KTU? K i f3000.- f750.- f250.- f125.- f50. f40.- NOODLOTTIGE BRAND TE ANNA-PAULOWNA BUREAUXNA8SAULAAN 49 ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN DONDERDAG 19 NOVEMBER 1931 VIER EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17929 AANGIFTE MOET, GP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL ONJUISTE STEUNVERLEENING Scherpe kantjes Invoerrechten Geen aardschokhen Wij bakSwn hst fijnste en brengen het U op tsjjc Het koet maar één dubbeltje De „gasten" in Pension „Kennemerduin" te Wijk aan Zee De strijd in het Verre Oosten België's Tarief plannen VOORNAAMSTE NIEUWS J. J. WEBER ZOON OPTICIENS FABRIKANTEN Groote Houtstraat 166 Haarlem TELEGRAFISCH WEERBERICHT DRIE KINDEREN, RESP. 7, 5 EN 1} JAAR IN DE VLAMMEN OMGEKOMEN Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 et.; per kwartaal 3.25; per post, per kwartaal 3.58 by vooruitbetaling. COURANT VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES. 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct.. bij vooruitbet. Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct. per regel. Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaardeD tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen Dij een ongeval met doodlijken afloop bij verlies van een voel of een hand een oor bij verlies van een duim of wijsvinger bij een breuk van been of arm rij verlies van 'u anderen vinger (Ingezonden) Indien de Provinciale besturen een gewillig oor leenen aan de circulaire van den Minister van Binnenlandsche Za ken inzake werkloosheidsbestrijding in land- en tuinbouw (zie het nummer van 16 Nov. 1.1.) en als gevolg van hetgeen in den laatsten zin is vervat, goedkeu ring zouden gaan onthouden aan te dezer zake gemaakte gemeentelijke re gelingen, dan is óók het laatste middel, om het in nood verkeerende bedrijf nog wat de helpen, uit de hand geslagen van degenen, die meenden dit in uiterste noodzaak te moeten toepassen. De Minister zegt aan het slot van zijn brief: „Mocht mijn schrijven aanleiding geven tot het maken van opmerkingen, dan verneem ik die gaarne." Hoewel die vraag aan Ged. Staten is gericht, meenen wij ons te mogen ver oorloven, enkele opmerkingen te maken, t Klinkt misschien wel wat aanmati gend, maar, wij meenen beter de rede nen en de noodzakelijkheidsgronden te kennen, waarom de gemeenten 4ot een dergelijke regeling zijn gekomen dan de hoogere instanties, aan wie zoo'n regeling ter goedkeuring wordt voorge legd; althans wat betreft ons gewest en meer speciaal: de tuinbouwcentra. Vooraf wil ik den Minister gaarne toe geven, dat aan deze regelingen bezon- dere bezwaren kleven, dat zij een sterk individueel karakter dragen en dat daar om verreweg te prefereeren zouden zijn maatregelen, die (al vallen ook deze buiten de normale verhoudingen) een massaal karakter hebben en welke voor zieningen beoogen, die een geheelen be drijfstak in den landbouw helpen. De organisaties, welke een dergelijke rege ling hebben aanbevolen, en de gemeen tebesturen, die deze hebben vastgesteld, zijn van een en ander zelf wel overtuigd, maar men is er toe moeten overgaan om twee zeer ernstige redenen. Ten eerste, omdat de voorzieningen, die zouden beoogen een geheelen be drijfstak te helpen (en die kunnen, als de mogelijkheid er toe bestaat, alleen van Staatswege worden genomen) tot op den huidigen dag ten eenenmale uitble ven. En ten tweede, omdat inmiddels in vele gemeenten het economisch leven zoo hopeloos is vastgeloopen, dat men ten einde raad zijn toevlucht o.a. geno men heeft tot de gewraakte