éi
«r*. - 'dm
DE KOLONIALE TENTOONSTELLING
EN DE DRUKTE IN PARIJS
DE KOEIEN VRAGEN PULP!
PIJLTJES
TWEEDE BLAD
DONDERDAG 29 OCTOBER 1931
BLADZUDE 1
BRIEVEN UIT FRANKRIJK
{Bóeren-drukte rondom de suikerfabriek te Halfweg
Uitbreiding watergemaal
„De Leeghwater"
„De Cruquius" buiten werking
De toekomstige kerk
te Santpoort
Een onderhoud met den Pastoor
zonder kerk
de rij eindeloos.....
Paardenfokkerij
Het voormalige proces
te Jaca
Drie Fransche oorlogs
schepen vermist
V erkeersveiligheid
Stichting van een
internationale crediet-
bank?
Werkloozenrelletjes te
Paramaribo
Twaalf en een half jaar
Burgemeester van Haarlem
Den avond van den elfden November (dag
Van den wapenstilstand) worden de poorten
van de Internationale Koloniale Tentoonstel
ling voor altijd gesloten. Dit is de uiterste
datum en indien het weer niet medewerkt,
zal het tropenwereldje aan de poorten van
Parijs nog eerder verdwijnen. Slechts het
„Musée Permanent" blijft; een waardige her
innering aan iets heel groctsch en heel moois.
Geruimen tijd hebben de Parijzenaars ge
hoopt, dat de tentoonstelling het volgende
jaar tegen de lente heropend zou worden.
Maar de paleizen en paviljoens zijn niet ge
bouwd, om weerstand te bieden aan de ver
anderingen der temperatuur. De s'.eehte zo
mer heeft de meeste gebouwen ïeeds veel
kwaad gedaan, zoodat men ze slechts in
stand heeft kunnen houden, door na iederen
storm en na ieder onweer de aangerichte
schade onmiddellijk te herstellen.
Ook het plan, eenige paleizen zoodanig te
verbouwen, dat ze behouden konden worden,
kon door de enorme kosten, die daarmede
gemoeid waren, niet uitgevoerd worden. Bo
vendien is er neg het decreet, waardoor het
gedeelte van het „Bois de Vincennes", waarop
de tentoonstelling gebouwd is, aan maar
schalk Lyautsy is afgestaan en dat nauw
keurig omschrijft, dat de terreinen voor de
lente van het jaar 1932 teruggegeven m-eten
■worden aan den conservator der bosschen en
juinen van de stad Parijs.
En is het zoo eigenlijk niet het beste? Er
Is nu eenmaal een tijd van gaan, voor alles
•wat door menschenvernuft en menschen-
handen gewrocht Is en de tentoonsteVing zou
zdch zelf ongetwijfeld overleefd hebben in
dien men met deze wet geen rekening had
gehouden.
Nog enkele weken dus maar.... Doch de
herinnering aan het levend geworden
sprookje van marmeren pal:i:en en wondere
koepels, die zich als een synthese van exoti
sche schoonheid verheffen in het heerlijke
woud van Vincennes en waardoor Parijs meer
dan ooit geworden is het wereldcentrum van
het toeristenverkeer, zal nog heel lang den
honderdduizenden bezoekers bijblijven.
Door de drukte gebrek aan hotels.
Iets, dat in Parijs gewoonlijk onmiddellijk
opvalt, is het enorme aantal hotels. In iedere
straat, hoe klein en onaanzienlijk ook. vindt
men hotels, soms zelfs huis aan huis. Boven
dien worden er nog geregeld bijgebouwd, ter
wijl de bestaande maar heel zelden verdwij
nen. Tcch heb ik eenige dagen ge'eden bijna
onder de bekende bruggen moeten overnach
ten: alle hotels, waar ik om onderdak vroeg,
waren vol.
Hieronder volgt het verhaal van mijn we
dervaren. De lezer kan er de conclusie uit
trekken, dat de Koloniale Tentoonstelling
nog steeds onverminderde belangstelling van
provinciaal en vreemdeling geniet en ook, dat
het absoluut nocdig is, zijn kamers in Parijs
vooruit te bespreken.
Ik had den avond bij vrienden doorgebracht
en daar ik den volgenden morgen weer vroeg
in Parijs moest zijn, besloot ik, niet naar de
voorstad, waar ik woonde, terug te gaan, doch
in een hotel te overnachten.
