1250,
LEEKEPREEKEN
Du Commerce
f 3000.-
f 750,
1125,
150,
140,
ZATERDAG 24 OCTOBER 1931
IOnze Valuta-Afdeeling koopt en verkoopt vreemd bankpapier
en buiteniandsche cheques tegen de scherpste net eeringen
't Is weer mis
De relletjes op Cyprus
IEDEREN AVONDCONCERT
Voor het behoud van
de Zuiderzee
De brand van ons Paviljoen
te Vincennes
BUREAUX NA8SAULAAN 49
ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN
EN HET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
VIER EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17907
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA «ET ONGEVAL
CAFÉ-RESTAURANT
Zalen voor diners en partijen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
J. J. WEBER ZOON
AMATEUR-FOTOGRAFEN
Telefoon No. 13866 (drie Ujnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal 3.25; per post, per kwartaal
3.58 bU vooruitbetaling.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, l4 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct, by vooruitbeU
By contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct. per regel.
Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de v2rzekeringsvoorwaarden
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uit keeringen
Levenslange Reheele ongeschiktheid tot werken door
verlies van beide armen, beide beene» ot beide oogen
bij een ongeval mei
doodelijkeo afloop
bij verlies van een hand
een voet ot een oof
bij verlies van een
duim ot wijsvingej
oij een breuk van
been ot arm
tü verlies van 'n
anderen vinger
410
VOLKSKRACHT
De weinige profeten, die reeds in de
laatste oorlogsjaren en kort na het
sluiten van den vrede de groote econo
mische depressie van thans voorspelden,
vonden in hun tijd bijna nergens ge
loof. De oorlogswinsten, de hooge prij
zen in den ongeregelden handel, de
expansie in de industrie, het naar
boven gaan met groote sprongen van
de loonen, de algemeene waan, dat van
de vernieling van heele landstreken en
de uitputting van den goederenvoor
raad, alsmede van de schaarschte op
de arbeidsmarkt, ten gevolge van de
millioenen dooden en gewonden op de
slagvelden, een ongekende opleving in
de nijverheid het gevolg zou zijn, droeg
alles te zamen bij tot de overtuiging,
dat de schijnwelvaart van ongekend
langen duur zou zijn. Tot tweemaal toe
in de laatste 15 jaar kwam een econo
mische depressie waarschuwen, dat de
welvaart op zandgrond was gebouwd;
tal van teekenen in de vroegere oorlogs
landen wezen op naderend onheil; maar
tot het uiterste toe bleef de wereld zich
vastklampen aan de idee, dat de stij
gende lijn met kleine op- en neergan
gen wel gehandhaafd zou blijven. Zoo
was het immers de laatste 100 jaar
altijd gegaan!
Eindelijk dringt nu de waarheid door,
die weinige wijze mannen al zoo lang
verkondigd hebben, dat het n.m. niet
gaat om tijdelijke inzinkingen, waarop
dan weer een sterke opleving volgt,
maar dat heel de maatschappij op een
veel te hoog niveau leeft; dat door den
oorlog de algemeene ontreddering is
ingetreden en dat op een veel lager vlak
opnieuw zal moeten worden opgebouwd.
Het is wel jammer, dat deze erkentenis
zoo laat komt en door wreede ervaring
moest worden afgeperst. De geschiede
nis na den 30-jarigen oorlog, na de
Fransche revolutie en den Napoleonti-
schen tijd hai toch tot waarschuwing
kunnen dienen. Aan deze laatste periode
herinnerden wij in onze vorige beschou
wing om daaruit nut te trekken. Ver
mindering van weelde, gedwongen zui
nigheid toch zijn op zichzelf geen
rampen; integendeel, zij kunnen zelfs
zuiverend en heilzaam werken. Wel
echter is van een onheil te spreken,
wanneer een economische malaise de
volkskracht aantast.
