had ze ook al opgemerkt; maar als ik eens echt een pretje wou hebben, dan moest ik ben van een rechtstreeksch kanaal van Ant werpen naar den Rijn, waardoor Antwerpen Rijnhaven zou worden en daarmede in dit opzicht in een positie zou worden gebracht, gelijk of vrijwel gelijk aan die van Rotterdam Rotterdam verkeert toch reeds in een on gunstige positie ten opzichte van Antwerpen. Verscheidene leden kwamen er tegen op, dat ieder ontwerp van een kanaal, dat een betere verbinding tusschen Schelde en Rijn moet brengen, als een vermomd Moerdijk kanaal wordt beschouwd. Dit wekt een stem ming welke elke redelijke overeenkomst on mogelijk maakt. Algemeen was men van meening, dat, in dien met België overeenstemming in zake de scheepvaartverbinding wordt bereikt, tegen over de door Nederland te doene concessie een tegen-prestatie van Belgische zijde be hoort te worden gesteld. Van vele zijden werd met ernst er tegen gewaarschuwd, dat de Regeerng zich niet wederom binde aan een verdrag, dat ernstig gevaar loopt door de Volksvertegenwoordiging te worden afgewezen. Gevraagd werd, welk standpunt de Regee ring thans inneemt met betrekking tot de verhouding tusschen Nederland en Rusland Gevraagd werd, hoe het staat met de vast stelling van quota volgeis de in 1925 tusschen Nederland en Duitschland gesloten handels overeenkomst. Voorts zou men gaarne ver- riemen,, of bij de onderhandelingen over het handelsverdrag tusschen Duitschland en Roe menië onze meestbegunstiging niet in het gedrang is gekomen. Gaarne zou men worden ingelicht om trent de onderhandelingen met betrekking tot onzen uitvoer der kolen. Met name zou men wenschen te vernemen, welk resultaat de met Frankrijk gehouden besprekingen hebben op geleverd, en hoe het staat met de onderhan delingen, te Londen tusschen vertegenwoor digers van Nederland, Frankrijk, België, Duitschland, Polen en Tsjecho-Slowakije ge voerd. Eenige leden vestigden opnieuw de aan dacht op de maatregelen, die van Duitsche zijde zijn getroffen ten nadeele van de Rijn vaart. Gaarne zou men vernemen, of de regeering kan mededeelen, of en, zoo ja, in hoeverre de geruchten waarheid bevatten, welke ge- loopen hebben over samensprekingen, welke zouden hebben plaats gehad tusschen offi cieren van den Nederlandschen en van den Franschen Generalen Staf. Aangedrongen werd op hulp aan Neder landsche arbeiders in Duitschland. 's morgens vroeg opstaan, om ze te hooren kraaien. „Kraaien!" zei ik zwakjes, „onze kippen kraaien! Dan kunnen we de hoop wel opgeven, om ooit eieren te krijgen, me vrouw M." zei ik, „want zoo zeker als ik leef, onze kippetjes zijn allemaal haantjes!" En het waren ook haantjes. Ze groeiden door en ze vochten met de hoenders van de buren, tot er geen compleet paar oogen meer was aan weerszijden van de heg. Een hond is een goed ding om te heb ben ..uiten. Ik heb er een. dien ik van de wieg af heb opgevoed. Het is een ferme, forsche gast, en een flinke blaffer en eter. De man, die hem mij verkocht heeft, zei, dat hij rasecht was, maar hij begint er zeer gemengd uit te zien. Maar een goede waak hond is 't wel: zoodra er iemand het erf op komt, die er een beetje verdacht uitziet, holt hij hard naar de keuken en kruipt achter 't fornuis. Eerst hebben we hem in huis gehouden en toen krabbelde hij den heelen nacht, om er uit te komen. Toen zetten