éi «r*. - 'dm DE KOLONIALE TENTOONSTELLING EN DE DRUKTE IN PARIJS DE KOEIEN VRAGEN PULP! PIJLTJES TWEEDE BLAD DONDERDAG 29 OCTOBER 1931 BLADZUDE 1 BRIEVEN UIT FRANKRIJK {Bóeren-drukte rondom de suikerfabriek te Halfweg Uitbreiding watergemaal „De Leeghwater" „De Cruquius" buiten werking De toekomstige kerk te Santpoort Een onderhoud met den Pastoor zonder kerk de rij eindeloos..... Paardenfokkerij Het voormalige proces te Jaca Drie Fransche oorlogs schepen vermist V erkeersveiligheid Stichting van een internationale crediet- bank? Werkloozenrelletjes te Paramaribo Twaalf en een half jaar Burgemeester van Haarlem Den avond van den elfden November (dag Van den wapenstilstand) worden de poorten van de Internationale Koloniale Tentoonstel ling voor altijd gesloten. Dit is de uiterste datum en indien het weer niet medewerkt, zal het tropenwereldje aan de poorten van Parijs nog eerder verdwijnen. Slechts het „Musée Permanent" blijft; een waardige her innering aan iets heel groctsch en heel moois. Geruimen tijd hebben de Parijzenaars ge hoopt, dat de tentoonstelling het volgende jaar tegen de lente heropend zou worden. Maar de paleizen en paviljoens zijn niet ge bouwd, om weerstand te bieden aan de ver anderingen der temperatuur. De s'.eehte zo mer heeft de meeste gebouwen ïeeds veel kwaad gedaan, zoodat men ze slechts in stand heeft kunnen houden, door na iederen storm en na ieder onweer de aangerichte schade onmiddellijk te herstellen. Ook het plan, eenige paleizen zoodanig te verbouwen, dat ze behouden konden worden, kon door de enorme kosten, die daarmede gemoeid waren, niet uitgevoerd worden. Bo vendien is er neg het decreet, waardoor het gedeelte van het „Bois de Vincennes", waarop de tentoonstelling gebouwd is, aan maar schalk Lyautsy is afgestaan en dat nauw keurig omschrijft, dat de terreinen voor de lente van het jaar 1932 teruggegeven m-eten ■worden aan den conservator der bosschen en juinen van de stad Parijs. En is het zoo eigenlijk niet het beste? Er Is nu eenmaal een tijd van gaan, voor alles •wat door menschenvernuft en menschen- handen gewrocht Is en de tentoonsteVing zou zdch zelf ongetwijfeld overleefd hebben in dien men met deze wet geen rekening had gehouden. Nog enkele weken dus maar.... Doch de herinnering aan het levend geworden sprookje van marmeren pal:i:en en wondere koepels, die zich als een synthese van exoti sche schoonheid verheffen in het heerlijke woud van Vincennes en waardoor Parijs meer dan ooit geworden is het wereldcentrum van het toeristenverkeer, zal nog heel lang den honderdduizenden bezoekers bijblijven. Door de drukte gebrek aan hotels. Iets, dat in Parijs gewoonlijk onmiddellijk opvalt, is het enorme aantal hotels. In iedere straat, hoe klein en onaanzienlijk ook. vindt men hotels, soms zelfs huis aan huis. Boven dien worden er nog geregeld bijgebouwd, ter wijl de bestaande maar heel zelden verdwij nen. Tcch heb ik eenige dagen ge'eden bijna onder de bekende bruggen moeten overnach ten: alle hotels, waar ik om onderdak vroeg, waren vol. Hieronder volgt het verhaal van mijn we dervaren. De lezer kan er de conclusie uit trekken, dat de Koloniale Tentoonstelling nog steeds onverminderde belangstelling van provinciaal en vreemdeling geniet en ook, dat het absoluut nocdig is, zijn kamers in Parijs vooruit te bespreken. Ik had den avond bij vrienden doorgebracht en daar ik den volgenden morgen weer vroeg in Parijs moest zijn, besloot ik, niet naar de voorstad, waar ik woonde, terug te gaan, doch in een hotel te overnachten. Een koffertje in de hand, betrad ik de hall van het groote hotel tegenover het Gare du Nord. Het bleek me, dat ik lang niet de eenige was en Ik hoorde den portier aan een greepje reizigers, dat vermoedelijk