DWARS DOOR RUSLAND PIJLTJES S IWEEDE blad DINSDAG 24 NOVEMBER 1931 BLADZIJDE 1 Ervaringen van twee Missionarissen Sr STADSNIEUWS Een onbekend illustratie middel voor het onderwijs Tentoonstelling in de H. B. S. aan het Santpoorterplein VS? Eerbied in Gods Huis Conferentie van Pater Wijnand Sluys O.F.M. De Rijksweg Sassenbeim Noordhollandsche grens Terug in de Missie Brief van Pater N. Stam Provinciaal wegenverslag De veerdienst Enklumen Stavoren Het leed der werkloozen Kleingc n n a het tweemaandelijksch tijdschrift van Congregatie der Missie (Paters Lazaris- tem Y vinden wij volgend interessant haal van de Weleerwaarde Paters P. Vlviss en H. van Musch, die met den Jjjhs-Siberischen spoorweg naar de Missie h Yungpingfu trokken: baandag 31 Augustus Koninginnedag tei hen morgen zouden wij Warschau be- Wat we te zien kregen was niet veel. 0 es zag er vuil en verwaarloosd uit, en de ergang tusschen Duitschland en Polen op die wijze, sterk onderstreept. Toen Warschau eenmaal verlaten hadden, t fh het nog erger en trof ons de ellende j. he armoede van het volk. Alles was er }h het werk, mannen en vrouwen, bloot- (C's- Op de magere akkertjes afwisseling ,jrschen boekweit- eu havervelden, hier en ,:.ar ook aardappelen en vlas. Veel arme fPjes reden we voorbij, waar de menschen j? 't station stonden te kijken naar onzen trein. Door velen werden we herkend gegroet als priesters. Een paar officieren jfJrden wij onder elkander spreken van videos Missonati". Vier steden, Malkina, 3'ystok, Wolhowysk en Barono, zijn we oj h dag voorbij gestoomd, alle met min jy leer verzorgde stations, en in den na- s. hdag om 4 uur bereikten wij Stolpce. De Riming in den trein was veranderd, het ^h er stil en mysterieus gingen wij ook and. Alle paspoorten werden nog eens nagezien: een voorzorgsmaatregel om edtueele moeilijkheden te voorkomen. Wij het groote mysterie tegemoet? Stolpce is het grensstation tusschen Polen en w^n nu bij Rusland.allen hingen we ohe raampjes om toch maar onmiddellijk nieuwsgierigheid te bevredigen. -®Ven voor de grens hielden we nog stil: g^as een ongeluk gebeurdeen Poolsch Jhaat overreden.... een der paters gaf van w/te nog de absolutie. Spoedig ging het ij verder. Daar was Rusland! Een groote J^Poort boven de spoorbaan riep ons het v 'kom toe. Het was 1 September, een groot 'ionaal feest. Langzaam vorderden wij nog l 2agen slechts bosschen en hout. Eindelijk w de verte een groo* gebouw met roode u ^n. Dat moest Negoreloje zijn, het grens- (jhtion en de douane dus van het bolsjewis- D ch land! Uitstappen! Witkielen vlogen op :e koffers en droegen ze, een 50 M. verder, y -T de visitatie-zalen. Daar stonden we dan de echte communisten en de mannen h Lenin. We hebben onze oogen den kost oneven en hadden daartoe ook tijd in t'-'rvloed. Alles was versierd met slingers w vlaggen in de nationale roode kleur. De (.JJren hingen vol met allerlei communisti- e reclame-platen. Het was afstootend om l. zien hoe het kapitalisme en vooral het jj 'holicisme daar werden bespot en ge- v °hd. De oude knoet is blijkbaar slechts «tv, angen door den nog vreeselijker hamer sikkel. a een uurtje kwam een dame in een militair tenue, met veel rood, naar mij en vroeg om de kaartjes vat. ons acht. k ^■r hoorden. Na 20 minuten kon ik ze ko- had natuurlijk gemerkt dat wij bij el- i^.a terug halen bij den „Intourist" een H lchtingenbureau voor vreemdelingen. Die jv'he was heel beleefd en sprak correct jjjhtsch. Toen kwam de beurt aan ons geld! het tellen vielen mij uit de portefeuille' H, toebeis die ik, zooals iedereen dat had ge- jjfhp, in Polen had omgewisseld. Daar vloog iJh op af als een ieeuw op zijn prooi! „Ver. verbotenIk begreep hem heel dj3. Ze brachten mij naar het midden van djZa.al voor een soort Stalin: deze dtponeer- Piijn 40 roebels in een ijzeren kistje en Ui een briefje mee dat ik ze binnen zes (Jj^hden moest komen afhalen! Adieu m'n ^«"els, m'n 25 gulden. Op de vraag of er (L^chien nog meer waren die roebels had- wist ik natuurlijk van niets. hdelijk kwam de douane. Met een man hoeken van mijn koffers, en den ge- ®fie, vier examineerden zij met aandacht wij den trein. hij bleef hier staan tot drie uur en moest