B.J.v.Liemt IDE GRAPJAS HARLEKIJN! 1 IU DE KRISIS-INTERPELLATIE van Uw huis een THUIS MAKEN? Gr. Houlslr. 62-65-67 Verwulft 9 Ged. 0. Gracht 75 Voor de Huiskamer TWEEDE KAMER Beperking van den invoer van buitenlandsch vleesch en bevor dering van uitvoer onzer land- en tuinbouwproducten gevraagd Landverhuizing Vergadering van Dinsdag BINNENLANDSCH NIEUWS De brand te Vincennes lll!ll!!ill!l!!!ll!IIII!ll1ll(l||HI!lll!lll|lllllIfIIU Tegen wil en dank COMPLETE MEÜËllEERING KUNST EN KENNIS KERKNIEUWS Het feest van Christus' Koningschap en Katholiek Nederland Hoe Harlekijn met z'n voeten een taart pakte Voortgezet wordt het debat over de In terpellatie-van der Tempel. De heer Dr. VOS (V.B.) verdedigt ae liberale economie waaronder hij niet ver staat een ongebreideld individualisme. Spr. staat lijnrecht tegenover de eischen der S. D. A. P. om de uitkeering aan de werk- loozen te verhoogen en den arbeidsduur tot 40 uur per week te verkorten. Wanneer de Industrie weer zal opleven, zullen velen als blijvende slachtoffers van de krisis buiten de bedrijven blijven. Voor deze menschen moet iets worden gedaan. Daarom is het gewenscht, dat de arbeidsbemiddeling deze kwestie in studie neemt, waarbij vooral maatregelen moeten worden ontworpen om de jeugd te beschermen. Het protectionisme acht spr. wel het slechtste middel om uit de krisis te komen. Beperking van den import zal ook dan ex port beperken. Onze scheepvaart kan er ook niet anders dan nadeel bij hebben. Zoo wel export als scheepvaart hebben reeds veel geleden door de depreciatie van het Engelsche pond. Het wordt tijd, dat de re geering overleg pleegt met de colleges van Ged. Staten om tot een inkrimping van uitgaven der gemeenten te komen. Wat baat het of het rijk al bezuinigt, als de gemeenten steeds maar haar uitgaven op voeren? Spr. dringt aan op samenwerking tus- schen bedrijven om tot een beperking der productie te komen. Het vraagstuk van een industriebank dient spoedig opgelost te wor den. Laat de regeering het initiatief nemen om een algemeene prijsverlaging in den klein handel te bewerken en daartoe overleg ple gen met de middenstandsorganisatieo. Voorts dringt spr. aan op snelle uitvoering van waterstaatswerken als wegen en brug gen. De heer BAKKER (C.H.) wijst op de ont zettend zware oorlogsschulden die overal verarming hebben gebracht, vooral in Duitschland. In de na-oorlogsjaren hebben daarenboven de volkeren op een veel te grcoten voet geleefd. In de sterk doorge voerde bescherming ziet spr. de voornaam ste oorzaak van de overproductie. Spr juicht de oprichting van een nationaal steuncomité toe en dringt er op aan, dat de gemeenten het initiatief nemen tot de oprichting van plaatselijke comité's om on georganiseerden en kleine zelfstandigen te kunnen steunen. Spr. bestrijdt een kunstmatig productie- plan. Dit maakt los van den Schepper aller dingen. De heer KUIPER (RH.) zou niet gaarne de verdediging van het kapitalistische stel sel op zich nemen. Het heeft zeker vele ge breken. Spr. schaart zich niet aan de zijde van hen die een algemeene loonsverlaging bepleiten. De kleinhandelsprijzen zijn daar voor niet voldoende gedaald. Wel kan na tuurlijk in een bepaald geval een verlaging noodig zijn. Ten aanzien van de werkloozenverzekering wenscht spr. voor 1932 dezelfde regeling als voor 1931 met dien verstande dat er geen onderscheid gemaakt wordt tusschen krisis- en andera werkloosheid. Het initiatief voor steun aan werkloozen moet niet bij de ge meenten blijven. De regeering dient een al gemeene regeling te treffen. De heer OUD (V.D.) wil waarschuwen te gen het gevoel, dat de wereld zou staan aan den rand van den afgrond en dat het nooit zoo erg is geweest als nu. Toestanden, zoo als wil nu meemaken, zijn niet nieuw. Er is voor een wanhoopsstemming geen ple- i. Wij staan hier voor een internat *al vraagstuk en men ziet, wat een ontzaglijke moeite het kost, op internationaal gebied 'n kleinigheid te bereiken. Zelfs met een we- relddictator is geen „Planwirtschaft" moge lijk. Wie loonsverlaging bepleit, ziet de zaak veel te eenzijdig. In deze moeilijke