B.J.v.Liemt
IDE GRAPJAS HARLEKIJN!
1
IU
DE KRISIS-INTERPELLATIE
van Uw huis een
THUIS MAKEN?
Gr. Houlslr. 62-65-67
Verwulft 9
Ged. 0. Gracht 75
Voor de Huiskamer
TWEEDE KAMER
Beperking van den invoer van buitenlandsch vleesch en bevor
dering van uitvoer onzer land- en tuinbouwproducten gevraagd
Landverhuizing
Vergadering van Dinsdag
BINNENLANDSCH NIEUWS
De brand te Vincennes
lll!ll!!ill!l!!!ll!IIII!ll1ll(l||HI!lll!lll|lllllIfIIU
Tegen wil en dank
COMPLETE MEÜËllEERING
KUNST EN KENNIS
KERKNIEUWS
Het feest van Christus'
Koningschap en Katholiek
Nederland
Hoe Harlekijn met z'n voeten een taart pakte
Voortgezet wordt het debat over de In
terpellatie-van der Tempel.
De heer Dr. VOS (V.B.) verdedigt ae
liberale economie waaronder hij niet ver
staat een ongebreideld individualisme. Spr.
staat lijnrecht tegenover de eischen der
S. D. A. P. om de uitkeering aan de werk-
loozen te verhoogen en den arbeidsduur tot
40 uur per week te verkorten. Wanneer de
Industrie weer zal opleven, zullen velen als
blijvende slachtoffers van de krisis buiten
de bedrijven blijven. Voor deze menschen
moet iets worden gedaan. Daarom is het
gewenscht, dat de arbeidsbemiddeling deze
kwestie in studie neemt, waarbij vooral
maatregelen moeten worden ontworpen om
de jeugd te beschermen.
Het protectionisme acht spr. wel het
slechtste middel om uit de krisis te komen.
Beperking van den import zal ook dan ex
port beperken. Onze scheepvaart kan er
ook niet anders dan nadeel bij hebben. Zoo
wel export als scheepvaart hebben reeds
veel geleden door de depreciatie van het
Engelsche pond. Het wordt tijd, dat de re
geering overleg pleegt met de colleges van
Ged. Staten om tot een inkrimping van
uitgaven der gemeenten te komen. Wat
baat het of het rijk al bezuinigt, als de
gemeenten steeds maar haar uitgaven op
voeren?
Spr. dringt aan op samenwerking tus-
schen bedrijven om tot een beperking der
productie te komen. Het vraagstuk van een
industriebank dient spoedig opgelost te wor
den.
Laat de regeering het initiatief nemen om
een algemeene prijsverlaging in den klein
handel te bewerken en daartoe overleg ple
gen met de middenstandsorganisatieo.
Voorts dringt spr. aan op snelle uitvoering
van waterstaatswerken als wegen en brug
gen.
De heer BAKKER (C.H.) wijst op de ont
zettend zware oorlogsschulden die overal
verarming hebben gebracht, vooral in
Duitschland. In de na-oorlogsjaren hebben
daarenboven de volkeren op een veel te
grcoten voet geleefd. In de sterk doorge
voerde bescherming ziet spr. de voornaam
ste oorzaak van de overproductie. Spr
juicht de oprichting van een nationaal
steuncomité toe en dringt er op aan, dat
de gemeenten het initiatief nemen tot de
oprichting van plaatselijke comité's om on
georganiseerden en kleine zelfstandigen te
kunnen steunen.
Spr. bestrijdt een kunstmatig productie-
plan. Dit maakt los van den Schepper aller
dingen.
De heer KUIPER (RH.) zou niet gaarne
de verdediging van het kapitalistische stel
sel op zich nemen. Het heeft zeker vele ge
breken. Spr. schaart zich niet aan de zijde
van hen die een algemeene loonsverlaging
bepleiten. De kleinhandelsprijzen zijn daar
voor niet voldoende gedaald. Wel kan na
tuurlijk in een bepaald geval een verlaging
noodig zijn.
Ten aanzien van de werkloozenverzekering
wenscht spr. voor 1932 dezelfde regeling als
voor 1931 met dien verstande dat er geen
onderscheid gemaakt wordt tusschen krisis-
en andera werkloosheid. Het initiatief voor
steun aan werkloozen moet niet bij de ge
meenten blijven. De regeering dient een al
gemeene regeling te treffen.
De heer OUD (V.D.) wil waarschuwen te
gen het gevoel, dat de wereld zou staan aan
den rand van den afgrond en dat het nooit
zoo erg is geweest als nu. Toestanden, zoo
als wil nu meemaken, zijn niet nieuw. Er is
voor een wanhoopsstemming geen ple- i.
Wij staan hier voor een internat *al
vraagstuk en men ziet, wat een ontzaglijke
moeite het kost, op internationaal gebied 'n
kleinigheid te bereiken. Zelfs met een we-
relddictator is geen „Planwirtschaft" moge
lijk.