Nu is het altijd moeilijk, om in het
heden uit te maken, hoe het eigen ge
slacht op bepaalde gebeurtenissen rea
geert. Enkele verschijnselen staan niet
temin wel vast; zoo is het niet te
ontkennen, dat de oorlog een verruwing
der zeden ten gevolge heeft gehad;
diefstal, roof, wreedheid, mishandeling,
moord en doodslag komen veel meer
voor dan een 20 jaar geleden. De oorlog
heeft ruw en brutaal gemaakt; men-
schenlevens worden veel minder waard
geacht. Begrijpelijkerwijze kwam deze
mentaliteit het eerst en het sterkst tot
uiting in landen, waar de oorlogsgeest
het felst gewoed had; maar ook naar
die landen, welke buiten de bloedige
worsteling bleven, sloeg deze bacil over.
Het banditisme werd een moderne
kwaal. Aan wat in de oorlogsjaren "and
Was en nu volwassen, is het duidelijk
merkbaar, dat de teugels van de op
voeding te veel zijn gevierd; overmoed,
tuchteloosheid en bandeloosheid, ver
achting van gezag en minachting van
den ouderdom zijn kenmerken van on
zen tijd.
Onweersprekelijk is ook, dat eerst de
oorlogsellende met schaarschte en hier
en daar dreigenden hongersnood; dan de
ongeregelde handel en de gouden oor
logswinst; daarop weer de groote inzin
king met steeds stijgende werkloosheid
een slechten invloed hebben gehad op
het moreel der massa. Beenen, die de
Weelde konden verdragen, waren er maar
zeer weinige! En even klein was en is
het getal, dat tevreden en onderworpen
den keer van den tijd verdroeg en ver
draagt. Er was en is nog een afnemend
gevoel van eerbied voor eens andermans
eigendom merkbaar; zucht naar luxe
tastte alle kringen aan en alles te zamen
Voerde tot groote onverschilligheid voor
God en godsdienst. Niet ten onrechte
Wordt van een modern heidendom ge
sproken.
Wanneer wij zoo de trekken van ons
huidige geslacht teekenen, zouden wij
tot de conclusie kunnen komen, dat er
Van de volkskracht maar weinig is
overgebleven, dat zij sterk is ondermijnd
door den oorlog en de na-oorlogsche
omstandigheden. Toch moeten wij
vooral wat ons eigen land betreft
'dot zulke gevolgtrekkingen voorz'chtig
zijn. Wij zien in de geschetste verschijn
selen wel veel overeenkomst met den
flonkersten tijd van onze geschiedenis,
d-m. het einde der achttiende en het
hegin der negentiende eeuw, maar er is
kelukkig ook veel verschil. Toen de
Fransche revolutie uitbrak eri eenige
jaren later de Corsicaansche overweldi
ger Europa onder de heerschappij van
Frankrijk bracht, had in ons vaderland
de inzinking al plaats gehad. De gewel
dige Europeesche gebeurtenissen, van
Parijs uitgaande, troffen hier een slap,
verweekt en futloos volk. De schatten,
door de stoere Hollandsche kooplieden
der 17e eeuw verzameld, waren door hun
nageslacht in pronkzucht en zinnelijk
heid verbrast. Het degelijke Hollandsche
karakter had ernstig nadeel geleden;
men was, vooral in de hoogere kringen,
zoo ver-Franscht, dat de vijand hier
met open armen werd ontvangen. De
catastrophe van 1914 heeft gelukkig een
heel ander Nederland tegenover zich
gevonden. Meer dan een halve eeuw had
ons land geworsteld om uit de economi
sche en staatkundige moeilijkheden te
komen. In het einde der vorige eeuw
mochten wij ons verheugen in een
bloeiende gemeenschap, die in menig
opzicht aan den top der beschaving
stond. Ons volk heeft dan ook den schok
van den wereldoorlog goed doorstaan.
