HAARLEMSCHE BACHVEREENIGING DE ROOFMOORD TE GORINCHEM PIJLTJE TWEEDE BLAD ZATERDAG 7 NOVEMBER 1931 BLADZiJD. STADSNIEUWS 1871—1931 Geestige teekeningen van Olaf Jordan De „Mittovos" Bekroningen der Huisvlijttentoonstelling VAN DEN POLITIERECHTER Nog geen spoor van den dader - Vermoedelijk f 6000.- gestolen Uitknippen - Omvouwen - Samenplakken GEMENGD NIEUWS Een overval, die mislukte Auto-botsing te Tilburg Man doodgereden Een valsche cheque geïnd r- Parkeerende auto's KERKNIEUWS ELCK WAT WILS Trekjes no. 730 Het 60-jarig bestaan van de Haarlemsche Bacuveiworut gevierd met twee feestconcerten, waarop het Amsteraamscn uoncerigeoouw- en net Keoiaenweonte-t, ae twee voornaamste orkesten van ons land, medewerken. Deze keuze laat zich volkomen begrijpen, want geaurenae net laatste tientar jaren zijn. de concerten eer Bacnvereen.ging, op slechts enkeie uitzonderingen na, steeds door deze orkesten gegeven. Wel hadden drie uitvoeringen der Mactneus-passie van Bach plaats, aoch uitvoeringen door orkes ten, zy het gewoonlijk met solisten, bleef toch usance. Oorspronkelijk is dit niet het geval ge weest. Wij lezen althans in een feest programma der viering van het 20-jarig bestaan, dat behalve concerten door Hol- ianüsche en buiteniar.dsche orkesten, zooals de Meininger Hofkapel onder leiding van dr. H. von Bülow, en het Parijscne orkest, dirigent Lamoureux, ook koren optraden, b.v. het Berlijnsche Domkoor en het A Oapella Koor van Daniël de Lange (waarvan Joh. Rogmans en Joh. Messcnaert deel uitmaakten), en dat er bovendien kamermuziekavonden werden gegeven. Als solisten op deze avonden lieten zich toen maals reeds Europeesche vermaardheden hooren: de violisten prof. Wilhelmj, prof. Joachim, prof. Isaye, Pablo de Sarasate, de pianisten dr. Joh. Brahms, Eugen d'Albert, en als kamermuziekensemble het Florentijnsch Kwartet. Ook zij op gemerkt, dat het bestuur in die jaren ook Nederlanders van naam in de gelegenheid stelde, zich voor de Bach- leden te doen hooren. We vinden o. a. Jos Cramer, Jac. Mossel, J. B. de Pauw en Jul. Röntgen. Dat thans geen buitenlandsche orkesten meer optreden, is gemakkelijk te verklaren. Een Concertgebouw-orkest staat op zoo'n hoog niveau, dat het onnoodig is zich ont zaglijk groote financieele offers te getroos ten om een buitenlandsch ensemble hier te doen optreden. Eezitten de dirigenten Mengelberg en Monteux geen wereldnaam, vieren zij niet overal triumfen? Deze dirigenten hebben het orkest tot den hoogsten graad van ontwikkeling opgevoerd, waardoor het aan de hoogste eischen, die men maar kan stellen, voldoet en het de gansche orkestliteratuur beheerscht. Ook het feit, dat het Bach-bestuur in het laatste decennium, wellicht nog meer dan vroeger, aan talrijke Nederlandsche solisten de gelegenheid verschaft op zijn concerten mede te werken, laat zich be grijpen (ruim een derde deel der solisten waren Nederlanders). Wij hebben slechts enkele namen te noemen: Noordewier. Vineent, Peltenburg, Urlus, Van Tulder, Kloos, Zimmermann, Swaap, Helman en Loevensohn. Een ieder weet, dat deze solisten een eerste plaats innemen en hon ger staan dan menig buitenlandsch artist, die tn ons land jaarlijks zijn, dikwijls met veel ophef aangekondigde tournée maakt. De keuze der medewerkenden pleit voor het goede inzicht van het bestuur, dat op dit punt zeker het volste vertrouwen van de leden geniet. Ondanks de goede regeling zijn er echter toch nog enkele zaken, die verbeterd dienden te worden. Zoo b.v. de zaal en de keuze der programma- nummers. De zaal van ons Gemeentelijk Concert gebouw bezit voor uitvoeringen met groot orkest, niet de gewenschte acoustiek. De eenigste, radicale oplossing is natuurlijk een nieuwe zaal. Thans, zoo schrijft het bestuur zelf, wordt getracht de voor treffelijke acoustiek van de vroegere zaal zooveel mogelijk weder te benaderen door het leggen en hangen van kleeden. Wat de samenstelling der programma's aangaat, hierin zou o. i. meer een vaste lijn kunnen worden gevolgd. Daardoor zou den ze in nog hoogere mate bijdragen tot het cultureel belang der concerten. Hier doen zich, jammer genoeg, bijna onover komelijke bezwaren voor. Xe. worden de concerten gegeven door twee orkesten, die geen contact met elkan der hebben en 2e. moet men