Wie loonsverlaging bepleit, ziet de zaak
veel te eenzijdig. In deze moeilijke tijden
dient de regeering leiding te geven en in
overleg met het bedrijfsleven naar mogelijk
heden te zoeken om tot kostprijsverlaging te
komen. De conferentie van verleden week
juicht spr. van harte toe. Welken leidraad
heeft echter de regeering medegegeven? Na
tuurlijk mag men ook niet zeggen, dat de
loonen buiten debat moeten blijven. Er ligt
hier een groote taak voor de overheid, con-
tróle op het bankwezen, actie tegen prijs
afspraken enz.
Inzake de hulp aan werkloozen is spr. het
eens met de regeering. dat niet eenzijdig
naar één categorie gekeken moet worden.
Ook op dit gebied is men echter gedwongen,
beperking op te leggen.
De heer WIJNKOOP (C. P.) verklaart,
dat de communisten zullen stemmen voor de
motie-v. d. Tempel inzake de uitkeering aan
de werkloozenkasssn, maar tegen de motie
inzake verkorting vin den arbeidsdag, om
dat zij geen vertrouwen stellen in het Int.
Arbeidsbureau. Aan het slot zijner rede dient
spreker een motie in, waarin o.a. vol loon
werd gevraagd voor werkloozen. Deze motie
wordt niet andersteund.
De heer VAN VOORST TOT VOORST
(RH.) betreurt, dat de landbouw niet meer
is gesteund. Ware dit het geval geweest, dan
zou veel natuurlijke werkgelegenheid behou
den zijn gebleven. Voor behoud dezer natuur
lijke werkgelegenheid wordt nier te lande
veel te weinig gedaan. Nog zal men een
landbouw te hulp moeten komen. De stroom
van buitenlandsch vleesch moet worden stop
gezet. De prijs van ons slachtvee js gedaald
tot een peil. waarop verliezen worden gele
den. De invoer moet over de heeie lijn be
perkt worden. De bietencultuur zal gesteund
moeten worden met verder gaande maatrege
len dan tot nu zijn genomen. Het is noodig.
dat de regeering de bevoegdheid krijgt si.el
maatregelen te r.emen ter bescherming van
land en volk door middel van een nood
verordening.
De heer VAN RAPPARD (V.B.) bespreekt
de emigraties. Hij noemt verschillende voor
beelden van gezinnen, die in Frankrijk een
goed bestaan bij den landbouw hebben ge
vonden. Hieruit blijkt wel, dat er met be
vordering der emigratie wel wat te bereiken
is.
De heer DUYMAER VAN TWIST (A.R.)
ziet in de krisis ook de slaande hand Gods.
Er zijn tal van bedrijven die in noodtoestand
verkeeren.
Aan de schippers moet oogenblikkelijk
steun worden verleend. Aan de scnippers
heeft de regeering wat goed te maken.
De heer VAN POLL (RH.) meent, dat de
regeering den schijn niet heeft kunnen ver
mijden van gebrekkig initiatief. De commis
sie voor de exportcredieten had veel eer
moeten worden ingesteld. Spreker geeft toe,
dat onze industrie groot geworden is onder
het vrijhanöelsstelsel, maar dat neemt niet
weg, dat hij in deze bijzondere omstandig
heden deze politiek niet ongewijzigd zou wil
len handhaven. Liever ziet hij bescherming,
dan de bedrijven stil liggen.
De Minister heeft wel beweerd, dat alge
meene loonsverlaging niet de bedoeling was
bij de conferentie met de organisaties, rraar
de Minister van Financiën, die de salarissen
der ambtenaren verlaagde, zeide, dat de re
geering daarbij optrad als werkgeefster. Dit,
in verband met die conferentie, geeft wel te
denken. Een loonsverlaging dient met alle
mogelijke middelen te worden voorkomen,
zoolang de kleinhandelsprijzen niet op een
veel lager niveau komen.
De vergadering wordt verdaagd tot heden.
Toch kortsluiting?
Wij lezen in het „Handelsblad":
Nader is ons thans ter oore gekomen, dat
het bijzondere onderzoek, ingesteld naar de
corzaak van den brand in het Nederlandsclie
paviljoen te Vincennes van Juni j.l. in hoofd
punten het volgende zou hebben opge
leverd:
1. De aandacht was erop gevestigd, dat
men leege benzinebussen op het terrein van
de ramp had aangetroffen, hetgeen als een
aanwijzing beschouwd zou kunnen worden,
dat er opzettelijke'brandstichting had plaats
gevonden. Aldus de oorspronkelijke ziens
wijze. Het speciale onderzcek heeft echter
aangetoond, dat de steekhoudendheid van
deze „aanwijzing" ten eenenmale vervalt,
aangezien nJ. is komen vast te staan, dat
men hier te doen had met benzinebussen
vanwege het comité zelf geleverd (de bon
netjes daarvoor waren nog voorhanden) In
verband met nadere zorg aan het schilder
werk, om indrogen daarvan tegen te gaan.
