Binnenlandsch Nieuws THERMOGENE DE GRAPJAS HARLEKIJN! 2^2 Voor de Huiskamer HOEST, BRONCHITIS, RHEU- MATIEK, EN ZENUWPIJNEN. Rijksuitkeeringen aan Gemeenten en Provincies Rotterdam in financieele moeilijkheden Gebrek aan liquide middelen De trap der lafheid FIN ANCIEN BOEKBESPREKING Holland-Amerika-Lijn Hoe Harlekijn er met de taartjes van door &in& Uit bewogen dagen Duitschland door Lnxembnrg zon trekken.... Overleg met België In 1914. De Brusselsche „Soir" ls begonnen met het publiceeren van uittreksels uit een werk van den huldigen chef van den Belgischen gene- ralen staf, generaal Galet. In haar nummer d-d. 24 October haalt Le Soir een deel aan van het hoofdstuk door den schrijver gewijd aan de houding van de Nederlandsche Regeering onmiddel lijk voor de oorlogsverklaring in 1914, ten opzichte van België. Zoo vertelt generaal Galet dat baron Fallon, de toenmalige ge zant van België in Den Haag, op 27 Juli een onderhoud had met den Nederlandschen Minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr. Loudon, die hem had ontboden. Jhr. Loudon wenschte te weten, welke maatregelen door België waren getroffen in verband met den ernstigen toestand. JDe (Nederlandsche) Mi nister van Defensie, zelde hij, wenscht te vernemen, welke deze maatregelen zijn. U zult begrijpen, dat wij ons in dezelfde situa tie bevinden en beiden evenzeer bedreigd zijn, daar de mogelijkheid bestaat van een Duit- scbe poging om, over Nederlandsch-Limburg, door België te passeeren en de forten van Luik te ontwijken. Onze verdediging zou dan gemeenschappelijk moeten gebeuren. Het zou dan ook nuttig zijn, dat de Minister van Defensie, nu reeds, op de hoogte werd ge bracht van de te Brussel besloten maatrege len om aan de ernstige gebeurtenissen, die op til zijn, het hoofd te kunnen bieden. Twee dagen later liet baron Fallon te Brussel weten, dat de Nederlandsche gene rale staf. den vorigen winter, ren eventueele schending van het Nederiandsch-Limburg- sche grondgebied, zeer grondig had bestu deerd en sommige officieren van den Neder landschen staf toen het oordeel hadden uit gesproken, dat de Nederlandsche troepen zich, bij een dergelijken inval, niet in de richting van Amsterdam moesten terugtrek ken, maar zich op Belgisch grondgebied moesten begeven en er samen met het Bel gische leger, den gemeenschappelijken vijand bestrijden. Een ernstig bezwaar was alleen het opperbevel, dat, naar het oordeel van sommigen, niet aan koning Albert kon wor den toevertrouwd, omdat de Nederlandsche troepen dit niet zouden hebben aanvaard. De kwestie was toen ook zonder antwoord ge bleven, is de gedachte dat men het, eens geplaatst voor de werkelijkheid, daarover wel makkelijk eens zou worden. Deze verklaringen en mededeelingen bewe zen, aldus generaal Galet, dat de Belgische concentratie op de Maas steek hield. De volgende dagen drong Jhr. Loudon herhaaldelijk aan op het bekomen van bet Belgische antwoord, maar de Belgen meen den hun neutraliteltsplicht in acht genomen, zoolang zü niet werkelijk bedreigd waren, dit antwoord niet te kunnen geven. De Ne der landfche regeering ontving, evenals de re geeringen van andere staten, mededeellng van het Belgische mobilisatiebesluit en van de concentratie van het Belgische leger op zyne strategische stellingen. Op 30 Juli kwam de secretaris-generaal van het Belgische departement van Buiten landsche Zaken, baron van der Eist, ten paleize aan den Koning vragen, wat er aan Nederland moest worden geantwoord. Gene raal (toen kapitein) Galet woonde het on derhoud bij en gaf den raad aan Nederland den wensch te kennen te geven, het Neder landsche leger op een defensie-linie achter het front RoermondVenlo erf achter de moerassen van de Peel te zien opstellen. Ik geloof echter niet, aldus Galet, dat dit ant woord werd verzonden. De Minister van Buitenlandsche Zaken moet het als voorba rig hebben beschouwd. „Toen baron Fallon op 3 Aug. bij Jhr. Loudon terugkeerde, ten einde te bekomen dat de gouverneur van Maastricht overleg zou moeten plegen met generaal Leman, gouverneur der vesting Luik, werd hij. aldus Galet, niet meer met dezelfde groote voorko mendheid als de vorige dagen ontvangen. Zijn vraag werd ontweken. De regeering te 's-Grvenhage had Justl de verzekering ont vangen van de Duitsche regeering dat haar grondgebied geëerbiedigd zou worden. Zij deelde ons zulks, denzelfden dag. loyaal mede.