juist van het station gekomen was, verk'aren, dat er „niets, absoluut niets meer vrij was. U moet eenige dagen van te voren schrijven." Ik vroeg dus niet verder en daar ik, dicht bij, de lichtreclames van verschillende hotels bespeurd had, ging ik, zonder een'g vermoe den van wat me wachtte, verder. Maar mijn stemming werd er niet beter op, toen ik mij overal hoorde toevoegen dat er geen kamer meer vrij was en dat het verloren moeite was in de buurt verder te zoeken, daar alles „complet" was. Ik liep nu den boulevard Magenta af, ver volgens den boulevard Strasbourg. Doch overal waar ik om onderdak vroeg, hetzelfde antwoord: „Alle kamers bezet; onnoodig ver der te vragen in de buurt, alle hote's kwamsn ruimte te kort." Tegen half twee naderde ik de groote bou levards en met het voortschrijden van den tijd werden de nachtportiers steeds minder beleefd. „Complet! Complet!" riepen ze me toe, voordat ik gelegenheid had een woord te zeggen. Het was ondertusschen begonnen te rege nen en ik dacht er over een taxi te nemen en in de buurt van Montpamasse te gaan zoeken. Maar een nachtportier, die wat me dedeelzamer was dan zijn collega's, gaf me de verzekering, dat daar zeker niets te vin den was. Ik richtte me tot een politieagent. Hij hoorde me onverschillig aan en haalde de schouders op. Met dergelijke dingen kon hij zich niet ophouden. Rue de Richelieu, Rue de RivoJi. Ben hotel De hemel zij gedankt, het ziet er goed uit en het bevindt zich in een kalme buurt. Ik krijg weer hoop, dat ik den nacht toch nog in een bed zal kunnen doorbrengen. Neen, het is ook vol. En de nachtliftboy glimlacht medelijdend om den onvoorzichti- gen reiziger, „die niet minstens acht dagen van te voren besproken heeft." En dan, plotseling, voltrekt het wonder zich! Een hotelportier, dien ik aansprak: „U hebt natuurlijk geen kamer voor me, niet waar?" antwoordde: „Neen, natuurlijk, ik heb niets vrij. Maar ga naar dit adres (hij gaf me een kaart van een zoogenaamd „maison meubilée") en zeg den patroon, dat ik u ge stuurd heb. Dan zal hij u herbergen." En met dit „Sesam, open u", heb ik om tien minuten voor half drie twee gemeubileerde kamers met keuken gehuurd. Toen ik den volgenden morgen, bij het ver laten van mijn „woning", waar ik zoo weinig van geprofiteerd had, tachtig francs moest betalen, had ik werkelijk nog alle reden om blij te zijn, dat ik er zoo billijk af kwam. Waarmede ik maar zeggen wil, dat het be paald af te raden is, naar Parijs te gaan, zonder een week van te voren kamers te be spreken. H. d. J. Slechts eenige weken per jaar heerscht er te Halfweg een bijzondere drukte, die dag en nacht duurt. Slechts eenige weken per jaar komen er honderden schuiten naar Halfweg, die rij aan rij door elkander wie gelen. Slechts eenige weken per jaar dreu nen en denderen de zware machines der suikerfabriek. Als ge het gebouw des avonds en des nachts van boven tot onder hel verlicht ziet, als ge elk raampje in den donkeren avond kunt tellen, als de felle schijnwerpers de terreinen rondom verlichten, wordt er koortsachtig gewerkt. Dan is het campagne! Dan wordt de sui- kerbletenoogst ingehaald, dan wordt de ruwe biet door stevige stalen grijparmen uit de schepen verlost, dan worden de bonkige bie ten fijngemalen en fijn gestampt en te plet ter geslagen, dan wordt de stroopmassa om- getooverd in reine kristallen, fonkelend als diamanten. Dan is het campagne! Dan komen de boe ren uit den omtrek met hun boerenwagens en oersterke paarden en dan halen ze de pulp weg voor het vee. dat er om vraagt en dat er vet van wordt. De helder-wit gekristalliseerde suiker wordt in balen gestort en duur verkocht. Wat ach terblijft is echter niet waardeloos, vraagt het den boeren maar, ze zullen het u