fBinnen landsch Nieuws
ROLLUIKEN
DE GRAPJAS HARLEKIJN!
BEGROOTING VAN WATERSTAAT
Voor de Huiskamer
INBRAAK en VERNIELING
Haarl. Jaloezieënfabriek
De oneenlgheid in de
S. D. A. P.
De schuld blijft
Wat de oorzaak is?
CENTRALE
TANDHEELKUNDIGE KLINIEK
Het pontveer te Velsen - De spoortarieven voor land'
en tuinbouwproducten
Nachtelijk bezoek
Bescherming tegen
Begrooting kosteloos
VASSAULAAN 76 Tel. 10743
LEGER EN VLOOT
Verpleging van zieke militairen
KERKNIEUWS
Nederland en de Missies
Hoe Harlekijn een levende cactus laat zien
Albarda contra De Kadt
la „De Sociaal-Democraat," het z.g.
discussie-orgaan der S.D.A.P. bespreekt
men van verschillende kanten de vraag, of er
meer revolutionnaire actie moet komen.
Een artikel van den heer J. de Kadt, getiteld
„Vuur en vlam," eindigt aldus:
„Als we onze actie in de fabrieken en de
arbeiderswijken goed weten te organisee-
ren, dan bestaat de kans dat de katholieke
en christelijke arbeiders er door gegrepen
en opgestuwd worden en dat de regeering
zich gedwongen ziet van haar kant offers
te brengen, wat het zelfvertrouwen der
arbeiders weer zou doen toenemen.
Maar dit alles vraagt onze volle kracht.
Geen aarzeling en geen halfslachtigheid
mogen te bemerken zijn.
Niet onze schuld, schuld van den linker
vleugel, is het dat thans nog begonnen moet
worden met wat reeds lang in werking
moest zijn.
Gebrek aan activiteit heeft het vertrou
wen der arbeiders in S.D.A.P. en N.V.V.
reeds geschokt. Herstel van vertrouwen is
slechts mogelijk als ons optreden thans geen
ruimte voor twijfel meer laat.
Ons optreden in den vakstrijd en ons op
treden onder de werkloozen (die meer dan
tot dusver door de vakbeweging in de actie
moeten worden betrokken) en ook ons op
treden in parlement en gemeenteraad, alles
moet op één doel gericht zijn.
Alles moet een beroep doen op de activi
teit van de massa en dat tienduizendvoudig
beroep zal honderdduizendvoudig worden
beantwoord."
Natuurlijk zullen onze katholieke arbeiders
rich door dit revolutionnair geschrijf niet
uit het rechte spoor laten brengen.
Trouwens in de kringen der S.D.A.P.
zelf is men over dit optreden van de „links-
georiënteerden" allesbehalve te spreken.
Zoo staat in hetzelfde nummer van „De
Sociaal-Democraat" een artikel van ir. J. W.
Albarda, die betoogt, dat de heer De Kadt
met zijn streven niet alleen de socialistische
partij „naar de maan" zou helpen, maar ook
den chaos zou opwekken.
De socialistisch georganiseerde arbeiders
rijn nog niet zoo groot in aantal, dat zij naar
de macht kunnen grijpen. Daarom schrijft
de heer Albarda
„Ons kiezersleger, hoe groot ook, telt nog
minder dan een vierde deel van de kiesge
rechtigden van het Nederlandsche volk. Is
het te verwachten, dat van het oogenblik
af waarop onze beweging een rechtstreeksch
revolutionnair karakter zou aannemen, de
meerderheid aan onze zijde zou komen?
Eenige duizenden, op wier medewerking
De Kadt vermoedelijk zeer gesteld is, zou
den zich ongetwijfeld bij ons voegen; tijde
lijk, om al heel spoedig ons voor „verra
ders" uit te maken, ons af te vallen en ons
aan te vallen. fcïaar tegenover die duizen
den, die tot ons zouden komen, staat een
tienmaal grooter aantal van anderen, die
nu welwillend of neutraal jegens onze be
weging gezind zijn, maar dan aanstonds ons
den rug zouden toedraaien, om zich bij
onze tegenstanders aan te sluiten tot afweer
van het revolutionnair gevaar. Zou het
mogelijk zijn die overmacht te overwinnen
Wie durft hierop „ja" zeggen?