om half vijf weer van een an der station vertrekken. We wandelden de stad in, na eerst, met de grootste moeite, wat kaarten en postzegels te hebben gekocht. Wat is het moeilijk en vervelend, wanneer men zich niet verstaanbaar kan maken! Met gebaren en ten slotte ook met ons Duitsch hadden we gekregen wat we noodig hadden. Toen trokken wij de wereldstad in. De ellen de die wij in enkele uren hebben aan schouwd, is werkelijk niet te beschrijven. Zoo het communisme ons moet brengen wat wij hier te aanschouwen kregen, dan is het toch te hopen, dat het Westen voor altijd van die weldaden gespaard blijve! Vrijwel alle stra ten zien er verwaarloosd uit. en slechts ééne is nog goed te berijden. Daar vlogen dan ook auto's met soldaten, trams en bussen vol gepropt met menschen, haast overal vrou welijke „conducteurs". De vrouwen hebben ook te zorgen voor het onderhoud van de straten en men ziet ze zoo bezig met reeds lang versleten bezems, blootvoets, een doek om het hoofd geslagen en voor de rest in lompen gehuld. Op ue trottoirs lange rijen van ellende die langs de onooglijke winkel kasten slenteren met haar afstootelijke re clame. De gebouwen zijn al evenmin onder houden. Hier staan groepen te wachten voor een distributie-kantoor daar loopen de men schen al etend en lezend het is opvallend hoeveel men hier het volk ziet lezen wat verder weer geheele troepen vrouwen, meis jes en kinderen die tegen een muur liggen te slapen of te eten. Men heeft al gauw genoeg van dit schouwspel, geen enkel te. vreden gezicht tusschen al die menigte. Alles stil, allen lijken achterdochtig en wantrou wend. Dat brengt het regiem zelf mee. Spoedig keerden we terug, doch om opnieuw getuige te zijn van die naamlooze ellende vooral bfj de gesloten of afgebroken kerken. Om 2 uur hadden we onze plaatsen weer ingenomen. We namen ons eten maar uit eigen voorraad, en om 3 uur vertrokken wij naar het station Severnii. Orde lijkt hier wel onbekend. Menschen, koeien, geiten en hon. den loopen doodgewoon tusschen de spoor banen van het emplacement, zelfs in de hoofd-statie van Moskou. Om half zes ver trokken wij en zagen nog de mooie buiten wijken der stad, met de prachtige villa's, parken en bosschen. Toen weer den nacht in, langs Danilov en Bui. Donderdag 3 September kregen wij slechts één groote stad e zien: Viatka, een opko mende industrie-plaats. Voor de rest tame lijk goeci onderhouden akkers en vooral veel dennenbosschen, tot we, na drie uur sporen, in den avond Perm bereikten, en 's nachts door den noordelijken pas gingen van het Oeral-gebergte. Een mooi gedeelte van de reis ging zoo weer voor ons oog verloren. In den morgen reden we nog door een grootsch berglandschap, overal dicht begroeid met berken- en dennenwouden, en kwamen Vrij dagmiddag in Sverlovsk, het oude Jekate- rinaburg. Hierover later meer. leh inhoud, stuk voor stuk. 't Was toch L °rde. Alleen een kistje sigaren en mijn jjjVier schenen stukken van meer belang, specialist kwam daarbij te pas, maar toch ook alles in orde. Het valies met huismiddelen werd vrijwel geheel omge- 15. mogelijk verwachtten zij dat ik een «ar of een boterham zou presenteeren. >j verschenen allen, om de beurt, voor deze if, Schaar, bijgestaan door den specialist. De Hnuten waren al lang verstreken. Ik i^te naar den „Intourist", haalde m'n ^'tjes en wisselde wat geld, want mijn labels waren verdwenen en in Rusland iedere vreemdeling een bewijs hebben, binnen de grenzen van den heilstaat, Ir) heeft omgezet. We wisselden dus met L&ct. verlies, want, krijgt men voor een V 6rik. dollar in den vreemde wel 10 roebel tjj l Rusland is die gestabiliseerd op 1.94! 1 moet hier nu eenmaal weten te bloeden lJets verdragen van de groote rechtvaar- V^id der Sovjets: eenieder moet er wat k* °ver hebben om het communisme in L!and te verwezenlijken en vooral om de w'talisten te vernietigen, ij. e waren dan goedgekeurd voor Rusland, Vrt n naal het Perron en onze koffers Vf weer binnen gedragen. Voor het ver. Van die 16 koffers over een afstand van ketens 75 M. betaalden wij de kleinigheid >10 Hollandsche guldens! over tienen vertrokken wij uit Nego- Wij hadden honger gekregen van al >i^staan en wachten en de drukte daarna. W eerste wat we deden in den Russischen die nu voor acht dagen ons verblijf *Ün, was een bezoek aan den restauratie- ^.6h- Wij waren benieuwd te zien wat de V.jets ons zouden opdienen! 