n
HISTORISCHE KASTEELEN IN
IN NEDERLAND
TWEEDE BLAD
DINSDAG 20 OCTOBER 1931
BLADZIJDE 1
mmmm
R. K. Bond van Harmonie-
en Fanfare-corpsen in
Noord-Holland
Thomas AIva Edison f
I
vin
Hst kasteel te Medemblik
PliliPfSP
llgtii
1
m ;t*f
Een deurwaarder met zijn helpers
bedreigd
<De Lichtweek
W
U bestrijdt
de Engelsche ziekte
met een glimlach
PHILIPS-VAN HOUTEN
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦❖♦O
Laat U niets in handen steppen!
Duitsche deelneming
Er fs een tfjd geweest, dat de Zuiderzee
voor Nederland een geheel andere beteekenis
had dan de tegenwoordige. Dat was in den
ouden glorietijd van onze scheepvaart, maar
toen er noch een Noord-Hollandsch, noch
een Noordzeekanaal was. De schepen, die
vanuit Amsterdam op Indië en elders voeren,
gingen eerst over de Zuiderzee, daarna
tusschen de eilanden door de Noordzee en
vervolgens verder. Dat ging goed, zoo lang
de schepen geen te grooten diepgang hadden,
maar de techniek moge rekening houden
met haren eigen vooruitgang, de diepte der
zeeën doet dat niet Zoo is de Zuiderzee als
vaarwater voor Amsterdam, althans voor de
groot overzeesche vaart, in onbruik geraakt,
en zien de sluizen te Schellingwoude in den
regel slechts de binnenscheepvaart passeeren.
Zoo zijn de steden aan de Zuiderzee, die eens
bloeiende handelssteden waren, vanzelf min
of meer tot verval geraakt. Zij zijn geworden,
wat men met den Franschman Havard, die
ons land zoo goed leerde kennen, geneigd is
te noemen, doode steden. Niet zoo dood als
men wel eens beweert, want zoowel Enkhui
zen als Hoorn stralen nog leven genoeg uit,
maar toch dood vergeleken bij het waarlijk
grootsch verleden dat zij hadden. Verleden,
dat nog altijd spreekt in de prachtige oude
huizen, die men er aantreft in de mooie
oude gebouwen, niet in overeenstgemmin
met de beteekenis der plaats op dit oogenblik
Tot die Z.g. doode steden behoort ook
Medemblik. Zeker, de beteekenis van Enk
huizen of Hoorn heeft het wellicht niet gehad,
maar het was in de zestiende en wellicht
nog in de zeventiende eeuw een bloeiende
stad, al werd het door zijn afzonderlijke
ligging minder bezocht dan de overige
steden, en van het aanzien van vroeger is niet
veel overgebleven. Er is nog de kerk, aan den
Heiligen Bonifacius gewijd, vroeger grooter
dan nu, en waarin een grafzerk opvalt van
den Engelschen bevelhebber, die de troepen
van den pretendent Charles Edward Stuart
aanvoerde. Het heeft nog altijd zijn haven,
van waaruit thans veelal de schepen uitvaren,
die bezoekers van de Zuiderzeewerken aan
boord hebben. Wat op Medemblik de in
vloed zal zijn van de drooglegging van de
Zuiderzee, moet worden afgewacht voor
spellingen op zoodanig terrein zijn de
geschiedenis leert het overvloedig altijd
gevaarlijk. Medemblik werd en wordt
voor een deel nog gedominieerd door het
kasteel, aan de Oostzijde gelegen. Het
bevat thans het Kantongerecht het is
gerestaureerd, al heeft het geenszins meer den
omvang, dien het vroeger had.
Dient dit kasteel werkelijk, gelijk men
veelal geneigd is te doen, aan den Frieschen
Koning Radbout, die leefde in de achtste
eeuw, te worden toegeschreven De historici
hebben dienaangaande geen gegevens kunnen
vinden, die veroorloven de vraag bevestigend
te beantwoorden, en vrijwel algemeen wordt
aangenomen, dat dit kasteel dagteekent van
de Middeleeuwen, al is het natuurlijk niet
totaal uitgesloten, dat vroeger op diezelfde
plek, althans in de onmiddellijke nabijheid
daarvan, heeft gestaan een kasteel, dat den
Frieschen Koning Radbout in eigendom
toebehoorde. Want deze gebood oppermach
tig over dat deel van Noord-Holland, dat
nog altijd West-Friesland wordt geheeten
dat in de geschiedenis dezen naam heeft
gevolg op zoodanige wijze aan, dat deze
moeilijk anders kon doen dan hem den rug
toekeeren. De verhalen nu luiden eensdeels,
dat de dienaren van Graaf Floris dezen zouden
hebben verhinderd om den Graaf aan te
vallen, maar niet dan nadat hij twee hunner
had doorstoken zij luiden ook, dat des
Graven edelen de partij opnamen, maar in
Gotfried van Brabant een scheidsrechter
vonden, die echter reeds in hetzelfde jaar
stierf.