2. Beweerd was, dat van kortsluiting geen
sprake kon wezen, aangezien de kruk, waar
mee het heele net zou zijn afgesleten, op
gesloten stond. Het speciale onderzoek heeft
intusschen aan den dag gebracht, dat deze
handle het geheele net geenszins ken afslui
ten en ook niet afgesloten heeft. Een deel
van het net werd nJ. door deze kruk niet
beheerscht, o.m. niet de direct op het net
aangesloten leiding in de woning van den
heeren Moojen, waar het electrisch licht in
den bewusten nacht neg brandde, nadat de
betreffende handle was omgezet.
3. Uit de bij het speciale onderzoek plaats
gevonden hebbende verhooren is gebleken:
a. dat, toen het electrische net was aan
gebracht, een onderzoek van de draden enz.
in den kap van het gebouw door den betref-
fenden controleerenden Ingenieur, die n.l.
moest nagaan of alles in orde was, niet had
plaats gevonden. Afdcende contróle was dus
hier achterwege gebleven.
b. dat de electriclens die het net aanleg
den, dat slechts voor een bepaalde hoeveel
heid lampen en lichtpunten berekend was
(geringer dan voor hetgeen ten slotte werd
aangebracht) bemerkt hadden, dat nadat
die meerdere lichtpunten waren aangebracht
de leiding warm liep. Zij hebben toen ge
waarschuwd, waarop' tot versterking van het
net werd overgegaan. Doch ook daarna,
aldus de getuigenverklaringen, bleek de leiding
nog warm te loopen, zoodat er toen van de
zijde der electriclens opnieuw gewaarschuwd
werd, nu echter zender verder resultaat.
Men moet dus wel degelijk aannemen
in strijd met de aanvankelijk gegeven voor
stelling van zaken dat dank zij het
speciale onderzoek gebleken ls, dat men hier
met een overbelast net te doen had. Of hier
door de brand ontstaan is, kon niet meer
worden uitgemaakt, maar de mogelijkheid
is geenszins uitgesloten. En zoo zou het ook
zeer wel te verklaren zijn, dat zich het vuur
zoo snel over het geheele gebouw verspreid
had, zoodat dit als het ware tegelijkertijd
aan alle kanten in lichtelaaie stond. Wan
neer immers een electrische leiding over
belast is, warm loopt en de draden gaan
smeulen, dan kan op een gegeven oogenblik
een brand ongetwijfeld op precies dezelfde
manier waarop dit te Vincennes het géval
was, ontstaan, terwijl dan ook volkomen te
verklaren is, dat in een gebouw waar zoo
veel droog hout aanwezig was, het geluid
van ploffen ontstaat.
Het speciale onderzoek heeft, dit zal na
het bovenstaande wel duidelijk zijn gewor
den. ten slotte geen positief resultaat opge
leverd. Van zeer groot belang mag men het
echter achten, dat eenerzijds de aanvankelijk
zoo sterk op den voorgrond geplaatste
mogelijke aanduiding voor opzettelijke
brandstichting (benzinebussen) van nul en
geener waaide is gebleken, en dat dit even
zeer geldt ten opzichte van de bewering als
zou door de omgezette handle het geheele
net uitgeschakeld geweest zijn. Het is ge
bleken, dat dit niet het geval was, en dat
men bovendien met een overbelaste leiding
te doen had.
Het Kamerlid C. J. van Kempen
De heer C. J. van Kempen, die om ge
zondheidsredenen ontslag heeft genomen als
lid van de Tweede Kamer, zal als zoodanig
worden opgevolgd door prof. B. D. Eerdmans
te Leiden.
R. K. Herstellingsoordver.
„Mgr. Mutsaers"
Algemeene jaarvergadering te Utrecht
De RH. Herstellingsoordvereeniging voor
Spoor- en Tramwegpersoneel „Mgr. Mut
saers" hield ln Utrecht haar algemeene
vergadering.
De heer H. Timmermans sprak een ope
ningswoord, waarin hij nog eens heel stevig
de puntjes op de 1 zette met betrekking tot
de noodzakelijkheid van gestadig doorwer
ken. Dat sinds 1 Jan. 150 leden waren
bijgewonnen achtte hij te weinig, omdat
men nog 287 beneden de 10.000 was geble
ven, welk totaal zijns Inziens bereikt had
kunnen zijn en dus spoedig te bereiken ls.
Aan bijzondere baten werd 8057.49
bijeengebracht, hierbij is 421415 opbrengst
speldjesdagen van 23 afdeelingen. De vrij
willige contributie bracht 2551.54 op: het
bruto-totaa! der kringactie ls 11814.19;
zonder de loterij, waarvan tot heden 5984.47
is afgedragen.
Onder dankzegging aan de functionarissen
werden na bespreking de uitvoerige jaar
verslagen van den secretaris, den heer G.
