HAARLEMSCHE BACHVEREENIGING
DE ROOFMOORD TE GORINCHEM
PIJLTJE
TWEEDE BLAD
ZATERDAG 7 NOVEMBER 1931
BLADZiJD.
STADSNIEUWS
1871—1931
Geestige teekeningen van
Olaf Jordan
De „Mittovos"
Bekroningen
der Huisvlijttentoonstelling
VAN DEN POLITIERECHTER
Nog geen spoor van den dader - Vermoedelijk f 6000.- gestolen
Uitknippen - Omvouwen - Samenplakken
GEMENGD NIEUWS
Een overval, die mislukte
Auto-botsing te Tilburg
Man doodgereden
Een valsche cheque geïnd
r-
Parkeerende auto's
KERKNIEUWS
ELCK WAT WILS
Trekjes no. 730
Het 60-jarig bestaan van de Haarlemsche
Bacuveiworut gevierd met twee
feestconcerten, waarop het Amsteraamscn
uoncerigeoouw- en net Keoiaenweonte-t, ae
twee voornaamste orkesten van ons land,
medewerken.
Deze keuze laat zich volkomen begrijpen,
want geaurenae net laatste tientar jaren
zijn. de concerten eer Bacnvereen.ging, op
slechts enkeie uitzonderingen na, steeds
door deze orkesten gegeven. Wel hadden
drie uitvoeringen der Mactneus-passie van
Bach plaats, aoch uitvoeringen door orkes
ten, zy het gewoonlijk met solisten, bleef
toch usance.
Oorspronkelijk is dit niet het geval ge
weest. Wij lezen althans in een feest
programma der viering van het 20-jarig
bestaan, dat behalve concerten door Hol-
ianüsche en buiteniar.dsche orkesten, zooals
de Meininger Hofkapel onder leiding van
dr. H. von Bülow, en het Parijscne orkest,
dirigent Lamoureux, ook koren optraden,
b.v. het Berlijnsche Domkoor en het
A Oapella Koor van Daniël de Lange
(waarvan Joh. Rogmans en Joh. Messcnaert
deel uitmaakten), en dat er bovendien
kamermuziekavonden werden gegeven. Als
solisten op deze avonden lieten zich toen
maals reeds Europeesche vermaardheden
hooren: de violisten prof. Wilhelmj, prof.
Joachim, prof. Isaye, Pablo de Sarasate,
de pianisten dr. Joh. Brahms, Eugen
d'Albert, en als kamermuziekensemble het
Florentijnsch Kwartet.
Ook zij op gemerkt, dat het bestuur in
die jaren ook Nederlanders van naam in
de gelegenheid stelde, zich voor de Bach-
leden te doen hooren. We vinden o. a.
Jos Cramer, Jac. Mossel, J. B. de Pauw en
Jul. Röntgen.
Dat thans geen buitenlandsche orkesten
meer optreden, is gemakkelijk te verklaren.
Een Concertgebouw-orkest staat op zoo'n
hoog niveau, dat het onnoodig is zich ont
zaglijk groote financieele offers te getroos
ten om een buitenlandsch ensemble hier te
doen optreden. Eezitten de dirigenten
Mengelberg en Monteux geen wereldnaam,
vieren zij niet overal triumfen?
Deze dirigenten hebben het orkest tot den
hoogsten graad van ontwikkeling opgevoerd,
waardoor het aan de hoogste eischen, die
men maar kan stellen, voldoet en het de
gansche orkestliteratuur beheerscht.
Ook het feit, dat het Bach-bestuur in
het laatste decennium, wellicht nog meer
dan vroeger, aan talrijke Nederlandsche
solisten de gelegenheid verschaft op zijn
concerten mede te werken, laat zich be
grijpen (ruim een derde deel der solisten
waren Nederlanders). Wij hebben slechts
enkele namen te noemen: Noordewier.
Vineent, Peltenburg, Urlus, Van Tulder,
Kloos, Zimmermann, Swaap, Helman en
Loevensohn. Een ieder weet, dat deze
solisten een eerste plaats innemen en hon
ger staan dan menig buitenlandsch artist,
die tn ons land jaarlijks zijn, dikwijls met
veel ophef aangekondigde tournée maakt.
De keuze der medewerkenden pleit voor
het goede inzicht van het bestuur, dat
op dit punt zeker het volste vertrouwen
van de leden geniet. Ondanks de goede
regeling zijn er echter toch nog enkele
zaken, die verbeterd dienden te worden.
Zoo b.v. de zaal en de keuze der programma-
nummers.
De zaal van ons Gemeentelijk Concert
gebouw bezit voor uitvoeringen met groot
orkest, niet de gewenschte acoustiek. De
eenigste, radicale oplossing is natuurlijk
een nieuwe zaal. Thans, zoo schrijft het
bestuur zelf, wordt getracht de voor
treffelijke acoustiek van de vroegere zaal
zooveel mogelijk weder te benaderen door
het leggen en hangen van kleeden.
Wat de samenstelling der programma's
aangaat, hierin zou o. i. meer een vaste
lijn kunnen worden gevolgd. Daardoor zou
den ze in nog hoogere mate bijdragen tot
het cultureel belang der concerten. Hier
doen zich, jammer genoeg, bijna onover
komelijke bezwaren voor.
