fBinnen landsch Nieuws ROLLUIKEN DE GRAPJAS HARLEKIJN! BEGROOTING VAN WATERSTAAT Voor de Huiskamer INBRAAK en VERNIELING Haarl. Jaloezieënfabriek De oneenlgheid in de S. D. A. P. De schuld blijft Wat de oorzaak is? CENTRALE TANDHEELKUNDIGE KLINIEK Het pontveer te Velsen - De spoortarieven voor land' en tuinbouwproducten Nachtelijk bezoek Bescherming tegen Begrooting kosteloos VASSAULAAN 76 Tel. 10743 LEGER EN VLOOT Verpleging van zieke militairen KERKNIEUWS Nederland en de Missies Hoe Harlekijn een levende cactus laat zien Albarda contra De Kadt la „De Sociaal-Democraat," het z.g. discussie-orgaan der S.D.A.P. bespreekt men van verschillende kanten de vraag, of er meer revolutionnaire actie moet komen. Een artikel van den heer J. de Kadt, getiteld „Vuur en vlam," eindigt aldus: „Als we onze actie in de fabrieken en de arbeiderswijken goed weten te organisee- ren, dan bestaat de kans dat de katholieke en christelijke arbeiders er door gegrepen en opgestuwd worden en dat de regeering zich gedwongen ziet van haar kant offers te brengen, wat het zelfvertrouwen der arbeiders weer zou doen toenemen. Maar dit alles vraagt onze volle kracht. Geen aarzeling en geen halfslachtigheid mogen te bemerken zijn. Niet onze schuld, schuld van den linker vleugel, is het dat thans nog begonnen moet worden met wat reeds lang in werking moest zijn. Gebrek aan activiteit heeft het vertrou wen der arbeiders in S.D.A.P. en N.V.V. reeds geschokt. Herstel van vertrouwen is slechts mogelijk als ons optreden thans geen ruimte voor twijfel meer laat. Ons optreden in den vakstrijd en ons op treden onder de werkloozen (die meer dan tot dusver door de vakbeweging in de actie moeten worden betrokken) en ook ons op treden in parlement en gemeenteraad, alles moet op één doel gericht zijn. Alles moet een beroep doen op de activi teit van de massa en dat tienduizendvoudig beroep zal honderdduizendvoudig worden beantwoord." Natuurlijk zullen onze katholieke arbeiders rich door dit revolutionnair geschrijf niet uit het rechte spoor laten brengen. Trouwens in de kringen der S.D.A.P. zelf is men over dit optreden van de „links- georiënteerden" allesbehalve te spreken. Zoo staat in hetzelfde nummer van „De Sociaal-Democraat" een artikel van ir. J. W. Albarda, die betoogt, dat de heer De Kadt met zijn streven niet alleen de socialistische partij „naar de maan" zou helpen, maar ook den chaos zou opwekken. De socialistisch georganiseerde arbeiders rijn nog niet zoo groot in aantal, dat zij naar de macht kunnen grijpen. Daarom schrijft de heer Albarda „Ons kiezersleger, hoe groot ook, telt nog minder dan een vierde deel van de kiesge rechtigden van het Nederlandsche volk. Is het te verwachten, dat van het oogenblik af waarop onze beweging een rechtstreeksch revolutionnair karakter zou aannemen, de meerderheid aan onze zijde zou komen? Eenige duizenden, op wier medewerking De Kadt vermoedelijk zeer gesteld is, zou den zich ongetwijfeld bij ons voegen; tijde lijk, om al heel spoedig ons voor „verra ders" uit te maken, ons af te vallen en ons aan te vallen. fcïaar tegenover die duizen den, die tot ons zouden komen, staat een tienmaal grooter aantal van anderen, die nu welwillend of neutraal jegens onze be weging gezind zijn, maar dan aanstonds ons den rug zouden toedraaien, om zich bij onze tegenstanders aan te sluiten tot afweer van het revolutionnair gevaar. Zou het mogelijk zijn die overmacht te overwinnen Wie durft hierop „ja" zeggen? De actie van De Kadt zou leiden tot een nederlaag, waarbij vruchteloos ontzaglijke offers zouden zijn gebracht. De nederlaag zou gevolgd worden door moreele inzin king van de arbeidersklasse, desorganisatie van de arbeidersbeweging, reactie op politiek en op economisch gebied. Het zou zeer langen tijd duren vóór al die ellende en al die schade weer hersteld waren, en dan waren we nog eens zoover als we nu zijn We constateeren hier uit, dat er tusschen de leiding der S.D.A.P. en den linkervleugel een groot verschil van meening bestaat, we mogen zelfs van oneenigheid tusschen beide groepen spreken, vooral als we in het oog houden de wijze, waarop de heeren met elkaar, niets ontziend, polemiseeren. Maar bovendien en dat is wel het be langrijkste in deze kwestie maakt dit gediscussieer ons duidelijk, dat de S.D.A.P.