Een koffertje in de hand, betrad ik de hall
van het groote hotel tegenover het Gare du
Nord. Het bleek me, dat ik lang niet de
eenige was en Ik hoorde den portier aan een
greepje reizigers, dat vermoedelijk juist van
het station gekomen was, verk'aren, dat er
„niets, absoluut niets meer vrij was. U moet
eenige dagen van te voren schrijven."
Ik vroeg dus niet verder en daar ik, dicht
bij, de lichtreclames van verschillende hotels
bespeurd had, ging ik, zonder een'g vermoe
den van wat me wachtte, verder. Maar mijn
stemming werd er niet beter op, toen ik mij
overal hoorde toevoegen dat er geen kamer
meer vrij was en dat het verloren moeite was
in de buurt verder te zoeken, daar alles
„complet" was.
Ik liep nu den boulevard Magenta af, ver
volgens den boulevard Strasbourg. Doch
overal waar ik om onderdak vroeg, hetzelfde
antwoord: „Alle kamers bezet; onnoodig ver
der te vragen in de buurt, alle hote's kwamsn
ruimte te kort."
Tegen half twee naderde ik de groote bou
levards en met het voortschrijden van den
tijd werden de nachtportiers steeds minder
beleefd.
„Complet! Complet!" riepen ze me toe,
voordat ik gelegenheid had een woord te
zeggen.
Het was ondertusschen begonnen te rege
nen en ik dacht er over een taxi te nemen
en in de buurt van Montpamasse te gaan
zoeken. Maar een nachtportier, die wat me
dedeelzamer was dan zijn collega's, gaf me
de verzekering, dat daar zeker niets te vin
den was.
Ik richtte me tot een politieagent. Hij
hoorde me onverschillig aan en haalde de
schouders op. Met dergelijke dingen kon hij
zich niet ophouden.
Rue de Richelieu, Rue de RivoJi. Ben hotel
De hemel zij gedankt, het ziet er goed uit en
het bevindt zich in een kalme buurt. Ik krijg
weer hoop, dat ik den nacht toch nog in
een bed zal kunnen doorbrengen.
Neen, het is ook vol. En de nachtliftboy
glimlacht medelijdend om den onvoorzichti-
gen reiziger, „die niet minstens acht dagen
van te voren besproken heeft."
En dan, plotseling, voltrekt het wonder
zich! Een hotelportier, dien ik aansprak:
„U hebt natuurlijk geen kamer voor me, niet
waar?" antwoordde: „Neen, natuurlijk, ik heb
niets vrij. Maar ga naar dit adres (hij gaf
me een kaart van een zoogenaamd „maison
meubilée") en zeg den patroon, dat ik u ge
stuurd heb. Dan zal hij u herbergen." En met
dit „Sesam, open u", heb ik om tien minuten
voor half drie twee gemeubileerde kamers
met keuken gehuurd.
Toen ik den volgenden morgen, bij het ver
laten van mijn „woning", waar ik zoo weinig
van geprofiteerd had, tachtig francs moest
betalen, had ik werkelijk nog alle reden om
blij te zijn, dat ik er zoo billijk af kwam.
Waarmede ik maar zeggen wil, dat het be
paald af te raden is, naar Parijs te gaan,
zonder een week van te voren kamers te be
spreken.
H. d. J.
Slechts eenige weken per jaar heerscht er
te Halfweg een bijzondere drukte, die dag
en nacht duurt. Slechts eenige weken per
jaar komen er honderden schuiten naar
Halfweg, die rij aan rij door elkander wie
gelen. Slechts eenige weken per jaar dreu
nen en denderen de zware machines der
suikerfabriek.
Als ge het gebouw des avonds en des
nachts van boven tot onder hel verlicht ziet,
als ge elk raampje in den donkeren avond
kunt tellen, als de felle schijnwerpers de
terreinen rondom verlichten, wordt er
koortsachtig gewerkt.
Dan is het campagne! Dan wordt de sui-
kerbletenoogst ingehaald, dan wordt de ruwe
biet door stevige stalen grijparmen uit de
schepen verlost, dan worden de bonkige bie
ten fijngemalen en fijn gestampt en te plet
ter geslagen, dan wordt de stroopmassa om-
getooverd in reine kristallen, fonkelend als
diamanten.
Dan is het campagne! Dan komen de boe
ren uit den omtrek met hun boerenwagens
en oersterke paarden en dan halen ze de
pulp weg voor het vee. dat er om vraagt
en dat er vet van wordt.
De helder-wit gekristalliseerde suiker wordt
in balen gestort en duur verkocht. Wat ach
terblijft is echter niet waardeloos, vraagt het
den boeren maar, ze zullen het u vertellen.