Xe. worden de concerten gegeven door
twee orkesten, die geen contact met elkan
der hebben en 2e. moet men gewoonlijk
genoegen nemen met de ook voor andere
concerten ingestudeerde werken.
Op dezen regel is gelukkig toch nog wel
eens een uitzondering gemaakt. In het pro
gramma lezen we omtrent deze zaak: het
bestuur heeft steeds gewaardeerd, dat het
in vele gevallen mogelijk was aan speciale
verlangens van 't bestuur te voldoen, voor
al omdat het uitvoerend orkest, dat door
gaans met een slechts aan heel kleine
wijzigingen onderhevig programma zijn
rondreizen maakt, in het algemeen be
zwaarlijk alleen voor de H. B. V. een be
paald werk kan instudeeren, wanneer men
in de andere steden, die op de rondreis be
zocht worden, zulk een stuk niet wenscht,
bijv. omdat het slechts kort geleden aldaar
is uitgevoerd.
Doch ondanks deze bezwaren zijn toch
in de laatste jaren, behalve vele standaard
werken uit de oude literatuur, werken van
moderne componisten als Maurice Ravel,
Igor Strawinsky, Florent Schmitt, Honegger,
Manuel de Falla en Respighi uitgevoerd.
Nog een enkel punt zouden we willen
aanroeren en wel dat van het uitvoeren
van Bach-werken.
Dat aldra bleek, dat met het uitsluitend
uitvoeren van werken van Bach en diens
tijdgenooten, de vereeniging geen voldoen
de levensvatbaarheid zóu verkrijgen, laat
zich begrijpen. Hetzelfde geval is bij meer
dere van dergelijke, speciale vereenigingen,
b.v. de Wagner-vereeniging te Amsterdam,
gebleken. Verandering van koers was dus
een gebiedende eisch. Doch dat neemt niet
weg, dat toch wel oen grooter aantal Bach-
werken kan worden uitgevoerd dan in de
laatste jaren het geval is.
Vermeld wordt, dat het muziekseizoen
1925—'26 werd ingezet met een uitgebreid
Bach-programma. Zou een dusdanige inzet
van een seizoen geen traditie kunnen
worden? Dan verkreeg de naam Bach-
vereeniging wederom meer beteekenis
Wij twijfelen er aan, of de H. B. V. zal
ook in de toekomst haar eervolle plaats in
de rij der kunstvereenigingen blijven in
nemen en geen gelegenheid onbenut laten
om haar aanzien nog meer te verhoogen en
haar positie te versterken, om steeds meer
te kunnen bijdragen tot de cultureel» Ont
wikkeling harer leden op het gebied der
toonkunst. O. K.
Bij de Bois, Kruisweg
't Zijn er slechts vijftien, die zeer geestige
potloodteekeningen van Olaf Jordan, maar
ze tellen stuk voor stuk voor drie.
Ze zijn niet alleen geestig, maar scherp
zinnig en ook ironisch en daarbij bijzonder
knap. De hoofdcontouren zijn duidelijk en
vaat, voorts zijn de teekeningen van een
soepel leven, met haar bijzondere en zachte
potloodtechniek.
't Is merkwaardig wat deze kunstenaar
met dat eenvoudige potlood wist te bereiken.
Dit alles raakt nog de techniek maar ziet die
prachtige onderwerpen, zoo kostelijk uitge
voerd.
No. 1 stelt voor: „Glauben Sie mir, ich bin
Ihr Freund". Een snob zit dit met valsch-
vriendeliike gebaren te beweren tegen een
onschuldig uitziend mensch, die straks zeker
het tegendeel zal ondervinden. „Ich küsse
Ihre Hand Madame" is een geestige per
siflage op te overstelpende beleefdheid en
lief-doenerij.
Als men „Le Gareon" (de kellner) aan
dachtig beziet, is het of men zijn heele le
vensverhaal in één oogenblik gehoord heeft.
In „Das Wort" zien we den man, die een
brief schrijft en die zocht naar 't juiste
woord. Prachtig komt dit in ziin houding uit.
We hebben allemaal wel eens van die on
machtige momentjes.
De werklooze in „Arbeitslos" is eveneens
raak getypeerd. Misschien was deze eens een
zelfbewust man, nu is hij de moreel inge
storte, een minderwaardige, een. die zijn
zelfvertrouwen verloren heeft, een mensch,
die door deze maatschappij van de werkbank
is weggeduwd en moreel aan zijn lot is over
gelaten. Welk een tragedie!
„Zu spater Stunde" is een ondeugend
plaatje van een ouden gek, die van zijn
liefje afscheid neemt. In „L'ami du peuple"
walgen we van een O. W.'ers-type, dat met
zijn dik beringde handen een krant om
klemd houdt, die nota bene „De vriend des
volks" heet, maar die gelezen wordt doör een,
in zijn persoontijk en fel egoïsme, wel zeer
on-sociaal gevoelend individu.
„Spirituelles Gesprach" zouden wij willen
zien hangen in een drankbestrijders-milieu.