Een andere vraag is weer deze of Willem
II te Medemblik heeft vertoefd. Dat moge
twijfelachtig zijn, maar vaststaat, dat Floris
V meermalen Medemblik heeft bezocht, e 1
dat in dien tijd het kasteel er reeds was, ook
al om het woelige West-Friesland te bedwin
gen. Men zie maar eens even op de kaart
welk een gunstige ligging Medemblik daar
voor bood. Tegen het einde der tachtiger
jaren waren de West-Friezen geheel bedwon
gen Floris maakte toen van zijn recht ge
bruik om er wegen en kasteelen aan te leggen
en onder deze speelde het kasteel te Medem
blik een eerste rol. Hugo van Assendelft
is Slotvoogd geweest, en tevens Dijkgraaf
van het Waterschap. Wel werd de trouw van
Assendelft na den dood van Floris V op een
zware proef gesteld. Want Bisschop Willem
van Mechelen trachtte van de verwarring
in het Hollandsche Graafschap partij te
trekken, verbond zich met de West-Friezen,
wien hij het kruis en vergeving van hun
zonde predikte, mits zij tegen Holland wilden
optrekken, en belegerde Medemblik. Hugo
van Assendelft viel in een gevecht voor den
burcht, maar Wouter van Egmond, die zijn
plaats innam, verdedigde manmoedig het
kasteel. Twee blijden, vanuit Muiden ge
zonden, deden hem weinig kwaad. Hij hield
de belegering zoo lang uit, totdat Jan van
Avesnes orde op de zaken in Zeeland had
kunnen stellen, en hem te hulp kwam.
Nauwelijks zagen de belegerden het hen
ontzettende leger optrekken, of zij deden een
uitval, waardoor de West-Friezen geheel in
verwarring geraakten. Bij die gelegenheid
heeft Graaf Jan met Nicolaas van Putten,
Jan van Arkel en tal van edelen binnen de
muren van het kasteel vertoefd niet den
laatsten keer dat dit een aanzienlijk gezelschap
te aanschouwen zou krijgen.
Spoedig daarna, toen de winter voorbij was,
ondervonden de Friezen de macht van den
Hollandschen Graaf, die tegen hen oprukte.
Van een hernieuwde belegering van het
kasteel te Medemblik was geen sprake, en
al spoedig kwam West-Friesland zoodanig
tot onderwerping, dat het een onverbreek
baar deel met het verder Holland uitmaakte.
Zoodoende werd het leven op den Medem-
blikker burcht stiller dan tevoren. Er was
natuurlijk genoeg te doen, want er moest
recht worden gesproken de ambtsbezig
heden dienden verricht, dijken en vai ten
en slooten dienden geschouwd, erwaren
jachten, en men speelde met den bal of schoot
met den boog. Maar bezoeken van naburige
edelen had men zelden, want daarvoor lag
Medemblik te ver af. Eerst een groote eeuw
later heerschte er weer leven nabij het kasteel,
want de Friezen over de zee moesten worden
bedwongen, en een geduchte vloot werd te
Enkhuizen in gereedheid gebracht. Hertog
Albrecht, zijn zoon Willem van Oostervant,
een groot gevolg van buitenlandsche edelen
- X\ - X
I *X X X
x.3
Cr- -
Qet kasteel Radboud te Medemblik.
gehad, maar dat thans met het andere Fries
land weinig overeenkomst meer gemeen
heeft. Van Koning Radbout is gezegd, dat
hij zich wilde laten doopen van Koning
Radbout zijn tal van andere verhalen in
omloop, en dat alles, althans een groot deel
daarvan, zou zich in Medemblik of in de
onmiddellijke nabijheid hebben afgespeeld.
Maar als reeds gezegd, al is Koning Radbout
hier geweest, met het kasteel gelijk het daar
staat, heeft hij even weinig te maken gehad
als Karei de Groote met het in 1795 vervallen
gedeelte van den Valkhof te Nijmegen.
Heeft er een kasteel bestaan van Radbout,
vermoedelijk is dit dan in den loop der ruwe
tijden vernietigd en verbrand, en is er een
nieuw in de Middeleeuwen voor in de
plaats gekomen.