gewoonlijk genoegen nemen met de ook voor andere concerten ingestudeerde werken. Op dezen regel is gelukkig toch nog wel eens een uitzondering gemaakt. In het pro gramma lezen we omtrent deze zaak: het bestuur heeft steeds gewaardeerd, dat het in vele gevallen mogelijk was aan speciale verlangens van 't bestuur te voldoen, voor al omdat het uitvoerend orkest, dat door gaans met een slechts aan heel kleine wijzigingen onderhevig programma zijn rondreizen maakt, in het algemeen be zwaarlijk alleen voor de H. B. V. een be paald werk kan instudeeren, wanneer men in de andere steden, die op de rondreis be zocht worden, zulk een stuk niet wenscht, bijv. omdat het slechts kort geleden aldaar is uitgevoerd. Doch ondanks deze bezwaren zijn toch in de laatste jaren, behalve vele standaard werken uit de oude literatuur, werken van moderne componisten als Maurice Ravel, Igor Strawinsky, Florent Schmitt, Honegger, Manuel de Falla en Respighi uitgevoerd. Nog een enkel punt zouden we willen aanroeren en wel dat van het uitvoeren van Bach-werken. Dat aldra bleek, dat met het uitsluitend uitvoeren van werken van Bach en diens tijdgenooten, de vereeniging geen voldoen de levensvatbaarheid zóu verkrijgen, laat zich begrijpen. Hetzelfde geval is bij meer dere van dergelijke, speciale vereenigingen, b.v. de Wagner-vereeniging te Amsterdam, gebleken. Verandering van koers was dus een gebiedende eisch. Doch dat neemt niet weg, dat toch wel oen grooter aantal Bach- werken kan worden uitgevoerd dan in de laatste jaren het geval is. Vermeld wordt, dat het muziekseizoen 1925—'26 werd ingezet met een uitgebreid Bach-programma. Zou een dusdanige inzet van een seizoen geen traditie kunnen worden? Dan verkreeg de naam Bach- vereeniging wederom meer beteekenis Wij twijfelen er aan, of de H. B. V. zal ook in de toekomst haar eervolle plaats in de rij der kunstvereenigingen blijven in nemen en geen gelegenheid onbenut laten om haar aanzien nog meer te verhoogen en haar positie te versterken, om steeds meer te kunnen bijdragen tot de cultureel» Ont wikkeling harer leden op het gebied der toonkunst. O. K. Bij de Bois, Kruisweg 't Zijn er slechts vijftien, die zeer geestige potloodteekeningen van Olaf Jordan, maar ze tellen stuk voor stuk voor drie. Ze zijn niet alleen geestig, maar scherp zinnig en ook ironisch en daarbij bijzonder knap. De hoofdcontouren zijn duidelijk en vaat, voorts zijn de teekeningen van een soepel leven, met haar bijzondere en zachte potloodtechniek. 't Is merkwaardig wat deze kunstenaar met dat eenvoudige potlood wist te bereiken. Dit alles raakt nog de techniek maar ziet die prachtige onderwerpen, zoo kostelijk uitge voerd. No. 1 stelt voor: „Glauben Sie mir, ich bin Ihr Freund". Een snob zit dit met valsch- vriendeliike gebaren te beweren tegen een onschuldig uitziend mensch, die straks zeker het tegendeel zal ondervinden. „Ich küsse Ihre Hand Madame" is een geestige per siflage op te overstelpende beleefdheid en lief-doenerij. Als men „Le Gareon" (de kellner) aan dachtig beziet, is het of men zijn heele le vensverhaal in één oogenblik gehoord heeft. In „Das Wort" zien we den man, die een brief schrijft en die zocht naar 't juiste woord. Prachtig komt dit in ziin houding uit. We hebben allemaal wel eens van die on machtige momentjes. De werklooze in „Arbeitslos" is eveneens raak getypeerd. Misschien was deze eens een zelfbewust man, nu is hij de moreel inge storte, een minderwaardige, een. die zijn zelfvertrouwen verloren heeft, een mensch, die door deze maatschappij van de werkbank is weggeduwd en moreel aan zijn lot is over gelaten. Welk een tragedie! „Zu spater Stunde" is een ondeugend plaatje van een ouden gek, die van zijn liefje afscheid neemt. In „L'ami du peuple" walgen we van een O. W.'ers-type, dat met zijn dik beringde handen een krant om klemd houdt, die nota bene „De vriend des volks" heet, maar die gelezen wordt doör een, in zijn persoontijk en fel egoïsme, wel zeer on-sociaal gevoelend individu. „Spirituelles Gesprach" zouden wij willen zien hangen in een drankbestrijders-milieu. Betere drankbestrijding dan het zien van deze twee beschonken mensch-beesten, die lallend en in sterke verdooving sentimen- teel-vertrouwelijk bij elkaar zijn, is bijna niet denkbaar. „Nice-promenade" is een geestige teeke- ning van menschen, welke beu zijn van alle leven. Toch gaan ze „uitgestreken" in ver veling en uit gewoonte langs den boulevard. Van „Simson en Dalila", een dankbaar on derwerp, teekende Olaf een bijzondere en zeer oorspronkelijke plaat. 