- leiding sinds November 1918 wel iets ge leerd heeft. De heer Albarda zal zich niet vergissen, Zooals zijn voorganger in de eerste na- oorlogsche dagen gedaan heeft. De „Gelderlander" schrijft: Het geval Van Doome heeft z'n einde ge vonden. Het geval Van Doome? Is alweer zoolang geleden, niet waar? Het stamt uit den tijd, dat wij onzen neus staken in de zaken van de A.V.R.O. en slag op slag de heeren van de A.V.R.O. mochten overtuigen, dat de historie hunner vereenl- ging, de verledene en de wordende, niet ln lederen zakken werd bewaard. Er was ergens "n lek, meende men. En het schijnt, dat men Mr. Van Doome onschuldig als 'n lam is gaan verdenken van relaties met de zwar te pers. Op 'n goeden dag is hij als bestuurs lid geroyeerd, zonder kans te hebben gehad zich behoorlijk te verdedigen tegen 'n reeks van beschuldigingen, welke hem in een dreun door den voorzitter waren voorgelezen. Mr. Van Doome voelde zich natuurlijk ge griefd door dit schandelijk royement en hij heeft ijverig gezocht naar eerherstel. Om on derzoek der beschuldigingen verzocht. Rechts en links gebedeld om hulp, dat men toch zou onderzoeken, wat men hem ten laste had gelegd. Toen de commissie-De Vries tot on derzoek van de zaak Vogt haar werk begon, schoot Mr. Van Doome haar dadelijk aan mijn geval hoort er ook bij. De commissie wees hem af, hij zocht verder. Eindelijk heeft hij drie hoogleeraren bereid gevonden een afzonderlijke commissie te vormen om de zaak-Van Doome te onderzoeken. De commissie was samengesteld uit de drie hoogleeraren, de heeren Star Bussmann, Eigeman en Ribbius en zij heeft zich gewend tot het bestuur der A.V.R.O., wiens mede werking zij voor haar onderzoek noodig had. Het bestuur der A.V.R.O. heeft geweigerd de commissie van hoogleeraren te woord te staan. Het heeft genoeg van commissies. Een ezel stoot zich geen tweemaal aan denzelfden steen: de heer W. Vogt is niet meer te vin den voor commissies en rapporten van com missies. Maar scherts ter zijde de weigering van het A.V.R.O.-bestuur be teekent een weige ring aan Mr. Van Doome om hem recht te doen wedervaren. Desondanks zal hem recht verleend wor den. Want de openbare meening weet aan wel ke zijde het recht is, als één der partijen weigert te spreken ten overstaan van een on partijdige commissie. Het A.V.R.O.-bestuur veroordeelde zich zelf. Dit bestuur moet niet denken, dat het mo reele winst maken zal uit de weigering om recht te doen aan een zijner vroegere en meest ijverige medewerkers, die in een vlaag van zlekeltjken angst is weggetrapt, maar van wien het A.V.R.O.-bestuur niet loskomt, ook al draait het hem den rug toe. Het A.VJR.O.