J. Lottgering
17
IDE
GRAPJAS HARLEKIJN!
Beperking invoer van goederen
I EO H. DE NIE
Voor de Huiskamer
vierde blad
S3 St. ÊficGSaasgeschsstó
WOENSDAG 2 DECEMBER 1931
BLADZIJ DE 1
TWEEDE KAMER
BEGROOTING VAN DEFENSIE
De minister aan het woord
BINNENLANDSCH NIEUWS
Tegen korting op uitkeeringen
Lucifers
ONZE OOST
LUCHTVAART
Amsterdam-Batavia v.v.
in 7 dagen
KERKNIEUWS
Marteldood van
Missionarissen
¥srveri] en Chemische Wasscherij
Groote Houtstraat 5a, Tel. 10771
STOPPAGES, SCHOENVERVEN
EN K0EDESIV0RMEN
Hoe de zwaan van Harlekijn uit visschen &in&
Vergadering van Dinsdag
Aan het begin der vergadering wordt ge
ïnstalleerd prof. B. D. Eerdmans (V.B.) die
benoemd is in de plaats van den heer van
Kempen.
Invoerbeperking
Voortgezet wordt de behandeling van het
ontwerp tot contingenteering van den in
voer.
De heer v. d. TEMPEL (S.D.A.P.) vraagt
zich af of wij gaan meedoen aan het alom
heerschende economisch nationalisme. Spr.
staat bij voorbaat niet principieel afwijzend
tegen tijdelijke maatregelen van dezen aard.
biaar hij wenscht niet te zwenken naar het
Protectionisme.
Spr. heeft den indruk, dat de regeering
een uitgebreide actieve handelspolitiek wil
gaan voeren. De regeering wil de handels
balans verbeteren. Die handelsbalans is in
derdaad passief maar dat is zij van ouds.
Abnormaal passief is zij niet. Spr. licht dit
toe met cijfers. Hij geeft echter toe, dat het
Percentage van den invoer, dat gedekt
Word door dat van den uitvoer, den laat-
sten tijd ongunstiger is geworden.
Het ontwerp zal ook verschillende arti
kelen in prijs doen stijgen met als gevolg
meer werkloosheid.
De regeering vraagt een blanco mandaat.
Zij kan daarmee geheel verschillende doel
einden nastreven. Spr. vreest voor bevoor
rechting en bevordering van groepsbelan
gen.
De heer OUD (V.D.) zegt, dat de regee
ring met deze wet in de hand onze handels-
Politiek radicaal kan veranderen en met
volle zeilen in protectionistisch vaarwater
kan terecht komen.
De vrijhandel is voor spr. geen dogma,
maar men heeft nog nooit duidelijk kunnen
maken, dat he' voor ons volk beter is als
het den vrijhandel prijs geeft. Het beginsel
Van den vrijhandel eischt echter niet, dat
men in buitengewone gevallen geen steun
mag verleenen aan bepaalde bedrijven. Van
actieven regeerings-invloed tot verbetering
van onze betalingsbalans verwacht spr. wei
nig. Men kan ook te dien aanzien veel on
heil stichten. Wanneer het ontwerp wordt
aangenomen, zal de regeering dan ook in
hoofdzaak zich moeten beperken tot het te
gengaan van prijsbederf.
Spr. vreest echter, dat de regeering ver
der zal gaan en door den uitvoer tegen te
houden, de handelsbalans nog slechter zal
maken.
De regeering trekt een vergelijking met
den oorlogstijd, toen ook blanco-volmach
ten gegeven werden. In de eerste plaats is
het de vraag, of men den toestand van nu
mag vergelijken met dien van in den oo:-
tog en dan meent spr. dat onze ervaringen
met die volmachten niet zeer gunstig zijn.
Spr. sluit zich dan ook geheel aan bij den
heer van den Tempel waar deze als eisch
stelde, dat na een maatregel der regeering
onmiddellijk wettelijk bekrachtiging wordt
Bevraagd.
De heer v. d. HEUVEL (A.H.l acht in
het licht der omstandigheden het wetsont
werp noodzakelijk, al is het doel niet scherp
omlijnd. Alleen het middel is duidelijk aan
gegeven. Een noodzakelijk kwaad kan men
het ontwerp niet noemen want als een
maatregel noodzakelijk is, houdt hij op een
kwaad te zijn als hij genomen wordt.
Spr. betoogt, dat Nederland zich niet te
laat mag aanpassen aan de gewijzigde om
standigheden. Men kan de toespitsing van
de nationale economie bejammeren, nu het
laatste groote vrijhandelsland, Engeland,
onder leiding van Mac Donald, ook het pro
tectionisme heeft aanvaard, zijn wij wel
genoodzaakt, maatregelen te nemen. In
Principe staat het vast, dat dit ontwerp
Rrooter omzet voor onze industrie kan be
tverken.
