li IDE GRAPJAS HARLEKIJN! Balsem die wond! Kloosterbalsem '?0""So1!r Voor de Huiskamer I DE CONTINGENTEERINGSWET AANGENOMEN TWEEDE KAMER De begrooting van financiën goedgekeurd De arbeidsbegrooting in behandeling AKKER's De Chineesche koffietassen HANDEL EN NIJVERHEID Duitsche Industrie- en Handelsdag Silverberg en Luther aan het woord VRAGENBUS RECHTSZAKEN^ Een ondankbare gast Zij kon haar haar niet kammen Harlekijns avontuur met den luchtschipper W Vergadering van Donderdag 3 December. De behandeling van het ontwerp van wet inzake toekenning van de bevoegdheid tot het tijdelijk treffen van maatregelen ter beper king van den invoer van goederen wordt voortgezet. Dr. KORTENHORST (R. K.) merkt ten aanzien van het amendement-Oud inzake re pressieve contróle op, dat de mogelijkheid be staat, dat de Kamer een ontwerp tot be krachtiging van een invoerbeperklngsbeslult verwerpt. De Minister kan dan weer een nieuw besluit van gelijke strekking nemen, doch is dan weer genoopt dat door een nieuw wetsontwerp te laten volgen. Zoo zouden er meer bezwaren tegen het amendement zijn aan te voeren. In de gegeven omstandigheden ia het misschien het beste dat het amende ment zonder stemming wordt aangenomen. Een conflict van meeningen in de Kamer blijft dan achterwege. Spreker en hij meent wel te kunnen zeggen de R. K. fractie is bereid met het amendement-Oud mee te gaan op voorwaarde van soepele toepas sing. De heer v. d. TEMPEL (S. D. A. P.) zegt, dat zijn fractie zal stemmen zoowel voor het amendement-Oud als voor het sub-amende- ment-Boon, ten einde de wettelijke contróle zoo scherp mogelijk vast te leggen. De heer v. d. HEUVEL (A.R.) handhaaft zijn bezwaren tegen het amendement-Oud, doch hoopt gaarne, dat de toekomst hem in het ongelijk zal stellen. Minister VERSCHUUR herhaalt, dat hij aanvankelijk ernstige bezwaren tegen het amendement-Oud had, doch erkent dat het parlement er prijs op stelt zijn bevoegdheden te behouden. Zijn bezwaren zijn aanmerkelijk verminderd door de toelichting. Wat het sub-amendement-Boon betreft, moet men er rekening mee houden, dat een advies er wellicht anders zal uitzien wanneer het aan de Kamer moet worden overgelegd of gepubliceerd, dan wanneer het vertrouwelijk blijft binnen het Kabinet. Het sub-amende ment heeft om zoo te zeggen evenveel nut als niet-noodzakelijkheid. De regeering is voornemen alle noodige inlichtingen ter zake aan de Kamer te verschaffen. De heer OUD (V. D.) wil de meening weg nemen als zou de toelichting een andere strekking aan zijn amendement hebben ge geven. Het amendement is volkomen duide lijk en beoogt de beslissing in handen van de Kamer te houden. De heer BOON (V. B.) ziet het bezwaar tegen overlegging van het advies der commis sie aan de Kamer niet in, doch trekt na de toezegging van den Minister, dat zooveel mo gelijk inlichtingen aan de Kamer zullen wor den verschaft, zijn subamendement in. Het amendement-Oud wordt z. h. s. aan genomen. De heer OUD (V.D.) licht no geen amen dement toe onl de wet, behalve ten aan zien van de strafbare feiten, met ingang van 1 Januari 1935 te laten vervallen, be houdens eerdere intrekking. Het wetsontwerp wordt z. h. s. aanvaard. Begrooting Arbeid, Handel en Nijverheid Aan de orde is het Xe hoofdstuk der Rijksbegrooting 1932 (Arbeid, Handel en Nijverheid) Prof. SLOTEMAKER DE BRUINE (C.H.) brengt de nieuwe indeeling van het depar tement van Economische Zaken ter sprake. De overbinding van economische en so ciale staatsbemoeiingen in een departe ment acht hij niet gelukkig. Evenmin zou hij het gelukkig achten, in dien de dienst der volksgezondheid, die des tijds terecht bij „Arbeid" is gebracht, thans daarvan weder zou worden losgemaakt. Dr. VOS (Lib.) betoogt, dat nog slechts weinig van de noodzakelijk geachte bezui niging valt te bemerken. In tegenstelling met den heer Slotemaker de Bruine juicht hij de voorgenomen over brenging van afdeelingen naar Binnenland- sche Zaken toe, dat daardoor een meer sociaal karakter zal verkrijgen. De heer BRAAT (Plattel.) dringt er op aan, dat een directeur-generaal van den Landbouw zal worden aangesteld. Minister VERSCHUUR antwoordt, dat de spoedshalve bij afzonderlijk ontwerp voor gestelde economische voorlichting slechts in een enkel opzicht praejudicteert op de nieu we samenstelling van de departementen. Een indeeling, die aan alle verlangens te gemoet komt, schijnt onvindbaar. Alleen zonder indeeling zou men het ideaal kun nen benaderen. Het terrein, waarop bezuiniging bij het departement van Arbeid mogelijk is, wordt aanzienlijk beperkt door allerlei vaste uit gaven. Overigens is het streven