Betere drankbestrijding dan het zien van
deze twee beschonken mensch-beesten, die
lallend en in sterke verdooving sentimen-
teel-vertrouwelijk bij elkaar zijn, is bijna
niet denkbaar.
„Nice-promenade" is een geestige teeke-
ning van menschen, welke beu zijn van alle
leven. Toch gaan ze „uitgestreken" in ver
veling en uit gewoonte langs den boulevard.
Van „Simson en Dalila", een dankbaar on
derwerp, teekende Olaf een bijzondere en
zeer oorspronkelijke plaat.
't Is niet de cewconte om tij de bezich
tiging van een expositie leeftijdsgrenzen te
bepalen voor de bezoekenden. Om sommige
teekeningen zouden we echter willen advi-
seeren: „Voor volwassenen."
Enkele der tentoongestelde werken zijn
reeds verkocht. Ze zijn zeker een blijvend
bezit, want naast het vaardig teekenkunstige
bezitten ze een psychologische, soms sociale,
diepte of wel sterke geestelijke eigenschap
pen. Dikwijls zijn ze veelzeggend en voor de
afgebeelde proto-tvpen misschien ln 't ge
heel niet vriendelijk.
Maar de teekenaar was te veel levens- en
menschenvriend om hatelijk of schrijnend te
worden. Hij huldigt blijkbaar meer de waar
heid van Vondel's woorden:
„De wereld is een schouwtooneel. Elk
speelt zijn rol en krijgt zijn deel."
Volwassenen wekken we gaarne op de in
teressante platen bij de firma de Bois in
oogenschouw te gaan nemen.
K. de H.
Door de jury der commissie van de Huis
vlijt werden de volgende bekroningen toege
kend:
Inzendingen van dames: le prijs mej. S.
Hirs; 2e prijs mej. A. de Vries.
Inzendingen van heeren: le prijs de heer
J. L. Elfering; 2e prijs de heer J. 'Kersten.
Inzendingen van jonge dames: le prijs
Corrie Lourens; 2e prijs niet toegekend.
Inzendingen van jongelingen: le prijs W.
van Eisen; 2e prijs G. w. K. de Leeuw.
Inzendingen van Patronaten: le prijs
Jongenspatronaat „St. Franciscus van Sales",
Haarlem—Noord; 2e prijs niet toegekend.
Inzendingen van scholen: le prijs R. K.
school voor Buitengewóón Lager Onderwijs;
2e prijs R. K. Jongensschool, Overveen; Eer
volle vermelding; R. K. Meisjesschool, Ko
ningstraat.
Spreken is zilver, zwijgen is goud
Het beklaagdenbankje kraakte toen de
dikke 43-jarige caféhouder met een plomp
zijn plaats als verdachte innam. Hij ver
tegenwoordigde op dat oogenblik met eenige
getuigen de gemeente Zaandam. De caféhou
der zou een weerlooze vrouw een duw gege
ven hebben, waardoor zij het gevoel gekre
gen had, dat ze „heplercaal in elkaar lag en
dat al haar ribben gebroken waren."
De weerlooze vrouw verscheen voor den
politierechter en van dat oogenblik af, ratel
de zij een sterk gedramatiseerd vers op; geen
samenzang, geen triozij alleen sprak, zij
alleen hield een monoloog overvloeiende van
zoete woorden, als „mot je net gelauve fan
soon fent!" Up en down ging haar intonatie,
dan zwol haar stem tot een machtige scheld-
toon, dan fluisterde ze zoetjes als gebroken
door smart.
De monoloog was getiteld: „De gevolgen
van vermeende echtbreuk. Haar man kwam
wel eens bij den caféhouder en.de caféhou
der leefde met een vrouw, die haar man ook
wel aardig vond. Dit verweet ze op een
goeden dag den kroegbaas; na schelden kwam
ze op hem toe en maakte krab-bewegingen
in de richting van het gelaat van haar slacht
offer. Deze verweerde zich, gaf de vrouw een
„zetje", zoodat ze op de keien viel. Het
duurde lang eer de vrouw dit verhaal verteld
had, maar zü zorgde voor aardige afwisseling.
Op de tribune stond de vrouw van den kaste
lein en toen ze zich omdraaide en haar eenige
verwijten haar het hoofd slingerde, ontspon
zich een samenspraak tusschen de dames. Dit
gesprek is evenwél niet voor publicatie vat
baar. De politierechter hamerde, de dames
zet en de woeste conversatie voort. De han
den van de veldwachter jeukten, de deur
waarder maakte reeds een glaasje water
klaar, omdat „flauw vallen" der beide dames
niet tot de onmogelijkheden behoorde. Na
dat in de groene tafel verschillende onher
stelbare deuken geslagen waren, keerde ein
delijk de rust weer. Toen moest de dikke
caféhóuder het verhaal vertellen en toen
bleek,'dat hij uit zelfverdediging had gehan
deld, Want de vrouw had o.a. zijn gouden
horlogeketting aan splinters getrokken!
Officier en Politierechter concludeerden
tot vrijspraak.
„Ik eisch tweehonderd gulden schadever
goeding," brulde de vrouw.