loontoeslag- regeling. Nu is het mijn bedoeling niet, om alleen de Regeering verantwoordelijk te stellen voor het zoo lang uitblijven van werkelijk doeltreffende maatrege len om de bedrijven te steunen. Neen, wij willen zelfs toegeven, dat het niet alleen op rekening van de Regeering kan gesteld worden, dat de vele en dringende betoogen vanuit het bedrijfs leven, niet het minst uit den georgani- seerden landbouw om toch te letten op zijn belangen de waarschuwingen, dat met het opdrogen van de bron nen van welvaart óók de belangen van ons geheele volk gemoeid zijn geen gewillig oor hebben gevonden. Want zelfs op dit oogenblik, nu de nijpende toestand dagelijks méér aan den dag treedt, kunnen we nóg niet constatee- ren, dat er bij ons volk, onze volksvertegenwoordiging, al- gemeene medewerking is voor een breed opgezette economische politiek. Wil men nü begrijpen, althans aannemen, dat vóór alles noodig is herstel van ons be drijfsleven (en hiermede bedoel ik geenszins alleen den landbouw), dat vóór alles noodig zijn krasse maatrege len ten opzichte van onzen uitvoer? Neen! Het is voor de zooveelste maal duidelijk gemaakt, dat onze handelspoli tiek ongewijzigd zal moeten(?) blijven. Er is geen meerderheid voor en regee- ringsvoorstellen blijven achterwege. En het contingeeringswetsontwerp dan? Een nieuw hopeloos geval. Artikel 2 van dit ontwerp houdt in, dat eventueel de invoer van bepaalde goederen zal kunnen worden verboden, voor zoover de totale waarde hiervan hooger zou zijn dan de gemiddelde waarde dezer goede ren in de jaren 1928, 1929 en 1930. Reke ning houdende met de sterke daling der wereldmarktprijzen van zoovele goede ren in de jaren 1930 en 1931, zal het contingent daardoor wel van zulk een omvang zijn, dat de concurrentie met het buitenland er niet door zal worden gebroken. Tenzij de Kamer zooals uit het Voorloopig Verslag blijkt met een regeling als deze geen genoegen neemt. En laat men toch heusch niet denken, dat het als protectiemaatregel uitgekre ten verhoogde invoerrecht tot 10 pet. eenige beteekenis als beschermende maatregel zal hebben. De eenige waarde, die er voor noodlijdende bedrijven aan gehecht kan worden is, dat het mogelijk eenige baten zal opleveren om deze be drijven financieel te steunen. Neen, consumeerend Nederland wil blijven profiteeren van den ongebrei- delden en doodenden invoer uit het bui tenland en is als de dood voor bijv. een onderhandelingstarief, waarmede het mogelijk zou zijn van landen, die zoo veel belang hebben bij dien invoer, gun stiger voorwaarden te bedingen voor den invoer van die producten, waarvan wij een surplus hebben. En laat intus- schen onzen land- en tuinbouw, voor wien genoemde maatregel vooral nood zakelijk zou zijn, langzaam maar zeker ten ondergaan. Tot ze ten onder gegaan zal zijn. Maar dan zal men te laat begrij - pen, dat men bezig is geweest, z'n eigen graf te graven. Het eenige verwijt, dat aan deze Regeering te richten zou zijn, is, dat zij niet nadrukkelijk genoeg op den ernst van den toestand heeft gewe zen en ook niet met werkelijk krasse maatregelen is gekomen. Dat heeft de Engelsche regeering wél gedaan en met succes! Intusschen, er is werkelijk een geest merkbaar geworden, welke den land- en tuinbouw wel zou willen helpen. D.w.z. men begrijpt, dat er eenige steun moet komen voor degenen, die hun kapitaal reeds hebben ingeteerd. Wij merken hierbij op, dat deze steun geen voorzie ning beoogt om een bepaalden bedrijfs tak te steunen, maar alleen de meest- getroffenen, dus een sterk individualis- tischen inslag heeft. Toch zijn we hier dankbaar voor. Want méér nog dan werkloozen in de steden, kunnen derge lijke menschen (en hierbij hebben wij vooral zeer vele R.K. groote tuindersge zinnen op het oog) dien steun niet ont beren. 