De minister wil nu de anti-dumpingwet
laten rusten, maar spr. wil hem op het
hart drukken, dat men niet spoedig te veel
kan doen in deze omstandigheden.
De hr. v. VOORST TOT VOORST (R. K.)
Wilde, dat deze wet niet noodig was. Land
en tuinbouw zijn immers het meest gebaat
bij vrijhandel. De omstandigheden maken
het ontwerp nu eenmaal noodzakelijk. Spr.
wijst o.m. op den grooten invoer van
vieesch, die dringend verminderd moet wor
den.
De heer BIEREMA (V.B.) meent, dat, nu
Engeland op vrjjhandelsgebied is overstag
gegaan, wij nolens volens in den maalstroom
Worden meegesleurd.
Spr. kan niet inzien dat het bezwaarlijk
is, achteraf van genomen maatregelen
goedkeuring bi) de wet se vragen. Wanneer
dit laatste wordt ingelascht, zijn een groot
deel der bezwaren van sprekers fractie ver
vallen.
De heer HERMANS (R. K.) betoogt, dat
veel te veel kapitaal is vastgezet in buiteu-
landsche ondernemingen. Komt daar nu
nog bij een vergrocting van den invoer,
den zullen de nadeelen nog scherper
Worden. Wanneer productiekosten verlaagd
kunnen worden, is dit goed, maar daar
voor is loonsverlaging niet noodig. Onze
loonen zijn inderdaad hooger dan in de
meeste andere landen, maar men vergeet,
dat onze arbeiders meer presteeren dan
die in andere landen.
De heer DE VISSER (C. P.) betoogt, dat
iedere maatregel, dien men neemt om de
ontreddering van net kapitalisme tegen ie
gaan, tot mislukking gedoemd is. Ook Ne
derland treedt steeds meer actief op in
den economischen oorlog tegen Sovjet-
Rusland. Dit ontwerp is er weer een bewijs
van.
Het toch al slaaische parlement wil de
minister nu geheel uitschakelen. Daarbij
beroept de minister zich op de beruchte
distributie wet vac. Posthuma, die zooveel
knoeierij heeft in de hand gewerkt om van
corruptie niet te spreken.
Spr. meent, dat met beperking van den
invoer bijna wiskundig samenhangt beper
king van den uitvoer, hetgeen funest 's
voor ons land. Het ontwerp brengt ons in
den economischen otrijd. die leiden zal tot
oorlog.
De vergadering wordt geschorst tot des
o-'onds 8 uur.
AVONDVERGADERING
DEFENSEE-BEGROOTING
De algemeene beschouwingen worden
voortgezet.
De heer WIJNKOOP IC. P.) bespreekt
de ontwapening en meent, dat wel niemand
in het licht der laatste gebeurtenissen, aan
de bereiking daarvan meer zal gelooven
In plaats van te bezuinigen wordt in
Nederland al het mogelijke gedaan om
onze defensie te versterken.
Van zelfstandigheidspohtiek of neutrali
teit ten onzent, kan geen sprake zijn, het
is een aanleunen tegen Engeland en
Frankrijk om de kapitalistische belangen in
Indonesië te verdedigen.
De heer 6URING (R.K..) bepleit de be
langen van de oude gepensionneerde mili-
tairen
De heer KERSTEN (St. G. P.) heeft met
genoegen gezien, dat de Minister in afzien
bare toekomst een weermacht noodig acht.
Ook het Nederlandsch? volk is zoo ver
standig, niet te luisteren naar het zoet
gefluit der ontwapenaars. Het vredespaleis
staat hier als een caricatuur en de Volken
bond is een aanfluiting geworden.
Aan de geestelijke verzorging moet
groote zorg worden besteed.
Als de oorlog dreigt vinde hij ons volk
niet slapende, noch ontwapend.
De heer FABER (S. D. A. P.) zegt, dat
bij de legerocfenir.gen geen sprake is ge
weest van een voorbereidende georgani
seerde actie van anti-miiitairisten.
Er moet een nieuwe geest, een andere ge
zindheid komen ten aanzien van de vredes-
actie; de vernietiging van het mlitairisme
moet komen van een krachtig élan van de
volken zelf.
De heer WEITKAMP (C. H.) bestrijdt de
ontwapeningsactie der S. D. A. P. en be
tuigt zijn instemming met de beschouwing
van den minister over de economische en
industrieele weerbaarmaking.
De voedselvoorziening in oorlogstijd moet
behoorlijk worden voorbereid en georgani
seerd.
De heer FLORIS VOS (M.P.) dringt aan
op nationale ontwapening in afwachting van
internationale ontwapening.
De heer SLOTEMAKER DE BRUINE (C.
H.) bestrijdt het betopg van den heer Faber.