't Was niet V bijzonders! Distributie-brood, 'n soort Va1 dat later bleek visch te zijn, twee Vi:iPpelen, een augurk en een tomaat lt. V'as alles. We vroegen nog een flesch Want water werd er niet verkocht, en 'ben voor een fleschje „lager" de res- '6o ;ibele som van 2 roebel, d.i. ongeveer v 81d. j 2oo is dat gebleven, acht dagen lang V^Ieesch was nooit anders te bepalen dan ffyid of visch, de augurken en tomaten V^auw, het brood uit den grijzen dis- Vhéttjd, en daarbij over 't algemeen nog boende. Gelukkig konden we onze toe- 1 hemen tot de koffers met levensmid- H - bediening was niet beter. We had- h_el bloemen op tafel, maar geen servet- S «HJgt men elders voor iederen schotel JSqen vork> in communistisch Rusland 2ij u een uur wachten en daarna is A 2elf in vijf minuten klaar. Bij het einde reis moet men ban nog een stuk Reekenen en verklaren dat men in Sov- tk 'arid °P de meest hoffelijke manier (H^hdeld in den restauratie-wagen! Je omdat je niet weet wat je anders yk Phten staat. ".f'kh n nacht van Maandag op Dinsdag bStta wb door de geweldige vlakten en SS)},11' waar, ruim 100 jaar geleden, Na- met zijn half millioen soldaten zich 6S baande naar Moskou. Aan weers- ,van de spoorlijn stonden dicht ineen- 6 struiken, zoodat men weinig van Wij lezen in het Weekblad voor Gymn. en Middelb. Onderwijs van 11 Nov. 1931 het vol. gende van de hand van den heer W. G. L. Wieringa, leeraar in de wiskunde aan de H. B. S. aan het Santpoorterplein: Mooi zijn de platenatlassen, die op onze middelbare scholen onzen leerlingen het uiterlijk van het leven in vroegere eeuwen voor oogen stellen. Mooi zijn de wandplaten, die op de lagere scholen spreken van menig roemrijk feit, van menig belangwekkende gebeurte nis uit onze historie. Ik wil ze in het minst niet te kort doen, ik, die als „liefhebber van historie", zoo menig genotvol uur aan hen te danken heb. Maar er is nög een illustratiemiddel, dat vrijwel niemand in Nederland kent, en dat ons een nog levendiger beeld kan geven, dan de vlakke „tweedimensionale" plaat. Dat zijn de mannen en vrouwen, de bur gers en edelen uit de oude tijden zélf, ge kleed in hun veelkleurige gewaden, gezet in hun eigen ruimtelijke omgeving van drie dimensies door den tooverstaf uit het sprookje verkleind tot menschjes in minia tuur, en plotseling, midden in hun actie of rust, verstijfd, voor altijd, in tin. Van die tinnen wezens schreef de heer H. G. Cannegieter in „Op de Hoogte" van Sept. 1930: ,Wat kan hij (de verzamelaar) met de schatten uit Heinrichsen's 1) arsenaal zich al niet in een klein hoekje van zolder, hal of studeerkamer voor oogen tooveren! De militaire doozen levert de firma in over de 10.000 (tien duizend!) verschillende soorten. t U struixen, zc VOf/^dschap kon zi bsdagmorgen, 2 September, waren wij ?-v-ou. Het was half negen. Nadat wij 0ïgvuldig hadden afgesloten, verlieten Voor de vervulling van de vacature van directeur-geneesheer van het Provinciaal-, Stads- en Academisch Ziekenhuis te Gro ningen zullen B. en W. van Groningen voordragen als eerste dr. P. H. van Rooyen, directeur van den Gem. Ge^ Dienst en van het Gemeentelijk Ziekenhuis te Zaan dam. Portret van dr. P. H. van Rooyen. Men kan zich den wereldoorlog van 1914/18 realiseeren of den Fransch-Duitschen oor log, de Krim en Napoleon, den 30-jarigen oorlog, den Spaanschen Erfopvolgingsoor log, de krijgstochten van Hannibal en Julius Caesar...." Maar ik wijs u voorè.1 op dezen zin: De cultuurgeschiedenis ziet het bestaan van de antieke volkeren uit het Noorden en Zuiden, het straat, en marktleven uit de middeleeuwen, de paaldorpen en roof ridderburchten, Goethe's en Shakespeare's tijdgenooten. De natuurlijke historie be schikt over complete botanische tuinen, diergaarden, berglandschappen, woestijnen en wildernissen; de aardrijkskunde over Peruanen, Chilenen, Kaffers, Abessiniërs, Perzen, Koreanen en wat zij verder maar wil. Zou een dergelijk kijkkastje, met zijn wisselende decors en wisselend bevolking, zich niet leenen tot leermiddel bij ons mo dem onderwijs? Opgesteld in de hal van een school, met een omschrijvende uiteenzetting daarnaast, zou het op artistieke en amu sante wijze een hoogst leerzaam inzicht kunnen verschaffen, en de lessen der ver schillende docenten met een boeiende illustratie kunnen aanvullen. De tinnen soldaat,, om hem nu maar eens met dien, eigenlijk onjuisten, althans on- volledigen, naam te noemen, is te goed, om te worden gemonopoliseerd door verzamel- maniakken. 