-Ml tweede blad NAAR HET NIEUW GEWONNEN LAND PIJLTJES ZATERDAG 21 NOVEMBER 1931 Een dorp in wording DE „PAROCHIE" VAN PASTOOR BRAAK i«!?r STADSNIEUWS Verkiezing Kamer van Koophandel De weg Schiphol-Haarlem VERKEERSONGE VALLEN Verduistering op een postkantoor Parochie O. L. Vr. van Altijdd. Bijstand te Santpoort Vliegdemonstraties boven Haarlem ELCK WAT WILS Trekjes no. 732 Frankrijk beperkt steeds meer BLADZIJDE 1 De kanaal-overgang te Velben G.N. De laatste van de dubbele woningen men zie de eerste foto doet des Zon dags dienst als kerkgebouw, zoowel voor de Katholieken als voor de Protestanten. In de week worden er de kinderen in de vakken van 't lager onderwijs onderricht. Op onze foto ziet men de onderwijzeres met de eerste 19 leerlingen vóór het school gebouw ringermeer gaat ontplooien, zal op twee plaatsen een hulpkerk verrijzen, terwijl op de „Terp", waar in de toekomst het hoofd dorp komt, de eigenlijke parochiekerk ge sticht zal worden. Zoo vertelde ons de pastoor, terwijl wij in zijn „pastorie" gastvrijheid genoten. Wij brachten dan even een bezoek aan zijn „kerk", waar thans de lesuren juist weer waren begonnen. Een 16-tal kinderen van verschillende leer jaren, zaten er knus om tafels bijeen. Zij wa ren toevertrouwd aan de zorgen van de on derwijzeres, mej. C. C. van Harlingen, die eerst drie weken geleden het nieuwe gebied heeft betreden en die zich thans met groote voldoening hier aan het onderwijs wijdt, dat onder zulke bijzondere omstandigheden gege ven moet worden. De kinderen zijn van zeer uiteenlopende ontwikkeling, maar komen gaarne naar school. Ze hebben overigens natuurlijk lik weinig afwisseling. Mej v. Harlingen past de Dalton-methode toe. De oudere leerlingen krijgen een week taak, waarbij zij hun werk kiezen, natuurlijk onder contröle van de onderwijzeres. Ook het onderwijs zal spoedig een andere en betere huisvesting krijgen. Er wordt, waar schijnlijk reeds binnenkort, met den bouw van een drie-klassige school begonnen, die zoodanig ontworpen is, dat ze later uitge breid kan worden. Pastoor Braak werd later weer onze vrien- delüjken gids, toen wij een bezoek brachten aan de Terp, een hoog opgespoten gedeelte, midden in den polder. Om daar te komen moesten we de veilige Ford verlaten en langs ongebaande wegen (feitelijk was er geen sprake van wegen) ver. der gaan. Men staat hier midden in de ont ginning. Rondom, in de nevelige verte on derscheidt men groote graaf- of bagger machines en overal versch gegraven greppels en slooten, waarvan de uitgegraven klei op hoopen ligt en nog de sporen van de gewel dige grijpers vertoont. Bij het oversteken van het kanaal, dat hier ligt, moet gebruik gemaakt worden van een schuit, die duidelijke sporen van een hevige carambolage vertoonde. Met behulp van een ketting trekt men de schuit, bij wijze van pont, over en weer In deze omgeving is men geneigd om daarbij het Wolga Bootman-lied te zingen. Vanaf de Terp gezien, biedt de uitgestrekt heid van het nieuwe polderland, waarop de stoffage van onze oude polderlandschappen nog ontbreekt, een indrukwekkenden aanblik. Wij troffen een paar eenzamen, die borin gen verrichten voor de Rijksdrinkwatervoor ziening en zagen er verder een in aanbouw zijnde cantine en een huis. Het is het begin van de „kern", straks van het dorp. dat in de toekomst staat te verrijzen. We keerden terug, trokken ons over het kanaal en werden door pastoor Braak weer naar den „uitgang" van den polder gebracht. Een