J. Lottgering 17 IDE GRAPJAS HARLEKIJN! Beperking invoer van goederen I EO H. DE NIE Voor de Huiskamer vierde blad S3 St. ÊficGSaasgeschsstó WOENSDAG 2 DECEMBER 1931 BLADZIJ DE 1 TWEEDE KAMER BEGROOTING VAN DEFENSIE De minister aan het woord BINNENLANDSCH NIEUWS Tegen korting op uitkeeringen Lucifers ONZE OOST LUCHTVAART Amsterdam-Batavia v.v. in 7 dagen KERKNIEUWS Marteldood van Missionarissen ¥srveri] en Chemische Wasscherij Groote Houtstraat 5a, Tel. 10771 STOPPAGES, SCHOENVERVEN EN K0EDESIV0RMEN Hoe de zwaan van Harlekijn uit visschen &in& Vergadering van Dinsdag Aan het begin der vergadering wordt ge ïnstalleerd prof. B. D. Eerdmans (V.B.) die benoemd is in de plaats van den heer van Kempen. Invoerbeperking Voortgezet wordt de behandeling van het ontwerp tot contingenteering van den in voer. De heer v. d. TEMPEL (S.D.A.P.) vraagt zich af of wij gaan meedoen aan het alom heerschende economisch nationalisme. Spr. staat bij voorbaat niet principieel afwijzend tegen tijdelijke maatregelen van dezen aard. biaar hij wenscht niet te zwenken naar het Protectionisme. Spr. heeft den indruk, dat de regeering een uitgebreide actieve handelspolitiek wil gaan voeren. De regeering wil de handels balans verbeteren. Die handelsbalans is in derdaad passief maar dat is zij van ouds. Abnormaal passief is zij niet. Spr. licht dit toe met cijfers. Hij geeft echter toe, dat het Percentage van den invoer, dat gedekt Word door dat van den uitvoer, den laat- sten tijd ongunstiger is geworden. Het ontwerp zal ook verschillende arti kelen in prijs doen stijgen met als gevolg meer werkloosheid. De regeering vraagt een blanco mandaat. Zij kan daarmee geheel verschillende doel einden nastreven. Spr. vreest voor bevoor rechting en bevordering van groepsbelan gen. De heer OUD (V.D.) zegt, dat de regee ring met deze wet in de hand onze handels- Politiek radicaal kan veranderen en met volle zeilen in protectionistisch vaarwater kan terecht komen. De vrijhandel is voor spr. geen dogma, maar men heeft nog nooit duidelijk kunnen maken, dat he' voor ons volk beter is als het den vrijhandel prijs geeft. Het beginsel Van den vrijhandel eischt echter niet, dat men in buitengewone gevallen geen steun mag verleenen aan bepaalde bedrijven. Van actieven regeerings-invloed tot verbetering van onze betalingsbalans verwacht spr. wei nig. Men kan ook te dien aanzien veel on heil stichten. Wanneer het ontwerp wordt aangenomen, zal de regeering dan ook in hoofdzaak zich moeten beperken tot het te gengaan van prijsbederf. Spr. vreest echter, dat de regeering ver der zal gaan en door den uitvoer tegen te houden, de handelsbalans nog slechter zal maken. De regeering trekt een vergelijking met den oorlogstijd, toen ook blanco-volmach ten gegeven werden. In de eerste plaats is het de vraag, of men den toestand van nu mag vergelijken met dien van in den oo:- tog en dan meent spr. dat onze ervaringen met die volmachten niet zeer gunstig zijn. Spr. sluit zich dan ook geheel aan bij den heer van den Tempel waar deze als eisch stelde, dat na een maatregel der regeering onmiddellijk wettelijk bekrachtiging wordt Bevraagd. De heer v. d. HEUVEL (A.H.l acht in het licht der omstandigheden het wetsont werp noodzakelijk, al is het doel niet scherp omlijnd. Alleen het middel is duidelijk aan gegeven. Een noodzakelijk kwaad kan men het ontwerp niet noemen want als een maatregel noodzakelijk is, houdt hij op een kwaad te zijn als hij genomen wordt. Spr. betoogt, dat Nederland zich niet te laat mag aanpassen aan de gewijzigde om standigheden. Men kan de toespitsing van de nationale economie bejammeren, nu het laatste groote vrijhandelsland, Engeland, onder leiding van Mac Donald, ook het pro tectionisme heeft aanvaard, zijn wij wel genoodzaakt, maatregelen te nemen. In Principe staat het vast, dat dit ontwerp Rrooter omzet voor onze industrie kan be tverken. De minister wil nu de anti-dumpingwet laten rusten, maar spr. wil hem op het hart drukken, dat men niet spoedig te