Wat een drukte was het gistermorgen om
een uur of elf langs den Rijksstraatweg,
nabij Halfweg. Zeker vijftig, zestig boeren
karren stonden daar netjes achter elkaar
langs den weg opgesteld, terwijl er de groot
ste vroolijkheid heerschte. De paarden ston
den rustig, gespannen voor de wagens te
droomen. ze trokken zich niets aan van het
voorbij razende verkeer, van de auto's die met
groote vaart er langs snorden.... De boe
ren stonden met troepjes bij elkaar en maak
ten grapjes om den tijd te verdrijven. Wij
maakten een praatje met deze pulp-koopers.
Een druk gedoe in deze dagen. Een keer
of drie, vier per dag rijden ze heen en weer
en ze zijn niet eerder tevreden dan dat zdj
een karretje of zestig hebben binnengehaald.
„Wat kost elk vrachtje zoo ongeveer?"
informeerden wij.
„Een kistje sigaren," antwoordde een
jonge boer en hij liet er op volgen: „ja, wij
boeren ben raar volk voor stadsmenschen."
„Wat docht je zoo?" vroeg een andere.
Dat was een uiterst moeilijk vraagstuk,
want als je erg misraadde, zouden de pulp-
heerschappen je flink uitlachen.
Er kwam een oude boer bij het gezelschap.
Hij was in vol ornaat, met een hooge zije
pet en prachtig geel-geschilderde klompen.
„Voor vier en een halven gulden mag je
de kar meenemen," lachte ie. en meteen liet
hij er achter volgen: „zoo'n karretje kost ons
minder dan twee rijksdaalders."
Intusschen groeide de file steeds aan,
zoodat de achterste kar zeker vijf honderd
meter van de suikerfabriek verwijderd was.
Onze fotograaf maakte een plaatje van
een paard, dat zich echt tegoed deed aan
een knoestige suikerbiet van het stevigste
soort.
Nauwelijks was het .kiekkasje" te voor
schijn of de belangstelling van de boeren
nam daadwerkelijk toe. Ze wilden ook op
een plaatje en dan moest een afdrukje ge
zonden worden naar den directeur van de
fabriek, omdat het wachten altijd zoo lang
duurde.
De boeren groepeerden zich in een kar,
die met twee paarden bespannen was. En
toen de fotograaf het vroolijke gezelschap
op de gevoelige plaat knipte, dachten we
onwillekeurig aan het oude liedje ,,'k Heb
mijn wagen volgeladen, vol met jonge boe-
f»
ren.
Verderop in de rij scheen een paard te
schrikken, want het maakte rare sprongen
voor den wagen. Zijn baas holde, met de
klip-klap-klappende klompen op het tegel
fietspad, naar het ros.
„Je moet hier oppassen," kwam hj] later
vertellen, „het Js hier drommels gevaarlijk
langs den weg en die paarden worden ook
een beetje zenuwachtig van het lange wach
ten."
In de voorste gelederen kwam beweging,
het laden van pulp bleek te kunnen be
ginnen.
Langzaam glib
berden de paarden
op het terrein van
de suikerfabriek,
waar gewerkt werd
werd als paarden.
En kort daarna
kwam de wagen,
volgeladen met de
kleurlooze slerten
pulp, weer den weg
op.
De boer zette zijn
voet-klomp op het
achterwerk van den
knol en voort ging
het naar de boer
derij. zoo driemaai
een dag
„Een taai baan
tje," zeiden we te
gen den gegadigde,
die voor het hek
van het land van
belofte wachtte.
„De koeien vra
gen pulp, meheer,"
bromde de boer en
hij klopte de natte
Inhoud van zijn
pijpje op een kar-
renwiel leeg
Er snorde een
Rolls Rocye voorbij'
met een heer ach
ter het stuur, die
een sigaar van
minstens een halve
gulden in z:n mond
torste.
Zou hij het nu
zooveel beter heb
ben?
Die boeren zijn
zoo opgewekt en
gelukkig, ondanks
de vele narigheid,
die ze in deze dagen moeten verdragen.
En heeft U ooit een bezitter van een Rolls
Royce hooren zeggen: „De koeien vragen
om pulp"?
V. W.
Een lekkere suikerbiet Is voor bruintje niet te versmaden.
Hij moet een vrachtje pulp trekken en probeert nu op vol
doende krachten te komen.
In de maand October 1919 is in de bema-
lingsinrichting „De Lijnden" een electro
motor geplaatst van 625 K.V.A.