De actie van De Kadt zou leiden tot een
nederlaag, waarbij vruchteloos ontzaglijke
offers zouden zijn gebracht. De nederlaag
zou gevolgd worden door moreele inzin
king van de arbeidersklasse, desorganisatie
van de arbeidersbeweging, reactie op
politiek en op economisch gebied. Het
zou zeer langen tijd duren vóór al die
ellende en al die schade weer hersteld
waren, en dan waren we nog eens zoover
als we nu zijn
We constateeren hier uit, dat er tusschen
de leiding der S.D.A.P. en den linkervleugel
een groot verschil van meening bestaat,
we mogen zelfs van oneenigheid tusschen
beide groepen spreken, vooral als we in
het oog houden de wijze, waarop de heeren
met elkaar, niets ontziend, polemiseeren.
Maar bovendien en dat is wel het be
langrijkste in deze kwestie maakt dit
gediscussieer ons duidelijk, dat de S.D.A.P.-
leiding sinds November 1918 wel iets ge
leerd heeft.
De heer Albarda zal zich niet vergissen,
Zooals zijn voorganger in de eerste na-
oorlogsche dagen gedaan heeft.
De „Gelderlander" schrijft:
Het geval Van Doome heeft z'n einde ge
vonden.
Het geval Van Doome?
Is alweer zoolang geleden, niet waar?
Het stamt uit den tijd, dat wij onzen neus
staken in de zaken van de A.V.R.O. en slag
op slag de heeren van de A.V.R.O. mochten
overtuigen, dat de historie hunner vereenl-
ging, de verledene en de wordende, niet ln
lederen zakken werd bewaard. Er was ergens
"n lek, meende men. En het schijnt, dat men
Mr. Van Doome onschuldig als 'n lam
is gaan verdenken van relaties met de zwar
te pers. Op 'n goeden dag is hij als bestuurs
lid geroyeerd, zonder kans te hebben gehad
zich behoorlijk te verdedigen tegen 'n reeks
van beschuldigingen, welke hem in een dreun
door den voorzitter waren voorgelezen.
Mr. Van Doome voelde zich natuurlijk ge
griefd door dit schandelijk royement en hij
heeft ijverig gezocht naar eerherstel. Om on
derzoek der beschuldigingen verzocht. Rechts
en links gebedeld om hulp, dat men toch
zou onderzoeken, wat men hem ten laste had
gelegd. Toen de commissie-De Vries tot on
derzoek van de zaak Vogt haar werk begon,
schoot Mr. Van Doome haar dadelijk aan
mijn geval hoort er ook bij. De commissie
wees hem af, hij zocht verder. Eindelijk heeft
hij drie hoogleeraren bereid gevonden een
afzonderlijke commissie te vormen om de
zaak-Van Doome te onderzoeken.
De commissie was samengesteld uit de drie
hoogleeraren, de heeren Star Bussmann,
Eigeman en Ribbius en zij heeft zich gewend
tot het bestuur der A.V.R.O., wiens mede
werking zij voor haar onderzoek noodig had.
Het bestuur der A.V.R.O. heeft geweigerd
de commissie van hoogleeraren te woord te
staan. Het heeft genoeg van commissies. Een
ezel stoot zich geen tweemaal aan denzelfden
steen: de heer W. Vogt is niet meer te vin
den voor commissies en rapporten van com
missies.
Maar scherts ter zijde de weigering van
het A.V.R.O.-bestuur be teekent een weige
ring aan Mr. Van Doome om hem recht te
doen wedervaren.
Desondanks zal hem recht verleend wor
den.
Want de openbare meening weet aan wel
ke zijde het recht is, als één der partijen
weigert te spreken ten overstaan van een on
partijdige commissie.
Het A.V.R.O.-bestuur veroordeelde zich
zelf.
Dit bestuur moet niet denken, dat het mo
reele winst maken zal uit de weigering om
recht te doen aan een zijner vroegere en
meest ijverige medewerkers, die in een vlaag
van zlekeltjken angst is weggetrapt, maar
van wien het A.V.R.O.-bestuur niet loskomt,
ook al draait het hem den rug toe.
Het A.VJR.O.-bestuur houdt een schuld
aan Mr. Van Doorne, en die betaalt het met
zijn „millioen op de Bank" niet af.
Wordt Noord-Holland Roomsch?
De Pro testant, het orgaan der
Evangelische Maatschappij, schijnt deze
vraag bevestigend te willen beantwoorden.
Wij zijn niet zóó optimistisch, schrijft het
„Huisgezin" en het blad vervolgt
We houden niet alleen, maar toch ook
rekening met den uitslag der verkiezingen.