't Is niet de cewconte om tij de bezich tiging van een expositie leeftijdsgrenzen te bepalen voor de bezoekenden. Om sommige teekeningen zouden we echter willen advi- seeren: „Voor volwassenen." Enkele der tentoongestelde werken zijn reeds verkocht. Ze zijn zeker een blijvend bezit, want naast het vaardig teekenkunstige bezitten ze een psychologische, soms sociale, diepte of wel sterke geestelijke eigenschap pen. Dikwijls zijn ze veelzeggend en voor de afgebeelde proto-tvpen misschien ln 't ge heel niet vriendelijk. Maar de teekenaar was te veel levens- en menschenvriend om hatelijk of schrijnend te worden. Hij huldigt blijkbaar meer de waar heid van Vondel's woorden: „De wereld is een schouwtooneel. Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel." Volwassenen wekken we gaarne op de in teressante platen bij de firma de Bois in oogenschouw te gaan nemen. K. de H. Door de jury der commissie van de Huis vlijt werden de volgende bekroningen toege kend: Inzendingen van dames: le prijs mej. S. Hirs; 2e prijs mej. A. de Vries. Inzendingen van heeren: le prijs de heer J. L. Elfering; 2e prijs de heer J. 'Kersten. Inzendingen van jonge dames: le prijs Corrie Lourens; 2e prijs niet toegekend. Inzendingen van jongelingen: le prijs W. van Eisen; 2e prijs G. w. K. de Leeuw. Inzendingen van Patronaten: le prijs Jongenspatronaat „St. Franciscus van Sales", Haarlem—Noord; 2e prijs niet toegekend. Inzendingen van scholen: le prijs R. K. school voor Buitengewóón Lager Onderwijs; 2e prijs R. K. Jongensschool, Overveen; Eer volle vermelding; R. K. Meisjesschool, Ko ningstraat. Spreken is zilver, zwijgen is goud Het beklaagdenbankje kraakte toen de dikke 43-jarige caféhouder met een plomp zijn plaats als verdachte innam. Hij ver tegenwoordigde op dat oogenblik met eenige getuigen de gemeente Zaandam. De caféhou der zou een weerlooze vrouw een duw gege ven hebben, waardoor zij het gevoel gekre gen had, dat ze „heplercaal in elkaar lag en dat al haar ribben gebroken waren." De weerlooze vrouw verscheen voor den politierechter en van dat oogenblik af, ratel de zij een sterk gedramatiseerd vers op; geen samenzang, geen triozij alleen sprak, zij alleen hield een monoloog overvloeiende van zoete woorden, als „mot je net gelauve fan soon fent!" Up en down ging haar intonatie, dan zwol haar stem tot een machtige scheld- toon, dan fluisterde ze zoetjes als gebroken door smart. De monoloog was getiteld: „De gevolgen van vermeende echtbreuk. Haar man kwam wel eens bij den caféhouder en.de caféhou der leefde met een vrouw, die haar man ook wel aardig vond. Dit verweet ze op een goeden dag den kroegbaas; na schelden kwam ze op hem toe en maakte krab-bewegingen in de richting van het gelaat van haar slacht offer. Deze verweerde zich, gaf de vrouw een „zetje", zoodat ze op de keien viel. Het duurde lang eer de vrouw dit verhaal verteld had, maar zü zorgde voor aardige afwisseling. Op de tribune stond de vrouw van den kaste lein en toen ze zich omdraaide en haar eenige verwijten haar het hoofd slingerde, ontspon zich een samenspraak tusschen de dames. Dit gesprek is evenwél niet voor publicatie vat baar. De politierechter hamerde, de dames zet en de woeste conversatie voort. De han den van de veldwachter jeukten, de deur waarder maakte reeds een glaasje water klaar, omdat „flauw vallen" der beide dames niet tot de onmogelijkheden behoorde. Na dat in de groene tafel verschillende onher stelbare deuken geslagen waren, keerde ein delijk de rust weer. Toen moest de dikke caféhóuder het verhaal vertellen en toen bleek,'dat hij uit zelfverdediging had gehan deld, Want de vrouw had o.a. zijn gouden horlogeketting aan splinters getrokken! Officier en Politierechter concludeerden tot vrijspraak. „Ik eisch tweehonderd gulden schadever goeding," brulde de vrouw. „Dat moet u weten," antwoordde de poli- tiérech'er, „afgeloopen". „Mooie boei!" bromde de Zaandamsche en ze vernietigde in gedachten den caféhouder. Eigenaardige pensioen