hartelijk afscheid van onzen vriende- lijken en bereidwilligen gastheer en even later reden we weer door het „ouwe land". In ons reportersboekje stond het adres genoteerd van pastoor Braak, Sluis I, Wierin- germeer. En het giro-nummer: 93665 (Breestraat 101, Beverwijk). Men bedenke: het is voor een eigen kerkje in het nieuwe land! We standen aan de grens van het „nieuwe land". Achter ons lag Noord-Holland met een gezichtseinder van molens en torens: het „ouwe land", zooals de bewoners van het kers-versche polderland in de Wieringermeer Zeggen. We wilden naar sluis I. het eerste dorpje- ln-wording in onze twaalfde provincie, die Vóór ons lag als een onmetelijke grijze vlak te met als eenige onderbreking de silhouet ten van enkele in aanbouw zijnde landbouw- Echuren. Het consigne luidde: vier kilometer tip pelen. En we zouden er ongetwijfeld aan begonnen zijn, ware niet de auto van pas toor Braak plotseling op den ouden zeedijk Verschenen. Het altaartje in het voorloopige hulpkerkje van Pastoor Braak in de Wieringermeer. Even stoppen! Z.Eerw. moest even 't ouwe land in, maar zou spoedig weer terugkeeren. „Wanneer ik jelui hier straks nog vinu, heem ik jelui mee. En anders fluit ik wel even op m'n vingers," voegde de onverstoor baar-gemoedelijke zielzorger er aan toe. Een poosje later rijden we naar het pontje, dat nog steeds de verbinding onderhoudt. He Pastoor loodst ons den grooten polder ln. Hechts en links van den overigens geen goeden weg liggen de reeds verkavel de gronden, doorsneden met lijnrechte grep pels en slooten. De voormalige zeebodem is in afwachting. Groote landbouwschuren, opgetrokken met stevige ijzerconstructies, symboliseeren de Verwachtingen van den zaaier, die straks zal komen. Deze zal intusschen voorloopig geen landeigenaar zijn. Zooals men hoogstwaar schijnlijk reeds weet. „plaatst" de Directie van de Wieringermeer den gegadigde op een bedrijf, waarvan hij dus voorloopig zooveel sJs bedrijfsleider is. Grondaankoop en spe culatie is dus uitgesloten. Maar we naderen thans sluis I. Langs een Paar sierlijke bochten (de wegen zijn hier hiet zoo recht-toe-recht-aan gelegd als b.v. bi de Haarlemmermeer) komen we aan een echt Hollandsche ophaalbrug. In de onmid dellijke nabijheid ligt het dorpje-in-wording, °f, juister gezegd, een „kern", de eerste, Helke in de Wieringermeer wordt gebouwd. We passeeren de cantine en het post-, telegraaf- en telefoonkantoortje, waarin ie- hiand ons vanachter het raam joviaal toe- Huift. Iets verder staat een rij van 9 huizen. In de nabijheid is een heel rijtje in aanbouw. In een van de huisjes resideert pastoor Braak. Het is de woning van den heer We vers, de koster-misdienaar-collectant, die met zijn echtgenoote voorloopig de geheele .parochie" uitmaakt. Zij zijn tot nu toe de eenigste vaste inwoners, die katholiek zijn. De overige parochianen zijn hier slechts tij delijk. Dit zijn de arbeiders, Brabanders en Zeeuwen, die hun haardsteden tijdelijk heb- bij verlaten om hier werk te vinden en zij verblijven in „de kamp", zooals ze de barak ken noemen. Het spreekt vanzelf dat het verlangen van den pastoor uitgaat naar een spoedige uit breiding van zijn „parochie". Hij verwacht, dat in de woningen, welke straks gereed ko men, zich ook Katholieke gezinnen zullen komen vestigen. Zoo gaarne zou hij willen, dat dit reeds vóór Kerstmis gebeurde. Want dan zijn de werklieden naar huis om het Kerstfeest aan eigen haard te vieren. Komen er