„Dat moet u weten," antwoordde de poli-
tiérech'er, „afgeloopen".
„Mooie boei!" bromde de Zaandamsche en
ze vernietigde in gedachten den caféhouder.
Eigenaardige pensioen
aanvrage
„Zoo Teun," groette de politierechter den
binnenkomenden man in versleten Man
chesterpak, „ben je daar weer eens?"
„Zoo u ziet," deelde Teun mede, terwijl hij
zich installeerde in het bankje, dat hem zoo
zachtjes aan dierbaar was geworden. Hij was
weer eens een keertje „bui'.en-zijhzelf" ge
weest in het rustige Hillegom. In den nacht
van 27 September j.l. was hij weer in een
loopend biervat veranderd en bij die gelegen
heid stapte hij naar een woonschuit en sloeg
daar «en ruit in, terwijl hij naar binnen
rjep: „Kom maar 'ns naar buiten! Dan steek
ik eén mes hardstikke door je keel heen."
Daarom stond Teun nu weer terecht.
Uit Gorinchem wordt ons nog gemeld:
Toen mejuffrouw W. van Hof gistermor
gen het huis van notaris Courrech Staal was
binnen gegaan en zich voor het verrichten
van werkzaamheden naar het kantoor wilde
begeven, vond zij dit gesloten. Zij dacht toen
dat de notaris zich verslapen had en ging
raar boven om hem te wekken. Zij «dopte
aan de slaapkamer, doch kreeg geen gehoor.
Toen zij daarna de slaapkamerdeur had ge
opend, ontdekte zij dat de notaris niet naar
bed was geweest. Het bed was nog onbe-
slapen.
Het meisje heeft zich toen begeven raar
de woning van den heer Meets, een kantoor
bediende van den notaris, van wien zij wist,
dat hij een sleutel van het kantoor had.
Samen zijr zij daarop naar de woning terug
gekeerd en hebben zij de deur van het privé-
kantoor geopend. Zij deden een vreeselijke
ontdekking. Zooals reeds gemeld, lag de no
taris met zijn hoofd tusschen schoorsteen
en kachel.
Naar wij thans vernemen, lag hij in een
grooten plas bloed. Van politiezijde zijn hier
over nog geen mededeelingen verstrekt, doch
het heet, dat het slachtoffer van den roof
moord een diepen steek in den hals had.
In den loop van den ochtend is het par
ket uit Dordrecht ter plaatse verschenen. Uit
het ingestelde onderzoek is gebleken, dat de
telefoonlijn was doorgesneden en dat de stop
pen van het electrisch licht waren litge-
draaid. Het kantoor van den notaris was in
de benedenverdieping van het gebouw geves
tigd, terwijl zijn woning daarboven was.
Verder verluidt, dat een dame, die Donder
dagavond langs het perceel is gekomen, in
het kantoor van den notaris op luiden toon
heeft hooren spreken. Men weet evenwel niet
of dit gesprek met den moord verband houdt.
De dader schijnt slechts één greep in de
brandkast te hebben gedaan en zich toen
snel uit de voeten te hebben gemaakt. Er
lag nog geld in de brandkast en ook vóór
deze kast lagen nog eenige bankbiljetten.
Vermoedelijk is een belangrijk bedrag ge
stolen, men spreekt van f 6000.
Thans heeft een onderzoek der boeken
plaats om het juiste bedrag vast te stellen.
Van den dader was gistermiddag nog geen
spoor ontdekt.
Uit net politieonderzoek is komen vast te
staan, dat notaris W. J. Courrech Staal het
slachtoffer van een roofmoord is geworden.
Het is zoo goed als zeker, dat de moord Don
derdagavond vóór half elf is geschied.
In verband met het onderzoek zijn te Go
rinchem in den loop van den dag aangeko
men de heer C. J. Ledden Hulsebosch, po-
litie-deskundige, die gisteren op weg was naar
Veendam en per radio werd verzocht zich
naar Gorinchem te willen begeven en voorts
Dr. Hulst en Dr. Tas.
Vrijdagavond te zes uur had de politie nog
geen enkel spoor gevonden, dat een aanwij
zing in de richting van den dader zou kun
nen zijn.
Hedenochtend zou de sectie op het lijk
worden verricht.
Vermeld kan nog worden, dat de nacht
veiligheidsdienst Donderdagavond en in den
loop van den nacht op de gewone tijden het
huis heeft gecontroleerd, doch niets vreemds
had bemerkt.
De vrouw en kinderen van den notaris wo
nen in Den Haag bij kennissen, omdat zij
te Gorinchem niet konden wennen.
Gisterenmiddag zijn zij in Gorinchem aan
gekomen. Hoe verschrikkelijk het weerzien
is geweest, laat zich bevroeden. Notaris C.
S. placht iederen Zaterdag en Zondag naar
Den Haag te gaan om deze dagen bij zijn
gezin door te brengen.
Ook j.l. Zaterdag en Zondag is hij daar
nog geweest.
De verslagenheid over zijn wreed verschei
den is in Gorinchem zeer groot.