™ De Zuigelingensterfte Een laagterecord bereikt De sterfte van kinderen beneden één jaar, vertoonde in 1930, aldus het verslag van de Inspectie voor hygiëne van het kind, de tuberculosebestrijding, enz., een belangrijke daling en tegelijk een nieuw laagterecord. Het sterftecijfer van 5.09 per 100 leven gebcrenen is zeker alleszins gunstig te noemen Het sterftecijfer dat in 1926 nog 6.11 be droeg, was in 1927 5.87, 1928 5.24, steeg in 1929 tengevolge van de koude in Februari en Maart tot 5.90, en is nu, gelijk gezegd, ge daald tot 5.09. In alle provincies valt een daling van de zuigelingensterfte waar te nemen, waarbij tevens voor alle provincies, behalve Gelder land en Overijssel, een nieuw laagtercord be reikt werd. Opnieuw vertoont Noord-Brabant het hoogste sterftecijfer (7.16) op den voet gevolgd door Limburg (7). Een gestadige, zij het langzame vooruitgang ls echter ook hier te boeken. Het laagste sterftecijfer geeft goed op de huid gelegd, bestrijdt metsutcei Thermogene genie» sedert 1896 een wereld- reputatie Ze is een eenvoudig, gemakkelijk tn altijd doeltreffend geneesmiddel Men kan ie gebruiken, tonder zijn geregelde werkzaamheden te onderbreken. Bij «padeier* en JnfMtn. Htclt dooi 75 el Halet dooi 45 et Ebcht Hoilandschc verpakking 3 Friesland (3.74) met kleine verschillen ge volgd door Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht (resp. 3.94, 3.95 en 3.97). Van 6e groote steden heeft Den Haag het sterftecijfer 3.71, (Amsterdam 3.57. Gronin gen 3 91, Haarlem 4.59, Utrecht 3.29). Invoerbelenunering gevraagd In het belang van onze schoen-industrie. De Federatie van Nederlandsche Schoen fabrikanten heeft aan den minister van Ar beid, H. en N. een uitvoerig adres gezonden, waarin met t oog op den huidigen toestand der schoenindustrie hier te lande de tot standkoming op korten termijn van invoer- belemmerende maatregelen wordt bepleit. Het Kamerlid Kampschöer Aan de keel geopereerd. De heer G. W. Kampschöer. lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en bur gemeester van Monster, ls Dinsdagmiddag aan de keel geopereerd. De operatie is goed geslaagd. Wetsvoorstel tot tijdelijke korting ingediend Ingediend is een wetsontwerp tot tijdelijke korting op de uitkeeringen, bedoeld ln art. 3 onder b. van de wet van 15 Juli 1929 (Stbl. no. 388) en in art. 72 van de wet van 17 Juni 1905 (StbL no. 210). Aan de Memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend: De sinds de indiening der begrooting nog scherper op den voorgrond getreden nood zakelijkheid tot beperking van 's Rijks uit gaven heeft onder meer de vraag aan de orde gesteld, of de vaste uitkeeringen van het Rijk aan de provinciën en de gemeenten in dezen tijd onverkort behooren te worden gehand haafd. Verschillende motieven voert de minister aan om die vraag ontkennend te beantwoor den en duidelijk te maken dat voor een tij delijke verlaging van de uitkeering aan het gemeentefonds thans gewichtige redenen zijn. Toch zou de regeering op dit oogenblik wel licht nog niet een voorstel tot verlaging heb ben gedaan, indien niet nog een andere factor het voorafgaande kwam versterken. Zooals bekend ls, bestaat van Rijkswege het voornemen een matige korting op de ambte naarssalarissen aan te brengen, welke blijft beneden de daling van het Indexcijfer. De regeering heeft gemeend, dat bij het ernstig aanzien, dat de financleele toestand allengs heeft gekregen, er alle aanleiding bestaat, de bovenvermelde, meer algemeens overwegingen nu althans in zóóver practisch geldend te maken, dat het elders gegeven voorbeeld wordt gevolgd, en ook ten onzent op de uitkeeringen aan de gemeenten een korting wordt toegepast, welke in overeen stemming is met de van Rijkswege