vertellen. Wat een drukte was het gistermorgen om een uur of elf langs den Rijksstraatweg, nabij Halfweg. Zeker vijftig, zestig boeren karren stonden daar netjes achter elkaar langs den weg opgesteld, terwijl er de groot ste vroolijkheid heerschte. De paarden ston den rustig, gespannen voor de wagens te droomen. ze trokken zich niets aan van het voorbij razende verkeer, van de auto's die met groote vaart er langs snorden.... De boe ren stonden met troepjes bij elkaar en maak ten grapjes om den tijd te verdrijven. Wij maakten een praatje met deze pulp-koopers. Een druk gedoe in deze dagen. Een keer of drie, vier per dag rijden ze heen en weer en ze zijn niet eerder tevreden dan dat zdj een karretje of zestig hebben binnengehaald. „Wat kost elk vrachtje zoo ongeveer?" informeerden wij. „Een kistje sigaren," antwoordde een jonge boer en hij liet er op volgen: „ja, wij boeren ben raar volk voor stadsmenschen." „Wat docht je zoo?" vroeg een andere. Dat was een uiterst moeilijk vraagstuk, want als je erg misraadde, zouden de pulp- heerschappen je flink uitlachen. Er kwam een oude boer bij het gezelschap. Hij was in vol ornaat, met een hooge zije pet en prachtig geel-geschilderde klompen. „Voor vier en een halven gulden mag je de kar meenemen," lachte ie. en meteen liet hij er achter volgen: „zoo'n karretje kost ons minder dan twee rijksdaalders." Intusschen groeide de file steeds aan, zoodat de achterste kar zeker vijf honderd meter van de suikerfabriek verwijderd was. Onze fotograaf maakte een plaatje van een paard, dat zich echt tegoed deed aan een knoestige suikerbiet van het stevigste soort. Nauwelijks was het .kiekkasje" te voor schijn of de belangstelling van de boeren nam daadwerkelijk toe. Ze wilden ook op een plaatje en dan moest een afdrukje ge zonden worden naar den directeur van de fabriek, omdat het wachten altijd zoo lang duurde. De boeren groepeerden zich in een kar, die met twee paarden bespannen was. En toen de fotograaf het vroolijke gezelschap op de gevoelige plaat knipte, dachten we onwillekeurig aan het oude liedje ,,'k Heb mijn wagen volgeladen, vol met jonge boe- f» ren. Verderop in de rij scheen een paard te schrikken, want het maakte rare sprongen voor den wagen. Zijn baas holde, met de klip-klap-klappende klompen op het tegel fietspad, naar het ros. „Je moet hier oppassen," kwam hj] later vertellen, „het Js hier drommels gevaarlijk langs den weg en die paarden worden ook een beetje zenuwachtig van het lange wach ten." In de voorste gelederen kwam beweging, het laden van pulp bleek te kunnen be ginnen. Langzaam glib berden de paarden op het terrein van de suikerfabriek, waar gewerkt werd werd als paarden. En kort daarna kwam de wagen, volgeladen met de kleurlooze slerten pulp, weer den weg op. De boer zette zijn voet-klomp op het achterwerk van den knol en voort ging het naar de boer derij. zoo driemaai een dag „Een taai baan tje," zeiden we te gen den gegadigde, die voor het hek van het land van belofte wachtte. „De koeien vra gen pulp, meheer," bromde de boer en hij klopte de natte Inhoud van zijn pijpje op een kar- renwiel leeg Er snorde een Rolls Rocye voorbij' met een heer ach ter het stuur, die een sigaar van minstens een halve gulden in z:n mond torste. Zou hij het nu zooveel beter heb ben? Die boeren zijn zoo opgewekt en gelukkig, ondanks de vele narigheid, die ze in deze dagen moeten verdragen. En heeft U ooit een bezitter van een Rolls Royce hooren zeggen: „De koeien vragen om pulp"? V. W. Een lekkere suikerbiet Is voor bruintje niet te versmaden. Hij moet een vrachtje pulp trekken en probeert nu op vol doende krachten te komen. In de maand October 1919 is in de bema- lingsinrichting „De Lijnden" een electro motor geplaatst