Binnenlandsch Nieuws
THERMOGENE
DE GRAPJAS HARLEKIJN!
2^2
Voor de Huiskamer
HOEST, BRONCHITIS, RHEU-
MATIEK, EN ZENUWPIJNEN.
Rijksuitkeeringen aan
Gemeenten en Provincies
Rotterdam in financieele
moeilijkheden
Gebrek aan liquide middelen
De trap der lafheid
FIN ANCIEN
BOEKBESPREKING
Holland-Amerika-Lijn
Hoe Harlekijn er met de taartjes van door &in&
Uit bewogen dagen
Duitschland door Lnxembnrg zon
trekken....
Overleg met België In 1914.
De Brusselsche „Soir" ls begonnen met het
publiceeren van uittreksels uit een werk van
den huldigen chef van den Belgischen gene-
ralen staf, generaal Galet.
In haar nummer d-d. 24 October haalt
Le Soir een deel aan van het hoofdstuk
door den schrijver gewijd aan de houding
van de Nederlandsche Regeering onmiddel
lijk voor de oorlogsverklaring in 1914, ten
opzichte van België. Zoo vertelt generaal
Galet dat baron Fallon, de toenmalige ge
zant van België in Den Haag, op 27 Juli
een onderhoud had met den Nederlandschen
Minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr.
Loudon, die hem had ontboden. Jhr. Loudon
wenschte te weten, welke maatregelen door
België waren getroffen in verband met den
ernstigen toestand. JDe (Nederlandsche) Mi
nister van Defensie, zelde hij, wenscht te
vernemen, welke deze maatregelen zijn. U
zult begrijpen, dat wij ons in dezelfde situa
tie bevinden en beiden evenzeer bedreigd zijn,
daar de mogelijkheid bestaat van een Duit-
scbe poging om, over Nederlandsch-Limburg,
door België te passeeren en de forten van
Luik te ontwijken. Onze verdediging zou dan
gemeenschappelijk moeten gebeuren. Het zou
dan ook nuttig zijn, dat de Minister van
Defensie, nu reeds, op de hoogte werd ge
bracht van de te Brussel besloten maatrege
len om aan de ernstige gebeurtenissen, die
op til zijn, het hoofd te kunnen bieden.
Twee dagen later liet baron Fallon te
Brussel weten, dat de Nederlandsche gene
rale staf. den vorigen winter, ren eventueele
schending van het Nederiandsch-Limburg-
sche grondgebied, zeer grondig had bestu
deerd en sommige officieren van den Neder
landschen staf toen het oordeel hadden uit
gesproken, dat de Nederlandsche troepen
zich, bij een dergelijken inval, niet in de
richting van Amsterdam moesten terugtrek
ken, maar zich op Belgisch grondgebied
moesten begeven en er samen met het Bel
gische leger, den gemeenschappelijken vijand
bestrijden. Een ernstig bezwaar was alleen
het opperbevel, dat, naar het oordeel van
sommigen, niet aan koning Albert kon wor
den toevertrouwd, omdat de Nederlandsche
troepen dit niet zouden hebben aanvaard. De
kwestie was toen ook zonder antwoord ge
bleven, is de gedachte dat men het, eens
geplaatst voor de werkelijkheid, daarover wel
makkelijk eens zou worden.
Deze verklaringen en mededeelingen bewe
zen, aldus generaal Galet, dat de Belgische
concentratie op de Maas steek hield.
De volgende dagen drong Jhr. Loudon
herhaaldelijk aan op het bekomen van bet
Belgische antwoord, maar de Belgen meen
den hun neutraliteltsplicht in acht genomen,
zoolang zü niet werkelijk bedreigd waren,
dit antwoord niet te kunnen geven. De Ne
der landfche regeering ontving, evenals de re
geeringen van andere staten, mededeellng
van het Belgische mobilisatiebesluit en van
de concentratie van het Belgische leger op
zyne strategische stellingen.
Op 30 Juli kwam de secretaris-generaal
van het Belgische departement van Buiten
landsche Zaken, baron van der Eist, ten
paleize aan den Koning vragen, wat er aan
Nederland moest worden geantwoord. Gene
raal (toen kapitein) Galet woonde het on
derhoud bij en gaf den raad aan Nederland
den wensch te kennen te geven, het Neder
landsche leger op een defensie-linie achter
het front RoermondVenlo erf achter de
moerassen van de Peel te zien opstellen. Ik
geloof echter niet, aldus Galet, dat dit ant
woord werd verzonden. De Minister van
Buitenlandsche Zaken moet het als voorba
rig hebben beschouwd.
„Toen baron Fallon op 3 Aug. bij Jhr.
Loudon terugkeerde, ten einde te bekomen
dat de gouverneur van Maastricht overleg
zou moeten plegen met generaal Leman,
gouverneur der vesting Luik, werd hij. aldus
Galet, niet meer met dezelfde groote voorko
mendheid als de vorige dagen ontvangen.