En wanneer we moeten vaststellen, dat
bij de jongste Kamerverkiezingen van de
680.000 stemmen in Noord-Holland uitge
bracht, 150.000 op de katholieke lijsten vielen
en 250.000 op die der revolutionnaire partijen,
dan kan er voor overdreven vreugde bij ons,
voor zwartgalligheid bij de Protestant
geen aanleiding zijn.
Merkt men op, dat de sociaal-democraten
toch niet bij cje protestanten kunnen worden
ingelijfd, dan is ten aanzien van het orgaan
der Evangelische Maatschappij eenig voor
behoud niet ongewenschthet heeft nl.
in een Noordhollandsche gemeente een
sociaal-democratischen wethouder ontmoet,
die tevens „een warm meelevend protestant
en ouderling der Ned. Hervormde gemeente"
was.
Wanneer van de „verroomsching" van
Noord-Holland sprake is, denken wij ook aan
den geesel der gemengde huwelijken en aan
het bedroevend groot aantal katholieken die
niet meer praktizeeren twee verschijnselen
die wel in staat zijn de blijdschap, welke de
beduchtheid van de Protestant voor
een Roomsch Noord-Holland zou' kunnen
verwekken, te temperen.
Maar het orgaan der Evangelische Maat
schappij heeft het speciaal over het Noorder
kwartier: de streek tusschen Alkmaar, Hoorn
en Enkhuizen heeft haar ziel met droefheid
vervuld.
„Aan Roomschen kant zien wij con
stateert het blad een activiteit en een
krachtsontplooiing, die geweldig aan onzen
kant ziet men een slapheid en futloosheid,
die meer dan treurig is."
En dan somt de Protestant allerlei
„trieste dingen" op: achteruitgang in tal van
dorpen van het protestantsche element, voor
uitgang van het katholieke, een protestantsche
meerderheid tot minderheid, soms kleine
minderheid geworden; als gevolg daarvan
protestantsche burgemeesters en notarissen
door katholieke opgevolgd.
Voor een protestantsch gemoed is dit hard;
dubbel hard is het voor een gemoed, dat Rome
en de Roomschen als den vijand beschouwt
en zelfs een sovjet-bewind boven een Room-
sche regeering zou verkiezen.
Aan het slot der beschouwing in de P r o-
testant wordt ons de voornaamste oor
zaak van den achteruitgang van het protes
tantisme in Noord-Holland onthuld.
Geen booze daden van de zijde der katho
lieken zijn daar schuld aan; dat verwijt kan
Zelfs het orgaan der Evangelische Maatschap
pij niet aan hun adres richten.
Het is de eigen schuld van de protestanten,
en die schuld is de kinderbeperking, welke
„op het platteland misschien nog erger is
dan in de groote steden."
Daar staat nu de Protestant: allerlei
beschuldigingen worden keer op keer, stelsel
matig, op allerlei wijs tegen de katholieken
geuit, Rome wordt veel zwarter afgeschilderd
dan de revolutie en het ongeloof, Rome is
voor Nederland hèt gevaar.
En wanneer nu de katholieken, in het
algemeen genomen, den eersten christelijken
plicht vervullen en Gods groote gebod na
komen, dan moet het orgaan der Evangelische
Maatschappij den achteruitgang van de pro
testanten toeschrijven aan wat voor iederen
geloovige een gruwel is.
Is voor de Protestant hierin geen
aanleiding gelegen om in zich te keeren,
om minder negatief tegen Rome op
te treden en meer positief zijn nauwere
en verwijderde geestverwanten htm grooten
plicht voor te houden
Koninkl. Ned. Middenstandsbond
De -verhouding tusschen grossier en
winkelier
Naar aanleiding van de behandeling van het
prae-advies van Dr. J. F. ten Doesschate over
„Plaats en taak van den grossier in het dis
tributie-proces" op het Zandvoortsche Con
gres, heeft het bestuur van den Kon. Nederl.
Middenstandsbond, na overleg met den Ned.
Grossiersbond, besloten tot het instellen van
een commissie, welke zal hebben na te gaan,
wat er gedaan kan worden om te handelen in
den geest van de tweede conclusie van ge
noemd prae-advies (bevordering van een
betere verhouding en gemeenschappelijk
optreden).
In deze commissie zijn benoemdtot
voorzitter de heer A. Spaander te Hoorn,
lid van Groepsbestuur A tot leden-grossiers
de heeren R. A. ten Bokkel-Huinink te Arn
hem, Dr. J. F. ten Doesschate en J. Trap te
Amsterdam tot leden-winkeliers de heeren
Joh. Balder te Amsterdam, A. J. Frederiks
te Zaandam en J. Zon te Woerden.