aanvrage „Zoo Teun," groette de politierechter den binnenkomenden man in versleten Man chesterpak, „ben je daar weer eens?" „Zoo u ziet," deelde Teun mede, terwijl hij zich installeerde in het bankje, dat hem zoo zachtjes aan dierbaar was geworden. Hij was weer eens een keertje „bui'.en-zijhzelf" ge weest in het rustige Hillegom. In den nacht van 27 September j.l. was hij weer in een loopend biervat veranderd en bij die gelegen heid stapte hij naar een woonschuit en sloeg daar «en ruit in, terwijl hij naar binnen rjep: „Kom maar 'ns naar buiten! Dan steek ik eén mes hardstikke door je keel heen." Daarom stond Teun nu weer terecht. Uit Gorinchem wordt ons nog gemeld: Toen mejuffrouw W. van Hof gistermor gen het huis van notaris Courrech Staal was binnen gegaan en zich voor het verrichten van werkzaamheden naar het kantoor wilde begeven, vond zij dit gesloten. Zij dacht toen dat de notaris zich verslapen had en ging raar boven om hem te wekken. Zij «dopte aan de slaapkamer, doch kreeg geen gehoor. Toen zij daarna de slaapkamerdeur had ge opend, ontdekte zij dat de notaris niet naar bed was geweest. Het bed was nog onbe- slapen. Het meisje heeft zich toen begeven raar de woning van den heer Meets, een kantoor bediende van den notaris, van wien zij wist, dat hij een sleutel van het kantoor had. Samen zijr zij daarop naar de woning terug gekeerd en hebben zij de deur van het privé- kantoor geopend. Zij deden een vreeselijke ontdekking. Zooals reeds gemeld, lag de no taris met zijn hoofd tusschen schoorsteen en kachel. Naar wij thans vernemen, lag hij in een grooten plas bloed. Van politiezijde zijn hier over nog geen mededeelingen verstrekt, doch het heet, dat het slachtoffer van den roof moord een diepen steek in den hals had. In den loop van den ochtend is het par ket uit Dordrecht ter plaatse verschenen. Uit het ingestelde onderzoek is gebleken, dat de telefoonlijn was doorgesneden en dat de stop pen van het electrisch licht waren litge- draaid. Het kantoor van den notaris was in de benedenverdieping van het gebouw geves tigd, terwijl zijn woning daarboven was. Verder verluidt, dat een dame, die Donder dagavond langs het perceel is gekomen, in het kantoor van den notaris op luiden toon heeft hooren spreken. Men weet evenwel niet of dit gesprek met den moord verband houdt. De dader schijnt slechts één greep in de brandkast te hebben gedaan en zich toen snel uit de voeten te hebben gemaakt. Er lag nog geld in de brandkast en ook vóór deze kast lagen nog eenige bankbiljetten. Vermoedelijk is een belangrijk bedrag ge stolen, men spreekt van f 6000. Thans heeft een onderzoek der boeken plaats om het juiste bedrag vast te stellen. Van den dader was gistermiddag nog geen spoor ontdekt. Uit net politieonderzoek is komen vast te staan, dat notaris W. J. Courrech Staal het slachtoffer van een roofmoord is geworden. Het is zoo goed als zeker, dat de moord Don derdagavond vóór half elf is geschied. In verband met het onderzoek zijn te Go rinchem in den loop van den dag aangeko men de heer C. J. Ledden Hulsebosch, po- litie-deskundige, die gisteren op weg was naar Veendam en per radio werd verzocht zich naar Gorinchem te willen begeven en voorts Dr. Hulst en Dr. Tas. Vrijdagavond te zes uur had de politie nog geen enkel spoor gevonden, dat een aanwij zing in de richting van den dader zou kun nen zijn. Hedenochtend zou de sectie op het lijk worden verricht. Vermeld kan nog worden, dat de nacht veiligheidsdienst Donderdagavond en in den loop van den nacht op de gewone tijden het huis heeft gecontroleerd, doch niets vreemds had bemerkt. De vrouw en kinderen van den notaris wo nen in Den Haag bij kennissen, omdat zij te Gorinchem niet konden wennen. Gisterenmiddag zijn zij in Gorinchem aan gekomen. Hoe verschrikkelijk het weerzien is geweest, laat zich bevroeden. Notaris C. S. placht iederen Zaterdag en Zondag naar Den Haag te gaan om deze dagen bij zijn gezin door te brengen. Ook j.l. Zaterdag en Zondag is hij daar nog geweest. De verslagenheid over zijn wreed verschei den is in Gorinchem zeer groot. Nog eenige bijzonderheden Dr. van Ledden Hulsebosch vertelde aan een'verslaggever, dat hij, te Gorinchem aan gekomen, in het kantoor van den notaris alles onveranderd vond. Dit