-Ml
tweede blad
NAAR HET
NIEUW GEWONNEN LAND
PIJLTJES
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1931
Een dorp in wording
DE „PAROCHIE" VAN PASTOOR BRAAK
i«!?r
STADSNIEUWS
Verkiezing Kamer van
Koophandel
De weg Schiphol-Haarlem
VERKEERSONGE VALLEN
Verduistering op een postkantoor
Parochie O. L. Vr. van
Altijdd. Bijstand te
Santpoort
Vliegdemonstraties boven
Haarlem
ELCK WAT WILS
Trekjes no. 732
Frankrijk beperkt
steeds meer
BLADZIJDE 1
De kanaal-overgang te Velben
G.N.
De laatste van de dubbele woningen men zie de eerste foto doet des Zon
dags dienst als kerkgebouw, zoowel voor de Katholieken als voor de Protestanten.
In de week worden er de kinderen in de vakken van 't lager onderwijs onderricht.
Op onze foto ziet men de onderwijzeres met de eerste 19 leerlingen vóór het
school gebouw
ringermeer gaat ontplooien, zal op twee
plaatsen een hulpkerk verrijzen, terwijl op
de „Terp", waar in de toekomst het hoofd
dorp komt, de eigenlijke parochiekerk ge
sticht zal worden.
Zoo vertelde ons de pastoor, terwijl wij in
zijn „pastorie" gastvrijheid genoten.
Wij brachten dan even een bezoek aan zijn
„kerk", waar thans de lesuren juist weer
waren begonnen.
Een 16-tal kinderen van verschillende leer
jaren, zaten er knus om tafels bijeen. Zij wa
ren toevertrouwd aan de zorgen van de on
derwijzeres, mej. C. C. van Harlingen, die
eerst drie weken geleden het nieuwe gebied
heeft betreden en die zich thans met groote
voldoening hier aan het onderwijs wijdt, dat
onder zulke bijzondere omstandigheden gege
ven moet worden.
De kinderen zijn van zeer uiteenlopende
ontwikkeling, maar komen gaarne naar
school. Ze hebben overigens natuurlijk lik
weinig afwisseling.
Mej v. Harlingen past de Dalton-methode
toe. De oudere leerlingen krijgen een week
taak, waarbij zij hun werk kiezen, natuurlijk
onder contröle van de onderwijzeres.
Ook het onderwijs zal spoedig een andere
en betere huisvesting krijgen. Er wordt, waar
schijnlijk reeds binnenkort, met den bouw
van een drie-klassige school begonnen, die
zoodanig ontworpen is, dat ze later uitge
breid kan worden.
Pastoor Braak werd later weer onze vrien-
delüjken gids, toen wij een bezoek brachten
aan de Terp, een hoog opgespoten gedeelte,
midden in den polder.
Om daar te komen moesten we de veilige
Ford verlaten en langs ongebaande wegen
(feitelijk was er geen sprake van wegen) ver.
der gaan. Men staat hier midden in de ont
ginning. Rondom, in de nevelige verte on
derscheidt men groote graaf- of bagger
machines en overal versch gegraven greppels
en slooten, waarvan de uitgegraven klei op
hoopen ligt en nog de sporen van de gewel
dige grijpers vertoont.
Bij het oversteken van het kanaal, dat hier
ligt, moet gebruik gemaakt worden van een
schuit, die duidelijke sporen van een hevige
carambolage vertoonde. Met behulp van een
ketting trekt men de schuit, bij wijze van
pont, over en weer In deze omgeving is men
geneigd om daarbij het Wolga Bootman-lied
te zingen.
Vanaf de Terp gezien, biedt de uitgestrekt
heid van het nieuwe polderland, waarop de
stoffage van onze oude polderlandschappen
nog ontbreekt, een indrukwekkenden aanblik.
Wij troffen een paar eenzamen, die borin
gen verrichten voor de Rijksdrinkwatervoor
ziening en zagen er verder een in aanbouw
zijnde cantine en een huis. Het is het begin
van de „kern", straks van het dorp. dat in
de toekomst staat te verrijzen.
We keerden terug, trokken ons over het
kanaal en werden door pastoor Braak weer
naar den „uitgang" van den polder gebracht.