Zijn vraag werd ontweken. De regeering te
's-Grvenhage had Justl de verzekering ont
vangen van de Duitsche regeering dat haar
grondgebied geëerbiedigd zou worden. Zij
deelde ons zulks, denzelfden dag. loyaal
mede.™
De Zuigelingensterfte
Een laagterecord bereikt
De sterfte van kinderen beneden één jaar,
vertoonde in 1930, aldus het verslag van de
Inspectie voor hygiëne van het kind, de
tuberculosebestrijding, enz., een belangrijke
daling en tegelijk een nieuw laagterecord. Het
sterftecijfer van 5.09 per 100 leven gebcrenen
is zeker alleszins gunstig te noemen
Het sterftecijfer dat in 1926 nog 6.11 be
droeg, was in 1927 5.87, 1928 5.24, steeg in
1929 tengevolge van de koude in Februari en
Maart tot 5.90, en is nu, gelijk gezegd, ge
daald tot 5.09.
In alle provincies valt een daling van de
zuigelingensterfte waar te nemen, waarbij
tevens voor alle provincies, behalve Gelder
land en Overijssel, een nieuw laagtercord be
reikt werd. Opnieuw vertoont Noord-Brabant
het hoogste sterftecijfer (7.16) op den voet
gevolgd door Limburg (7). Een gestadige, zij
het langzame vooruitgang ls echter ook hier
te boeken. Het laagste sterftecijfer geeft
goed op de huid gelegd, bestrijdt metsutcei
Thermogene genie» sedert 1896 een wereld-
reputatie Ze is een eenvoudig, gemakkelijk
tn altijd doeltreffend geneesmiddel Men
kan ie gebruiken, tonder zijn geregelde
werkzaamheden te onderbreken.
Bij «padeier* en JnfMtn.
Htclt dooi 75 el Halet dooi 45 et
Ebcht Hoilandschc verpakking 3
Friesland (3.74) met kleine verschillen ge
volgd door Zuid-Holland, Noord-Holland en
Utrecht (resp. 3.94, 3.95 en 3.97).
Van 6e groote steden heeft Den Haag het
sterftecijfer 3.71, (Amsterdam 3.57. Gronin
gen 3 91, Haarlem 4.59, Utrecht 3.29).
Invoerbelenunering gevraagd
In het belang van onze schoen-industrie.
De Federatie van Nederlandsche Schoen
fabrikanten heeft aan den minister van Ar
beid, H. en N. een uitvoerig adres gezonden,
waarin met t oog op den huidigen toestand
der schoenindustrie hier te lande de tot
standkoming op korten termijn van invoer-
belemmerende maatregelen wordt bepleit.
Het Kamerlid Kampschöer
Aan de keel geopereerd.
De heer G. W. Kampschöer. lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal en bur
gemeester van Monster, ls Dinsdagmiddag
aan de keel geopereerd. De operatie is goed
geslaagd.
Wetsvoorstel tot tijdelijke korting
ingediend
Ingediend is een wetsontwerp tot tijdelijke
korting op de uitkeeringen, bedoeld ln art. 3
onder b. van de wet van 15 Juli 1929 (Stbl.
no. 388) en in art. 72 van de wet van 17 Juni
1905 (StbL no. 210).
Aan de Memorie van Toelichting wordt het
volgende ontleend:
De sinds de indiening der begrooting nog
scherper op den voorgrond getreden nood
zakelijkheid tot beperking van 's Rijks uit
gaven heeft onder meer de vraag aan de orde
gesteld, of de vaste uitkeeringen van het Rijk
aan de provinciën en de gemeenten in dezen
tijd onverkort behooren te worden gehand
haafd.
Verschillende motieven voert de minister
aan om die vraag ontkennend te beantwoor
den en duidelijk te maken dat voor een tij
delijke verlaging van de uitkeering aan het
gemeentefonds thans gewichtige redenen
zijn.
Toch zou de regeering op dit oogenblik wel
licht nog niet een voorstel tot verlaging heb
ben gedaan, indien niet nog een andere factor
het voorafgaande kwam versterken.
Zooals bekend ls, bestaat van Rijkswege het
voornemen een matige korting op de ambte
naarssalarissen aan te brengen, welke blijft
beneden de daling van het Indexcijfer.
De regeering heeft gemeend, dat bij het
ernstig aanzien, dat de financleele toestand
allengs heeft gekregen, er alle aanleiding
bestaat, de bovenvermelde, meer algemeens
overwegingen nu althans in zóóver practisch
geldend te maken, dat het elders gegeven
voorbeeld wordt gevolgd, en ook ten onzent
op de uitkeeringen aan de gemeenten een
korting wordt toegepast, welke in overeen
stemming is met de van Rijkswege voorge
nomen salariskorting.