In de maand December 1911 is in het wa
tergemaal „de Leeghwater" een Dieselmotor
met centrifugaalpomp geplaatst van 435 E.
P.K.
Nu het stoomgemaal „de Cruquius" mede
door de versmalling van de Kruistocht als
gevolg van de verbreeding en verbetering
van den Kruisweg op last van de directie
van den provincialen waterstaat te Haarlem
buiten werking zal worden gesteld, zal wel
dra een tweede bemalingswerktuig aan „de
Leeghwater" in werking komen en eveneens
een Dieselmotor, echter met 7 cylinders en
een vermogen van 400 E. P. K. direct ge
koppeld aan een centrifugaalpomp, welke
pomp 250 M3 water per minuut kan uitslaan.
Dit watergemaal zal in het vervolg de
Haarlemmermeer moeten drooghouden met
„de Lijnden" welke ook voorzien is van een
Dieselmotor* welke sedert het einde van 1919
is versterkt met een electromotor van 625
K.V.A., zoodat deze in geval van nood
heel wat water kan verzetten.
Gisteren hebben wij den pastoor zonder
kerk, die op het oogenblik zetelt In het Zus
terhuis „St. Catharina" aan den Rijksstraat
weg te Haarlem, eeis opgezocht en hebben
wij met hem over zijn toekomstige kerk en
parochie te Santpoort gesproken. Z. E. ont.
ving ons in zijn werkkamer in het Zuster
huis, waar hij te midden van groote kasten
met boeken en stapels papieren en paperas
sen zat.
Met groot enthousiasme sprak hij over
alles dat te Santpoort komen zal.
„Thans Is het begin gemaakt," aldus Z.E.,
„de grond is gekocht, dus als de plannen,
die door den architect Jos. Bekkers te Haar
lem ontworpen worden, eereed zijn. kunnen
wij met den bouw beginnen, alsmijn
vrienden mij blijven steunen en elk een
steentje bijdragen, zoodat een hecht gebouw
kan worden opgetrokken."
Pastoor A. F J. Goossens' plannen gaan
reeds veel verder dan tot kerk en pasto
rie; buiten de 4000 M2 grond die vcor den
bouw der kerk en pastorie noodig zijn heeft
Z E. 5000 M.2 in voorkoop voor den bouw
van jongens-, meisjes-, fröbel- en naaischool,
Zusterhuis en Vereenlgingsgebouw.
„Wanneer denkt D dat met den bouw der
kerk zal kunnen worden begonnen?" vroegen
wij.
„Als alles goed gaat, eind Januari, begin
Februari; de kerk zou dan reeds in Sep
tember of October van het volgend jaar ge-
In deze dagen nabfi de Suikerfabriek .te Halfweg lange rijen boerenkarren, die met pulp worden geladen. Zoo nu en dan is
reed zijn", antwoordde pastoor Goossens.
De kerk, die gebouwd zal worden, zal 700
zitplaatsen bevatten, waaronder aparte
plaatsen voor kinderen zijn. De parochie zal
zich uitstrekken van Santpoort-Station tot
den Kruitbergerweg. In het hart der pa
rochie, ten Noord-Westen van de Frans Net-
scherlaan, komt de kerk, met het front naar
den Middenduinerweg. Tegenover den ingang
komt in de toekomst een breede eg naar
de Harddraverslaan en vandaar naai Sant
poort (Station), tegjnover de z.g. Elta-
wonlngen.
De parochie van O. L. Vrouw van Altijd-
durenden Bijstand zal uit 300 gezinnen be
staan.
Zeer zeker zal pastoor Goossens niet in
zijn verwachtingen worden teleurgesteld; in
een onafgebroken stroom zullen de giften
toestroomen, zoodat Z.E. binnen korten tijd
al zijn mooie plannen in vervulling zal kun
nen zien gaan.
De afdeeling Noord-Holland van het trek
paardenstamboek heeft met financieelen
steun van de provinciale regelingscommissie
voor de paardenfokkerij in Noord-Holland 6
premiën van f 175 uitgeloofd voor invoer van
vrouwelijk trekpaardenmateriaal.
Enkele dagen geleden is hiervoor op het
gemeentelijk sportterrein te Hoofddorp een
keuring gehouden, waarbij een premie werd
toegekend voor een jaarling en vijf veulens;
de eigenaren waren: A. J. Kort. C. A. de
Wit. G. Couvert, allen wonende te Hoofd
dorp; A. Pruissen te Rijk. H. de Graaf Jzn.
te Nieuw-Vennep en J C Witte te Texel.