KENAUPARK 26A Telefoon 12644
Spreekuren:
van 911 en 1 tot 2,
Dinsdag van 6.30 tot 8.30
Zaterdagmiddag GEEN spreekuur
Het ligt in het voornemen om de taak van
de commissie ruim te stellen en haar niet
uitsluitend te beperken tot de levensmiddelen
branche. Vandaar, dat er onder de leden ook
vertegenwoordigers van andere vakken voor
komen.
Reorganisatie-Commissie
Reeds eerder heeft het bestuur van den
Kon. Nederl. Middenstandsbond besloten
tot het instellen van een commissie, welke
heeft te onderzoeken, of en zoo in welk
opzicht reorganisatie van den Bond gewenscht
is, terwijl tot haar taak verder o.m. zal behoo-
ren het ontwerpen van een definitieve contri
butie-regeling.
Deze commissie is inmiddels als volgt
samengesteld J. K. W. F. van Bommel,
Bondspenningmeester, voorzitter, 's-Gra-
venhage J. C. Blankert, Lid van Groeps
bestuur A en vice-voorzitter der Utrechtsche
Handelsvereeniging, UtrechtL. H. van
Driel, voorzitter der Middenstandsvereeni-
ging „Haarlemmermeer", HoofddorpA.
Ineenooi Jr., directeur van het Bondsbureau,
's-Gravenhage S. P. Lips, Lid van Groeps
bestuur B en secretaris van den Bond van
Waschindustrieelen, 's-Gravenhage A. T.
Meijer, lid van Groepsbestuur A en voor
zitter van de Alg. Gron. Winkeliers-Vereeni-
ging, Groningen A. H. Rekers, oud-penning
meester van de Enschedésche Handelsver
eeniging en bestuurslid der Oostelijke Mid
denstands-Federatie, Enschedé J. Steketee,
secretaris der Vereeniging „Handelsbelan
gen", Goes C. J. de Vrieze, voorzitter van
de Vereeniging „Handel en Nijverheid",
Winschoten A. van Weerden, vice-voorzit
ter der Haarlemsche Handelsvereeniging,
Haarlem Mr. M. J. Wolff, voorzitter van
de Arnhemsche Vereeniging voor Handel
en Nijverheid, Arnhem, leden en F. L. van
der Leeuw, Adj.-Directeur van het Bonds
bureau, secretaris.
De commissie heeft dezer dagen te Utrecht
haar eerste vergadering gehouden. Nadat zij
door den voorzitter namens het Bondsbestuur
was geïnstalleerd, werd het werkprogramma
in groote lijnen 'vastgesteld.
Aan de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag over het IXe Hoofdstuk
der Rijksbegrooting voor 1932 is het volgende
ontleend:
Algemeene beschouwingen
Aan de vraag of aet Staatsvisschershaven-
bedrijf zal kunnen woroen gebracht onder
het nieuwe departement, dat zich met de
economische aangelegenheden zal bezighou
den, zal aandacht worden geschonken.
Bij den bouw van de brug te Nijmegen, zaï
t. a. v. de collectieve contracten niet women
afgeweken van de gedragslijn, welke de Re
geering te di.v! opzichte voor andere Rijks
werken meent tc m. jeten volgen.
Veiligheid van het verkeer
Omtrent de instelling eener verkeersin-
spectie wordt met den Minister van Justitie
overleg gepleegd.
Overwogen wordt, of nadere voorschriften
betreffende den rooden reflector behooren te
worden gesteld.
De Minister is van meening, dat het aan
brengen van onversplintevbaar glas m de
voorruiten van motorrijtuigen den automo
bilisten niet als een verplichting behoort te
worden opgelegd.
Pontveer Velsen
Het ligt in de bedoeling, den volgenden
zomer tijdens den drukken tijd den dienst
met drie ponten uit te oefenen, waaraan dan
echter uitbreiding van personeel vooraf zal
moeten gaan.
Bij een tunnel zou de vloerhoogte ongeveer
25 M. onder terreinshoogte moeten vallen.
Zelfs met steile opritten van 40 op 1 zou de
lengte van tunnel met toeritten bijna ly,
kilometer worden. Voor het plaatselijk ver
keer tusschen de dichtbebouwde gedeelten
langs den kanaaloever zou dan nog een
Het zal ongeveer vier uur ln den nacht zijn
geweest, toen Peters wakker werd van een
ongewoon geluid in huis.