Een hartelijk afscheid van onzen vriende-
lijken en bereidwilligen gastheer en even
later reden we weer door het „ouwe land".
In ons reportersboekje stond het adres
genoteerd van pastoor Braak, Sluis I, Wierin-
germeer.
En het giro-nummer: 93665 (Breestraat
101, Beverwijk).
Men bedenke: het is voor een eigen kerkje
in het nieuwe land!
We standen aan de grens van het „nieuwe
land".
Achter ons lag Noord-Holland met een
gezichtseinder van molens en torens: het
„ouwe land", zooals de bewoners van het
kers-versche polderland in de Wieringermeer
Zeggen.
We wilden naar sluis I. het eerste dorpje-
ln-wording in onze twaalfde provincie, die
Vóór ons lag als een onmetelijke grijze vlak
te met als eenige onderbreking de silhouet
ten van enkele in aanbouw zijnde landbouw-
Echuren.
Het consigne luidde: vier kilometer tip
pelen. En we zouden er ongetwijfeld aan
begonnen zijn, ware niet de auto van pas
toor Braak plotseling op den ouden zeedijk
Verschenen.
Het altaartje in het voorloopige hulpkerkje
van Pastoor Braak in de Wieringermeer.
Even stoppen! Z.Eerw. moest even 't ouwe
land in, maar zou spoedig weer terugkeeren.
„Wanneer ik jelui hier straks nog vinu,
heem ik jelui mee. En anders fluit ik wel
even op m'n vingers," voegde de onverstoor
baar-gemoedelijke zielzorger er aan toe.
Een poosje later rijden we naar het pontje,
dat nog steeds de verbinding onderhoudt.
He Pastoor loodst ons den grooten polder ln.
Hechts en links van den overigens
geen goeden weg liggen de reeds verkavel
de gronden, doorsneden met lijnrechte grep
pels en slooten.
De voormalige zeebodem is in afwachting.
Groote landbouwschuren, opgetrokken met
stevige ijzerconstructies, symboliseeren de
Verwachtingen van den zaaier, die straks zal
komen. Deze zal intusschen voorloopig geen
landeigenaar zijn. Zooals men hoogstwaar
schijnlijk reeds weet. „plaatst" de Directie
van de Wieringermeer den gegadigde op een
bedrijf, waarvan hij dus voorloopig zooveel
sJs bedrijfsleider is. Grondaankoop en spe
culatie is dus uitgesloten.
Maar we naderen thans sluis I. Langs een
Paar sierlijke bochten (de wegen zijn hier
hiet zoo recht-toe-recht-aan gelegd als b.v.
bi de Haarlemmermeer) komen we aan een
echt Hollandsche ophaalbrug. In de onmid
dellijke nabijheid ligt het dorpje-in-wording,
°f, juister gezegd, een „kern", de eerste,
Helke in de Wieringermeer wordt gebouwd.
We passeeren de cantine en het post-,
telegraaf- en telefoonkantoortje, waarin ie-
hiand ons vanachter het raam joviaal toe-
Huift.
Iets verder staat een rij van 9 huizen. In
de nabijheid is een heel rijtje in aanbouw.
In een van de huisjes resideert pastoor
Braak. Het is de woning van den heer We
vers, de koster-misdienaar-collectant, die
met zijn echtgenoote voorloopig de geheele
.parochie" uitmaakt. Zij zijn tot nu toe de
eenigste vaste inwoners, die katholiek zijn.
De overige parochianen zijn hier slechts tij
delijk. Dit zijn de arbeiders, Brabanders en
Zeeuwen, die hun haardsteden tijdelijk heb-
bij verlaten om hier werk te vinden en zij
verblijven in „de kamp", zooals ze de barak
ken noemen.
Het spreekt vanzelf dat het verlangen van
den pastoor uitgaat naar een spoedige uit
breiding van zijn „parochie". Hij verwacht,
dat in de woningen, welke straks gereed ko
men, zich ook Katholieke gezinnen zullen
komen vestigen. Zoo gaarne zou hij willen,
dat dit reeds vóór Kerstmis gebeurde. Want
dan zijn de werklieden naar huis om het
Kerstfeest aan eigen haard te vieren.