tijden dient de regeering leiding te geven en in overleg met het bedrijfsleven naar mogelijk heden te zoeken om tot kostprijsverlaging te komen. De conferentie van verleden week juicht spr. van harte toe. Welken leidraad heeft echter de regeering medegegeven? Na tuurlijk mag men ook niet zeggen, dat de loonen buiten debat moeten blijven. Er ligt hier een groote taak voor de overheid, con- tróle op het bankwezen, actie tegen prijs afspraken enz. Inzake de hulp aan werkloozen is spr. het eens met de regeering. dat niet eenzijdig naar één categorie gekeken moet worden. Ook op dit gebied is men echter gedwongen, beperking op te leggen. De heer WIJNKOOP (C. P.) verklaart, dat de communisten zullen stemmen voor de motie-v. d. Tempel inzake de uitkeering aan de werkloozenkasssn, maar tegen de motie inzake verkorting vin den arbeidsdag, om dat zij geen vertrouwen stellen in het Int. Arbeidsbureau. Aan het slot zijner rede dient spreker een motie in, waarin o.a. vol loon werd gevraagd voor werkloozen. Deze motie wordt niet andersteund. De heer VAN VOORST TOT VOORST (RH.) betreurt, dat de landbouw niet meer is gesteund. Ware dit het geval geweest, dan zou veel natuurlijke werkgelegenheid behou den zijn gebleven. Voor behoud dezer natuur lijke werkgelegenheid wordt nier te lande veel te weinig gedaan. Nog zal men een landbouw te hulp moeten komen. De stroom van buitenlandsch vleesch moet worden stop gezet. De prijs van ons slachtvee js gedaald tot een peil. waarop verliezen worden gele den. De invoer moet over de heeie lijn be perkt worden. De bietencultuur zal gesteund moeten worden met verder gaande maatrege len dan tot nu zijn genomen. Het is noodig. dat de regeering de bevoegdheid krijgt si.el maatregelen te r.emen ter bescherming van land en volk door middel van een nood verordening. De heer VAN RAPPARD (V.B.) bespreekt de emigraties. Hij noemt verschillende voor beelden van gezinnen, die in Frankrijk een goed bestaan bij den landbouw hebben ge vonden. Hieruit blijkt wel, dat er met be vordering der emigratie wel wat te bereiken is. De heer DUYMAER VAN TWIST (A.R.) ziet in de krisis ook de slaande hand Gods. Er zijn tal van bedrijven die in noodtoestand verkeeren. Aan de schippers moet oogenblikkelijk steun worden verleend. Aan de scnippers heeft de regeering wat goed te maken. De heer VAN POLL (RH.) meent, dat de regeering den schijn niet heeft kunnen ver mijden van gebrekkig initiatief. De commis sie voor de exportcredieten had veel eer moeten worden ingesteld. Spreker geeft toe, dat onze industrie groot geworden is onder het vrijhanöelsstelsel, maar dat neemt niet weg, dat hij in deze bijzondere omstandig heden deze politiek niet ongewijzigd zou wil len handhaven. Liever ziet hij bescherming, dan de bedrijven stil liggen. De Minister heeft wel beweerd, dat alge meene loonsverlaging niet de bedoeling was bij de conferentie met de organisaties, rraar de Minister van Financiën, die de salarissen der ambtenaren verlaagde, zeide, dat de re geering daarbij optrad als werkgeefster. Dit, in verband met die conferentie, geeft wel te denken. Een loonsverlaging dient met alle mogelijke middelen te worden voorkomen, zoolang de kleinhandelsprijzen niet op een veel lager niveau komen. De vergadering wordt verdaagd tot heden. Toch kortsluiting? Wij lezen in het „Handelsblad": Nader is ons thans ter oore gekomen, dat het bijzondere onderzoek, ingesteld naar de corzaak van den brand in het Nederlandsclie paviljoen te Vincennes van Juni j.l. in hoofd punten het volgende zou hebben opge leverd: 1. De aandacht was erop gevestigd, dat men leege benzinebussen op het terrein van de ramp had aangetroffen, hetgeen als een aanwijzing beschouwd zou kunnen worden, dat er opzettelijke'brandstichting had plaats gevonden. Aldus de oorspronkelijke ziens wijze. Het speciale onderzcek heeft echter aangetoond, dat de steekhoudendheid van deze „aanwijzing" ten eenenmale vervalt, aangezien nJ. is komen vast te staan, dat men hier te doen had met benzinebussen vanwege het comité zelf geleverd (de bon netjes daarvoor waren nog voorhanden) In verband