van 625 K.V.A. In de maand December 1911 is in het wa tergemaal „de Leeghwater" een Dieselmotor met centrifugaalpomp geplaatst van 435 E. P.K. Nu het stoomgemaal „de Cruquius" mede door de versmalling van de Kruistocht als gevolg van de verbreeding en verbetering van den Kruisweg op last van de directie van den provincialen waterstaat te Haarlem buiten werking zal worden gesteld, zal wel dra een tweede bemalingswerktuig aan „de Leeghwater" in werking komen en eveneens een Dieselmotor, echter met 7 cylinders en een vermogen van 400 E. P. K. direct ge koppeld aan een centrifugaalpomp, welke pomp 250 M3 water per minuut kan uitslaan. Dit watergemaal zal in het vervolg de Haarlemmermeer moeten drooghouden met „de Lijnden" welke ook voorzien is van een Dieselmotor* welke sedert het einde van 1919 is versterkt met een electromotor van 625 K.V.A., zoodat deze in geval van nood heel wat water kan verzetten. Gisteren hebben wij den pastoor zonder kerk, die op het oogenblik zetelt In het Zus terhuis „St. Catharina" aan den Rijksstraat weg te Haarlem, eeis opgezocht en hebben wij met hem over zijn toekomstige kerk en parochie te Santpoort gesproken. Z. E. ont. ving ons in zijn werkkamer in het Zuster huis, waar hij te midden van groote kasten met boeken en stapels papieren en paperas sen zat. Met groot enthousiasme sprak hij over alles dat te Santpoort komen zal. „Thans Is het begin gemaakt," aldus Z.E., „de grond is gekocht, dus als de plannen, die door den architect Jos. Bekkers te Haar lem ontworpen worden, eereed zijn. kunnen wij met den bouw beginnen, alsmijn vrienden mij blijven steunen en elk een steentje bijdragen, zoodat een hecht gebouw kan worden opgetrokken." Pastoor A. F J. Goossens' plannen gaan reeds veel verder dan tot kerk en pasto rie; buiten de 4000 M2 grond die vcor den bouw der kerk en pastorie noodig zijn heeft Z E. 5000 M.2 in voorkoop voor den bouw van jongens-, meisjes-, fröbel- en naaischool, Zusterhuis en Vereenlgingsgebouw. „Wanneer denkt D dat met den bouw der kerk zal kunnen worden begonnen?" vroegen wij. „Als alles goed gaat, eind Januari, begin Februari; de kerk zou dan reeds in Sep tember of October van het volgend jaar ge- In deze dagen nabfi de Suikerfabriek .te Halfweg lange rijen boerenkarren, die met pulp worden geladen. Zoo nu en dan is reed zijn", antwoordde pastoor Goossens. De kerk, die gebouwd zal worden, zal 700 zitplaatsen bevatten, waaronder aparte plaatsen voor kinderen zijn. De parochie zal zich uitstrekken van Santpoort-Station tot den Kruitbergerweg. In het hart der pa rochie, ten Noord-Westen van de Frans Net- scherlaan, komt de kerk, met het front naar den Middenduinerweg. Tegenover den ingang komt in de toekomst een breede eg naar de Harddraverslaan en vandaar naai Sant poort (Station), tegjnover de z.g. Elta- wonlngen. De parochie van O. L. Vrouw van Altijd- durenden Bijstand zal uit 300 gezinnen be staan. Zeer zeker zal pastoor Goossens niet in zijn verwachtingen worden teleurgesteld; in een onafgebroken stroom zullen de giften toestroomen, zoodat Z.E. binnen korten tijd al zijn mooie plannen in vervulling zal kun nen zien gaan. De afdeeling Noord-Holland van het trek paardenstamboek heeft met financieelen steun van de provinciale regelingscommissie voor de paardenfokkerij in Noord-Holland 6 premiën van f 175 uitgeloofd voor invoer van vrouwelijk trekpaardenmateriaal. Enkele dagen geleden is hiervoor op het gemeentelijk sportterrein te Hoofddorp een keuring gehouden, waarbij een premie werd toegekend voor een jaarling en vijf veulens; de eigenaren waren: A. J. Kort. C. A. de Wit. G. Couvert, allen wonende te Hoofd dorp; A. Pruissen te Rijk. H. de Graaf Jzn. te Nieuw-Vennep en J C Witte te Texel. De jury bestond uit de heeren: B. C. Fuy- laert en Charles Reinders Fondmer. Voor de Invoering van warmbloedveulens werd i 500 beschikbaar gesteld en een be drag van f 100 werd toegekend aan de hee ren J. M. Knoop, O. de Kok en A. C. Pruissen. allen wonende te Nieuw-Vennep en Joh. Gehrels, wonende te Zwanenburg. De jury voor deze keuring bestond uit de heeren: C. Bulk en L. Zijlmans. Prettige bezoeker Steelt 400.