stelde hij zeer op prijs, omdat dit voor hem het onderzoek belangrijk gemakkelijker maakt. „Hadden zij dat in de moordzaak-Lans te Rotterdam ook maar gedaan," zeide hij. Het parket te Dordrecht heeft voorts naar Gorinchem ontboden den heer J. van Tas, inspecteur van politie te Rotterdam, chef van de afdeeling fotografie en diacty- loscopie. De heer van Tas, die reserve officier is, was juist met een batterij onder Delft aan het oefenen. Men heeft hem zoo snel mogelijk den oproep telefonisch doorge geven en even later was hij per auto op weg naar Gorinchem, na te Rotterdam zijn instrumenten te hebben opgehaald. In Gorinchem wordt het huis van den verslagene algemeen „het spookhuis" genoemd. Eenige jaren geleden lieeft een van de bewoners zich daar van het léven beroofd; kort daarna is er weer een zelf moord gepleegd en thans is er dit misdrijf ontdekt. Men verwacht niet, dat er nog iemand gevonden zal. worden, die bereid zou Zijn in dat huis te gaan wonen, nu drie opeenvolgende bewoners er een onnatuur- lfjken dood zijn gestorven. De commissaris van politie te Gorinchem kon gisteravond, in het belang van het on derzoek, nog, geen nadere mededeelingen doen. Zóó tooveren ze, met behulp van de DROSTE-bouwplaat, Het be roemde DROSTE-mannetje te voorschijn. Of het ook een leuk werkje is? Reuze! Tegen inzending van 10 DROSTE-bons of -plaatjes sturen wij U deze bouwplaat franco toe. DROSTE HAARLEM „Je bent al 18 maal veroordeeld," merkte de officier op. „Dan mogen jullie me wel langzamerhand pensioen geven," vulde Teun lachend aar., tot groot vermaak van de publieke tribune. Drie weekjes zitten vond Teun voor dit feit wel wat veel. Hij woont niet meer in Hille gom, zoodat hij daar geen ruzie meer kan krijgen. De officier hoopte dan ook, dat de Haarlemsche lucht Teun zóu beteren. Met één week gevangenisstraf verdween hij tevreden, tikkend aan zijn pet. Mét èen revolver gedreigd De indringers ontkomen Donderdagavond heeft te Den Haag een tweetal jonge kerels getracht, onder bedrei ging met een vuurwapen, de winkelierster, mej. A. Roode, aan de Laan van Nieuw-Oost- Indië 67, geld af té persen- Op het hulpgeroep van mej. B. en haar twee winkeljuffrouwen namen de daders echter de vlucht. Het 'was ongeveer half 6 uur, toen zich in den manufacturenwinkel van mej. R., een jonge man vervoegde, die zeide een stukje zeep te willen koopen. Toen de winkeljuf frouw bezig was hém te bedienen, kwam een tweede bezoeker dén winkel binnen, die bij de deur bleef wachten. Toen mej. B- zelf hem vroeg, wat hij verlangde, zeide hij niets ncodig te hebben, doch bij den ander te be- hooren. Meteen schoof hij het gordijn voor het deurraam dicht. Dit beviel piej. R., die reeds den vorigen avond een verdacht per soon in den winkel had gehad, heelemaal niet en zij verzocht den man dringend, dat hij het gordijn weer onmiddellijk zou open schuiven. Toen hij hieraan niet terstond vol deed, liep zij op de deur toe om het gordijn weer open te trekken, maar de man bij de deur richtte nu een revolver op haar. Mej. R. schrok hiervan weliswaar hevig, maar had toch de tegenwoordigheid van geest om luid keels hulp te roepen. Ook de beide winkel juffrouwen, de eene, die in den winkel was en de andere, die op het geroep uit een ach ter den winkel gelegen kamer kwam aan- geloopén, riepen ook zoo hard zij konden om hulp. Hierdoor kregen de beide revolverhel den zoodanig den schrik te pakken, dat zi) de winkeldeur openden en er vandoor gingen. Op het geroep kwamen voorbijgangers toe geschoten en een achtervolging begon, waar aan ook spoedig de politie deelnam. Echter zonder resultaat. De overvallers hebben zich waarschijnlijk in een voortuintje in een der zijstraten verborgen. Of de bedreiging in den winkel met een echte revolver dan wel met een vrij onschul dig kinderpistooltje heeft plaats gehad, staat nog niet vast. Maar wel kan men er zich van overtuigd houden, dat de beide kerels het op het geld ln de winkellade gemunt hadden. Twee gewonden Op den Bredascben weg onder Tilburg haa eergisteren een aanrijding plaats tusschen een luxe auto, bestuurd door ir. P. E. uit Den Haag en een Belgischen auto, bestuurd door A. S. uit Edighem-EIsdael. Ir. E„ die uit de richting Breda kwam, wilde enkele auto's passeeren en