voorge nomen salariskorting. De gemeente-wedden Volgens het onderhavige ontwerp zal gedu rende de eerstvolgende drie jaren op de vaste uitkeering, welke Jaarlijks ingevolge de wet op de financleele verhouding aan de gemeen ten gedaan wordt, drie pet. worden gekort van het gezamenlijk bedrag dat aan wedden en loonen over 1931 door elke gemeente is bepaald. Het gekozen percentage stemt or la veer overeen met wat per saldo gekort zal worden op de gezamenlijke Rijkssalarissen en meenten en provinciën de voorgenomen kor ting met de bekende degressie. De gemeenten zijn uiteraard, wanneer zij tot korting over gaan, niet aan deze laatste methoden ge bonden. Hetzelfde beginsel wordt toegepast ten aan zien van de provincies. Ook zij zullen door toepassing van een weddekorting, welke in overeenstemming is met die van het Rijk, zich voor schade ln hun budget kunnen be hoeden. In hoever overigens de verschillende ge meenten en provinciën de vorgenomen kor ting op de Rij ksultkeering zullen doorgeven als korting op de door haar te betalen wed den, valt te voren niet met zekerheid te zeg gen. In vele gevallen zal dit stellig geschie den. De door het ontwerp gekozen vorm laat ten deze alle vrijheid. De gemeente Rotterdam heeft momenteel 'n nijpend gebrek aan liquide middelen gekre gen. Verschillende pogingen zijn reeds ln het werk gesteld om in dezen geldnood te voor zien. doch de bankiers, welke de gemeente geregeld van kasmiddelen voorzien, blijken thans niet ln staat deze voorschotten te ver strekken. Pogingen, bij andere financieele instellingen aangewend, blijven eveneens zender resultaat. Ook op een verzoek aan de Nederlandsche Bank om het bedrag der an. tlclpatle-biljetten te verhoogen, werd niet ingewilligd. Aan het sluiten van een nieuwe leening om de buitengewone uitgaven, welke uit gewonne middelen zijn gedaan, op den kapitaaldienst te financieren, behoeft in dezen tijd niet te worden gedacht. De Jong ste eenige maanden geleden gesloten leening der gemeente Rotterdam was *n conversie- leening en bracht alzoo geen verruiming van geldmiddelen. Een en ander heeft tot gevolg, dat de ge meente Rotterdam, thans niet bi) machte is om aan de bankiers de aflossingen te vol doen welke per I November aa. zullen ver vallen. Algemeen beschouwt men t de taak der re. geering om dezen uit de crisis voortvloeien- den noodtoestand uit de wereld te helpen. Een beroep op de regeering is niet alleen door Rotterdam, maar ook reeds door andere gemeenten gedaan. In Rotterdam ls de si tuatie echter wel van zeer urgenten aard ln verband met de per 1 November aa. terug te betalen voorschotten aan bankinstellingen. Ten einde misvatting omtrent de moeilijke situatie, waarin de gemeente Rotterdam ver keert, te voorkomen, wil de „Msb." er op wij. zen, dat deze niet het direct gevolg is van een daling der gemeentelijke inkomsten, maar van de stagnatie op de leeningmarkt. Voor een paniekstemming is geen grond aanwezig. Het Wapenbestand Nederlandsche regeering tot aanvaarding bereid De Nederlandsche regeering heeft den secretaris-generaal van den Volkenbond in antwoord op diens circulaire nopens het door de Xlle Vo'kenbondsvergadering aangeno men Wapenbestand meedegedeeld, dat de Nederlandsche Regeering bereid is, overeen komstig de bepalingen van de desbetreffende resolutie en van het door de vergadering aangenomen rapport, het Wapenbestand te aanvaarden. Internationale Ontwapenings conferentie te Parijs De deelneming uit Nederland uiting te geven aan den wensch tot Interna tionale Ontwapening, krachtig te steunen. Na het goed-geslaagde dagblad-petitionne ment zorge Neder'and voor een flinke dele gatie naar deze Parijsche conferentie, waar juist in dezen tijd de Volkenbond meer dan tot dusver den moreelen steun der volken noodig heeft. Giften voor de voorbereiding dezer confe rentie storte men op de girorekening van den secretaris-penningmeester Ds. J. B. Hugenholtz, No. 123046 te Ammerstol. De Koloniale Tentoonstelling te Parijs Voor de deelneming aan de Internationale Ontwapeningsconferentie die op 