Nog eenige bijzonderheden
Dr. van Ledden Hulsebosch vertelde aan
een'verslaggever, dat hij, te Gorinchem aan
gekomen, in het kantoor van den notaris
alles onveranderd vond. Dit stelde hij zeer
op prijs, omdat dit voor hem het onderzoek
belangrijk gemakkelijker maakt. „Hadden zij
dat in de moordzaak-Lans te Rotterdam
ook maar gedaan," zeide hij.
Het parket te Dordrecht heeft voorts
naar Gorinchem ontboden den heer J. van
Tas, inspecteur van politie te Rotterdam,
chef van de afdeeling fotografie en diacty-
loscopie. De heer van Tas, die reserve
officier is, was juist met een batterij onder
Delft aan het oefenen. Men heeft hem zoo
snel mogelijk den oproep telefonisch doorge
geven en even later was hij per auto op
weg naar Gorinchem, na te Rotterdam zijn
instrumenten te hebben opgehaald.
In Gorinchem wordt het huis van den
verslagene algemeen
„het spookhuis"
genoemd. Eenige jaren geleden lieeft een
van de bewoners zich daar van het léven
beroofd; kort daarna is er weer een zelf
moord gepleegd en thans is er dit misdrijf
ontdekt. Men verwacht niet, dat er nog
iemand gevonden zal. worden, die bereid zou
Zijn in dat huis te gaan wonen, nu drie
opeenvolgende bewoners er een onnatuur-
lfjken dood zijn gestorven.
De commissaris van politie te Gorinchem
kon gisteravond, in het belang van het on
derzoek, nog, geen nadere mededeelingen
doen.
Zóó tooveren ze, met behulp van de DROSTE-bouwplaat, Het be
roemde DROSTE-mannetje te voorschijn. Of het ook een leuk werkje is?
Reuze! Tegen inzending van 10 DROSTE-bons of -plaatjes sturen wij
U deze bouwplaat franco toe. DROSTE HAARLEM
„Je bent al 18 maal veroordeeld," merkte
de officier op.
„Dan mogen jullie me wel langzamerhand
pensioen geven," vulde Teun lachend aar.,
tot groot vermaak van de publieke tribune.
Drie weekjes zitten vond Teun voor dit feit
wel wat veel. Hij woont niet meer in Hille
gom, zoodat hij daar geen ruzie meer kan
krijgen. De officier hoopte dan ook, dat de
Haarlemsche lucht Teun zóu beteren.
Met één week gevangenisstraf verdween hij
tevreden, tikkend aan zijn pet.
Mét èen revolver gedreigd
De indringers ontkomen
Donderdagavond heeft te Den Haag een
tweetal jonge kerels getracht, onder bedrei
ging met een vuurwapen, de winkelierster,
mej. A. Roode, aan de Laan van Nieuw-Oost-
Indië 67, geld af té persen- Op het hulpgeroep
van mej. B. en haar twee winkeljuffrouwen
namen de daders echter de vlucht.
Het 'was ongeveer half 6 uur, toen zich in
den manufacturenwinkel van mej. R., een
jonge man vervoegde, die zeide een stukje
zeep te willen koopen. Toen de winkeljuf
frouw bezig was hém te bedienen, kwam een
tweede bezoeker dén winkel binnen, die bij
de deur bleef wachten. Toen mej. B- zelf
hem vroeg, wat hij verlangde, zeide hij niets
ncodig te hebben, doch bij den ander te be-
hooren. Meteen schoof hij het gordijn voor
het deurraam dicht. Dit beviel piej. R., die
reeds den vorigen avond een verdacht per
soon in den winkel had gehad, heelemaal
niet en zij verzocht den man dringend, dat
hij het gordijn weer onmiddellijk zou open
schuiven. Toen hij hieraan niet terstond vol
deed, liep zij op de deur toe om het gordijn
weer open te trekken, maar de man bij de
deur richtte nu een revolver op haar. Mej.
R. schrok hiervan weliswaar hevig, maar had
toch de tegenwoordigheid van geest om luid
keels hulp te roepen. Ook de beide winkel
juffrouwen, de eene, die in den winkel was
en de andere, die op het geroep uit een ach
ter den winkel gelegen kamer kwam aan-
geloopén, riepen ook zoo hard zij konden om
hulp. Hierdoor kregen de beide revolverhel
den zoodanig den schrik te pakken, dat zi)
de winkeldeur openden en er vandoor gingen.
Op het geroep kwamen voorbijgangers toe
geschoten en een achtervolging begon, waar
aan ook spoedig de politie deelnam. Echter
zonder resultaat. De overvallers hebben zich
waarschijnlijk in een voortuintje in een der
zijstraten verborgen.
Of de bedreiging in den winkel met een
echte revolver dan wel met een vrij onschul
dig kinderpistooltje heeft plaats gehad, staat
nog niet vast. Maar wel kan men er zich
van overtuigd houden, dat de beide kerels
het op het geld ln de winkellade gemunt
hadden.
