cIBinnenlandsch Nieuws
Gemengd. oJ^ieuws
titeÜMÉ
IDE GRAPJAS HARLEKIJN
RIJKSBEGROOTING VOOR 1932
Voor de Huiskamer
Het beleid van het kabinet had over 't algemeen weinig
bevrediging gewekt Vrij algemeen werd bezwaar geopperd
tegen salariskorting Aangedrongen werd op Staatscontrole
over de banken
Buitenlandsche Zaken
De vreugden des
buitenlevens
DRAlSlflAvANVALKEriBURG'S-"
e A LEVERTRAAN
-LEEUWARDEN-
Veerboot je omgeslagen
De bank-overval te
Rotterdam
Het vergane zeiljacht
Botsing tusschen politie en
jeugdige communisten
Nadere verklaring van den dade
KERKNIEUW»
Hoe Harlekijn aan den greep van den draak ontsnapte
-
De algcmeene krisis.
Verschenen is het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer over Hoofdstuk I van de
Rijksbegrooting voor 1932.
De geweldige economische krisis, welke ook
haar stempel drukt op de begrooting, werd
uitvoerig besproken. Verschillende com
plexen van oorzaken zijn door de leden ge
noemd, oorzaken van politieken en economi-
schen aard; het kapitalistische stelsel, de
rationalisatie van de nijverheid, de oorlogs
schulden, de tariefmuren, de bewapening enz.
enz.
Verscheiden leden merkten op dat aan de
regeering de eisch mag worden gesteld, dat
zij zich van de verschillende verschijnselen
rekenschap geeft en dat zij bereid is nieuwe
wegen in te slaan, waarbij de medewerking
van de arbeidende klasse niet kan worden
gemist. De wereld heeft behoefte a^in groote
maatregelen op internationaal en "nationaal
gebied. Daarnaast ordening van het econo
misch leven door de macht der gemeen
schap, waartoe staatscontrole over het bank
wezen en over de groote ondernemingen
slechts de inleiding zal zijn en die tot de
socialistische ordening zal leiden.
Deze beschouwingen vonden van verschil
lende zijden bestrijding.
Sommige leden voegden daaraan toe, dat
de prijsgeving van de liberale beginselen en
derzelver vervanging door 't staatssocialisme
aan den tegenwoordigen wantoestand schul
dig zjjn.
Verscheiden leden achtten een debat over
het kapitalisme volkomen onvruchtbaar en
verwarring wekkend. Ieder die dezen term
gebruikt, verstaat er iets anders onder. De
onderhavige krisis heerscht overigens niet
alleen op economisch, maar ook op geestelijk
gebied. Zij is de feitelijke openbaring van
de vreeselijk verwoestende gevolgen van vier
jaren wereldoorlog, waardoor niet alleen ont
zaglijke economische, maar ook geestelijke
waarden vernietigd werden.
Deze leden merkten op, dat deze krisis,
welke internationaal is, nationaal niet valt
op te lossen. Hoogstens kan men de droeve
uitwerking er van eenigermate verzachten.
In dat opzicht moet de regeering krachtig
ingrijpen en steunen en het geheele volk be
hoort achter haar te staan. Daarom werd
door sommige leden aangedrongen op een
Godsvrede tusschen alle politieke partijen.
Beleid van het kabinet.
Het beleid van het kabinet had over het
algemeen weinig bevrediging gewekt. Men
erkende dat het regeeren onder de huidige
omstandigheden uiterst moeilijk is. Van
meer dan één zijde werd nochtans aan de
regeering gebrek aan doortastendheid met
betrekking tot den economischen toestand
verweten. Het had teleurstelling gewekt, dat
van regeeringswege onder de huidige om
standigheden weinig of geen leiding uitgaat.
In de Troonrede wordt alleen gezegd, dat
andermaal tijdelijke maatregelen zullen moe
ten worden overwogen om sommige bedrijfs
takken, bij wier handhaving het geheele volk
belang heeft voor ondergang te behoeden.
Men vroeg, welke bedrijfstakken en welke
tijdelijke maatregelen worden bedoeld en
waarom dit in de Troonrede niet werd me
degedeeld. Sinds het uitspreken van de
Troonrede is de economische toestand ten
gevolge van de gebeurtenissen in Engeland
nog slechter geworden.
Met waardeering van hetgeen de regeering
doet tot herstel van het financieel evenwicht,
meenden deze leden, dat nog meer nadruk
moet worden gelegd op de maatregelen, die
genomen moeten worden tot afweer en op
bouw. Voor de stabilisatie van den gulden is
niet alleen noodig dat de Rijksbegrooting in
evenwicht wordt gebracht, maar dat ook in
de handelsbalans een verbetering wordt ge
bracht.