— van ril'n vroegeren patroon Ten verzcoke van den burgemeester van Hazerswoude Is te Haarlem aangehouden een 21-jarig persoon, vroeger knecht van een winkelier te Hazerswoude De aangehoudene had zich waarschijnlijk toen hij bij zijn vroegere patroon op bezoek was geweest in diens wcaing laten insluiten en een portefeuille, Inhoudende 400—, ge stolen. Van het geld was bij zijn aanhou ding nog 144.— in zijn bezit. Van de rest had hij eenige aankoopen gedaan. Geld en goederen zijn in beslag genomen. De man is naar Hazerswoude overgebracht. Beschuldiging van de leden van den Krijgsraad Naar uit Madrid gemeld wordt, heeft de commissie van onderzoek inzake den op stand te Jaca besloten, alle leden van den Krijgsraad, die de kapiteins Galan en Her nandez ter dood veroordeelde, in staat van beschuldiging te stellen. Waarschijnlijk vergaan Volgens de „Daily Herald" zijn drie Fransche oorlogsschepen, een adviesjacht en twee duikbooten, op weg van Aden naar Karachi verdwenen. Men vermoedt, dat de schepen in een storm of tijdens een zee beving, welke van 25 tot 27 dezer heersch- ten, zijn vergaan. De drie schepen hebben 15 October Aden verlaten en werden 5 da gen geleden te Karachi verwacht. De TREKKING van de Weldadigheids verloting der ZIJLSTRAATVEREENIGING zal plaats hebben op DONDERDAG 5 Nov des middags 3 uur in gebouw St. Bavo, Smedestraat 23, onder controle der P-Ltle. Toegang vrij voor houders van loten. HEEFT U AL LOTEN? Tot en met Zater dag 31 Oct. zijn bil de aangesloten winke liers in de Zijlstraat nog loten verkrijg baar. Voor eiken gulden contant besteed een gratis lot. HAAST UI (Adv.) Onze correspondent te Hillegom schrijft ons: Dit artikeltje Is geen speciaal Hillegomsch bericht, maar beoogt en bespiegeling en eenige wenken, die misschien algemeeD nut kunnen sorteeren. Er wordt veel gedaan voor de veiligheid en ieder juicht het toe: het betreft hier im mers menschenlevens! Maar er mankeert nog heel veel. Dat wordt het best gedemonstreerd door het feit, dat geen enkele Hollandsche Verzelcerings- Maatschappij een totale verzekering voor automobielen meer durft dragen en alle op treden als gemachtigden van groote Erigel- sche lichamen op dat gebied. De enorme bij leggers der Holl Verz. Mtjen hebben gedwon gen tot dien maatregel. Wanneer men dan ook zijn kennissen spreekt, die de wereld stad Londen regelmatig bezoeken, zijn deze immer vol lof over de schitterende wijze waarop daar het verkeer geregeld is maar evenzeer over de wijze, waarop het publiek meewerkt. En die medewerking laai, in ons landje zeer veel te wenschen over. Er is een categorie automobilisten die meent, dat de weg van hen en van hen alleen is; er zijn vooral ten plattelande legio mensrhen, die voor een auto absoluut geen respect heb ben, er niet voor uit de* weg gaar etc Bei der meening is natuurlijk fout, om niet te zeggen absurd. De geheele bevolking in dorp en stad behoort ramen te werken, elkaar ter wille te zijn, opdat er zoo weinig mogelijk ongelukken gebeuren Zijn we zoover, dan zal dat tevens beteekenen een beduidende verlaging van premie voor verzekeringen van auto's, van persoonlijke ongevallenverzeke ringen en wat dies meer zij. Als ieder zijn eigen ervaring laat spreken, zal men erkennen, dat er legio ongevallen (verkeersongevallen) plaats hebben uitslui tend aan eigen schuld te