-bestuur houdt een schuld aan Mr. Van Doorne, en die betaalt het met zijn „millioen op de Bank" niet af. Wordt Noord-Holland Roomsch? De Pro testant, het orgaan der Evangelische Maatschappij, schijnt deze vraag bevestigend te willen beantwoorden. Wij zijn niet zóó optimistisch, schrijft het „Huisgezin" en het blad vervolgt We houden niet alleen, maar toch ook rekening met den uitslag der verkiezingen. En wanneer we moeten vaststellen, dat bij de jongste Kamerverkiezingen van de 680.000 stemmen in Noord-Holland uitge bracht, 150.000 op de katholieke lijsten vielen en 250.000 op die der revolutionnaire partijen, dan kan er voor overdreven vreugde bij ons, voor zwartgalligheid bij de Protestant geen aanleiding zijn. Merkt men op, dat de sociaal-democraten toch niet bij cje protestanten kunnen worden ingelijfd, dan is ten aanzien van het orgaan der Evangelische Maatschappij eenig voor behoud niet ongewenschthet heeft nl. in een Noordhollandsche gemeente een sociaal-democratischen wethouder ontmoet, die tevens „een warm meelevend protestant en ouderling der Ned. Hervormde gemeente" was. Wanneer van de „verroomsching" van Noord-Holland sprake is, denken wij ook aan den geesel der gemengde huwelijken en aan het bedroevend groot aantal katholieken die niet meer praktizeeren twee verschijnselen die wel in staat zijn de blijdschap, welke de beduchtheid van de Protestant voor een Roomsch Noord-Holland zou' kunnen verwekken, te temperen. Maar het orgaan der Evangelische Maat schappij heeft het speciaal over het Noorder kwartier: de streek tusschen Alkmaar, Hoorn en Enkhuizen heeft haar ziel met droefheid vervuld. „Aan Roomschen kant zien wij con stateert het blad een activiteit en een krachtsontplooiing, die geweldig aan onzen kant ziet men een slapheid en futloosheid, die meer dan treurig is." En dan somt de Protestant allerlei „trieste dingen" op: achteruitgang in tal van dorpen van het protestantsche element, voor uitgang van het katholieke, een protestantsche meerderheid tot minderheid, soms kleine minderheid geworden; als gevolg daarvan protestantsche burgemeesters en notarissen door katholieke opgevolgd. Voor een protestantsch gemoed is dit hard; dubbel hard is het voor een gemoed, dat Rome en de Roomschen als den vijand beschouwt en zelfs een sovjet-bewind boven een Room- sche regeering zou verkiezen. Aan het slot der beschouwing in de P r o- testant wordt ons de voornaamste oor zaak van den achteruitgang van het protes tantisme in Noord-Holland onthuld. Geen booze daden van de zijde der katho lieken zijn daar schuld aan; dat verwijt kan Zelfs het orgaan der Evangelische Maatschap pij niet aan hun adres richten. Het is de eigen schuld van de protestanten, en die schuld is de kinderbeperking, welke „op het platteland misschien nog erger is dan in de groote steden." Daar staat nu de Protestant: allerlei beschuldigingen worden keer op keer, stelsel matig, op allerlei wijs tegen de katholieken geuit, Rome wordt veel zwarter afgeschilderd dan de revolutie en het ongeloof, Rome is voor Nederland hèt gevaar. En wanneer nu de katholieken, in het algemeen genomen, den eersten christelijken plicht vervullen en Gods groote gebod na komen, dan moet het orgaan der Evangelische Maatschappij den achteruitgang van de pro testanten toeschrijven aan wat voor iederen geloovige een gruwel is. Is voor de Protestant hierin geen aanleiding gelegen om in zich te keeren, om minder negatief tegen Rome op te treden en meer positief zijn nauwere en verwijderde geestverwanten htm grooten plicht voor te houden Koninkl. Ned. Middenstandsbond De -verhouding tusschen grossier en winkelier Naar aanleiding van de behandeling van het prae-advies van Dr. J. F. ten Doesschate over „Plaats en taak van den grossier in het dis tributie-proces" op het Zandvoortsche Con gres, heeft het bestuur van den Kon. Nederl. Middenstandsbond, na overleg met den Ned. Grossiersbond, besloten tot het instellen van een commissie, welke zal hebben na te gaan, wat er gedaan kan worden om te handelen in den geest van de tweede conclusie van ge noemd prae-advies (bevordering van een betere verhouding en gemeenschappelijk optreden). In deze commissie zijn benoemdtot voorzitter de heer A. Spaander te Hoorn, lid van Groepsbestuur A tot leden-grossiers de heeren R. A. ten