DWARS DOOR RUSLAND
PIJLTJES
S
IWEEDE blad
DINSDAG 24 NOVEMBER 1931
BLADZIJDE 1
Ervaringen van twee Missionarissen
Sr
STADSNIEUWS
Een onbekend illustratie
middel voor het onderwijs
Tentoonstelling in de H. B. S. aan
het Santpoorterplein
VS?
Eerbied in Gods Huis
Conferentie van Pater Wijnand
Sluys O.F.M.
De Rijksweg Sassenbeim
Noordhollandsche grens
Terug in de Missie
Brief van Pater N. Stam
Provinciaal wegenverslag
De veerdienst Enklumen
Stavoren
Het leed der werkloozen
Kleingc
n
n
a
het tweemaandelijksch tijdschrift van
Congregatie der Missie (Paters Lazaris-
tem
Y vinden wij volgend interessant
haal van de Weleerwaarde Paters P.
Vlviss en H. van Musch, die met den
Jjjhs-Siberischen spoorweg naar de Missie
h Yungpingfu trokken:
baandag 31 Augustus Koninginnedag
tei hen morgen zouden wij Warschau be-
Wat we te zien kregen was niet veel.
0 es zag er vuil en verwaarloosd uit, en de
ergang tusschen Duitschland en Polen
op die wijze, sterk onderstreept. Toen
Warschau eenmaal verlaten hadden,
t fh het nog erger en trof ons de ellende
j. he armoede van het volk. Alles was er
}h het werk, mannen en vrouwen, bloot-
(C's- Op de magere akkertjes afwisseling
,jrschen boekweit- eu havervelden, hier en
,:.ar ook aardappelen en vlas. Veel arme
fPjes reden we voorbij, waar de menschen
j? 't station stonden te kijken naar onzen
trein. Door velen werden we herkend
gegroet als priesters. Een paar officieren
jfJrden wij onder elkander spreken van
videos Missonati". Vier steden, Malkina,
3'ystok, Wolhowysk en Barono, zijn we
oj h dag voorbij gestoomd, alle met min
jy leer verzorgde stations, en in den na-
s. hdag om 4 uur bereikten wij Stolpce. De
Riming in den trein was veranderd, het
^h er stil en mysterieus gingen wij ook
and. Alle paspoorten werden nog eens
nagezien: een voorzorgsmaatregel om
edtueele moeilijkheden te voorkomen. Wij
het groote mysterie tegemoet? Stolpce
is het grensstation tusschen Polen en
w^n nu bij Rusland.allen hingen we
ohe raampjes om toch maar onmiddellijk
nieuwsgierigheid te bevredigen.
-®Ven voor de grens hielden we nog stil:
g^as een ongeluk gebeurdeen Poolsch
Jhaat overreden.... een der paters gaf van
w/te nog de absolutie. Spoedig ging het
ij verder. Daar was Rusland! Een groote
J^Poort boven de spoorbaan riep ons het
v 'kom toe. Het was 1 September, een groot
'ionaal feest. Langzaam vorderden wij nog
l 2agen slechts bosschen en hout. Eindelijk
w de verte een groo* gebouw met roode
u ^n. Dat moest Negoreloje zijn, het grens-
(jhtion en de douane dus van het bolsjewis-
D ch land! Uitstappen! Witkielen vlogen op
:e koffers en droegen ze, een 50 M. verder,
y -T de visitatie-zalen. Daar stonden we dan
de echte communisten en de mannen
h Lenin. We hebben onze oogen den kost
oneven en hadden daartoe ook tijd in
t'-'rvloed. Alles was versierd met slingers
w vlaggen in de nationale roode kleur. De
(.JJren hingen vol met allerlei communisti-
e reclame-platen. Het was afstootend om
l. zien hoe het kapitalisme en vooral het
jj 'holicisme daar werden bespot en ge-
v °hd. De oude knoet is blijkbaar slechts
«tv,
angen door den nog vreeselijker hamer
sikkel.
a een uurtje kwam een dame in een
militair tenue, met veel rood, naar mij
en vroeg om de kaartjes vat. ons acht.
k
^■r hoorden. Na 20 minuten kon ik ze ko-
had natuurlijk gemerkt dat wij bij el-
i^.a terug halen bij den „Intourist" een
H lchtingenbureau voor vreemdelingen. Die
jv'he was heel beleefd en sprak correct
jjjhtsch. Toen kwam de beurt aan ons geld!
het tellen vielen mij uit de portefeuille'
H, toebeis die ik, zooals iedereen dat had ge-
jjfhp, in Polen had omgewisseld. Daar vloog
iJh op af als een ieeuw op zijn prooi! „Ver.
verbotenIk begreep hem heel
dj3. Ze brachten mij naar het midden van
djZa.al voor een soort Stalin: deze dtponeer-
Piijn 40 roebels in een ijzeren kistje en
Ui een briefje mee dat ik ze binnen zes
(Jj^hden moest komen afhalen! Adieu m'n
^«"els, m'n 25 gulden. Op de vraag of er
(L^chien nog meer waren die roebels had-
wist ik natuurlijk van niets.
hdelijk kwam de douane. Met een man
hoeken van mijn koffers, en den ge-
®fie, vier examineerden zij met aandacht
wij den trein. hij bleef hier staan tot drie
uur en moest om half vijf weer van een an
der station vertrekken. We wandelden de
stad in, na eerst, met de grootste moeite,
wat kaarten en postzegels te hebben gekocht.