J. Prust en den penningmeester, den heer
J. F. G. Wigman, goedgekeurd.
Over 1930 werden uitgezonden 303 pa
tiënten. Totaal aantal verpleegdagen 14440.
In plaats van den heer F. L. D. Nivard,
die wegens drukke werkzaamheden be
dankte, werd door het hoofdbestuur van St.
Raphaël aangewezen de heer Hendriks uit
Venlo.
Zonder tegencandidaten werden herkozen
de heeren Jos. van Hest (Tilburg), J. J.
Turlings (Roermond) en J. F. G. Wigman
(Utrecht).
De bepaling, dat voor nieuwe leden de
wachttijd 3 maanden is, vervalt op 1 Juli
1932; het wordt dan weer 6 maanden wacht
tijd.
Da begrooting 1932 werd vastgesteld ais
voorgesteld. De volgende jaarvergadering
wordt ook in Utrecht gehouden.
De geestelijke adviseur, „pastoor" Donders,
wekte zijn mannen op, zich niet blind te
staren op het herstel van het lichaam. Spr.
kan uit zijn praktijk te Venlo verzekeren,
dat de godsdienstige invloed daar veel recht
heeft gezet, wat onevenwichtig dreigde te
worden.
De bondsvoorzitter, de heer Jan Hellemons,
spoorde in "n kernachtig woord nog eens
aan om meer leden in het werk te betrek
ken, dan zal de propaganda nog beter gaan.
Hierna sprak de heer Timmermans een
slotwoord.
Nederlandsche Fascistenbond
In het bezit van het volledig archief der
Communistische Partij.
In de gisteren te Utrecht gehouden ver
gadering van den Fascistenbond „De Bezem"
Bezoekt dan steeds
onze modelkamers en
toonzalen.
Telef. 12839 en 10657.
Tot nu toe zijn de vo'gande data vast
gesteld; 28 October: Arnhem, Stadsschouw
burg; 29 Oct.: Utrecht, Stadsschouwburg;
30 Oct.: Haarlem, Stadsschouwburg; 31 Oct.:
Den Haag, Diligent ia; 3 Nov.: Alkmaar,
Schouwburg ,,'t Gulden Vlies" en 4 Nov.:
Apeldoorn, Park Tivoli.
Mengelberg naar Italië
Mussolini heeft het program voor de voor
jaarstentoonstellingen te Florence goedge
kend. Van Maart tot April zal te Florence
de tweede tentoonstelling van Itaüaansche
kunstnijverheid en daarna de vierde inter
nationale boekententoonstelling worden ge
houden. Voor het Florentijnsche orkest zullen
eenige gastdirigenten, onder wie Dr. Men
gelberg en Strawinsky, optreden.
Het Dresdener Kreuzchor
„Haast middernacht! 't is wat fraais! Nu
ben ik weer met mijn werk ten achter ge
raakt ook en ik heb geen lust meer om m'n
scha in te halen en m'n correspondentie
af te maken. Neen, neen, dat gaat zoo niet
langer, ik moet dat leventje van nietsdoene-
rij opgeven.
Laat lk eens even nagaan, hoe Ik bijv. deze
week heb doorgebracht: Maandag bij de
Deschamps, die me 's ochtends per telefoon
te dineeren verzochten, omdat ze een prach
tige fazant cadeau hadden gekregen en ze
wisten, dat ik daar zoo veel van houd. En
Dinsdag? Wel, toen ben ik met de Des
champs naar het concert geweest, ze dron
gen er op aan, dat ik ze vergezellen zou. En
Woensdag? Toen heb ik bh de Deschamps
gegeten, want toen was Gabrielle jarig. Be
paald vreeldl" mompelde hij. „Gek dat ik nu
pas tot dit inzicht kom; ik ben er haast
in pension als dat zoo doorgaat. Waar wa
ren m'n gedachten, zoo tactloos te handelen?
't Is schande!"
Zoo denkend en mopperend, was hij ein
delijk voor z'n woning gekomen. In tien mi
nuten lag hij te bed, maar slapen kon hij
niet; z'n gedachten voerden hem steeds naar
Deschamps.
„Hoe ben ik toch zoo intiem met die men
schen geworden? Nog geen twee en een halve
maand geleden, wist ik niet eens, dat ze be
stonden, dacht Paul ontstemd.
In Spa had hij het eerst kennis met hen
gemaakt. Daar ze in het zelfde hotel logeer
den als hij, hadden Paul Blécourt en mijn
heer Deschamps elkander toevallig gespro
ken, éénmaal 'n half uurtje ln den tuin ge
wandeld en uit pure beleefdheid had Paul
zich op een bal in 't Casino aan Gabrielle
laten voorstellen en haar een paar dansen
gevraagd. Toen waren er een paar uitstapjes
in den omtrek samen gemaakt en zoo was
het ten slotte gebeurd, dat, bij Pauls ver
trek, beide heeren elkaar hun adres te Bor-
deraux opgaven. Een maand latér ontving
Paul van de familie Deschamps een invita
tie om te komen dineeren. Eenigen tijd later
weer, telkens met korter tusschenpoozen. En
nu kwam hij er zoowat iederen dag.