met nadere zorg aan het schilder werk, om indrogen daarvan tegen te gaan. 2. Beweerd was, dat van kortsluiting geen sprake kon wezen, aangezien de kruk, waar mee het heele net zou zijn afgesleten, op gesloten stond. Het speciale onderzoek heeft intusschen aan den dag gebracht, dat deze handle het geheele net geenszins ken afslui ten en ook niet afgesloten heeft. Een deel van het net werd nJ. door deze kruk niet beheerscht, o.m. niet de direct op het net aangesloten leiding in de woning van den heeren Moojen, waar het electrisch licht in den bewusten nacht neg brandde, nadat de betreffende handle was omgezet. 3. Uit de bij het speciale onderzoek plaats gevonden hebbende verhooren is gebleken: a. dat, toen het electrische net was aan gebracht, een onderzoek van de draden enz. in den kap van het gebouw door den betref- fenden controleerenden Ingenieur, die n.l. moest nagaan of alles in orde was, niet had plaats gevonden. Afdcende contróle was dus hier achterwege gebleven. b. dat de electriclens die het net aanleg den, dat slechts voor een bepaalde hoeveel heid lampen en lichtpunten berekend was (geringer dan voor hetgeen ten slotte werd aangebracht) bemerkt hadden, dat nadat die meerdere lichtpunten waren aangebracht de leiding warm liep. Zij hebben toen ge waarschuwd, waarop' tot versterking van het net werd overgegaan. Doch ook daarna, aldus de getuigenverklaringen, bleek de leiding nog warm te loopen, zoodat er toen van de zijde der electriclens opnieuw gewaarschuwd werd, nu echter zender verder resultaat. Men moet dus wel degelijk aannemen in strijd met de aanvankelijk gegeven voor stelling van zaken dat dank zij het speciale onderzoek gebleken ls, dat men hier met een overbelast net te doen had. Of hier door de brand ontstaan is, kon niet meer worden uitgemaakt, maar de mogelijkheid is geenszins uitgesloten. En zoo zou het ook zeer wel te verklaren zijn, dat zich het vuur zoo snel over het geheele gebouw verspreid had, zoodat dit als het ware tegelijkertijd aan alle kanten in lichtelaaie stond. Wan neer immers een electrische leiding over belast is, warm loopt en de draden gaan smeulen, dan kan op een gegeven oogenblik een brand ongetwijfeld op precies dezelfde manier waarop dit te Vincennes het géval was, ontstaan, terwijl dan ook volkomen te verklaren is, dat in een gebouw waar zoo veel droog hout aanwezig was, het geluid van ploffen ontstaat. Het speciale onderzoek heeft, dit zal na het bovenstaande wel duidelijk zijn gewor den. ten slotte geen positief resultaat opge leverd. Van zeer groot belang mag men het echter achten, dat eenerzijds de aanvankelijk zoo sterk op den voorgrond geplaatste mogelijke aanduiding voor opzettelijke brandstichting (benzinebussen) van nul en geener waaide is gebleken, en dat dit even zeer geldt ten opzichte van de bewering als zou door de omgezette handle het geheele net uitgeschakeld geweest zijn. Het is ge bleken, dat dit niet het geval was, en dat men bovendien met een overbelaste leiding te doen had. Het Kamerlid C. J. van Kempen De heer C. J. van Kempen, die om ge zondheidsredenen ontslag heeft genomen als lid van de Tweede Kamer, zal als zoodanig worden opgevolgd door prof. B. D. Eerdmans te Leiden. R. K. Herstellingsoordver. „Mgr. Mutsaers" Algemeene jaarvergadering te Utrecht De RH. Herstellingsoordvereeniging voor Spoor- en Tramwegpersoneel „Mgr. Mut saers" hield ln Utrecht haar algemeene vergadering. De heer H. Timmermans sprak een ope ningswoord, waarin hij nog eens heel stevig de puntjes op de 1 zette met betrekking tot de noodzakelijkheid van gestadig doorwer ken. Dat sinds 1 Jan. 150 leden waren bijgewonnen achtte hij te weinig, omdat men nog 287 beneden de 10.000 was geble ven, welk totaal zijns Inziens bereikt had kunnen zijn en dus spoedig te bereiken ls. Aan bijzondere baten werd 8057.49 bijeengebracht, hierbij is 421415 opbrengst speldjesdagen van 23 afdeelingen. De vrij willige contributie bracht 2551.54 op: het bruto-totaa! der kringactie ls 11814.19; zonder de loterij, waarvan tot heden 5984.47 is afgedragen. Onder dankzegging aan de functionarissen