Komen er intusschen geen vaste parochia
nen bij, dan blijven pastoor Braak met den
koster en zijn echtgenoote alleen
Waren er slechts een paar kinderen. Het
zou zoo mooi kunnen zijn. Een liedje van de
kinderen in den Kerstnacht. Het zou Bethle
hem nabij komen!
Maar het is alles slechts tijdelijk. Wie weet
hoe spoedig de groei der parochie zal komen.
En pastoor Braak is gereed!
Het plan van den bouw van een hulpkerk
is reeds klaar. Tot nu toe is 't slechts behel
pen. In een van de woningen zijn de tus-
schenmuren weggelaten en de daardoor ver
kregen ruimte wordt benut als kerk en school.
Des Zondags neemt allereerst pastoor
Braak er bezit van. Hij stelt een primitief
altaar op, dat na de H. Mis weer wordt af
gebroken.' Dan komt de dominee en den an
deren dag zitten de kindertjes in hetzelfde
lokaal zich, onder leiding van de onderwij
zers de noodzakelijkste ontwikkeling bij te
brengen.
Maar over een half jaar hoopt de pastoor
zijn hulpkerk te hebben. Een terrein is er
voor gereserveerd en aan den voorkant ver
keert de bouw van de definitieve pastorie in
zijn eerste stadium. De hulpkerk zal 200 per
sonen kunnen bevatten.
En dan zijn er natuurlijk toekomstplannen!
Wanneer met de komst van meerdere katho
lieken het Roomsche leven zich in de Wie-
De reeds bewoonde negen dubbele woningen te Sluis I in de Wieringermeer. En
nog meerdere zijn er in aanbouw, welke, in groot aantal, straks de nieuwe volks-,
gemeenschap zullen herbergen
Bij enkele candidaatstelling
Bij de gisteren gehouden verkiezing van
leden van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Haarlem en Omstreken, zijn
bij enkele candidaatstelling gekozen:
Voor de Af deeling Grootbedrijf de heeren:
Ir. F. C. Dufour, te Haarlem; B. F. En
schede, te Heemstede; C. A. Gunters, te
Zandvoort; J, C. M. Mensing, te Aalsmeer;
W. A. Philippo, te Bennebroek; J. J. Swens,
te Haarlem; Jhr. F. Teding van Berkhout
Jr., te Haarlem.
Voor de Af deeling Kleinbedrijf: C. ten
Boom, te Haarlem; J. J. Brinkman, te Haar
lem; E. H. Brokmeier, te Zandvoort; J. van
der Burg, te Haarlem; G. Deddens, te
Hoofddorp; Th. G. C. Hooy, te Haarlem; H.
J. L. Klein Schiphorst, te Haarlem.
Een draineerploeg, werkzaam in den Wieringermeerpolder. Deze machine „poot"
hoofdzakelijk steenen buisjes in den grond. Via een koker belanden ze op de
gewenschte plaats, op een z.g. smalle schroot, waarna ze met turfmolm worden
bedekt
Spoorwegkruising met een viaduct
De minister van Waterstaat heeft in de
memorie van antwoord op het voorloopig
verslag der Eerste Kamer over het onteige-
ningsontwerp voor den aanleg van een weg
van het kruispunt van den Spaamvrouder-
weg en den Spieringweg in de gemeente
Haarlemmermeer naar den Zomerweg in de
gemeente Haarlem, met een zijtak naar den
rijksweg HaarlemAmsterdam, medege
deeld, dat het in de bedoeling ligt, de nieuwe
spoorwegkruising niet op gelijke hoogte te
brengen.
Motor-ongeluk te Santpoort
Donderdagavond is op den Rijksstraatweg
te Santpoort een motortweewieler achter op
een handkar gereden. De bestuurder van het
motorrijwiel brak hierdoor zijn rechterbeen
en is na verbonden te zijn overgebracht naar
een ziekenhuis te Haarlem. De handkar was
voorzien van licht en reflector. De motorrij
der is genaamd C., wonende te Haarlem.
Door de politie van Velsen is proces-verbaal
opgemaakt.
Postbode aangehouden
Te Lutterade is aangehouden de post
bode G., verdacht van verduistering van
gelden op het postkantoor gedaan. Hij is
naar Maastricht overgebracht.