Wat is het moeilijk en vervelend, wanneer
men zich niet verstaanbaar kan maken! Met
gebaren en ten slotte ook met ons Duitsch
hadden we gekregen wat we noodig hadden.
Toen trokken wij de wereldstad in. De ellen
de die wij in enkele uren hebben aan
schouwd, is werkelijk niet te beschrijven. Zoo
het communisme ons moet brengen wat wij
hier te aanschouwen kregen, dan is het toch
te hopen, dat het Westen voor altijd van die
weldaden gespaard blijve! Vrijwel alle stra
ten zien er verwaarloosd uit. en slechts ééne
is nog goed te berijden. Daar vlogen dan ook
auto's met soldaten, trams en bussen vol
gepropt met menschen, haast overal vrou
welijke „conducteurs". De vrouwen hebben
ook te zorgen voor het onderhoud van de
straten en men ziet ze zoo bezig met reeds
lang versleten bezems, blootvoets, een doek
om het hoofd geslagen en voor de rest in
lompen gehuld. Op ue trottoirs lange rijen
van ellende die langs de onooglijke winkel
kasten slenteren met haar afstootelijke re
clame. De gebouwen zijn al evenmin onder
houden. Hier staan groepen te wachten voor
een distributie-kantoor daar loopen de men
schen al etend en lezend het is opvallend
hoeveel men hier het volk ziet lezen wat
verder weer geheele troepen vrouwen, meis
jes en kinderen die tegen een muur liggen
te slapen of te eten. Men heeft al gauw
genoeg van dit schouwspel, geen enkel te.
vreden gezicht tusschen al die menigte. Alles
stil, allen lijken achterdochtig en wantrou
wend. Dat brengt het regiem zelf mee.
Spoedig keerden we terug, doch om opnieuw
getuige te zijn van die naamlooze ellende
vooral bfj de gesloten of afgebroken kerken.
Om 2 uur hadden we onze plaatsen weer
ingenomen. We namen ons eten maar uit
eigen voorraad, en om 3 uur vertrokken wij
naar het station Severnii. Orde lijkt hier wel
onbekend. Menschen, koeien, geiten en hon.
den loopen doodgewoon tusschen de spoor
banen van het emplacement, zelfs in de
hoofd-statie van Moskou. Om half zes ver
trokken wij en zagen nog de mooie buiten
wijken der stad, met de prachtige villa's,
parken en bosschen. Toen weer den nacht
in, langs Danilov en Bui.
Donderdag 3 September kregen wij slechts
één groote stad e zien: Viatka, een opko
mende industrie-plaats. Voor de rest tame
lijk goeci onderhouden akkers en vooral veel
dennenbosschen, tot we, na drie uur sporen,
in den avond Perm bereikten, en 's nachts
door den noordelijken pas gingen van het
Oeral-gebergte. Een mooi gedeelte van de
reis ging zoo weer voor ons oog verloren. In
den morgen reden we nog door een grootsch
berglandschap, overal dicht begroeid met
berken- en dennenwouden, en kwamen Vrij
dagmiddag in Sverlovsk, het oude Jekate-
rinaburg.
Hierover later meer.
leh inhoud, stuk voor stuk. 't Was toch
L °rde. Alleen een kistje sigaren en mijn
jjjVier schenen stukken van meer belang,
specialist kwam daarbij te pas, maar
toch ook alles in orde. Het valies met
huismiddelen werd vrijwel geheel omge-
15. mogelijk verwachtten zij dat ik een
«ar of een boterham zou presenteeren.
>j verschenen allen, om de beurt, voor deze
if, Schaar, bijgestaan door den specialist. De
Hnuten waren al lang verstreken. Ik
i^te naar den „Intourist", haalde m'n
^'tjes en wisselde wat geld, want mijn
labels waren verdwenen en in Rusland
iedere vreemdeling een bewijs hebben,
binnen de grenzen van den heilstaat,
Ir) heeft omgezet. We wisselden dus met
L&ct. verlies, want, krijgt men voor een
V 6rik. dollar in den vreemde wel 10 roebel
tjj l Rusland is die gestabiliseerd op 1.94!
1 moet hier nu eenmaal weten te bloeden
lJets verdragen van de groote rechtvaar-
V^id der Sovjets: eenieder moet er wat
k* °ver hebben om het communisme in
L!and te verwezenlijken en vooral om de
w'talisten te vernietigen,
ij. e waren dan goedgekeurd voor Rusland,
Vrt n naal het Perron en onze koffers
Vf weer binnen gedragen. Voor het ver.
Van die 16 koffers over een afstand van
ketens 75 M. betaalden wij de kleinigheid
>10 Hollandsche guldens!
over tienen vertrokken wij uit Nego-
Wij hadden honger gekregen van al
>i^staan en wachten en de drukte daarna.