De gemeente-wedden
Volgens het onderhavige ontwerp zal gedu
rende de eerstvolgende drie jaren op de vaste
uitkeering, welke Jaarlijks ingevolge de wet
op de financleele verhouding aan de gemeen
ten gedaan wordt, drie pet. worden gekort
van het gezamenlijk bedrag dat aan wedden
en loonen over 1931 door elke gemeente is
bepaald. Het gekozen percentage stemt or la
veer overeen met wat per saldo gekort zal
worden op de gezamenlijke Rijkssalarissen en
meenten en provinciën de voorgenomen kor
ting met de bekende degressie. De gemeenten
zijn uiteraard, wanneer zij tot korting over
gaan, niet aan deze laatste methoden ge
bonden.
Hetzelfde beginsel wordt toegepast ten aan
zien van de provincies. Ook zij zullen door
toepassing van een weddekorting, welke in
overeenstemming is met die van het Rijk,
zich voor schade ln hun budget kunnen be
hoeden.
In hoever overigens de verschillende ge
meenten en provinciën de vorgenomen kor
ting op de Rij ksultkeering zullen doorgeven
als korting op de door haar te betalen wed
den, valt te voren niet met zekerheid te zeg
gen. In vele gevallen zal dit stellig geschie
den. De door het ontwerp gekozen vorm laat
ten deze alle vrijheid.
De gemeente Rotterdam heeft momenteel 'n
nijpend gebrek aan liquide middelen gekre
gen. Verschillende pogingen zijn reeds ln het
werk gesteld om in dezen geldnood te voor
zien. doch de bankiers, welke de gemeente
geregeld van kasmiddelen voorzien, blijken
thans niet ln staat deze voorschotten te ver
strekken. Pogingen, bij andere financieele
instellingen aangewend, blijven eveneens
zender resultaat. Ook op een verzoek aan de
Nederlandsche Bank om het bedrag der an.
tlclpatle-biljetten te verhoogen, werd niet
ingewilligd. Aan het sluiten van een nieuwe
leening om de buitengewone uitgaven, welke
uit gewonne middelen zijn gedaan, op den
kapitaaldienst te financieren, behoeft in
dezen tijd niet te worden gedacht. De Jong
ste eenige maanden geleden gesloten leening
der gemeente Rotterdam was *n conversie-
leening en bracht alzoo geen verruiming van
geldmiddelen.
Een en ander heeft tot gevolg, dat de ge
meente Rotterdam, thans niet bi) machte
is om aan de bankiers de aflossingen te vol
doen welke per I November aa. zullen ver
vallen.
Algemeen beschouwt men t de taak der re.
geering om dezen uit de crisis voortvloeien-
den noodtoestand uit de wereld te helpen.
Een beroep op de regeering is niet alleen
door Rotterdam, maar ook reeds door andere
gemeenten gedaan. In Rotterdam ls de si
tuatie echter wel van zeer urgenten aard ln
verband met de per 1 November aa. terug
te betalen voorschotten aan bankinstellingen.
Ten einde misvatting omtrent de moeilijke
situatie, waarin de gemeente Rotterdam ver
keert, te voorkomen, wil de „Msb." er op wij.
zen, dat deze niet het direct gevolg is van
een daling der gemeentelijke inkomsten,
maar van de stagnatie op de leeningmarkt.
Voor een paniekstemming is geen grond
aanwezig.
Het Wapenbestand
Nederlandsche regeering tot aanvaarding
bereid
De Nederlandsche regeering heeft den
secretaris-generaal van den Volkenbond in
antwoord op diens circulaire nopens het door
de Xlle Vo'kenbondsvergadering aangeno
men Wapenbestand meedegedeeld, dat de
Nederlandsche Regeering bereid is, overeen
komstig de bepalingen van de desbetreffende
resolutie en van het door de vergadering
aangenomen rapport, het Wapenbestand te
aanvaarden.
Internationale Ontwapenings
conferentie te Parijs
De deelneming uit Nederland
uiting te geven aan den wensch tot Interna
tionale Ontwapening, krachtig te steunen.
Na het goed-geslaagde dagblad-petitionne
ment zorge Neder'and voor een flinke dele
gatie naar deze Parijsche conferentie, waar
juist in dezen tijd de Volkenbond meer dan
tot dusver den moreelen steun der volken
noodig heeft.
Giften voor de voorbereiding dezer confe
rentie storte men op de girorekening van
den secretaris-penningmeester Ds. J. B.
Hugenholtz, No. 123046 te Ammerstol.
De Koloniale Tentoonstelling
te Parijs
Voor de deelneming aan de Internationale
Ontwapeningsconferentie die op 26 en 27
November a.s. op initiatief van Lord Cecil te i rir)S van het college van B. en W. het boven-
Overbrenging van het Nederlandsch
paviljoen te Vincennes naar Den Haag?