't Is eenvoudig een sociale plicht. Regeering en Kamer! laat die steun nu eindelijk eens komen! En maak het niet al te moeilijk om hier werkelijk van te kunnen profiteeren. Want gij hebt er, in het algemeen gesproken, geen denkbeeld van, hoe bitter de nood is en hoe hoog deze is gestegen. Anders kunnen wij ons tenminste niet verkla ren, dat er tot heden ook op dit gebied nog niets is gebeurd. Ten slotte het zij nog eens gezegd de gewraakte regeling is door meer dere gemeenten genomen, mede als ge volg van het lange uitblijven van rijks maatregelen. Maar toch heeft deze regeling nog een andere oorzaak. Er is bij de betrokkenen in het alge meen nog niet de wanhoopsstemming, dat het immer zoo slecht zal blijven als op den huidigen dag. Het onmogelijke wordt schier gedaan, om het bedrijf in stand te houden en ook de besturen der gemeenten, waarin het geheele econo mische leven van land- en tuinbouw rechtstreeks afhankelijk is, zijn zich bewust van den chaotischen toestand, die ontstaan zou, als dat bedrijfsleven werd stopgezet. Het eenige motief, dat aan deze regelingen ten grondslag ligt, is dan ook: instandhouding der bedrij ven. Noem dit kunstmatig, goed! Maar durft gij, Regeering en Kamer, riskee- ren, dat het bedrijfsleven ineenstort? Kunt gij ons een betere bron van be staan aanwijzen, die als vervanger zou moeten optreden? Is het beter, dat, te gelijk met die ineenstorting, het aantal werkloozen nog met eenige duizenden wordt vergroot? Neen, als de Nederlandsche Staat niet bij machte is het bedrijfsleven met een actieve en nationale politiek op de been te houden, en de eenige mogelijkheid bestaat hierin, dat met wat geld (zoo lang dat er nog is) de allerergste hon|er gestild wordt, dan achten vele gemeen tebesturen het terecht geen dwaasheid om dit te doen in een vorm, waarbij het bedrijf tevens nog eenigszins intact blijft. Opdat bij een verbetering in den crisistoestand dat bedrijf weer des te spoediger de algemeene welvaart zal kunnen bevorderen. Wanneer een industrie in zoodanige moeilijkheden verkeert, dat het bedrijf moet worden stopgezet, dan wordt er voor de daardoor werkloos komende ar beiders onmiddellijk gezorgd. Welnu, de gemeenten, die dezen maatregel namen (althans de meeste van deze), waren er van overtuigd, dat meerdere, ja vele tuinders gedwongen waren, hun arbei ders te ontslaan, en dat andere, die geen arbeiders, maar ook geen inkomen hadden om er schamel van te kunnen leven, uit het bedrijf zouden loopen en eenvoudig armlastig zouden worden. Zij waren zich er van bewust, dat als er niets gebeurde de lasten toch in een anderen vorm -o de gemeente zouden komen drukken, en dat tegelijkertijd het bedrijf, waarvan alle of althans de meeste burgers afhangen, vernietigd zou worden. Daarom dienen deze regelingen (waarbij, dit geven we toe, de excessen moeten worden voorkomen) behouden te blijven. En dit niet alleen zij verdie nen den steun van de Landsregeering, zoolang het tenminste Staatstaak ge acht wordt, de werkloosheidsbestrijding te steunen. Het land- en tuinbouwbedrijf zal, om op de been te blijven, als zoodanig inet een actieve nationale politiek dienen te worden gesteund. Zoolang de huidige wijze van steunverleening wordt gehand haafd, zal men speciaal voor het kleine tuinbouwbedrijf o.a. aangewezen zijn op een dergelijken