W eerste wat we deden in den Russischen
die nu voor acht dagen ons verblijf
*Ün, was een bezoek aan den restauratie-
^.6h- Wij waren benieuwd te zien wat de
V.jets ons zouden opdienen! 't Was niet
V bijzonders! Distributie-brood, 'n soort
Va1 dat later bleek visch te zijn, twee
Vi:iPpelen, een augurk en een tomaat
lt. V'as alles. We vroegen nog een flesch
Want water werd er niet verkocht, en
'ben voor een fleschje „lager" de res-
'6o ;ibele som van 2 roebel, d.i. ongeveer
v 81d. j
2oo is dat gebleven, acht dagen lang
V^Ieesch was nooit anders te bepalen dan
ffyid of visch, de augurken en tomaten
V^auw, het brood uit den grijzen dis-
Vhéttjd, en daarbij over 't algemeen nog
boende. Gelukkig konden we onze toe-
1 hemen tot de koffers met levensmid-
H - bediening was niet beter. We had-
h_el bloemen op tafel, maar geen servet-
S «HJgt men elders voor iederen schotel
JSqen vork> in communistisch Rusland
2ij u een uur wachten en daarna is
A 2elf in vijf minuten klaar. Bij het einde
reis moet men ban nog een stuk
Reekenen en verklaren dat men in Sov-
tk 'arid °P de meest hoffelijke manier
(H^hdeld in den restauratie-wagen! Je
omdat je niet weet wat je anders
yk Phten staat.
".f'kh n nacht van Maandag op Dinsdag
bStta wb door de geweldige vlakten en
SS)},11' waar, ruim 100 jaar geleden, Na-
met zijn half millioen soldaten zich
6S baande naar Moskou. Aan weers-
,van de spoorlijn stonden dicht ineen-
6 struiken, zoodat men weinig van
Wij lezen in het Weekblad voor Gymn. en
Middelb. Onderwijs van 11 Nov. 1931 het vol.
gende van de hand van den heer W. G. L.
Wieringa, leeraar in de wiskunde aan de H.
B. S. aan het Santpoorterplein:
Mooi zijn de platenatlassen, die op onze
middelbare scholen onzen leerlingen het
uiterlijk van het leven in vroegere eeuwen
voor oogen stellen.
Mooi zijn de wandplaten, die op de
lagere scholen spreken van menig roemrijk
feit, van menig belangwekkende gebeurte
nis uit onze historie.
Ik wil ze in het minst niet te kort doen,
ik, die als „liefhebber van historie", zoo
menig genotvol uur aan hen te danken
heb.
Maar er is nög een illustratiemiddel, dat
vrijwel niemand in Nederland kent, en dat
ons een nog levendiger beeld kan geven,
dan de vlakke „tweedimensionale" plaat.
Dat zijn de mannen en vrouwen, de bur
gers en edelen uit de oude tijden zélf, ge
kleed in hun veelkleurige gewaden, gezet
in hun eigen ruimtelijke omgeving van drie
dimensies door den tooverstaf uit het
sprookje verkleind tot menschjes in minia
tuur, en plotseling, midden in hun actie of
rust, verstijfd, voor altijd, in tin.
Van die tinnen wezens schreef de heer
H. G. Cannegieter in „Op de Hoogte" van
Sept. 1930:
,Wat kan hij (de verzamelaar) met de
schatten uit Heinrichsen's 1) arsenaal zich
al niet in een klein hoekje van zolder, hal
of studeerkamer voor oogen tooveren! De
militaire doozen levert de firma in over de
10.000 (tien duizend!) verschillende soorten.
t U struixen, zc
VOf/^dschap kon zi
bsdagmorgen, 2 September, waren wij
?-v-ou. Het was half negen. Nadat wij
0ïgvuldig hadden afgesloten, verlieten
Voor de vervulling van de vacature van
directeur-geneesheer van het Provinciaal-,
Stads- en Academisch Ziekenhuis te Gro
ningen zullen B. en W. van Groningen
voordragen als eerste dr. P. H. van Rooyen,
directeur van den Gem. Ge^ Dienst en
van het Gemeentelijk Ziekenhuis te Zaan
dam. Portret van dr. P. H. van Rooyen.
Men kan zich den wereldoorlog van 1914/18
realiseeren of den Fransch-Duitschen oor
log, de Krim en Napoleon, den 30-jarigen
oorlog, den Spaanschen Erfopvolgingsoor
log, de krijgstochten van Hannibal en
Julius Caesar...."
Maar ik wijs u voorè.1 op dezen zin:
De cultuurgeschiedenis ziet het bestaan
van de antieke volkeren uit het Noorden en
Zuiden, het straat, en marktleven uit de
middeleeuwen, de paaldorpen en roof
ridderburchten, Goethe's en Shakespeare's
tijdgenooten. De natuurlijke historie be
schikt over complete botanische tuinen,
diergaarden, berglandschappen, woestijnen
en wildernissen; de aardrijkskunde over
Peruanen, Chilenen, Kaffers, Abessiniërs,
Perzen, Koreanen en wat zij verder maar
wil.