Deze sprak van den oorlog ais een zondig
gebruik, maar dat kan niet door den beu
gel, de oorlog is geen gebruik, het is een
vreeselijke resultante van verschrikkelijke
oorzaken.
De taak van de Volksvertegenwoordiging
ten aanzien van de landsverdediging is te
doen wat noodig is, en internationaal sa
menwerking te zoeken met andere volksver
tegenwoordigingen om te komen tot vermin
dering der bewapening en arbitrage.
Rede van den Minister.
De Minister van Defensie, de heer DEC
KERS acht het begrijpelijk, dat de bezui
niging op zjjn begrooting de aandacht zou
hebben van de ontwapenaars. En spr. had
ook verwacht, wat de heeren Marchant, K.
ter Laan en Van Zadelhoff hier zouden zeg
gen over sprekers persoon, nl. dat hij de
zaakwaarnemer is van al wat militaristisch is.
Zoo er in ons land ooit van militarisme
sprake is geweest, thans is dat toch waar
lijk niet het geval met deze bescheiden be
groeting voor onze bescheiden weermacht.
Spr. dankt de leden die hem hebben ge
steund en zet nader de in de begrooting
aangebrachte bezuinigingen uiteen. Sommige
leden vroegen of spr. niet te ver ging met
zijn bezuinigingen, maar spr. meent erin te
zy'n geslaagd de vitale belangen van de
weermacht niet aan te tasten.
Spr. komt in de eerste plaats op dé be
zuiniging op de vloot. Door de vertraging in
den aanbouw van den derden kruiser wordt-
't vlootplan in zijn geheel niet omver ge
worpen. Den bouw geheel staken is onmo
gelijk, er moet in Indië een reservekruiser
zijn.
Ten aanzien van Curacao wordt voorzich
tigheid betracht en de weermacht zal daar
niet worden verminderd.
Het aantal Europeesche schepelingen in
Indië kan noch in Indië poch hier eenzijdig
worden verlaagd. Dit moet in overleg ge
schieden. Hun aantal betreft thans 2447.
Dat hier te lande vliegers worden opge
leid voor Indië is geen luxe. maar nood
zakelijk. Opleiding in Indië zou geen be
zuiniging opleveren.
De Zondagsrust zal ook bij de zeemacht
zooveel mogelijk worden bevorderd en klach
ten komen niet in. Of de wachten nog iets
kunnen worden beperkt op Zondag zal spr.
onderzoeken.
Aan den heer Tilanus kan spr. mededee-
len, dat de commandant van de Nautilus,
het politieschip voor de visscherij, bij zyn
chefs zeer goed bekend staat en dat hij de
belangen der visschers zeer goed behartigt.
Dat de encadreering bij het loodswezen te
kostbaar zou zijn, moet spr. den heer Van
de Bilt betwisten, er is juist bij het loods
wezen sterk bezuinigd.
De regeling van de rechtspositie der lood
sen is door spr. zooveel mogelijk bevorderd.
Spr. komt er tegen op. dat de heer Van der
Houven de cijfers omtrent de diensttijden
der loodsen tendentieus acht. De diensturen
zijn niet alle werkuren, maar worden door
gebracht in rustige rust. Spr. krijgt nooit
klachten van de loodsen. Deze zijn niet on
tevreden. Zoo is het ook met den dienst bij
het betonningswezen; ook daar zijn vaar-
uren geen werkuren.
Aan de verschuiving van de herhalings
oefeningen kleven bezwaren, maar daar
meende spr. overheen te moeten stappen
ter wille van de bezuiniging.
De bijzondere vrijwilligers worden in
moeilijke tijden opgeroepen om te voor
komen, dat een heele lichting onder de wa
penen zou moeten worden geroepen.
Het aantal muziekkorpsen wil spreker
niet verder beperken.
Vermindering der lichting tot 13.000 man,
zooals de motie-Ter Laan vraagt, moet spr.
afwijzen. Vroeger ..eelt hij zelf met den
heer Bomans een dergelijke motie voorge
steld, maar toen beschikte men over een
zeer groot aantal goed geoefende man
schappen.
Aan de belangen der oude gepension-
neerden zal spr. zijn aandacht geven.
Een andere pensioenregeling voor de
militaire paardenartsen zou wijziging der
militaire pensioenwet noodig maken.
De doorstrooming van het onderofficie
rencorps zal verbeterd worden door te ver
wachten pensionneeringen De bezoldigingen
der onderofficieren zijn waarlijk niet te
laag.
De geestelijke verzorging heeft sprekers
voortdurende aandacht.
Ten aanzien van de bescherming tegen
aanvallen uit de lucht (die behoorlijk moet
worden voorbereid), rekent spr. op de me
dewerking van de gemeenten. Spr. had ge
dacht, dat deze dienst nu ook de mede
werking zou krijgen van de eenzijdige ont
wapenaars, maar dat is ook al weer een
illusie gebleken. Dat er in 1914 geen vol
doende voorraad gasmaskers was is een
eigenaardig verwijt: geen enkel land had
toen gasmaskers. Die bestonden toen nog
niet!