veel kan doen in deze omstandigheden. De hr. v. VOORST TOT VOORST (R. K.) Wilde, dat deze wet niet noodig was. Land en tuinbouw zijn immers het meest gebaat bij vrijhandel. De omstandigheden maken het ontwerp nu eenmaal noodzakelijk. Spr. wijst o.m. op den grooten invoer van vieesch, die dringend verminderd moet wor den. De heer BIEREMA (V.B.) meent, dat, nu Engeland op vrjjhandelsgebied is overstag gegaan, wij nolens volens in den maalstroom Worden meegesleurd. Spr. kan niet inzien dat het bezwaarlijk is, achteraf van genomen maatregelen goedkeuring bi) de wet se vragen. Wanneer dit laatste wordt ingelascht, zijn een groot deel der bezwaren van sprekers fractie ver vallen. De heer HERMANS (R. K.) betoogt, dat veel te veel kapitaal is vastgezet in buiteu- landsche ondernemingen. Komt daar nu nog bij een vergrocting van den invoer, den zullen de nadeelen nog scherper Worden. Wanneer productiekosten verlaagd kunnen worden, is dit goed, maar daar voor is loonsverlaging niet noodig. Onze loonen zijn inderdaad hooger dan in de meeste andere landen, maar men vergeet, dat onze arbeiders meer presteeren dan die in andere landen. De heer DE VISSER (C. P.) betoogt, dat iedere maatregel, dien men neemt om de ontreddering van net kapitalisme tegen ie gaan, tot mislukking gedoemd is. Ook Ne derland treedt steeds meer actief op in den economischen oorlog tegen Sovjet- Rusland. Dit ontwerp is er weer een bewijs van. Het toch al slaaische parlement wil de minister nu geheel uitschakelen. Daarbij beroept de minister zich op de beruchte distributie wet vac. Posthuma, die zooveel knoeierij heeft in de hand gewerkt om van corruptie niet te spreken. Spr. meent, dat met beperking van den invoer bijna wiskundig samenhangt beper king van den uitvoer, hetgeen funest 's voor ons land. Het ontwerp brengt ons in den economischen otrijd. die leiden zal tot oorlog. De vergadering wordt geschorst tot des o-'onds 8 uur. AVONDVERGADERING DEFENSEE-BEGROOTING De algemeene beschouwingen worden voortgezet. De heer WIJNKOOP IC. P.) bespreekt de ontwapening en meent, dat wel niemand in het licht der laatste gebeurtenissen, aan de bereiking daarvan meer zal gelooven In plaats van te bezuinigen wordt in Nederland al het mogelijke gedaan om onze defensie te versterken. Van zelfstandigheidspohtiek of neutrali teit ten onzent, kan geen sprake zijn, het is een aanleunen tegen Engeland en Frankrijk om de kapitalistische belangen in Indonesië te verdedigen. De heer 6URING (R.K..) bepleit de be langen van de oude gepensionneerde mili- tairen De heer KERSTEN (St. G. P.) heeft met genoegen gezien, dat de Minister in afzien bare toekomst een weermacht noodig acht. Ook het Nederlandsch? volk is zoo ver standig, niet te luisteren naar het zoet gefluit der ontwapenaars. Het vredespaleis staat hier als een caricatuur en de Volken bond is een aanfluiting geworden. Aan de geestelijke verzorging moet groote zorg worden besteed. Als de oorlog dreigt vinde hij ons volk niet slapende, noch ontwapend. De heer FABER (S. D. A. P.) zegt, dat bij de legerocfenir.gen geen sprake is ge weest van een voorbereidende georgani seerde actie van anti-miiitairisten. Er moet een nieuwe geest, een andere ge zindheid komen ten aanzien van de vredes- actie; de vernietiging van het mlitairisme moet komen van een krachtig élan van de volken zelf. De heer WEITKAMP (C. H.) bestrijdt de ontwapeningsactie der S. D. A. P. en be tuigt zijn instemming met de beschouwing van den minister over de economische en industrieele weerbaarmaking. De voedselvoorziening in oorlogstijd moet behoorlijk worden voorbereid en georgani seerd. De heer FLORIS VOS (M.P.) dringt aan op nationale ontwapening in afwachting van internationale ontwapening. De heer SLOTEMAKER DE BRUINE (C. H.) bestrijdt het betopg van den heer Faber. Deze sprak van den oorlog ais een zondig gebruik, maar dat kan niet door den beu gel, de oorlog is geen gebruik, het is een vreeselijke resultante van verschrikkelijke oorzaken. De taak