2) De paedagogische waarde van dit materiaal is nog niet voldoende in het licht gesteld." Ik ben zoo'n verzamelingsmaniak, ten minste van tinnen burgers, maar ik wensch allerminst, die tinnen burgers te monopoli- seeren. Integendeel! Ik wou ze u zoo graag laten zien! (De heer Cannegieter zegt er gens ook: ..de tinnen soldaat is zijn eigen reclame, en*wie de bekoring, welke van zijn aanblik uitgaat, niet voelt, zal er niet door een betoog voor te winnen zijn". En in Velh. u. Klasings Monatshefte van Dec. 1930, zegt dr. G. Rollenhagen: „Wie zum Spiel sind auch zu küns'.lerischer Betrach- tung die „nicht" „nicht-miütarischen Sorten" sehr geeignet Von diesen Dingen geht ein Zauber aus, den wir als Kinder nur ahnen, den wir dann lange vergessen, und dem wir doch einmal wieder anheim- fallen.") Ik wil ze u graag laten zien, omdat ik geloof, dat ze in handen van velen van u, leeraren in geschiedenis, aardrijks- of letterkunde, een kostelijk illustratiemateriaal kunnen zijn bij uw lessen. En bijna niemand in Nederland kent ze. Het zijn juist in hst bijzonder de tinnen burgers, die onbekend zijn, en die de moeite van 't kennen zoo waard zijn! Van hen zegt dr. Rollenhagen: „Wer diese, künstieriscn vclendece, P.gu- ren in ihrer Gesamtheit aufbouwen wollte, der hatte im Spiegel eine Kulturgeschichte von hohem Reiz, und ungemeiner Eindring, lichkeit." In hun kleeding volkomen betrouwbaar historisch juist, in hun houding van een bijna volmaakte natuurlijkheid en levendig heid, vaak van een gespannen actie en levenswaarheid, die ze tot werkelijke kunst uitingen opheft, zijn de burgers van Phoe- nicië, van Israël, van het oude Grieken land en Egypte, zijn de. Senatoren en Equites, de Vestaalsche maagden, de bur gers in toga, in tunica, in palla of lacerna, de burgeressen en handwerkslieden, de gladiatoren en wagenrenners, de slaven, bedelaars en kinderen van het Oude Rome waard, door u gekend te worden. In „middeleeuwers" wordt de keuze over stelpend Nu de „histoire-bataille" op den achter grond raakt, en terecht (ai was 't a^een maar uit practisch oogpun en het zwaarte punt van het onderwijs meer en meer ver legd wordt naar de beschavingsgeschiedenis, nu is het bijzonder gewenscht den leer lingen een zoo levendig mogeljken „x-.k te geven in de belangrijkste cultuurperioden der historie. Nog beter dan platenatlassep en wand platen kan een goed diorama ons een „levende" voorstelling geven van het-leven- van-toen. Ik denk aan de kostelijke dio rama's op vele tentoonstellingen en üi musea. Voor schoolgebruik te groot en te kost baar. Maar in kleiner, in „schoolformaat" zijn ze te maken en te bevolken, zóó, dat ze een, voor de leerl ngen zéér aantrekkelijke, de werkelijkheid benaderende (naar de mate van het „kunnen" van den maker), in leven digheid en diepte van indruk door geen vlakke plaat te overtreffen, weergave van 't verleden vormen. Ik ben geen historicus, en geen schilder, alléén maar „liefhebber", en heb, zco goed ik kon, getracht eenige diorama's te maken als voorbeeld, hoe 't kan. Maar een deskun dige zal 't juister en beter kunnen (en moe ten) doen. Wie „daltoniseert" zal, bijv. met zijn leer lingen gezamenlijk een diorama in elkaar kunnen zetten van een oud-Grieksche of Romeinsche stad, van een Hanza-haven, van een Rokoko-marktple'n, scènes uit Wilhelm Teil of uit Wilhelm Meister, een Chineeschs stadswijk of een Indisch dorp, Venetië in 1500 of een Veemgericht of 'n heksenproces Wallenstein's kamp of een katholieke Pro. cessie. Dat leidt tot zelfstandig speuren door de leerlingen naar het stadsbeeld uit die tijden, naar de architectuur, de typeerende gebouwen, poorten en straatjes. Het zoeken naar de hiervoor benoodigde