maatregel. JAC. GROEN Az In „De Katholieke Pers", het maand- orgaan van de Ned. R. K. Journalistenver- eeniging, schrijft de heer J. Zwets.oot, onder het hoofd „Scherpe kantjes", het volgende: Daar is iets wat me ae laatste dagen ge hinderd heeft. En aangezien er in ons orgaan ook wel gelegenheid zal zijn om zijn hart te luchten, heb ik mijn potlood gegre pen. Ik vond daartoe r.og meer aanleiding omdat ik weet, dat ik niet de eenige ban die lichtelijk verstoord raakte. Verschillende collega's deelen mijn gevoelens. Wat is het geval? De Volkskrant is, zooals bekend, een groote propaganda-actie oegonnen voor zich zelf. Tegen die propaganda heb ik geen enkel bezwaar. Het schijnt nu eenmaal in oneen tijd niet anders te kunnen, dan dat men reclame maakt voor zich zelf; dat men eigen karaktertrekken en voortreffelijkheden aangeeft, aanprijst en desnoods aandikt. De Volkskrant is in dit opzicht een kina van haar tijd en wi zou haar dit euvel duiden. Zij blaast hoog van den toren en ik hoop van harte, dat haar geluid zal worden verstaan. Dus tegen de propaganda-op-zich-zelf heb ik geen bezwaar, mitsze gevoerd wordt positief en met vermijding van rechtstreeksche of zijdelingsche bestrijding van anderen: mits ze geschiedt overeen komstig het algemeen gebruik bij de propa ganda van de bladen, n.l. dat men zich nauwkeurig beperkt tot aanprijzing van eigen kwaliteiten en dat men in geen enkel op- zich afgeeft op collega's. Ten koste van anderen tracht men niet naar eigen baat. Dat wordt en terecht als onbehoorlijk beschouwd. Nu is dit het opmerkelijke in de Volks- krant-propaganda, dat ze niet altijd posi tief blijft, doch nu en dan, door niet ter zake doende uitlatingen of zinspelingen op anderen, collega's dus ons min of meer pijnlijk grieft. De voorstelling wordt b.v. gesuggereerd, dat de „Roomsch-burgerlijke" pers voor de rechten der arbeider» niet opkomt en zich daaraan niets laat gelegen liggen. Zwijgen is goud, denken die bladen volgens de Volkskrant en dus zwijgen ze de rechten der arbeiders dood. Deze voorstelling is o. i. in haar alge meenheid onwaar en ook de Volkskrant moet 't bekend zijn, dat b.v. vele katho lieke bladen de Volkskrant zal de katho lieke bladen toch niet alle onder de kleine willen rangschikken zich voor de verbete ring van de positie der arbeiders en voor de verovering van -ie hun toekomende rech ten groote verdiensten hebben verworven. Maar ook al was de voorstelling van de Volkskrant waar wat wij ontkennen dan nóg is 't de vraag of 't pas geeft in een reclame-campagne op deze ver meende fouten van de katholieke pers collega's te wijzen. O. i. niet. Een reclame-campagne moet zich strikt houden tot de zaak, die men propageeren wil; alle gedachte aan polemiek moet daarbij uitgesloten zijn; nauwgezet moet daarbij vermeden worden elke openlijke op bedekte bestrijding van of aanval op anderen. En dit geldt nog in sterker mate als die anderen collega's zijn, die mede naar beste weten de katholieke zaak en ook de zaak der katholieke arbeiders dieren willen. Er zijn scherpe kantjes aan de Volks- krant-propaganda, die o. i. beter kunnen worden afgevijld. De propaganda zou daardoor winnen in kracht en.... sympathie. Het bovenstaande was reeds geschreven en opgezonden naar Den Haag, toen ons een artikel van (d. B.), in het Verbondsblad van 6 Nov. J.I., onder de oogen kwam, waarin gezegd wordt, dat het een katholiek belang is, dat de R K. arbeiders aan de Volkskrant boven alle andere bladen de voorkeur geven. Dat beteekent dus, dat de katholieke arbeiders om het katholiek