van de Volksvertegenwoordiging ten aanzien van de landsverdediging is te doen wat noodig is, en internationaal sa menwerking te zoeken met andere volksver tegenwoordigingen om te komen tot vermin dering der bewapening en arbitrage. Rede van den Minister. De Minister van Defensie, de heer DEC KERS acht het begrijpelijk, dat de bezui niging op zjjn begrooting de aandacht zou hebben van de ontwapenaars. En spr. had ook verwacht, wat de heeren Marchant, K. ter Laan en Van Zadelhoff hier zouden zeg gen over sprekers persoon, nl. dat hij de zaakwaarnemer is van al wat militaristisch is. Zoo er in ons land ooit van militarisme sprake is geweest, thans is dat toch waar lijk niet het geval met deze bescheiden be groeting voor onze bescheiden weermacht. Spr. dankt de leden die hem hebben ge steund en zet nader de in de begrooting aangebrachte bezuinigingen uiteen. Sommige leden vroegen of spr. niet te ver ging met zijn bezuinigingen, maar spr. meent erin te zy'n geslaagd de vitale belangen van de weermacht niet aan te tasten. Spr. komt in de eerste plaats op dé be zuiniging op de vloot. Door de vertraging in den aanbouw van den derden kruiser wordt- 't vlootplan in zijn geheel niet omver ge worpen. Den bouw geheel staken is onmo gelijk, er moet in Indië een reservekruiser zijn. Ten aanzien van Curacao wordt voorzich tigheid betracht en de weermacht zal daar niet worden verminderd. Het aantal Europeesche schepelingen in Indië kan noch in Indië poch hier eenzijdig worden verlaagd. Dit moet in overleg ge schieden. Hun aantal betreft thans 2447. Dat hier te lande vliegers worden opge leid voor Indië is geen luxe. maar nood zakelijk. Opleiding in Indië zou geen be zuiniging opleveren. De Zondagsrust zal ook bij de zeemacht zooveel mogelijk worden bevorderd en klach ten komen niet in. Of de wachten nog iets kunnen worden beperkt op Zondag zal spr. onderzoeken. Aan den heer Tilanus kan spr. mededee- len, dat de commandant van de Nautilus, het politieschip voor de visscherij, bij zyn chefs zeer goed bekend staat en dat hij de belangen der visschers zeer goed behartigt. Dat de encadreering bij het loodswezen te kostbaar zou zijn, moet spr. den heer Van de Bilt betwisten, er is juist bij het loods wezen sterk bezuinigd. De regeling van de rechtspositie der lood sen is door spr. zooveel mogelijk bevorderd. Spr. komt er tegen op. dat de heer Van der Houven de cijfers omtrent de diensttijden der loodsen tendentieus acht. De diensturen zijn niet alle werkuren, maar worden door gebracht in rustige rust. Spr. krijgt nooit klachten van de loodsen. Deze zijn niet on tevreden. Zoo is het ook met den dienst bij het betonningswezen; ook daar zijn vaar- uren geen werkuren. Aan de verschuiving van de herhalings oefeningen kleven bezwaren, maar daar meende spr. overheen te moeten stappen ter wille van de bezuiniging. De bijzondere vrijwilligers worden in moeilijke tijden opgeroepen om te voor komen, dat een heele lichting onder de wa penen zou moeten worden geroepen. Het aantal muziekkorpsen wil spreker niet verder beperken. Vermindering der lichting tot 13.000 man, zooals de motie-Ter Laan vraagt, moet spr. afwijzen. Vroeger ..eelt hij zelf met den heer Bomans een dergelijke motie voorge steld, maar toen beschikte men over een zeer groot aantal goed geoefende man schappen. Aan de belangen der oude gepension- neerden zal spr. zijn aandacht geven. Een andere pensioenregeling voor de militaire paardenartsen zou wijziging der militaire pensioenwet noodig maken. De doorstrooming van het onderofficie rencorps zal verbeterd worden door te ver wachten pensionneeringen De bezoldigingen der onderofficieren zijn waarlijk niet te laag. De geestelijke verzorging heeft sprekers voortdurende aandacht. Ten aanzien van de bescherming tegen aanvallen uit de lucht (die behoorlijk moet worden voorbereid), rekent spr. op de me dewerking van de gemeenten. Spr. had ge dacht, dat deze dienst nu ook de mede werking zou krijgen van de eenzijdige ont wapenaars, maar