werden na bespreking de uitvoerige jaar verslagen van den secretaris, den heer G. J. Prust en den penningmeester, den heer J. F. G. Wigman, goedgekeurd. Over 1930 werden uitgezonden 303 pa tiënten. Totaal aantal verpleegdagen 14440. In plaats van den heer F. L. D. Nivard, die wegens drukke werkzaamheden be dankte, werd door het hoofdbestuur van St. Raphaël aangewezen de heer Hendriks uit Venlo. Zonder tegencandidaten werden herkozen de heeren Jos. van Hest (Tilburg), J. J. Turlings (Roermond) en J. F. G. Wigman (Utrecht). De bepaling, dat voor nieuwe leden de wachttijd 3 maanden is, vervalt op 1 Juli 1932; het wordt dan weer 6 maanden wacht tijd. Da begrooting 1932 werd vastgesteld ais voorgesteld. De volgende jaarvergadering wordt ook in Utrecht gehouden. De geestelijke adviseur, „pastoor" Donders, wekte zijn mannen op, zich niet blind te staren op het herstel van het lichaam. Spr. kan uit zijn praktijk te Venlo verzekeren, dat de godsdienstige invloed daar veel recht heeft gezet, wat onevenwichtig dreigde te worden. De bondsvoorzitter, de heer Jan Hellemons, spoorde in "n kernachtig woord nog eens aan om meer leden in het werk te betrek ken, dan zal de propaganda nog beter gaan. Hierna sprak de heer Timmermans een slotwoord. Nederlandsche Fascistenbond In het bezit van het volledig archief der Communistische Partij. In de gisteren te Utrecht gehouden ver gadering van den Fascistenbond „De Bezem" Bezoekt dan steeds onze modelkamers en toonzalen. Telef. 12839 en 10657. Tot nu toe zijn de vo'gande data vast gesteld; 28 October: Arnhem, Stadsschouw burg; 29 Oct.: Utrecht, Stadsschouwburg; 30 Oct.: Haarlem, Stadsschouwburg; 31 Oct.: Den Haag, Diligent ia; 3 Nov.: Alkmaar, Schouwburg ,,'t Gulden Vlies" en 4 Nov.: Apeldoorn, Park Tivoli. Mengelberg naar Italië Mussolini heeft het program voor de voor jaarstentoonstellingen te Florence goedge kend. Van Maart tot April zal te Florence de tweede tentoonstelling van Itaüaansche kunstnijverheid en daarna de vierde inter nationale boekententoonstelling worden ge houden. Voor het Florentijnsche orkest zullen eenige gastdirigenten, onder wie Dr. Men gelberg en Strawinsky, optreden. Het Dresdener Kreuzchor „Haast middernacht! 't is wat fraais! Nu ben ik weer met mijn werk ten achter ge raakt ook en ik heb geen lust meer om m'n scha in te halen en m'n correspondentie af te maken. Neen, neen, dat gaat zoo niet langer, ik moet dat leventje van nietsdoene- rij opgeven. Laat lk eens even nagaan, hoe Ik bijv. deze week heb doorgebracht: Maandag bij de Deschamps, die me 's ochtends per telefoon te dineeren verzochten, omdat ze een prach tige fazant cadeau hadden gekregen en ze wisten, dat ik daar zoo veel van houd. En Dinsdag? Wel, toen ben ik met de Des champs naar het concert geweest, ze dron gen er op aan, dat ik ze vergezellen zou. En Woensdag? Toen heb ik bh de Deschamps gegeten, want toen was Gabrielle jarig. Be paald vreeldl" mompelde hij. „Gek dat ik nu pas tot dit inzicht kom; ik ben er haast in pension als dat zoo doorgaat. Waar wa ren m'n gedachten, zoo tactloos te handelen? 't Is schande!" Zoo denkend en mopperend, was hij ein delijk voor z'n woning gekomen. In tien mi nuten lag hij te bed, maar slapen kon hij niet; z'n gedachten voerden hem steeds naar Deschamps. „Hoe ben ik toch zoo intiem met die men schen geworden? Nog geen twee en een halve maand geleden, wist ik niet eens, dat ze be stonden, dacht Paul ontstemd. In Spa had hij het eerst kennis met hen gemaakt. Daar ze in het zelfde hotel logeer den als hij, hadden Paul Blécourt en mijn heer Deschamps elkander toevallig gespro ken, éénmaal 'n half uurtje ln den tuin ge wandeld en uit pure beleefdheid had Paul zich op een bal in 't Casino aan Gabrielle laten voorstellen en haar een paar dansen gevraagd. Toen waren er een paar uitstapjes in den omtrek samen gemaakt en zoo was het ten slotte gebeurd, dat, bij Pauls ver trek, beide heeren elkaar hun adres te Bor- deraux opgaven. Een maand latér ontving Paul van de familie Deschamps een invita tie om te komen dineeren. Eenigen tijd later weer, telkens met korter