26 en 27 November a.s. op initiatief van Lord Cecil te i rir)S van het college van B. en W. het boven- Overbrenging van het Nederlandsch paviljoen te Vincennes naar Den Haag? De Haagsche correspondent van het .Han delsblad" meldt: Reeds eenigen tijd bestaan er plannen om het Nederlandsche paviljoen op de Interna tionale Koloniale Tentoonstelling te Vincen nes na afloop der expositie elders in ons land weder op te bouwen, met name te 's-Gravenhage. Toen nu de Haagsche burgemeester, jhr. Bosch ridder van Rosenthal deze maand te Parijs was, op uitnoodiging van het ge. meentebestuur van de Franschï hoofdstad heeft hij natuurlijk ook de koloniale ten toonstelling bezocht, waarvan hij, als zoo- velen. enthousiast in de residentie is terug gekeerd. De burgemeester heeft nu in een vergade- Parijs gehouden zal worden, hebben zich uit Nederland de volgende vereenigingen aange meld: Arbeldsgroep van Doopsgezinden tegen den Krijgsdienst. Comité van actie dienstweige ringsmanifest „Mobiliseeren". Internationale Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid, afd. Nederland. Jongeren Vredesfederatie. Kerk en Vrede. Neder'andsche Dagbladpers. Neder landsche Esperantisten vereenlging. Nooit- meer-oorlog federatie. RK. Volkspartij. R.K. Vredesbond in Nederland. Rotary Internatio nal. Vrijzinnig-Democratische Bond. Verschillende vereenigingen overwegen nog het zenden van een afgevaardigde, terwijl van verschillende zijden sympathiebetuigin gen en bijdragen zijn ingekomen o.a. van H. H. H. H. Exc. de Bisschoppen der R.K. Kerk; van de Orde van Vrijmetselaren „Grootoosten der Nederlanden". Het voorbe reidend comité in Nederland ls thans als volgt samengesteld: Mr. J. Ka'ff te Wasse naar, voorzitter; Ds. J. B. Th. Hugenholtz te Ammerstol, secretaris-penningmeester; Pater Mr. Beaufort O. F. M. te Woerden; Robert Peereboom te Haarlem. Het Comité doet een dringend beroep op de Nederlandsche bevolking, daze internationale Ontwapeningsconferentie, waar vertegenwoor digers uit alle kringen der bevolking welkom zijn, om op massale en eendrachtige wijze Ik heb altijd vermoed, dat ik een lafaard was, maar ik wou 't nooit toegeven, zelfs niet tegenover mezelf. Ik verbeeldde me, dat ik niet aan sport en zoo deed, tenminste sport waarbij 't een beetje ruw toegaat omdat, ik door mijn tengerheid toch niets bereiken kon. Onder mijn eigen lui studenten en schrijvers en artistqn sloeg ik geen kwaad figuur. Ik ben met glans gepromoveerd, vier jaar geleden. Een beroep heb ik niet. Mijn vader heeft me fortuin nagelaten. Soms denk ik, dat dat mijn ongeluk geweest is. Ik heb wiskunde en geschiedenis gestu deerd. Ik had een vriend, die in 't leger wou, en kort voor zijn examen ziek werd. Ik heb hem geholpen met wiskunde en hem er door ge haald. Ik wou natuurlijk geen geld hebben, maar hij wou toch zijn dankbaarheid toonen. Hij vroeg me op Exbury Hall. Ik voelde me daar als een kat in een vréémd pakhuis, een slap boekenwormpje tusschen groote, gespierde kerels. Ze bedoelden 't niet slecht met me, maar ik wou niet toege ven, dat ik niet mee kon doen. Niemand wordt graag voor een weekeling aangezien door de dames. De dames maakten me zenuw achtig.... of eerlijk gezegd: één dame. Wat de rest dacht, kon me niet schelen. En zoo maakte ik me juist bespottelijk. Ze gin gen me er een beetje tusschen nemen. Giste ren hebben ze me op een beest van een paard gezet. Ik heb alleen laten merken, dat ik niet kon rijden, niet dat ik bang was. Maar ik ben naderhand zièk geweest van den angst positief ziek. 