De Haagsche correspondent van het .Han
delsblad" meldt:
Reeds eenigen tijd bestaan er plannen om
het Nederlandsche paviljoen op de Interna
tionale Koloniale Tentoonstelling te Vincen
nes na afloop der expositie elders in ons
land weder op te bouwen, met name te
's-Gravenhage.
Toen nu de Haagsche burgemeester, jhr.
Bosch ridder van Rosenthal deze maand te
Parijs was, op uitnoodiging van het ge.
meentebestuur van de Franschï hoofdstad
heeft hij natuurlijk ook de koloniale ten
toonstelling bezocht, waarvan hij, als zoo-
velen. enthousiast in de residentie is terug
gekeerd.
De burgemeester heeft nu in een vergade-
Parijs gehouden zal worden, hebben zich uit
Nederland de volgende vereenigingen aange
meld:
Arbeldsgroep van Doopsgezinden tegen den
Krijgsdienst. Comité van actie dienstweige
ringsmanifest „Mobiliseeren". Internationale
Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid, afd.
Nederland. Jongeren Vredesfederatie. Kerk
en Vrede. Neder'andsche Dagbladpers. Neder
landsche Esperantisten vereenlging. Nooit-
meer-oorlog federatie. RK. Volkspartij. R.K.
Vredesbond in Nederland. Rotary Internatio
nal. Vrijzinnig-Democratische Bond.
Verschillende vereenigingen overwegen nog
het zenden van een afgevaardigde, terwijl
van verschillende zijden sympathiebetuigin
gen en bijdragen zijn ingekomen o.a. van
H. H. H. H. Exc. de Bisschoppen der R.K.
Kerk; van de Orde van Vrijmetselaren
„Grootoosten der Nederlanden". Het voorbe
reidend comité in Nederland ls thans als
volgt samengesteld: Mr. J. Ka'ff te Wasse
naar, voorzitter; Ds. J. B. Th. Hugenholtz
te Ammerstol, secretaris-penningmeester;
Pater Mr. Beaufort O. F. M. te Woerden;
Robert Peereboom te Haarlem.
Het Comité doet een dringend beroep op de
Nederlandsche bevolking, daze internationale
Ontwapeningsconferentie, waar vertegenwoor
digers uit alle kringen der bevolking welkom
zijn, om op massale en eendrachtige wijze
Ik heb altijd vermoed, dat ik een lafaard
was, maar ik wou 't nooit toegeven, zelfs niet
tegenover mezelf. Ik verbeeldde me, dat ik
niet aan sport en zoo deed, tenminste sport
waarbij 't een beetje ruw toegaat omdat,
ik door mijn tengerheid toch niets bereiken
kon. Onder mijn eigen lui studenten en
schrijvers en artistqn sloeg ik geen kwaad
figuur. Ik ben met glans gepromoveerd,
vier jaar geleden. Een beroep heb ik niet.
Mijn vader heeft me fortuin nagelaten.
Soms denk ik, dat dat mijn ongeluk geweest
is. Ik heb wiskunde en geschiedenis gestu
deerd.
Ik had een vriend, die in 't leger wou, en
kort voor zijn examen ziek werd. Ik heb hem
geholpen met wiskunde en hem er door ge
haald. Ik wou natuurlijk geen geld hebben,
maar hij wou toch zijn dankbaarheid toonen.
Hij vroeg me op Exbury Hall.
Ik voelde me daar als een kat in een vréémd
pakhuis, een slap boekenwormpje tusschen
groote, gespierde kerels. Ze bedoelden 't
niet slecht met me, maar ik wou niet toege
ven, dat ik niet mee kon doen. Niemand wordt
graag voor een weekeling aangezien door
de dames. De dames maakten me zenuw
achtig.... of eerlijk gezegd: één dame.
Wat de rest dacht, kon me niet schelen. En
zoo maakte ik me juist bespottelijk. Ze gin
gen me er een beetje tusschen nemen. Giste
ren hebben ze me op een beest van een paard
gezet. Ik heb alleen laten merken, dat ik
niet kon rijden, niet dat ik bang was. Maar ik
ben naderhand zièk geweest van den angst
positief ziek.
's Avonds vroegen ze, of ik niet danste.
Ze gingen naar een bal. Ik zei maar, dat ik
niet dansen kon. Toen grinnikte er iemand
en hij vroeg wat ik dan wèl kon. Laf of met,
ik had 'm een klap gegeven, als ik maar een
schijntje kans had gehad met vechten
Wat jullie groote kerels voor moed houden,
is niets dan kracht.Maar toch bèn ik
laf. Dat heb ik vanavond ontdekt.
Eén van de meisjes bleef ook thuis miss
Carter. Ze had haar enkel verstuikt. Dat was
het meisje, waar ik me iets van aantrok.