tusschenpoozen. En nu kwam hij er zoowat iederen dag. „O, nu begint me een licht op te gaan. Juist, zoo is 't. Men zal informaties omtrent mij ingewonnen hebben; deze zijn goed ge weest en men heeft in mij, den rijken indu strieel, een lang niet te versmaden schoon zoon gevonden. En zoo ben ik van lieverlede in 't net geloopen. Gabrielle, wier uiterlijk zeker heel mooi is en die daarom ook veel indruk op mi) maakte, ken ik nog veel te weinig, dan dat men ze mij onverhoeds in de armen zou werpen! Ik heb nauwelijks een paar ernstige woorden met haar gewisseld. Neen, zoo ver mag het niet komen." En blijde, aan zulk een gevaar ontsnapt te zijn, sloot Paul Blécourt de oogen en was weldra in diepe rust verzonken. Toen hij den volgenden morgen ontwaakte, gold zijn eerste gedachte de Deschamps. Zoo gauw mogelijk moest hij hen doen inzien, dat hij aan hun intiemen omgang een einde wenschte te maken. Maar hoe zou hij dat doen? Kort en bondig, door eenvoudig in 't vervolg al hun invitaties onbeantwoord te laten? 't Was wel een probaat middel, maar minder beleefd. Wat dan? Paul Blécourt was een oprecht, waarheid lievend Jongmensch en van meening, dat het in 't leven het best is, altijd recht op z'n doel af te gaan en de dingen bij hun waren naam te noemen. Tot nu toe had hij zich daar altijd goed bij bevonden. Het duurde dan ook maar heel kort, of hij kwam tot het besluit, nog dienzelfden namiddag naar het echtpaar Deschamps te gaan en open kaart met hen te spelen. „Waarde heer en mevrouw," zou hij zeg gen, „ik heb me zelf in alle oprechtheid af gevraagd, of m'n vele bezoeken in uw huis uw kennissen niet in den waan zouden bren gen, dat het hier een verbintenis is voor het leven tusschen uw dochter en mij, iets, wat, met het oog op de bekoorlijkheid en bemin nelijkheid van mejuffrouw Gabrielle een aannemelijk vermoeden zou zijn. Ik hoop dus, dat u het ook verstandiger zult vinden, zoo ik in 't vervolg van uw lieve attenties geen gebruik meer maken zal, enz. enz." Getrouw aan het eens genomen besluit, begaf Paul zich nog den zelfden dag naar het huls der Deschamps. Een bescheiden druk op de electrische schel en geen tien tel len later werd de voordeur geopend. .Mijnheer en mevrouw te spreken...." de rest van de vraag bestierf hem op de lippen, want in plaats van de dienstbode zag hij de dochter des huizes voor zich. „Ah, meneer Blécourt 1 Wat een prettige verrassing!' „Heel vriendelijk, juffrouw," klonk het op verlegen toon. „Maar.... pardon.... ik.... is uw papa thuis?" „Neen meneer." „En uw mama dan?" „Ook al niet, helaas. Ze zijn net Uitge gaan, om eenige visites te maken. De tweede meid is ook uit, zoodat u niemand vindt dan de keukenmeid en mij. Als u dus met een ge wichtige boodschap komt voor papa of mama, moet u zelf maar kiezen, wie u die toevertrouwen wilt, mij of de keukenprinses. Maar ik hoop, dat u mi] de voorkeur zult geven." Dat was een lastig geval. Welk voorwend sel moest hij opgeven voor z'n bezoek? Ga brielle had de deur van 't salon reeds ge opend. „Wilt u hier maar binnengaan? U kunt daar beter de boodschap overbrengen dan in de koude gang." Er bleef Paul niets anders over dan bin nen te gaan en plaats te nemen op den bj den haard staanden stoel. Ook Gabrielle ging zitten. „Welnu, meneer Blécourt, ik ben geheel oor. Zeg u maar wat ik aan papa of mama namens u vertellen moet." Het was een moeilijk oogenblik voor Paul. HU kon geen antwoord vinden, hoe hij zich ook inspande. bent wel beleefd, Juffrouw Gabrielle. Ik.... iklk Gabrielle lachte. „Daar begrijp ih niets van, als dat alles ls wat ik m'n oudera moet meedeelen." Paul voelde het belachelijke van den toe stand, maar wat moest hij zeggen? Ja, als hij zoo verstandig geweest was, de thuis ge houden aanspraak op een blaadje papier te bschrijven, had hij eenvoudig verzocht net briefje aan haar vader te geven en zien na een paar banale beleefdheidsfrasen kunnen verwijderen. Nu bleef hem niets over dan een weinig om de zaak heen te draaien en te zeggen, dat hij nog eens nader aanloopen zou. ,Maar wat heeft u dan toch voor éen boodschap, meneer Paul?" begon