De jury bestond uit de heeren: B. C. Fuy-
laert en Charles Reinders Fondmer.
Voor de Invoering van warmbloedveulens
werd i 500 beschikbaar gesteld en een be
drag van f 100 werd toegekend aan de hee
ren J. M. Knoop, O. de Kok en A. C.
Pruissen. allen wonende te Nieuw-Vennep en
Joh. Gehrels, wonende te Zwanenburg.
De jury voor deze keuring bestond uit de
heeren: C. Bulk en L. Zijlmans.
Prettige bezoeker
Steelt 400.— van ril'n vroegeren patroon
Ten verzcoke van den burgemeester van
Hazerswoude Is te Haarlem aangehouden een
21-jarig persoon, vroeger knecht van een
winkelier te Hazerswoude
De aangehoudene had zich waarschijnlijk
toen hij bij zijn vroegere patroon op bezoek
was geweest in diens wcaing laten insluiten
en een portefeuille, Inhoudende 400—, ge
stolen. Van het geld was bij zijn aanhou
ding nog 144.— in zijn bezit. Van de rest
had hij eenige aankoopen gedaan.
Geld en goederen zijn in beslag genomen.
De man is naar Hazerswoude overgebracht.
Beschuldiging van de leden van
den Krijgsraad
Naar uit Madrid gemeld wordt, heeft de
commissie van onderzoek inzake den op
stand te Jaca besloten, alle leden van den
Krijgsraad, die de kapiteins Galan en Her
nandez ter dood veroordeelde, in staat van
beschuldiging te stellen.
Waarschijnlijk vergaan
Volgens de „Daily Herald" zijn drie
Fransche oorlogsschepen, een adviesjacht en
twee duikbooten, op weg van Aden naar
Karachi verdwenen. Men vermoedt, dat de
schepen in een storm of tijdens een zee
beving, welke van 25 tot 27 dezer heersch-
ten, zijn vergaan. De drie schepen hebben
15 October Aden verlaten en werden 5 da
gen geleden te Karachi verwacht.
De TREKKING van de Weldadigheids
verloting der ZIJLSTRAATVEREENIGING
zal plaats hebben op DONDERDAG 5 Nov
des middags 3 uur in gebouw St. Bavo,
Smedestraat 23, onder controle der P-Ltle.
Toegang vrij voor houders van loten.
HEEFT U AL LOTEN? Tot en met Zater
dag 31 Oct. zijn bil de aangesloten winke
liers in de Zijlstraat nog loten verkrijg
baar. Voor eiken gulden contant besteed
een gratis lot. HAAST UI (Adv.)
Onze correspondent te Hillegom schrijft
ons:
Dit artikeltje Is geen speciaal Hillegomsch
bericht, maar beoogt en bespiegeling en
eenige wenken, die misschien algemeeD nut
kunnen sorteeren.
Er wordt veel gedaan voor de veiligheid en
ieder juicht het toe: het betreft hier im
mers menschenlevens!
Maar er mankeert nog heel veel. Dat
wordt het best gedemonstreerd door het feit,
dat geen enkele Hollandsche Verzelcerings-
Maatschappij een totale verzekering voor
automobielen meer durft dragen en alle op
treden als gemachtigden van groote Erigel-
sche lichamen op dat gebied. De enorme bij
leggers der Holl Verz. Mtjen hebben gedwon
gen tot dien maatregel. Wanneer men dan
ook zijn kennissen spreekt, die de wereld
stad Londen regelmatig bezoeken, zijn deze
immer vol lof over de schitterende wijze
waarop daar het verkeer geregeld is maar
evenzeer over de wijze, waarop het publiek
meewerkt. En die medewerking laai, in ons
landje zeer veel te wenschen over. Er is een
categorie automobilisten die meent, dat de
weg van hen en van hen alleen is; er zijn
vooral ten plattelande legio mensrhen,
die voor een auto absoluut geen respect heb
ben, er niet voor uit de* weg gaar etc Bei
der meening is natuurlijk fout, om niet te
zeggen absurd. De geheele bevolking in dorp
en stad behoort ramen te werken, elkaar ter
wille te zijn, opdat er zoo weinig mogelijk
ongelukken gebeuren Zijn we zoover, dan
zal dat tevens beteekenen een beduidende
verlaging van premie voor verzekeringen van
auto's, van persoonlijke ongevallenverzeke
ringen en wat dies meer zij.