dat is ook al weer een illusie gebleken. Dat er in 1914 geen vol doende voorraad gasmaskers was is een eigenaardig verwijt: geen enkel land had toen gasmaskers. Die bestonden toen nog niet! Dat de Hollandsche Industrie- en Han delsmaatschappij een dochteronderneming is van Krupp, gelijk de heer Van Zadelhoff beweerde, is absoluut onjuist. De heer Van Zadelhoff benadeelt met dergelijke uitla tingen den goeden naam van ons land in het buitenland. Spr. heeft zijn medewerking verleend om het kwaad door den heer Van Zadelhoff gesticht, te doen verdwijnen. Spr. behandelt vervolgens de bezwaren van mevrouw Bakker—Nort over de toepas sing der Dienstweigeraarswet en noemt eenige voorbeelden van bezwaren, die zijn erkend. Niet aanvaard worden politieke bezwaren. Dit jaar Zijn de bezwaren van aile 24 dienstplichtigen, die zich hebben aange meld, aanvaard. Ten slotte moet spreker nog de vraag van den heer Wijnkoop beantwoorden of er- een Nederlandsch oorlogsschip naar China is of zal worden gezonden. Die vraag wordt ontkennend beantwoord. Behandeling der Artikelen Bij artikel 6 licht de heer DROP (S. D.) een amendement-Ter Laan toe, om dit te verminderen met 4.000.000, met de bedoe ling, om den nieuwen bouw bij de vloot stop te' zetten. De MINISTER zegt, dat hij voor zijn be zuinigingen niets dan hoon ontvangt. Spr. kan het amendement niet aanvaarden; het zou leiden tot afbraak. Bij artikel 24 licht de heer JOEKES (V.D.) een amendement toe van den heer Marchant, om dezen post (materieel en ar tillerie) te verminderen met 3.463.000). De strekking is geen gelden uit te trekken voor het z.g. bewapeningsfonds. De heer VAN DIJK (A.R.) vraagt den Minister, om, zoodra de toestanden weer gunstiger zullen zijn, het z.g. bewapenings- fonds weer voor het volle bedrag van 4.000.000 op de begrooting te brengen. De MINISTER bestrijdt het amendement. De vraag van den heer Van Dijk beant woordt spreker bevestigend. Bij artikel 48 licht de heer K. TER LAAN (S.D.) een amendement toe, om het artikel met 200.000 te verminderen, met de be doeling in 1932 geen herhalingsoefeningen te houden. De MINISTER bestrijdt het amendement. Aan de belangen van het personeel geeft spr. steeds zijn goede zorgen. Bij artikel 65 (geneeskundige verzorging) bepleit de heer K. TER LAAN (S.D.) een betere regeling voor het verplegend perso neel. De MINISTER houdt ook hier vol, dat de belangen van het personeel voldoende wor den verzorgd. Bij artikel 126 licht de heer K. TER LAAN een amendement toe, om aen post materiaal-uitgaven voor de. marechaussee met 1 te verminderen. De bedoeling hiervan is uit te drukken dat niet zal wor den overgegaan tot den bouw van een nieuwe kazerne te Steenbergen. De MINISTER verklaart, dat hij bereid is te wachten met den bouw van deze ka zerne nu er nog een adres bij de Kamer aanhangig is over deze kwestie, waarover eerst dient te Vorden beslist. Hierna trekt de heer K- TER LAAN zijn amendement in. (Wordt vervolgd) Den Helder vraagt een congres van de Ver, van Nederl. gemeenten Het gemeentebestuur van Den Helder Reeft gisteren een telegram verzonden aan het be stuur der Vereeniging van Ned. gemeen „en, waarin verzocht wordt een congres te beleg gen, nu blijkens de memorie van antwoord op het voorloopig verslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp tot tijdelijke korting op uitkeeringen aan provincies en ge meenten de regeering ondanks een ongunstige ontvangst in de afdeelingen, dat wetsont werp handhaaft. Het congres zou moeten dienen om maat regelen tegen aanneming te beramen. heeft de grootste en meest smaakvolle ZIJLSTRAAT 87 t.o, 't Pand De Kamerzetel van den heer Floris Vos Hij stelt hem niet ter beschikking Naar de heer Fl. Vos (M. P.) de „Msbd." meedeelde, denkt hij er niet over zijn Ka merzetel ter beschikking te stellen, daar hij dezen niet inneemt namens de partij, welke hem royeerde, omdat deze bij de Kamerver kiezingen nog niet geconstitueerd was en pas later de koninklijke bewilliging op haar sta