's Avonds vroegen ze, of ik niet danste. Ze gingen naar een bal. Ik zei maar, dat ik niet dansen kon. Toen grinnikte er iemand en hij vroeg wat ik dan wèl kon. Laf of met, ik had 'm een klap gegeven, als ik maar een schijntje kans had gehad met vechten Wat jullie groote kerels voor moed houden, is niets dan kracht.Maar toch bèn ik laf. Dat heb ik vanavond ontdekt. Eén van de meisjes bleef ook thuis miss Carter. Ze had haar enkel verstuikt. Dat was het meisje, waar ik me iets van aantrok. Ik wist natuurlijk, dat ik geen kans had, dus ik liet niets merken. Ze was heel aardig, en zong zelfs voor me. Ik zei, dat ik moe was en vroeg naar bed wou. Ze keek verwonderd. „Ik denk, dat ik opblijf tot ze thuiskomen," zei ze. „Tenminste, als ik 't niet te vervelend vind alleen." En ze keek me door haar wimpers heen aan. De bekoring was sterk, maar als ik gebleven was, had ik me alleen maar belachelijk gemaakt. Ik ging naar bed, en zij bleef op. Ik ging naar bed en viel in slaap. Ik werd ergens wakker van. Ik dacht, dat 't een gil was, een gil van een vrouw. Ik dacht, dat zij 't kon zijn. Anders had ik vast en zeker m'n hoofd diep onder de dekens gestopt en geprobeerd hebben, weer in te slapen. Maar nu trok ik mijn kamerjas aan en ging de gang in. Van de trap scheen flauw licht naar boven. Ik sloop er heen en keek door de leuning. En toen bevroor mijn bloed.... tenminste zoo voe.de 't aan. In de hall stond miss Carter bij de groote klok als een marmeren beeld met de handen achter den rug, 't hoofd achterover en den inond half open. Een man stond onder aan de trap, met zijn rug naar de treden, 't Was een kolossale kerel en vlug als de bliksem. En hij richtte een revolver op haar. „Dus ik geef je 'n kwartier tijd om te be slissen." zei hij, „dus tot twee uur als we niet vóór dien tijd gestoord worden. Dan.beslis ik, als je niet hebt toegestemd. Ik zal je niet missen, Beatriceen mezelf daamè ook niet." Ik was bang, dat hij me kon hooren hui veren. „Genade 1" riep ze met een fluisterstem, „medelijden l" „Stil 1" beval hij. Ze was stil. Zeer stil. Ik was het, die 't bijna uitschreeuwde. Wat moest ik doen Wat kón ik doen? Als ik naar beneden ging, schoot hij mij óók neer. Ik begreep, dat ik er dat op hoorde te wagen, maar ik kón me eenvoudig niet bewegen. Het was alsof mijn zinnen verdoofd waren, ik hoorde zelfs met, al zag ik hem spreken. Maar eindelijk drong haar stem tot me door, alsof ik wakker schoot. „Ik ben nog zoo jong 1" smeekte ze. „Ik wil nog niet sterven 1 Ikik wil niet 1" De klank van haar stem prikkelde me. Ik besloot te gaan, al was 't alleen om me te laten doodschieten. Maar ik wou haar réd den 1 Ik dwong mezelf om te denken. Als hij me hoorde en omkeek, zou ze tenminste kunnen vluchten. Ze was even vlug als hij. Ik keek rond, en zag een paar golf-clubs in een hoek staan. Ik nam er een en trok mijn pantoffels uit. Ik stond stil. Haar stem scheen me naar haar toe te trekken, en de angst trok me terug. Heel langzaam won haar stem het. Als ik geen lafaard was, had ik naar haar toe moeten rènnen. Ik telde de treden vier entwintig. Ik geloof, dat ik ze mijn heele leven zal blijven tellen. De trap der lafheid 1 „Nog vijf minuten," zei hij, „en dan.... de dood 1" Dood 1 Ik ging één trede af, en telde weer nog drieentwintig,Dood 1" herhaalde ze, en ik kwam drie treden verder. Ze gaf een zachten snik.... Twintig! Negentien 1 „Heb je nog iets te zeggen?" vroeg hij. Onder dekking van zijn stem deed ik nog een stapZoo sukkelde ik voort, aarze lend, tot de elfde trede, de tiendeOm 's hemels wilzei ze. „Je hebt toch vroeger van me gehouden...." „Stilte 1" zei hij. „Nog één minuut 1" Ze sloeg de- handen uit en keek op, en zag me 1AchtZe schreeuwde en wees, en hij keek naar me om. Ik hief de club hoog op en holde naar hem toe. Die eene minuut was ik geen lafaard 1 „Loop weg 1" riep ik haar toe. „Loop 1" Maar ze sprong tusschen hem en mij in, en stak de hand uit, als om me het slaan te verbieden. ,,'t Is maar comedie riep ze. „We re- peteeren een stukje 1" Eerst geloofde ik haar niet, maar toen ik hem aankeek, zag ik, dat 't waar was. Als hij gelachen had, zou ik haar niet geloofd hebben, maar hij deed zijn best om niet te lachen „Je weet toch, dat we morgen tooneel- avond houden zei ze. „En je hebt gehoord, dat hij Beatrice zei ik heet toch Evelyn Ik liet de golf-club vallen. En opeens lachte zij, ze schaterde het uitEn toen was ik op de trap der lafheid zoo diep mogelijk gezonken ik viel flauw. kind, met haar lief onbedorven karakter, doorstraalt het heele boek als een zonne schijn in