illustratie's en literatuur, de bestudeering der verschillende costume's, die de figuren (historisch juist!) vertoonen, lijkt mij buitengewoon leerzaam en nuttig. Dat het boeiend en bevredigend is, weet ik bij ondervinding! Maar ik, leek op dit gebied, kan niet de vele mogelijkheden overzien, die de figuren in uw handen, collega's historici, literatoren, geografen, kunst- en kuituurhistorici vooral, kunnen opleveren! Als Ge de figuren maar eerst kent! En die kent Ge niet! Als Ge „tinnen soldaatjes" kent, kent Ge deze al heelemaal niet, want ze zijn anders en beter, duizendmaal beter. Daarom noodig ik u uit te komen ken nismaken met de figuren die ik verzamelde, en waaruit ik een 16-tal kleine diorama's vervaardigde (van 16-26 tot 60-65 c.M. in omtrek) (o.a. Haven van Tyrus, Egyptisch Tempelplein, Paalwoningen, Romeinsche Straatweg en Amphitheater, Germaansche Rechtspleging, kasteelbouw in 1100, enz. tot een marktplein in 1840 toe). Ze zullen te zien zijn in het gebouw van de G.H.B.S.-B aan het Santpoorterplein te Haarlem (ingang Hedastraat) voor ieder be langstellende, op Woensdag 18 Nov. a.s. van 17 uur, op Zaterdag 21 Nov. van 14K-— 17 en van 1921 uur en op Woensdag 25 Nov. van 14K17 en van 1921 uur. Tot zoover het stuk in het Weekblad voor Gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs. Daar de, in de G.H.B.S.-B tentoongestelde diorama's ook buiten den engeren kring van het onderwijs, belangstelling blijken te vin den, heeft de directeur, dr. v. d. Hoek, goed gevonden, dat de diorama's ook nog a.s. Zaterdag 28 Nov. voor belangstellenden te zien zullen zijn (dus Woensdag 25 en Zater dag 28 Nov. beide dagen van lilA17 en van 19—21 uur). 1) Een der bekendste fabribanten van deze tinnen figuren. 2) In Frankrijk is verleden jaar opgericht de „Société des Collecteurs de Soldats d'Etain de France", onder voorzitterschap J.I. Zondag vierde Eerbied in Gods Huis zijn 25-jarig feest. Bfj die gelegenheid werd de vereeniging opgeheven, omdat haar werk wordt overgenomen door de paro- chieele vereenigingen. Hierboven een foto van de leden. van mr. Paul Armont, bankier te Parijs. In Duitschland bestaan al lang twee ver eenigingen, die hun eigen maandbladen uit geven en congressen houden, en onder hare leden vele militairen, maar ook geestelijken, notarissen, leeraren enz. tellen. Dit jaar geeft Pater Wijnand Sluijs O. F.M. voor de vierde maal in de Kleverpark- kerk een zestal conferenties voor niet-ka- tholieken. De algemeene titel van deze cyclus is „God en de Mensch". In de eerste conferentie is onder voorlich ting van 's menschen natuurlijk verstand be toogd: Gods bestaan. Gisteravond werd be sproken de goddelijke Openbaring. De mensch verlangt omtrent God en 's menschen ver houding tot God en Gods verhouding tot de schepping meer te weten. Is nu de rede al leen bevoegd genoeg klare antwoorden te geven op alle vragen, welke zich naar voren dringen omtrent God en godsdienst en alle daaruit voortvloeidende verplichtingen? De mcnschelijke rede alleen is niet vol doende èn aangaande die godsdienstwaarhe den, waarvan de mensch zelfs het bestaan niet bevroedt, èn aangaande die waarheden, welke wel binnen den speurzin van het men- schelijk verstad vallen, doch om den groe ten omvang of niet alle. of niet alle juist met de noodige zekerheid kunnen ge kend worden. Zonder goddelijke voor lichting dolen we in een warnet van en kele zeker gekende waarheden, vele gistin gen en dwalingen. God komt den mensch te hulp. Hij heeft tot de menschheid gesproken. Onderzocht wordt: 1. Is 'n goddelijke open baring mogelijk? 2. Is 5n goddelijke openba ring noodzakelijk? 