Vrij algemeen had men den indruk gekre
gen, dat de regeering tot dusver geen blijk
heeft gegeven, de krisis, die ons volksleven
bedreigt, te verstaan. Zij ziet haar blijkbaar
als een der vroeger vrij regelmatig waarge
nomen conjuctuurgolven, maar gevreesd
moet worden, dat de gebrekkige aanpassing
van productie en consumptie een blijvende
werkloosheid van grooten omvang tengevolge
zal hebben.
Een algemeene krisiswet
Men kan den gang van zaken niet rustig
aanzien. De regeering moet ingrijpen. Zij
behoort een algemeen plan te ontwikkelen
en aan de Kamer voor te leggen. Behoeft
zij grootere bevoegdheden dan zij normaal
bezit, dan, zoo betoogden sommige leden,
moet zij deze vragen in den vorm van een
algemeene krisiswet.
Andere leden, hoewel de klacht over ge
ringe doortastendheid van de regeering
onderschrijvend, meenden, dat het verlan
gen naar een algemeen plan kwalijk kan
worden vervuld.
Sommige leden vestigden er de aandacht
op, dat zelfs bij de enkele onderdeelen, waar
mede de regeering zich wèl bezighield, ge
brek aan doortastendheid en voortvarend
heid viel waar te nemen. In verband hier
mede werd gewezen op het niet nakomen
van de toezegging inzake verlaging van
spoorwegvrachten en steun aan den veen-
kolonialen landbouw, terwijl ook de wijze,
waarop de regeering zich voorstelt tegen
het euvel van dumping op te treden, aller
minst getuigt van een pogen om met deze
zaak ernst te maken.
Verscheidene leden klaagden er dan ook
over, dat van het kabinet zoo weinig kracht
uitgaat. Van werkelijke leiding valt niets te
bespeuren.
Vele leden waren ontstemd over de uit
latingen van den Minister van Financiën
in een interview, waarvan de dagbladen van
30 September 1.1. een verslag bevatten. Zij
achtten het ongewenscht, dat de minister
op een oogenblik, wanneer de begrooting en
daarmede de financieele toestand des Rijks
in de afdeelingen wordt onderzocht, daar
over mededeelingen doet in de pers. Indien
de minister meent, zijn mededeelingen en
gegevens ter kennis van de Kamer gebracht,
te moeten aanvullen, zou het aanbeveling
verdienen, dit te doen door middel van een
nota aan de Kamer zelf. Ernstiger achtte men
echter, dat de minister in zijn interview de
waarde van het overleg met de Staten-
Generaal tot weinig of niets terugbrengt door
tfc zeggen, dat zijn voorstellen onveranderd
moeten worden aangenomen. De Kamer kan
zulk een houding van een minister niet aan
vaarden. Ook waren verscheiden leden ont
stemd, dat de minister de kortingen van de
salarissen van het Rijkspersoneel als een
besliste zaak voorstelt.
Met klem werd de vraag gesteld, of aan
deze publicatie de beteekenis moet worden
gegeven van een verklaring namens het
kabinet. Het antwoord op deze vraag zou
van invloed kunnen zijn op den duur van de
gedachtenwisseling met het kabinet.
Met de regeering zag men algemeen den
bedenkelijken toestand van 's Lands finan
ciën, waarvoor onverwijlde voorzening noo
dig is. Algemeen verklaarde men zich dan
ook bereid er toe mede te werken de be
grooting sluitend te maken.
Sommige leden hadden ernstig bezwaar
tegen het plan om de wettelijk voorge
schreven rijksbijdrage aan het Invaliditeifs-
fonds gedurende drie jaren met 8.5 millioen
per jaar te verminderen.
De salariskorting
Vrij algemeen werd bezwaar geopperd,
hoewel van uiteenlcopenden aard, tegen de
voorgenomen salariskorting.
Sommige leden merkten op, dat het in het
algemeen ongewenscht is, voortdurend ver
anderingen aan te brengen in de salarissen
der rijksambtenaren, eerst een korting, dan
tweemaal een verhooging van resp. 5 en 6
millioen en kort daarop weer een verlaging.
Een dergelijke methode moet een doorloo-
pende onrust in het leven roepen.
Sommige leden keurden het af, dat de
Regeering op bezuiniging bedacht, gebruik
maakt van haar macht over het Rijksper
soneel om van deze groep een bijzondere
bijdrage te vragen tot dekking van het be
grotingstekort. Zij zagen hierin een voor
beeld, dat de strekking, zoo niet de bedoeling
heeft, provinciën en gemeenten tot navol
ging te bewegen en de particuliere werk
gevers aan te moedigen om loonsverlagingen
door te zetten.