De sage intusschen weet ons te vertellen,
dat ruim twee eeuwen na Radbout's dood een
Jonker Roeland, die dan ook maar Bouwheer
van het Slot te Wydenes, dat intusschen veel
later is gesticht, wordt geheeten, het ver
vallen kasteel van Medemblik zou hebben
hersteld en in geheel nieuwen aanzienlijken
toestand- gebracht. Weer ruim honderd jaren
later heette het, dat Graaf Floris II van
Holland dikwerf jaagde in de nabij gelegen
bosschen, wanneer hij te Medemblik ver
toefde. Bij een dezer gelegenheden zou hij
den Fries Galama hebben ontmoet, en diens
dienaars hebben afgenomen hun drie wind
honden, twee hazen en ander wild. Galama
zwoer dit te zullen wreken, ook al zou het hem
zijn welvaart en zijn leven kosten. Graaf
Floris II liet zich daardoor niet verontrusten,
maar Galama wist tot hem door te dringen,
en sprak den Graaf in het bijzijn van zijn
was daar samen, en deze zullen meer dan
eens te Medemblik hebben vertoefd. Albrecht
deed zijn gemalin en zijn schoondochter
beurtelings te Medemblik en te Hoorn
verblijf houden, en de Slotvoogd zal naast
ridderlijke ook andere plichten te vervullen
hebben gehad. Een jaar later moest hij als
Admiraal te water tegen de Friezen optrekken,
en weer een jaar later had een nieuwe reis
naar Friesland plaats, waarvoor opnieuw
troepen te Enkhuizen werden verzameld.
Toen deze ten einde was, en Willem van
Oostervant was teruggekeerd, sloeg de op
stand opnieuw uit, en weer moest een nieuw
leger worden uitgerust, dat Stavoren bezet
hield onder bevelhebberschap van den toen-
maligen Slotvoogd te Medemblik. Tal van
opvolgers heeft deze, Gerard van Egmond,
gehad, getrouwe, maar ook minder getrouwe
gelijk Dirk van Zandhorst, die wel Willem
VI beloofd had na zijn dood Jacoba als
's Lands wettige Gravin getrouw te zullen
zijn, doch die maar al te gauw het oor leende
aan de listige woorden van den Luikschen
bloedverwant van Jacoba, wien hij de poorten
van het kasteel opende, wat deze gelegenheid
bood om een verdrag met de Friezen te
sluiten.
Zoo kwam deze Dirk van Zandhorst
vanzelf in dienst van Hertog Philips van
Bourgondië, nadat hij stad en kasteel tegen
Jacoba's troepen onder leiding van Willem
Nagel had verdedigd. En weer gaat de ge
schiedenis van het Medemblikker kasteel
verder, zonder dat zich feiten van groote
beteekenis voordoen. Totdat een der achter
eenvolgende Slotvoogden een Staatsgevange
ne, edelman als hij, te ontvangen kreeg. Dit
was Heer Albrecht van Schagen, die zich
jegens zijn broeders aan misdrijven had
schuldig gemaakt, en in dit kasteel daarvoor
moest boeten. Maar al spoedig werd hij,
door den dood bevrijd, uitgedragen en in de
Schager kerk begraven. Een andere Albrecht
volgde hem een halve eeuw later, Hertog
Albrecht van Saxen, Landvoogd Generaal
der Nederlandsche Gewesten. De Medem-
bliksche inwoners hadden deelgenomen aan
het wilde kaas- en broodspelhet bloed
van andere steden burgers kleefde aan hun
handen. Albrecht van Saxen kwam hen
straffen. Wel schonk hij hun genade, maar
zij moesten zich verootmoedigen en de stad
moest betalen. En in hetzelfde jaar kwamen
Friesche edellieden, behoorende tot de partij
der Schieringers teneinde hun onderwerping
aan te bieden, die door den Hertog werd
aanvaard. Zoo blijft het kasteel verbonden
met de geschiedenis van de heerschers dezer
landen, hetgeen ook het geval was toen Karei
V de Graaflijkheid overnam. Het was in
dien tijd, dat Medemblik Groningsche krijgs
gevangenen van aanzien kreeg te herbergen,
die echter spoedig wisten te ontsnappen.
En het was in dienzelfden tijd, dat groote
Pier, de bekende Friesche zeeschuimer,
ook hier zich toonde. Zijn wilde en talrijke
bende liep storm op de stad, en kreeg haar
in bezit het kasteel echter konden zij niet
vermeesteren. Hier werd de vijand afgeslagen
en na herhaalde mislukking zagen zij eindelijk
in, dat nieuwe bestorming niet zou baten.
Zij hebben toen echter Medemblik aan het
vuur overgeleverd; geen woning bleef ge
spaard en alle geschreven privilegiën der
stad gingen verloren. Geheel hersteld van
dezen geweldigen slag heeft Medemblik zich
niet.