Als ieder zijn eigen ervaring laat spreken,
zal men erkennen, dat er legio ongevallen
(verkeersongevallen) plaats hebben uitslui
tend aan eigen schuld te wijten. Maar er
is iets veel ernstigers, waarop we in dit ver
band de aandacht wenschten te vestigen.
De mogelijkheid van onervaren chauffeurs,
die met een wettelijk geldig rijbewijs in den
zak loopen. Oppervlakkig zou men zeggen,
dat zoo iets uitgesloten was. Dat is het
geenszin. Eerstens kan iemand een rijbewijs
voor autorijden hebben gevraagd en ontvan
gen voor de gewijzigde Rijwiel- en Motorwet.
Of zco iemand daarna b.v. in geen tien jaar
gereden heeft, doet niets ter zake- hij is be
voegd en blijft dat. Wat er de gevolgen van
kunnen zijn, daarover bekommert zich de
wetgever niet. Maar nog erger is het, dat het
„examen" voor rijvaardigheid zelfs kan af
genomen worden door iemand, die zelf niet
eens rijden kan. Wat we hier schrijven is
geen anecdote, al gelijkt het er op, maar
werkelijkheid. Er is onder de tegenwoordige
Wet zelfs nog wel iets ergers mogelijk en
helaas wordt ook door sommigen die moge
lijkheid in werkelijkheid omgezet. Die moge
lijkheid is de volgende:
A. wil een rijbewijs hebben en v, aagt dat
aan. Hij stort het vereischte bedrag en wordt
op een gegeven dag opgeroepen, om zijn
vaardigheid te toonen. Maar hq heeft die
bekwaamheid niet. of vreest dat hem door
zenuwen als anderszins het begeerde diplo
ma zal ontgaan. Het is niet erg; hij stuurt
een zijner kennissen, die uitstekend chauf
feert en het rijbewijs al eenigen tijd heeft en
voQr een andere commissie examer, deed.
Deze voldoet vanzelfsprekend aan de ge
stelde eischen (de examinator kent hem niet
en ziet 'm voor mijnheer A aar) en na en
kele dagen, wordt het begeerde papiertje
aan A. franco thuisgestuurd. Dit moest na
tuurlijk om de verschrikkelijke gevolgen,
die mogelijk zijn onmogelijk zijn, maar
het is wel mogelijk
Critiek is gemakkelijk en de aandachtige
lezer vraagt bij zichzelf: laat die schrijver
dan eens zeggen hoe hst z.l. bster kan en
moet. Dat doen we gaarne. Men benoéme bij
het afnemen van het examen werkelijk des
kundigen, onpartijdige ambtenaren, daar
voor speciaal aangesteld, die zelf schitterend
het vak van auto-rijden verstaan. Moet door
dezen maatregel, het examengeld wat hooger
worden, dan vinden we dat heelemaal niet
erg. Dat is één.
Tweedens verplichte men den candidaat
om bij de aanvrage om een rijbewijs over
te leggen 2 goedgelijkende foto's (beide pre
cies gelijk zooals b.v. bij het aanvragen
van 'n buitenlandschen pas) Vanuit Den
Haag (voor Z.-Holland) zendt de betrokken
ambtenaar een der foto's aan den examina
tor, dat deze dezelfde is, die het examen
aanvroeg. Vervolgens rospe de Wet elke 3
(beter elke 2) jaar de bezitters van het rij
bewijs opnieuw op, opdat de deskundige zich
overtuige van het nog uitstekend kunnen
auto-rijden van hen, aan wie een rijbewijs
werd verstrekt. Het is misschien wat om
slachtig, maar is het verheven doel het
niet in gevaar brengen van menschenle-
vens dat soms niet waard?
Nog een noodzakelijkheid, die wij als
hoognoodig beschouwen, is het absoluut ver
bieden aan eiken autorijder om sterken
drank, maar cok om bier te gebruiken als
men achter het rad zit. Bij het blijken aan
politie of andere controleerende ambtenaren
een strenge straf, ook al is er nog geen on
geluk gebeurd
Vertrouwende, dat dit korte schetje, dat
zeker onvolledig ls, iets goeds kan stichten,
geven we het verhandelde in overweging
en.... gaarne voor beter!
Door Francqui bepleit
In welingelichte kringen te Washington
verluidt, dat Francqui, de Belgische verte
genwoordiger bij de Bank voor Internatio
nale Betalingen, die momenteel in Amerika
vertoeft, president Hoever in een langdurig
onderhoud de stichting van een internatio
nale credlotbank heeft voorgesteld.