belang hun abonnement op Huisgezin, Centrum, Resi dentiebode we noemen er zoo maar een paar moeten opzeggen om daarvoor de Volkskrant te nemen We zullen er niet meer van zeggen, maar wijzen er alleen op dat ook deze voorstel ling van (d. B.) weer demonstreeft, dat er scherpe kantjes zijn aan de Volkskrant- propaganda. Tariefsverhooging aanvaard De Tweede Kamer heeft Woensdag het Wetsontwerp tot verhooging van de tarieven der invoerrechten met 56 tegen 36 stemmen aangenomen. Bij rechts voegden zich alleen de liberalen Boon, Bierema en Van Rappard. Trillingen waargenomen Naar aanleiding van mededeelingen uil verschillende deelen van het land, o.m. uit Den Haag, dat daar gedreun en trillingen waren waargenomen naar men meen de afkomstig van aardschokken deelde de Directeur van het Meteorologisch Instituut te De Bildt ons gisteravond mede, dat ook daar trillingen zijn waargenomen. De seis mograaf heeft echter aangetoond, dat Van aardschokken geen sprake kan zijn geweest. Men vermoedt, dat deze trillingen door de lucht zijn over-pb'-aebt. Niet onmogelijk is het voorts, dat het gedreun en de 'trillingen afkomstig zijn van het gebruik van zwaar geschut. Of in Nederland gisteren oefeningen zijn gehouden, en waar deze zouden hebben plaats gevonden, is ons niet bekend. HAARLEM - HEEMSTEDE - BLOEMENDAAL i (adv.) Een partijtje dam onder het genot van een likeurtje Het dorpje Wijk aan Zee is in zijn win- tersche rust plotseling gestoord door een sen satie. Eenige leden van het duistere gilde hebben een bezoek gebracht aan het tijdelijk onbe woonde pension-café-restaurant „Kennemer duin" aldaar. Het was een bezoek, dat langer duurde dan men van deze luitjes gewoon is, terwijl zij zich hierbij, wat brutaliteit en baldadigheid betreft, op een bedenkelijke ma nier hebben onderscheiden. In ons blad van gisteren hebben wij reeds eenige bijzonderheden over dit geval mede gedeeld. Later vernamen wij nog de volgen de bijzonderheden: Het pension, dat een seizoenbedrijf is, staat gedurende de wintermaanden onbewoond. De eigenaar, de heer A, Schelvis, verblijft te Amsterdam, doch komt af en toe te Wijk aan Zee. Dinsdagavond arriveerde hij met zijn echt- genoote wederom in de badplaats en zou in zijn zaak overnachten. Bij het betreden van zijn woning ontdekte hij onmiddellijk, dat er ongewenschte gasten waren geweest. In aller ijl werd de politie gewaarschuwd en bij het vlug ingesteld onderzoek bleek, dat men hier met een brutale inbraak te doen had waar bij alles er op wees, dat het hier een bezoek van langeren duur gold. Onze lezers weten reeds dat de daders door verwijdering van een paneel uit de deur aan de achterzijde van het huis, zijn binnengeko men. Beneden zijn het buffet en een schrijf bureautje geopend en leeggehaald, terwijl ook de linnenkast aan een grondig onderzoek is onderworpen. De inhoud is naar een andere kamer gesleept en daar netjes opgestapeld, gereed voor transport. Een aantal lakens en dekens bleken reeds te zijn verdwenen; zoo ook een voorraad lepels en vorken, een stel bil jartballen, een biljartlaken en andere voor werpen. De traplooper stond netjes opgerold gereed om mee te nemen. Ook gordijnen en een wintermantel waren gereed gelegd. Ware de eigenaar niet teruggekeerd, dan was er waarschijnlijk nog meer weggehaald. Intusschen hebben de heeren het zich zoo gerieflijk mogelijk gemaakt. Zij hebben zich te goed gedaan aan den Inhoud van de blikjes conserven, die aanwezig waren, een pikant kostje, dat hun een dorstige keel be zorgde, Hiervoor zochten en vonden zij lafe