Zou een dergelijk kijkkastje, met zijn
wisselende decors en wisselend bevolking,
zich niet leenen tot leermiddel bij ons mo
dem onderwijs? Opgesteld in de hal van een
school, met een omschrijvende uiteenzetting
daarnaast, zou het op artistieke en amu
sante wijze een hoogst leerzaam inzicht
kunnen verschaffen, en de lessen der ver
schillende docenten met een boeiende
illustratie kunnen aanvullen.
De tinnen soldaat,, om hem nu maar eens
met dien, eigenlijk onjuisten, althans on-
volledigen, naam te noemen, is te goed, om
te worden gemonopoliseerd door verzamel-
maniakken. 2) De paedagogische waarde
van dit materiaal is nog niet voldoende
in het licht gesteld."
Ik ben zoo'n verzamelingsmaniak, ten
minste van tinnen burgers, maar ik wensch
allerminst, die tinnen burgers te monopoli-
seeren. Integendeel! Ik wou ze u zoo graag
laten zien! (De heer Cannegieter zegt er
gens ook: ..de tinnen soldaat is zijn eigen
reclame, en*wie de bekoring, welke van zijn
aanblik uitgaat, niet voelt, zal er niet door
een betoog voor te winnen zijn". En in
Velh. u. Klasings Monatshefte van Dec.
1930, zegt dr. G. Rollenhagen: „Wie zum
Spiel sind auch zu küns'.lerischer Betrach-
tung die „nicht" „nicht-miütarischen
Sorten" sehr geeignet Von diesen Dingen
geht ein Zauber aus, den wir als Kinder
nur ahnen, den wir dann lange vergessen,
und dem wir doch einmal wieder anheim-
fallen.") Ik wil ze u graag laten zien, omdat
ik geloof, dat ze in handen van velen van
u, leeraren in geschiedenis, aardrijks- of
letterkunde, een kostelijk illustratiemateriaal
kunnen zijn bij uw lessen. En bijna niemand
in Nederland kent ze. Het zijn juist in hst
bijzonder de tinnen burgers, die onbekend
zijn, en die de moeite van 't kennen zoo
waard zijn! Van hen zegt dr. Rollenhagen:
„Wer diese, künstieriscn vclendece, P.gu-
ren in ihrer Gesamtheit aufbouwen wollte,
der hatte im Spiegel eine Kulturgeschichte
von hohem Reiz, und ungemeiner Eindring,
lichkeit."
In hun kleeding volkomen betrouwbaar
historisch juist, in hun houding van een
bijna volmaakte natuurlijkheid en levendig
heid, vaak van een gespannen actie en
levenswaarheid, die ze tot werkelijke kunst
uitingen opheft, zijn de burgers van Phoe-
nicië, van Israël, van het oude Grieken
land en Egypte, zijn de. Senatoren en
Equites, de Vestaalsche maagden, de bur
gers in toga, in tunica, in palla of lacerna,
de burgeressen en handwerkslieden, de
gladiatoren en wagenrenners, de slaven,
bedelaars en kinderen van het Oude Rome
waard, door u gekend te worden.
In „middeleeuwers" wordt de keuze over
stelpend
Nu de „histoire-bataille" op den achter
grond raakt, en terecht (ai was 't a^een
maar uit practisch oogpun en het zwaarte
punt van het onderwijs meer en meer ver
legd wordt naar de beschavingsgeschiedenis,
nu is het bijzonder gewenscht den leer
lingen een zoo levendig mogeljken „x-.k te
geven in de belangrijkste cultuurperioden
der historie.
Nog beter dan platenatlassep en wand
platen kan een goed diorama ons een
„levende" voorstelling geven van het-leven-
van-toen. Ik denk aan de kostelijke dio
rama's op vele tentoonstellingen en üi
musea.
Voor schoolgebruik te groot en te kost
baar.
Maar in kleiner, in „schoolformaat" zijn ze
te maken en te bevolken, zóó, dat ze een,
voor de leerl ngen zéér aantrekkelijke, de
werkelijkheid benaderende (naar de mate
van het „kunnen" van den maker), in leven
digheid en diepte van indruk door geen
vlakke plaat te overtreffen, weergave van 't
verleden vormen.
Ik ben geen historicus, en geen schilder,
alléén maar „liefhebber", en heb, zco goed
ik kon, getracht eenige diorama's te maken
als voorbeeld, hoe 't kan. Maar een deskun
dige zal 't juister en beter kunnen (en moe
ten) doen.
Wie „daltoniseert" zal, bijv. met zijn leer
lingen gezamenlijk een diorama in elkaar
kunnen zetten van een oud-Grieksche of
Romeinsche stad, van een Hanza-haven, van
een Rokoko-marktple'n, scènes uit Wilhelm
Teil of uit Wilhelm Meister, een Chineeschs
stadswijk of een Indisch dorp, Venetië in 1500
of een Veemgericht of 'n heksenproces
Wallenstein's kamp of een katholieke Pro.
cessie. Dat leidt tot zelfstandig speuren door
de leerlingen naar het stadsbeeld uit die
tijden, naar de architectuur, de typeerende
gebouwen, poorten en straatjes. Het zoeken
naar de hiervoor benoodigde illustratie's en
literatuur, de bestudeering der verschillende
costume's, die de figuren (historisch juist!)
vertoonen, lijkt mij buitengewoon leerzaam en
nuttig. Dat het boeiend en bevredigend is,
weet ik bij ondervinding!