En alhoewel de barbaarschheid van den
krijg en de sterk op en neer gaande
bewegingen van de conjunctuur, de
groote verplaatsing van kapitalen, het
plotseling rijk worden van arme lieden
en het even schielijk arm worden van
vermogenden hun ongunstige invloeden
deden gelden, kan gelukkig niet worden
gezegd, dat daardoor de geheele volks
ziel bedorven is. Zeker kan nog van
geen verslapping van de volkskracht
gesproken worden. Wie de Koloniale
Tentoonstelling te Parijs bezoekt en
daar met nationalen trots en ontroering
ziet, wat Nederland voor de beschaving
van Indië heeft gedaan en nog doet;
wie daar nog de sporen ziet van het
wegschroeien van een kunstig bouwwerk
en op dezelfde plek een nieuw kostelijk
paviljoen ziet verrezen als het werk van
rappe handen in vier weken tijds, uit
eigen kracht en uit eigen middelen,
met versmading van rijkelijk geboden
vreemde hulp, die constateert met dank
baarheid, dat zijn eigen volk nog kern
gezond is.
Echter, wij zijn niet meer in een op
gaande lijn; wij staan in een kentering
en loopen gevaar af te zakken. De tij
den, die wij nu beleven, zijn beslissend
voor de toekomst. Over een halve of een
heele eeuw zullen geschiedschrijvers van
dit geslacht getuigen: het werd gesloopt
door de toenmaals heerschende malaise
of wel: stoer en taai als het Hollandsche
ras altijd is geweest, kwam het de
moeilijkheden te boven en bereidde den
weg voor een betere toekomst. De
beslissing hierover ligt in onze han
den. Zooals heel de wereld, zoo ook
beleven wij, wat de Duitschers noemen
onze „Schicksalstunde", het noodlotsuur,
dat over ons wel of wee beslissen zal.
Zware verantwoordelijkheid ligt vooral
bij allen, die leiding moeten of kunnen
geven.
Hoe zullen wij ons volk door de bran
ding redden? Twee dingen zijn daar
voor noodig: een klaar inzicht in de
volksziel; een juiste kijk op wat er
bruist en woelt in de hoofden en harten
der massa, op wat er geleden wordt en
waarnaar de menigte streeft. Wij zullen
daarbij een groote verscheidenheid ver
wachten, maar bij nader onderzoek zal
blijken, dat de verschillende strevingen
niet zoo heel veel uit elkaar gaan. Op
de tweede plaats is noodig moed, durf
om alle klassen der bevolking de waar
heid te zeggen. Altijd is in de historie
bewezen, dat' een natie op de helling
van den ondergang was, wanneer de
leiders het volk na '.r den mond praat
ten. En evenzeer is het door de geschie
denis uitgemaakt, dat een gemeenschap
uit elkander springt, wanneer een kleine
groep wordt uitgebuit, wanneer weini
gen een weeldeleven leidén ten koste
van velen. Bij de kentering van een
getij, als wij nu beleven, zijn deze beide,
helder inzicht en durf om te spreken en
te handelen, dringend noodig tot be
houd van de< volkskracht. Over deze
voorname middelen den volgenden keer
nog een enkel woord.
HOMO SAPIENS.
Jongen overreden en gedood
Gisteravond heeft op bet kruispunt Joden
straatGroote Beekstraat te Venio een on
geluk plaats gehad, dat aan den 7-jarigen
jongen J. W. uit Blerick het leven heeft
gekost.
Het knaapje klom daar achter op den
stilstaanden auto van de Bierbrouwerij „De
Leeuw" uit Blerick. Toen de chauffeur, N.
uit Blerick, die den jongen niet bemerkt had,
even later den auto aanzette en achteruit
reed om de bocht te kunnen nemen, viel de
jongen van den wagen af met het nood
lottig gevolg, dat een der dubbelbandige ach
terwielen over hem heen ging. De jongen
werd deerlijk aan hoofd en borst verwond
en was op slag dood. Volgens ooggetuigen
draagt de chauffeur niet de minste schuld.