Bokkel-Huinink te Arn hem, Dr. J. F. ten Doesschate en J. Trap te Amsterdam tot leden-winkeliers de heeren Joh. Balder te Amsterdam, A. J. Frederiks te Zaandam en J. Zon te Woerden. KENAUPARK 26A Telefoon 12644 Spreekuren: van 911 en 1 tot 2, Dinsdag van 6.30 tot 8.30 Zaterdagmiddag GEEN spreekuur Het ligt in het voornemen om de taak van de commissie ruim te stellen en haar niet uitsluitend te beperken tot de levensmiddelen branche. Vandaar, dat er onder de leden ook vertegenwoordigers van andere vakken voor komen. Reorganisatie-Commissie Reeds eerder heeft het bestuur van den Kon. Nederl. Middenstandsbond besloten tot het instellen van een commissie, welke heeft te onderzoeken, of en zoo in welk opzicht reorganisatie van den Bond gewenscht is, terwijl tot haar taak verder o.m. zal behoo- ren het ontwerpen van een definitieve contri butie-regeling. Deze commissie is inmiddels als volgt samengesteld J. K. W. F. van Bommel, Bondspenningmeester, voorzitter, 's-Gra- venhage J. C. Blankert, Lid van Groeps bestuur A en vice-voorzitter der Utrechtsche Handelsvereeniging, UtrechtL. H. van Driel, voorzitter der Middenstandsvereeni- ging „Haarlemmermeer", HoofddorpA. Ineenooi Jr., directeur van het Bondsbureau, 's-Gravenhage S. P. Lips, Lid van Groeps bestuur B en secretaris van den Bond van Waschindustrieelen, 's-Gravenhage A. T. Meijer, lid van Groepsbestuur A en voor zitter van de Alg. Gron. Winkeliers-Vereeni- ging, Groningen A. H. Rekers, oud-penning meester van de Enschedésche Handelsver eeniging en bestuurslid der Oostelijke Mid denstands-Federatie, Enschedé J. Steketee, secretaris der Vereeniging „Handelsbelan gen", Goes C. J. de Vrieze, voorzitter van de Vereeniging „Handel en Nijverheid", Winschoten A. van Weerden, vice-voorzit ter der Haarlemsche Handelsvereeniging, Haarlem Mr. M. J. Wolff, voorzitter van de Arnhemsche Vereeniging voor Handel en Nijverheid, Arnhem, leden en F. L. van der Leeuw, Adj.-Directeur van het Bonds bureau, secretaris. De commissie heeft dezer dagen te Utrecht haar eerste vergadering gehouden. Nadat zij door den voorzitter namens het Bondsbestuur was geïnstalleerd, werd het werkprogramma in groote lijnen 'vastgesteld. Aan de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag over het IXe Hoofdstuk der Rijksbegrooting voor 1932 is het volgende ontleend: Algemeene beschouwingen Aan de vraag of aet Staatsvisschershaven- bedrijf zal kunnen woroen gebracht onder het nieuwe departement, dat zich met de economische aangelegenheden zal bezighou den, zal aandacht worden geschonken. Bij den bouw van de brug te Nijmegen, zaï t. a. v. de collectieve contracten niet women afgeweken van de gedragslijn, welke de Re geering te di.v! opzichte voor andere Rijks werken meent tc m. jeten volgen. Veiligheid van het verkeer Omtrent de instelling eener verkeersin- spectie wordt met den Minister van Justitie overleg gepleegd. Overwogen wordt, of nadere voorschriften betreffende den rooden reflector behooren te worden gesteld. De Minister is van meening, dat het aan brengen van onversplintevbaar glas m de voorruiten van motorrijtuigen den automo bilisten niet als een verplichting behoort te worden opgelegd. Pontveer Velsen Het ligt in de bedoeling, den volgenden zomer tijdens den drukken tijd den dienst met drie ponten uit te oefenen, waaraan dan echter uitbreiding van personeel vooraf zal moeten gaan. Bij een tunnel zou de vloerhoogte ongeveer 25 M. onder terreinshoogte moeten vallen. Zelfs met steile opritten van 40 op 1 zou de lengte van tunnel met toeritten bijna ly, kilometer worden. Voor het plaatselijk ver keer tusschen de dichtbebouwde gedeelten langs den kanaaloever zou dan nog een Het zal ongeveer vier uur ln den nacht zijn geweest, toen Peters wakker werd