'n AndereJudas"*
We hebben acht avonden achtereen „De
fbman van 'n krantenjongen" opgevoerd, te
karnen voor ongeveer vijfduizend toeschou
wers.
Telkens was de zaal „afgestampt".... en
telkens ook weer was het 'n succes, dat we
biet beter konden wenschenen toen de
laatste avond voorbij wastoen vonden
He dat jammer.
Ik wil u zeggen waarom.
In de tooneeldeuren bevinden zich van
fie kijkgaatjes, iets grooter dan 'n menschen-
°og.
.En als we niet op 't tooneel behoefden te
*'in onder 't spel, dan loerden we door die
datjes de zaal in.
En van die vijfduizend toeschouwers zul-
eb Wellicht weinigen hebben vermoed,
11161 hoeveel interesse hun gelaatstrekken
6rden bestudeerd.
Zagen meisjes en jongens, mannen en
r°uwen, waaronder ouden van dagen en
?ebrekkigen, die 't uitschaterden, zich op de
^bieën sloegen, elkaar vastpakten in uitbun-
§e pret..en bij de ontroerende momen-
heerlijk, zoo'n gezond, gaaf stuk van
lach en 'n traan waren al die twaalf hon-
SyJ'<I oogen op één punt gericht.en 't was
alles leefde mee in de tragiek van dat
en weer geschopte jongenslevenen
velen van die oogen. die zoo pas nog tranen
hadden gelachen, moesten opnieuw de hulp
van 'n pink, mouw, of zakdoek inroepen.
En zoo hebben we gezien een waarachtig
genieten van eenvoudige menschen, waar
onder helaas, niet weinigen, die op hun gang
door het leven meer doornen dan rozen had
den ontmoet.
De band is weer hechter geworden tus-
schen het Katholieke volk en onsen we
kunnen de schrijvers, die hun talenten geven
voor deze mooie zaak, niet dankbaar genoeg
zijn.
'n Kreet van jubel moet er dan wel zingen
in 't hart van de steeds naar nieuw materiaal
vorschende tooneelleider, als hij 'n stuk
ontdekt, waarvan weer eens gezegd kan wor
den, dat het 't „doen" zal op de planken.
Op 't gebied van religieus tooneel zijn we
voor zoover bereikbaar voor dilettanten
de laatste jaren niet erg verwend, 't Moest
gezocht worden bij Vondel, Calderon en
enkele modernen.
Door tal van tooneelschrijvers zijn de fi
guren uit de H. Schrift van verschillende zij
den belicht en „be-karakteriseerd", en niet
't minst telt de tragische figuur van Judas
vooral bij de Vlaamsche jongeren onder
scheidene boetseerders.
Thans zijn we in de gelegenheid geweest,
kennis te maken met 'n „nieuwe'', Hol
landsche Judas, waarvan de schrijvers-op
vatting, voor zoover valt na te gaan, geheel
verschilt met de andere.
De auteur, Leo van Landeren, is 'n Til-
burgsche broeder-onderwijzer van nauwe
lijks 24 jaar, die tot heden slechts enkele, zeer
goede, jongensstukjes schreef.
Als we de naam Judas uitspreken zoo
verklaart de schrijver zijn zeer uitzonder
lijke karakter-beelding ondergaat onze ziel
een heel éénige ervaring. Over geheel haar
gevoelige oppervlakte krimpt ze samen, als
bij 't naderen van iets guurs, iets angstwek
kends, iets schroeiends. En 't is onze katho
lieke opvoeding, die ons zoo pijnlijk gevoelig
heeft gemaakt voor de voorstelling, die dit
woord oproept.
In de sfeer van ons religieus gevoelsleven
zijn Judas en Jezus polaire tegenstellingen.
Stelde Jezus eens de blanke daad van de op
perste liefde, Judas verlaagde zich tot de
Zwartste daad van ondankbaarheid. Redde
Jezus uit liefde de mensch, Judas beging in
de roes van z'n hartstocht 'n Godstnoord.
En juist omdat de Christus-figuur in deze
tegenstelling voor ons van zoo'n oneindige
beminnelijkheid is, zal de contrasteerende
werking 't Judas-beeld voor ons maken tot
'n figuur, waarin elke trek, die nog mensche-
lijke sympathie zou kunnen wekken, totaal
ontbreekt.