Mei. Haar oprechtheid en onge kunsteldheid, haar onbekendheid met de etiquette der „betere" kringen, haar een voudige smaak en manieren, haar naïviteit, doen haar den bijnaam verwerven van een „enfant terrible", een ontzettend kind, Arabella de verschr;kkelijke. Maar haar gou den hart, haar zonrige onschuld en vroo- Hjke levensmoed, leggen alle adellijke heeren en groote hanzen aan haar voeten. Onschuldige, vermakelijke ontspannings lectuur, tintelend van echt gezonden humor. „De man, die den moed had", door Mla Siemer. Uitg.: Het Nederland sche Boekhuis, Tilburg. Deze roman schildert den strijd, die ge voerd wordt in ieder menschenhart, den strijd ausschen verlangen en plicht, 'n Strijd die vele personen uit dezen roman hebben te voeren zij het dan met verschillend re sultaat. Vele karakters worden beschreven, en op een wijze, welke het lezen van dit boek tot een genot maakt. Het is een boeiende, interessante familieroman, welke zich af. speelt in den huidigen tijd. staande plan ter sprake gebracht. Eeniger- lel beslissing heeft het college intusschen nog niet genomen. ..Arabella, de Verschrikkelijke" Een vroolljke liefdesroman van Berta Ruck. Uitg.: Het Nederlandsche Beekhuis, Tilburg Arabella, een leuke meld, wordt door haar vader, een rijk geworden dorpskrulde- nier van radicaal-politieke richting, die een grooten dienst heeft bewezen aan den hoog welgeboren heer Cattermole, in het hoog adellijke gezin op „De Schuur" binnenge loodst om er als „betalend logée" te ver blijven, „als een stuk van de familie, zoo gezegd" tot zij kan worden uitgehuwelijkt aan een goede party. „jy mot voor mün dochter eens een ge schikte vryer zien oy te scharrelen," wordt den ouden landedelman min of meer plas tisch ter kennis gebracht. Arabella, dat heerlijke frissche natuur- Twee rapporten inzake de 6 pCt.-obligatiën Aan het rapport van de heeren C. van Oldenborgh, A Andriesse, ir. C. J. van Dus- seldorp, E. Edersheim en W. J. M. Marcelis ontleenen wij het volgende: Tot heden werd bij het comité f n.ooo.ooo nominaal aan obligatiën gedeponeerd. Het is de verhouding tusschen Holland Amerika Lijn en Maildienst, vooral in ver band met de overdracht van het s.s. „Volen- dam," die voedsel had gegeven aan de mee ning. dat de directie der HollandAmerika Lijn bewust haar eigen aandeelhouders en obligatiehouders had benadeeld ten gunste harer dochtermaatschappij. Van bevoegde zijde is ons de stellige ver zekering gegeven, dat van zulk een politiek nooit sprake is geweest en dat de gewraakte overdracht van het s.s. „Volendam" geens zins met algemeene instemming door den Raad van Commissarissen van den Mail dienst werd begroet. Er bestond in dien Raad een sttooming, welke voldoening door de HollandAmerika Lijn van haar schuld aan den Maildienst in contanten verlangde. Deze minderheid heeft ten slotte moeten zwichten voor de meerderheid, die in hoofd zaak bestond uit de commissarissen, die het zij persoonlijk of door hunne collega's, te vens zifting hadden in den Raad van Com missarissen der HollandAmerika Lijn. Uit dezen gang van zaken zou men eerder kunnen opmaken, dat het Maildienst-belang voor dat der HollandAmerika Lijn heeft moeten wijken, dan omgekeerd. Uit de dooi de Vennootschap aan het Co mité verstrekte gegevens is gebleken, dat kasmiddelen voor de betaling van de Novem ber-coupon ruimschoots aanwezig zijn. Wanneer niettemin de groote meerderheid van het Comité tot de conclusie is gekomen, in het gevraagde uitstel van couponbetaling, zij het ook onder krachtige reserves, te moe ten toestemmen, dan is dat geschied in de overtuiging, dat hiermede het welbegtepen belang van obligatiehouders het beste ge diend zoude zijn. Hef comité heeft, zich met de directie der HollandAmerika Lijn in verbinding gesteld en de toezegging verkregen, dat men van die zijde accoord zoude gaan met het volgend ge amendeerd voorstel Een uitstel van zes maanden voor de be taling van de coupon vervallende i November 1931 kan worden verleend onder de volgende voorwaarden 10. Het comité heeft het recht om zonder