„O, nu begint me een licht op te gaan.
Juist, zoo is 't. Men zal informaties omtrent
mij ingewonnen hebben; deze zijn goed ge
weest en men heeft in mij, den rijken indu
strieel, een lang niet te versmaden schoon
zoon gevonden. En zoo ben ik van lieverlede
in 't net geloopen. Gabrielle, wier uiterlijk
zeker heel mooi is en die daarom ook veel
indruk op mi) maakte, ken ik nog veel te
weinig, dan dat men ze mij onverhoeds in de
armen zou werpen! Ik heb nauwelijks een
paar ernstige woorden met haar gewisseld.
Neen, zoo ver mag het niet komen."
En blijde, aan zulk een gevaar ontsnapt te
zijn, sloot Paul Blécourt de oogen en was
weldra in diepe rust verzonken.
Toen hij den volgenden morgen ontwaakte,
gold zijn eerste gedachte de Deschamps. Zoo
gauw mogelijk moest hij hen doen inzien,
dat hij aan hun intiemen omgang een einde
wenschte te maken. Maar hoe zou hij dat
doen? Kort en bondig, door eenvoudig in 't
vervolg al hun invitaties onbeantwoord te
laten? 't Was wel een probaat middel, maar
minder beleefd. Wat dan?
Paul Blécourt was een oprecht, waarheid
lievend Jongmensch en van meening, dat het
in 't leven het best is, altijd recht op z'n
doel af te gaan en de dingen bij hun waren
naam te noemen. Tot nu toe had hij zich
daar altijd goed bij bevonden. Het duurde
dan ook maar heel kort, of hij kwam tot het
besluit, nog dienzelfden namiddag naar het
echtpaar Deschamps te gaan en open kaart
met hen te spelen.
„Waarde heer en mevrouw," zou hij zeg
gen, „ik heb me zelf in alle oprechtheid af
gevraagd, of m'n vele bezoeken in uw huis
uw kennissen niet in den waan zouden bren
gen, dat het hier een verbintenis is voor het
leven tusschen uw dochter en mij, iets, wat,
met het oog op de bekoorlijkheid en bemin
nelijkheid van mejuffrouw Gabrielle een
aannemelijk vermoeden zou zijn. Ik hoop
dus, dat u het ook verstandiger zult vinden,
zoo ik in 't vervolg van uw lieve attenties
geen gebruik meer maken zal, enz. enz."
Getrouw aan het eens genomen besluit,
begaf Paul zich nog den zelfden dag naar
het huls der Deschamps. Een bescheiden
druk op de electrische schel en geen tien tel
len later werd de voordeur geopend.
.Mijnheer en mevrouw te spreken...." de
rest van de vraag bestierf hem op de lippen,
want in plaats van de dienstbode zag hij de
dochter des huizes voor zich.
„Ah, meneer Blécourt 1 Wat een prettige
verrassing!'
„Heel vriendelijk, juffrouw," klonk het op
verlegen toon. „Maar.... pardon.... ik....
is uw papa thuis?"
„Neen meneer."
„En uw mama dan?"
„Ook al niet, helaas. Ze zijn net Uitge
gaan, om eenige visites te maken. De tweede
meid is ook uit, zoodat u niemand vindt dan
de keukenmeid en mij. Als u dus met een ge
wichtige boodschap komt voor papa of
mama, moet u zelf maar kiezen, wie u die
toevertrouwen wilt, mij of de keukenprinses.
Maar ik hoop, dat u mi] de voorkeur zult
geven."
Dat was een lastig geval. Welk voorwend
sel moest hij opgeven voor z'n bezoek? Ga
brielle had de deur van 't salon reeds ge
opend.
„Wilt u hier maar binnengaan? U kunt
daar beter de boodschap overbrengen dan in
de koude gang."
Er bleef Paul niets anders over dan bin
nen te gaan en plaats te nemen op den bj
den haard staanden stoel. Ook Gabrielle
ging zitten.
„Welnu, meneer Blécourt, ik ben geheel
oor. Zeg u maar wat ik aan papa of mama
namens u vertellen moet."
Het was een moeilijk oogenblik voor Paul.
HU kon geen antwoord vinden, hoe hij zich
ook inspande. bent wel beleefd, Juffrouw
Gabrielle. Ik.... iklk
Gabrielle lachte. „Daar begrijp ih niets
van, als dat alles ls wat ik m'n oudera moet
meedeelen."
Paul voelde het belachelijke van den toe
stand, maar wat moest hij zeggen? Ja, als
hij zoo verstandig geweest was, de thuis ge
houden aanspraak op een blaadje papier te
bschrijven, had hij eenvoudig verzocht net
briefje aan haar vader te geven en zien na
een paar banale beleefdheidsfrasen kunnen
verwijderen. Nu bleef hem niets over dan
een weinig om de zaak heen te draaien en
te zeggen, dat hij nog eens nader aanloopen
zou.