tuten verkreeg. De heer Vos verzekerde, dat hij zich als Kamerlid nooit lid geacht had van deze partij. Hij voegde er lachend bij, dat hij over het uitgesproken royement van gedachten zal wisselen met zijn fractie, (deze bestaat alleen uit den heer Fl. Vos, zooals men weet). R. K. Vrouwenbond in het Bisdom Haarlem Najaarsvergadering te Amsterdam. De najaarsvergadering van den R. K. Vrouwenbond in het bisdom Haarlem werd te Amsterdam gehouden onder voorzitter schap van mej. Toos Post. De presidente heette bij haar openingswoord in het bij zonder welkom den nieuwen geestelijken ad viseur pater Fennel O.P., alsmede de nieuw aangesloten afdeeling Uitgeest. Spr. hoopt in pater Fennel een promotor van den bond te vinden. Als antwoord van Z. H. E. Mgr. J. D. J. Aengenent op de in de vorige vergadering aangenomen motie inzake medezeggenschap van de vrouw in de Katholieke schoolbestu ren, of het instellen van oudercommissies aan de Katholieke scholen, werd mededee- ling gedaan der verklaring van Monseig neur, dat de vrouwen nooit van benoeming tot lid van schoolbesturen waren uitgeslo ten, en dat Mgr. geen beswaar had tegen punt twee der motie (de oudercommissies). Naar aanleiding hiervan werd besloten, dat het bestuur in deze richting werkzaam zou zijn. De begrooting. voor 1931 wordt zonder dis cussie goedgekeurd. Hoofdschotel der vergadering was de wij ziging der statuten van de Federatie van R. K. Vrouwenbonden in Nederland. Na geanimeerde discussie over de verschillen de artikelen werd het voorontwerp met al gemeene stemmen aangenomen. Mevr. ZeggerTucker deed mededeelin- gen over het rustfonds. Het blijkt, dat reeds dit eerste jaar enkele moeders van groote gezinnen zijn uitgezonden. Mej. Post dringt er op aan, dat nog in dit seizoen in alle afdeelingen een actie op touw gezet zal worden, om het fonds te ver- grooten, niet enkel door aanwerven van le den, doch ook door giften. Alvorens de rondvraag werd gehouden wenschte de voorzitster mej. M. Posters ge luk met haar vier en tachtigsten verjaardag waarbij een tuil bloemen werd aangeboden. Na afloop van de vergadering ging de voorzitster mej. Toos Post met een deel der afgevaardigden op verzoek van het afdee- lingsbestuur Amsterdam, het eigen huis dier afdeeling bezoeken, waar de thee werd geserveerd. „Dank je," zei Reynolds, „ik heb graag m'n lucifers terug." Ik had hem een beetje vuur gevraagd en toen m'n sigaret aan was, had ik het doosje lucifers in m'n zak gestoken*. Dat is nu een maal 'n gewoonte van me, en, naar ik meen, een goede gewoonte. Op die wijze kom ik in 't bezit van een groot aantal doosjes lucifers, zonder de bedoeling iemand te kort te doen en bespaar me de uitgaaf van een aardig bedrag aan geld. Ik gaf hem z'n doosje lucifers terug. Er zaten nog maar drie lucifers in; het was de moeite niet waard. „Dat moet je toch niet doen," hernam Reynolds. „Ik deed dat vroeger ook, net als jij nu, maar het heeft me heel wat soesah op den hals gehaald." „Ik zou niet weten waarom niet," verde digde ik me; „de meeste menschen die roo- ken, steken de lucifersdoosjes van anderen in hun zak. Dat is nu eenmaal een inge worteldmisbruik, zal ik maar zeggen." „Ja en neen. Dat hangt van het lucifers doosje af. Enkele jaren geleden dacht ik er net zoo over als jij. Nu niet meer. Het heeft een volslagen omkeer in m'n leven gebracht." „Vertel op," zei ik. M'n sigaret was uitgegaan; ik vroeg hem dus weer een lucifer; weer stak ik het doosje in m'n zak, maar hij lette er ditmaal niet op. „Eenige jaren geleden", begon hij, „woon de ik in Twickenham. Op zekeren dag had ik een afspraak in de stad. Ik kwam een half uur te vroeg; het was een mooie lentemor gen en ik besloot een wandelingetje te ma ken. Ik ging Waterloo-Bridge over met een sigaret in m'n mond, maar had geen luci fers." Ik bezit niet de gave, een verhaal in de zelfde bewoordingen over te vertellen, waar mee het mij verteld wordt; ik volsta dus met de hoofdzaak er van mee te deelen. Zooals gezegd, Reynolds