slipte, toen hij zijn wa gen wederom midden op den weg wilde bren gen. Daardoor kwam de auto van E. dwars op den weg te staan en werd in de flank ge grepen door den van den tegenovergestelden kant komenden Belgischen wagen. De auto werd tegen een boom geslingerd en geheel vernield. Van den Belgischen wagen werd het voorste gedeelte ingedrukt, terwijl een inzit tende dame een lichte hersenschudding be kwam en de heer R. uit TiïDurg, die even eens in dezen auto was gezeten, lichte won den opliep. Na door den G. G. D. verbonden te zijn kon de dame naar de woning van R- wor den overgebracht. Ir. E. bekwam geen letsel. Gistermiddag om vier uur is te Frincen- hage de 63-jarige A. Leys, uit Fijnaart, door een passeerenden vrachtauto aangereden. De bestuurder wilde de tramrails ontwijken en hield daardoor te veel links. Het slacht offer werd tegen oen grond geslingerd en bleef bewusteloos liggen. De dood trad spoedig in, zoodat de ontboden geneesheer geen hulp meer kon verleenen. De hinder, veroorzaakt door parkee rende auto's en andere stilstaande voer tuigen, is in Haarlem groot. Zijlstraat, Spaarnwouderstraat, Groote Houtstraat, Koningstraat en Gierstraat zijn er ty- peerende voorbeelden van. Zij, die per fiets of auto des middags 12 uur de bijlstraat moeten passeeren, zijn over tuigd, dat de verkeerstoestand in Haar lem op vele punten levensgevaarlijk is en zij, die de middagpantoffelparade in de Groote Houtstraat medemaken, vin den, door het groot aantal voertuigen, dat de ongestoorde passage op de trot toirs tegenhoudt, het winkelen lang geen onverdeeld prettige bezigheid. Het oalogische parkeersysteem der gemeente Haarlem is van dezen toe stand wel een voorname reden, want de automobilist, die gebruik maakt van de officieele parkeerterreinen, moet direct beginnen met geld te dokken, ook al zou hij maar twee minuten zijn auto daar neerzetten, terwijl .hij, wien het te veel is om ver te loopen en daarom zijn auto eenige uren in een der hoofdstraten stalt, hinder veroorzaakt en staangeld spaart. Een premie dus op het' veroor zaken van wanorde. Op de Groote Markt is gelegenheid tot het parkeéren van auto's, maar daar juist vlak bij, op de Riviervischmarkt, in de Barteljoris- straat, de Smedestraat en de Zijlstraat staan soms meer auto's dan op de Markt. De Oude Groenmarkt achter de Groote Kerk is bijwijlen zoo vol van stilstaande aflto's, dat zulks zelfs deze lang niet smalle straat geheel verstopt. Het eerste half uur vrijstelling geven van het betalen van parkeergeld, zooals B. en W. willen doorvoeren, is een maat regel, die deze verkeerswanorde kan helpen verminderen; het streng door voeren en strikt handhaven van een parkeerverbod in sommige daarvoor aangewezen straten kan de tweede stap zijn. Maar daarmede zal nog maar een gedeeltelijke verbetering bereikt worden. Er moet meer gedaan worden. Op daarvoor in aanmerking komende punten heeft een dezer dagen in onze stad een verkeerstelling plaats gehad. Het is te hopen en te verwachten, dat, bijaldien bestudeering van deze cij fers tot de gevolgtrekking zou leiden, d,at het interlocaal verkeer in Haarlem opstoppingen veroorzaakt, maatregelen worden getroffen om dat verkeer bui ten de stad te houden. Maar ook dan zal er nog geen ideale toestand ontstaan. Naar nieuwe maat regelen moet worden omgezien. Steden als Haarlem en Utrecht en ook tal van andere steden van gelijke grootte en met gelijke behoeften in het buiten land, moeten op dit gebied pionierswerk gaan verrichten. Groote oude steden toch hebben evenzeer de gebreken van het oude als Haarlem, maar zij hebben ook het geld om die gebreken te ver helpen, o.m. door verbreeding van stra ten, parallelwegen, enz. Kleinere steden hebben daarvoor het g6ld niet. Toch wordt de intensiteit van het verkeer ook in die kleine steden steeds grooter. Het zal weldra gaan nijpen. De kleine steden zullen zich dan op andere wijze moeten helpen. Ernstige bestudeering van dit vraagstuk door deskundigen op het ge bied van verkeerstoestanden in pro vinciesteden, lijkt hoogst gewenscht, op dat er stelsel kome in de aan te brengen verbeteringen met als gevolg een vol maakte verkeersorde. Twee mille ontvangen In een bankgebouw aan dé Heerengrae te Amsterdam, heeft 'ii Duitschér door mid del