Dat de Hollandsche Industrie- en Han
delsmaatschappij een dochteronderneming
is van Krupp, gelijk de heer Van Zadelhoff
beweerde, is absoluut onjuist. De heer Van
Zadelhoff benadeelt met dergelijke uitla
tingen den goeden naam van ons land in
het buitenland. Spr. heeft zijn medewerking
verleend om het kwaad door den heer Van
Zadelhoff gesticht, te doen verdwijnen.
Spr. behandelt vervolgens de bezwaren
van mevrouw Bakker—Nort over de toepas
sing der Dienstweigeraarswet en noemt
eenige voorbeelden van bezwaren, die zijn
erkend.
Niet aanvaard worden politieke bezwaren.
Dit jaar Zijn de bezwaren van aile 24
dienstplichtigen, die zich hebben aange
meld, aanvaard.
Ten slotte moet spreker nog de vraag
van den heer Wijnkoop beantwoorden of er-
een Nederlandsch oorlogsschip naar China
is of zal worden gezonden. Die vraag wordt
ontkennend beantwoord.
Behandeling der Artikelen
Bij artikel 6 licht de heer DROP (S. D.)
een amendement-Ter Laan toe, om dit te
verminderen met 4.000.000, met de bedoe
ling, om den nieuwen bouw bij de vloot
stop te' zetten.
De MINISTER zegt, dat hij voor zijn be
zuinigingen niets dan hoon ontvangt. Spr.
kan het amendement niet aanvaarden; het
zou leiden tot afbraak.
Bij artikel 24 licht de heer JOEKES
(V.D.) een amendement toe van den heer
Marchant, om dezen post (materieel en ar
tillerie) te verminderen met 3.463.000).
De strekking is geen gelden uit te trekken
voor het z.g. bewapeningsfonds.
De heer VAN DIJK (A.R.) vraagt den
Minister, om, zoodra de toestanden weer
gunstiger zullen zijn, het z.g. bewapenings-
fonds weer voor het volle bedrag van
4.000.000 op de begrooting te brengen.
De MINISTER bestrijdt het amendement.
De vraag van den heer Van Dijk beant
woordt spreker bevestigend.
Bij artikel 48 licht de heer K. TER LAAN
(S.D.) een amendement toe, om het artikel
met 200.000 te verminderen, met de be
doeling in 1932 geen herhalingsoefeningen
te houden.
De MINISTER bestrijdt het amendement.
Aan de belangen van het personeel geeft
spr. steeds zijn goede zorgen.
Bij artikel 65 (geneeskundige verzorging)
bepleit de heer K. TER LAAN (S.D.) een
betere regeling voor het verplegend perso
neel.
De MINISTER houdt ook hier vol, dat de
belangen van het personeel voldoende wor
den verzorgd.
Bij artikel 126 licht de heer K. TER
LAAN een amendement toe, om aen post
materiaal-uitgaven voor de. marechaussee
met 1 te verminderen. De bedoeling
hiervan is uit te drukken dat niet zal wor
den overgegaan tot den bouw van een
nieuwe kazerne te Steenbergen.
De MINISTER verklaart, dat hij bereid
is te wachten met den bouw van deze ka
zerne nu er nog een adres bij de Kamer
aanhangig is over deze kwestie, waarover
eerst dient te Vorden beslist.
Hierna trekt de heer K- TER LAAN zijn
amendement in.
(Wordt vervolgd)
Den Helder vraagt een congres van de Ver,
van Nederl. gemeenten
Het gemeentebestuur van Den Helder Reeft
gisteren een telegram verzonden aan het be
stuur der Vereeniging van Ned. gemeen „en,
waarin verzocht wordt een congres te beleg
gen, nu blijkens de memorie van antwoord
op het voorloopig verslag van de Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot tijdelijke
korting op uitkeeringen aan provincies en ge
meenten de regeering ondanks een ongunstige
ontvangst in de afdeelingen, dat wetsont
werp handhaaft.
Het congres zou moeten dienen om maat
regelen tegen aanneming te beramen.
heeft de grootste en meest smaakvolle
ZIJLSTRAAT 87 t.o, 't Pand
De Kamerzetel van den heer
Floris Vos
Hij stelt hem niet ter beschikking
Naar de heer Fl. Vos (M. P.) de „Msbd."
meedeelde, denkt hij er niet over zijn Ka
merzetel ter beschikking te stellen, daar hij
dezen niet inneemt namens de partij, welke
hem royeerde, omdat deze bij de Kamerver
kiezingen nog niet geconstitueerd was en pas
later de koninklijke bewilliging op haar sta
tuten verkreeg.