nis in den wijnkelder, waarvan de voorraad duchtig aangesproken is. Vervolgens hebben zij zich voor een langer verblijf geïnstalleerd. Hiertoe werden op de bovenverdiepingen 'n drietal bedden in gebruik genomen, waarop de heeren blijkens den toestand, waarin de legersteden werden aangetroffen, in 'n zoeten slaap vergetelheid gezocht hebben voor hun inbrekerszorgen. De ramen in de slaapkamer waren met ge watteerde dekens geblindeerd, opdat geen lichtstraaltje hen naar buiten zou verraden. Dat het zich hier buitengewoon gezellig heeft toegedragen bleek uit de omstandigheid, dat een tafelt je bij het bed was geschoven, waar op een damspel en kopjes met resten advo caat en Benedictiner, benevens tallooze si garettenpeukjes getuigden van een rustig en aangenaam tijdverdrijf. (Door een misver stand werd in ons bericht van gisteren ge sproken van dansen instede van dammen). In de slaapkamer was voorts een stel on- derkleeren gereed gelegd terwijl 'n paar juten zakken klaar lagen, blijkbaar bestemd om er gestolen goederen in te bergen. Nog kon men constateeren dat de heeren hun schoe nen gepoetst hadden,, een bewijs, dat zij op een goed uiterlijk gesteld waren. Vermoed wordt dat de inbrekers (het wa ren er waarschijnlijk drie) een dag of drie in het huis hebben gebivakkeerd. Het is niet onmogelijk, dat zij door de komst van den eigenaar gestoord zijn en onbemerkt de vlucht genomen hebben. In ieder geval zijn het personen geweest, die met de situatie volkomen op de hoogte w^ren. De omwonenden hebben geen onraad bespeurd. De achterkant van het huis grenst aan open duinterrein, waarover men langs een omweg den straatweg kan bereiken. Op deze manier hebben de inbrekers waarschijnlijk kans gezien, om onbemerkt met de gestolen goederen weg te komen. Een paar oude schoenen werden in het huis achtergelaten. Door de politie is onmiddellijk een uitge breid onderzoek ingesteld. (Zie voor foto's pag. 1, tweede blad) Jhr. Mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden Door sommige bladen wordt het bericht verspreid, als zou jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, oud-burgemeester van Haarlem, binnenkort voor goed de gemeente Velsen verlaten. Dit bericht kunnen wij met beslitsheid tegenspreken. De heer Boreel zal wel dezen winter Velsen verlaten en heeft ook een deel van zijn tuinpersoneel ontsla gen, echter is het zijn bedoeling, na afloop van zijn reis op Waterland terug te keeren. De slag in Mandsjoerije Overwinning der Japanners Volgens berichten uit Tokio is de slag tus schen de Japanners en de troepen van gene raal Ma geëindigd met een overwinning der Japanners. De Japanners hebben de stad Agantschi veroverd en hiermede den Chinee- schen Oosterspoorweg bereikt. De Chineesche troepen zouden zich thans in allerijl terugtrekken naar Tsitsikar. Ja- pansche vliegtuigen hebben deze stad gebom bardeerd. Na een hevig gevecht, dat drie uren duurde, is het den Japanners gelukt de voorste linies der Chineezen bij Sautschien- fang te bezetten. Generaal Ma zou vermist zijn. Volgens de ontvangen berichten, is de aan val in de vroege morgenuren uitgegaan van de troepen van generaal Ma, die in den be ginne succes hadden en den Japanners ern stige verliezen toebrachten, welke 800 man zouden betreffen. Volgens berichten uit Charbin, hebben de troepen van Ma tegen den middag (Oostel. Tijd) de Japanners, na ernstige gevechten, teruggedreven. Ook te Tokio heerschte ern stige bezorgdheid. Men vreesde daar een ge voelige nederlaag der Japanners en verweet generaal Ma, dat hij de