Natuurlijk heeft Medemblik zijn rol ge
speeld tijdens de eerste jaren van den opstand
tegen het Spaansch gezag. In 1572 moest
Rijswijk het kasteel en de stad voor den
Koning verdedigen. Hij had echter de macht
der Geuzen onderschat, want toen een viertal
compagnieën uit Enkhuizen oprukten waren
deze talrijker dan gedacht werd. Het ergste
voor hem was wellicht dit, dat zij zich van
vrouwen en kinderen der Medemblikkers
hadden meester gemaakt en deze, een voor
dien tijd wel gruwelijke, maar niet buiten
gewonen maatregel, lieten vooraan marchee-
ren, zoodat elke beschieting van de zijde van
..e bezetting van het kasteel hen het eerst
zou treffen. Zoodoende kwam Medemblik
al spoedig aan den kant der Geuzen, en al
ontstond er een oproertje tegen den bevel
hebber Cabeljau, het bleef onder leiding van
Rijswijk, die inmiddels 's Prinsen zijde had
gekozen, goed Oranje-gezind. Bossu hoopte
wel met Rijswijk goede zaken te kunnen doen,
maar bij deze en bij volgende gelegenheden
heeft Rijswijk getoond, dat hij niet uit winst
bejag, maar uit eerlijke overtuiging de zijde
van den Prins had gekozen. Na zijn dood
werd Sonoy zijn opvolger, en deze deed den
eed aan den toenmaligen Gouverneur-
generaal der Vereenigde Provinciën, den
Engelschen Graaf van Leycester. Diens
verblijf bier te Lande is een aaneenschakeling
van moeilijkheden geweest, vooral toen deze
in 1587 naar Engeland vertrok zonder zijn
waardigheid openlijk te hebben neergelegd.
Sonoy weigerde niet Prins Maurits te gehoor
zamen, maar wel den eed aan dezen af te
leggen. In dienzelfden tijd vertoefde Leyces
ter op het kasteel te Medemblik, en werd er
door den Slotvoogd met groote praal ont
vangen. Sonoy echter, voor den Raad van
State te 's-Gravenhage geroepen, bleef
onverzettelijk in zijn weigering om den eed'
aan Prins Maurits af te leggen, zoodat deze
zich gedwongen zag hem door geweld tot
onderwerping te brengen. Eerst toen Konin
gin Elisabeth aan Sonoy kennis gaf, dat
Leycester als Landvoogd afstand had. gedaan,
liet deze zijn bezwaren vallen, waarna Maurits
Medemblik kon binnentrekken. Maar de
gesloten overeenkomst werd te zijnen op
zichte niet volkomen nageleefd, de Stads-
regeering bewees hem geen achting, en zoo
heeft Sonoy reeds in 1593 ontslag uit den
Staatsdienst genomen en rustig voortgeleefd
op zijn buiten in Groningenland, waar hij na
vier jaren stierf.
De waardigheid van Slotvoogd is na Sonoy's
vertrek al spoedig opgeheven. Het kasteel
werd voor andere doeleinden gebruikt
de schutterij huisde er er werden schiet-
plaatsen en exercitie-gelegenheden ingericht,
en voor dat alles was de hoede van een door
den Staat aangestelden opzichter voldoende.
Wel werd, althans aanvankelijk, aan het
onderhoud de hand gehouden. Later ver
kregen de Hervormden te Medemblik het
kasteel als kerk, en van 1661 tot 1734 zijn
de predikanten er de geloovigen voorgegaan.
Daarna diende de groote zaal weer tot het
houden van een schutterskrijgsraad en van
de samenkomsten der officieren. Gedurende
de omwenteling deed het dienst voor zoowat
alles, en in het begin der negentiende eeuw
trok het Nut er binnen, dat er zoowel rheto-
rische als muzikale ontspanning bracht.
Op den 5en Juni 1848 herdacht men binnen
deze geschiedkundige plaats het tweede
eeuwfeest van Neerlands onafhankelijkheid,
formeel verkregen met den vrede van Munster
Maar dat alles verhinderde niet, dat
toch veler blikken werden gericht op de
mogelijke afbraak van dat kasteel. Het be
hoort tot de verdiensten van Koning Willem
II, dat deze het heeft weten te voorkomen.
Min of meer slepend was het voortbestaan
van het kasteel, totdat het, dank zij de maat
regelen, genomen in de vorige eeuw, werd
hersteld en thans in kleiner omvang 'n waar
dig uiterlijk weer toont
De politie lost enkele schoten
Maandagmiddag vond in de Simon Wil
lemstraat te Amsterdam een gerechtelijke
uitzetting plaats. Het was voor het huis
reeds zeer rumoerig, zoodat een inspecteur
en agenten te paard en te voet reeds tijdens
de uitzetting veel moeite hadden het ver
zamelde publiek in toom te houden. Na af
loop van de uitzetting begaf de deurwaarder
met zijn assitenten zich naar huis, begeleid
door e?n viertal politieagenten. In de Bel-
lamystraat gekomen, drong het publiek, dat
hen achtervolgde, op. Plotseling werd van
verschillende kanten met steenen gegooid;
de agenten trokken de sabel, doch daar dit
geen voldoende uitwerking had en men door
bleef gooien, werden enkele schoten uit de
revolver gelost. Hierop ging de menigte uit
een, doch daar men opnieuw incidenten
vreesde, bracht de politie den deurwaarder
naar het posthuis in de Borgerstraat totdat
meerdere politiehulp gearriveerd was. Per
auto met politietoezicht keerde de deur
waarder van hier naar zijn woning, terwijl
de politie de menschen uiteendreef. Het bleef
nog lang rumoerig in de omgeving van de
Borgerstraat.