van een ongewoon geluid in huis. Zooals dat doorgaans het geval is bij een plotseling ontwaken, besefte hij in den aan vang niet, wat daarvan de reden kon zijn geweest. Stil lag hij eenige oogenblikken te soezen en was juist van plan zich wederom in Morpheus' armen te werpen, toen een tweede geluid hem plotseling overeind deed vliegen in bed. Er vlèl iets beneden.... Ademloos luisterde Peters toe, dén hoorde hij zachte schreden een deur opende zich ....sloot zich weer Peters stootte z'n vrouw aan, hetgeen hij ongetwijfeld veiliger vond in deze omstan digheden. „Vrouw...." fluisterde hij heesch, „vrouw .Josephineinbrekers." Josephine draaide zich om en sliep ver der. Weer stootte hij naar aan. Met een snauw draaide zich om: ,Wat Is er nou?" „Ssssstl" deed Peters en legde z'n vinger op den mond, iets wat ln het duister na tuurlijk niet was te zien. Trouwens, wat óók niet was te zien, was de uitgesproken angst op het gelaat van Óen heer des huizes. „Inbrekers," fluisterde hij, „wwwat m-moe- ten we d-doenJosephine Josephine richte zich op.... luisterde.... Het bleef stil. „Je hebt gedroomd," besliste ze dan en wilde zich omdraaien, teneinde weer te gaan slapen toen een plotselinge bóns haar opeens weer overeind deed vliegen. Angstig luisterden beiden. Ja, er was geen twijfel mogelijk.... er wérd geloopen.... „Je moet gaan kijken!" vond Josephine dan opeens uit. Peters rilde. „Gaan kijken?" vroeg hij, zóö verbaasd, alsof z'n eega hem had voorgesteld van de tweede étage naar beneden te springen, wat trouwens volgens hem op hetzelfde neerkwam. „Ja natuurlijk.... gaan kijken!" snauwde Josephine, terwijl ze hem een por gaf, „of ben je van plan het hééle huis te laten Ippchulpn?" „Ja, maar.... w-we zijn toch v-v-ver- zekerd!" stotterde Peters. „Zóó??" was het eenige antwoord van z'n vrouw, maar Peters begréép. Hij kende dat.... Als Josephine „zóó" zei, op dién toon, dan was er geen ont komen aan en zonder verder tegenstribbelen verliet hij het bed, en sloop op z'n inmid dels te voorschijn getooverde pantoffels aarzelend naar de deur. Dan bleef hij staan, keek om naar z'n vrouw, die hij met z'n intusschen aan het duister gewende oogen vagelijk onder scheidde. „Zou ik...." begon hij, maar Josephine sneed elke verdere poging tot uitstel af, door hem toe te sissen: „Ik zou een beetje voortmaken, ja, dét zou ikbah.. ben jij een mén?" Ook dat kende Peters en haastig opende hij de deur, welke op de gang uitkwam. Hevig piepte het slot en met een plotse- lingen schrik bedacht hij, dat de man be neden hem zou kunnen hooren.... Weer rilde hij, dénangstig, voetje voor voetje, begon hij den moeizamen tocht naar beneden. In de vestibule brandde licht.... in de géng brandde licht „Een brutale I" dacht Peters en bleef staan. Josephine, die vanuit de geopende slaap kamerdeur het experiment vo'.gde, kuchte zachtjes bi) de aarzeling van haar man. Deze keek vluchtig om.... wuifde even met de hand en vervolgde dan, zoo moge lijk nóg langzamer, z'n weg.... Bijna was hij op de onderste trede aan geland, toen vanuit de voorkamer een man de gang intrad.... Hoé anders, hoé gehéél anders had Peters zich dien Inbreker voorgesteld! De man in kwestie was in smoking.... had een groote bloem in z'n knoopsgaten zwaaide lichtelijk, waarbij hij wederom luidruchtig tegen een gangtafeltje opbotste. Dén zag hij Peters op de trap. Béte grinnikend kwam hij naar hem toe. „Hé.... hikouwe jongen.... hik," sprak hi), waarbij hij met een grappig ge baar z'n wijsvinger opstak, „hééw-wat doe j-Jijhier.... hikin m-mijn.... hikhuis?" Peters herademde, loosde een diepen, dankbaren zucht. „Hégelukkig," sprak hij dan tot den vreemde, „ik dacht dat u een inbreker was!" „Een i-in-lnbreker.hihlhilachte de' ander, „een