3. Is de goddelijke open baring een feit? Over de noodzakelijkheid van 'n godde lijke openbaring wordt in het le gedeelte der conferentie breedvoering gesproken. Die noodzakelijkheid is gebleken in de vóór- christel. tijden; die noodzakelijkheid blijkt de na-christelijke tijden. Met eenige orato rische schilderingen worden' de resultaten naar voren gebracht van Rationalisme, ma terialisme van het godsdienstlooze cultuur leven, niet 't minst uit onze aller-modern- ste tijden. Conclusie van het le gedeelte der confe rentie: 'n Voorlichting van Gods kant is noodzakelijk om te geraken tot zekere ken nis omtrent de ware levensbeschouwing. Het tweede gedeelte van de conferentie geeft antwoord op de vraag: Is de Godde lijke Openbaring 'n feit? Onderzoek: Er is iets in de geschiedenis, dat zich aandient als goddelijke openbaring. Dit alvast is niet te loochenen. Zijn dat nu slechts woorden, of is er ook inderdaad sprake van openbaring Góds. Er moeten kenteekenen zijn voor de goddelijkheid. Deze zijn er: 1. Vrij zijn van dwaling; 2. eenvoud en heiligheid en ver hevenheid. Deze kenteekenen vormen nog geen bewijzen, geven sïeclits waarschijnlijk heid. Afdoende bewijzen zijn: klaarblijkelijk goddel. teekenen: wonderen (Gods almacht), voorspellingen (Gods alwetendheid). In de volgende conferentie over de bewijs kracht hiervan; nu wordt die bewijskracht verondersteld. De vraag is nu maar: kan datgene, wat zich aandient als goddelijke openbaring wijzen op klaarblijkelijk goddel. teekenen. Het antwoord geeft de geschiedenis, zooals ze staat opgeteekend in 'n verzame ling van boeken, welke Bijbel genoemd wordt. Is die Bijbel in het meedeelen van diè ge schiedkundige feiten n.l. het geschieden van klaarblijkelijk goddelijke teekenen betrouw baar. Met de beginselen van de hist, critiek blijkt van wel. Diegenen, die de zoogenaam de goddelijke openbaring tot ons brachten, hebben afdoende bewezen inderdaad door God gezonden te zijn om die goddelijke openbaring als openbaring Gods tot ons te brengen. Derhalve; De goddelijke openbaring is 'n feit. Die Godsgezanten eigenlijk één, n.l. de Zoon Gods zelf hebben ook ingesteld 'n orgaan dat kan uitmaken onder de lei ding Gods van welkenomvang de openbaring is en wat ze beteekent. Met opwekkingen om te bidden om de ge nade des geloofs werd de conferentie geslo ten, want gelooven is instemmen met den inhoud der openbaring. Die instemming komt van genade. De onverharde weg tusschen de trambaan. Korten tijd geleden verzochten de A. N. W. B. en de K. N. A. C. aan den betrok ken hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat om verbetering te bevorderen van de gedeel ten in den weg Sassenheim-Noordholland- sche grens, waar de in de bebouwde kommen verharde weggedeelten van de trambaan plotseling overgaan in onverharde gedeelten. In antwoord op dit verzoek ontvingen deze vereenigingen thans de mededeeling, dat de weg SassenheimNoordhollandsche grens zich nog in een overgangstoestand bevindt, zooals uit verschillende plaatselijke situaties kan blijken. Pas na geslaagden grondaan koop van nog ontbrekende terreinstrooken en vaststelling der plannen tot ombouw van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg-Maat schappij kunnen de nog onvoldoende weg- vakjes, waartoe ook de bovenbedoelde weg gedeelten behooren, in hun definitieven staat worden gebracht, voor zooveel de be schikbare middelen dit veroorloven. De Zeereerw. Pater N. Stam, Pastoor te Kavirondo in Oost-Afrika, schrijft ons: Klachten zijn in Afrika gekomen, dat ik nooit van mij heb laten hooren en dat men eiken dag uitgekeken heeft naar een be richtje van mij in de Nieuwe Haarlemsche Courant. En nu is het eigenlijk veel te laat om te schrijven dat ik gezond en behouden in mijn missiepost van Mumias in Kavirondo ben aangekomen. De reis was voorspoedig, maar op de Roode Zee was het buitengewoon heet; zoo'n hitte had ik, voor zoover ik mij herinneren kan, nooit ondervonden. Het bleef maar warm, zelfs toen wij de Roode Zee door waren, maar toen wij bij Kaap Guardafui den hoek omdraaiden werd het stormweer en op die manier werd het een beetje draaglijk, maar de zee was zoo opgewonden, dat wij twee dagen te laat in Mombasa aankwamen. In Mombasa ging ik op den trein naar het Victoria-meer, maar daar de reis mij te lang was heb ik het in drie stukken gedaan. Mijn plan was om een missie te beginnen in het land Suk ten zuiden van Abbessinië, omdat ons H. Geloof daar nog nooit verkon digd is. Ik ondervond heel wat tegenkantingen, daar men het op mijn leeftijd te gewaagd achtte en daarbij kwam, dat mijn oude chris tenen van Mumias mij met alle geweld terug wilden hebben. Ik maakte mijn reis van Kisumu over den missiepost van Kakamega in een kleinen vrachtauto. Daar ik het