Twee gewonden
Op den Bredascben weg onder Tilburg haa
eergisteren een aanrijding plaats tusschen
een luxe auto, bestuurd door ir. P. E. uit
Den Haag en een Belgischen auto, bestuurd
door A. S. uit Edighem-EIsdael. Ir. E„ die
uit de richting Breda kwam, wilde enkele
auto's passeeren en slipte, toen hij zijn wa
gen wederom midden op den weg wilde bren
gen. Daardoor kwam de auto van E. dwars
op den weg te staan en werd in de flank ge
grepen door den van den tegenovergestelden
kant komenden Belgischen wagen. De auto
werd tegen een boom geslingerd en geheel
vernield. Van den Belgischen wagen werd het
voorste gedeelte ingedrukt, terwijl een inzit
tende dame een lichte hersenschudding be
kwam en de heer R. uit TiïDurg, die even
eens in dezen auto was gezeten, lichte won
den opliep.
Na door den G. G. D. verbonden te zijn
kon de dame naar de woning van R- wor
den overgebracht. Ir. E. bekwam geen letsel.
Gistermiddag om vier uur is te Frincen-
hage de 63-jarige A. Leys, uit Fijnaart, door
een passeerenden vrachtauto aangereden.
De bestuurder wilde de tramrails ontwijken
en hield daardoor te veel links. Het slacht
offer werd tegen oen grond geslingerd en
bleef bewusteloos liggen. De dood trad
spoedig in, zoodat de ontboden geneesheer
geen hulp meer kon verleenen.
De hinder, veroorzaakt door parkee
rende auto's en andere stilstaande voer
tuigen, is in Haarlem groot. Zijlstraat,
Spaarnwouderstraat, Groote Houtstraat,
Koningstraat en Gierstraat zijn er ty-
peerende voorbeelden van. Zij, die per
fiets of auto des middags 12 uur de
bijlstraat moeten passeeren, zijn over
tuigd, dat de verkeerstoestand in Haar
lem op vele punten levensgevaarlijk is
en zij, die de middagpantoffelparade in
de Groote Houtstraat medemaken, vin
den, door het groot aantal voertuigen,
dat de ongestoorde passage op de trot
toirs tegenhoudt, het winkelen lang
geen onverdeeld prettige bezigheid.
Het oalogische parkeersysteem der
gemeente Haarlem is van dezen toe
stand wel een voorname reden, want de
automobilist, die gebruik maakt van de
officieele parkeerterreinen, moet direct
beginnen met geld te dokken, ook al zou
hij maar twee minuten zijn auto daar
neerzetten, terwijl .hij, wien het te veel
is om ver te loopen en daarom zijn auto
eenige uren in een der hoofdstraten
stalt, hinder veroorzaakt en staangeld
spaart. Een premie dus op het' veroor
zaken van wanorde. Op de Groote
Markt is gelegenheid tot het parkeéren
van auto's, maar daar juist vlak bij, op
de Riviervischmarkt, in de Barteljoris-
straat, de Smedestraat en de Zijlstraat
staan soms meer auto's dan op de
Markt. De Oude Groenmarkt achter de
Groote Kerk is bijwijlen zoo vol van
stilstaande aflto's, dat zulks zelfs deze
lang niet smalle straat geheel verstopt.
Het eerste half uur vrijstelling geven
van het betalen van parkeergeld, zooals
B. en W. willen doorvoeren, is een maat
regel, die deze verkeerswanorde kan
helpen verminderen; het streng door
voeren en strikt handhaven van een
parkeerverbod in sommige daarvoor
aangewezen straten kan de tweede stap
zijn. Maar daarmede zal nog maar een
gedeeltelijke verbetering bereikt worden.
Er moet meer gedaan worden.
Op daarvoor in aanmerking komende
punten heeft een dezer dagen in onze
stad een verkeerstelling plaats gehad.
Het is te hopen en te verwachten, dat,
bijaldien bestudeering van deze cij
fers tot de gevolgtrekking zou leiden,
d,at het interlocaal verkeer in Haarlem
opstoppingen veroorzaakt, maatregelen
worden getroffen om dat verkeer bui
ten de stad te houden.
Maar ook dan zal er nog geen ideale
toestand ontstaan. Naar nieuwe maat
regelen moet worden omgezien. Steden
als Haarlem en Utrecht en ook tal van
andere steden van gelijke grootte en
met gelijke behoeften in het buiten
land, moeten op dit gebied pionierswerk
gaan verrichten. Groote oude steden
toch hebben evenzeer de gebreken van
het oude als Haarlem, maar zij hebben
ook het geld om die gebreken te ver
helpen, o.m. door verbreeding van stra
ten, parallelwegen, enz. Kleinere steden
hebben daarvoor het g6ld niet. Toch
wordt de intensiteit van het verkeer ook
in die kleine steden steeds grooter. Het
zal weldra gaan nijpen. De kleine steden
zullen zich dan op andere wijze moeten
helpen. Ernstige bestudeering van dit
vraagstuk door deskundigen op het ge
bied van verkeerstoestanden in pro
vinciesteden, lijkt hoogst gewenscht, op
dat er stelsel kome in de aan te brengen
verbeteringen met als gevolg een vol
maakte verkeersorde.
Twee mille ontvangen
In een bankgebouw aan dé Heerengrae
te Amsterdam, heeft 'ii Duitschér door mid
del van een vervalschte chèque een bedrag
van 2000 geïnd. De man was in Du tsch-
land door zijn patroon ontslagen en heeft
hier op naam van dien patroon vermelde
fraude gepleegd. Per radio is de aanhouding
van den dader gevraagd.