het meisje weer. „O, juffrouwde zaak is heusch een beetje ingewikkeldziet u, ik vrees dat. „Maar u kunt toch probeeren het mij dui delijk te maken, zoo moeilijk te begrijpen zal het toch niet zijn. Als u bang bent, dat ik het niet kan onthouden, kan ik het toch noteeren." „Ja, maar juffrouw, 't geldt hier een za- kenkwestie, een geldzaak, waarvan uw papa mij een verklaring had gevraagd." „Gaat u dan maar uw gang; van finan- cleele aangelegenheden heb ik veel verstand." „Och kom." „Papa behandelt dikwijls kassiersrekenin gen met mijdaarover verwondert u zich na tuurlijk, u hadt nooit gedacht,, dat ik zoo'n praktisch meisje was, niet waar? En toch is het zoo. Steekt u dus maar van wal.... ik luister." Paul bleef voor zich uit staren, zonder Iets meer te zeggen. „Is die verklaring dan zóó ingewikkeld? „Ja en neen!maar ochziet u 't is alleen ,,'t Is alleen wat?" vroeg Gabrielle, „zeg dan toch, welk geheim aan die zending ver bonden is." „Juist, juffrouw, dat is hethet betreft een geheim, dat ik alleen aan uw ouders kan toevertrouwen." „Een geheim?" „Niets minder dan dat." Een eigenaardig lachje speelde om haar kersroode lippen. „Dacht u dan werkelijk dat ik dat niet reeds lang had geraden? Zou ik dat niet be grepen hebben? O, ik weet wel, dat ik op het oogenblik tegen de etiquette zondig, maar., zooals u al lang zult hebben opgemerkt, denk ik in vele opzichten heel anders daarover dan mijn vriendinnen. U ziet, hoe openhartig ik benJa lk durf zeggen en er rond voor uitkomen, dat ik het op hoogen prijs stel op dit oogenblik met u alleen te zijn, daar ik veel liever de bekentenis van uw genegenheid uit uw eigen mond hoor, dan dat m'n ouders mij hadden verteld, dat u officieel aanzoek om mijn hand hadt gedaan." „Wat zegt u?" „Ja mijnheer Paul, ik zou Jokken, als ik wilde beweren, dat ik niet een verklaring uwerzijds had verwacht; uw in 't oog loo- pende bezoekende manier, waarop u me placht aan te ziende vele attenties, die u me beweestuw verwarring en verlegen heid van daar net.... zijn duidelijke bewij zen, dat u me lief hebten reeds eenigen tijd...." „O, Juffrouw Gabrielle.... ik...." Wat lag er niet verscholen ln die drie woorden „O, juffrouw Gabrielle!" Voor het jonge meisje waren ze een uiting van de diepste en aangenaamste ontroering'. „Ik acht het daarom mijn plicht openhar tig met u te spreken," ging zij voort. .Hoor dus mijn antwoord: ook ik draag u een in nige genegenheid toe en het maakt me tot de gelukkigste aller stervelingen uw vrouw te mogen worden. Wees overtuigd, dat u in mij een trouwe, liefhebbende levensgezellin zult hebben en mocht het leven u leed en teleurstelling brengen, dan zal ik het mij tot plicht rekenen dat verdriet, uw zorgen, zoo veel in mijn vermogen is te verzachten en uit den weg te ruimen." Zij stak Paul haar belde handjes toe. Haar donkere oogen glansden en de uitdrukking van trots, oprechtheid en eerlijkheid, die uit haar fijn besneden trekken sprak, maakte j haar een bskopriijke verschijning. Verrast, verrukt, ontroerd, greep hij haar kleine, blanke handen en drukte ze teeder aan z'n lippen. Toen de inmiddels huiswaarts gekeerde ouders de salondeur openden, vonden ze het jonge paar in een vertrouwelijk samenzijn. „O zoo!" riep de heer Deschamps met een triomfantelijk lachje, „we behoeven zeker niet meer te vragen, wat ons het genoegen van uw komst verschaft.mijnheer Blé court." „Onnoodig, waarde aanstaande schoon papa, zooals u ziet, kom lk de hand van uw dochter Gabrielle vragen." En op dit oogenblik was Paul Blécourt in de heilige onderstelling, dat hij de waarheid had gesproken. deelde de heer J A. Baars mede, dat het volledige archief van de Communistische Party Holland in handen was gevallen van de fascisten. Spr. deed verschillende mede- deellngen uit dit archief en Kondigde aan, dat binnenkort een boek zal verschijnen, waarin dit archief volledig zal worden ge publiceerd. Aan het eind van de vergadering ont stonden nog eenige kleine conflicten tus schen fascisten en communisten, die echter spoedig door ingrijpen der politie beslecht werden. Wijziging Postwet en