laatste jaar gewend was ge raakt aan electriciteit en goede weger., moest ik dadelijk worden overtuigd, dat ik. weer in Afrika terug was, want wij kregen zoo'n Afrikaansche stortbui, dat wij geen hand voor oogen konden zien vanwege het gor dijn van regen, dat voor ons hing. Toen de regen tamelijk fatsoenlijk begon te vallen, gingen wij door. maar Ie modder was onder- tusschen verschrikkelijk geworden en wij ble ven maar uitglijden. De zon was gezakt en onze lichten werkten niet; met behulp van lucifers trachtten wij de kettingen om de banden te leggen. Daar de wielen diep in de modder zaten, ging dit zoo gemakkelijk niet en de regen doofde elk lucifertje uit, totdat ook het doosje nat was, voordat wij de ket tingen er om konden krijgen. Het was Stik donker, en wij probeerden, den wagen naar beneden te laten glijden, langs den heuvel naar dr rivier. Dit werd een gevaarlijk werkje, want in de uiterste duisternis liepen wij ge vaar om de brug te missen en in de rivier terecht te komen. Onze engelbewaarder moest er dus bij te pas komen en tegen midder nacht bereikten wij de brug. Nu moesten wij heuvel op en dit gelukte niet, zoodat wij een paar uur in de modder bleven steken. Wij waren toen slechts een 9 K.M. van den missiepost van Kakamega en Fr. Bunck. die den wagen bestuurde, besloot, naar een van zijn bijkerken te gaan om zijn negers te roe pen. Door de dikke duisternis misleid kon hij de bijkerk niet vinden en liep hij naar de missie, waar hij broeder Michel uit bed haal de, die met een lantaarn en eenige negers ons uit de modder kwamen helpen. Ofschoon mijn aankomst in Mumias niet was aangekondigd, was het nieuws doorge lekt, want ik kon dien dag niet van Kaka mega vertrekken. Tot mijn groote verwonde ring voHd ik op den '.veg bij de missie twee lange rijen van christenen, die mij onder handgeklap en gejuich ontvingen. van Zuid-Holland. Aan het Provinciaal wegenverslag '31 voor Zuid-Holland ontleenen wij, dat de over dracht van den weg WassenaarNoordhol landsche grens zoomede de beide zijtakken van den Haarlemmermeerpolder langs Hil- legom naar de Zilk en van Sassenheim naar Noordwijkerhout binnenkort geheel haar be slag zal hebben gekregen. Omtrent de overneming van den Rijks weg 's-GravenhageHaarlem (Post brug) VoorhoutNoordwijk en den weg Haagsche SchouwKatwijkKatwijk a. d. Rijn is met de localiteit nog geen overeenstemming bereikt. Bij het nader in studie nemen van de verbetering dezer wegen is gebleken, dat een bevredigende oplossing van het wegen- vraagstuk in deze omgeving, zonder buiten sporig hooge uitgaven, uiterst moeilijk is. Ook de Vereeniging van Zuiderzec- gemeenten is voor behoud Door de Vereeniging van Zuiderzee-ge- meenten is in een adres aan den Minister van Waterstaat adheasie betuigd aan het re quest door de comité's van actie in de pro vincies Noord-Holland en Friesland tot be houd van den veerdienst EnkhuizenSta voren. Verklaard wordt, dat het een ramp zou zijn voor een belangrijk deel van ons land, als de veerdienst, en daarmede ook de daaraan annexe sneltreinverbindingen, werden opge heven. Den Minister wordt verzocht, zijn bijzon dere aandacht aan deze kwestie te wijden! Het gisteren geïnstalleerde Nationaal Crisiscomité, waarvan H. K. H. Prinses Juliana eere-voorzitster is, heeft zijn doel als volgt omschreven: Het lenigen, zooveel mogelijk in sa menwerking met bestaande corporaties, van individueelen nood, welke het ge volg is van crisis, ook in gevallen waarin die corporaties niet of niet in voldoende mate kunnen voorzien. Het comité doet, evenals in Haarlem het geval is, daar mee een beroep op de bestaande corpo raties: op hun welwillende medewerking en op hun organismen. En het comité biedt zijn hulp aan voor hun verzwaarde taak. Het streven van het comité is in de eerste plaats naar de individueele be hoefte gericht, dus daarheen, waar de nood persoonlijk geleden v/ordt, of steun ontbeerd. Of het comité nog op ruimer basis zal kunnen gaan werken, zal de ondervinding weldra uitwijzen, als blijkt welke middelen ons ten dienste staan. Het comité wil aan de moreele geva ren, die de werkloosheid met zich brengt tegemoet komen o.m. door het brengen van nuttige ontwikkeling