wijten. Maar er is iets veel ernstigers, waarop we in dit ver band de aandacht wenschten te vestigen. De mogelijkheid van onervaren chauffeurs, die met een wettelijk geldig rijbewijs in den zak loopen. Oppervlakkig zou men zeggen, dat zoo iets uitgesloten was. Dat is het geenszin. Eerstens kan iemand een rijbewijs voor autorijden hebben gevraagd en ontvan gen voor de gewijzigde Rijwiel- en Motorwet. Of zco iemand daarna b.v. in geen tien jaar gereden heeft, doet niets ter zake- hij is be voegd en blijft dat. Wat er de gevolgen van kunnen zijn, daarover bekommert zich de wetgever niet. Maar nog erger is het, dat het „examen" voor rijvaardigheid zelfs kan af genomen worden door iemand, die zelf niet eens rijden kan. Wat we hier schrijven is geen anecdote, al gelijkt het er op, maar werkelijkheid. Er is onder de tegenwoordige Wet zelfs nog wel iets ergers mogelijk en helaas wordt ook door sommigen die moge lijkheid in werkelijkheid omgezet. Die moge lijkheid is de volgende: A. wil een rijbewijs hebben en v, aagt dat aan. Hij stort het vereischte bedrag en wordt op een gegeven dag opgeroepen, om zijn vaardigheid te toonen. Maar hq heeft die bekwaamheid niet. of vreest dat hem door zenuwen als anderszins het begeerde diplo ma zal ontgaan. Het is niet erg; hij stuurt een zijner kennissen, die uitstekend chauf feert en het rijbewijs al eenigen tijd heeft en voQr een andere commissie examer, deed. Deze voldoet vanzelfsprekend aan de ge stelde eischen (de examinator kent hem niet en ziet 'm voor mijnheer A aar) en na en kele dagen, wordt het begeerde papiertje aan A. franco thuisgestuurd. Dit moest na tuurlijk om de verschrikkelijke gevolgen, die mogelijk zijn onmogelijk zijn, maar het is wel mogelijk Critiek is gemakkelijk en de aandachtige lezer vraagt bij zichzelf: laat die schrijver dan eens zeggen hoe hst z.l. bster kan en moet. Dat doen we gaarne. Men benoéme bij het afnemen van het examen werkelijk des kundigen, onpartijdige ambtenaren, daar voor speciaal aangesteld, die zelf schitterend het vak van auto-rijden verstaan. Moet door dezen maatregel, het examengeld wat hooger worden, dan vinden we dat heelemaal niet erg. Dat is één. Tweedens verplichte men den candidaat om bij de aanvrage om een rijbewijs over te leggen 2 goedgelijkende foto's (beide pre cies gelijk zooals b.v. bij het aanvragen van 'n buitenlandschen pas) Vanuit Den Haag (voor Z.-Holland) zendt de betrokken ambtenaar een der foto's aan den examina tor, dat deze dezelfde is, die het examen aanvroeg. Vervolgens rospe de Wet elke 3 (beter elke 2) jaar de bezitters van het rij bewijs opnieuw op, opdat de deskundige zich overtuige van het nog uitstekend kunnen auto-rijden van hen, aan wie een rijbewijs werd verstrekt. Het is misschien wat om slachtig, maar is het verheven doel het niet in gevaar brengen van menschenle- vens dat soms niet waard? Nog een noodzakelijkheid, die wij als hoognoodig beschouwen, is het absoluut ver bieden aan eiken autorijder om sterken drank, maar cok om bier te gebruiken als men achter het rad zit. Bij het blijken aan politie of andere controleerende ambtenaren een strenge straf, ook al is er nog geen on geluk gebeurd Vertrouwende, dat dit korte schetje, dat zeker onvolledig ls, iets goeds kan stichten, geven we het verhandelde in overweging en.... gaarne voor beter! Door Francqui bepleit In welingelichte kringen te Washington verluidt, dat Francqui, de Belgische verte genwoordiger bij de Bank voor Internatio nale Betalingen, die momenteel in Amerika vertoeft, president Hoever in een langdurig onderhoud de stichting van een internatio nale credlotbank heeft voorgesteld. De Bank zal tot taak hebben de credieien op korten termijn te convertecren In credie- ten op langen