nadere raadpleging van de obligatiehouders, die hun obligatiën bij hem hebben ingeleverd, het aanvankelijk voor zes maanden verleende uitstel te allen tijde na verloop van de eerste drie maanden te beëindigen en volledige be taling van de per 1 November 1931 ver schenen coupon te vorderen: 20. Een gedelegeerd commissaris zal wor den benoemd aan wien een aantal bevoegd heden zal worden toegekend; a. Kennis nemen van het archief, de boek houding. enz.; b. Toegang tot alle kantoren, schepen, enz.; c. Wanneer de gedelegeerd commissaris, na overleg met de directie wenschelijk acht dat eenig besluit door haar genomen wordt, doet hij daarvan mededeeling d. Indien de directie bezwaar heeft om het haar door den gedelegeerd commissaris voorgelegde besluit te nemen, doet zij hem daarvan onverwijld medtd.eüng. Hij is dan gerechtigd daaromttent de beslissing van den raad van commissarissen te vragen. De raad van commissarissen zal binnen 14 dagen, nadat her geschil tusschen den gedele geerd commissaris en de directie gerezen is. zijne beslissing daarover aan den gedelegeerd commissaris en aan de directie mededeelen; e. Indien de raad van commissarissen overeenkomstig het gevoelen der directie be slist of zich binnen dezen termijn van eene beslissing onthoudt, zal de gedelegeerd com missaris hiervan aan het comité terstond ken nis geven, dat daarop de bevoegdheid heeft om het verleende uitstel, ook binnen den termijn van de eerste 3 maanden, te beëin digen; f. De directie zal binnen de grenzen, door den gedelegeerd commissaris te stellen, voor dat zij besluiten neemt, daarover met deze overleg plegen. Rijst tusschen hem en haar te dezer zake geschil, dan zal de weg worden gevolgd sub d. en e. omschreven; g. De gedelegeerde a het comité geregeld op de hoogte houden va 1 z jn werkzaamhe den; h. De gedelegeerde heeft het recht zich na raadpleging met het comité de noodige deskundige hulp te assumeeren; i. De in overleg met de vennootschap vast gestelde remunerate van den gedelegeerde en zijn hiervoren genoemde helpers zal door de Vennootschap worden gedragen. 30. De Vennootscnap zal ten behoeve van den trustee der leening voor t 720.000.on verwijld een hypotheek vestigen op eén der drie motorschepen „DrechtdijK," „Delitdiju - of „Damsterdijk." ter keuze van den Gedele geerd Commissaris tot grootere zekerheid van de vordering, welke de houders harer obligatiën tegen haar hebben tot betaling 1 Nc 'ermun. van den op 1 November 1931 vervallen rente- Onder deze omstandigheden heett het Co mité in een stemming van 5 tegen 2 besloten, aan bovengenoemd geamendeerd voorstel in de vergadering van 30 October a.s. zijn stem te geven. De meening der heeren mr. A. I. Hankes Drielsma en drs. W. Wiilems. De heeren mr. A. J. Hankes Drielsma en drs. W. Wiilems deelen o.m. het volgende mede Het moge dan juist zijn in de korte spanne tijds, welke sedert de vorming van ons comité is verloopen, was geen gelegen heid ten aanzien daarvan een welgetundeerde opinie te vormen dat de rente, welke per 1 November vervalt niet of niet geheel ver diend is, zulks behoeft, zoolang de liqui diteit der maatschappij daardoor niet in ge vaar komt, niet te nopen tot stopzetting der rentebetaling. Wij meenen, dat de H.A.L. goed zal doen reeds thans met obligariehouders in overleg te treden ten aanzien van den volgen den vervaldag en het comité is bereid om in alle opzichten mede te werken tot een grondig onderzoek van de maatschappij en tot het onbevangen voorleggen aan obligatiehouders van zijn bevindingen en adviezen. Een periode van 6 maanden is stellig voldoende om een grondig oordeel te 'vormen, zoödat de beslis sing over de aflossing en de Mei-coupon '.z.t. met kennis van zaken genomen zal kunnen worden. Wij meenen op grond van onze onderzoe kingen thans reeds, dat er ernstige aanlei ding is te veronderstellen, dat er van een in gebreke sprake is en dat uit dien hoofde krachtens art. 13 alinea 2 van de trus'acte de leening in haar geheel als opcischbaar moet worden beschouwd. Indien zulks zoo is, ts de