intusschen geen vaste parochia nen bij, dan blijven pastoor Braak met den koster en zijn echtgenoote alleen Waren er slechts een paar kinderen. Het zou zoo mooi kunnen zijn. Een liedje van de kinderen in den Kerstnacht. Het zou Bethle hem nabij komen! Maar het is alles slechts tijdelijk. Wie weet hoe spoedig de groei der parochie zal komen. En pastoor Braak is gereed! Het plan van den bouw van een hulpkerk is reeds klaar. Tot nu toe is 't slechts behel pen. In een van de woningen zijn de tus- schenmuren weggelaten en de daardoor ver kregen ruimte wordt benut als kerk en school. Des Zondags neemt allereerst pastoor Braak er bezit van. Hij stelt een primitief altaar op, dat na de H. Mis weer wordt af gebroken.' Dan komt de dominee en den an deren dag zitten de kindertjes in hetzelfde lokaal zich, onder leiding van de onderwij zers de noodzakelijkste ontwikkeling bij te brengen. Maar over een half jaar hoopt de pastoor zijn hulpkerk te hebben. Een terrein is er voor gereserveerd en aan den voorkant ver keert de bouw van de definitieve pastorie in zijn eerste stadium. De hulpkerk zal 200 per sonen kunnen bevatten. En dan zijn er natuurlijk toekomstplannen! Wanneer met de komst van meerdere katho lieken het Roomsche leven zich in de Wie- De reeds bewoonde negen dubbele woningen te Sluis I in de Wieringermeer. En nog meerdere zijn er in aanbouw, welke, in groot aantal, straks de nieuwe volks-, gemeenschap zullen herbergen Bij enkele candidaatstelling Bij de gisteren gehouden verkiezing van leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken, zijn bij enkele candidaatstelling gekozen: Voor de Af deeling Grootbedrijf de heeren: Ir. F. C. Dufour, te Haarlem; B. F. En schede, te Heemstede; C. A. Gunters, te Zandvoort; J, C. M. Mensing, te Aalsmeer; W. A. Philippo, te Bennebroek; J. J. Swens, te Haarlem; Jhr. F. Teding van Berkhout Jr., te Haarlem. Voor de Af deeling Kleinbedrijf: C. ten Boom, te Haarlem; J. J. Brinkman, te Haar lem; E. H. Brokmeier, te Zandvoort; J. van der Burg, te Haarlem; G. Deddens, te Hoofddorp; Th. G. C. Hooy, te Haarlem; H. J. L. Klein Schiphorst, te Haarlem. Een draineerploeg, werkzaam in den Wieringermeerpolder. Deze machine „poot" hoofdzakelijk steenen buisjes in den grond. Via een koker belanden ze op de gewenschte plaats, op een z.g. smalle schroot, waarna ze met turfmolm worden bedekt Spoorwegkruising met een viaduct De minister van Waterstaat heeft in de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Eerste Kamer over het onteige- ningsontwerp voor den aanleg van een weg van het kruispunt van den Spaamvrouder- weg en den Spieringweg in de gemeente Haarlemmermeer naar den Zomerweg in de gemeente Haarlem, met een zijtak naar den rijksweg HaarlemAmsterdam, medege deeld, dat het in de bedoeling ligt, de nieuwe spoorwegkruising niet op gelijke hoogte te brengen. Motor-ongeluk te Santpoort Donderdagavond is op den Rijksstraatweg te Santpoort een motortweewieler achter op een handkar gereden. De bestuurder van het motorrijwiel brak hierdoor zijn rechterbeen en is na verbonden te zijn overgebracht naar een ziekenhuis te Haarlem. De handkar was voorzien van licht en reflector. De motorrij der is genaamd C., wonende te Haarlem. Door de politie van Velsen is proces-verbaal opgemaakt. Postbode aangehouden Te Lutterade is aangehouden de post bode G., verdacht van verduistering van gelden op het postkantoor gedaan. Hij is naar Maastricht overgebracht. 