Ik wist natuurlijk, dat ik geen kans had, dus
ik liet niets merken. Ze was heel aardig, en
zong zelfs voor me. Ik zei, dat ik moe was
en vroeg naar bed wou. Ze keek verwonderd.
„Ik denk, dat ik opblijf tot ze thuiskomen,"
zei ze. „Tenminste, als ik 't niet te vervelend
vind alleen." En ze keek me door haar
wimpers heen aan. De bekoring was sterk,
maar als ik gebleven was, had ik me alleen
maar belachelijk gemaakt. Ik ging naar bed,
en zij bleef op.
Ik ging naar bed en viel in slaap. Ik werd
ergens wakker van. Ik dacht, dat 't een gil
was, een gil van een vrouw. Ik dacht, dat
zij 't kon zijn. Anders had ik vast en zeker
m'n hoofd diep onder de dekens gestopt en
geprobeerd hebben, weer in te slapen.
Maar nu trok ik mijn kamerjas aan en ging
de gang in. Van de trap scheen flauw licht
naar boven. Ik sloop er heen en keek door
de leuning. En toen bevroor mijn bloed....
tenminste zoo voe.de 't aan.
In de hall stond miss Carter bij de groote
klok als een marmeren beeld met de handen
achter den rug, 't hoofd achterover en den
inond half open. Een man stond onder aan
de trap, met zijn rug naar de treden, 't Was
een kolossale kerel en vlug als de bliksem.
En hij richtte een revolver op haar.
„Dus ik geef je 'n kwartier tijd om te be
slissen." zei hij, „dus tot twee uur als
we niet vóór dien tijd gestoord worden.
Dan.beslis ik, als je niet hebt toegestemd.
Ik zal je niet missen, Beatriceen mezelf
daamè ook niet."
Ik was bang, dat hij me kon hooren hui
veren.
„Genade 1" riep ze met een fluisterstem,
„medelijden l"
„Stil 1" beval hij.
Ze was stil. Zeer stil. Ik was het, die 't bijna
uitschreeuwde. Wat moest ik doen Wat
kón ik doen? Als ik naar beneden ging,
schoot hij mij óók neer. Ik begreep, dat ik
er dat op hoorde te wagen, maar ik kón me
eenvoudig niet bewegen. Het was alsof mijn
zinnen verdoofd waren, ik hoorde zelfs
met, al zag ik hem spreken. Maar eindelijk
drong haar stem tot me door, alsof ik wakker
schoot.
„Ik ben nog zoo jong 1" smeekte ze. „Ik
wil nog niet sterven 1 Ikik wil niet 1"
De klank van haar stem prikkelde me. Ik
besloot te gaan, al was 't alleen om me te
laten doodschieten. Maar ik wou haar réd
den 1 Ik dwong mezelf om te denken. Als
hij me hoorde en omkeek, zou ze tenminste
kunnen vluchten. Ze was even vlug als hij.
Ik keek rond, en zag een paar golf-clubs in
een hoek staan. Ik nam er een en trok mijn
pantoffels uit. Ik stond stil. Haar stem scheen
me naar haar toe te trekken, en de angst trok
me terug. Heel langzaam won haar stem het.
Als ik geen lafaard was, had ik naar haar toe
moeten rènnen. Ik telde de treden vier
entwintig. Ik geloof, dat ik ze mijn heele
leven zal blijven tellen. De trap der lafheid 1
„Nog vijf minuten," zei hij, „en dan....
de dood 1"
Dood 1 Ik ging één trede af, en telde weer
nog drieentwintig,Dood 1" herhaalde
ze, en ik kwam drie treden verder. Ze gaf
een zachten snik.... Twintig! Negentien 1
„Heb je nog iets te zeggen?" vroeg hij.
Onder dekking van zijn stem deed ik nog
een stapZoo sukkelde ik voort, aarze
lend, tot de elfde trede, de tiendeOm
's hemels wilzei ze. „Je hebt toch vroeger
van me gehouden...."
„Stilte 1" zei hij. „Nog één minuut 1"
Ze sloeg de- handen uit en keek op, en
zag me 1AchtZe schreeuwde en wees,
en hij keek naar me om. Ik hief de club hoog
op en holde naar hem toe. Die eene minuut
was ik geen lafaard 1
„Loop weg 1" riep ik haar toe. „Loop 1"
Maar ze sprong tusschen hem en mij in,
en stak de hand uit, als om me het slaan te
verbieden.