i-inbrekerj-jij bent een g-gr-grappenmaker, zég!.... ouwe jongenen vertrouwelijk klopte hij Pe ters, de intusschen de trap was afgedaald, op den schouder. „Nou," meende deze verontwaardigd, „jii anders niet minder, zég! Dat stapt gewoon een andermanswoning binnen.... jaagt je de stuipen op je lijfin 't holst van den nachten dat alles, omdat-ie met z'n dronken hoofd permitteer de uitdruk king een verkeerde deur is binnen gestapt „W-wat?" protesteerde de ander, „d-dron- ken hoofdd-dronken hoofdj-jij hebt een d-dronken hoofdhlhihi pas-op hoor g-grappsnmaker," en uitbun dig lachend zette hij zich op de onderste tree van de trap. Dan opeens ontdekte hij, bij toeval naar boven blikkend, het hoofd van Josephine, die in spanning het verloop volgde, boven aan de trap, en proestend, zich verslikkend hikte de man, dien Peters inmiddels voor een verdwaalden student hield.. „D-dag. ,hikd-dagtantehik Verontwaardigd trok Josephine zich haastig terug, terwijl hij hakkelend begon te zingen: „I-ich.... h-hab ein'.... hik.... alte t-t-tante. „Zeg," berispte Peters, die er nu genoeg van kreeg, „wat meer respect voor ro'n vrouw, hé!" „Ik f-felicit-teer Jehikmeende de ander, en dan weer proestend: „z'n v-vrouw.... hik...." „Jawel, vriend," meende nu Peters er een eind aan te moeten maken, „het spijt me. maar ik zal je nu toch even netjes uit latenóf," en hier kreeg hij plotseling een goedhartigen inval, „óf wil ik Je even thuisbrengenwaar moet je wezen?" in formeerde hij dan. „Op a-acht.... hik...." zei de man, „m-maar....". Hier klonk scherp door de nachtelijke stilte van het huis ae stem van Josephine: „Peters, je blijft huis!" „J-je t-tante roepthik.... Je," hoonde de student, dén vervolgend: „m-maar 1-laat.... hik.... maar.... ik vindhik.... liet w-wel Peters hielp hem overeind en samen strompelden ze naar de buitendeur, waarna met een kort: „N-noua-ad-dieu. g-groeten aanhikj-jet-tante.. hikde man, struikelend over den drempel, in het duister verdween. Peters sloot de deur, deed haar op het nachtslot, hetgeen hij inderdaad bleek te hebben vergeten in 't begin van den avond. Dan deed hij de lichten uit in vestibule en gang, waarna hij, blij met den goeden afloop, bij twee treden tegelijk de trap op snelde. „Och," sprak hij even later tot Josephine, voor hij zich omdtaaide om z'n gestoorde nachtrust te gaan inhalen, „ocheen kwestie van aanpakken, hè?waarop Jo sephine antwoordde met een geeuw. Den volgenden dag bleek uit de geforceer de brandkast een groot bedrag aan geld te zijn verdwenen, benevens het waardevolle met brillanten bezette ringetje van Jose phine, een erfstuk van wijlen haar moeder. „Och," meende Josephine, en ze draaide met een minachtend gebaar haar man den rug toe, „och.... een kwestie van éénpakken hè...." pontveer in stand moeten blijven. Zeer glo baal geraamd zou 'n tunnel met inbegrip van de werken tot drooghouding en tot lucht- verversching 20 25 millioen gulden moeten kosten. Aan het doen van een dergelijke uit gave kan voorloopig niet worden gedacht. Luchtvaart De minister heeft geen aanleiding om terug te komen op zijn meening, aat de or ganisatie van hei bestuur van en het toe zicht over het KL M.-bedrijf voldoende waarborgen geeft voor een zuinig beheer. Het ligt voorloopig in de bedoeling, dat het programma voor 1932 ten minste zal bevat ten: 12 maanden 1 maal wekelijks Amster dam—Batavia v.v.; 12 maanden 1 maal daags AmsterdamParijs v.v 12 maanden 1 maal daags AmsterdamLonden v.v.; beide laat ste diensten worden gedurende vier zomer maanden verdubbeld en 8 maanden 1 maal daags Amsterdam—Scandinavië v.v. Van verdere inkrimping van den dienst wordt geen evenredig voordeel verwacht. In hoeverre nog eenige uitbreiding aan het pro gramma zal kunnen worden gegeven, zal