overeenkomst had geschonden. Bijzonder gevaarlijk voor de Japanners werd een optreden der Chineezen bij Tan- schoe geacht, waarbij de Japanners door de verwoesting van den Taonan-Soeping Kai spoorweg en een vernieling van de telefoon telegraaflijnen, werden afgesneden van de hoofdmacht. Na dit aanvankelijk succes der Chineezen, gingen de Japanners tot een al- gemeenen tegenaanval over langs de Nonni- linie. Zij sloegen een tegenaanval van 2000 man Chineesche cavalerie, welke plaats had langs den rechter-vleugel, met succes af en verkregen hierna de overhand. De bezetting van Agantschi bevestigd Bevestigd wordt, dat Agantschi door de Japansche troepen is bezet. Het Japansche ministerie van Oorlog heeft een bericht ont vangen van het Japansche hoofdkwartier te Moekden, dat Woensdagmiddag om 1 uur (Oostelijken Tijd, d.i. 3 uur verschil van Am- sterdamschen tijd) de stad werd ingenomen. De Japansche cavalerie achtervolgt de troe pen van generaal Ma, welke in de richting van Tsitsikar vluchten. In Japansche krin gen verwacht men, dat de voorhoede der Japansche cavalerie Tsitsikar in den nacht op Donderdag zal bereiken. Men rekent er niet op, dat de Chineesche troepen nog ern- stigen tegenstand zullen bieden. Het Japansche ministerie van Oorlog heeft verklaard, dat het groote dwaasheid is te denken, dat Japan oorlog voert tegen China. Het Japansche optreden in Mandsjoerije is slechts zuiver politioneel. Daarom is er geen sprake van een schending van 't Kelloggpact door Japan. De minister spreekt den wensc'n uit, dat de normale betrekkingen tusschen China en Japan spoedig zullen hersteld zijn. De nederlaag der Chineezen volkomen Generaal Honjo heeft medegedeeld, dat hij gedwongen is geweest tot den aanval over ie gaan, ten einde een Chineeschen aanval te voorkomen. Het Japansche hoofdkwartier te Moekden deelde Woensdagmiddag mede, dat de Chineesche nederlaag in den nacht op Donderdag volkomen zal zijn. Te Tokio verluidt officieel, dat met de nederlaag der Chineezen het hoofddoel der Japanners, in het gebied der. Nonnibrug de concentratie der Chineesche troepen te ver hinderen, is bereikt. Daarom hoopt men zeer spoedig de Japansche troepen te kunnen terugtrekken. Generaal Ma wil zijn hoofd kwartier verplaatsen Naar uit Tsitsikar wordt gemeld, heeft generaal Ma verklaard, dat hy, in geval Tsitsikar door de Japansche troepen wordt bezet, zijn hoofdkwartier naar Sachaljam (aan de Russisch-Mandsjoerijsche grens aan de Amoer gelegen) zal verplaatsen, om van daar de strijd tegen de Japanners voort te zetten. Indiening volgende week Uit Brussel wordt nog aan het „Handels blad" gemeld, dat het wetsontwerp, om de Belgische invoerrechten op boter en vleescn te verhoogen, reeds volgende week hij de Kamer zal worden ingediend. De Katholieke boerenafgevaardigden in Kamer en Senaat hebben aan de ministers van Financiën en Landbouw gevraagd, om de invoerrechten op boter, gekoeld vleesch, tabak en margarine met zeven te vermenig vuldigen. De ministers, die aanvankelijk van plan waren, om de'rechten op gekoeld vleesch en margarine met vijf te vermenigvuldigen, en die op boter met zeven, schenen zich met dit voorstel te kunnen vereenigen, doch ble ken niet bereid te zijn. de invoerrechten op tabak er in te betrekken. Commies-griffier der Tweede Kamer Een lijst met vijf en twintig sollicitanten. Voor de betrekking van commies-griffier aan de Tweede Kamer hebben zich tien tallen opgegeven. Aan de Kamer is gisteren een alphabetische lijst van sollicitanten toe gezonden, welke niet minder dan 25 namen bevat