Zoo wordt Judas al wat verachtelijk, leelijk
en boosaardig is zoo is Judas voor ons niet
langer 'n realiteit, maar wordt 'n symbool
van de boosheid. De christelijke kunstenaar,
die 't verraad van Judas in „de Hof" schil
dert, brengt deze antithese-van-'t-religieus-
gevoel in lijn en kleur.
Van hem, die zich meer ten doel stelt
sentiment dan historische waarschijnlijkheid
uit te beelden, is dit zeer aanvaardbaar.
Zonder ook maar in 't minst geneigd te
Men schrijft ons:
Dr. de Vletter, rector van het Kennemer
Lyceum, heeft het aan den stok gehad met
den Commandant van het vliegkamp Soester-
berg over het feit, dat zijn vliegerofficieren
af en toe vliegoefeningen boven Haarlem
hielden, die voor zijne school storend werk
ten. Storend door het gedreun der motoren,
die het lesgeven onmogelijk maken of min
stens bemoeilijken.
Naar aanleiding van dit conflict heeft de
Minister van Defensie de Commandanten
der drie militaire vliegkampen met Dr. de V.
tot een conferentie ten departemente genoo-
digd en schijnt, na uitvoerig overleg, aan de
bezwaren van beide zijden een eind te zijn
gekomen en is „de vrede geteekend".
Ik lees dit althans in de „Oprechte"van
17 dezer.
De rector van het Kennemer Lyceum heeft,
indien de geteekende „vrede" beteekent,
dat in de schooluren geen oefeningen boven
Haarlem zullen worden gehouden, een goed
werk gedaan. Alle docenten van Haarlemsche
scholen zullen dit beamen, vermits allen wel
eens hinder van die oefeningen zullen hebben
ondervonden
Maar 'k lees nu verder in de „Oprechte"
van 17 dezer „In de gevoerde correspon
dentie had de Rector van het Lyceum er
enkele malen op gewezen, dat.... hij er
wegens de groote belangstelling voor het
vliegen bij de jeugd, geen bezwaar tegen
zou hebben, dat de heeren eens op een vrijen
middag of op een afgesproken uur een bezoek
aan Overveen brachten. Heden (17 Nov.)
heeft dit bezoek plaats gehad tot groot enthou
siasme van de Kennemer lyceisten"
Hiermede heeft diezelfde rector geen goed
werk gedaan. Immers, de oefeningen werden
gehouden Dinsdagmorgen tusschen 10 en
11 uur, in normalen schooltijd dus. Het
Kennemer Lyceum zal op dit „afgesproken
uur" natuurlijk vrijaf hebben gekregen, maar
de rector vergat, dat in de onmiddellijke
omgeving van zijn Lyceum nog andere
scholen liggen en hinder van de oefeningen
konden hebben, nl. het R.K. Lyceum, de
Middelbare Technische School en de H.B.S.
aan het Santpoorterplein, meer dan 800
leerlingen omvattende. Met deze scholen is
geen overleg gepleegd om gezamenlijk vrijaf
te geven. Wat het R.K. Lyceum betreft,
kan ik verklaren, dat de oefeningen van het
vliegeskader van 5 vliegtuigen zeer hinderlijk
waren.
Ik vraag me nu af zijn de heeren vlieger
officieren zoo onwetend om te onderstellen,
dat in Haarlem alleen het Kennemer Lyceum
bestaat? Of is de „vrede" alleen geteekend
met dit onderwijsinstituut en bevinden de
vliegkampen zich met de andere scholen nog
op voet van oorlog
En nog een andere vraag welk standpunt
neemt Dr. de Vletter in tegenover de andere
onderwijsinstellingen te Haarlem Hij toch
kent het bestaan ervan.
Zijn antwoord is niet van belang ontbloot
V.
De leening volteekend
Naar wij van emittenten vernemen is de
5 pet. obligatieleening ten laste der Parochie
van O. L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand
te Santpoort groot f 100.000, geheel voltee
kend.
zijn 'n pleidooi a décharge te willen houden
voor deze meest rampzalige mensch, meent
Leo van Landeren toch, dat bij velen de
Judas-figuur -hunner-fantasie min of meer
op boven-omschreven wijze ontstaan is.