na der moeten worden bepaald. Voor het oogenblik wordt geen voordeel gezien in uitvoering van den luentdienst op het traject NederlandNederlandsch-Indië in gedeelten. Het Is den minister bekend, dat de Stoom vaart Mij. „Nederland" en „Rotterdamsche Lloyd" de mogelijkheid van een luchtverbin- ding met Indië per luchtschip in studie heb ben genomen; de regeering en K.L.M. heb ben vooralsnog met die plannen geen be moeiing. Spoor- en 'ramwegen De commissie-De Vries >-eeft over het moeilijke en veel studie vereisehende onder werp, waarover haar oordeel is gevraagd, nog geen verslag uitgebracht. Het is haar niet mogelijk gebleken de behandeling van de tarieven voor land- en tuinbouwproducten, zooals door den minister was gevraagd, te schelden van het vraagstuk dei spoorwegta rieven in zijn ge leelen omvang. De commis sie is echter mat haar werkzaamheden thans zoover gevorderd, dat naar rapport binnen kort mag worden toegemoet gezien. Electrificatie van den spoorweg Amsterdam —HilversumAmersfoort kan eerV aan de orde worden gesteld, nadat aan de plannen tot verbetering van de spoorwegtoestanden om Amsterdam Oostzijde uitvoering is gege ven. De inrichting van de 3de klasse rijtuigen en wachtkamers voldoet, in het algemeen aan billijke eischen. Het nemen van afdoende maatregelen te gen ongelukken op onbewaakte overwegen is uiterst moeilijk, daar helaas bijna altijd onoplettendheid der weggebruikers ln het spel ls. Vermeerdering van het aantal onbe waakte overwegen geschiedt nog slechts bij uitzondering. Rijkspostspaarbank De economische toestand laat verhooging van de rentevergoeding van inlagen in de Rijkspostspaarbank vooralsnog niet toe. Het geven van gelegenheid tot het betalen van belasting aan de voor den dienst der Rijkspostspaarbank bestemde loketten ten postkantore te Rotterdam gaf tot dusverre geen aanleiding tot klachten van het publiek. Kanaal Amsterdam—Rijn Aan de voorbereiding van den aanleg van het kanaal van Amsterdam n3ar den Boven- Rijn wordt met kracht gewerkt. Voor het uitwerken van definitieve plannen is het echter noodig allereerst over een volledige terreinopneming te beschikken. Zonder den voortgang van het werk ernstig te schaden, is hst niet mogelijk, te beginnen met het opmaken van een in alle onderdeelen uitgewerkt plan met begrooting, voordat ver dere beslissingen worden genomen. Reden om voor overschrijding der raming, zooals die bij de behandeling van het wetsontwerp werd medegedeeld, bevreesd te zijn, is er echter niet. Nota van wijzigingen Blijkens een nota van wijziging zijn In de begrooting wijzigingen aangebracht, waar door het eindcijfer f 1.356.981 lager is. O.m. kon de post „Verbetering van het Hellegat", waarvoor f 280.000 werd aange vraagd, tot f 100.000 worden teruggebracht. Er is f 10.000 aangevraagd als bijdrage aan de Vereen, van Algemeene Scheepvaart- belangen te Amsterdam in de kosten van ijs- opruiming in het Noordzeekanaal. Kon. Hollandsche Lloyd Flnancleele reorganisatie noodzakelijk geacht. De minister van Arbeid, Handel en Nijver heid heeft aan de Tweede Kamer een nota ingezonden naar aanleiding van het verslag der commissie inzake de kasvoorschotten aan den Kon. Holl. Lloyd. Hij zegt daarin o.m. een flnancleele reorganisatie noodzake lijk te achten, doch van oordeel te zijn, dat met het oog op de veelheid der belangen en mede in verband met de huidige crisis omstandigheden de directie van den K. H. L. niet de verzekering kan geven, dat deze uiterlijk uit. Maart 1932 zal zijn tot stand gekomen. De minister verwacht, dat, geheel in over eenstemming met de bedoeling der door den K. H. L. met de buitenlandsche scheepvaart- ma tschappijen gesloten overeenkomst, ln verband met hier reeds aangevangen over- leg, een samenwerking met de Rotterdam- Zuid-Amerika lijn zal kunnen worden ver kregen; in ieder geval staat vast, dat op dit oogenblik beide partijen hieraan werkzaam zijn. De minister zegt ten slotte bereid te zijn, dezelfde bevoegdheid, welke hij althans be zit uit. November, zich te verzekeren tot uit. Maart a s. met de bedoeling, het gebruik daarvan te doen afhangen van de vraag, of een voor de regeering aannemelijke finar.