'n AndereJudas"* We hebben acht avonden achtereen „De fbman van 'n krantenjongen" opgevoerd, te karnen voor ongeveer vijfduizend toeschou wers. Telkens was de zaal „afgestampt".... en telkens ook weer was het 'n succes, dat we biet beter konden wenschenen toen de laatste avond voorbij wastoen vonden He dat jammer. Ik wil u zeggen waarom. In de tooneeldeuren bevinden zich van fie kijkgaatjes, iets grooter dan 'n menschen- °og. .En als we niet op 't tooneel behoefden te *'in onder 't spel, dan loerden we door die datjes de zaal in. En van die vijfduizend toeschouwers zul- eb Wellicht weinigen hebben vermoed, 11161 hoeveel interesse hun gelaatstrekken 6rden bestudeerd. Zagen meisjes en jongens, mannen en r°uwen, waaronder ouden van dagen en ?ebrekkigen, die 't uitschaterden, zich op de ^bieën sloegen, elkaar vastpakten in uitbun- §e pret..en bij de ontroerende momen- heerlijk, zoo'n gezond, gaaf stuk van lach en 'n traan waren al die twaalf hon- SyJ'<I oogen op één punt gericht.en 't was alles leefde mee in de tragiek van dat en weer geschopte jongenslevenen velen van die oogen. die zoo pas nog tranen hadden gelachen, moesten opnieuw de hulp van 'n pink, mouw, of zakdoek inroepen. En zoo hebben we gezien een waarachtig genieten van eenvoudige menschen, waar onder helaas, niet weinigen, die op hun gang door het leven meer doornen dan rozen had den ontmoet. De band is weer hechter geworden tus- schen het Katholieke volk en onsen we kunnen de schrijvers, die hun talenten geven voor deze mooie zaak, niet dankbaar genoeg zijn. 'n Kreet van jubel moet er dan wel zingen in 't hart van de steeds naar nieuw materiaal vorschende tooneelleider, als hij 'n stuk ontdekt, waarvan weer eens gezegd kan wor den, dat het 't „doen" zal op de planken. Op 't gebied van religieus tooneel zijn we voor zoover bereikbaar voor dilettanten de laatste jaren niet erg verwend, 't Moest gezocht worden bij Vondel, Calderon en enkele modernen. Door tal van tooneelschrijvers zijn de fi guren uit de H. Schrift van verschillende zij den belicht en „be-karakteriseerd", en niet 't minst telt de tragische figuur van Judas vooral bij de Vlaamsche jongeren onder scheidene boetseerders. Thans zijn we in de gelegenheid geweest, kennis te maken met 'n „nieuwe'', Hol landsche Judas, waarvan de schrijvers-op vatting, voor zoover valt na te gaan, geheel verschilt met de andere. De auteur, Leo van Landeren, is 'n Til- burgsche broeder-onderwijzer van nauwe lijks 24 jaar, die tot heden slechts enkele, zeer goede, jongensstukjes schreef. Als we de naam Judas uitspreken zoo verklaart de schrijver zijn zeer uitzonder lijke karakter-beelding ondergaat onze ziel een heel éénige ervaring. Over geheel haar gevoelige oppervlakte krimpt ze samen, als bij 't naderen van iets guurs, iets angstwek kends, iets schroeiends. En 't is onze katho lieke opvoeding, die ons zoo pijnlijk gevoelig heeft gemaakt voor de voorstelling, die dit woord oproept. In de sfeer van ons religieus gevoelsleven zijn Judas en Jezus polaire tegenstellingen. Stelde Jezus eens de blanke daad van de op perste liefde, Judas verlaagde zich tot de Zwartste daad van ondankbaarheid. Redde Jezus uit liefde de mensch, Judas beging in de roes van z'n hartstocht 'n Godstnoord. En juist omdat de Christus-figuur in deze tegenstelling voor ons van zoo'n oneindige beminnelijkheid is, zal de contrasteerende werking 't Judas-beeld voor ons maken tot 'n figuur, waarin elke trek, die nog mensche- lijke sympathie