'AARIME
BAIMK
„De Gelderlander" schrijft:
Een groote kop in de N. R. Crt. kondigt
aan, dat er „belangrijke besprekingen" zijn
gehouden te Parijs ten bate van onzen land
bouw. Onze beste mannen, dr. Posthuma
en dr. Nederbragt, beiden zeer gezien in
Parijs en welbekend.
Maar om veilig te gaan hadden zij de des
kundige hulp van de Nederiandsche legatie
verzocht en zoo waren zü zeker van een
gunstige sfeer
De Nederiandsche legatie, hoe gezien is zij
in Parijs. Wat 'n uitstekend figuur maakte
Nederland op de koloniale tentoonstelling te
Vincennes! Hoe ijverig is telkens de Fran
sche regeering in de weer om vriendelijk
heden te lanceeren aan Nederland: wat 'n
ontvangst van de koninklijke familie, wat
'n attenties voor onze Prinses, wat 'n be
leefdheden aan 't adres van den Haag-
schen burgemeester op het stadhuis *e
Parijs, Nederland en Frankrijk.... ais
tortelduifjes.
Maar hoe vriendeiyk de Franschman de
Nederiandsche menschen moge begroeten,
onze land- en tuinbouwproducten worden
gecontingenteerd. Er mag maar een heel
klein beetje van binnen de Fransche gren
zen komen.
Ja juist, daarvoor waren dr. Posthuma
en dr. Nederbragt naar Parijs gekomen en
daarvoor hadden z'j de Nederiandsche le
gatie gemobiliseerd.
Die contigenteering. ach ja, dat was een
feit. Daar kon niets aan veranderd wor
den. Maar dr. Posthuma en dr. Neder
bragt zouden voor ons land gunstige bepalin
gen trachten af te dwingen. Als er één
kans had, dan moest het Immers Neder
land zijn, de bevriende, door Fransche hof
felijkheden haast overstelpte natie!
Maar Juist Nederland bleek geen kans te -,
hebben.
De opstand geëindigd
Gisteren zijn zeven Britsche militaire
vliegtuigen met 150 man lucht troepen en
infanteiie uit Egypte op Cyprus geland.
Volgens een bericht van den gouverneur
zijn geen nieuwe versterkingstroepen noo
dig.
Onder de leiders van de beweging bevin
den zich dr. Zannottis, die Lamaca heeft
verlaten, toen de Britten in 1914 het eiland
annexeerden en weigerde de Britsche natio
naliteit te aanvaarden en Rossidis die zich
in Engeland vestigde, om daar de zaak van
Cyprus te bepleiten.
Naar de Engelsche Admiraliteit mededeelt,
zijn de beide naar het eiland Cyprus gediri
geerde kruisers en de twee onderzeebooten
aangekomen, terwijl voorts groote transport
vliegtuigen met een compagnie infanterie uit
Egypte in de hoofdstad Nicosia zijn geland.
Te Nicosia is nog Donderdagavond de staat
van beleg afgekondigd. Het gouvernement
heeft een scherpe censuur -ingesteld. De op
standige beweging is tot stilstand gekomen
na de aankomst der versterkingen der land
en zeemacht. De openbare gebouwen in de
hoofdstad zijn door prikkeldraadversperrin
gen afgezet en worden door militairen be
waakt.
Volgens berichten uit Cairo heeft de gou
verneur van Cyprus verzocht geen verdere
versterkingen te zenden, aangezien het thans
aanwezige troepencontingent voldoende is
voor het herstel en de handhaving der erde.
Het verluidt dat een hoeveelheid mitrail
leurs en geweren, zoomede ammunitie op
Grieksche schepen naar Cyprus is gesmok
keld. De middelen der insurgenten zijn even
wel in geen enkel opzicht toereikend om een
groot opgezetten opstand uit de voeren. Men
gelooft veeleer, dat zij hun propaganda voor
een aansluiting bij Griekenland willen uit
buiten om van Engeland zekere concessies
te verkrijgen speciaal op het gebied der be
lastingen.