we hem buiten, en toen krabbelde hij den heelen nacht om er in te komen. Toen bonden we hem vast achter in den tuin, en toen huilde hy zoo, dat onze buur man tweemaal op hem schoot voor 't licht werd. Eindeiyk gaven we hem weg, en toen kwam hij terug; en nu is hy net aan 't by- komen van een zenuwbui, waarin hy het lapje grond overhoop haalde, waar onze voorjaarsradysjes in gezaaid waren. Een goed, sterk hek is een noodzakelijke behoefte in je tuin, een flinke, stevige, zware poort, met een slot, dat afgezakt is, zoodat hy niet open of dicht kan. Zoo een heb ik er. De grond vóór mijn hek is gemeenschap- peiyk, en daar grazen al de koeien van myn buren. Ik zei eens tegen mevrouw M„ toen we voor het raam stonden bij zonsondergang in Juni, hoe vreedzaam en schilderachtig het vee er uitzag, terwijl het voortslenterde, het groene kruid verorberend. Den volgenden morgen vond ik de onnoozele schepsels in mijn tuin. Ze hadden er geen spiertje groen laten staan. De boomen aan de stokken, de jonge kool, de teere sla, zelfs de jonge sprui ten van mijn aankomende fruitboomen wa ren verdwenen. En daar stonden ze. rustig kijkend naar de verwoesting, die ze hadden aangericht. Ook onze waakhond schoolde met hen samen. Het was te veel; dus ik greep een stevigen stok en joeg ze allemaal weg, behalve een jonge vaars; die joeg ik over al de bloembedden, ten koste van al mijn latjes en stokjes, begonia"s en egelantieren, rozen en petunia's, tot ik haar eindelijk beet had in de warme kas. Ik moest hulp laten aan rukken, om haar uit de ramen te xrijgen, en de eigenaar heeft me aangesproken om schadevergoeding Ik denk, dat ik maar we der naar de stad ga. 10 personen te water Allen gered. Zondagmiddag heeft op de Kostverloren- kade, nabij de Jacob van Lennepkade, te Amsterdam, een ernstig ongeval plaats ge had, dat gelukkig buitengewoon goed is afgeloopen. Op dit punt onderhoudt een kleine, platte veerboot de verbinding tusschen de beide oevers. Op een moment, dat het bootje van den wal voer sprongen nog twee personen op het bootje, ten gevolge waarvan dit over belast werd en omsloeg. Alle tien opvaren den geraakten te water. Op hetzelfde oogen blik passeerde een motorboot en deze slaag de er in de meeste drenkelingen op te pik ken. De anderen werden van den wal af gered. Voor zoover bekend zijn alle drenkelingen uit het water gehaald. Zij werden bij om wonenden voorloopig onderdak gebracht en van droge kleeren voorzien. Allen konden daarna huiswaarts keeren. terwijl later nog een derde wrd opge bracht, zulks onder begeleiding van de andere communisten, die luidkeel: de In ternationale zongen. Tot nu toe hadden de andere sch ont houden van rechtstreeksche imenging, doch by het posthuis drongen z thans onder luid geschreeuw zoo op, dat depolitie- mannen, na een keer of vijf tot dorloopen gemaand te hebben, gebruik maakïn van hun sabel en de communisten uiteedreven. zy kwamen echter terug en weigeren aan de ontvangen sommatie gevolg te geen en het dorp te verlaten. Toen de politie voor de tweede mal de sabel trok, drongen zy wederom op Eerst met veel moeite en veel tact geluke het aan de beide agenten, de heethoofdig, luid schreeuwende jongelui uit het dorp t ver- wü deren. Tegen de drie gearresteerden is poces- verbaal opgemaakt, waarna zij het pothuis konden verlaten. Inbraak bij de