Maar ik, leek op dit gebied, kan niet de
vele mogelijkheden overzien, die de figuren in
uw handen, collega's historici, literatoren,
geografen, kunst- en kuituurhistorici vooral,
kunnen opleveren!
Als Ge de figuren maar eerst kent!
En die kent Ge niet!
Als Ge „tinnen soldaatjes" kent, kent Ge
deze al heelemaal niet, want ze zijn anders
en beter, duizendmaal beter.
Daarom noodig ik u uit te komen ken
nismaken met de figuren die ik verzamelde,
en waaruit ik een 16-tal kleine diorama's
vervaardigde (van 16-26 tot 60-65 c.M. in
omtrek) (o.a. Haven van Tyrus, Egyptisch
Tempelplein, Paalwoningen, Romeinsche
Straatweg en Amphitheater, Germaansche
Rechtspleging, kasteelbouw in 1100, enz. tot
een marktplein in 1840 toe).
Ze zullen te zien zijn in het gebouw van
de G.H.B.S.-B aan het Santpoorterplein te
Haarlem (ingang Hedastraat) voor ieder be
langstellende, op Woensdag 18 Nov. a.s. van
17 uur, op Zaterdag 21 Nov. van 14K-—
17 en van 1921 uur en op Woensdag 25
Nov. van 14K17 en van 1921 uur.
Tot zoover het stuk in het Weekblad voor
Gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs.
Daar de, in de G.H.B.S.-B tentoongestelde
diorama's ook buiten den engeren kring van
het onderwijs, belangstelling blijken te vin
den, heeft de directeur, dr. v. d. Hoek, goed
gevonden, dat de diorama's ook nog a.s.
Zaterdag 28 Nov. voor belangstellenden te
zien zullen zijn (dus Woensdag 25 en Zater
dag 28 Nov. beide dagen van lilA17 en van
19—21 uur).
1) Een der bekendste fabribanten van
deze tinnen figuren.
2) In Frankrijk is verleden jaar opgericht
de „Société des Collecteurs de Soldats
d'Etain de France", onder voorzitterschap
J.I. Zondag vierde Eerbied in Gods Huis zijn 25-jarig feest. Bfj die gelegenheid
werd de vereeniging opgeheven, omdat haar werk wordt overgenomen door de paro-
chieele vereenigingen. Hierboven een foto van de leden.
van mr. Paul Armont, bankier te Parijs.
In Duitschland bestaan al lang twee ver
eenigingen, die hun eigen maandbladen uit
geven en congressen houden, en onder hare
leden vele militairen, maar ook geestelijken,
notarissen, leeraren enz. tellen.
Dit jaar geeft Pater Wijnand Sluijs O.
F.M. voor de vierde maal in de Kleverpark-
kerk een zestal conferenties voor niet-ka-
tholieken. De algemeene titel van deze
cyclus is „God en de Mensch".
In de eerste conferentie is onder voorlich
ting van 's menschen natuurlijk verstand be
toogd: Gods bestaan. Gisteravond werd be
sproken de goddelijke Openbaring. De mensch
verlangt omtrent God en 's menschen ver
houding tot God en Gods verhouding tot de
schepping meer te weten. Is nu de rede al
leen bevoegd genoeg klare antwoorden te
geven op alle vragen, welke zich naar voren
dringen omtrent God en godsdienst en alle
daaruit voortvloeidende verplichtingen?
De mcnschelijke rede alleen is niet vol
doende èn aangaande die godsdienstwaarhe
den, waarvan de mensch zelfs het bestaan
niet bevroedt, èn aangaande die waarheden,
welke wel binnen den speurzin van het men-
schelijk verstad vallen, doch om den groe
ten omvang of niet alle. of niet alle juist
met de noodige zekerheid kunnen ge
kend worden. Zonder goddelijke voor
lichting dolen we in een warnet van en
kele zeker gekende waarheden, vele gistin
gen en dwalingen.
God komt den mensch te hulp. Hij heeft
tot de menschheid gesproken.
Onderzocht wordt: 1. Is 'n goddelijke open
baring mogelijk? 2. Is 5n goddelijke openba
ring noodzakelijk? 3. Is de goddelijke open
baring een feit?
Over de noodzakelijkheid van 'n godde
lijke openbaring wordt in het le gedeelte der
conferentie breedvoering gesproken. Die
noodzakelijkheid is gebleken in de vóór-
christel. tijden; die noodzakelijkheid blijkt
de na-christelijke tijden. Met eenige orato
rische schilderingen worden' de resultaten
naar voren gebracht van Rationalisme, ma
terialisme van het godsdienstlooze cultuur
leven, niet 't minst uit onze aller-modern-
ste tijden.