Geen Cyprus-kwestie tusschen
Engeland en Griekenland
In een persbijeenkomst inzake den toestand
op Cyprus heeft de Grieksche premier Veni-
zilos met nadruk verklaard dat er geen spra
ke Is van een Cypruskwestie tusschen Grie
kenland en Engeland. Het betreft een aan
gelegenheid tuschen Engeland en de eiland
bewoners; VenizelOT betuigt in zijn verklaring
zijn leedwezen over de incidenten op Cyprus
en geeft de Grieksche pers den raad deze
incidenten eveneens af te keuren.
De Grieksche consul te Nicosia is tering-
geroepen.
Een open-zee-comité gevormd
Waar naar aanleiding van gehouden be
sprekingen gebleksn is, dat de actie tot
behoud van de Zuiderzee, te verkrijgen door
niet algeheele dichting van den afsluitdijk,
ter bevoegder plaatse niet genoeg is door
gedrongen, heeft zich dezer dagen te Haar
lem een commissie gevormd, die onder den
naam van Open-Zee-Comité, alsnog zal
trachten, het daarheen te leiden, dat in de
uitvoering der Zuiderzeewerken een wijziging
wordt getroffen.
Met het oog op het groote risico, aan de
dichting van het laatste sluitgat, de Vlieter,
in Augustus of September 1932, verbonden,
mag niet worden nagelaten om in 's lands
belang een gunstige oplossing te bewerken,
bijvoorbeeld door het bouwen van een brug
over een zeker aantal kilometers.
Binnenkort zal o a. een verzoek worden
gericht aan de beide Kamers der Staten-
Generaal. terwijl door lezingen in de groote
steden de noodzakelijkheid van niet-alge-
heele afsluiting zal worden toegelicht.
De hoofdleiding van dit Open-Zee-Comité,
dat dus bedoelt de Zuiderzeekom in haar
vollen omvang te behouden, n.l. dat eb en
vloed onbelemmerd hun loop behouden, en
dé visscherij In haar geheel gespaard blijft,
berust in handen van de initiatiefnemers,
de heeren G. Sillevis, hoofdredacteur van
De Visscherij-Courant, en S. ten Bokkri
Huinlnk, aannemer van havenwerken, bei
den te Haarlem, zijnde resp. voorzitter en
vice-voorzitter-secretaris.
De Indische financiën
Op Nederland kan worden gerekend,
„wanneer de nood aan den man komt"
Aneta verneemt, dat het overleg over de
mogelijkheid Van verruiming van het cre-
diet van het Indische ministerie van kolo
niën leidde tot de erkenning door Nederland,
dat het beginsel van remises noodig kan zijn,
zoodat op Nederland kan worden gerekend,
wanneer de nood aan den man komt. Uiter
aard zal Nederland zich het recht voorbe
houden omtrent de wijze en de tijdstippen,
waarop remises zullen worden gedaan, te be
slissen.
De kaspositie van Ned.-Indië is thans zoo
danig, dat dit jaar de remises wel overbodig
zullen zijn. In het begin van 1932, wanneer,
naar te verwachten is. de middelen minder
zullen vloeien, zou een beroep op Nederland
noodig kunnen zijn. Het is echter in ver
band met talrijke factoren nooit mogelijk
om lang van tevoren aan te geven wanneer
remises noodig zijn.
Opgemerkt wordt, dat hulp uit Nederland
de bezuiniging geenszins minder urgent
maakt.
Om drie duizend gulden
By den brand te Rotterdam verloren.
In verband met den brand, die Vrijdag
morgen aan den Lange Hilleaijk te Rot
terdam heeft gewoed, stelde de politie een
nauwkeurig onderzoek in. speciaal om na te
gaan of er nog resten van de jas konden
worden gevonden, waaruit volgens den eige
naar f 3000 zou hebben gezeten en die ver
loren zouden zijn.