vlasfabriek te Steenbergen Alle daders gevat Reeds is gemeld, dat voor enkele dagen te Rotterdam de vermoedeiyke daders van de inbraak met diefstal in de Coöperatieve Vlasfabriek te Steenbergen werden gear resteerd. In aansluiting hierop wordt thans gemeld, dat de opperwachtmeester A. Ber- hagen en de marechaussee v. d. Wedden, beiden van Steenbergen, nog een tweetal le den van deze bende te Rotterdam hebben gearresteerd, zoodat thans geheel het edele kwartet in voorarrest te Breda zit opgesloten. Het zyn zekere J. A. S. uit Poortvliet en A. de M., A. de V. en T. van B., allen uit Rot terdam. De motor opgevischt Het te Zoutkamp thuisbehoorend vis- schersvaartuig „Zoutkamp no. 5", schipper P. Visser, heeft Zaterdagochtend tijdens laag water de juiste plaats ontdekt, waar het zeiljacht in den ochtend van j.l. Dins dag in het Friesche gat schipbreuk heeft geleden. Uit de gevonden wrakdeelen biykt thans, dat het een zeiljacht is geweest met hulpmotorvermogen. De motor, welke de ge noemde schipper heeft medegebracht, is een nog nieuwe 12-paards benzinemotor, gemerkt „Universal", model C, 3 nr. 8865. Uit de bevinding blijkt thans, dat het scheepje aanvankelijk heeft voor anker gelegen, maar dat dit te licht is geweest en niet heeft willen houden. Men heeft daarom de kachel en den motor uitgesloopt en daarmede het anker toen verzwaard. Aangezien bovenge noemde schipper nog meer bijzonderheden onder water heeft gevoeld, maar niet heeft kunnen krijgen, zouden de motorreddingboot „Insulinde" en het recherchevaartuig „La- man de Vries" nog eens op onderzoek gaan. (Handelsblad). Een messentrekker en twee anderen gearresteerd Met geweld uit het dorp gezet Gistermiddag omstreeks een uur is het in het anders zoo rustige dorpje Sloten (N.H.) tot ongewone tooneelen gekomen. Jeugdige leden der communistische partij trachtten hun denkbeelden ingang te doen vinden door verkoop van de „Tribune". Terwijl zy daarmee bezig waren, verscheen een optocht van Graalmeisjes. Er werd gescholden en eenige communisten wilden de katholieke kerk binnengaan, waar de dienst juist was afgeloopen, zoodat er zich niemand meer bevond. Men waarschuwde onmiddeliyk den koster en deze gelastte den jongelui, de kerk te verlaten, hetgeen onder protest en geroep geschiedde, meldt de „Courant". Buiten de kerk bemoeiden zich daarop katholieke burgers met het geval. Een der communisten hief toen de hand op tegen een zekeren K. Diens vader weerde den slag af, waarop de jeugdige communist een mes trok en daarmee K. te ïyf wilde gaan. By een volgende worsteling viel het mes op den grond. De heer K. raapte het op an waarschuwde de politie. De twee politiedienaren die te Sloten zyn gingen daarop den optocht der communis ten, die inmiddels verder was getrokken achterna, om den messentrekker te arres teeren. Deze verzette zich hevig, doch hy kon naar het posthuis gebracht worden. Ook een tweede persoon werd gearresteerd, Bij het voortgezet onderzoek naar de ba- tale bankoverval, die Vrijdagmiddag in fet bijkantoor van de Incassobank aan dn Goudsche Singel te Rotterdam heeft plass gehad, heeft de gearresteerde dader, e 21-jarige J. M., verklaard, dat hy een ui stekend schutter is, zoowel op het gewer als op de revolver. Toen de schrijver va het hoofdbureau van politie, de heer Ruij- rok, hem aanviel, heeft hy dezen man no: gewaarschuwd. „Ik had hem best de volle laag kunnei geven, maar dat durfde ik niet aan," ver telde hy. Voorts is uit het onderzoek gebleken, dal M. in het bezit was van een pinfire-pistool een oud model wapen en een Bulldog- revolver. Dit laatste wapen was gelacen met patronen van een te groot kaliber en het mag dan ook zeker een wonder heeten, dat de man by het lossen van de schotm zich zelf niet verwond heeft. Naar den tweeden dader wordt log ge zocht. De inlichtingen van het publiek stroomen by de politie binnen. Er zijn er onder, die heel fantastisch klinkm. Zoo beweert een getuige, dat hij niet minier dan zes mannen heeft zien vluchten. Ale aan wijzingen worden echter grondig onerzocht en de politie hoopt dan ook spoedig <s hand op den voortvluchtige te kunnen leggn. Humor van het Achterhoekche Platteland „Jan, bun ie daer? Jao!" De eenige nog ongehuwde zoon va den landbouwer ten E. te Noordyk bij Nede aldus de „Lochemsche Crt." was dezer dagen 's avonds nog niet thuis toei de ouders zich ter ruste begaven, wat, al men op zekeren leeftijd is gekomen, we eens meer voorkomt. De ouders zetten darom het avondeten voor den jongeling optafel klaar, waarbij ook eenige eitjes behorden, die kracht zouden geven om 's andeflaags met energie weer aan het werk te gan. Toen dan ook na eenigen tyd gestaunel aankondigde, dat er leven in de keukerwas, klonk vanuit het bed de belangsteënde vraag: „Jan, bun ie daor wier?", warop „Jan" kortweg antwoordde met „Jao." Dat sloot den weg naar verdere informatie af, zelfs de gewone vraag hoe laat het ton al wel was, enz. bleef achterwege. Hoe groot was echter de ontsteltenis oen weer wat later „de echte Jan" thuisfcam en z'n boterhammen en eitjes reeds oge- peuzeld vond. Hy informeerde eens hoe nen er toe kwam hem leege doppen klaar te eg gen, waarop uitkwam, dat er een ader moest zijn geweest, die op de vraag iad geantwoord en die, na z'n honger geiild te hebben, met stille trom en zonder veler iets onbehoorlyks te doen, weer was w- trokken. Vermoedelyk hebben een paar jongus hier een grap uitgehaald, doch het is dn toch in elk geval een vrij brutale grappe.- makerij. „DE THABOR" BISSCHOPPELIJK RETRAITENHUIS, ROTTERDAM 1923 Oct. Jongedames, deft. st„ P. Jezuïet. 2629 Oct. Gehuwde dames 6.50 P. 25 Nov. Gehuwde dames 10. P. Cnneliet. 9—12 Nov. Meisjes, verloofden 3.50, P. (apucyn. 1619 Nov. Jonge dames, midd. st. 10. P. Tancisc. 2225 Nov. Meisjes, Euch. Retr. :50, P. Dminic. 2528 Nov. Meisjes 6.50, P. Dminic. 303 Dec. Gehuwden, 6.50, P. Cpucijn. 710 Dec. Meisjes, 6.50 P. Vssion. 1316 Dec. Meisjes, Congr. 6.50 P.Jezuïet 2023 Dec. Open voor aan te vragn. 2730 Dec. Jonge dames 10.P. Dminic. PA* O» voon or pCAAK 184. In 't land waar Harlekijn woonde, hadden ze nog nooit vuurwerk gezien. „Zoo'n vuurwerk is toch wel aardig," meende Harlekijn; „ik zal wat vuurpijlen koopen; de Koning zal er schik in heb ben." 185. Op z'n terugweg naar 't kasteel werd Harlekijn plotseling aangevallen door een afgrijselijken draak. „Heer in den hemel!" riep Harlekijn in doodsangst; „m'n laatste uur is geslagen!" Maar door den heeten adem van den draak, geraakten de vuurpijlen in brand. 186. Met de brandende vuurpijlen kwam Harlekijn in 't kasteel. „Zoo iets moois heb ik nog nooit gezien!" verklaarde de Koning.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 8