termijn. Volgens Francqui zouden de convertieleeningen een looptijd van 3 5jaar moeten hebben. Winkels geplunderd en lantaarns vernield Drie gewonden Onder de werkloozen te Paramaribo zijn gistermorgen relletjes uitgebroken. Er wer den warongs en bakkerijen geplunderd, ter wijl reeksen gaslantaarns werden vernield. Aanvankelijk stond de politie machteloos, doah later grepen militairen in. Drie be ambten werden gewond. Vele huizen werden beschadigd. De gas fabriek en de ijsfabriek zijn gesloten. Uitgebreide maatregelen voor den nacht werden genomen, daar gevreesd werd voor herhaling der relletjes en voor daarbij ge paard gaande brandstichting. In de raadsvergadering der gemeente Haarlem van 16 Juni 1919 op 16 December a.s. dus 12% jaar geleden deelde de voorzitter, de heer Joh. de Breuk, mede, dat met ingang van dien datum tot burgemeester van Haarlem was benoemd de heer C. Maar schalk, burgemeester van Koog aan de Zaan. Een commissie, bestaande uit de hee ren H. v. d. Berg ais oudste raadslid, den heer J Gerritsz als jongste lid en den heer Mr. Dr. Wij'.erna, secretaris der gemeente Haarlem, haalde daarop den nieuwen burge meester van het raadhuis en leidde hem de Raadszaal binnen. In een keurige speech heet te de deftige, en om zijn ouderdom geëerde heer De Breuk den nieuwen burgervader wel kom. Hij zeide o.m.: „Onder de zaken, die op afdoeningwach ten noem ik loon- en salarisregelingen, af werking van de havenplannen en vooral as regeling der grensuitbre'ding. 26 jaar geleden wees burgemeester Jordens er in zijn afscheidsrede reeds op, hoe voor de ontwik keling der gemeente verandering der grenzen noodig was. Maar buiten die oplossing zijn het nog de geldmiddelen der gemeente en de crisisaangelegenheden, die uw bijzondere zorg vereischen, wat u des te duidelijker zal blij ken, wanneer wij binnenkort tot het opmaken der begrooting zullen overgaan." Is het niet als wij de grensregeling weg laten alsof die speech pas gisteren werd geheden? Loon- en salari-re^eling^n, ha venplannen, crisiszorgen. Ook thans hebben de Haarlemsche bestuurders er mede te ma ken Toch demonstreert weinig zoo typisch den kringloop der dingen, als de herinnering aan deze passage in de welkomstrede van den heer De Breuk, want wie zou concludeeren, dat er in de 12% ambtsjaren van burge meester Maarschalk niets is gebeurd, vergist zich zeer In de geschiedenis onzer stad zijn weinig tijdvakken aan te wijzen die zoo bewogen waren als de jaren na den wereldoorlog, waarin tot nu toe de Haarlemsche ambts per'ode van den heer Maarschalk viel. De afgeloopen 12% jaar zijn gekenmerkt door zware „up" and „downs". Down was de stad toen de heer Maarschalk als burgemeester van Haarlem geïnstalleerd werd. Wij hadden toen onzen duurtetoeslag voor het gemeentepersoneel, coze commissie in zake de duurte, die de prijzen in den klein handel controleerde, onze centrale keuken, onze gemeentelijke verstrekking van manu facturen, onze gemeentelijke vischvoorz 'e- nlng en nog veel meer. Het noemen van deze Instellingen roept bij lederen Haarlemmer de herinnering op aan een naargeestigen, ellen- digen tijd en de liquidatie van deze gevolgen van den oorlog was verre van gemakkelijk. Zü vereischte heel wat beleid en kopzorgen. Nog maar kort geleden verdween van onze openbare pleinen de laatste noodwoning a.s een ruige herinnering aan d.en verschrikke- lijken woningnood, waaronder Haarlem jaren gebukt is gegaan. De oplossing van het wo ningvraagstuk heèft den bestuurders bergen moeilijkheden gebaard. De sombere eerste tijden van 's heeren Maarschalk's verblijf in Haarlem werden ge volgd door een vroolijker stadsbeeld. Op „down" volgde „up". De loon- en salarisregeling voor het ge meentepersoneel kwam in 1920 tot