Conclusie van het le gedeelte der confe
rentie: 'n Voorlichting van Gods kant is
noodzakelijk om te geraken tot zekere ken
nis omtrent de ware levensbeschouwing.
Het tweede gedeelte van de conferentie
geeft antwoord op de vraag: Is de Godde
lijke Openbaring 'n feit? Onderzoek: Er is
iets in de geschiedenis, dat zich aandient als
goddelijke openbaring. Dit alvast is niet te
loochenen. Zijn dat nu slechts woorden, of
is er ook inderdaad sprake van openbaring
Góds. Er moeten kenteekenen zijn voor de
goddelijkheid. Deze zijn er: 1. Vrij zijn van
dwaling; 2. eenvoud en heiligheid en ver
hevenheid. Deze kenteekenen vormen nog
geen bewijzen, geven sïeclits waarschijnlijk
heid. Afdoende bewijzen zijn: klaarblijkelijk
goddel. teekenen: wonderen (Gods almacht),
voorspellingen (Gods alwetendheid).
In de volgende conferentie over de bewijs
kracht hiervan; nu wordt die bewijskracht
verondersteld. De vraag is nu maar: kan
datgene, wat zich aandient als goddelijke
openbaring wijzen op klaarblijkelijk goddel.
teekenen. Het antwoord geeft de geschiedenis,
zooals ze staat opgeteekend in 'n verzame
ling van boeken, welke Bijbel genoemd wordt.
Is die Bijbel in het meedeelen van diè ge
schiedkundige feiten n.l. het geschieden van
klaarblijkelijk goddelijke teekenen betrouw
baar. Met de beginselen van de hist, critiek
blijkt van wel. Diegenen, die de zoogenaam
de goddelijke openbaring tot ons brachten,
hebben afdoende bewezen inderdaad door
God gezonden te zijn om die goddelijke
openbaring als openbaring Gods tot ons te
brengen.
Derhalve; De goddelijke openbaring is 'n
feit.
Die Godsgezanten eigenlijk één, n.l.
de Zoon Gods zelf hebben ook ingesteld
'n orgaan dat kan uitmaken onder de lei
ding Gods van welkenomvang de openbaring is
en wat ze beteekent.
Met opwekkingen om te bidden om de ge
nade des geloofs werd de conferentie geslo
ten, want gelooven is instemmen met den
inhoud der openbaring. Die instemming
komt van genade.
De onverharde weg tusschen de trambaan.
Korten tijd geleden verzochten de A. N.
W. B. en de K. N. A. C. aan den betrok
ken hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat
om verbetering te bevorderen van de gedeel
ten in den weg Sassenheim-Noordholland-
sche grens, waar de in de bebouwde kommen
verharde weggedeelten van de trambaan
plotseling overgaan in onverharde gedeelten.
In antwoord op dit verzoek ontvingen deze
vereenigingen thans de mededeeling, dat de
weg SassenheimNoordhollandsche grens
zich nog in een overgangstoestand bevindt,
zooals uit verschillende plaatselijke situaties
kan blijken. Pas na geslaagden grondaan
koop van nog ontbrekende terreinstrooken
en vaststelling der plannen tot ombouw van
de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg-Maat
schappij kunnen de nog onvoldoende weg-
vakjes, waartoe ook de bovenbedoelde weg
gedeelten behooren, in hun definitieven
staat worden gebracht, voor zooveel de be
schikbare middelen dit veroorloven.
De Zeereerw. Pater N. Stam, Pastoor te
Kavirondo in Oost-Afrika, schrijft ons:
Klachten zijn in Afrika gekomen, dat ik
nooit van mij heb laten hooren en dat men
eiken dag uitgekeken heeft naar een be
richtje van mij in de Nieuwe Haarlemsche
Courant. En nu is het eigenlijk veel te laat
om te schrijven dat ik gezond en behouden
in mijn missiepost van Mumias in Kavirondo
ben aangekomen. De reis was voorspoedig,
maar op de Roode Zee was het buitengewoon
heet; zoo'n hitte had ik, voor zoover ik mij
herinneren kan, nooit ondervonden. Het bleef
maar warm, zelfs toen wij de Roode Zee door
waren, maar toen wij bij Kaap Guardafui
den hoek omdraaiden werd het stormweer en
op die manier werd het een beetje draaglijk,
maar de zee was zoo opgewonden, dat wij
twee dagen te laat in Mombasa aankwamen.
In Mombasa ging ik op den trein naar het
Victoria-meer, maar daar de reis mij te lang
was heb ik het in drie stukken gedaan.
Mijn plan was om een missie te beginnen
in het land Suk ten zuiden van Abbessinië,
omdat ons H. Geloof daar nog nooit verkon
digd is.
Ik ondervond heel wat tegenkantingen,
daar men het op mijn leeftijd te gewaagd
achtte en daarbij kwam, dat mijn oude chris
tenen van Mumias mij met alle geweld terug
wilden hebben.
Ik maakte mijn reis van Kisumu over den
missiepost van Kakamega in een kleinen
vrachtauto.