- cieele regorganisatie in uitzicht is. Daarbij zal uit den aard der zaak een regeling moe ten worden getroffen voor de voorschotten van het Rijk in dier voege, dat tot uit. April ten hoogste f 333.333 als kasgeld zal worden verstrekt. Mr. A. Baron van Wijnbergen Zijn toestand bevredigend De algemeene toestand van mr. A. Baron van Wijnbergen, die nog steeds in het St. Antoniusgasthuis te Utrecht verpleegd wordt, is bevredigend. De patiënt hoopt binnen betrekkelijk korten tijd het gasthuis te kunnen verlaten. De Koningin-Moeder Morgen weer naar de Residentie De Koningin-Moeder is voornemens mor gen, in den loop van den voormiddag, van het Loo naar 's-Gravenhage terug te kee ren en het paleis aan het Lange Voorhout te betrekken. Thuis of in burger ziekenhuizen Blijkens een beschikking van den Minister van Defensie, opgenomen in een Legerorder, kan in een garnizoen waar geen militair hos- pitaal is, aan militairen die ziekenhuisver- pleging noodig hebben en die niet naar een militair hospitaal kunnen worden vervoerd, worden vergund om in een ziekenhuis van hun godsdienstige richting of van hun keuze voor Rijksrekening te worden verpleegd. In zeer bijzondere gevallen kan aan een militair worden toegestaan voor Rijksreke ning in een burgerziekeninrichting van ziin godsdienstige richting of van zijn keuze, in- plaats van in een hospitaal te worden ver pleegd, met dien verstande, dat overbrenging eerst kan geschieden nadat de Minister van Defensie gunstig heeft beschikt op een daar toe door een patiënt of diens naaste familie leden ingediend gemotiveerd verzoek. Voorts wordt ter kennis gebracht, dat door of vanwege militairen, van wie verwacht wordt dat hun verpleging in een ziekenin- richting tenminste io 14 dagen zal duren, aan den Minister van Defensie het verzoek kan worden gedaan, om zonder kosten voor het Rijk thuis te worden verpleegd. 223 missionarissen in drie maanden vertrokken Het Novembernummer van „Het Missie werk" publiceert als naar gewoonte de lijst van vertrokken en teruggekeerde missionaris sen. Deze uiterlijk zoo dorre statistiek verbergt ditmaal wei een frappant feit, Want een eenvoudige optelsom wijst uit, dat gedurende het trimester AugustusSeptemberOctober niet minder dan 223 missionarissen we kunnen wel zeggen in alle windrichtingen zijn vertrokken. Onder die missionarissen waren 100 pries ters, 60 broeders en 63 zusters. Tachtig pro cent van hen vertrok voor de eerste maal. Retraite voor land- en tuinbouwers In het Retraltenhuis te Noordwijkerhout wordt van Woensdag 25 tot 28 Nov. een retraite gegeven voor land- en tuinbouwers (vergoeding fl. 10). Aanmelding bij den directeur van het Re- traitenhuis (Tel. 6048). n» m B s m 259. „Er moet iets bijzonders op den weg 260. De Koning was een liefhebber van 261. De Koning was zeer met z'n nieuwe S zijn, dat m'n konijntje zoo met z'n ooren schudt," zei Harlekijn; „daar krijg ik een idee; ja, we zullen eens een grap hebben." zeldzame planten. „Wat denkt U wel Sire, dat dit voor een plant is?" vroeg Harle kijn; het is een levende cactus; kijk maar, ze schudt met haar bladeren." plant ingenomen en begon haar direct te begieten. Maar Harlekijn's konijntje sprong op bij den eersten waterstraal, en de Koning was een week lang geweldig boos op Harlekijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10