De Groote Houtstraat-Vereeniging biedt den bezoekers van de Haarlemsche hoofd
straat een bouquet tulpen aan. Een fraaie licht-versiering!
Het volgende concours te Haarlem
Z. H. Exc. Mgr. Aengenent Beschermheer
Bovengenoemde Bond hield Zondag in
Hotel ,,'t Gulden Vlies", te Alkmaar, de
zesde algemeene jaarvergadering.
Het hoofdbestuur met den Geestelijken
Adviseur, den Weleerwaarden heer J. A. van
Ettinger, en het eere-lid, den heer A. Brink,
was voltallig aanwezig.
Van de aangesloten afdeelingen, waren
21 muzikvereenigingen vertegenwoordigd,
n.l. Werfershoof, Berkhout, Westwoud,
Hoogkarspel, Obdam, Blokker, Wognum,
Spanbroek, Grootebroek Lutjebroek, Heer-
Hugowaard, Heemskerk, Tuitjenhorn, Noord-
Scharwoude, Haarlem-Noord, Purmerend,
Hem en Venhuizen, Zwaag, 't Veld, Boven-
karspel, Spierdijk, Nieuwendam en Nibbix-
woud als candidaat voor den Bond.
De voorzitter, de heer Th. Landsdaal
(Purmerend)opende de vergadering met
den Christelijken Groet.
Na allen te hebben verwelkomd, stelde
spreker terstond aan de orde het bestuur
te machtigen tot aanvraag van de Ko
ninklijke goedkeuring op de statuten en tot
wijziging van het reglement, voor zoover
deze noodig mocht blijken voor deze aan
vraag, mits deze niet van principieelen
aard is.
De vergadering heeft tegen het voorstel
geen bezwaar, waarna de voorzitter deze
vóór-vergadering op gewone wijze sluit.
Met een kort woord werd daarna de 6e
algemeene jaarvergadering geopend. De
voorzitter lichtte tor, dat de gehouden
vóór-vergadering om practische redenen,
zoo kort mogelijk aan de gewone verga
dering is voorafgegaan, daar bij aanvraag om
Koninklijke goedkeuring, de notulen dei-
vergadering moeten ingezonden worden.
Het spijt den voorzitter, dat niet alle af
deelingen ter vergadering aanwezig zijn,
daar de besprekingen ook nu ongetwijfeld
van veel belang zullen zijn voor den groei
van den Bond. Inzonderheid verwelkomt
spr. den Geestelijken Adviseur en het
eere-lid den heer Brink. Met waardeering
begroet spr. verder den Weleerwaarden
heer Kapelaan Van Ginkel uit Noord-
Scharwoude. De voorzitter hoopt, dat in
de toekomst meerdere Eerwaarde heeren
geestelijken dit voorbeeld zullen volgen,
vooral ook, omdat at steun der geestelijk
heid door den bond op hoogen prijs wordt
gesteld en vaak zelfs niet te missen is.
De notulen der laatste vergadering door
den bondssecretaris, den heer Jb. Horio
(Noord-Scharwoude) gelezen, werden behou
dens een kleine wijziging va nden voorzitter
goedgekeurd.
In het dan volgende jaarverslag werd met
veel waardeering gesproken over den steun,
dien de bond mocht ontvangen van den
Weleerwaarden heer kapelaan Meijnders,
die den bond moest vaarwel zeggen door
zijn benoeming tot kapelaan tot Noord-
wijk. Tot zijn opvolger werd benoemd de
tegenwoordige adviseur kap. J. A. van
Ettinger, uit Purmerend.
In het bestuur kwam verandering door
het bedanken van den heer M. Brink, die
wegen zijn ijver voor den bond werd
benoemd tot lid van verdienste. De heer
F. van der Linden, te Haarlem, werd in de
open bestuursvacature benoemd.
Uit den bond traden de vereenigingen
St. Teresia, uit Amsterdam, en Euphonia
te Overveen. De vereeniging Pius X te
Venhuizen en Koning David te Haarlem,
traden toe als lid van den bond, welke
thans 25 afdeelingen telt.
Met genoegen wordt gememoreerd het
gehouden bondsconcours te Obdam, waar
aan 22 afdeelingen deelnamen.
Daar het volgend jaar de afdeellng Genot
door Kunst te Noord-Scharwoude zal deel
nemen in de eere-afdeeling, zijn thans alle
rangen in den bond) vertegenwoordigd.