,,'t Is maar comedie riep ze. „We re-
peteeren een stukje 1"
Eerst geloofde ik haar niet, maar toen ik
hem aankeek, zag ik, dat 't waar was. Als
hij gelachen had, zou ik haar niet geloofd
hebben, maar hij deed zijn best om niet te
lachen
„Je weet toch, dat we morgen tooneel-
avond houden zei ze. „En je hebt gehoord,
dat hij Beatrice zei ik heet toch Evelyn
Ik liet de golf-club vallen. En opeens
lachte zij, ze schaterde het uitEn toen
was ik op de trap der lafheid zoo diep mogelijk
gezonken ik viel flauw.
kind, met haar lief onbedorven karakter,
doorstraalt het heele boek als een zonne
schijn in Mei. Haar oprechtheid en onge
kunsteldheid, haar onbekendheid met de
etiquette der „betere" kringen, haar een
voudige smaak en manieren, haar naïviteit,
doen haar den bijnaam verwerven van een
„enfant terrible", een ontzettend kind,
Arabella de verschr;kkelijke. Maar haar gou
den hart, haar zonrige onschuld en vroo-
Hjke levensmoed, leggen alle adellijke heeren
en groote hanzen aan haar voeten.
Onschuldige, vermakelijke ontspannings
lectuur, tintelend van echt gezonden humor.
„De man, die den moed had", door
Mla Siemer. Uitg.: Het Nederland
sche Boekhuis, Tilburg.
Deze roman schildert den strijd, die ge
voerd wordt in ieder menschenhart, den
strijd ausschen verlangen en plicht, 'n Strijd
die vele personen uit dezen roman hebben
te voeren zij het dan met verschillend re
sultaat. Vele karakters worden beschreven,
en op een wijze, welke het lezen van dit boek
tot een genot maakt. Het is een boeiende,
interessante familieroman, welke zich af.
speelt in den huidigen tijd.
staande plan ter sprake gebracht. Eeniger-
lel beslissing heeft het college intusschen
nog niet genomen.
..Arabella, de Verschrikkelijke"
Een vroolljke liefdesroman van
Berta Ruck. Uitg.: Het
Nederlandsche Beekhuis, Tilburg
Arabella, een leuke meld, wordt door
haar vader, een rijk geworden dorpskrulde-
nier van radicaal-politieke richting, die een
grooten dienst heeft bewezen aan den hoog
welgeboren heer Cattermole, in het hoog
adellijke gezin op „De Schuur" binnenge
loodst om er als „betalend logée" te ver
blijven, „als een stuk van de familie, zoo
gezegd" tot zij kan worden uitgehuwelijkt
aan een goede party.
„jy mot voor mün dochter eens een ge
schikte vryer zien oy te scharrelen," wordt
den ouden landedelman min of meer plas
tisch ter kennis gebracht.
Arabella, dat heerlijke frissche natuur-
Twee rapporten inzake de
6 pCt.-obligatiën
Aan het rapport van de heeren C. van
Oldenborgh, A Andriesse, ir. C. J. van Dus-
seldorp, E. Edersheim en W. J. M. Marcelis
ontleenen wij het volgende:
Tot heden werd bij het comité f n.ooo.ooo
nominaal aan obligatiën gedeponeerd.
Het is de verhouding tusschen Holland
Amerika Lijn en Maildienst, vooral in ver
band met de overdracht van het s.s. „Volen-
dam," die voedsel had gegeven aan de mee
ning. dat de directie der HollandAmerika
Lijn bewust haar eigen aandeelhouders en
obligatiehouders had benadeeld ten gunste
harer dochtermaatschappij.
Van bevoegde zijde is ons de stellige ver
zekering gegeven, dat van zulk een politiek
nooit sprake is geweest en dat de gewraakte
overdracht van het s.s. „Volendam" geens
zins met algemeene instemming door den
Raad van Commissarissen van den Mail
dienst werd begroet. Er bestond in dien
Raad een sttooming, welke voldoening door
de HollandAmerika Lijn van haar schuld
aan den Maildienst in contanten verlangde.
Deze minderheid heeft ten slotte moeten
zwichten voor de meerderheid, die in hoofd
zaak bestond uit de commissarissen, die het
zij persoonlijk of door hunne collega's, te
vens zifting hadden in den Raad van Com
missarissen der HollandAmerika Lijn.
Uit dezen gang van zaken zou men eerder
kunnen opmaken, dat het Maildienst-belang
voor dat der HollandAmerika Lijn heeft
moeten wijken, dan omgekeerd.
Uit de dooi de Vennootschap aan het Co
mité verstrekte gegevens is gebleken, dat
kasmiddelen voor de betaling van de Novem
ber-coupon ruimschoots aanwezig zijn.
Wanneer niettemin de groote meerderheid
van het Comité tot de conclusie is gekomen,
in het gevraagde uitstel van couponbetaling,
zij het ook onder krachtige reserves, te moe
ten toestemmen, dan is dat geschied in de
overtuiging, dat hiermede het welbegtepen
belang van obligatiehouders het beste ge
diend zoude zijn.