en sympa thieke ontspanning te steunen. Wij maken ons niet schuldig aan plaatselijk chauvinisme, wanneer wij constateeren, dat de doelstelling van het Nationaal Crisiscomité overeenkomt met die van het verleden jaar in Haar lem onder voorzitterschap van Z. H. Exc. Mgr. Aengenent ingestelde comité tot bestrijding van de gevolgen der werkloosheid, maar bewijzen daarmede hoe de juistheid van het Haarlemsche initiatief in breeden kring wordt inge zien. Na Haarlem zijn in vele plaatsen van ons land crisiscomité's opgericht, die hetzelfde doel nastreven, en nu volgt het Nationaal comité onder de hooge medewerking van ons Vorstelijk Huis. Ieder, die den nood der werkloozen kent, zal zich daarover verheugen en de Haarlemmers hebben de genoegdoening, dat in hun stad op deze zijde van her werkloozenvraagstuk het eerst de aan dacht is gevestigd. Verleden jaar heeft het comité reeds voortreffelijk werk verricht, waarvoor in het bijzonder den beiden secretarissen van het comité een woord van hulde toe komt, maar de oprichters van het Nationaal comité spoort ons aan de bijzondere aandacht te vragen voor de circulaire, die het comité onlangs heeft rondgezonden om aan te kondigen, dat het comité ook voor dezen winter zijn werk weer begon nen is en steun vraagt. In het bijzonder moge de oproep bij de katholieken weerklank vinden. Niet alleen omdat de Bisschop voorzitter van het comité is, maar ook omdat Mgr. door eigen mooi voorbeeld leert op welke wijze de liefde voor de werkloozen zich kan uiten. Wie wat heeft, geve ruim; wie minder heeft, geve minder, maar ieder, die nog werk heeft, moet het zich tot een eerezaak rekenen een deel van zijn inkomen ten bate van zijn minder gelukkigen, werkloozen medemensch af te staan. Men prate niet te veel over de vraag of een betere maatschappelijke ordening mogelijk zou zijn, waarin een zoo omvangrijk leed als nu wordt ge leden niet mogelijk zal wezen, maar de overheid werke door soepelen steun met de particuliere liefdadigheid en naastenliefde samen om allen door de bittere tijden heen te helpen. Gemeentezaken H. Smolenaars, te Bloemendaal, heeft zich bereid verklaard aan deze gemeente, met bestemming voor openbaren weg, om niet in eigendom over te dragen gronden, kad. bekend gemeente Haarlem II Sectie P Nrs. 178, 206, 179, 205, 181 en 204 (allle ge deeltelijk) in totaal groot pl.m. 10.900 M2 Aanvaarding van die gronden met de aangegeven bestemming en onder de voor waarden opgenomen in het onderstaand ontwerp gesluiten, achten B, en W. in het belang der gemeente. Vervolgens heeft Smolenaars zich bereid verklaard, aan deze gemeente te verkoo- pen den op voormelde teekening met blauwe kleur aangeduiden grond, welke grond bij het uitbreidingsplan is aangewezen voor een te stichten kerkgebouw. Gelet op de grootte van het vóór het geprojecteerde kerkgebouw ontworpen plantsoen, is als koopprijs van den voor dat gebouw bestem den grond een bedrag van f 21.000, in on derling overleg bepaald. B. en W. deelen mede. dat het voor af ronding der beschikbar- bouwterreinen ge wenscht is met Smolenaars, voornoemd, eene ruiling van grond aan te gaan. Aanvullinqs-Agenda voor de vergadering van den Raad der gemeente Haarlem op Woensdag, 25 No vember 1931. Punt 9a. Aanvaarding om niet. aankoop en ruiling van gronden, ten zuiden van de ém-terdamsche Vaart (gedrukt stuk No. 467), Brutale overval Twee gemaskerde mannen dr;ngen een woning binnen Toen mej. B. v. d. B. K. zich Zaterdag avond in haar woning aan den Zwaans hals te Rotterdam bevond drongen plotseling twee gemaskerde mannen binnen, waarvan de een haar met een revolver bedreigde, ter wijl de anderè haar om haar geld vroeg. Doo- delijk verschrikt schudde zij den inhoud van haar portemonnaie f 15 op de tafel uit. De kerels gristen het geld weg en verdwenen daarna ijlings. Oogenblikkelijk waarschuwde de vrouw haar echtgenoot, die aangifte van het geval bij de politie deed. w Deze heeft de zaak nu in onderzoek. 1 i e i, 3 S 3. a e •r •s il ,t a n t- >r •n. n ;n t- a. :r it, >P el m n. :o t- ;n ïn rs it Ln •n d. al i. in n in ig ie ïn i- ze .s. ;n id ïn es D- rg ,n i.; A.. Li. r- j..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 5