Daar ik het laatste jaar gewend was ge
raakt aan electriciteit en goede weger., moest
ik dadelijk worden overtuigd, dat ik. weer in
Afrika terug was, want wij kregen zoo'n
Afrikaansche stortbui, dat wij geen hand
voor oogen konden zien vanwege het gor
dijn van regen, dat voor ons hing. Toen de
regen tamelijk fatsoenlijk begon te vallen,
gingen wij door. maar Ie modder was onder-
tusschen verschrikkelijk geworden en wij ble
ven maar uitglijden. De zon was gezakt en
onze lichten werkten niet; met behulp van
lucifers trachtten wij de kettingen om de
banden te leggen. Daar de wielen diep in de
modder zaten, ging dit zoo gemakkelijk niet
en de regen doofde elk lucifertje uit, totdat
ook het doosje nat was, voordat wij de ket
tingen er om konden krijgen. Het was Stik
donker, en wij probeerden, den wagen naar
beneden te laten glijden, langs den heuvel
naar dr rivier. Dit werd een gevaarlijk werkje,
want in de uiterste duisternis liepen wij ge
vaar om de brug te missen en in de rivier
terecht te komen. Onze engelbewaarder moest
er dus bij te pas komen en tegen midder
nacht bereikten wij de brug.
Nu moesten wij heuvel op en dit gelukte
niet, zoodat wij een paar uur in de modder
bleven steken.
Wij waren toen slechts een 9 K.M. van den
missiepost van Kakamega en Fr. Bunck. die
den wagen bestuurde, besloot, naar een van
zijn bijkerken te gaan om zijn negers te roe
pen. Door de dikke duisternis misleid kon
hij de bijkerk niet vinden en liep hij naar de
missie, waar hij broeder Michel uit bed haal
de, die met een lantaarn en eenige negers ons
uit de modder kwamen helpen.
Ofschoon mijn aankomst in Mumias niet
was aangekondigd, was het nieuws doorge
lekt, want ik kon dien dag niet van Kaka
mega vertrekken. Tot mijn groote verwonde
ring voHd ik op den '.veg bij de missie twee
lange rijen van christenen, die mij onder
handgeklap en gejuich ontvingen.
van Zuid-Holland.
Aan het Provinciaal wegenverslag '31 voor
Zuid-Holland ontleenen wij, dat de over
dracht van den weg WassenaarNoordhol
landsche grens zoomede de beide zijtakken
van den Haarlemmermeerpolder langs Hil-
legom naar de Zilk en van Sassenheim naar
Noordwijkerhout binnenkort geheel haar be
slag zal hebben gekregen.
Omtrent de overneming van den Rijks
weg 's-GravenhageHaarlem (Post brug)
VoorhoutNoordwijk en den weg Haagsche
SchouwKatwijkKatwijk a. d. Rijn is
met de localiteit nog geen overeenstemming
bereikt. Bij het nader in studie nemen van
de verbetering dezer wegen is gebleken, dat
een bevredigende oplossing van het wegen-
vraagstuk in deze omgeving, zonder buiten
sporig hooge uitgaven, uiterst moeilijk is.
Ook de Vereeniging van Zuiderzec-
gemeenten is voor behoud
Door de Vereeniging van Zuiderzee-ge-
meenten is in een adres aan den Minister
van Waterstaat adheasie betuigd aan het re
quest door de comité's van actie in de pro
vincies Noord-Holland en Friesland tot be
houd van den veerdienst EnkhuizenSta
voren.
Verklaard wordt, dat het een ramp zou zijn
voor een belangrijk deel van ons land, als
de veerdienst, en daarmede ook de daaraan
annexe sneltreinverbindingen, werden opge
heven.
Den Minister wordt verzocht, zijn bijzon
dere aandacht aan deze kwestie te wijden!
Het gisteren geïnstalleerde Nationaal
Crisiscomité, waarvan H. K. H. Prinses
Juliana eere-voorzitster is, heeft zijn
doel als volgt omschreven:
Het lenigen, zooveel mogelijk in sa
menwerking met bestaande corporaties,
van individueelen nood, welke het ge
volg is van crisis, ook in gevallen waarin
die corporaties niet of niet in voldoende
mate kunnen voorzien. Het comité doet,
evenals in Haarlem het geval is, daar
mee een beroep op de bestaande corpo
raties: op hun welwillende medewerking
en op hun organismen. En het comité
biedt zijn hulp aan voor hun verzwaarde
taak.
Het streven van het comité is in de
eerste plaats naar de individueele be
hoefte gericht, dus daarheen, waar de
nood persoonlijk geleden v/ordt, of steun
ontbeerd. Of het comité nog op ruimer
basis zal kunnen gaan werken, zal de
ondervinding weldra uitwijzen, als blijkt
welke middelen ons ten dienste staan.
Het comité wil aan de moreele geva
ren, die de werkloosheid met zich brengt
tegemoet komen o.m. door het brengen
van nuttige ontwikkeling en sympa
thieke ontspanning te steunen.