Hef comité heeft, zich met de directie der
HollandAmerika Lijn in verbinding gesteld
en de toezegging verkregen, dat men van die
zijde accoord zoude gaan met het volgend ge
amendeerd voorstel
Een uitstel van zes maanden voor de be
taling van de coupon vervallende i November
1931 kan worden verleend onder de volgende
voorwaarden
10. Het comité heeft het recht om zonder
nadere raadpleging van de obligatiehouders,
die hun obligatiën bij hem hebben ingeleverd,
het aanvankelijk voor zes maanden verleende
uitstel te allen tijde na verloop van de eerste
drie maanden te beëindigen en volledige be
taling van de per 1 November 1931 ver
schenen coupon te vorderen:
20. Een gedelegeerd commissaris zal wor
den benoemd aan wien een aantal bevoegd
heden zal worden toegekend;
a. Kennis nemen van het archief, de boek
houding. enz.;
b. Toegang tot alle kantoren, schepen,
enz.;
c. Wanneer de gedelegeerd commissaris,
na overleg met de directie wenschelijk acht
dat eenig besluit door haar genomen wordt,
doet hij daarvan mededeeling
d. Indien de directie bezwaar heeft om
het haar door den gedelegeerd commissaris
voorgelegde besluit te nemen, doet zij hem
daarvan onverwijld medtd.eüng. Hij is dan
gerechtigd daaromttent de beslissing van den
raad van commissarissen te vragen.
De raad van commissarissen zal binnen 14
dagen, nadat her geschil tusschen den gedele
geerd commissaris en de directie gerezen is.
zijne beslissing daarover aan den gedelegeerd
commissaris en aan de directie mededeelen;
e. Indien de raad van commissarissen
overeenkomstig het gevoelen der directie be
slist of zich binnen dezen termijn van eene
beslissing onthoudt, zal de gedelegeerd com
missaris hiervan aan het comité terstond ken
nis geven, dat daarop de bevoegdheid heeft
om het verleende uitstel, ook binnen den
termijn van de eerste 3 maanden, te beëin
digen;
f. De directie zal binnen de grenzen, door
den gedelegeerd commissaris te stellen, voor
dat zij besluiten neemt, daarover met deze
overleg plegen. Rijst tusschen hem en haar
te dezer zake geschil, dan zal de weg worden
gevolgd sub d. en e. omschreven;
g. De gedelegeerde a het comité geregeld
op de hoogte houden va 1 z jn werkzaamhe
den;
h. De gedelegeerde heeft het recht zich
na raadpleging met het comité de noodige
deskundige hulp te assumeeren;
i. De in overleg met de vennootschap vast
gestelde remunerate van den gedelegeerde en
zijn hiervoren genoemde helpers zal door de
Vennootschap worden gedragen.
30. De Vennootscnap zal ten behoeve van
den trustee der leening voor t 720.000.on
verwijld een hypotheek vestigen op eén der
drie motorschepen „DrechtdijK," „Delitdiju -
of „Damsterdijk." ter keuze van den Gedele
geerd Commissaris tot grootere zekerheid
van de vordering, welke de houders harer
obligatiën tegen haar hebben tot betaling
1 Nc
'ermun.
van den op 1 November 1931 vervallen rente-
Onder deze omstandigheden heett het Co
mité in een stemming van 5 tegen 2 besloten,
aan bovengenoemd geamendeerd voorstel in
de vergadering van 30 October a.s. zijn stem
te geven.
De meening der heeren mr.
A. I. Hankes Drielsma en
drs. W. Wiilems.
De heeren mr. A. J. Hankes Drielsma en
drs. W. Wiilems deelen o.m. het volgende
mede
Het moge dan juist zijn in de korte
spanne tijds, welke sedert de vorming van
ons comité is verloopen, was geen gelegen
heid ten aanzien daarvan een welgetundeerde
opinie te vormen dat de rente, welke per
1 November vervalt niet of niet geheel ver
diend is, zulks behoeft, zoolang de liqui
diteit der maatschappij daardoor niet in ge
vaar komt, niet te nopen tot stopzetting der
rentebetaling.
Wij meenen, dat de H.A.L. goed zal
doen reeds thans met obligariehouders in
overleg te treden ten aanzien van den volgen
den vervaldag en het comité is bereid om in
alle opzichten mede te werken tot een grondig
onderzoek van de maatschappij en tot het
onbevangen voorleggen aan obligatiehouders
van zijn bevindingen en adviezen. Een periode
van 6 maanden is stellig voldoende om een
grondig oordeel te 'vormen, zoödat de beslis
sing over de aflossing en de Mei-coupon '.z.t.
met kennis van zaken genomen zal kunnen
worden.
Wij meenen op grond van onze onderzoe
kingen thans reeds, dat er ernstige aanlei
ding is te veronderstellen, dat er van een in
gebreke sprake is en dat uit dien hoofde
krachtens art. 13 alinea 2 van de trus'acte
de leening in haar geheel als opcischbaar
moet worden beschouwd.