Zooals dat doorgaans het geval is bij een
plotseling ontwaken, besefte hij in den aan
vang niet, wat daarvan de reden kon zijn
geweest. Stil lag hij eenige oogenblikken te
soezen en was juist van plan zich wederom
in Morpheus' armen te werpen, toen een
tweede geluid hem plotseling overeind deed
vliegen in bed.
Er vlèl iets beneden....
Ademloos luisterde Peters toe, dén hoorde
hij zachte schreden een deur opende zich
....sloot zich weer
Peters stootte z'n vrouw aan, hetgeen hij
ongetwijfeld veiliger vond in deze omstan
digheden.
„Vrouw...." fluisterde hij heesch, „vrouw
.Josephineinbrekers."
Josephine draaide zich om en sliep ver
der.
Weer stootte hij naar aan. Met een snauw
draaide zich om: ,Wat Is er nou?"
„Ssssstl" deed Peters en legde z'n vinger
op den mond, iets wat ln het duister na
tuurlijk niet was te zien. Trouwens, wat óók
niet was te zien, was de uitgesproken angst
op het gelaat van Óen heer des huizes.
„Inbrekers," fluisterde hij, „wwwat m-moe-
ten we d-doenJosephine
Josephine richte zich op.... luisterde....
Het bleef stil.
„Je hebt gedroomd," besliste ze dan en
wilde zich omdraaien, teneinde weer te
gaan slapen toen een plotselinge bóns haar
opeens weer overeind deed vliegen.
Angstig luisterden beiden. Ja, er was geen
twijfel mogelijk.... er wérd geloopen....
„Je moet gaan kijken!" vond Josephine
dan opeens uit.
Peters rilde.
„Gaan kijken?" vroeg hij, zóö verbaasd,
alsof z'n eega hem had voorgesteld van de
tweede étage naar beneden te springen,
wat trouwens volgens hem op hetzelfde
neerkwam.
„Ja natuurlijk.... gaan kijken!" snauwde
Josephine, terwijl ze hem een por gaf, „of
ben je van plan het hééle huis te laten
Ippchulpn?"
„Ja, maar.... w-we zijn toch v-v-ver-
zekerd!" stotterde Peters.
„Zóó??" was het eenige antwoord van z'n
vrouw, maar Peters begréép.
Hij kende dat.... Als Josephine „zóó"
zei, op dién toon, dan was er geen ont
komen aan en zonder verder tegenstribbelen
verliet hij het bed, en sloop op z'n inmid
dels te voorschijn getooverde pantoffels
aarzelend naar de deur.
Dan bleef hij staan, keek om naar z'n
vrouw, die hij met z'n intusschen aan het
duister gewende oogen vagelijk onder
scheidde.
„Zou ik...." begon hij, maar Josephine
sneed elke verdere poging tot uitstel af,
door hem toe te sissen: „Ik zou een
beetje voortmaken, ja, dét zou ikbah..
ben jij een mén?"
Ook dat kende Peters en haastig opende
hij de deur, welke op de gang uitkwam.
Hevig piepte het slot en met een plotse-
lingen schrik bedacht hij, dat de man be
neden hem zou kunnen hooren....
Weer rilde hij, dénangstig, voetje
voor voetje, begon hij den moeizamen tocht
naar beneden.
In de vestibule brandde licht.... in de
géng brandde licht
„Een brutale I" dacht Peters en bleef
staan.
Josephine, die vanuit de geopende slaap
kamerdeur het experiment vo'.gde, kuchte
zachtjes bi) de aarzeling van haar man.
Deze keek vluchtig om.... wuifde even
met de hand en vervolgde dan, zoo moge
lijk nóg langzamer, z'n weg....
Bijna was hij op de onderste trede aan
geland, toen vanuit de voorkamer een man
de gang intrad....
Hoé anders, hoé gehéél anders had Peters
zich dien Inbreker voorgesteld! De man in
kwestie was in smoking.... had een groote
bloem in z'n knoopsgaten zwaaide
lichtelijk, waarbij hij wederom luidruchtig
tegen een gangtafeltje opbotste.
Dén zag hij Peters op de trap.
Béte grinnikend kwam hij naar hem
toe.
„Hé.... hikouwe jongen.... hik,"
sprak hi), waarbij hij met een grappig ge
baar z'n wijsvinger opstak, „hééw-wat
doe j-Jijhier.... hikin m-mijn....
hikhuis?"
Peters herademde, loosde een diepen,
dankbaren zucht.
„Hégelukkig," sprak hij dan tot den
vreemde, „ik dacht dat u een inbreker
was!"