De heer Vos verzekerde, dat hij zich als
Kamerlid nooit lid geacht had van deze
partij.
Hij voegde er lachend bij, dat hij over het
uitgesproken royement van gedachten zal
wisselen met zijn fractie, (deze bestaat alleen
uit den heer Fl. Vos, zooals men weet).
R. K. Vrouwenbond in het
Bisdom Haarlem
Najaarsvergadering te Amsterdam.
De najaarsvergadering van den R. K.
Vrouwenbond in het bisdom Haarlem werd
te Amsterdam gehouden onder voorzitter
schap van mej. Toos Post. De presidente
heette bij haar openingswoord in het bij
zonder welkom den nieuwen geestelijken ad
viseur pater Fennel O.P., alsmede de nieuw
aangesloten afdeeling Uitgeest. Spr. hoopt
in pater Fennel een promotor van den bond
te vinden.
Als antwoord van Z. H. E. Mgr. J. D. J.
Aengenent op de in de vorige vergadering
aangenomen motie inzake medezeggenschap
van de vrouw in de Katholieke schoolbestu
ren, of het instellen van oudercommissies
aan de Katholieke scholen, werd mededee-
ling gedaan der verklaring van Monseig
neur, dat de vrouwen nooit van benoeming
tot lid van schoolbesturen waren uitgeslo
ten, en dat Mgr. geen beswaar had tegen
punt twee der motie (de oudercommissies).
Naar aanleiding hiervan werd besloten,
dat het bestuur in deze richting werkzaam
zou zijn.
De begrooting. voor 1931 wordt zonder dis
cussie goedgekeurd.
Hoofdschotel der vergadering was de wij
ziging der statuten van de Federatie van
R. K. Vrouwenbonden in Nederland. Na
geanimeerde discussie over de verschillen
de artikelen werd het voorontwerp met al
gemeene stemmen aangenomen.
Mevr. ZeggerTucker deed mededeelin-
gen over het rustfonds. Het blijkt, dat reeds
dit eerste jaar enkele moeders van groote
gezinnen zijn uitgezonden.
Mej. Post dringt er op aan, dat nog in
dit seizoen in alle afdeelingen een actie op
touw gezet zal worden, om het fonds te ver-
grooten, niet enkel door aanwerven van le
den, doch ook door giften.
Alvorens de rondvraag werd gehouden
wenschte de voorzitster mej. M. Posters ge
luk met haar vier en tachtigsten verjaardag
waarbij een tuil bloemen werd aangeboden.
Na afloop van de vergadering ging de
voorzitster mej. Toos Post met een deel der
afgevaardigden op verzoek van het afdee-
lingsbestuur Amsterdam, het eigen huis
dier afdeeling bezoeken, waar de thee werd
geserveerd.
„Dank je," zei Reynolds, „ik heb graag m'n
lucifers terug."
Ik had hem een beetje vuur gevraagd en
toen m'n sigaret aan was, had ik het doosje
lucifers in m'n zak gestoken*. Dat is nu een
maal 'n gewoonte van me, en, naar ik meen,
een goede gewoonte. Op die wijze kom ik in
't bezit van een groot aantal doosjes lucifers,
zonder de bedoeling iemand te kort te doen
en bespaar me de uitgaaf van een aardig
bedrag aan geld.
Ik gaf hem z'n doosje lucifers terug. Er
zaten nog maar drie lucifers in; het was de
moeite niet waard.
„Dat moet je toch niet doen," hernam
Reynolds. „Ik deed dat vroeger ook, net als
jij nu, maar het heeft me heel wat soesah
op den hals gehaald."
„Ik zou niet weten waarom niet," verde
digde ik me; „de meeste menschen die roo-
ken, steken de lucifersdoosjes van anderen
in hun zak. Dat is nu eenmaal een inge
worteldmisbruik, zal ik maar zeggen."
„Ja en neen. Dat hangt van het lucifers
doosje af. Enkele jaren geleden dacht ik er
net zoo over als jij. Nu niet meer. Het heeft
een volslagen omkeer in m'n leven gebracht."
„Vertel op," zei ik.
M'n sigaret was uitgegaan; ik vroeg hem
dus weer een lucifer; weer stak ik het doosje
in m'n zak, maar hij lette er ditmaal niet op.
„Eenige jaren geleden", begon hij, „woon
de ik in Twickenham. Op zekeren dag had
ik een afspraak in de stad. Ik kwam een half
uur te vroeg; het was een mooie lentemor
gen en ik besloot een wandelingetje te ma
ken. Ik ging Waterloo-Bridge over met een
sigaret in m'n mond, maar had geen luci
fers."
Ik bezit niet de gave, een verhaal in de
zelfde bewoordingen over te vertellen, waar
mee het mij verteld wordt; ik volsta dus
met de hoofdzaak er van mee te deelen.