Indien zulks zoo is, ts de maatschappij in
gebreke, wat het fourneeren van activa be
tref', en de trustee tn het uitoefenen van zijn
toezichtsverplichtingen.
Samenvattend meenen wij
dat er op dit moment, gezien de oogen-
blikkelijke liquiditeitspositie der maatschappij
en haar voor de naaste toekomst verwachte
ontwikkeling, ook na betaling der Novem
ber-coupon geen gevaar bestaat
dat de greep op de maatschappij door
obligatiehouders volstrekt met verforen gaat
bij betaling van die coupon, zoodat het. ook
door ons gewenschte, bewind over de maat
schappij, zij het wellicht niet onmiddellijk,
verkregen zal kunnen worden
dat er dus voor obligatiehouders geenerlei
aanleiding is het voorstel van de maat
schappij aan te nemen en hun ware belangen
het beste gediend zijn door een categorische
weigering.
Noode maar niettemin overtuigd, dat het
de tuiste weg is gaan wu er dan ook toe over
aan recuhouders het advies te geven hun
stukken onder het comité terug te vragen,
teneinde op de vergadering van 30 October in
dezen geest zelf stem uit te brengen tegen het
voorstel van de maatschappij.
Vergadering-
Gisteren nu werd te Amsterdam een ver
gadering gehouden van houders van reru's
van 6 pet. obligatiën, waar het comité rap
port zou uitbrengen.
De voorzitter, de heer G. van Oldenborg,
maakt er de vergadering op attent, dat een
teder, die het met eens is met het meerder
heidsrapport, van het comité een volmacht zal
kunnen krijgen, om zelve zijn stem op de ver
gadering van 30 October uit te brengen.
De voorzitter doet hierna voorlezing van
het meerderheidsrapport.
De heet Drs. W. Wiilems doet daarop voor
lezing van het minderheids-rapport.
De heer Wiggers merkt op, dat, wanneer
er deskundigen moeten worden benoemd,
deze geheel onafhankelijk moeten zijn van de
HollandAmema-Lijn. Wellicht is het zelfs
betr financteele dan scheepvaartdeskundigen
aan te wijzen.
De heer Wesseling zegt. dat er geen be
scherming noodig ts voor de Holland—
Amerika Lijn doen voor de obligatiehouders.
De heer mr. Hankes Drieslma stelt voor,
dat er een verband za) blijven eventueel via
hemzelven en den heer Wiilems tusschen
houders van minstens f 6 millioen obligaties
teneinde deze zaak te doen onderzoeken
(applaus). Het comité wenscht zich daarom
trent nog niet uit te laten.
Een andere obligatiehouder zegt, dat hij
het jammer vindt, dat de minderheid zoo
energiek aandringt op betaling van de No
vember-coupon.
De heer Mr. Hankes Drielsma zegt, dat de
minderheid zich wel haar verantwoorde
lijkheid bewust is en dat de beide standpun
ten van het comité reeds dicht bij elkaar heb
ben gestaan Indien slechts overeenstemming
mogelijk was geweesi op het punt van den ge
delegeerde en indien men bereid is alsnog
een onafhankelijk financieel deskundige naast
den heer Bronsing te aanvaarden, dan wil
spreker zich alsnog bij de meerderheid aan
sluiten (Aoplaus).
De voorzitter sluit hierna de discussies en
deelt mede. dat volmachten verkrijgbaar zijn
aan het secretariaat van de Vereeniging voor
den Effectenhandel
Nadat de vergadering was gesloten, protes
teerde een der obligatiehouders nog tegen het
tijdige sluiten der discussies. Deze obligatie
houder wenschte, en klaarblijkelijk velen met
hem. zelve zijn stem uit te brengen op de te
Rotterdam op 30 October te houden verga
dering.
211. „Heb Je me wel eens een panne-
koek zien omhoog gooien?" vroeg Harle
kijn aan den hofkok. „Het zal wat zyn,"
zei de kok, minachtend; „maar ga Je
gang." Daar wilde Harlekyn hem nu juist
hebben.
212. Want het hoofd der konlnkiyke
ïyfwacht had hem verzocht eens te gaan
kyken of er nog taartjes ln de keuken
waren. „Een oogenblikje!" riep Harlekyn.
Hy wierp den pannekoek in de hoogte,
terwijl de kok stond te grinniken.
213. Maar toen de pannekoek op het
hoofd van den grinnikenden kok terecht
kwam, duurde het wel tien minuten eer
hy den pannekoek uit z'n oogen en uit
z'n gezicht gewreven had. Harlekyn was
toen verdwenen en met nem een heele
schaal met konlnkiyke roomtaartjee.
•eaaaaaBeBaeeBBeBBBeBawMeeeeeaBaeeeaaaaeeai