„Een i-in-lnbreker.hihlhilachte
de' ander, „een i-inbrekerj-jij bent
een g-gr-grappenmaker, zég!.... ouwe
jongenen vertrouwelijk klopte hij Pe
ters, de intusschen de trap was afgedaald,
op den schouder.
„Nou," meende deze verontwaardigd, „jii
anders niet minder, zég! Dat stapt gewoon
een andermanswoning binnen.... jaagt je
de stuipen op je lijfin 't holst van den
nachten dat alles, omdat-ie met z'n
dronken hoofd permitteer de uitdruk
king een verkeerde deur is binnen
gestapt
„W-wat?" protesteerde de ander, „d-dron-
ken hoofdd-dronken hoofdj-jij
hebt een d-dronken hoofdhlhihi
pas-op hoor g-grappsnmaker," en uitbun
dig lachend zette hij zich op de onderste
tree van de trap.
Dan opeens ontdekte hij, bij toeval naar
boven blikkend, het hoofd van Josephine,
die in spanning het verloop volgde, boven
aan de trap, en proestend, zich verslikkend
hikte de man, dien Peters inmiddels voor
een verdwaalden student hield.. „D-dag.
,hikd-dagtantehik
Verontwaardigd trok Josephine zich
haastig terug, terwijl hij hakkelend begon
te zingen: „I-ich.... h-hab ein'.... hik....
alte t-t-tante.
„Zeg," berispte Peters, die er nu genoeg
van kreeg, „wat meer respect voor ro'n
vrouw, hé!"
„Ik f-felicit-teer Jehikmeende
de ander, en dan weer proestend: „z'n
v-vrouw.... hik...."
„Jawel, vriend," meende nu Peters er een
eind aan te moeten maken, „het spijt me.
maar ik zal je nu toch even netjes uit
latenóf," en hier kreeg hij plotseling
een goedhartigen inval, „óf wil ik Je even
thuisbrengenwaar moet je wezen?" in
formeerde hij dan.
„Op a-acht.... hik...." zei de man,
„m-maar....".
Hier klonk scherp door de nachtelijke
stilte van het huis ae stem van Josephine:
„Peters, je blijft huis!"
„J-je t-tante roepthik.... Je,"
hoonde de student, dén vervolgend:
„m-maar 1-laat.... hik.... maar.... ik
vindhik.... liet w-wel
Peters hielp hem overeind en samen
strompelden ze naar de buitendeur, waarna
met een kort: „N-noua-ad-dieu.
g-groeten aanhikj-jet-tante..
hikde man, struikelend over den
drempel, in het duister verdween.
Peters sloot de deur, deed haar op het
nachtslot, hetgeen hij inderdaad bleek te
hebben vergeten in 't begin van den avond.
Dan deed hij de lichten uit in vestibule
en gang, waarna hij, blij met den goeden
afloop, bij twee treden tegelijk de trap op
snelde.
„Och," sprak hij even later tot Josephine,
voor hij zich omdtaaide om z'n gestoorde
nachtrust te gaan inhalen, „ocheen
kwestie van aanpakken, hè?waarop Jo
sephine antwoordde met een geeuw.
Den volgenden dag bleek uit de geforceer
de brandkast een groot bedrag aan geld te
zijn verdwenen, benevens het waardevolle
met brillanten bezette ringetje van Jose
phine, een erfstuk van wijlen haar moeder.
„Och," meende Josephine, en ze draaide
met een minachtend gebaar haar man den
rug toe, „och.... een kwestie van éénpakken
hè...."
pontveer in stand moeten blijven. Zeer glo
baal geraamd zou 'n tunnel met inbegrip van
de werken tot drooghouding en tot lucht-
verversching 20 25 millioen gulden moeten
kosten. Aan het doen van een dergelijke uit
gave kan voorloopig niet worden gedacht.
Luchtvaart
De minister heeft geen aanleiding om
terug te komen op zijn meening, aat de or
ganisatie van hei bestuur van en het toe
zicht over het KL M.-bedrijf voldoende
waarborgen geeft voor een zuinig beheer.
Het ligt voorloopig in de bedoeling, dat het
programma voor 1932 ten minste zal bevat
ten: 12 maanden 1 maal wekelijks Amster
dam—Batavia v.v.; 12 maanden 1 maal daags
AmsterdamParijs v.v 12 maanden 1 maal
daags AmsterdamLonden v.v.; beide laat
ste diensten worden gedurende vier zomer
maanden verdubbeld en 8 maanden 1 maal
daags Amsterdam—Scandinavië v.v.