van een vervalschte chèque een bedrag van 2000 geïnd. De man was in Du tsch- land door zijn patroon ontslagen en heeft hier op naam van dien patroon vermelde fraude gepleegd. Per radio is de aanhouding van den dader gevraagd. Provinciaal E.E. P.P. Capucijnen De Hoogeerw. Pater Stanislaus, Provinciaal der Capucijnen, die einde Februari naar» Ned. Oost Indië vertrok om de Capucijnen-missies van Borneo en Sumatra te visiteeren, is gis teravond behouden in het Camicijnenklooster te 's-Hertogenbosch teruggel. rd. BIJ TAL VAN VROUWENZIEKTEN be werkt het natuurlijke „Franz-JoseF'-bitter- water de allerbeste verlichting. Bij Apoth. ONBEKENDE VIJANDEN Er ls brand gesticht. Of op 'n eenzame, donkere weg wordt iemand bont en blauw geslagen. Of in de weide van 'n eerzame landbouwer wordt 's nachts het vee lafhartig mishan deld, verminkt. Er heeft 'n geheimzinnig vergiftigingsge- val plaats gehad. Van de dader of daders of daderessen geen spoor. De politie doet alles, om „de sluier der misdaad op te lichten".... en stelt in der gelijke gevallen aan het slachtoffer of de ge dupeerde meestal de vraag: „Heeft u soms vfjanden?" De stumper prakkizeert zich 't hoofd ka potmaar kan op de heele wereld geen plekje ontdekken, waar 'n vijand zou kun nen zitten.... en 't onderzoek is nog even ver. Maar als ondergeteekende vandaag of morgen ergens in 'n stille straat wordt ge vonden met 'n dichtgeslagen oog, 'n uitge draaide armof z'n poes ligt in de tuin met 'n gebroken ruggegraat te stuiptrekken, of er is 'n kei van vier kilo door z'n ruit gegooid, of z'n schutting is volgeklad met scheldwoordenen de recherche vraagt hem: „Heeft u misschien vijanden?" dan kan ondergeteekende volmondig antwoorden: „Ja.... minstens tweei" Maar als de ijverige rechercheur dan vraagt: „Wie zijn dat?" dan moet onder geteekende het antwoord schuldig blijven Nee, 't wordt ditmaal géén trekje heeft u misschien al gemerkt Als u wilt, wordt het 'n trekje over twee trekjes, waarmee ik mi) de haat van twee onbekende wezens op de hals heb gehaald. 't Is laat 'k eerlijk zijn niet voor de eerste maal.... en om u nog juister de waar heid te zeggen, was ik er al zoo'n beetje aan gewend geraaktal speet t me soms voor de anonieme schrijfsters of schrijvers, die de plank totaal missloegen.... en „zoodoende" in „permanent-genestelde-haat" jegens mijn onschuldige pen bleven voortleven. Maar ditmaal zijn de gevalletjes te inte ressant, om ze zonder meer voor kennisge ving aan te nemen. Ik ben al zeg ik 't zelf 'n zeer vre delievend mensch.... Laat de betrokkenen dus niet denken, dat ik de haat wil aan wakkeren.... integendeel.... we zullen trachten 'n paar misverstanden weg te ne menen daarmee zoo mogelijk voorkomen, dat in het vervolg weer postpapier, envelop pen, inclusief inkt, pennen frankeerzegels. en kostbare tijd wordt verknoeid.... U herinnert zich misschien het trekje van omstreeks half Augustus, waarin werd ver haald van 'n alleenwonende juffrouw, die na 'n gezellig ver jaar-partijtje thuiskwam en haar sleutel niet kon vindenzoodat de smid werd wakker gescheld, om 't slot van de huisdeur open te steken.... welke smid tot de ontdekking kwam.... dat de sleutel nog in t sleutelgat 6tak. Nou.... 'sMaaodags met de eerste jxet had ik "n briefkaart'n ansicht was *t! van de volgende inhoud: „Mijnheer! Uw Zaterdag-avond-praatje heeft veel overeenkomst met mij. Heeft uw mij soms tot voorbeeld genomen? Maar aan wie de schuld? Aan de juffrouw alleen? Of aan de Roomsche huichelaars, die door lage jaloezie een ander overal uit lasteren en judassen? Het spreekwoord is maar dikwijls al te waar: Hoe dichter bij Rome, hoe grooter schurken. Ze brengen hun eigen geloofsgenooten ter val. Ze gelooven erg sterk in hun acte van geloof, dat God het goede loont of het kwade straft. Ook heldhaftig altijd tegen een vrouw alléén te schermen. Help alle wijven aan een kerel, zal je zien, dat ik het al een boei rustiger hebt. Wei bedankt dat Je ze nog een beetje geholpen hebt, om mij zoo open en bloot in de courant te tijpeeren, je bent van Roomschen niet anders te wachten." t Laatste zinnetje was geschreven op de vier randjes van "n halve centimeter breedte aan de voorzijde van de ansichtkaart. Er kon letterlijk geen komma meer bij. We zullen nu waarachtig, 't is niet om te plagen direct maar met epistel-num mer twee beginnen. Enkele weken geleden had ik dat trekje over de radio'n onschuldig, algemeen dingetje, waarin gepoogd werd, op eenigszins humoristische wijze weer te geven, hoe in sommige gezinnen de stem van de luidspre ker kan contrasteeren met de buieeUjke om standigheden. 