Zeker is in elk geval, dat onze Judasvoor-
stelling al te symplistisch, te eenzijdig is, en
dat we de meest onbegrijpelijke mensch ter
wereld voorstellen met 'n geestelijke consti
tutie, die juist het tegenovergestelde is van
wat men gecompliceerd noemt, als bezield
met slechts één enkele hartstocht, en dan
nog van de meest grove soort.
Men kan zich 'n mensch voorstellen, die,
gedreven door 'n zekere zuiver te omschrijven
hartstocht, op 'n bepaald moment 'n bepaalde
daad verrichtmaar ons gezond verstand
weigert 't denkbeeld van 'n schepsel, waarvan
al de „levens-akten", die de keten van z'n
bestaan vormen, zouden veroorzaakt zijn
door een enkele hartstocht. Zoo'n wezen van
'n onveranderlijke, geestelijke „romp-stand"
Zou even onaannemelijk zijn als 'n levend
standbeeld.
Toch is de Judas-voorstelling bij velen
zoo'n wezen van wondere makelij.
En hoe komt dat?
Vanuit de schilderij, die we hierboven
signaleerden, heeft de Judas-voorstelling zich
los gemaakt.
Dat ééne, allerzwaarste moment van de
verraderlijke kus heeft men als 't ware ver
traagd tot 'n levensperiode, waar de Judas
even verfoeilijk voortleeft van begin tot eind.
In die afstootelijke gestalte wordt hij opgeno
men als leering, en loopt hij in 't gevolg van
de Meester, en bederft hij de idyllische
Thans ook bloemen, ham, melk
en kaas
De Directie van den Landbouw deelt mede,
dat blijkens telefonische mededeeling van den
Rijkslandbouwconsulent te Parijs, de Fran
se he regeering thans ook den invoer van af
gesneden bloemen, versche en gezouten ham
men, versche volle of afgeroomde melk, room
gecondenseerde melk met en zonder suiker,
melkpoeder, kindermeel met suiker en kaas
heeft gecontingenteerd.
Die contingenten zijn als volgt: voor de
periode van 20 Nov. tot 31 Dec. a.s. totaal:
Afgesneden bloemen 80.000 K.G.;
versche of gezouten hammen 20 Nov.31
Dec. 30.000 K.G.; 1 Jan.—31 Maart 1932 90.000
K.G.
versche volle of afgeroomde melk 20 Nov.—
31 Dec. 30.000 K.G.; 1 Jan.—31 Maart 1932
60.000 KG.;
room: 20 Nov.—31 Dec. 3000 K.G.; 1 Jan.—
31 Maart 1932 9000 K.G.;
gecond. melk en melkpoeder met suiker: 20
Nov.31 Dec. 300000 K.G.; 1 Jan.31 Maart
1932 800.000 KG.;
gecond. melk en melkpoeder zonder suiker:
22 Nov.31 Dec. 200.000 KG.; 1 Jan.31
Maart 1932 500.000 K.G.;
kindermeel met suiker 20 Nov.31 Dec.
60.000; 1 Jan.—31 Maart 1932 160.000 K.G.;
Kaas: Italiaansche sooiten 20 Nov. tot 31
Dec. a.s. 800.000 K.G., 1 Jai.. tot 31 Maart
1932 2.200,000 KG.; elke andere kaassoort 20
Nov. tot 31 Dec. a.s. 1.500.000 K.G., 1 Jan
tot 31 Maart 1932 3.000.000 K.G.
Ten aanzien van de contingenteering van
bovenstaande producten is tevens bepaald,
dat van 1 Dec. af alleen aan in Frankrijk
gevestigde importeurs invoervergunningen
zullen worden verleend. Die importeurs zul
len die vergunningen op daartoe vastgestelde
schoonheid van de meest teere momenten in
het Christus-leven. Men kent maar één mo
ment uit Judas' leven't meest gruwe
lijke.... en dit eene moment is in'n leven
van twintig, dertig jaar samengedrongen.
We kunnen ons in de gedachtengang van
de schrijver verplaatsen, als hij zegt, dat
deze voorstelling, zuiver-historisch bekeken,
foutief moet worden genoemd.