Wij maken ons niet schuldig aan
plaatselijk chauvinisme, wanneer wij
constateeren, dat de doelstelling van het
Nationaal Crisiscomité overeenkomt
met die van het verleden jaar in Haar
lem onder voorzitterschap van Z. H.
Exc. Mgr. Aengenent ingestelde comité
tot bestrijding van de gevolgen der
werkloosheid, maar bewijzen daarmede
hoe de juistheid van het Haarlemsche
initiatief in breeden kring wordt inge
zien. Na Haarlem zijn in vele plaatsen
van ons land crisiscomité's opgericht,
die hetzelfde doel nastreven, en nu volgt
het Nationaal comité onder de hooge
medewerking van ons Vorstelijk Huis.
Ieder, die den nood der werkloozen
kent, zal zich daarover verheugen en de
Haarlemmers hebben de genoegdoening,
dat in hun stad op deze zijde van her
werkloozenvraagstuk het eerst de aan
dacht is gevestigd. Verleden jaar heeft
het comité reeds voortreffelijk werk
verricht, waarvoor in het bijzonder den
beiden secretarissen van het comité een
woord van hulde toe komt, maar de
oprichters van het Nationaal comité
spoort ons aan de bijzondere aandacht
te vragen voor de circulaire, die het
comité onlangs heeft rondgezonden om
aan te kondigen, dat het comité ook
voor dezen winter zijn werk weer begon
nen is en steun vraagt.
In het bijzonder moge de oproep bij
de katholieken weerklank vinden. Niet
alleen omdat de Bisschop voorzitter van
het comité is, maar ook omdat Mgr.
door eigen mooi voorbeeld leert op welke
wijze de liefde voor de werkloozen zich
kan uiten. Wie wat heeft, geve ruim;
wie minder heeft, geve minder, maar
ieder, die nog werk heeft, moet het zich
tot een eerezaak rekenen een deel van
zijn inkomen ten bate van zijn minder
gelukkigen, werkloozen medemensch
af te staan. Men prate niet te veel over
de vraag of een betere maatschappelijke
ordening mogelijk zou zijn, waarin een
zoo omvangrijk leed als nu wordt ge
leden niet mogelijk zal wezen, maar de
overheid werke door soepelen steun
met de particuliere liefdadigheid en
naastenliefde samen om allen door de
bittere tijden heen te helpen.
Gemeentezaken
H. Smolenaars, te Bloemendaal, heeft
zich bereid verklaard aan deze gemeente,
met bestemming voor openbaren weg, om
niet in eigendom over te dragen gronden,
kad. bekend gemeente Haarlem II Sectie P
Nrs. 178, 206, 179, 205, 181 en 204 (allle ge
deeltelijk) in totaal groot pl.m. 10.900 M2
Aanvaarding van die gronden met de
aangegeven bestemming en onder de voor
waarden opgenomen in het onderstaand
ontwerp gesluiten, achten B, en W. in het
belang der gemeente.
Vervolgens heeft Smolenaars zich bereid
verklaard, aan deze gemeente te verkoo-
pen den op voormelde teekening met blauwe
kleur aangeduiden grond, welke grond bij
het uitbreidingsplan is aangewezen voor
een te stichten kerkgebouw. Gelet op de
grootte van het vóór het geprojecteerde
kerkgebouw ontworpen plantsoen, is als
koopprijs van den voor dat gebouw bestem
den grond een bedrag van f 21.000, in on
derling overleg bepaald.
B. en W. deelen mede. dat het voor af
ronding der beschikbar- bouwterreinen ge
wenscht is met Smolenaars, voornoemd,
eene ruiling van grond aan te gaan.
Aanvullinqs-Agenda
voor de vergadering van den Raad der
gemeente Haarlem op Woensdag, 25 No
vember 1931.
Punt 9a. Aanvaarding om niet. aankoop
en ruiling van gronden, ten zuiden van de
ém-terdamsche Vaart (gedrukt stuk No.
467),
Brutale overval
Twee gemaskerde mannen dr;ngen een
woning binnen
Toen mej. B. v. d. B. K. zich Zaterdag
avond in haar woning aan den Zwaans
hals te Rotterdam bevond drongen plotseling
twee gemaskerde mannen binnen, waarvan
de een haar met een revolver bedreigde, ter
wijl de anderè haar om haar geld vroeg. Doo-
delijk verschrikt schudde zij den inhoud van
haar portemonnaie f 15 op de tafel uit. De
kerels gristen het geld weg en verdwenen
daarna ijlings. Oogenblikkelijk waarschuwde
de vrouw haar echtgenoot, die aangifte van
het geval bij de politie deed. w
Deze heeft de zaak nu in onderzoek.
1
i
e
i,
3
S
3.
a
e
•r
•s
il
,t
a
n
t-
>r
•n.
n
;n
t-
a.
:r
it,
>P
el
m
n.
:o
t-
;n
ïn
rs
it
Ln
•n
d.
al
i.
in
n
in
ig
ie
ïn
i-
ze
.s.
;n
id
ïn
es
D-
rg
,n
i.;
A..
Li.
r-
j..