van juristen, waarvan de oudste 33 jaar is en de jongste 23. De lijst begint met mr. H. Albarda en sluit met mr. H. van Zanten. De meeste sollicitanten wonen in Den Haag, maar de post trok ook de belangstelling te Amster dam, Bussum, Rotterdam, Eist, Dell, Almelo, Warmond, Utrecht, Voorschoten, Hoorn, Aerdenhout, Soesterberg en Haarlem. De Kamer beslist Vrijdag a.s. bij den aan vang der vergadering. Reeds de volgende week zal de Belgische regeering een wetsontwerp indienen om de invoerrechten op gekoeld vleesch, boter en waarschijnlijk ook margarine met 7 te ver menigvuldigen. (blz. 1, 1ste blad) Te Anna Paulowna zijn by een brand drie kinderen omgekomen. (blz. 1. 1ste blad) Aardtrillingen waargenomen. (blz. I. 1ste blad) De Iersehe Sweepstake; vijf paarden in Holland gevallen. (blz. 1. 2de blad) De strijd in Mandsjoerije. Overwinning der Japanners in het Nonni-gebied. (blz. 1, 3de blad) Geen vorderingen bij de besprekingen in den Volkenbond over het conflict in het Verre Oosten. (blz. 1, 3de blad» De besprekingen tusschen Hoover en Grandi. (blz. 1, 3de blad) Het Engelsche anti-dumping-wetsontwerp in tweede lezing door het Lagerhuis aange nomen. (blz. I, 3de blad) De regeeringscrisis in Hongarije opgelost. (blz. 1, 3de blad) Nieuw verzet in Engelsch-Indië aangekon digd. (blz. 1, 3de blad) Vergadering R. K. Juvenaat in het bisdom Haarlem. (blz. 2. 3de blad) De Tweede Kamer heeft aangenomen het wetsontwerp tot verhooging van het tarief van invoerrechten. (blz. 2. 3de blad) Barometerstand 9 uur v.m.: 7.68 vooruit. LICHT OP. De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 4.21. Hoogste barometerstand 778.8 m.M. te Hernösand. Laagste barometerstand 733.0 m.M. te Jan Maijen. Verwachting: Matige tot zwakken, Zuid- Oostelijke tot Zuid-Westelijken wind, zwaar bewolkt tot betrokken, in het Westen waar schijnlijk eenige regen, weinig of geen re gen in het Oosten, iets zachter. Kortsluiting de vermoedelijke oorzaak De verkoolde ïykjes gevonden Woensdagavond heeft te Breezand, op on geveer 3 K.M. afstand van Anna-Paulowna, een vreeselljk ongeval plaats gehad, waarbij drie kinderen zijn omgekomen. De weduwe Kruithof, wonende aan de Zandvaart, was omstreeks 8 uur even van huis gegaan, om een bezoek te brengen aan de buren. Tij dens haar korte afwezigheid is op de boven verdieping van haar woning, vermoedelijk tengevolge van kortsluiting, brand uitge broken. De weduwe woonde met haar 7 kin deren in het huis, van wie 6 thuis waren. Twee van hen, de oudsten, zaten in de woonkamer beneden, terwijl de vier overige kinderen, waarvan de oudste 9 jaar is, op de bovenverdieping sliepen. Alleen het jon getje van 9 jaar heeft zich, door uit een venster te springen, kunnen redden. De drie andere kinderen, die op deze verdieping sliepen, konden niet worden gered en zijn in de vlammen omgekomen. Het zijn een meisje van 7 jaar en twee knaapjes van 5 en IK jaar. Toen de moeder gewaarschuwd was en zij bij de woning kwam, stond het heele huis in lichte laaie. De brandweer, die spoedig ter plaatse was, kon niet voorkomen, dat het geheele huis afbrandde. Eenige personen hebben nog getracht de kinderen te redden, doch dit mislukte ten gevolge van de groote hitte en den rook. Tegen middernacht is men er in geslaagd de lijkjes van de drie kinderen, die geheel waren verkoold, te vinden. Het gebeurde heeft te Breezand en te Anna-Paulowna veel consternatie gewekt. De vrouw en de drie geredde kinderen zijn gedurende den nacht bij bekenden ondergebracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 1