zou kunnen wekken, totaal ontbreekt. Zoo wordt Judas al wat verachtelijk, leelijk en boosaardig is zoo is Judas voor ons niet langer 'n realiteit, maar wordt 'n symbool van de boosheid. De christelijke kunstenaar, die 't verraad van Judas in „de Hof" schil dert, brengt deze antithese-van-'t-religieus- gevoel in lijn en kleur. Van hem, die zich meer ten doel stelt sentiment dan historische waarschijnlijkheid uit te beelden, is dit zeer aanvaardbaar. Zonder ook maar in 't minst geneigd te Men schrijft ons: Dr. de Vletter, rector van het Kennemer Lyceum, heeft het aan den stok gehad met den Commandant van het vliegkamp Soester- berg over het feit, dat zijn vliegerofficieren af en toe vliegoefeningen boven Haarlem hielden, die voor zijne school storend werk ten. Storend door het gedreun der motoren, die het lesgeven onmogelijk maken of min stens bemoeilijken. Naar aanleiding van dit conflict heeft de Minister van Defensie de Commandanten der drie militaire vliegkampen met Dr. de V. tot een conferentie ten departemente genoo- digd en schijnt, na uitvoerig overleg, aan de bezwaren van beide zijden een eind te zijn gekomen en is „de vrede geteekend". Ik lees dit althans in de „Oprechte"van 17 dezer. De rector van het Kennemer Lyceum heeft, indien de geteekende „vrede" beteekent, dat in de schooluren geen oefeningen boven Haarlem zullen worden gehouden, een goed werk gedaan. Alle docenten van Haarlemsche scholen zullen dit beamen, vermits allen wel eens hinder van die oefeningen zullen hebben ondervonden Maar 'k lees nu verder in de „Oprechte" van 17 dezer „In de gevoerde correspon dentie had de Rector van het Lyceum er enkele malen op gewezen, dat.... hij er wegens de groote belangstelling voor het vliegen bij de jeugd, geen bezwaar tegen zou hebben, dat de heeren eens op een vrijen middag of op een afgesproken uur een bezoek aan Overveen brachten. Heden (17 Nov.) heeft dit bezoek plaats gehad tot groot enthou siasme van de Kennemer lyceisten" Hiermede heeft diezelfde rector geen goed werk gedaan. Immers, de oefeningen werden gehouden Dinsdagmorgen tusschen 10 en 11 uur, in normalen schooltijd dus. Het Kennemer Lyceum zal op dit „afgesproken uur" natuurlijk vrijaf hebben gekregen, maar de rector vergat, dat in de onmiddellijke omgeving van zijn Lyceum nog andere scholen liggen en hinder van de oefeningen konden hebben, nl. het R.K. Lyceum, de Middelbare Technische School en de H.B.S. aan het Santpoorterplein, meer dan 800 leerlingen omvattende. Met deze scholen is geen overleg gepleegd om gezamenlijk vrijaf te geven. Wat het R.K. Lyceum betreft, kan ik verklaren, dat de oefeningen van het vliegeskader van 5 vliegtuigen zeer hinderlijk waren. Ik vraag me nu af zijn de heeren vlieger officieren zoo onwetend om te onderstellen, dat in Haarlem alleen het Kennemer Lyceum bestaat? Of is de „vrede" alleen geteekend met dit onderwijsinstituut en bevinden de vliegkampen zich met de andere scholen nog op voet van oorlog En nog een andere vraag welk standpunt neemt Dr. de Vletter in tegenover de andere onderwijsinstellingen te Haarlem Hij toch kent het bestaan ervan. Zijn antwoord is niet van belang ontbloot V. De leening volteekend Naar wij van emittenten vernemen is de 5 pet. obligatieleening ten laste der Parochie van O. L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand te Santpoort groot f 100.000, geheel voltee kend. zijn 'n pleidooi a décharge te willen houden voor deze meest rampzalige