Zooals gezegd, Reynolds liep, vroolijk en
wel, pienter en vlug, over Waterloo-Bridge,
met een sigaret in z'n mond, maar was niet
in de gelegenheid die aan te steken, toen een
keurig gekleede jonge man van omstreeks
zijn leeftijd, die rookte als een schoorsteen,
langs hem heen slenterde.
„Pardon, mijnheer," vroeg Reynolds met
z'n gewone hoffelijkheid, „zou ik u ook om
wat vuur mogen verzoeken?"
„Met genoegen, mijnheer," antwoordde de
vreemdeling even beleefd, haalde een doosje
lucifers te voorschijn en gaf het hem. Het
was een gouden doosje, gevuld met was
lucifers en versierd met het monogram van
den eigenaar; een doosje dus van waarde.
Reynolds stak z'n sigaret aan, maakte een
praatje en stak onderwijl gedachteloos het
doosje in z'n zak. De vreemdeling lette er
evenmin op, en toen'het gesprek afgeioopen
was, zei Reynolds:
„Dank u wel, zeer verplicht."
„Tot uw dienst," lachte de vreemdeling.
Ze gingen ieder hun weg in tegenover-
geste'de richting.
Toen Reynolds den hoek van Wellington-
Street omsloeg, schoot hem eensklaps iets
te binnen. Hij voelde in z'n zak.
Lieve hemel, daar zat het lucifersdoosje,
dat hjj zich wederrechtelijk had toegeëigend,
al had hij het ook niet met opzet gedaan.
Aan de overzijde zag hij een politieagent;
Reynolds dacht er een oogenblik aan, zich
tot hem te wenden, de zaak uit te leggen en
hem het lucifersdoosje te geven.
Maar misschien zou die agent hem zon
der veel complimenten arresteeren; het was
wel een agent van 't gewone slag, maar hij
had er nog nooit een gezien, die er zoo
barsch en geducht uit zag. Reynolds werd
door schrik bevangen en hij deed iets dat
dwaas en hopeloos leek, maar dat later
bleek het beste te wezen wat hij doen kon.
Hij keerde op z'n schreden terug in de
hoop den eigenaar van het lucifersdoosje te
achterhalen.
Het scheen, zooals gezegd, een hopeloos
geval. De eigenaar van het gouden lucifers
doosje zou wel spoorloos in de millioenen-
stad Londen verdwenen zijn.
Maarhet geluk was met Reynolds. Na
geruimen tijd straat in straat uit ge'.oopen
te zijn, kwam hij in een zijstraat, waar hij
den vreemdeling bijna tegen 't lijf liep. Hij
bleek het verlies van z'n lucifersdoosje ont
dekt te hebben, ongeveer op 't zelfde tijd
stip, dat Reynolds tot de ontdekking was
gekomen dat hij zich, onbewust, aan diefstal
had schuldig gemaakt. 1
Natuurlijk was er aan beide zijden aan
excuses geen gebrek. „Volstrekt niet," zei de
een; „het is me zelf ook dikwijls overko
men," verzekerde de andere.
Ze lachten en stelden zich aan elkaar voor.
„Zoo raakte ik in kennis met hem," besloot
Reynolds; „een alleraardigste kerel; hij ging
met me lunchen en viertien dagen later
bracht ik een week-end bij hem door op
z'n buitenplaats."
„Maar zei je niet," vroeg ik, „dat dit voor
val je heel wat soesah op den hals gehaald
heeft?"
„Dat Is ook zoo," luidde het antwoord, „ik
trouwde met z'n zuster."
Oplichting te Batavia
Mexicaan spoorloos verdwenen
De juweliersfirma Begeer, Van Kempen en
Vos te Batavia, deed bij de politie aangifte
van oplichting, gepleegd door een Mexicaan.
Deze heeft de firma voor een waarde van
f 10.090 aan juweelen opgelicht. Hij verzocht
genoemde firma om juweelen op zicht te
zenden aan zijn zieke echtgenoote in Hotel
des Indes. Terwijl de verkooper in de voor
galerij van zijn appartementen wachtte, is
de Mexicaan spoorloos door de achterdeur
verdwenen.
O
Met een drie-motorig Pander-
vliegtuig
Plan van Luitenant D. Asjes
Naar de „Msb." verneemt, heeft de luit.-
vlieger D. Asjes van de militaire Luchtvaart-
afdeeling te Soesterberg het plan, met den
luit.-vlieger Schouw als tweeden bestuurder,
binnenkort binnen drie dagen van Nederland
naar Indië te vliegen. Voor de verwezenlij
king van dit plan heeft o.m. het Comité
Vliegtocht NederlandIndië zijn steun toe
gezegd.