Men heeft echter niets gevonden wat op
de aanwezigheid van deze jas kon duiden.
Er bestaan aanwijzingen, dat hei vermoeden
van brandstichting niet 'uitgesioten moet
worden geacht en in verband met het na
dere onderzoek kan de politie daaromtrent
op 't oogenblik geen nadere mededeelingen
doen. Volgens den eigenaar zou de brand
zijn ontstaan door vonken uit een kachel.
Het opruhningswerk zal onder leiding van
de politie geschieden.
Brand te Den Haag
Slapend kindje uit een brandende kamer
gered
Gisterochtend tegen 12 uur werd de
brandweer te Den Haag gealarmeerd voor
een binnenbrand in perceel Korte Poten
no. 12, waarin is gevestigd de vleeschwinkcl
van den hee- Schaareman.
Op de 2e etage aan de straatzijde was een
gaskacheltje in brand gevlogen en spoedig
tastten de vlammen ook andere voorwerpen
aan, tengevolge waarvan een verstikkende
rcok in het kamertje ontstond. Gelukkig
kon nog bijtijds een kindje van 4 a o
maanden, dat in de kamer te slapen lag,
worden gered en in het aangrenzende bon
bonhuis van den heer Elandt worden onder
gebracht, waar ook de moeder in bewuste-
loozen tostand als gevolg van den schrik
werd binnengedragen.
De brandweer was met één motorspuit
aanwezig er. wist spoedig gevaar voor ver
dere uitbreiding van den brand te yoor-
komen.
Begrijpelijkerwijze trok het brandje in de
drukke binnenstad veel belangstelling van
de zijde van het publiek.
De heer Zweedijk als ontwerper van
het Paviljoen erkend
Onderzoek naar de hoedanigheid der
electrische leidingen.
In No. 5 der Mededeelingen aan de leden
van de algemeene commissie voor de Neder
iandsche deelneming aan de Internationale
Koloniale Tentoonstelling te Vincennes
schijft de secretaris-generaal der algemeene
commissie, dr. L. J. van der Waals o.m. het
volgende omtrent de architectenkwestie.
Blijkens het aan u gericht rondschrijven
van onzen voorzitter van 16 Januari 1930,
werd de heer W. J. G. Zweedijk, architect
te Soerabaja, na een prijsvraag, op advies
van een deskundige commissie van beoor
deeling, door het uitvoerend comité uitge-
noodigd naar Nederland te komen om zyn
plannen voor het Nederiandsch paviljoen
verder uit te werken. De heer Zweedijk ver
richtte zijn arbeid in Nederland en te Pa
rijs in samenwerking met en volgens de
aanwijzingen van het comitélid, belast met
de aesthetische en technische leiding, den
heer P. A. J. Moojen, die later bij Konink
lijk besluit is benoemd tot gedelegeerde te
Parijs van het comité.
Dat de heer Zweedijk door het comité als
ontwerper van het oorspronkelijke plan werd
erkend, blijkt uit de woorden van den
voorzitter, uitgesproken by de opening van
het eerste paviljoen.
Het comité noodigde den heer Zweedijk
dan ook uit, om bij de ontvangst van de Ko
ninklijke familie in het Paviljoen bij de
comitéleden plaats te nemen. H. M. de Ko
ningin deed genoemden heer de eer aan,
hem toe te spreken en hem als architect
van het paviljoen te comolimenteeren.
Ten onrechte werd, buiten medeweten
van het uitvoerend comité, alleen de heer
Moojen hier en aaar als de architect van
het paviljoen genoemd. On Ier de meeste
afbeeldingen van het paviljoen worden ech
ter de beide namen van de heeren Moo-
ieh en Zweedijk als architecten vermeld.
De vraag, of zulks juist is, staat ter beoor
deeling van den Bond van Nederiandsche
Architecten.