mensch, meent Leo van Landeren toch, dat bij velen de Judas-figuur -hunner-fantasie min of meer op boven-omschreven wijze ontstaan is. Zeker is in elk geval, dat onze Judasvoor- stelling al te symplistisch, te eenzijdig is, en dat we de meest onbegrijpelijke mensch ter wereld voorstellen met 'n geestelijke consti tutie, die juist het tegenovergestelde is van wat men gecompliceerd noemt, als bezield met slechts één enkele hartstocht, en dan nog van de meest grove soort. Men kan zich 'n mensch voorstellen, die, gedreven door 'n zekere zuiver te omschrijven hartstocht, op 'n bepaald moment 'n bepaalde daad verrichtmaar ons gezond verstand weigert 't denkbeeld van 'n schepsel, waarvan al de „levens-akten", die de keten van z'n bestaan vormen, zouden veroorzaakt zijn door een enkele hartstocht. Zoo'n wezen van 'n onveranderlijke, geestelijke „romp-stand" Zou even onaannemelijk zijn als 'n levend standbeeld. Toch is de Judas-voorstelling bij velen zoo'n wezen van wondere makelij. En hoe komt dat? Vanuit de schilderij, die we hierboven signaleerden, heeft de Judas-voorstelling zich los gemaakt. Dat ééne, allerzwaarste moment van de verraderlijke kus heeft men als 't ware ver traagd tot 'n levensperiode, waar de Judas even verfoeilijk voortleeft van begin tot eind. In die afstootelijke gestalte wordt hij opgeno men als leering, en loopt hij in 't gevolg van de Meester, en bederft hij de idyllische Thans ook bloemen, ham, melk en kaas De Directie van den Landbouw deelt mede, dat blijkens telefonische mededeeling van den Rijkslandbouwconsulent te Parijs, de Fran se he regeering thans ook den invoer van af gesneden bloemen, versche en gezouten ham men, versche volle of afgeroomde melk, room gecondenseerde melk met en zonder suiker, melkpoeder, kindermeel met suiker en kaas heeft gecontingenteerd. Die contingenten zijn als volgt: voor de periode van 20 Nov. tot 31 Dec. a.s. totaal: Afgesneden bloemen 80.000 K.G.; versche of gezouten hammen 20 Nov.31 Dec. 30.000 K.G.; 1 Jan.—31 Maart 1932 90.000 K.G. versche volle of afgeroomde melk 20 Nov.— 31 Dec. 30.000 K.G.; 1 Jan.—31 Maart 1932 60.000 KG.; room: 20 Nov.—31 Dec. 3000 K.G.; 1 Jan.— 31 Maart 1932 9000 K.G.; gecond. melk en melkpoeder met suiker: 20 Nov.31 Dec. 300000 K.G.; 1 Jan.31 Maart 1932 800.000 KG.; gecond. melk en melkpoeder zonder suiker: 22 Nov.31 Dec. 200.000 KG.; 1 Jan.31 Maart 1932 500.000 K.G.; kindermeel met suiker 20 Nov.31 Dec. 60.000; 1 Jan.—31 Maart 1932 160.000 K.G.; Kaas: Italiaansche sooiten 20 Nov. tot 31 Dec. a.s. 800.000 K.G., 1 Jai.. tot 31 Maart 1932 2.200,000 KG.; elke andere kaassoort 20 Nov. tot 31 Dec. a.s. 1.500.000 K.G., 1 Jan tot 31 Maart 1932 3.000.000 K.G. Ten aanzien van de contingenteering van bovenstaande producten is tevens bepaald, dat van 1 Dec. af alleen aan in Frankrijk gevestigde importeurs invoervergunningen zullen worden verleend. Die importeurs zul len die vergunningen op daartoe vastgestelde schoonheid van de meest teere momenten in het Christus-leven. Men kent maar één mo ment uit Judas' leven't meest gruwe lijke.... en dit eene moment is in'n leven van twintig, dertig jaar samengedrongen. We kunnen ons in de gedachtengang van de schrijver verplaatsen, als hij zegt, dat deze voorstelling, zuiver-historisch bekeken, foutief moet worden genoemd. Alleen al 't feit, dat Judas werd uitverkoren om leerling van Jezus te worden, bewijst vol doende, dat z'n zieletoestand ook andere, betere momenten heeft