Enkele leden noemden vermindering van
de uitgaven voor ambtenarensalarissen nood
zakelijk. De bezoldiging van het Rijksper
soneel staat in tergende tegenstelling tot
den lagen levensstandaard van andere be
volkingsgroepen, inzonderheid ten platte-
lande, en het aantal ambtenaren is veel te
groot.
Sommige leden vestigden de aandacht op
de mogelijkheid om de voorgenomen salaris
korting, wanneer deze beslist onvermijdelijk
mocht blijken, te vervangen door een verder
verhaal op de bijdragen voor pensioenen en
de mogelijkheid daartoe te openen door i rt.
36 van de Pensioenwet te wijzigen.
Sommige leden spraken den wensch uit,
dat de Regeering maatregelen zou beramen
om de cumulatie van betrekkingen zooveel
mogelijk te beperken.
Deze leden, daarin door anderen gesteund,
keurden het ook af, dat man en vrouw
beiden een betrekking in publieken dienst
vervullen. Zij wenschen geen gehuwde amb
tenaressen in dienst te zien.
De vraag werd gesteld, of er ihans geen
aanleiding bestaat tot vermindering van
nonactiviteitstractementen van Kamerleden.
Verscheiden leden, die tegen de voorge
nomen salariskorting bezwaren hadden,
gaven in overweging over te gaan tot een
tijdelijke verhooging van de inkomstenbe
lasting. Deze zou de geheele bevolking in
evenredigheid met haar draagkracht treffen.
Sommige leden drongen ter besparing op
de Rijksuitgaven aan op afschaffing van
het verplichte zevende leerjaar.
De Zuiderzeewerken
Inlichtingen werden gevraagd over de be
doelingen van de Regeering ten aanzien van
de Zuiderzeewerken.
Enkele leden zouden zich verheugen indien
van verdere inpoldering werd afgezien. Zij
zouden zelfs den afsluitdijk niet voltooid
wenschen te zien.
Moet in de plannen van de Regeering het
voornemen worden gezien, de uitvoering van
verdere inpoldering stop te zetten dan had
den vele leden daartegen ernstig bezwaar,
de meesten zelfs onoverkomelijke beden
king.
Zii rekenden de droogmaking van de Zui
derzee tot de productieve werken, ook al weet
men nu te becijferen, dat de drooggelegde
gronden naar de thans geldende prijzen een
minder groote waarde hebben dan het be
drag der kosten, aan hun verkrijging ver
bonden.
Benzinebelasting.
Nagenoeg algemeen kon men zich vereeni-
gen met de voorgestelde benzinebelasting.
Sommige leden zouden met net oog op den
lagen prijs der benzine gaarne een hoogere
belasting hebben gezien.
Invoerrechten.
De voorgestelde verhooging van het tarief
van invoerrechten werd door verscheidene
leden afgekeurd. Andere leden hadden tegen
de verhooging van het tarief geen bezwaar.
Eenige leden zouden geen bezwaar hebben
tegen verhooging tot 15 pet.
Zij waren te eer deze opvatting toegedaan
omdat langs dien weg wellicht de mogelijk
heid zou ontstaan om de salariskorting
achterwege te laten.
Vele leden, die de tariefsverhooging ver
dedigden, zouden hieraan een tijdelijk ka
rakter willen zien toegekend.
De leden, die een deel van de voorgestelde
middelen afkeurden verklaarden zich niet
te willen onttrekken aan den plicht om an
dere middelen aan te wijzen. Behalve de
krisisbelasting op inkomens, die zich hebben
gehandhaafd, dachten zij aan een belasting
op weeldeverteringen.
De aandacht werd voorts gevestigd op een
radio-belasting, een verhoogde belasting op
alcoholische dranken, een verhooging van
de tabaksbelasting en een zeg'elbelasting op
affiches.
Bezuiniging op Defensie.
Sommige leden hadden bezwaar tegen de
voorgestelde verlaging van de defensiebe-
grooting. Vele anderen konden zich daarmee
wel vereenigen en verscheiden leden waren
met de voorgestelde bezuiniging op de de-
fensiebegrooting niet tevreden.
De handelspolitiek.
Naar aanleiding van de mededeeling in ae
Troonrede, dat tegen de velerlei maatrege
len, welke voortgaan het internationaal ruil
verkeer te belemmeren, werkdadige waak
zaamheid geboden is, werd gevraagd, wat de
regeering daarmede bedoelt. Heeft zij daar
mede op het oog het voeren van een actieve
handelspolitiek of het nemen van maatre
gelen van verweer?
Verscheidene leden hadden van deze werk
dadige waakzaamheid nog niet vee! bemerkt.