Het Uitvoerend Comité heeft de overtui
ging, dat een meer uitgebreide nachtelüke
bewaking den plotseling uitslaanden brand,
waarvan de oorzaak onbekend is gebleven,
niet had kunnen bezweren.
Vervolgens worden mededeelingen ge
daan omtrent de verzorging der kostbaarhe
den. Er bestaat thans zekerheid, dat de
assuradeuren eerstdaags een eindbeslissing
betreffende de assurantie zullen nemen.
De aanleg der electrische leidingen werd
opgedragen aan de N.V. Electro-technlsche
en Industrieele MaatschappU Grosneveld
Co. te Amsterdam, die onder toezicht werd
geplaatst van een adviseerend electrotech-
nisch ingenieur Bij den aanleg werd niet
alleen rekening gehouden met de Fransche
voorschriften, doch ook met die van het
Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Dit
leidde er toe, dat de ingenieurs van het
electrlsch bedrijf van Parijs en de inge
nieurs van de brandweer, de politie en
bouwcontróle van die stad, na de enquête,
die op den brand volgde, eenparig lof brach
ten aan de electrische installatie van het
Nederiandsche paviljoen. Nog slechts eenige
dagen vóór den brand hebben drie Fran
sche hoofdingenieurs de electrische leidin
gen van het Nederiandsch paviljoen gecon
troleerd; dit geschiedde periodiek. De
hoofdingenieur van de stad Parijs verzocht
zelfs toestemming om den electrischen
aanleg als voorbeeld te toonen aan instal
lateurs der electrische leidingen in pavil-
ioens van andere naties, waar men moei-
liikheden ondervond. Bovendien heeft de
Vereeniging van Directeuren van Electrl-
citeitsbedriiven in Nederland, op verzoek
van het Uitvoerend Comité, door een onoar-
tüdig ingenieur de electrische installatie
van de niet verbrande gebouwen en van
het nieuwe paviljoen laten onderzosken,
waarna d'e ingenieur ter zake een gunstig
ranport uitbracht.
In hoeverre de later in de dagbladen ge
uite opmerkingen over de electrische instal
latie in het verbrande paviljoen juist zijn,
kan slechts door volkomen deskundigen wor
den uitgemaakt. Het is het Comité daarom
aangenaam te kunnen mededeelen, dat prof.
ir. E. J. F. Thierens, president van de Af-
deeling voor Electrotechniek van het Ko
ninklijk Instituut van Ingenieurs, bereid is
gevonden ter zake een onderzoek in te
stellen. Bovenbedoelde vennootschap en de
adviseerend ingenieur hebben niet geaarzeld
voor dat onderzoek alle gewenschte gegevens
ter beschikking te stellen.
Wat een verdwenen dienstbode
meenam
Voor een waarde van 600.—
Een bewoner van de Koninginnegracht te
Den Haag heeft bij de politie aangifte gedaan
van diefstal van een slangenlederen tasch,
inhoudende eenig geld, tafelkleeden. Kleedjes
en sokken ter gezamenlijke waarde van onge
veer 600.—, gepleegd door zijn Duitsche
dienstbode, die er mede is verdwenen.
Op stilstaanden auto ingereden
Motorry'der ernstig gewond
Gisteravond te ongeveer kwart over acht
heeft op den Ryksstraatweg tusschen Hak-
kelaarsbrug en Naarden een ernstig ongeluk
plaats gehad Op dat tijdstip reed de 21-jarige
motorrijder A. M. uit Amsterdam met vrij
groote snelheid tegen een op dien weg staan-
den auto. De motorrijder bekwam daarbij
zeer ernstige verwondingen en werd per zie
kenauto in hoogst bedenkelijken toestand
naar de Majella Stichting te Bussum over
gebracht.
De politie van Muiden werd van het onge
val in kennis gesteld en heeft de zaak in
onderzoek.
Indië kan op Nederland rekenen, ^wan
neer de nood aan den man komt".
Kolenveld ontdekt in Centraal Azië.