Alleen al 't feit, dat Judas werd uitverkoren
om leerling van Jezus te worden, bewijst vol
doende, dat z'n zieletoestand ook andere,
betere momenten heeft gehad.
Leo van Landeren wil daarom in de handige
financier van „De Meester" (hoevelen zagen
in die geldzak alléén de dertig zilverlingen
'n begaafde jongeman zien, die gemakkelijk
met de menschen, zelfs met de rijken en
voornamen, om ging, en door bijzondere be
gaafdheden 'n afzonderlijke plaats innam in
't gevolg van De Leeraar.
De schrijver heeft, na deze overwegingen,
dan ook 'n jongeman op 't tooneel willen
plaatsen, rijk aan idealen en aanleg, met n
geweldige drang naar De Daad, zóó zeer be-
heerscht door z'n streven naar omhoog, dat
hij er zelfs de Messias aan dienstbaar wilde
maken. Judas wordt hier belicht als de meest
zuivere vertegenwoordiger van die Joodsche
jongelingschap, die in de Messias de glo-
rieuse, triomfantelijke, maar puur aardsche
koning verwachtte. En van deze groep was
hij een van de meest begeesterden, maar
tevens een, wiens idealisme op zeer afstoo-
tende wijze door de zelfzucht was aangevre
ten.
Stap voor stap is Judas de weg naar 't ge-
Bij den aanleg van een tunnel onder
het Noordzeekanaal te Velsen, zoo deelt
de Minister van Waterstaat in zijn Me
morie van Antwoord op het Voorloopig
Verslag der Tweede Kamer mede, zou
de vloerhoogte ongeveer 25 meter onder
terreinhoogte moeten vallen. Zelfs met
steile opritten van 40 op 1 zou de lengte
van tunnel met toeritten bijna 2% kilo
meter worden. Voor het plaatselijk ver
keer tusschen de dichtbevolkte bebouwde
gedeelten langs den kanaaloever zou dan
toch een pontveer in stand" moeten blij
ven. Zeer globaal geraamd zou een tun
nel met inbegrip met de werken tot croog-
houding en tot luchtverversching 20 a 25
millioen gulden moeten kosten.«Aan het
doen van een dergelijke uitgave kan
voorlopoig niet worden gedacht.
Wat men den tegenwoordigen Minister
van Waterstaat ook zou kunnen verwij
ten, nimmer zal er geklaagd kunnen
worden over een gebrek aan openhartig
heid zijnerzijds. De Minister, die de we
genverbetering in ons land krachtig ter
hand heeft genomen, die de brug over
het Keizersveer heeft gebouwd, de brug
gen bij Zaltbommel, Nijmegen en Wil
lemstad op stapel heeft staan en de
tollen heeft afgeschaft, is gewoon klare
antwoorden te geven en maakt zich ook
van de vraag of een tunnel onder het
Noordzeekanaal te Velsen mogelijk is,
niet met een Jantje van Leiden af. Zijn
bescheid is afdoende. Het bezwaar van
de 2 Y, kilometer lengte, die de tunnel zou
moeten hebben, behoeft wel niet zoo
zwaar te wegen, omdat men langs de
oevers van het kanaal zij opritten zou
kunnen aanleggen, maar de kosten vor
men inderdaad een voor dezen tijd
onneembare hindernis. Aan rente alleen
zouden de kosten een som van ongeveer
f 100.000 per jaar vorderen. Daar kun
nen heel wat ponten voor varen en kan
heel wat personeel aan het werk worden
gehouden, zelfs al zou de tunnel ook ge
schikt gemaakt worden om de electrische
treinen te laten passeeren, zoodat ook
de spoorbrug te Velsen zou kunnen ver
vallen.
Of het Rijk op den duur aan den bouw
van een tunnel zal kunnen ontkomen
valt intusschen te betwijfelen. De duin
strook raakt hoe langer hoe meer be
volkt. Wie even nagaat in welke mate de
bevolking in de laatste vijftien jaar tus
schen Beverwijk en Haarlem is toege
nomen, komt tot de conclusie, dat, in
eenzelfde tempo voortgaande, hier bin
nen dertig jaar de dichtheid van de be
volking gelijk aan die van een stad zal
zijn. En evenmin als men een pontveer
in de Amsterdamsche Kalverstraat zou
kunnen dulden, zal dan het veer te Vel
sen gehandhaafd kunnen blijven. Zoo
ver zijn wij echter nog niet en in dien
tusschentijd zal de Velsensche bevolking
en zullen vooral de talrijke automobi
listen den Minister dankbaar zijn voor
de nu reeds toegezegde verbeteringen.