Met een dankwoord voor de prettige sa
menwerking, sluit de secretaris zijn jaar
overzicht, dat met applaus en een dank
woord van den voorzitter beloond wordt.
Uit het jaarverslag, door den penning
meester, den heer A. Stuyt (Spierdijk) uit
gebracht, blijkt, dat de totale ontvangsten
plus het saldo van het vorig jaar, bedragen
f 672.44)4. De uitgaven f 250.06%; het
batig saldo f 422.38
De kascommisie, gevormd door de afdee
lingen Venhuizen en Obdam, rapporteerde
accoordbevinding van alle bescheiden,
waarna de penningmeester gedéchargeerd
werd voor zijn uitstekend en zuinig be
heer.
Een aantal ingekomen stukken werden bij
verschillende agendapunten aangebracht.
Vermeld dient te worden een voorstel van
Noord-Scharwoude om een extra prijs
voortaan te laten bestaan in een zeker geld
bedrag, waarvoor in overleg met den win
naar een meer practische prijs, b.v. een
instrument kan worden gekocht. Verschil
lende afdeelingen ondersteunen dit voor
stel, waarep het bestuur de toezegging
deed, hiermede voortaan rekening te zullen
houden in overleg met de concoursgevende
vereenigingen.
Ingekomen van de vereeniging St.
Gregorius te Nibbixwoud en Koning David
te Haarlem, een aanvraag om toelating in
den Bond. De nieuwe vereenigingen werden
blijde in den Bond begroet. Hierna heeft de j
verkiezing plaats van twee leden in het 1
hoofdbestuur wegens periodieke aftreding van 1
den heer A. Stuijt en den heer P. Botman.
Laatstgenoemde stelde zich niet meer
herkiesbaar. Voor deze vacature werden in
gediend als candidaat, de heer G. W. Engel
uit Obdam en de heer Ant. de Koning uit
Wognum. Beide candidaten werden uit de
vergadering nader aanbevolen. BU eerste
stemming werd de heer A. Stuijt met alge
meene stemmen herbenoemd en bij een
volgende stemming terstond met meerder
heid de heer G. W. Engel uit Obdam. Beide
heeren aanvaardden him benoeming.
Bü agendapunt, vaststelling concours 1932,
werd medegedeeld, dat de vereeniging „St.
Caecillia" te Haarlem-Noord het concours
heeft aangevraagd ter gelegenheid van haar
12-jarig bestaan. Aangezien dit de eenigste
aanvraag is, werd beslcten aan de aanvraag
te voldoen. In overweging werd gegeven het
concours eerder dan vorig jaar te ncuden
Als vermoedelijke data werden gesteld 5 en 12
Juni. Aan de orde komt thans vaststelling van
een jurylljst, waaruit telkenjare een jury
kan gekozen worden.
De bestuursvoordracht werd na eenige be
spreking uitgebreid tot ongeveer 20 namen
van de meest bekende Toonkunstenaars.
Sprekende over de jury van dit jaa- werd
met veel waardeering gesproken over haar
arbeid, inzonderheid over den arbeid van den
heer Speets, die zoo'n mooi uitgewerkt en
opbouwend critisoh verslag heeft samenge
steld.
De voorzitter meent daarvoor hulde te
moeten brengen waarmede de vergadering
gaarne instemde. Het resultaat der bespre
kingen over candidaat-jury leien, inzonder
heid over den heer v. d. Rovaart te Am
sterdam heeft tot gevolg, dat de Geestel.
Adv. verklaart geen bezwaar te hebben tegen
een candidatuur van genoemden heer. De
Weleerw. Heer Kap. van Ginkel dankt het
bestuur voor de gedane verklaring waardoor
blijkbaar aan veler verlangen is voldaan.
De heer Steen (Wognum) stelde voor om
alleen Katholieke jury-leden te benoemen,
waarop het bestuur antwoordde by voorkeur
zulks te zullen doen. De stemming over be
noeming van 3 jury-leden voor het concours
1932 had tot resultaat dat gekozen werden
de Toonkunstenaars Theo v. d. Bijl, Haze-
broek en S. Vlessing, plaatsvervangers;
Kroon, Joh. Schuitemaker, Heukeroth.
Bij de rondvraag dankte de afgevaardigde
van Nibbixwoud voor de toelating in den
bond.
De afd. Wognum stelde voor een Bonds-
nummer in te voeren, wat by concoursen ge
zamenlijk kan worden uitgevoerd. Het be
stuur zegde overweging toe.
Bovenkarspel, Grootebroek en Lutjebroek
hadden ieder een kleine opmerking.
Tuitjenhorn zag gaarne de dansvloer by
concoursen productief gemaakt, door er b.v.
zitplaatsen op in te richten.