Naar de meening van deze leden heeft de
regeering in dezen krisistijd behoefte aan ae
noodige bevoegdheid om werkdadig waak
zaam te kunnen zijn. Deze leden waren dan
ook bereid om die bevoegdheid aan de re
geering te geven, hoezeer zij ook in het
algemeen tegen het voeren van een protec
tionistische handelspolitiek, deels principieel
deels uitsluitend op practische gronden ge
kant waren.
Zoo moeten ten aanzien van de daling
van het pond sterling, welke in Engeland
practisch de uitwerking heeft van een alge
meene loonsverlaging en een algemeen gel
dend invoerrecht van ongeveer 25 pet. on
verwijld maatregelen worden getroffen. De
zelfde bevoegdheden, welke aan de regee
ring gedurende den oorlogstijd worden toe
gekend, moet zij ook thans bezitten, om, als
het noodig is, terstond te kunnen ingrijpen.
Sommige leden stelden de vraag of met
de in de Troonrede genoemde „werkdadige
waakzaamheid" het ingediende anti-dum
pingswetsontwerp wordt bedoeld. Zoo ja, dan
zou uit het daarover uit te brengen Voor
loopig Verslag wel blijken, hoe absoluut on
voldoende vele leden dit wetsontwerp achten.
Andere leden zagen in het antidumpings-
wetsontwerp een maatregel, die ingaat te
gen den geest van het optreden van Ne
derland te Genève.
Voorloopig verslag
Aan het Voorloopig Verslag over hoofdstuk
III (Buitenl. Zaken) der Rijksbegrooting voor
1932 is het volgende ontleend:
Vrij algemeen gaf men uiting aan zijn
groeiende teleurstelling over de resultaten
van het werk van den Volkenbond.
Met groote waardeering werd gesproken
over het initiatief van de Nederlandsche dag
bladpers met betrekking tot het bekende pe
titionnement en over de energie, waarmede
het besluit, eens genomen tot uitvoering is
gebracht. Een enkel woord van herinnering
san dit belangrijke werk hadden sommige
der hierbedoelde leden in de Troonrede noode
gemist. Men sprak de hoop uit, dat andere
landen het door Nederland gegeven voor
beeld zullen volgen.
Met klem drongen de hierbedoelde leden
er op aan, dat de Regeering alles zal doen
wat mogelijk is om elk uitstel van de ont
wapeningsconferentie tegen te gaan.
Verhouding tot België
In aansluiting aan hetgeen te dezer zake
werd opgemerkt bij de algemeene beschou
wingen over de Rijksbegrooting, had een ge
dachtenwisseling plaats over de verhouding
tusschen Nederland en België.
Verscheidene leden hadden ernstig bezwaar
om aan België hetzelfde toe te staan als wat
met het door de Eerste Kamer afgewezen
Moerdijkkanaal werd beoogd, n.l. een inter
nationaal kanaal van Antwerpen naar den
Rijn op Nederlandsch grondgebied.
Een verbinding langs de z.g.n tusschen-
wateren zal nooit het karakter mogen heb-
Buiten leven is een goed ding. Ontsnap
pen uit de gevangenismuren der metropool,
de steenwoestijns die wij „de stad" noemen,
en leven tusschen bloesem, en bladeren, in
schaduw en zonneschijn, in maneschijn' en
sterrenlicht, in regen, mist, dauw, vorst en
droogte, buiten in het open veld en onder
den blauwen koepel, die begrensd wordt door
de horizon alleen! Het is een goed ding,
een put te bezitten met druipende emmers,
een bordes met klimroosjes en kamperfoelie,
een korf, geborduurd met nijvere bijen, een
met mos bedekten zonnewijzer, klimop tot
aan den rand van het dak, sitsen gordijnen,
een tumbler met frissche bloemen op je
slaapkamer, een haan op het dak, een hond
onder de veranda.
Toen mevrouw Mussschegras en ik naar
buiten trokken, met de hoofden vol versche
boter, en frissche, knapperige radijsjes bij
't ontbijt; met schitterende ideeën over de
melk en een vrijmoedige schatting van het
aantal familieleden, dat een flink leggende
hen iederen morgen van versche eieren zou
kunnen voorzien; toen mevrouw Mussche-
gras en ik naar buiten trokken, ontdekten
we, dat we een paar vooroordeelen moesten
prijsgeven, en dat we eenige wijzigingen
moesten brengen in de plannen, die we be
raamd hadden in het salonnetje der stads
straat.
Een der eerste voortreffelijkheden van het
buitenleven is het vroege opstaan! met den
leeuwerik, met de zon, terwijl de dauw parelt
op het gras, „als de dageraad haar wimpers
heft," enzoovoort. Vroeg opstaan! Wat kun
je in de stad beginnen om vijf, zes uur in
den morgen? Wat kun je buiten niet be
ginnen om dien tijd, met de spade, de hark,
de schoffel, het pootijzer, den gieter? Plan
ten, zaaien, snoeien, overplanten, enten, op
binden en sproeien! Mevrouw M. en ik spra
ken af, vroeg op te staan buiten.