De Bank zal tot taak hebben de credieien
op korten termijn te convertecren In credie-
ten op langen termijn. Volgens Francqui
zouden de convertieleeningen een looptijd
van 3 5jaar moeten hebben.
Winkels geplunderd en lantaarns
vernield
Drie gewonden
Onder de werkloozen te Paramaribo zijn
gistermorgen relletjes uitgebroken. Er wer
den warongs en bakkerijen geplunderd, ter
wijl reeksen gaslantaarns werden vernield.
Aanvankelijk stond de politie machteloos,
doah later grepen militairen in. Drie be
ambten werden gewond.
Vele huizen werden beschadigd. De gas
fabriek en de ijsfabriek zijn gesloten.
Uitgebreide maatregelen voor den nacht
werden genomen, daar gevreesd werd voor
herhaling der relletjes en voor daarbij ge
paard gaande brandstichting.
In de raadsvergadering der gemeente
Haarlem van 16 Juni 1919 op 16 December
a.s. dus 12% jaar geleden deelde de
voorzitter, de heer Joh. de Breuk, mede, dat
met ingang van dien datum tot burgemeester
van Haarlem was benoemd de heer C. Maar
schalk, burgemeester van Koog aan de
Zaan. Een commissie, bestaande uit de hee
ren H. v. d. Berg ais oudste raadslid, den
heer J Gerritsz als jongste lid en den heer
Mr. Dr. Wij'.erna, secretaris der gemeente
Haarlem, haalde daarop den nieuwen burge
meester van het raadhuis en leidde hem de
Raadszaal binnen. In een keurige speech heet
te de deftige, en om zijn ouderdom geëerde
heer De Breuk den nieuwen burgervader wel
kom.
Hij zeide o.m.:
„Onder de zaken, die op afdoeningwach
ten noem ik loon- en salarisregelingen, af
werking van de havenplannen en vooral as
regeling der grensuitbre'ding. 26 jaar geleden
wees burgemeester Jordens er in zijn
afscheidsrede reeds op, hoe voor de ontwik
keling der gemeente verandering der grenzen
noodig was. Maar buiten die oplossing zijn
het nog de geldmiddelen der gemeente en de
crisisaangelegenheden, die uw bijzondere zorg
vereischen, wat u des te duidelijker zal blij
ken, wanneer wij binnenkort tot het opmaken
der begrooting zullen overgaan."
Is het niet als wij de grensregeling weg
laten alsof die speech pas gisteren werd
geheden? Loon- en salari-re^eling^n, ha
venplannen, crisiszorgen. Ook thans hebben
de Haarlemsche bestuurders er mede te ma
ken Toch demonstreert weinig zoo typisch den
kringloop der dingen, als de herinnering aan
deze passage in de welkomstrede van den
heer De Breuk, want wie zou concludeeren,
dat er in de 12% ambtsjaren van burge
meester Maarschalk niets is gebeurd, vergist
zich zeer
In de geschiedenis onzer stad zijn weinig
tijdvakken aan te wijzen die zoo bewogen
waren als de jaren na den wereldoorlog,
waarin tot nu toe de Haarlemsche ambts
per'ode van den heer Maarschalk viel.
De afgeloopen 12% jaar zijn gekenmerkt
door zware „up" and „downs".
Down was de stad toen de heer Maarschalk
als burgemeester van Haarlem geïnstalleerd
werd.
Wij hadden toen onzen duurtetoeslag voor
het gemeentepersoneel, coze commissie in
zake de duurte, die de prijzen in den klein
handel controleerde, onze centrale keuken,
onze gemeentelijke verstrekking van manu
facturen, onze gemeentelijke vischvoorz 'e-
nlng en nog veel meer. Het noemen van deze
Instellingen roept bij lederen Haarlemmer de
herinnering op aan een naargeestigen, ellen-
digen tijd en de liquidatie van deze gevolgen
van den oorlog was verre van gemakkelijk.
Zü vereischte heel wat beleid en kopzorgen.
Nog maar kort geleden verdween van onze
openbare pleinen de laatste noodwoning a.s
een ruige herinnering aan d.en verschrikke-
lijken woningnood, waaronder Haarlem jaren
gebukt is gegaan. De oplossing van het wo
ningvraagstuk heèft den bestuurders bergen
moeilijkheden gebaard.
De sombere eerste tijden van 's heeren
Maarschalk's verblijf in Haarlem werden ge
volgd door een vroolijker stadsbeeld. Op
„down" volgde „up".