Noord-Scharwoude informeerde hoe de
jury-leden worden uitgenoodigd, waarop de
voorzitter toelichting gaf.
Nieuwendam drong aan op spoedige toe
zending van het critisch verslag en om
plaatsing van dit verslag in de Muziekuit
gave „Musica".
De voorzitter deelde mede, dat de Re
dactie van „Musica" bereid was het critisch
verslag op te nemen, <^.Is alle afdeelingen
zich zouden abonneeren op deze uitgave.
Daar tot nu toe slechts 12 afdeelingen hier
aan gevolg hadden gegeven, was bedoeld
verslag niet geplaatst. De toezending aan de
leden was door stagnatie verlaat. Voorzitter
hoopte, dat alle afdeelingen zich zouden
abonneeren.
Nieuwendam stelde nog voor, het concours
te splitsen, den eenen dag voor Harmonieën
den anderen dag voor Fanfare. Een derden
concoursdag voor niet aangesloten vereeni
gingen achtte deze afdeellng in 't belang van
den Bond. Voorts werd in overweging ge
geven het spelpeil der vereenigingen te ver-
hoogen door b.v. drie nummers op te geven,
waaruit de jury op het concours zou aan
wijzen welk nummer uitgevoerd moet wor
den. Ten slotte werd aangedrongen om een
....wanneer U de kleine lederen dag een
„Dohyfral" tabletje geeft. Philips-van
Houten's .Dohyfral" tabletten bevatten n.l.
zuiver Vitamlne-D in nauwkeurig gedoseer
de gewlchtshoeveelheid en vastgelegd in
chocolade. O hoeft de kinderen niet te
dwingen, ze vragen er om! Phillps-Van
Houten's „Dohyfral"-tabletten 1.50 per
buisje van 10 stuks, voldoende voor 3 we
ken; per buisje van 20 stuks 2.75.
In het Nederlandsch Tijdschrift voor Ge
neeskunde van Zaterdag 4 October 1930,
schrijft Prof. Dr. E. Gorter over „Dohyfral":
„Ik meen, dat men dus de praeparaten,
„waarvan men met behulp van physi-
„sche methodes het gehalte aan vita-
,,mlne heeft bepaald en waarvan men
..de afwezigheid van onzuiverheden
„heeft vastgesteld, boven andere prae-
„paraten, die slechts met den dier
proef zijn gecontroleerd, moet ver
biezen.
N.V. Pharmaceutische Producten My.
Alle waar is naar zijn geld! Dat was vroeger
zoo, dat is tegenwoordig nog zoo.
Als U voor opwekking en verkwikking de
echte, medicinale VS-pepermunt koopt, dan
weet U, dat U 10 cent moet betalen voor
100 pCt. kwaliteit.
Waarborg hiervoor hebt U in de voortduren
de contróle van het laboratorium Dr. "7.
Pannenborg en Dr. H. J. Doombosch te Gro
ningen.
wisselprijs in te voeren. Het bestuur zegde
overweging van de voorstellen toe.
De heer F. v. d. Linden (Haarlem) be
sprak daarna enkele interne concourszaken
en verklaarde dat zijn vereeniging alles in
het werk zal stellen om het concours te doen
slagen. Met genoegen kon spr. mededeeien
dat Z. H. Exc. Mgr. Aengenent reeds bereid
gevonden is het Beschermheerschap van dit
concours te aanvaarden, welke mededeeling
door de vergadering met volle instemming
werd begroet. Ten slotte gaf spr. in overwe
ging een vierde afdeeling in den bond op te
nemen.
De heer Maas, toonkunstenaar te Alkmaar,
die als gast de vergadering bijwoonde, on
derstreepte dit voorstel, als van groot prac-
tisch nut zynde.
Het bestuur zal het overwegen.
Wognum stelde voor uitwisseling van mu
ziekstukken; ook dit heeft reeds de aandacht
van het bestuur.
De heer Maas gaf ten slotte enkele nuttige
wenken voor plaatsing der Jurytent, waar
mede voordeel gedaan zal worden.
Ten slotte sprak de Geest. Adviseur een
opwekkend wcord. Met genoegen zag spr.
een groeienden bloei in den bond. Ook volgens
getuigenis van jury-leden gaat het gehalte
van den bond flink omhoog. Dat stemt tot
blijde hcop en geeft voldoening. De muziek,
als by uitstek Roomsche kunst, zal vooral
ook in moeilijke tijden het leven verkwikken
en veraangenamen. Het samenzijn in een
katholieken bond zal ons behoeden voor on-
gewenschte invloeden. Overziende het afge-
lcopen jaar mag veilig een vruchtbare werk-
zaamhied geconstateerd worden, waarvoor de
Geest, adviseur het bestuur dnk betuigt.