Een vriend gaf me den raad, naar de
zuidpunt van Lang-eiland te sturen om een
soort zeer vruchtbare aardappelen, de echte
olifantssoort. Mijn mannen trokken er op
af, en, met de onkosten voor paardenhuur,
herbergrekeningen, tolhekken en het breken
van een wagen, kosten- de olifanten even
veel per stuk als meloenen. Maar het waren
echt prachtige aardappelen, met knappe ge
zichten, en groote, kwijnende oogen, die een
snelle en buitengewone toename der familie
beloofden. Toen ik mijn eigen tuin bewerkte
(waarbij ik een landschapstuinier a twee
dollar per dag huurde om me raad te ge
ven) besloot ik, dat het voorwerp van mijn
eerste proef op 't gebied van vroeg opstaan,
zijn zou: het planten van de olifanten. Der
halve stond ik den volgenden morgen om
vijf uur op, en het regende. Ik stond den
volgenden morgen om vijf uur op. en het
regende. Den volgenden, het regende. Het
regende twee weken lang. We hadden iede
ren dag keurige aardappelen op tafel.
„Schat," zei ik tot mevrouw M„ „waar heb
je die keurige aardappelen vandaan?"
„Nou," zei ze onschuldig, „uit dien mand
van Lang-eiland!" De laatste der olifanten,
stonden voor me, geschild, en gekookt, en
gesneden, en gebakken, met een fijn bruin
korstje aan den bovenkant.
Later had ik meer succes. Ik kreeg een
stelletje fijne zaai-aardappelen in den grond.
Maar er was iets niet in orde; aan 't einde
van het seizoen kreeg ik er niet zooveel
uit, als ik er in had gestopt.
Mevrouw Musschegras, die een buitenge
wone huisvrouw is, zei op een dag tegen me:
„Zoo schat, nu krijgen we massa's eieren,
want ik heb een stuk of wat jonge kuikens
gekocht." Daar waren ze, en ze hadden alle
maal evenveel veeren als een sprinkhaan, en
ze piepten geen steek harder. Natuurlijk za
gen we vol blijde hoop uit naar het tijd
perk, dat het eerste gekakel het eerste room
witte ei zou aankondigen, warm gedeponeerd
in het hooi, dat we overvloedig hadden
klaargelegd. Ze groeiden keurig, en op een
dag waagde ik het op te merken, dat onze
kippen merkwaardig groote kammen hadden,
waarop M. opmerkte: Ja, inderdaad; dat
had ze ook al opgemerkt; maar als ik eens
echt een pretje wou hebben, dan moest ik
ben van een rechtstreeksch kanaal van Ant
werpen naar den Rijn, waardoor Antwerpen
Rijnhaven zou worden en daarmede in dit
opzicht in een positie zou worden gebracht,
gelijk of vrijwel gelijk aan die van Rotterdam
Rotterdam verkeert toch reeds in een on
gunstige positie ten opzichte van Antwerpen.
Verscheidene leden kwamen er tegen op,
dat ieder ontwerp van een kanaal, dat een
betere verbinding tusschen Schelde en Rijn
moet brengen, als een vermomd Moerdijk
kanaal wordt beschouwd. Dit wekt een stem
ming welke elke redelijke overeenkomst on
mogelijk maakt.
Algemeen was men van meening, dat, in
dien met België overeenstemming in zake de
scheepvaartverbinding wordt bereikt, tegen
over de door Nederland te doene concessie
een tegen-prestatie van Belgische zijde be
hoort te worden gesteld.
Van vele zijden werd met ernst er tegen
gewaarschuwd, dat de Regeerng zich niet
wederom binde aan een verdrag, dat ernstig
gevaar loopt door de Volksvertegenwoordiging
te worden afgewezen.
Gevraagd werd, welk standpunt de Regee
ring thans inneemt met betrekking tot de
verhouding tusschen Nederland en Rusland
Gevraagd werd, hoe het staat met de vast
stelling van quota volgeis de in 1925 tusschen
Nederland en Duitschland gesloten handels
overeenkomst. Voorts zou men gaarne ver-
riemen,, of bij de onderhandelingen over het
handelsverdrag tusschen Duitschland en Roe
menië onze meestbegunstiging niet in het
gedrang is gekomen.
Gaarne zou men worden ingelicht om
trent de onderhandelingen met betrekking tot
onzen uitvoer der kolen. Met name zou men
wenschen te vernemen, welk resultaat de met
Frankrijk gehouden besprekingen hebben op
geleverd, en hoe het staat met de onderhan
delingen, te Londen tusschen vertegenwoor
digers van Nederland, Frankrijk, België,
Duitschland, Polen en Tsjecho-Slowakije ge
voerd.