gehad. Leo van Landeren wil daarom in de handige financier van „De Meester" (hoevelen zagen in die geldzak alléén de dertig zilverlingen 'n begaafde jongeman zien, die gemakkelijk met de menschen, zelfs met de rijken en voornamen, om ging, en door bijzondere be gaafdheden 'n afzonderlijke plaats innam in 't gevolg van De Leeraar. De schrijver heeft, na deze overwegingen, dan ook 'n jongeman op 't tooneel willen plaatsen, rijk aan idealen en aanleg, met n geweldige drang naar De Daad, zóó zeer be- heerscht door z'n streven naar omhoog, dat hij er zelfs de Messias aan dienstbaar wilde maken. Judas wordt hier belicht als de meest zuivere vertegenwoordiger van die Joodsche jongelingschap, die in de Messias de glo- rieuse, triomfantelijke, maar puur aardsche koning verwachtte. En van deze groep was hij een van de meest begeesterden, maar tevens een, wiens idealisme op zeer afstoo- tende wijze door de zelfzucht was aangevre ten. Stap voor stap is Judas de weg naar 't ge- Bij den aanleg van een tunnel onder het Noordzeekanaal te Velsen, zoo deelt de Minister van Waterstaat in zijn Me morie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer mede, zou de vloerhoogte ongeveer 25 meter onder terreinhoogte moeten vallen. Zelfs met steile opritten van 40 op 1 zou de lengte van tunnel met toeritten bijna 2% kilo meter worden. Voor het plaatselijk ver keer tusschen de dichtbevolkte bebouwde gedeelten langs den kanaaloever zou dan toch een pontveer in stand" moeten blij ven. Zeer globaal geraamd zou een tun nel met inbegrip met de werken tot croog- houding en tot luchtverversching 20 a 25 millioen gulden moeten kosten.«Aan het doen van een dergelijke uitgave kan voorlopoig niet worden gedacht. Wat men den tegenwoordigen Minister van Waterstaat ook zou kunnen verwij ten, nimmer zal er geklaagd kunnen worden over een gebrek aan openhartig heid zijnerzijds. De Minister, die de we genverbetering in ons land krachtig ter hand heeft genomen, die de brug over het Keizersveer heeft gebouwd, de brug gen bij Zaltbommel, Nijmegen en Wil lemstad op stapel heeft staan en de tollen heeft afgeschaft, is gewoon klare antwoorden te geven en maakt zich ook van de vraag of een tunnel onder het Noordzeekanaal te Velsen mogelijk is, niet met een Jantje van Leiden af. Zijn bescheid is afdoende. Het bezwaar van de 2 Y, kilometer lengte, die de tunnel zou moeten hebben, behoeft wel niet zoo zwaar te wegen, omdat men langs de oevers van het kanaal zij opritten zou kunnen aanleggen, maar de kosten vor men inderdaad een voor dezen tijd onneembare hindernis. Aan rente alleen zouden de kosten een som van ongeveer f 100.000 per jaar vorderen. Daar kun nen heel wat ponten voor varen en kan heel wat personeel aan het werk worden gehouden, zelfs al zou de tunnel ook ge schikt gemaakt worden om de electrische treinen te laten passeeren, zoodat ook de spoorbrug te Velsen zou kunnen ver vallen. Of het Rijk op den duur aan den bouw van een tunnel zal kunnen ontkomen valt intusschen te betwijfelen. De duin strook raakt hoe langer hoe meer be volkt. Wie even nagaat in welke mate de bevolking in de laatste vijftien jaar tus schen Beverwijk en Haarlem is toege nomen, komt tot de conclusie, dat, in eenzelfde tempo voortgaande, hier bin nen dertig jaar de dichtheid van de be volking gelijk aan die van een stad zal zijn. En evenmin als men een pontveer in de Amsterdamsche Kalverstraat zou kunnen dulden, zal dan het veer te Vel sen gehandhaafd