,Maar wat heeft u dan toch voor éen
boodschap, meneer Paul?" begon het meisje
weer.
„O, juffrouwde zaak is heusch een
beetje ingewikkeldziet u, ik vrees
dat.
„Maar u kunt toch probeeren het mij dui
delijk te maken, zoo moeilijk te begrijpen
zal het toch niet zijn. Als u bang bent, dat
ik het niet kan onthouden, kan ik het toch
noteeren."
„Ja, maar juffrouw, 't geldt hier een za-
kenkwestie, een geldzaak, waarvan uw papa
mij een verklaring had gevraagd."
„Gaat u dan maar uw gang; van finan-
cleele aangelegenheden heb ik veel verstand."
„Och kom."
„Papa behandelt dikwijls kassiersrekenin
gen met mijdaarover verwondert u zich na
tuurlijk, u hadt nooit gedacht,, dat ik zoo'n
praktisch meisje was, niet waar? En toch is
het zoo. Steekt u dus maar van wal.... ik
luister."
Paul bleef voor zich uit staren, zonder Iets
meer te zeggen.
„Is die verklaring dan zóó ingewikkeld?
„Ja en neen!maar ochziet u
't is alleen
,,'t Is alleen wat?" vroeg Gabrielle, „zeg
dan toch, welk geheim aan die zending ver
bonden is."
„Juist, juffrouw, dat is hethet betreft
een geheim, dat ik alleen aan uw ouders kan
toevertrouwen."
„Een geheim?"
„Niets minder dan dat."
Een eigenaardig lachje speelde om haar
kersroode lippen.
„Dacht u dan werkelijk dat ik dat niet
reeds lang had geraden? Zou ik dat niet be
grepen hebben? O, ik weet wel, dat ik op het
oogenblik tegen de etiquette zondig, maar.,
zooals u al lang zult hebben opgemerkt, denk
ik in vele opzichten heel anders daarover
dan mijn vriendinnen. U ziet, hoe openhartig
ik benJa lk durf zeggen en er rond voor
uitkomen, dat ik het op hoogen prijs stel op
dit oogenblik met u alleen te zijn, daar ik
veel liever de bekentenis van uw genegenheid
uit uw eigen mond hoor, dan dat m'n ouders
mij hadden verteld, dat u officieel aanzoek
om mijn hand hadt gedaan."
„Wat zegt u?"
„Ja mijnheer Paul, ik zou Jokken, als ik
wilde beweren, dat ik niet een verklaring
uwerzijds had verwacht; uw in 't oog loo-
pende bezoekende manier, waarop u me
placht aan te ziende vele attenties, die
u me beweestuw verwarring en verlegen
heid van daar net.... zijn duidelijke bewij
zen, dat u me lief hebten reeds eenigen
tijd...."
„O, Juffrouw Gabrielle.... ik...."
Wat lag er niet verscholen ln die drie
woorden
„O, juffrouw Gabrielle!" Voor het jonge
meisje waren ze een uiting van de diepste
en aangenaamste ontroering'.
„Ik acht het daarom mijn plicht openhar
tig met u te spreken," ging zij voort. .Hoor
dus mijn antwoord: ook ik draag u een in
nige genegenheid toe en het maakt me tot
de gelukkigste aller stervelingen uw vrouw
te mogen worden. Wees overtuigd, dat u in
mij een trouwe, liefhebbende levensgezellin
zult hebben en mocht het leven u leed en
teleurstelling brengen, dan zal ik het mij tot
plicht rekenen dat verdriet, uw zorgen, zoo
veel in mijn vermogen is te verzachten en
uit den weg te ruimen."
Zij stak Paul haar belde handjes toe. Haar
donkere oogen glansden en de uitdrukking
van trots, oprechtheid en eerlijkheid, die uit
haar fijn besneden trekken sprak, maakte j
haar een bskopriijke verschijning.
Verrast, verrukt, ontroerd, greep hij haar
kleine, blanke handen en drukte ze teeder
aan z'n lippen.
Toen de inmiddels huiswaarts gekeerde
ouders de salondeur openden, vonden ze het
jonge paar in een vertrouwelijk samenzijn.
„O zoo!" riep de heer Deschamps met een
triomfantelijk lachje, „we behoeven zeker
niet meer te vragen, wat ons het genoegen
van uw komst verschaft.mijnheer Blé
court."
„Onnoodig, waarde aanstaande schoon
papa, zooals u ziet, kom lk de hand van uw
dochter Gabrielle vragen."
En op dit oogenblik was Paul Blécourt in
de heilige onderstelling, dat hij de waarheid
had gesproken.
deelde de heer J A. Baars mede, dat het
volledige archief van de Communistische
Party Holland in handen was gevallen van
de fascisten. Spr. deed verschillende mede-
deellngen uit dit archief en Kondigde aan,
dat binnenkort een boek zal verschijnen,
waarin dit archief volledig zal worden ge
publiceerd.