liep, vroolijk en wel, pienter en vlug, over Waterloo-Bridge, met een sigaret in z'n mond, maar was niet in de gelegenheid die aan te steken, toen een keurig gekleede jonge man van omstreeks zijn leeftijd, die rookte als een schoorsteen, langs hem heen slenterde. „Pardon, mijnheer," vroeg Reynolds met z'n gewone hoffelijkheid, „zou ik u ook om wat vuur mogen verzoeken?" „Met genoegen, mijnheer," antwoordde de vreemdeling even beleefd, haalde een doosje lucifers te voorschijn en gaf het hem. Het was een gouden doosje, gevuld met was lucifers en versierd met het monogram van den eigenaar; een doosje dus van waarde. Reynolds stak z'n sigaret aan, maakte een praatje en stak onderwijl gedachteloos het doosje in z'n zak. De vreemdeling lette er evenmin op, en toen'het gesprek afgeioopen was, zei Reynolds: „Dank u wel, zeer verplicht." „Tot uw dienst," lachte de vreemdeling. Ze gingen ieder hun weg in tegenover- geste'de richting. Toen Reynolds den hoek van Wellington- Street omsloeg, schoot hem eensklaps iets te binnen. Hij voelde in z'n zak. Lieve hemel, daar zat het lucifersdoosje, dat hjj zich wederrechtelijk had toegeëigend, al had hij het ook niet met opzet gedaan. Aan de overzijde zag hij een politieagent; Reynolds dacht er een oogenblik aan, zich tot hem te wenden, de zaak uit te leggen en hem het lucifersdoosje te geven. Maar misschien zou die agent hem zon der veel complimenten arresteeren; het was wel een agent van 't gewone slag, maar hij had er nog nooit een gezien, die er zoo barsch en geducht uit zag. Reynolds werd door schrik bevangen en hij deed iets dat dwaas en hopeloos leek, maar dat later bleek het beste te wezen wat hij doen kon. Hij keerde op z'n schreden terug in de hoop den eigenaar van het lucifersdoosje te achterhalen. Het scheen, zooals gezegd, een hopeloos geval. De eigenaar van het gouden lucifers doosje zou wel spoorloos in de millioenen- stad Londen verdwenen zijn. Maarhet geluk was met Reynolds. Na geruimen tijd straat in straat uit ge'.oopen te zijn, kwam hij in een zijstraat, waar hij den vreemdeling bijna tegen 't lijf liep. Hij bleek het verlies van z'n lucifersdoosje ont dekt te hebben, ongeveer op 't zelfde tijd stip, dat Reynolds tot de ontdekking was gekomen dat hij zich, onbewust, aan diefstal had schuldig gemaakt. 1 Natuurlijk was er aan beide zijden aan excuses geen gebrek. „Volstrekt niet," zei de een; „het is me zelf ook dikwijls overko men," verzekerde de andere. Ze lachten en stelden zich aan elkaar voor. „Zoo raakte ik in kennis met hem," besloot Reynolds; „een alleraardigste kerel; hij ging met me lunchen en viertien dagen later bracht ik een week-end bij hem door op z'n buitenplaats." „Maar zei je niet," vroeg ik, „dat dit voor val je heel wat soesah op den hals gehaald heeft?" „Dat Is ook zoo," luidde het antwoord, „ik trouwde met z'n zuster." Oplichting te Batavia Mexicaan spoorloos verdwenen De juweliersfirma Begeer, Van Kempen en Vos te Batavia, deed bij de politie aangifte van oplichting, gepleegd door een Mexicaan. Deze heeft de firma voor een waarde van f 10.090 aan juweelen opgelicht. Hij verzocht genoemde firma om juweelen op zicht te zenden aan zijn zieke echtgenoote in Hotel des Indes. Terwijl de verkooper in de voor galerij van zijn appartementen wachtte, is de Mexicaan spoorloos door de achterdeur verdwenen. O Met een drie-motorig Pander- vliegtuig Plan van Luitenant D. Asjes Naar de „Msb." verneemt, heeft de luit.- vlieger D. Asjes van de militaire Luchtvaart- afdeeling te Soesterberg het plan, met den luit.