stand; de grensregeling, waar jaren aan gewerkt is eu die maanden arbeid heeft gekost, is het hoofdmoment geworden in 't burgemeester schap van den heer Maarschalk. Betreffen de de havenplannen hebben de ideeën zich sinds 1919 gewijzigd en het lijkt niet noodig, deze zoo grootscheeps uit te voeren als men toen van plan was. De stad Haarlem heeft zich naar alle kanten uitgebreid. Men denke maar eens aan den nieuwbouw in Haarlem- Noord, het voormalige Schoten, in t Glacht- puiskwartier en in de omgeving van de ka thedraal. De stad is verfraaid door het as- phalteeren van straten, het bouwen van mooie bruggen en het uitvoeren van enkele doorbraken, waardoor het verkeer in Haar lem gemakkelijker werd. De sociëteit Ver- eeniging werd door d° gemeente aangekocht, het Brongebouw en andere gebouwen. Een winkelsluitingsverordéning, een ambtenaren reglement kwamen tot stand. In enkele woor den: er is in Haarlem hard gewerkt en er is veel gebeurd. Daarnaast heeft de heer Maarschalk de representatie van de gemeente op voortref felijke wijze waargenomen. Het aantal re cepties, dat hij ten Stadhuize gehouden heeft is moeilijk te tellen; vele malen heeft hij door zijn tegenwoordigheid luister bij gezet aan een of ander feest, dat in den kring der burgerij werd gevierd. Van deze repro oer1 atie ,i ,cc, o i ~"n c groep uitgesloten. Hij legde daarbij een har telijkheid en jovialiteit aan den dag, die bij na spreekwoordelijk is geworden. De heer de Breuk zeide in zijn hierboven gememoreerde welkomstrede nog het volgen de: „En zoo zult u dus vol illusie uw moeilijk ambt aanvaarden: ik ben overtuigd, dat het uw ambitie is om, evenals uw voorgangers hebben gedaan, onze schoone gemeente met voortvarendheid en in vooruitstrevende» zin tot verderen bloei te brengen, maar veroor loof mij (en hier sprak wel zeer sterk de ras-Haarlemmer, die de heer de Breuk was, de voorzitter van de vereen'ging Haerlem) veroorloof mij hierbij uw medewerking in te roepen om Haarlem zijn eigenaardig karak ter als een der merkwaardigste plaatsen in ons land te doen behouden. U wacht een heerlijke taak. Moge u de nooöige opgewekt heid en lust worden geschonken om die ook tot voldoening van uzelven te vervullen. Wel zullen u daarbij critick en teleurstelling niet worden bespaard, maar wanneer u naar uw beste overtuiging handelt, laat u dan niet ontmoedigen." Het getuige van de levenswijsheid van nu wijlen wethouder De Breuk, dat de inhoud van zijn redevoering zoo volkccnen iri over eenstemming blijkt te zijn met de feli en en voor den burgemeester moet het een voldoening zijn, dat de voorspeilingen van den heer de Breuk zoo volkomen zijn uitgekomen. „Vol illusie" heeft hij een „moeilijk ambt" aanvaard; hij heeft getracht Haarlem, even als zijn voorgangers, tot grooteren bloei te brengen en dat Is hem gelukt. Hij heeft daarbij het eigenaardig karakter van Haar lem als een der merkwaardigste plaatsen van ons land weten te behouden. Critiek is hem niet gespaard, maar gedachtig aan den gegeven raad heeft hij zich, naar beste over tuiging handelend, niet laten ontmoedigen en dat hem daarbij de noodige opgewektheid en lust niet ontbroken heeft, is velen Haar lemmers bekend. Slechts éénmaal, in 1923 meenen wij, kwamen er minder gunst'go be richten over den gezondheidstoestand van den burgemeester, maar ook deze krisis heeft hij glansrijk overwonnen. In den aanvang van zijn Haarlemmer schap, beleefde onze stad een zwaren tijd; dat .down" is gevo'ya door een „up", en nu staat wederom een moeilijke t'jd veor de deur. Wij wezen reeds op den I.ringloop des historie. Dit geeft ons den ncd te verwach ten, dat er ook nu betere tijden in de nabije toekomst liggen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5