Pakketpostwet Verzending van Ned. reclame-drukwerken uit het buitenland Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp Ingediend tot wijziging van de Postwet en van de Pakketpostwet. Het komt thans voor, dat handelszaken hier te lande haar reclame-drukwerken uit het buitenland naar Nederland doen verzen den teneinde op die wijze in het bijzonder de aandacht van de geadresseerden op deze drukwerken te vestigen. Deze drukwerken zullen meestal hier te lande worden ver vaardigd en dus, om ze van uit het buiten land naar de" geadreseerden hier te lande te kunnen doen verzenden, eerst van uit ons land moeten worden verzonden. Ingevolge het bepaalde bij art. 8, derde en vierde lid van het internationaal Post- besluit 1930 worden zoodanige drukwerken bij ontvangst hier te lande ter beschikking van de belanghebbenden besteld. Dezen kunnen tegen betaling van het binnen- landscb port uitreiking aan de geadresseer den verkrijgen. Het Staatsbedrijf der P. T. T. ondervindt van deze wijze van handelen derhalve geen nadeel. De bepaling van art. 30 der Postwet verzet zich nochtans tegen het vervoeren naar het buitenland van hier te lande gedrukte reclame-drukwerken als voren be doeld, al is de bedoeling om uit lagere por ten voordeel te trekken ln gevallen als de onderwerpelijke niet aanwezig, de belang hebbenden zijn dus, willen zij niet in strijd handelen met art. 30, gedwongen dezq druk werken in het buitenland te doen drukken, hetgeen uiteraard een nadeel voor de Ne derlandsche nijverheid beteekent. Dit bezwaar zou kunnen worden onder vangen door art. 30, eerste lid sub. 6e. der Postwet aan te vullen in dien zin, dat het daar bedoelde vervoer alleen strafbaar wordt gesteld, indien uit de ter postbezorging in het buitenland nadeel voor den staat kan ontstaan. Ook na toevoeging van deze re strictie blijft de genoemde wetsbepaling on verminderd haar kracht behouden voor de bestrijding van het bovenbedoelde euvel. Wat de andere voorgestelde wijzigingen be treft, wordt o.a. nog het volgende opge merkt; Bij de bestelling van aangetekende stuk ken ten huize van de geadresseerden blijkt uitreiking vap de stukken dikwijls niet mo gelijk, aangezien de geadresseerde niet thuis is en geen machtiging heeft gesteld. Hier door wordt de bestelling van aangeteeken- de stukken zeer bemoeilijkt. Het wordt daarom wenschelijk geacht, de mogelijkheid open te stellen, gewoon aangeteekende stuk ken in de daarvoor in aanmerking komende gevallen ook aan anderen dan den geadres seerde of diens gemachtigde, bijv. aan een volwassen huisgenoot van den geadresseer de, uit te reiken. Brieven met aangegeven geldwaarde zullen uitsluitend aan den ge adresseerde of diens gemachtigde worden uitgereikt. Heide Woog en haar dansgroep Onder auspiciën van impressario Ernst Krauss zal de beroemde Duitsche danseres Heide Woog met haar dansgroep een reeks gastvoorstellingen <n Nederland geven. Heide Woog, de "roegere solo-danseres der Vereenigde Stadsscncuwburgen te Duisburg- Bochum, heeft zich in de laatste jaren een plaats in de allereerste rijen der Duitsche danskunstenaressen weten te verwerven. „Tremonia" schrijft >28 Oct. 1930) over haar: „Die herbe K.jft, die seelische Tiefe, die ungemein einfallreiche Phantasie heben ihre Kunst über die einer Vera Skoronel1, elner Palucca, weit hinaus; sie ragt zur Höhe einer Wigman auf." Dr. Dittrich, de leider van het Dresdener Kreuzchor en de dirigent van dat koor, Kan tor Rudolf Mauersberger, hebben na de be ëindiging van de tournae door ons land een dankschrijven gezonden aan het Comité van Ontvangst, waarvan de tekst als volgt luidt: „Op het punt om het gastvrije Nederland te verlaten dankt het Kreuzchor al zijn Hollandsche vrienden, gastheeren en be schermers voor de begeesterende ontvangst, die het ook dit jaar wederom bereid ls en voor de welwillende critiek, die zijn kunst zinnige préstaties allsrwege heeft ondervon den. Het is er trotsch op, dat het zijn EJuit- sche kunst opnieuw in het stamverwante na buurland heeft mogen geven." Feller en driftiger vlamt telkens de gods- haat op bij de godloochenende