-vlieger Schouw als tweeden bestuurder, binnenkort binnen drie dagen van Nederland naar Indië te vliegen. Voor de verwezenlij king van dit plan heeft o.m. het Comité Vliegtocht NederlandIndië zijn steun toe gezegd. Het toestel, waarmede de tocht zal wor den gemaakt, is een ontwerp van de Pan- dervliegtuigenfabriek. Het wordt een vrij- dragende eendekker, uitgerust met drie zware Amerikaansche motoren, die het toestel een snelheid zullen geven van 300 K.M. per uur. Het landingsgestel zal optrekbaar worden gemaakt, om den schadelijken luchtweer- stand gedurende het vliegen te verminderen en dus de snelheid te vergrooten. In geval van nood zal de hoofdbenzinetank kunnen worden afgeworpen. Waar het toestel ontworpen is voor een werkingssfeer van 4200 K.M., zal het moge lijk zijn den afstand tusschen Nederland en Java in drie étappes te overbruggen. Men is voornemens dag en nacht door te vliegen, zoodat het mogelijk zal zijn Maandagmorgen te Amsterdam te starten en reeds Woens dagmiddag te Batavia te arriveeren. Volgens den opzet wil men Donderdag of Vrijdag de terugreis aanvaarden, zoodat de machine reeds Zaterdag- of Zondagmiddag in Am sterdam terug kan zijn. Bij slagen zal de reis AmsterdamBataviaAmsterdam dus "gemaakt worden in totaal zes a zeven da gen. De houtbewerking van het vliegtuig zal uitgevoerd worden door de Panderfabriek terwijl de maatschappij voor vliegtuigbouw Avioïanda te Papendrecht, die speciale er varing heeft op het gebied van metaalcon structie, zich met den metaalbouw zou be lasten. Gruweldaden van Chineesche communisten Overval dp Franciscanenklooster De Weensche „Reichspost" meldt: De geschiedenis der martelarenkerk van China is thans weer met een nieuwe roem rijke bladzijde verrijkt. Een aantal communisten heeft namelijk eenige maanden geleden een Franciscaner klooster in Hoepeh overvallen en een gewel dig bloedbad aangericht. Uit de eerste berichten, die binnen kwa men, kon men zich geen juist oordeel vormen, doch thans, nu de ambtelijke rapporten zijn binnengekomen, zijn wij in staat, om "en juist overzicht te geven van de gruwelijke martelingen, waaraan de Katholieke Kerk in China in de afgeioopen maanden heeft bloot gestaan. Het door de Itaiiaansche Franciscanen be stuurde apostolisch vicariaat van Laohokow in de provincie Hoepeh werd begin Mei van dit jaar geheel door roode benden, die overal schrik en dood verspreidden, ingesloten. Toch ging het leven op het seminarie van 'het vicariaat, waar 43 Chineesche studenten voor het H. Priesterschap worden voorbereid, zijn gewonen gang. Op den avond van den 15den Mei bevon den zich in het klooster zes paters, een broe der en drie novicen. De bisschop, Mgr. Ricci en de gardiaan van het klooster waren af wezig. Niemand had eenig vermoeden, welk een ramp hun boven het hoofd hing en dat met één slag het werk van zestig jaren zou wor den vernietigd. 's Avonds gingen pater Bonaventura Zeng 66 jaar oud, pater Thomas Koeo, 72 jaar en pater Benediktus Tsjeng door de klooster gang, van waaruit men een vrij uitzicht had op den weg naar Laohokow. Plotseling zagen zij, dat een trop van der tig mannen op het klooster kwam toege- stormd. Bij den kloostermuur verdeelde zich de bende in verschillende groepen. De hoofdmacht liep naar de kloosterpoort, waar pater Mansuetus Maggini, broeder Lu cas Santini en de drie novicen stonden. Een der bandieten riep: „Stilhouden! Wie zich beweegt, schieten we neer!" Er sprong iemand met een revolver in de hand op den muur om het binnenhof van het klooster te inspecteeren. Daar er aan de ander zijde van den muur veel bouwmate rialen lagen was het gemakkelijk om in den tuin te komen. Juist kwam daar pater Germanus Lazzeri aan. De bandiet bedreigde hem met zijn re volver en bond hem met zijn Franciscaner- koord de handen op den rug. De andere roovers waren intusschen door de kloosterpoort binnengekomen, waar zij pater Maggini ontmoetten. Zij stelden zich voor als soldaten van het derde roode leger. Tegenstand bieden had geen zin. Pater Maggini en broeder Santini werden geboeid. Broeder tot stervens toe geslagen De leider der communisten trad hierop op den 60-jarigen Oblatenbroeder Franciscus Tsjeng toe en gaf hem twee vreeselijke hou wen met zijn sabel over den linkerslaap waardoor hij hevig bloedend in elkaar zakte. Intusschen drongen andere bandieten het seminarie binnen, waar zij pater Gabriël Hoe vonden, die met hevige koorts ziek te bed lag. Met een stola