Aan het eind van de vergadering ont
stonden nog eenige kleine conflicten tus
schen fascisten en communisten, die echter
spoedig door ingrijpen der politie beslecht
werden.
Wijziging Postwet en Pakketpostwet
Verzending van Ned. reclame-drukwerken
uit het buitenland
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp
Ingediend tot wijziging van de Postwet en
van de Pakketpostwet.
Het komt thans voor, dat handelszaken
hier te lande haar reclame-drukwerken uit
het buitenland naar Nederland doen verzen
den teneinde op die wijze in het bijzonder
de aandacht van de geadresseerden op deze
drukwerken te vestigen. Deze drukwerken
zullen meestal hier te lande worden ver
vaardigd en dus, om ze van uit het buiten
land naar de" geadreseerden hier te lande
te kunnen doen verzenden, eerst van uit ons
land moeten worden verzonden.
Ingevolge het bepaalde bij art. 8, derde
en vierde lid van het internationaal Post-
besluit 1930 worden zoodanige drukwerken
bij ontvangst hier te lande ter beschikking
van de belanghebbenden besteld. Dezen
kunnen tegen betaling van het binnen-
landscb port uitreiking aan de geadresseer
den verkrijgen.
Het Staatsbedrijf der P. T. T. ondervindt
van deze wijze van handelen derhalve geen
nadeel. De bepaling van art. 30 der Postwet
verzet zich nochtans tegen het vervoeren
naar het buitenland van hier te lande
gedrukte reclame-drukwerken als voren be
doeld, al is de bedoeling om uit lagere por
ten voordeel te trekken ln gevallen als de
onderwerpelijke niet aanwezig, de belang
hebbenden zijn dus, willen zij niet in strijd
handelen met art. 30, gedwongen dezq druk
werken in het buitenland te doen drukken,
hetgeen uiteraard een nadeel voor de Ne
derlandsche nijverheid beteekent.
Dit bezwaar zou kunnen worden onder
vangen door art. 30, eerste lid sub. 6e. der
Postwet aan te vullen in dien zin, dat het
daar bedoelde vervoer alleen strafbaar wordt
gesteld, indien uit de ter postbezorging in
het buitenland nadeel voor den staat kan
ontstaan. Ook na toevoeging van deze re
strictie blijft de genoemde wetsbepaling on
verminderd haar kracht behouden voor de
bestrijding van het bovenbedoelde euvel.
Wat de andere voorgestelde wijzigingen be
treft, wordt o.a. nog het volgende opge
merkt;
Bij de bestelling van aangetekende stuk
ken ten huize van de geadresseerden blijkt
uitreiking vap de stukken dikwijls niet mo
gelijk, aangezien de geadresseerde niet thuis
is en geen machtiging heeft gesteld. Hier
door wordt de bestelling van aangeteeken-
de stukken zeer bemoeilijkt. Het wordt
daarom wenschelijk geacht, de mogelijkheid
open te stellen, gewoon aangeteekende stuk
ken in de daarvoor in aanmerking komende
gevallen ook aan anderen dan den geadres
seerde of diens gemachtigde, bijv. aan een
volwassen huisgenoot van den geadresseer
de, uit te reiken. Brieven met aangegeven
geldwaarde zullen uitsluitend aan den ge
adresseerde of diens gemachtigde worden
uitgereikt.
Heide Woog en haar dansgroep
Onder auspiciën van impressario Ernst
Krauss zal de beroemde Duitsche danseres
Heide Woog met haar dansgroep een reeks
gastvoorstellingen <n Nederland geven.
Heide Woog, de "roegere solo-danseres der
Vereenigde Stadsscncuwburgen te Duisburg-
Bochum, heeft zich in de laatste jaren een
plaats in de allereerste rijen der Duitsche
danskunstenaressen weten te verwerven.
„Tremonia" schrijft >28 Oct. 1930) over haar:
„Die herbe K.jft, die seelische Tiefe, die
ungemein einfallreiche Phantasie heben ihre
Kunst über die einer Vera Skoronel1, elner
Palucca, weit hinaus; sie ragt zur Höhe
einer Wigman auf."
Dr. Dittrich, de leider van het Dresdener
Kreuzchor en de dirigent van dat koor, Kan
tor Rudolf Mauersberger, hebben na de be
ëindiging van de tournae door ons land een
dankschrijven gezonden aan het Comité van
Ontvangst, waarvan de tekst als volgt luidt:
„Op het punt om het gastvrije Nederland
te verlaten dankt het Kreuzchor al zijn
Hollandsche vrienden, gastheeren en be
schermers voor de begeesterende ontvangst,
die het ook dit jaar wederom bereid ls en
voor de welwillende critiek, die zijn kunst
zinnige préstaties allsrwege heeft ondervon
den. Het is er trotsch op, dat het zijn EJuit-
sche kunst opnieuw in het stamverwante na
buurland heeft mogen geven."