De afdeelingen spoort spr. aan den gemeen
schapsband door eensgezindheid te verster
ken om ook in moeiiyke kwesties saamhoorig
te zyn met het hoofdbstuur. Laten we waar-
deeren en respecteeren en oprecht samen
werken aan de groei van den bond, die om
dat haar doel edel is ook Gods zegen zal heb
ben. (Applaus).
Darna sloot de voorzitter deze prettig
verloopen vergadering.
Naar officieel wordt medegedeeld heeft de
Duitsche Rykskanselier wegens het over
lijden van Edison den vertegenwoordiger van
een Amerikaansch persagentschap medege
deeld, dat de mededeeling van het overiyden
met gevoelens van oprecht leedwezen en
diepste deelneming ontvangen is. Juist in
Duitschland, waar natuurwetenschap en uit
vinders in hooge eere worden gehouden,
kunnen wy, aldus dr. Brüning, in het by-
zonder medegevoelen, wat de Vereenigde
Staten verliezen met den dood van Edison.
«Goddelijk doel in de schepping"
De machtige uitvinder was vervuld van
groote bewondering voor het Goddeiyk
Genie.
Deze getuigenis wordt gestaafd door de
verklaring van dr. Horve, sinds jaren een
persooniyke vriend van Edison. In verband'
met de in zekere kringen veel verspreide
meening, als zou Edison tot de agnostici be-
hooren, verklaarde dr. Horve. dat de uitvin
der de laatste jaren zijn opvattingen in
godsdienstig opzicht veel heeft gewijzigd,
zcodat hy overtuigd was geworden van een
goddeiyk doel in de schepping.
„De laatste uren, dat Edison in bewustzya
verkeerde, waren opgewekt en zijn geest
richtte zich naar gedachten aan het hier
namaals," verklaarde dr. Horve aan een ver
tegenwoordiger der „Ass. Pres."
„Enkele dagen geleden" zoo vervolgde
dr. Horve „zat hij op in zyn stoel en scheen
hij te sluimeren, toen hij plotseling zijn oogen
opende en cmhoog staarde. Met een glim
lach op het gelaat fluisterde hy: „Het is zeer
schoon in de andere wereld".
„Toen Edison inzag, dat hij waarschynlijk
nooit meer geheel zou herstellen, zeide hy
niet langer te willen leven; ana zyn innig -
geliefde vrouw en zyn kinderen verklaarde
hy, dat, wanneer zyn werk voleindigd was.
hy liever de wereld verbet, dan hen te be
zwaren met de ongemakken van zyn ouder
dom en ziekte".
Een zelfde verklaring gaf Edison's
schoonzoon Sloane.
Allen, die hem hebben gekend en omgang
met hem hebben gehad, zoo verklaarde
Sloane, kunnen getuigen, dat Edison, of
schoon niet behoordend tot een kerkge
meenschap, niet slechts een diep geloof heeft
gehad, maar ook een grooten eerbied voor
den Schepper aller dingen.
Pauselijke deelneming
Z. H. den Paus heeft aan de familie van
Edison zyn condoleanties doen toekomen.
De fraude bij den Pensioenraad
Nu er scherp toezicht wordt uitgeoefend
Omtrent de thans bij den Pensioenraad
gepleegde fraude, vernemen wy nog, dat
de dader, de schryver le klas Z.. vroeger in
militairen dienst is geweest en later als
militair wachtgelder by den Pensioenraad ;s
werkzaam gesteld.
Z. beschikte in zijn functie bij den Pen
sioenraad over postchèque-formulieren voor
de uitbetaling van pensioenen. Reeds eenige
jaren geleden is Z. begonnen met zyn
fraude. Hij vulde cheques in op naam van
een gefingeerden pensioengerechtigde en inde
dan zelf of door middel van derden dit
staat nog niet vast de daarop vermelde
bedragen, die hy ten eigen bate aanwendde.
Zyn gezin, hy is vader van vier kinderen, zal
er waarscbyniyk weinig van genoten heb
ben, want naar wy vernemen, zou hy reeds
hebben bekend, het geld, dat hy zich on
rechtmatig had toegeëigend, aan fuifjes en
dergeiyke te hebben besteed. Hoe groot het
bedrag is, dat hij aldus heeft ontvreemd,
weet hy niet by benadering te zeggen. Er
wordt reeds een bedrag van meer dan
20.000 genoemd, maar dit kan nog wel
hooger stygen, daar het onderzoek naar den
omvang van deze fraude nog niet is afge-
loopen.
Dit onderzoek is niet zoo heel eenvoudig,
omdat Z. bij zqn malversaties ook andere
documenten zou hebben vervalscht om de
chèques te dekken.
De fraude is ontdekt door de Algemeene
Rekenkamer die sedert de malversaties aan
het Departement van Financiën aan het
licht zyn gekomen, dubbel scherp is gaa">
toezien op alle ambteiyke rekeningen e:
verantwoordingen.