Van verdere inkrimping van den dienst
wordt geen evenredig voordeel verwacht. In
hoeverre nog eenige uitbreiding aan het pro
gramma zal kunnen worden gegeven, zal na
der moeten worden bepaald.
Voor het oogenblik wordt geen voordeel
gezien in uitvoering van den luentdienst op
het traject NederlandNederlandsch-Indië
in gedeelten.
Het Is den minister bekend, dat de Stoom
vaart Mij. „Nederland" en „Rotterdamsche
Lloyd" de mogelijkheid van een luchtverbin-
ding met Indië per luchtschip in studie heb
ben genomen; de regeering en K.L.M. heb
ben vooralsnog met die plannen geen be
moeiing.
Spoor- en 'ramwegen
De commissie-De Vries >-eeft over het
moeilijke en veel studie vereisehende onder
werp, waarover haar oordeel is gevraagd,
nog geen verslag uitgebracht. Het is haar
niet mogelijk gebleken de behandeling van de
tarieven voor land- en tuinbouwproducten,
zooals door den minister was gevraagd, te
schelden van het vraagstuk dei spoorwegta
rieven in zijn ge leelen omvang. De commis
sie is echter mat haar werkzaamheden thans
zoover gevorderd, dat naar rapport binnen
kort mag worden toegemoet gezien.
Electrificatie van den spoorweg Amsterdam
—HilversumAmersfoort kan eerV aan de
orde worden gesteld, nadat aan de plannen
tot verbetering van de spoorwegtoestanden
om Amsterdam Oostzijde uitvoering is gege
ven.
De inrichting van de 3de klasse rijtuigen
en wachtkamers voldoet, in het algemeen
aan billijke eischen.
Het nemen van afdoende maatregelen te
gen ongelukken op onbewaakte overwegen
is uiterst moeilijk, daar helaas bijna altijd
onoplettendheid der weggebruikers ln het
spel ls. Vermeerdering van het aantal onbe
waakte overwegen geschiedt nog slechts bij
uitzondering.
Rijkspostspaarbank
De economische toestand laat verhooging
van de rentevergoeding van inlagen in de
Rijkspostspaarbank vooralsnog niet toe.
Het geven van gelegenheid tot het betalen
van belasting aan de voor den dienst der
Rijkspostspaarbank bestemde loketten ten
postkantore te Rotterdam gaf tot dusverre
geen aanleiding tot klachten van het publiek.
Kanaal Amsterdam—Rijn
Aan de voorbereiding van den aanleg van
het kanaal van Amsterdam n3ar den Boven-
Rijn wordt met kracht gewerkt. Voor het
uitwerken van definitieve plannen is het
echter noodig allereerst over een volledige
terreinopneming te beschikken.
Zonder den voortgang van het werk ernstig
te schaden, is hst niet mogelijk, te beginnen
met het opmaken van een in alle onderdeelen
uitgewerkt plan met begrooting, voordat ver
dere beslissingen worden genomen. Reden om
voor overschrijding der raming, zooals die
bij de behandeling van het wetsontwerp werd
medegedeeld, bevreesd te zijn, is er echter
niet.
Nota van wijzigingen
Blijkens een nota van wijziging zijn In de
begrooting wijzigingen aangebracht, waar
door het eindcijfer f 1.356.981 lager is.
O.m. kon de post „Verbetering van het
Hellegat", waarvoor f 280.000 werd aange
vraagd, tot f 100.000 worden teruggebracht.
Er is f 10.000 aangevraagd als bijdrage
aan de Vereen, van Algemeene Scheepvaart-
belangen te Amsterdam in de kosten van ijs-
opruiming in het Noordzeekanaal.
Kon. Hollandsche Lloyd
Flnancleele reorganisatie noodzakelijk
geacht.
De minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid heeft aan de Tweede Kamer een nota
ingezonden naar aanleiding van het verslag
der commissie inzake de kasvoorschotten
aan den Kon. Holl. Lloyd. Hij zegt daarin
o.m. een flnancleele reorganisatie noodzake
lijk te achten, doch van oordeel te zijn, dat
met het oog op de veelheid der belangen
en mede in verband met de huidige crisis
omstandigheden de directie van den K. H. L.
niet de verzekering kan geven, dat deze
uiterlijk uit. Maart 1932 zal zijn tot stand
gekomen.