Provinciaal E.E. P.P. Capucijnen
De Hoogeerw. Pater Stanislaus, Provinciaal
der Capucijnen, die einde Februari naar» Ned.
Oost Indië vertrok om de Capucijnen-missies
van Borneo en Sumatra te visiteeren, is gis
teravond behouden in het Camicijnenklooster
te 's-Hertogenbosch teruggel. rd.
BIJ TAL VAN VROUWENZIEKTEN be
werkt het natuurlijke „Franz-JoseF'-bitter-
water de allerbeste verlichting. Bij Apoth.
ONBEKENDE VIJANDEN
Er ls brand gesticht.
Of op 'n eenzame, donkere weg wordt
iemand bont en blauw geslagen.
Of in de weide van 'n eerzame landbouwer
wordt 's nachts het vee lafhartig mishan
deld, verminkt.
Er heeft 'n geheimzinnig vergiftigingsge-
val plaats gehad.
Van de dader of daders of daderessen geen
spoor.
De politie doet alles, om „de sluier der
misdaad op te lichten".... en stelt in der
gelijke gevallen aan het slachtoffer of de ge
dupeerde meestal de vraag: „Heeft u soms
vfjanden?"
De stumper prakkizeert zich 't hoofd ka
potmaar kan op de heele wereld geen
plekje ontdekken, waar 'n vijand zou kun
nen zitten.... en 't onderzoek is nog even
ver.
Maar als ondergeteekende vandaag of
morgen ergens in 'n stille straat wordt ge
vonden met 'n dichtgeslagen oog, 'n uitge
draaide armof z'n poes ligt in de tuin
met 'n gebroken ruggegraat te stuiptrekken,
of er is 'n kei van vier kilo door z'n ruit
gegooid, of z'n schutting is volgeklad met
scheldwoordenen de recherche vraagt
hem: „Heeft u misschien vijanden?" dan
kan ondergeteekende volmondig antwoorden:
„Ja.... minstens tweei"
Maar als de ijverige rechercheur dan
vraagt: „Wie zijn dat?" dan moet onder
geteekende het antwoord schuldig blijven
Nee, 't wordt ditmaal géén trekje
heeft u misschien al gemerkt
Als u wilt, wordt het 'n trekje over twee
trekjes, waarmee ik mi) de haat van twee
onbekende wezens op de hals heb gehaald.
't Is laat 'k eerlijk zijn niet voor de
eerste maal.... en om u nog juister de waar
heid te zeggen, was ik er al zoo'n beetje aan
gewend geraaktal speet t me soms voor
de anonieme schrijfsters of schrijvers, die de
plank totaal missloegen.... en „zoodoende"
in „permanent-genestelde-haat" jegens mijn
onschuldige pen bleven voortleven.
Maar ditmaal zijn de gevalletjes te inte
ressant, om ze zonder meer voor kennisge
ving aan te nemen.
Ik ben al zeg ik 't zelf 'n zeer vre
delievend mensch.... Laat de betrokkenen
dus niet denken, dat ik de haat wil aan
wakkeren.... integendeel.... we zullen
trachten 'n paar misverstanden weg te ne
menen daarmee zoo mogelijk voorkomen,
dat in het vervolg weer postpapier, envelop
pen, inclusief inkt, pennen frankeerzegels.
en kostbare tijd wordt verknoeid....
U herinnert zich misschien het trekje van
omstreeks half Augustus, waarin werd ver
haald van 'n alleenwonende juffrouw, die
na 'n gezellig ver jaar-partijtje thuiskwam
en haar sleutel niet kon vindenzoodat
de smid werd wakker gescheld, om 't slot
van de huisdeur open te steken.... welke
smid tot de ontdekking kwam.... dat de
sleutel nog in t sleutelgat 6tak.
Nou.... 'sMaaodags met de eerste jxet
had ik "n briefkaart'n ansicht was *t!
van de volgende inhoud:
„Mijnheer!
Uw Zaterdag-avond-praatje heeft veel
overeenkomst met mij. Heeft uw mij
soms tot voorbeeld genomen? Maar aan
wie de schuld? Aan de juffrouw alleen?
Of aan de Roomsche huichelaars, die
door lage jaloezie een ander overal uit
lasteren en judassen? Het spreekwoord
is maar dikwijls al te waar: Hoe dichter
bij Rome, hoe grooter schurken. Ze
brengen hun eigen geloofsgenooten ter
val. Ze gelooven erg sterk in hun acte
van geloof, dat God het goede loont of
het kwade straft. Ook heldhaftig altijd
tegen een vrouw alléén te schermen.
Help alle wijven aan een kerel, zal je
zien, dat ik het al een boei rustiger hebt.
Wei bedankt dat Je ze nog een beetje
geholpen hebt, om mij zoo open en bloot
in de courant te tijpeeren, je bent van
Roomschen niet anders te wachten."
t Laatste zinnetje was geschreven op de
vier randjes van "n halve centimeter breedte
aan de voorzijde van de ansichtkaart. Er
kon letterlijk geen komma meer bij.