(blz. 1, 3de blad)
Wetsontwerp betreffende rechtstoestand
militaire ambtenaren door de Tweede Ka
mer aangenomen.
(blz. 2, 3de blad)
Bijzonderheden over de fraude bq den Pen
sioenraad.
(blz. 2. 3de blad)
Rapport over den brand in het Ned. Pa
viljoen te Parijs.
(blz. 1, 1ste blad)
Be bespreking te Washington. Geen
overeenkomsten te wachten.
(blz. 1. 3de blad)
De orde op Cyprus zou hersteld zyn.
(blz. 1, lste blad)
Nieuwe besprekingen in den Volkenbond
over het conflict in het Verre Oosten.
(blz. 1, 3de blad)
Algemeen demonstratieverbod in Dultsch-
land te wachten.
(blz. 1, 3de blad)
Nederland zal op beperkte schaal deelne
men aan de Olympische Spelen in de Ver-
eenigde Staten.
Barometerstand 9 uur v.m.: 747 achteruit.
OPTICIENS FABRIKANTEN
Groote Houtstraat 166 Haarlem
Licht op. De lantaarns moeten mot gen
worden opgestoken om: 5.15 en overmorgen
5.13.
O C C A ontwikkelt een film 6 x 9 en levert
daarvan 6 fraai afgewerkte drukken, voor
slechts 36 CENT!
Zie uitvoerige advertentie in dit blad!
(Adv.)
Goede vangst voor de Amsterdam-
sche politie
Drie mannen aangehouden
Toen Donderdagmorgen het personeel van
een firma in de Rustenburgerstraat te Am
sterdam op het kantoor kwam, bleek, dat
in den afgeloopen nacht de brandkast was
geforceerd. De politie van het bureau Pieter
Aertzstraat werd gewaarschuwd, die de
vreemde ontdekking deed, dat de forceering
van de brandkast slechts schijn was, het slot
bleek n.l. door een gewonen sleutel geopend
te zijn. Een bedrag van ruim 400.— was
verduisterd.
De politie had het vermoeden op eenige
personen, met het gevolg, dat rechercheurs
van het hoofdbureau gistermiddag drie man
nen hebben gearresteerd. Het bleek, dat een
van hen de laatste dagen in het kantoor
werkzaam was geweest en kans had gezien
den sleutel van de brandkast weg te ne
men, waarop hij des nachts naar binnen
was gegaan om zijn slag te slaan. Door be
schadiging van de brandkast wilde men het
doen voorkomen, alsof deze was geforceerd.
De arrestatie van een vierden persoon, die
op den uitkijk heeft gestaan, kan spoedig
verwacht worden.
St. Christoffel
Rapport Werkloozenfonds
In het orgaan van de Ned. R. K. Vereeni
ging van Handelsreizigers en Handelsagenten
„St. Christoffel" is opgenomen het rapport
van de commissie tot bestudeering van het
werkloozenfonds in verband met het ver
plichtend stellen eventueel piet al- of niet-
aansluiting bij het Rijk. De Commissie
komt tot de volgende voorstellen:
1. de jaarlijksche contributie te verhoogen
tot 20 gulden voor de leden en tot 16 gulden
voor de buitengewone leden; 2. de inning te
doen geschieden in maandelijksche oi kwar
taaltermijnen (nader te omschrijven in de
rapportwijziging Statuten en Reglement);
3. hiervan te storten f 5.— (per jaar) in de
werkloozenkas voor hen, die onder de met
rijkssteun te stichten kas vallen, terwijl voor
de overigen, die hiervan zullen zijn uitge
sloten, een afzonderlijk fonds moet worden
gesticht met gelijke storting; 4. het restant
komt ten bate van de vereeniging, overeen
komstig de thans geldende voorschriften en
gebruiken.
Het rapport is in de bestuursvergadering
van „St. Christoffel* aangenomen en zal als
richtlijn dienen ter bespreking op de buiten
gewone vergadering van 28 November, te
Utrecht.