Het toestel, waarmede de tocht zal wor
den gemaakt, is een ontwerp van de Pan-
dervliegtuigenfabriek. Het wordt een vrij-
dragende eendekker, uitgerust met drie zware
Amerikaansche motoren, die het toestel een
snelheid zullen geven van 300 K.M. per uur.
Het landingsgestel zal optrekbaar worden
gemaakt, om den schadelijken luchtweer-
stand gedurende het vliegen te verminderen
en dus de snelheid te vergrooten. In geval
van nood zal de hoofdbenzinetank kunnen
worden afgeworpen.
Waar het toestel ontworpen is voor een
werkingssfeer van 4200 K.M., zal het moge
lijk zijn den afstand tusschen Nederland en
Java in drie étappes te overbruggen. Men is
voornemens dag en nacht door te vliegen,
zoodat het mogelijk zal zijn Maandagmorgen
te Amsterdam te starten en reeds Woens
dagmiddag te Batavia te arriveeren. Volgens
den opzet wil men Donderdag of Vrijdag de
terugreis aanvaarden, zoodat de machine
reeds Zaterdag- of Zondagmiddag in Am
sterdam terug kan zijn. Bij slagen zal de
reis AmsterdamBataviaAmsterdam dus
"gemaakt worden in totaal zes a zeven da
gen.
De houtbewerking van het vliegtuig zal
uitgevoerd worden door de Panderfabriek
terwijl de maatschappij voor vliegtuigbouw
Avioïanda te Papendrecht, die speciale er
varing heeft op het gebied van metaalcon
structie, zich met den metaalbouw zou be
lasten.
Gruweldaden van Chineesche
communisten
Overval dp Franciscanenklooster
De Weensche „Reichspost" meldt:
De geschiedenis der martelarenkerk van
China is thans weer met een nieuwe roem
rijke bladzijde verrijkt.
Een aantal communisten heeft namelijk
eenige maanden geleden een Franciscaner
klooster in Hoepeh overvallen en een gewel
dig bloedbad aangericht.
Uit de eerste berichten, die binnen kwa
men, kon men zich geen juist oordeel vormen,
doch thans, nu de ambtelijke rapporten zijn
binnengekomen, zijn wij in staat, om "en
juist overzicht te geven van de gruwelijke
martelingen, waaraan de Katholieke Kerk in
China in de afgeioopen maanden heeft bloot
gestaan.
Het door de Itaiiaansche Franciscanen be
stuurde apostolisch vicariaat van Laohokow
in de provincie Hoepeh werd begin Mei van
dit jaar geheel door roode benden, die overal
schrik en dood verspreidden, ingesloten.
Toch ging het leven op het seminarie van
'het vicariaat, waar 43 Chineesche studenten
voor het H. Priesterschap worden voorbereid,
zijn gewonen gang.
Op den avond van den 15den Mei bevon
den zich in het klooster zes paters, een broe
der en drie novicen. De bisschop, Mgr. Ricci
en de gardiaan van het klooster waren af
wezig.
Niemand had eenig vermoeden, welk een
ramp hun boven het hoofd hing en dat met
één slag het werk van zestig jaren zou wor
den vernietigd.
's Avonds gingen pater Bonaventura Zeng
66 jaar oud, pater Thomas Koeo, 72 jaar en
pater Benediktus Tsjeng door de klooster
gang, van waaruit men een vrij uitzicht had
op den weg naar Laohokow.
Plotseling zagen zij, dat een trop van der
tig mannen op het klooster kwam toege-
stormd. Bij den kloostermuur verdeelde zich
de bende in verschillende groepen.
De hoofdmacht liep naar de kloosterpoort,
waar pater Mansuetus Maggini, broeder Lu
cas Santini en de drie novicen stonden. Een
der bandieten riep: „Stilhouden! Wie zich
beweegt, schieten we neer!"
Er sprong iemand met een revolver in de
hand op den muur om het binnenhof van
het klooster te inspecteeren. Daar er aan de
ander zijde van den muur veel bouwmate
rialen lagen was het gemakkelijk om in den
tuin te komen.
Juist kwam daar pater Germanus Lazzeri
aan. De bandiet bedreigde hem met zijn re
volver en bond hem met zijn Franciscaner-
koord de handen op den rug.
De andere roovers waren intusschen door
de kloosterpoort binnengekomen, waar zij
pater Maggini ontmoetten. Zij stelden zich
voor als soldaten van het derde roode leger.
Tegenstand bieden had geen zin. Pater
Maggini en broeder Santini werden geboeid.
Broeder tot stervens toe geslagen
De leider der communisten trad hierop op
den 60-jarigen Oblatenbroeder Franciscus
Tsjeng toe en gaf hem twee vreeselijke hou
wen met zijn sabel over den linkerslaap
waardoor hij hevig bloedend in elkaar zakte.