We zullen nu waarachtig, 't is niet om
te plagen direct maar met epistel-num
mer twee beginnen.
Enkele weken geleden had ik dat trekje
over de radio'n onschuldig, algemeen
dingetje, waarin gepoogd werd, op eenigszins
humoristische wijze weer te geven, hoe in
sommige gezinnen de stem van de luidspre
ker kan contrasteeren met de buieeUjke om
standigheden. 't Was te overdreven om „echt"
te kunnen zijn.
Maar jaweldezer dagen kreeg de re
dactie het.volgende schrijven:
„Mi
Het onderwerp van het trekje van
Zaterdag is gesteld en getuigt van groote
afgunst en is van A. tot Z. laster. Pas op,
want God kan u nog wel eens straffen
wanneer Uw kinderen toevallig honger
hebben afwijzend moet beschikken.
De waarheid is dat bij de lasteraar
meermalen de dringende schuldeischers
manen en een relletje veroorzaken.
Maar gij zijt immers Katholiek en hebt
een ruim geweten en leent Uw gaarne
om laster op te schrijven.
Heeft u zulke goede vrienden onder
het reinigspersoneel, gaat dan samen
de vuilnisbelt afzoeken om je eerste
dringende schuldeischers te voldoen.
Trekjes schrijver uw christelijke ge
voelens zijn beneden nul.
Uw courant verschijnt met een feuilli-
tón die pas in een andere courant
(Kath.) heeft gestaan.
De groéte aan de lasteraar en
vuilnisman."
Men begrijpe goed, dat het niet m'n be
doeling is 'n verdediging te houdenom
de eenvoudige reden, dat er niets te verde
digen valt.
Er worden echter andere onschuldigen ln
betrokken.... en voor hen wil ik t opne
men.... al valt het gezien de toon der
protesten te betwijfelen of de onbekende
schrijfsters voor rede vatbaar zijn.
Laat k nu meteen maar zeggen, dat....
èn het sleutel-trekje.... èn het radio-trekje
beide louter fantasie zijnen er zelfs
geen sterveling op de wereld geweest ls, die
mij voor een van beide 'n „tip" heeft gege
venen bij géén van beide heb ik zelfs
'n bepaald persoon of gezin in m'n gedachten
gehadgeen óógenblik! Ik heb aari geen
man, geen vrouw, geen kind.... aan niemand
gedacht.
Kan 't duidelijker?
Nu kunnen' de klaagsters zeggen: dat lieg
je..,. Maar dan houdt alles op, nietwaar?
Kan ik 't helpen, dat zoo'n louter verzon
nen verhaaltje toevallig op iemand betrek
king kan hebben?
Sommigen schijnen te denken, dat ik de
heele dag niets anders doe, dan als 'n spion
rondsluipen, om „interessante" copie op te
doen.
Goeie menschen, ik kom zoowat nergens.
m'n voornaamste dagelijksche wandeling is:
van huis naar de posttwee of driemaal
per week naar de barbier..en weer terug..
Ik ben géén journalist.... en géén huwe
lijksmakelaarik kan dus tot mijn leed
wezen de wensch van de eerste juffrouw niet
Inwilligen....
En de tweede juffrouw ik vermoed al
thans, dat het een dame is, want het schrij
ven is in alle opzichten onmannelijk, en er
wordt gesproken van "n feuilliton de
tweede juffrouw wil ik in alle bescheidenheid
verzoeken, evenmin als haar „lotgenoote" de
buren of kennissen of wie ze ook moge
bedoelen te verdenken van laster.... want
de menschen zijn althans wat deze ver
meende gevallen betreft, want al kon ik 'n
kapitaal verdienen: ik weet piet wie 't zijn
zoo onschuldig als 'n zuigeling.
Ik wil niet hatelijk zijn, al moesten die
paar ironische zinnetjes me uit de pen
wat óók wel weer kwalijk genomen zal wor
den en al valt het me moeilijk, niet te
worden herinnerd aan 'n oud spreekwoord,
dat zegt: „Waar de bü honing uit zuigt, daar
zuigt de spin venijn uit."
Misschien was 't wenschelijk, om in 't ver
volg de ééne Zaterdag mede te deelen, wat
ik van plan ben de andere Zaterdag te
schrijvenen dan gelegenheid te geven tot.
het indienen van bezwaarschriften.... 't Is
te overwegen.
'n Jaar of tien geleden kreeg ik 'n brief
van ,,'n moeder", die er stellig van overtuigd
was, dat haar dochter in 'n trekje was be
trokken. Vijf jaar later kwam ik door een
toeval aan. de weet, wie die moeder was....
en ze hoorde toen gauw, dat ze 't heelemaal
bij t verkeerde eind had gehad.
En bekende me eerlijk, dat ze me vijf jaar
lang had verachtmet m'n heele familiz
er bij.
Dit betrof 'n werkelijk tragisch geval uit t
levendat echter al ouder was dan de
dochter zelf!
En dan praten we maar niet meer over de
velen, die 'n onschuldige aardigneid niet van
'n hatelijkheid kunnen onderscheiden.
G. N.