wereldgroepen. Maar ook laait heviger op het vuur, dat Christus op de wereld bracht om te branden ln de zielen zijner volgelingen, 't Brandt niet enkel verborgen in de hartenhoekjes; doch de gloed slaat naar buiten uit in de gelederen zcowel van jonge menschen als volwassenen. In onze dagen defileeren knapenstoeten langs de kerken en brengen vrijmoedig met uitgestoken arm aan Christus de Konings- hulde. En in de groote steden zagen we duizenden jonge meisjes geestdriftig getuigen van haar liefde tot het kruis en den ge kruisigden Koning der Eeuwen! „De mensch- heid moet bekeeren en God zal triomphee- ren!" Op katholieke meetings drommen de ge- loovigen samen door hun eenheid en hun ideëel streven getuigend van Christus' liefde, Zijn vrede en het offer van Zijn kruis. De begeestering zocht daden om zich te uiten. Hoe feller Christus werdt geloochend en gehoond, hoe meer de Christen verlangt openlijk over Hem en Zijne heerlijkheid te getuigen. De Kerk stelde een feest ln om Christus' Koningschap nog eens bijzonder te eeren, voor heel de wereld openlijk den nadruk te leg gen op dat Goddelijke Koningschap. Laat ons die getuigenis dien dag niet enkel beperken tot in gezinsleven en kerkgebouw, doch daarbuiten doen blijken door het dragen van het kruisje, symbool van Christus-over- winningsteeken Onder hocge goedkeuring van wijlen Z. H. Exc. Mgr. A. J. Callier z.g. deze actie begon- nen en met volkomen instemming van Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent voortgezet, zien we ze van jaar tot jaar mser populair worden onder ons katholieke volk. Met vertrouwen roepen we dan ook dit jaar de katholieken op, om op hst feest van Christus' Koningschap de insignes heel den dag te drager. niet, zooals cp gewone bloemjesdagen, ten bewijze voor een be paald doel gecfferd te hebben doch uit sluitend als een getuigenis van Christus' Koningsmacht ook over de wereld. Dat door den' verkoop baten beschikbaar komen vcor een of ander plaatselijk sociaal of charita tief doel moge alleen mede een aansporing zijn deze insignes te koopen, het dragen ervan blijve uitsluitend: „De getuigenis voor het Koningsfeest! Door 't kruisje willen we glorie brengen aan Koning Christus! Een plicht van liefde en dankbaarheid Door 't kruisje, zwijgend prediken onze overtuiging, dat slechts geloof aan, en liefde tot het kruis het ware geluk vcor ons be teekent en ook de redding uit den socialen nood. Want 't kruis erkennen en aanvaarden wil zeggen: de leer van het kruis belijden en beleven, trouw zweren aan de grondwet van Christus' Koninkrijk, waarin de naasten liefde onder de eerste geboden hoort. 't Kruis, de leer van de zelfverloochening cok om het heil van den naaste. Terwijl de ongeloovige groepen godslaste ringen uitbraken, propageerend het wereld rijk van den haat, willen wij ons tooien met het kruisje als eereteeken van de burgers uit het koninkrijk der liefde. Mogen Zondag a s. drommen van katholie ken gesierd zijn met ons wit-gele kruisje. Dan zullen de cngeloovige idealisten die droomen van een overwinning op den Christus ortdekken, hoe Zijn Rijk in ons lage land nog niet ten ondergaat, Zijn troon, eenmaal onder ons gevestigd, niet is vermolmd. Maar klaarder dan ocit zien ze op dien Zondag stralen Zijn Konings glorie. die zij meenden te kunnen vernielen. TOOS POST Voorzitster Dioc. R. K. Vrouwenb. Bisdom Haarlem. 190. Een booze toovenaar stopte Har lekijn ln 't hondenhok met een ketting aan z'n hals, en om Harlekijn nog meer te plagen, zette de toovenaar een heer lijke taart in z'n nabijheid, maar zóó, dat hij er niet aan kon komen. 191. „B'iJf daar maar tot aan Je dood!" riep de toovenaar. Maar nauwelijks was hij weg, of Harlekijn kreeg een schitte rend Idee. Hij keerde zich om, vatte de taart tusschen de voeten en trok het heerlijke gebak zoo naar zich toe. 192. Toen de toovenaar dit zag, had hij zoo'n schik in Harlekijn's pienterheid, dat hij ham in vrijheid stalde. „Je bent een handige Jongen," lachte hij; „neam da taart maar mee naar huis, tot bslooning voor je handigheid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10