Intusschen drongen andere bandieten het
seminarie binnen, waar zij pater Gabriël Hoe
vonden, die met hevige koorts ziek te bed
lag. Met een stola werden hem de handen
gebonden.
Zieke paters gedood
Pater Lazzerrl werd nu gehaald en naar
het klooster gebracht.
In het voorbijgaan gaf hij aan den sterven
den broeder Tsjeng nog de H. Absolutie.
Heel het klooster werd leeggeplunderd. De
zieke pater Hoe werd uit zijn bed gehaald en
op de binnenplaats tegen den muur gezet;
men wilde hem onmiddellijk terechtstellen.
Pater Lazzerrl smeekte voor hem om ge
nade, maar men brulde hem toe: Weg met
dien hond van een Europeaan!
De Chineesche priester zegt zachtjes: ,,'t
Is goed, 't is goed".
Zonder te aarzelen knielt hij neer.
Een der communisten neemt een lange sa
bel, raakt even den hals van het slachtoffer
aan om dan met een krachtigen slag 't hoofd
van den romp te scheiden.
Het hoofd valt juist op een klein bloem
perk, dat gewoonlijk door pater Hoe verzorgd
werd.
Ook de paters Zeng, Koeo en Tsjeng wer
den naar den kloostertuin gebracht.
Pater Zeng wordt met een geweldigen
vuistslag de bril van het gezicht geslagen.
De 72-jarige oude ziekelijke pater Koeo,
dien de bandieten meenen niet langer te
kunnen meesleuren wordt gedwongen op de
knieën te gaan liggen. Broeder Lucas Santini
smeekt nog om genade, doch een pistoolschot
in het achterhoofd, op korten afstand afge
vuurd, maakt een einde aan het leven van
den missionaris.
Het steunen van den zwaar gewonden broe
der Tsjeng is intusschen opgehouden. Ook
dit slachtoffer heeft den geest gegeven.
De knecht van het seminarie wordt zonder
vorm van proces neergeschoten.
De overige paters worden gevankelijk de
bergen ingebracht, naar generaal Hoeolong.
Onderweg ontmoeten zij den bisschop Mgr.
Ricci en den gardiaan, die ook gevangen wor
den genomen.
Pater Zeng wordt eenige dagen later ont
hoofd.
Nadat de communisten klooster en semi
narie der missie verwoest hadden, eischten
zij voor de nog levende gevangenen een hoog
losgeld.
Alle pogingen van de centrale regeering te
Nanking om de paters te bevrijden bleven
vruchteloos.
In September werd Mgr. Ricci, zooals hij
zelf meldt, bevrijd voor een losgeld van
100.000 lires, dat door de Itaiiaansche regee
ring betaald werd.
Pater Maggini werd reeds tijdens de on
derhandelingen over de grootte van het los
geld vrijgelaten.
Bij zijn terugkeer in de missiestatie liet
mgr. Ricci de klokken luiden. Ongeveer dui
zend christenen kwamen op dit voor hen zoo
bekende geluid uit de bergen toestroomen om
met vreugde hun bevrijden bisschop te be
groeten.
De bisschop kon van zwakte nauwelijks
•staan. Volgens de laatste berichten vererger
de zijn toestand zoodanig, dat hij voorzien
moest worden van de Sacramenten der Ster
venden.
Broeder Lucas Santini is in de legerplaats
der bandieten aan dysenterie, een gevolg van
honger en het eten van gras en geroosterde
maïskolven, gestorven.
Begin November bevonden de paters Chec-
caci en Lazzerri zich nog in gevangenschap.
Als losprijs eischten de communisten 10.000
dollar, Mgr. Ricci zond daarop een bood
schap naar Rome om de som te kunnen be
talen.
Dezer dagen is pater Checcaci, vóór zijn be
vrijding aan het lijden en de ontberingen
van zijn gevangenschap gestorven.
Van de geheele kloostergemeente van Tsji-
ayoeenkow is thans nog slechts pater Laz
zerri in leven.
De bijzonderheden van dit bericht zijn
grootendeels ontleend aan een met potlood
geschreven brief van pater Lazzerri, die het
schrijven uit zijn gevangenis naar buiten
wist te doen smokkelen.
298. „Ik zal vandaag geen enkel vischje
vangen," klaagde Harlekijn; „ze zwem
men alle midden in de rivier. Maar
daar is m'n oude kameraad, de zwaan;
wacht eens, daar krijg ik een prachtig
idee."
299. In een ommezien had hij het
snoer van z'n hengel om den langen
hals van z'n kameraad gewonden. Daar
na wierp hij stukjes brood midden in 't
water, die de zwaan gretig oppikte.
300. Telkens als de zwaan met zijn
kop zwaaide, dompelde hij het lokaas
in 't water en weldra had hij aan alle
kanten beet.
„Dat mag een prachtig idee genoemd
worden!" juichte Harlekijn.