maatschappij in gebreke, wat het fourneeren van activa be tref', en de trustee tn het uitoefenen van zijn toezichtsverplichtingen. Samenvattend meenen wij dat er op dit moment, gezien de oogen- blikkelijke liquiditeitspositie der maatschappij en haar voor de naaste toekomst verwachte ontwikkeling, ook na betaling der Novem ber-coupon geen gevaar bestaat dat de greep op de maatschappij door obligatiehouders volstrekt met verforen gaat bij betaling van die coupon, zoodat het. ook door ons gewenschte, bewind over de maat schappij, zij het wellicht niet onmiddellijk, verkregen zal kunnen worden dat er dus voor obligatiehouders geenerlei aanleiding is het voorstel van de maat schappij aan te nemen en hun ware belangen het beste gediend zijn door een categorische weigering. Noode maar niettemin overtuigd, dat het de tuiste weg is gaan wu er dan ook toe over aan recuhouders het advies te geven hun stukken onder het comité terug te vragen, teneinde op de vergadering van 30 October in dezen geest zelf stem uit te brengen tegen het voorstel van de maatschappij. Vergadering- Gisteren nu werd te Amsterdam een ver gadering gehouden van houders van reru's van 6 pet. obligatiën, waar het comité rap port zou uitbrengen. De voorzitter, de heer G. van Oldenborg, maakt er de vergadering op attent, dat een teder, die het met eens is met het meerder heidsrapport, van het comité een volmacht zal kunnen krijgen, om zelve zijn stem op de ver gadering van 30 October uit te brengen. De voorzitter doet hierna voorlezing van het meerderheidsrapport. De heet Drs. W. Wiilems doet daarop voor lezing van het minderheids-rapport. De heer Wiggers merkt op, dat, wanneer er deskundigen moeten worden benoemd, deze geheel onafhankelijk moeten zijn van de HollandAmema-Lijn. Wellicht is het zelfs betr financteele dan scheepvaartdeskundigen aan te wijzen. De heer Wesseling zegt. dat er geen be scherming noodig ts voor de Holland— Amerika Lijn doen voor de obligatiehouders. De heer mr. Hankes Drieslma stelt voor, dat er een verband za) blijven eventueel via hemzelven en den heer Wiilems tusschen houders van minstens f 6 millioen obligaties teneinde deze zaak te doen onderzoeken (applaus). Het comité wenscht zich daarom trent nog niet uit te laten. Een andere obligatiehouder zegt, dat hij het jammer vindt, dat de minderheid zoo energiek aandringt op betaling van de No vember-coupon. De heer Mr. Hankes Drielsma zegt, dat de minderheid zich wel haar verantwoorde lijkheid bewust is en dat de beide standpun ten van het comité reeds dicht bij elkaar heb ben gestaan Indien slechts overeenstemming mogelijk was geweesi op het punt van den ge delegeerde en indien men bereid is alsnog een onafhankelijk financieel deskundige naast den heer Bronsing te aanvaarden, dan wil spreker zich alsnog bij de meerderheid aan sluiten (Aoplaus). De voorzitter sluit hierna de discussies en deelt mede. dat volmachten verkrijgbaar zijn aan het secretariaat van de Vereeniging voor den Effectenhandel Nadat de vergadering was gesloten, protes teerde een der obligatiehouders nog tegen het tijdige sluiten der discussies. Deze obligatie houder wenschte, en klaarblijkelijk velen met hem. zelve zijn stem uit te brengen op de te Rotterdam op 30 October te houden verga dering. 211. „Heb Je me wel eens een panne- koek zien omhoog gooien?" vroeg Harle kijn aan den hofkok. „Het zal wat zyn," zei de kok, minachtend; „maar ga Je gang." Daar wilde Harlekyn hem nu juist hebben. 212. Want het hoofd der konlnkiyke ïyfwacht had hem verzocht eens te gaan kyken of er nog taartjes ln de keuken waren. „Een oogenblikje!" riep Harlekyn. Hy wierp den pannekoek in de hoogte, terwijl de kok stond te grinniken. 213. Maar toen de pannekoek op het hoofd van den grinnikenden kok terecht kwam, duurde het wel tien minuten eer hy den pannekoek uit z'n oogen en uit z'n gezicht gewreven had. Harlekyn was toen verdwenen en met nem een heele schaal met konlnkiyke roomtaartjee. •eaaaaaBeBaeeBBeBBBeBawMeeeeeaBaeeeaaaaeeai

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10