Eenige leden vestigden opnieuw de aan
dacht op de maatregelen, die van Duitsche
zijde zijn getroffen ten nadeele van de Rijn
vaart.
Gaarne zou men vernemen, of de regeering
kan mededeelen, of en, zoo ja, in hoeverre
de geruchten waarheid bevatten, welke ge-
loopen hebben over samensprekingen, welke
zouden hebben plaats gehad tusschen offi
cieren van den Nederlandschen en van den
Franschen Generalen Staf.
Aangedrongen werd op hulp aan Neder
landsche arbeiders in Duitschland.
's morgens vroeg opstaan, om ze te hooren
kraaien. „Kraaien!" zei ik zwakjes, „onze
kippen kraaien! Dan kunnen we de hoop
wel opgeven, om ooit eieren te krijgen, me
vrouw M." zei ik, „want zoo zeker als ik
leef, onze kippetjes zijn allemaal haantjes!"
En het waren ook haantjes. Ze groeiden
door en ze vochten met de hoenders van de
buren, tot er geen compleet paar oogen meer
was aan weerszijden van de heg.
Een hond is een goed ding om te heb
ben ..uiten. Ik heb er een. dien ik van de
wieg af heb opgevoed. Het is een ferme,
forsche gast, en een flinke blaffer en eter.
De man, die hem mij verkocht heeft, zei,
dat hij rasecht was, maar hij begint er zeer
gemengd uit te zien. Maar een goede waak
hond is 't wel: zoodra er iemand het erf op
komt, die er een beetje verdacht uitziet,
holt hij hard naar de keuken en kruipt
achter 't fornuis. Eerst hebben we hem in
huis gehouden en toen krabbelde hij den
heelen nacht, om er uit te komen. Toen
zetten we hem buiten, en toen krabbelde
hij den heelen nacht om er in te komen.
Toen bonden we hem vast achter in den
tuin, en toen huilde hy zoo, dat onze buur
man tweemaal op hem schoot voor 't licht
werd. Eindeiyk gaven we hem weg, en toen
kwam hij terug; en nu is hy net aan 't by-
komen van een zenuwbui, waarin hy het
lapje grond overhoop haalde, waar onze
voorjaarsradysjes in gezaaid waren.
Een goed, sterk hek is een noodzakelijke
behoefte in je tuin, een flinke, stevige, zware
poort, met een slot, dat afgezakt is, zoodat
hy niet open of dicht kan. Zoo een heb ik
er. De grond vóór mijn hek is gemeenschap-
peiyk, en daar grazen al de koeien van myn
buren. Ik zei eens tegen mevrouw M„ toen
we voor het raam stonden bij zonsondergang
in Juni, hoe vreedzaam en schilderachtig het
vee er uitzag, terwijl het voortslenterde, het
groene kruid verorberend. Den volgenden
morgen vond ik de onnoozele schepsels in
mijn tuin. Ze hadden er geen spiertje groen
laten staan. De boomen aan de stokken, de
jonge kool, de teere sla, zelfs de jonge sprui
ten van mijn aankomende fruitboomen wa
ren verdwenen. En daar stonden ze. rustig
kijkend naar de verwoesting, die ze hadden
aangericht. Ook onze waakhond schoolde met
hen samen. Het was te veel; dus ik greep
een stevigen stok en joeg ze allemaal weg,
behalve een jonge vaars; die joeg ik over al
de bloembedden, ten koste van al mijn latjes
en stokjes, begonia"s en egelantieren, rozen
en petunia's, tot ik haar eindelijk beet had
in de warme kas. Ik moest hulp laten aan
rukken, om haar uit de ramen te xrijgen,
en de eigenaar heeft me aangesproken om
schadevergoeding Ik denk, dat ik maar we
der naar de stad ga.
10 personen te water
Allen gered.
Zondagmiddag heeft op de Kostverloren-
kade, nabij de Jacob van Lennepkade, te
Amsterdam, een ernstig ongeval plaats ge
had, dat gelukkig buitengewoon goed is
afgeloopen.
Op dit punt onderhoudt een kleine, platte
veerboot de verbinding tusschen de beide
oevers. Op een moment, dat het bootje van
den wal voer sprongen nog twee personen
op het bootje, ten gevolge waarvan dit over
belast werd en omsloeg. Alle tien opvaren
den geraakten te water. Op hetzelfde oogen
blik passeerde een motorboot en deze slaag
de er in de meeste drenkelingen op te pik
ken. De anderen werden van den wal af
gered.