werden hem de handen gebonden. Zieke paters gedood Pater Lazzerrl werd nu gehaald en naar het klooster gebracht. In het voorbijgaan gaf hij aan den sterven den broeder Tsjeng nog de H. Absolutie. Heel het klooster werd leeggeplunderd. De zieke pater Hoe werd uit zijn bed gehaald en op de binnenplaats tegen den muur gezet; men wilde hem onmiddellijk terechtstellen. Pater Lazzerrl smeekte voor hem om ge nade, maar men brulde hem toe: Weg met dien hond van een Europeaan! De Chineesche priester zegt zachtjes: ,,'t Is goed, 't is goed". Zonder te aarzelen knielt hij neer. Een der communisten neemt een lange sa bel, raakt even den hals van het slachtoffer aan om dan met een krachtigen slag 't hoofd van den romp te scheiden. Het hoofd valt juist op een klein bloem perk, dat gewoonlijk door pater Hoe verzorgd werd. Ook de paters Zeng, Koeo en Tsjeng wer den naar den kloostertuin gebracht. Pater Zeng wordt met een geweldigen vuistslag de bril van het gezicht geslagen. De 72-jarige oude ziekelijke pater Koeo, dien de bandieten meenen niet langer te kunnen meesleuren wordt gedwongen op de knieën te gaan liggen. Broeder Lucas Santini smeekt nog om genade, doch een pistoolschot in het achterhoofd, op korten afstand afge vuurd, maakt een einde aan het leven van den missionaris. Het steunen van den zwaar gewonden broe der Tsjeng is intusschen opgehouden. Ook dit slachtoffer heeft den geest gegeven. De knecht van het seminarie wordt zonder vorm van proces neergeschoten. De overige paters worden gevankelijk de bergen ingebracht, naar generaal Hoeolong. Onderweg ontmoeten zij den bisschop Mgr. Ricci en den gardiaan, die ook gevangen wor den genomen. Pater Zeng wordt eenige dagen later ont hoofd. Nadat de communisten klooster en semi narie der missie verwoest hadden, eischten zij voor de nog levende gevangenen een hoog losgeld. Alle pogingen van de centrale regeering te Nanking om de paters te bevrijden bleven vruchteloos. In September werd Mgr. Ricci, zooals hij zelf meldt, bevrijd voor een losgeld van 100.000 lires, dat door de Itaiiaansche regee ring betaald werd. Pater Maggini werd reeds tijdens de on derhandelingen over de grootte van het los geld vrijgelaten. Bij zijn terugkeer in de missiestatie liet mgr. Ricci de klokken luiden. Ongeveer dui zend christenen kwamen op dit voor hen zoo bekende geluid uit de bergen toestroomen om met vreugde hun bevrijden bisschop te be groeten. De bisschop kon van zwakte nauwelijks •staan. Volgens de laatste berichten vererger de zijn toestand zoodanig, dat hij voorzien moest worden van de Sacramenten der Ster venden. Broeder Lucas Santini is in de legerplaats der bandieten aan dysenterie, een gevolg van honger en het eten van gras en geroosterde maïskolven, gestorven. Begin November bevonden de paters Chec- caci en Lazzerri zich nog in gevangenschap. Als losprijs eischten de communisten 10.000 dollar, Mgr. Ricci zond daarop een bood schap naar Rome om de som te kunnen be talen. Dezer dagen is pater Checcaci, vóór zijn be vrijding aan het lijden en de ontberingen van zijn gevangenschap gestorven. Van de geheele kloostergemeente van Tsji- ayoeenkow is thans nog slechts pater Laz zerri in leven. De bijzonderheden van dit bericht zijn grootendeels ontleend aan een met potlood geschreven brief van pater Lazzerri, die het schrijven uit zijn gevangenis naar buiten wist te doen smokkelen. 298. „Ik zal vandaag geen enkel vischje vangen," klaagde Harlekijn; „ze zwem men alle midden in de rivier. Maar daar is m'n oude kameraad, de zwaan; wacht eens, daar krijg ik een prachtig idee." 299. In een ommezien had hij het snoer van z'n hengel om den langen hals van z'n kameraad gewonden. Daar na wierp hij stukjes brood midden in 't water, die de zwaan gretig oppikte. 300. Telkens als de zwaan met zijn kop zwaaide, dompelde hij het lokaas in 't water en weldra had hij aan alle kanten beet. „Dat mag een prachtig idee genoemd worden!" juichte Harlekijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 13