De loon- en salarisregeling voor het ge
meentepersoneel kwam in 1920 tot stand; de
grensregeling, waar jaren aan gewerkt is eu
die maanden arbeid heeft gekost, is het
hoofdmoment geworden in 't burgemeester
schap van den heer Maarschalk. Betreffen
de de havenplannen hebben de ideeën zich
sinds 1919 gewijzigd en het lijkt niet noodig,
deze zoo grootscheeps uit te voeren als men
toen van plan was. De stad Haarlem heeft
zich naar alle kanten uitgebreid. Men denke
maar eens aan den nieuwbouw in Haarlem-
Noord, het voormalige Schoten, in t Glacht-
puiskwartier en in de omgeving van de ka
thedraal. De stad is verfraaid door het as-
phalteeren van straten, het bouwen van
mooie bruggen en het uitvoeren van enkele
doorbraken, waardoor het verkeer in Haar
lem gemakkelijker werd. De sociëteit Ver-
eeniging werd door d° gemeente aangekocht,
het Brongebouw en andere gebouwen. Een
winkelsluitingsverordéning, een ambtenaren
reglement kwamen tot stand. In enkele woor
den: er is in Haarlem hard gewerkt en er
is veel gebeurd.
Daarnaast heeft de heer Maarschalk de
representatie van de gemeente op voortref
felijke wijze waargenomen. Het aantal re
cepties, dat hij ten Stadhuize gehouden
heeft is moeilijk te tellen; vele malen heeft
hij door zijn tegenwoordigheid luister bij
gezet aan een of ander feest, dat in den
kring der burgerij werd gevierd. Van deze
repro oer1 atie ,i ,cc, o i ~"n c
groep uitgesloten. Hij legde daarbij een har
telijkheid en jovialiteit aan den dag, die bij
na spreekwoordelijk is geworden.
De heer de Breuk zeide in zijn hierboven
gememoreerde welkomstrede nog het volgen
de:
„En zoo zult u dus vol illusie uw moeilijk
ambt aanvaarden: ik ben overtuigd, dat het
uw ambitie is om, evenals uw voorgangers
hebben gedaan, onze schoone gemeente met
voortvarendheid en in vooruitstrevende» zin
tot verderen bloei te brengen, maar veroor
loof mij (en hier sprak wel zeer sterk de
ras-Haarlemmer, die de heer de Breuk was,
de voorzitter van de vereen'ging Haerlem)
veroorloof mij hierbij uw medewerking in te
roepen om Haarlem zijn eigenaardig karak
ter als een der merkwaardigste plaatsen in
ons land te doen behouden. U wacht een
heerlijke taak. Moge u de nooöige opgewekt
heid en lust worden geschonken om die ook
tot voldoening van uzelven te vervullen. Wel
zullen u daarbij critick en teleurstelling niet
worden bespaard, maar wanneer u naar uw
beste overtuiging handelt, laat u dan niet
ontmoedigen."
Het getuige van de levenswijsheid van nu
wijlen wethouder De Breuk, dat de inhoud
van zijn redevoering zoo volkccnen iri over
eenstemming blijkt te zijn met de feli en en voor
den burgemeester moet het een voldoening
zijn, dat de voorspeilingen van den heer de
Breuk zoo volkomen zijn uitgekomen.
„Vol illusie" heeft hij een „moeilijk ambt"
aanvaard; hij heeft getracht Haarlem, even
als zijn voorgangers, tot grooteren bloei te
brengen en dat Is hem gelukt. Hij heeft
daarbij het eigenaardig karakter van Haar
lem als een der merkwaardigste plaatsen
van ons land weten te behouden. Critiek is
hem niet gespaard, maar gedachtig aan den
gegeven raad heeft hij zich, naar beste over
tuiging handelend, niet laten ontmoedigen
en dat hem daarbij de noodige opgewektheid
en lust niet ontbroken heeft, is velen Haar
lemmers bekend. Slechts éénmaal, in 1923
meenen wij, kwamen er minder gunst'go be
richten over den gezondheidstoestand van
den burgemeester, maar ook deze krisis
heeft hij glansrijk overwonnen.
In den aanvang van zijn Haarlemmer
schap, beleefde onze stad een zwaren tijd;
dat .down" is gevo'ya door een „up", en nu
staat wederom een moeilijke t'jd veor de
deur. Wij wezen reeds op den I.ringloop
des historie.
Dit geeft ons den ncd te verwach
ten, dat er ook nu betere tijden in de nabije
toekomst liggen.