Deze zijn royaal opgevat. Het aantal
ponten zal met één vermeerderd wor
den, zoodat er doorloopend drie zullen
varen. Het is te verwachten, dat die het
soms geweldige verkeer regelmatig zullen
kunnen verwerken en daarmee zullen
dan de grieven tegen de Velser Pont
voorloopig ondervangen zijn. Want het
publiek mopperde niet zoozeer tegen het
feit, dat het moest worden overgezet en
dat er gewacht moest worden bij de
pont, er zit genoeg geest van romantiek
in den Hollandschen automobilist om
zoo'n gratis waterritje een prettige on
derbreking van zijn jakkeren te vinden,
maar de klacht was, dat dit wachten
soms tot anderhalf uur aangroeide.
formulieren in 4-voud aan moeten vragen
aan het Departement van Landbouw, dat ze
aan een contróle.commissie ter goedkeuring
onderwerpt.
Voorts zijn de contingenten voor den in
voer van eieren, geldende tot 1 Januari a.s.
reeds bereikt, behoudens een kleine hoeveel
heid van het aan België toegewezen contin
gent. De invoer van eieren is in verband
daarmede tot 1 Januari 1932 verboden, be.
houdens die van bovenbedoelde kleine hoe
veelheid uit Eelgië.
Doodelijk ongeval te Schiedam
Gisteravond te half acht heeft op den
Rotterdamschen Dijk te Schiedam een aan
rijding plaats gehad tusschen een uit Rot
terdam komend motorrijwiel en een uit de
tegengestelde richting komende personen
auto. De aanrijding werd veroorzaakt door
het feit, dat de motorrijder zonder voldoende
signalen te geven, plotseling omkeerde en
daardoor in de flank werd aangereden. De
ongeveer 40-jarige duorijder T. van Steenis
uit Rotterdam werd tegen den grond gesmakt
en was op slag dood. De bestuurder van het
motorrijwiel, de heer C. van B. uit Rotter
dam, werd slechts licht gewond Het lijk
van St. werd naar het ziekenhuis te Schie
dam overgebracht, terwijl Van B. na door de
politie voorloopig verbonden te zijn, naar
huis kon terugkeeren.
Beide voertuigen werden ernstig bescha
digd.
droomd ideaal opgegaanen iedere stap
was 'n zonde.... die overigens z'n van be
geerte gespannen ziel niet stoorde, juist
daarom, omdat de volgende misdaad zoo heel
weinig van de vorige verschilde. Ontdaan
van z'n sterk historische kleur, is het dus
't dood-alledaagsche, maar tegelijk huivering
wekkende verhaal van 'n jongen, die de
schande wordt van z'n ouders, al zijn in dit
geval de uitersten verder in 't licht en de
duisternis doorgetrokken.
Alle andere figuren in dit spel dienen enkel,
om de uitbeelding van deze langzame ziele-
dood mogelijk te maken.
Als er 'n conflict ligt in dit spel, dan vindt
men dit niet tusschen Judas en welke andere
figuur ook, maar tusschen de genade, die
z'n ziel naar Christus trok en hem apostel
had gemaakt, en de liefde tot de aardsche
dingen, die hem in de kringen der Farizeëis
brachthem maakte tot 'n verdoemde.
Deze geweldige strijd, voor onze oogen
afgespeeld, doet ons huiverenen dit te
sterker, waar we eerst zoo'n schoone belofte
zagen bloeiend staan.
Ik weet rog niet. wat anderen er van zullen
zeggenmaar in vind deze „nieuwe Ju
das" 'n prachtig stuken van 'n gemakke
lijk, „modern-aangevoeld" proza, dat aan
genaam te verwerken is vooi spelers, zoowel
als toeschouwers.
En ook hier weer waarachtige, Roomsche
volkskunst.