kunnen blijven. Zoo ver zijn wij echter nog niet en in dien tusschentijd zal de Velsensche bevolking en zullen vooral de talrijke automobi listen den Minister dankbaar zijn voor de nu reeds toegezegde verbeteringen. Deze zijn royaal opgevat. Het aantal ponten zal met één vermeerderd wor den, zoodat er doorloopend drie zullen varen. Het is te verwachten, dat die het soms geweldige verkeer regelmatig zullen kunnen verwerken en daarmee zullen dan de grieven tegen de Velser Pont voorloopig ondervangen zijn. Want het publiek mopperde niet zoozeer tegen het feit, dat het moest worden overgezet en dat er gewacht moest worden bij de pont, er zit genoeg geest van romantiek in den Hollandschen automobilist om zoo'n gratis waterritje een prettige on derbreking van zijn jakkeren te vinden, maar de klacht was, dat dit wachten soms tot anderhalf uur aangroeide. formulieren in 4-voud aan moeten vragen aan het Departement van Landbouw, dat ze aan een contróle.commissie ter goedkeuring onderwerpt. Voorts zijn de contingenten voor den in voer van eieren, geldende tot 1 Januari a.s. reeds bereikt, behoudens een kleine hoeveel heid van het aan België toegewezen contin gent. De invoer van eieren is in verband daarmede tot 1 Januari 1932 verboden, be. houdens die van bovenbedoelde kleine hoe veelheid uit Eelgië. Doodelijk ongeval te Schiedam Gisteravond te half acht heeft op den Rotterdamschen Dijk te Schiedam een aan rijding plaats gehad tusschen een uit Rot terdam komend motorrijwiel en een uit de tegengestelde richting komende personen auto. De aanrijding werd veroorzaakt door het feit, dat de motorrijder zonder voldoende signalen te geven, plotseling omkeerde en daardoor in de flank werd aangereden. De ongeveer 40-jarige duorijder T. van Steenis uit Rotterdam werd tegen den grond gesmakt en was op slag dood. De bestuurder van het motorrijwiel, de heer C. van B. uit Rotter dam, werd slechts licht gewond Het lijk van St. werd naar het ziekenhuis te Schie dam overgebracht, terwijl Van B. na door de politie voorloopig verbonden te zijn, naar huis kon terugkeeren. Beide voertuigen werden ernstig bescha digd. droomd ideaal opgegaanen iedere stap was 'n zonde.... die overigens z'n van be geerte gespannen ziel niet stoorde, juist daarom, omdat de volgende misdaad zoo heel weinig van de vorige verschilde. Ontdaan van z'n sterk historische kleur, is het dus 't dood-alledaagsche, maar tegelijk huivering wekkende verhaal van 'n jongen, die de schande wordt van z'n ouders, al zijn in dit geval de uitersten verder in 't licht en de duisternis doorgetrokken. Alle andere figuren in dit spel dienen enkel, om de uitbeelding van deze langzame ziele- dood mogelijk te maken. Als er 'n conflict ligt in dit spel, dan vindt men dit niet tusschen Judas en welke andere figuur ook, maar tusschen de genade, die z'n ziel naar Christus trok en hem apostel had gemaakt, en de liefde tot de aardsche dingen, die hem in de kringen der Farizeëis brachthem maakte tot 'n verdoemde. Deze geweldige strijd, voor onze oogen afgespeeld, doet ons huiverenen dit te sterker, waar we eerst zoo'n schoone belofte zagen bloeiend staan. Ik weet rog niet. wat anderen er van zullen zeggenmaar in vind deze „nieuwe Ju das" 'n prachtig stuken van 'n gemakke lijk, „modern-aangevoeld" proza, dat aan genaam te verwerken is vooi spelers, zoowel als toeschouwers. En ook hier weer waarachtige, Roomsche volkskunst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5