De minister verwacht, dat, geheel in over
eenstemming met de bedoeling der door den
K. H. L. met de buitenlandsche scheepvaart-
ma tschappijen gesloten overeenkomst, ln
verband met hier reeds aangevangen over-
leg, een samenwerking met de Rotterdam-
Zuid-Amerika lijn zal kunnen worden ver
kregen; in ieder geval staat vast, dat op dit
oogenblik beide partijen hieraan werkzaam
zijn.
De minister zegt ten slotte bereid te zijn,
dezelfde bevoegdheid, welke hij althans be
zit uit. November, zich te verzekeren tot uit.
Maart a s. met de bedoeling, het gebruik
daarvan te doen afhangen van de vraag, of
een voor de regeering aannemelijke finar.-
cieele regorganisatie in uitzicht is. Daarbij
zal uit den aard der zaak een regeling moe
ten worden getroffen voor de voorschotten
van het Rijk in dier voege, dat tot uit. April
ten hoogste f 333.333 als kasgeld zal worden
verstrekt.
Mr. A. Baron van Wijnbergen
Zijn toestand bevredigend
De algemeene toestand van mr. A. Baron
van Wijnbergen, die nog steeds in het St.
Antoniusgasthuis te Utrecht verpleegd
wordt, is bevredigend. De patiënt hoopt
binnen betrekkelijk korten tijd het gasthuis
te kunnen verlaten.
De Koningin-Moeder
Morgen weer naar de Residentie
De Koningin-Moeder is voornemens mor
gen, in den loop van den voormiddag, van
het Loo naar 's-Gravenhage terug te kee
ren en het paleis aan het Lange Voorhout
te betrekken.
Thuis of in burger ziekenhuizen
Blijkens een beschikking van den Minister
van Defensie, opgenomen in een Legerorder,
kan in een garnizoen waar geen militair hos-
pitaal is, aan militairen die ziekenhuisver-
pleging noodig hebben en die niet naar een
militair hospitaal kunnen worden vervoerd,
worden vergund om in een ziekenhuis van
hun godsdienstige richting of van hun keuze
voor Rijksrekening te worden verpleegd.
In zeer bijzondere gevallen kan aan een
militair worden toegestaan voor Rijksreke
ning in een burgerziekeninrichting van ziin
godsdienstige richting of van zijn keuze, in-
plaats van in een hospitaal te worden ver
pleegd, met dien verstande, dat overbrenging
eerst kan geschieden nadat de Minister van
Defensie gunstig heeft beschikt op een daar
toe door een patiënt of diens naaste familie
leden ingediend gemotiveerd verzoek.
Voorts wordt ter kennis gebracht, dat door
of vanwege militairen, van wie verwacht
wordt dat hun verpleging in een ziekenin-
richting tenminste io 14 dagen zal duren,
aan den Minister van Defensie het verzoek
kan worden gedaan, om zonder kosten voor
het Rijk thuis te worden verpleegd.
223 missionarissen in drie maanden
vertrokken
Het Novembernummer van „Het Missie
werk" publiceert als naar gewoonte de lijst
van vertrokken en teruggekeerde missionaris
sen.
Deze uiterlijk zoo dorre statistiek verbergt
ditmaal wei een frappant feit, Want een
eenvoudige optelsom wijst uit, dat gedurende
het trimester AugustusSeptemberOctober
niet minder dan 223 missionarissen we
kunnen wel zeggen in alle windrichtingen
zijn vertrokken.
Onder die missionarissen waren 100 pries
ters, 60 broeders en 63 zusters. Tachtig pro
cent van hen vertrok voor de eerste maal.
Retraite voor land- en tuinbouwers
In het Retraltenhuis te Noordwijkerhout
wordt van Woensdag 25 tot 28 Nov. een
retraite gegeven voor land- en tuinbouwers
(vergoeding fl. 10).
Aanmelding bij den directeur van het Re-
traitenhuis (Tel. 6048).
n»
m
B
s m
259. „Er moet iets bijzonders op den weg 260. De Koning was een liefhebber van 261. De Koning was zeer met z'n nieuwe S
zijn, dat m'n konijntje zoo met z'n ooren
schudt," zei Harlekijn; „daar krijg ik een
idee; ja, we zullen eens een grap hebben."
zeldzame planten. „Wat denkt U wel Sire,
dat dit voor een plant is?" vroeg Harle
kijn; het is een levende cactus; kijk
maar, ze schudt met haar bladeren."
plant ingenomen en begon haar direct te
begieten. Maar Harlekijn's konijntje
sprong op bij den eersten waterstraal, en
de Koning was een week lang geweldig
boos op Harlekijn.