't Was te overdreven om „echt" te kunnen zijn. Maar jaweldezer dagen kreeg de re dactie het.volgende schrijven: „Mi Het onderwerp van het trekje van Zaterdag is gesteld en getuigt van groote afgunst en is van A. tot Z. laster. Pas op, want God kan u nog wel eens straffen wanneer Uw kinderen toevallig honger hebben afwijzend moet beschikken. De waarheid is dat bij de lasteraar meermalen de dringende schuldeischers manen en een relletje veroorzaken. Maar gij zijt immers Katholiek en hebt een ruim geweten en leent Uw gaarne om laster op te schrijven. Heeft u zulke goede vrienden onder het reinigspersoneel, gaat dan samen de vuilnisbelt afzoeken om je eerste dringende schuldeischers te voldoen. Trekjes schrijver uw christelijke ge voelens zijn beneden nul. Uw courant verschijnt met een feuilli- tón die pas in een andere courant (Kath.) heeft gestaan. De groéte aan de lasteraar en vuilnisman." Men begrijpe goed, dat het niet m'n be doeling is 'n verdediging te houdenom de eenvoudige reden, dat er niets te verde digen valt. Er worden echter andere onschuldigen ln betrokken.... en voor hen wil ik t opne men.... al valt het gezien de toon der protesten te betwijfelen of de onbekende schrijfsters voor rede vatbaar zijn. Laat k nu meteen maar zeggen, dat.... èn het sleutel-trekje.... èn het radio-trekje beide louter fantasie zijnen er zelfs geen sterveling op de wereld geweest ls, die mij voor een van beide 'n „tip" heeft gege venen bij géén van beide heb ik zelfs 'n bepaald persoon of gezin in m'n gedachten gehadgeen óógenblik! Ik heb aari geen man, geen vrouw, geen kind.... aan niemand gedacht. Kan 't duidelijker? Nu kunnen' de klaagsters zeggen: dat lieg je..,. Maar dan houdt alles op, nietwaar? Kan ik 't helpen, dat zoo'n louter verzon nen verhaaltje toevallig op iemand betrek king kan hebben? Sommigen schijnen te denken, dat ik de heele dag niets anders doe, dan als 'n spion rondsluipen, om „interessante" copie op te doen. Goeie menschen, ik kom zoowat nergens. m'n voornaamste dagelijksche wandeling is: van huis naar de posttwee of driemaal per week naar de barbier..en weer terug.. Ik ben géén journalist.... en géén huwe lijksmakelaarik kan dus tot mijn leed wezen de wensch van de eerste juffrouw niet Inwilligen.... En de tweede juffrouw ik vermoed al thans, dat het een dame is, want het schrij ven is in alle opzichten onmannelijk, en er wordt gesproken van "n feuilliton de tweede juffrouw wil ik in alle bescheidenheid verzoeken, evenmin als haar „lotgenoote" de buren of kennissen of wie ze ook moge bedoelen te verdenken van laster.... want de menschen zijn althans wat deze ver meende gevallen betreft, want al kon ik 'n kapitaal verdienen: ik weet piet wie 't zijn zoo onschuldig als 'n zuigeling. Ik wil niet hatelijk zijn, al moesten die paar ironische zinnetjes me uit de pen wat óók wel weer kwalijk genomen zal wor den en al valt het me moeilijk, niet te worden herinnerd aan 'n oud spreekwoord, dat zegt: „Waar de bü honing uit zuigt, daar zuigt de spin venijn uit." Misschien was 't wenschelijk, om in 't ver volg de ééne Zaterdag mede te deelen, wat ik van plan ben de andere Zaterdag te schrijvenen dan gelegenheid te geven tot. het indienen van bezwaarschriften.... 't Is te overwegen. 'n Jaar of tien geleden kreeg ik 'n brief van ,,'n moeder", die er stellig van overtuigd was, dat haar dochter in 'n trekje was be trokken. Vijf jaar later kwam ik door een toeval aan. de weet, wie die moeder was.... en ze hoorde toen gauw, dat ze 't heelemaal bij t verkeerde eind had gehad. En bekende me eerlijk, dat ze me vijf jaar lang had verachtmet m'n heele familiz er bij. Dit betrof 'n werkelijk tragisch geval uit t levendat echter al ouder was dan de dochter zelf! En dan praten we maar niet meer over de velen, die 'n onschuldige aardigneid niet van 'n hatelijkheid kunnen onderscheiden. G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5