Voor zoover bekend zijn alle drenkelingen
uit het water gehaald. Zij werden bij om
wonenden voorloopig onderdak gebracht en
van droge kleeren voorzien. Allen konden
daarna huiswaarts keeren.
terwijl later nog een derde wrd opge
bracht, zulks onder begeleiding van de
andere communisten, die luidkeel: de In
ternationale zongen.
Tot nu toe hadden de andere sch ont
houden van rechtstreeksche imenging,
doch by het posthuis drongen z thans
onder luid geschreeuw zoo op, dat depolitie-
mannen, na een keer of vijf tot dorloopen
gemaand te hebben, gebruik maakïn van
hun sabel en de communisten uiteedreven.
zy kwamen echter terug en weigeren aan
de ontvangen sommatie gevolg te geen en
het dorp te verlaten.
Toen de politie voor de tweede mal de
sabel trok, drongen zy wederom op Eerst
met veel moeite en veel tact geluke het
aan de beide agenten, de heethoofdig, luid
schreeuwende jongelui uit het dorp t ver-
wü deren.
Tegen de drie gearresteerden is poces-
verbaal opgemaakt, waarna zij het pothuis
konden verlaten.
Inbraak bij de vlasfabriek te
Steenbergen
Alle daders gevat
Reeds is gemeld, dat voor enkele dagen te
Rotterdam de vermoedeiyke daders van de
inbraak met diefstal in de Coöperatieve
Vlasfabriek te Steenbergen werden gear
resteerd. In aansluiting hierop wordt thans
gemeld, dat de opperwachtmeester A. Ber-
hagen en de marechaussee v. d. Wedden,
beiden van Steenbergen, nog een tweetal le
den van deze bende te Rotterdam hebben
gearresteerd, zoodat thans geheel het edele
kwartet in voorarrest te Breda zit opgesloten.
Het zyn zekere J. A. S. uit Poortvliet en A.
de M., A. de V. en T. van B., allen uit Rot
terdam.
De motor opgevischt
Het te Zoutkamp thuisbehoorend vis-
schersvaartuig „Zoutkamp no. 5", schipper
P. Visser, heeft Zaterdagochtend tijdens
laag water de juiste plaats ontdekt, waar
het zeiljacht in den ochtend van j.l. Dins
dag in het Friesche gat schipbreuk heeft
geleden. Uit de gevonden wrakdeelen biykt
thans, dat het een zeiljacht is geweest met
hulpmotorvermogen. De motor, welke de ge
noemde schipper heeft medegebracht, is een
nog nieuwe 12-paards benzinemotor, gemerkt
„Universal", model C, 3 nr. 8865. Uit de
bevinding blijkt thans, dat het scheepje
aanvankelijk heeft voor anker gelegen, maar
dat dit te licht is geweest en niet heeft
willen houden. Men heeft daarom de kachel
en den motor uitgesloopt en daarmede het
anker toen verzwaard. Aangezien bovenge
noemde schipper nog meer bijzonderheden
onder water heeft gevoeld, maar niet heeft
kunnen krijgen, zouden de motorreddingboot
„Insulinde" en het recherchevaartuig „La-
man de Vries" nog eens op onderzoek gaan.
(Handelsblad).
Een
messentrekker en twee anderen
gearresteerd
Met geweld uit het dorp gezet
Gistermiddag omstreeks een uur is het in
het anders zoo rustige dorpje Sloten (N.H.)
tot ongewone tooneelen gekomen. Jeugdige
leden der communistische partij trachtten
hun denkbeelden ingang te doen vinden
door verkoop van de „Tribune". Terwijl zy
daarmee bezig waren, verscheen een optocht
van Graalmeisjes. Er werd gescholden en
eenige communisten wilden de katholieke
kerk binnengaan, waar de dienst juist was
afgeloopen, zoodat er zich niemand meer
bevond. Men waarschuwde onmiddeliyk den
koster en deze gelastte den jongelui, de
kerk te verlaten, hetgeen onder protest en
geroep geschiedde, meldt de „Courant".
Buiten de kerk bemoeiden zich daarop
katholieke burgers met het geval. Een der
communisten hief toen de hand op tegen
een zekeren K. Diens vader weerde den
slag af, waarop de jeugdige communist een
mes trok en daarmee K. te ïyf wilde gaan.
By een volgende worsteling viel het mes op
den grond. De heer K. raapte het op an
waarschuwde de politie.
De twee politiedienaren die te Sloten zyn
gingen daarop den optocht der communis
ten, die inmiddels verder was getrokken
achterna, om den messentrekker te arres
teeren. Deze verzette zich hevig, doch hy
kon naar het posthuis gebracht worden.