Feller en driftiger vlamt telkens de gods-
haat op bij de godloochenende wereldgroepen.
Maar ook laait heviger op het vuur, dat
Christus op de wereld bracht om te branden
ln de zielen zijner volgelingen, 't Brandt niet
enkel verborgen in de hartenhoekjes; doch de
gloed slaat naar buiten uit in de gelederen
zcowel van jonge menschen als volwassenen.
In onze dagen defileeren knapenstoeten
langs de kerken en brengen vrijmoedig met
uitgestoken arm aan Christus de Konings-
hulde. En in de groote steden zagen we
duizenden jonge meisjes geestdriftig getuigen
van haar liefde tot het kruis en den ge
kruisigden Koning der Eeuwen! „De mensch-
heid moet bekeeren en God zal triomphee-
ren!"
Op katholieke meetings drommen de ge-
loovigen samen door hun eenheid en hun
ideëel streven getuigend van Christus' liefde,
Zijn vrede en het offer van Zijn kruis.
De begeestering zocht daden om zich te
uiten. Hoe feller Christus werdt geloochend
en gehoond, hoe meer de Christen verlangt
openlijk over Hem en Zijne heerlijkheid te
getuigen.
De Kerk stelde een feest ln om Christus'
Koningschap nog eens bijzonder te eeren, voor
heel de wereld openlijk den nadruk te leg
gen op dat Goddelijke Koningschap.
Laat ons die getuigenis dien dag niet enkel
beperken tot in gezinsleven en kerkgebouw,
doch daarbuiten doen blijken door het dragen
van het kruisje, symbool van Christus-over-
winningsteeken
Onder hocge goedkeuring van wijlen Z. H.
Exc. Mgr. A. J. Callier z.g. deze actie begon-
nen en met volkomen instemming van Z. H.
Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent voortgezet, zien
we ze van jaar tot jaar mser populair worden
onder ons katholieke volk.
Met vertrouwen roepen we dan ook dit
jaar de katholieken op, om op hst feest van
Christus' Koningschap de insignes heel den
dag te drager. niet, zooals cp gewone
bloemjesdagen, ten bewijze voor een be
paald doel gecfferd te hebben doch uit
sluitend als een getuigenis van Christus'
Koningsmacht ook over de wereld. Dat door
den' verkoop baten beschikbaar komen vcor
een of ander plaatselijk sociaal of charita
tief doel moge alleen mede een aansporing
zijn deze insignes te koopen, het dragen
ervan blijve uitsluitend: „De getuigenis voor
het Koningsfeest!
Door 't kruisje willen we glorie brengen
aan Koning Christus! Een plicht van liefde
en dankbaarheid
Door 't kruisje, zwijgend prediken onze
overtuiging, dat slechts geloof aan, en liefde
tot het kruis het ware geluk vcor ons be
teekent en ook de redding uit den socialen
nood.
Want 't kruis erkennen en aanvaarden
wil zeggen: de leer van het kruis belijden
en beleven, trouw zweren aan de grondwet
van Christus' Koninkrijk, waarin de naasten
liefde onder de eerste geboden hoort.
't Kruis, de leer van de zelfverloochening
cok om het heil van den naaste.
Terwijl de ongeloovige groepen godslaste
ringen uitbraken, propageerend het wereld
rijk van den haat, willen wij ons tooien met
het kruisje als eereteeken van de burgers
uit het koninkrijk der liefde.
Mogen Zondag a s. drommen van katholie
ken gesierd zijn met ons wit-gele kruisje.
Dan zullen de cngeloovige idealisten die
droomen van een overwinning op den
Christus ortdekken, hoe Zijn Rijk in ons
lage land nog niet ten ondergaat, Zijn
troon, eenmaal onder ons gevestigd, niet
is vermolmd. Maar klaarder dan ocit zien
ze op dien Zondag stralen Zijn Konings
glorie. die zij meenden te kunnen vernielen.
TOOS POST
Voorzitster Dioc. R. K. Vrouwenb.
Bisdom Haarlem.
190. Een booze toovenaar stopte Har
lekijn ln 't hondenhok met een ketting
aan z'n hals, en om Harlekijn nog meer
te plagen, zette de toovenaar een heer
lijke taart in z'n nabijheid, maar zóó, dat
hij er niet aan kon komen.
191. „B'iJf daar maar tot aan Je dood!"
riep de toovenaar. Maar nauwelijks was
hij weg, of Harlekijn kreeg een schitte
rend Idee. Hij keerde zich om, vatte de
taart tusschen de voeten en trok het
heerlijke gebak zoo naar zich toe.
192. Toen de toovenaar dit zag, had hij
zoo'n schik in Harlekijn's pienterheid, dat
hij ham in vrijheid stalde. „Je bent een
handige Jongen," lachte hij; „neam da
taart maar mee naar huis, tot bslooning
voor je handigheid.