Ook een tweede persoon werd gearresteerd,
Bij het voortgezet onderzoek naar de ba-
tale bankoverval, die Vrijdagmiddag in fet
bijkantoor van de Incassobank aan dn
Goudsche Singel te Rotterdam heeft plass
gehad, heeft de gearresteerde dader, e
21-jarige J. M., verklaard, dat hy een ui
stekend schutter is, zoowel op het gewer
als op de revolver. Toen de schrijver va
het hoofdbureau van politie, de heer Ruij-
rok, hem aanviel, heeft hy dezen man no:
gewaarschuwd.
„Ik had hem best de volle laag kunnei
geven, maar dat durfde ik niet aan," ver
telde hy.
Voorts is uit het onderzoek gebleken, dal
M. in het bezit was van een pinfire-pistool
een oud model wapen en een Bulldog-
revolver. Dit laatste wapen was gelacen met
patronen van een te groot kaliber en het
mag dan ook zeker een wonder heeten, dat
de man by het lossen van de schotm zich
zelf niet verwond heeft.
Naar den tweeden dader wordt log ge
zocht. De inlichtingen van het publiek
stroomen by de politie binnen. Er zijn er
onder, die heel fantastisch klinkm. Zoo
beweert een getuige, dat hij niet minier dan
zes mannen heeft zien vluchten. Ale aan
wijzingen worden echter grondig onerzocht
en de politie hoopt dan ook spoedig <s hand
op den voortvluchtige te kunnen leggn.
Humor van het Achterhoekche
Platteland
„Jan, bun ie daer? Jao!"
De eenige nog ongehuwde zoon va den
landbouwer ten E. te Noordyk bij Nede
aldus de „Lochemsche Crt." was dezer
dagen 's avonds nog niet thuis toei de
ouders zich ter ruste begaven, wat, al men
op zekeren leeftijd is gekomen, we eens
meer voorkomt. De ouders zetten darom
het avondeten voor den jongeling optafel
klaar, waarbij ook eenige eitjes behorden,
die kracht zouden geven om 's andeflaags
met energie weer aan het werk te gan.
Toen dan ook na eenigen tyd gestaunel
aankondigde, dat er leven in de keukerwas,
klonk vanuit het bed de belangsteënde
vraag: „Jan, bun ie daor wier?", warop
„Jan" kortweg antwoordde met „Jao." Dat
sloot den weg naar verdere informatie af,
zelfs de gewone vraag hoe laat het ton al
wel was, enz. bleef achterwege.
Hoe groot was echter de ontsteltenis oen
weer wat later „de echte Jan" thuisfcam
en z'n boterhammen en eitjes reeds oge-
peuzeld vond. Hy informeerde eens hoe nen
er toe kwam hem leege doppen klaar te eg
gen, waarop uitkwam, dat er een ader
moest zijn geweest, die op de vraag iad
geantwoord en die, na z'n honger geiild
te hebben, met stille trom en zonder veler
iets onbehoorlyks te doen, weer was w-
trokken.
Vermoedelyk hebben een paar jongus
hier een grap uitgehaald, doch het is dn
toch in elk geval een vrij brutale grappe.-
makerij.
„DE THABOR" BISSCHOPPELIJK
RETRAITENHUIS, ROTTERDAM
1923 Oct. Jongedames, deft. st„ P. Jezuïet.
2629 Oct. Gehuwde dames 6.50 P.
25 Nov. Gehuwde dames 10.
P. Cnneliet.
9—12 Nov. Meisjes, verloofden 3.50,
P. (apucyn.
1619 Nov. Jonge dames, midd. st. 10.
P. Tancisc.
2225 Nov. Meisjes, Euch. Retr. :50,
P. Dminic.
2528 Nov. Meisjes 6.50, P. Dminic.
303 Dec. Gehuwden, 6.50, P. Cpucijn.
710 Dec. Meisjes, 6.50 P. Vssion.
1316 Dec. Meisjes, Congr. 6.50 P.Jezuïet
2023 Dec. Open voor aan te vragn.
2730 Dec. Jonge dames 10.P. Dminic.
PA* O»
voon or
pCAAK
184. In 't land waar Harlekijn woonde,
hadden ze nog nooit vuurwerk gezien.
„Zoo'n vuurwerk is toch wel aardig,"
meende Harlekijn; „ik zal wat vuurpijlen
koopen; de Koning zal er schik in heb
ben."
185. Op z'n terugweg naar 't kasteel
werd Harlekijn plotseling aangevallen
door een afgrijselijken draak. „Heer in
den hemel!" riep Harlekijn in doodsangst;
„m'n laatste uur is geslagen!" Maar
door den heeten adem van den draak,
geraakten de vuurpijlen in brand.
186. Met de brandende vuurpijlen kwam
Harlekijn in 't kasteel. „Zoo iets moois
heb ik nog nooit gezien!" verklaarde de
Koning.