naar be zuiniging in sterke mate bij de regeering aanwezig. Wat den directeur-generaal van den land bouw aangaat, beveelt spr. een afwach tende houding aan, pret het oog op de prac- tljk. Bij de'afdeeling Arbeid betoogt de heer LOERAKKER (R.K.), dat beperking van den arbeidsduur in den landbouw noodig is, in het bijzonder de bescherming van den arbeid van Jeugdige personen en kinderen. De heer AMELINK (A.R.) vraagt een ver bod van fabrieksarbeid voor de gehuwde vrouw, hetgeen aan den arbeid der mannen ten goede zal komen, evenals aan de be strijding der werkloosheid in het algemeen. Voorts dient de 8-urendag toepasselijk te worden verklaard voor de kantoren. Een beroep op de tijdsomstandigheden om deze beperking niet in te voeren, gaat z. 1. niet op. De heer DROP (S.D.A.P.) zet uiteen, dat de productie-capaciteit in den laatsten tijd aanmerkelijk is toegenomen, ondanks ver mindering van personeel. In Amerika nam de capaciteit toe met 45 pet., het aantal arbeiders daalde ondanks van 9 tot 8.1 mil- lioen. Voor een categorie van 700.000 arbeiders is de arbeidswet nog steeds niet ingevoerd; sp\ dringt op deze invoering aan. Door invoering van de 40-uren week zou de economische crisis in belangrijke mate kunnen worden verzacht. MeJ. DE JONG (S.D.A.P.) is van mee ning, dat de naleving van de arbeidswet nog veel te wenschen overlaat. Voorts maakt zij bezwaar tegen het stel selmatig overwerken, zooals dat in enkele plaatsen geschiedt. Dr. VOS (Lib.) v. \agt naar 's ministers plannen inzake partieele herziening van de arbeidswet in het belang van een meer soepele uitvoering. Het standpunt van de regeering, om in deze tijden de arbeidsbeperking niet in te voeren op de kantoren, kan spr. volkomen begrijpen. Van excessen kan trouwens niet worden gewaagd. Voorts bepleit hij meer vrijheid van den bakkersarbeid en van de aflevering van versch brood in de vroege ochtenduren. De heer JOEKES (VD.) is van meening, dat van het ontbreken van wettelijke beper king van den arbeidsduur op kantoren mis bruik wordt gemaakt. Spr. hoopt, dat de minister zal komen met een ontwerp inzake verbindend-verkla ring van de collectieve arbeidsovereenkomst. In verband met het werk van Genève huldigt spr. de nagedachtenis van dr. No- lens, die een uitnemend kenner van het internationale arbeidsrecht was, en die met zijrr breede' opvatting velerlei belangen diende. Door diens heengaan heeft Neder land een gevoelig verlies geleden. De heer KUIPER (R.K.) verheugt zich over de indiening van een bedrijfsradenwet en bepleit de indiening van een ontwerp inzake verbindend-verklaring van de col lectieve arbeidsovereenkomst. Het woord van mr. Joekes ter huldiging van de nagedachtenis van mgr. Nolens heeft cprekers volle instemming. Wat den fabrieksarbeid der gehuwde vrouw betreft, deze dient wettelijk te wor den verboden. Ten slotte schetst spr. de moreele gevaren van de werkloosheid, die met alle ten dienste staande middelen behoort te wor den bestreden. Mej. GROENEWEG (S.D.A.P.) bepleit bescherming van jeugdige arbeiders en vrouwen tegen te lange werktijden, die nog steeds voorkomen. Een verbod van fabrieksarbeid der ge huwde vrouw acht zij echter onjuist. Het zou een uitkomst zijn' voor de arbeiders klasse indien de gehuwde vrouw niet meer ui. werken behoefde te gaan, doch de om standigheden zijn van dien aard, dat deze arbeidersvrouwen niet om principieele re denen de fabriek binnengaan, doch uit nood. De heer KORTENHORST (R.K.) bepleit een wettelijke verplichting tot sparen voor de jeugd, en wenscht instelling van een commissie daartoe. Te 6.25 wordt de vergadering geschorst tot des avonds 8 uur. Avondvergadering BEGROOTING VAN FINANCIEN De heer WEITKAMP (C. H.) klaagt over de hooge kosten van onderzoekingen in ka dastrale en hypothecaire registers. De min dere opbrengsten van deze maatregelen moe ten z.i. worden goedgemaakt door verhooging van de inkomstenbelasting en een weeldebe lasting. Het publiek dat van dumping „win sten" profiteert moet dit voor de boeren over hebben. De heer VAN DER HOUVEN (S. D. A. P.) dient een motie in waarin wordt uitgesproken dat van het door coöperatieve verbruiksver- eenigingen aan haar leden uitgekeerde be drag voor zoover dit niet is verkregen door verkoop aan derden geen dividendbelasting behoort te worden geheven, en de Minister wordt uitgenoodigd de wet op de dividend en tantièmebelasting te wijzigen. De heer IJZERMAN (S. D. A. P.) wijst op het belastingontduiken en het gebruiken van wetsartikelen om minder belasting te beta len, dan men zou moeten. Verder zou spr. willen aanbevelen dat ban kiers bij het verzilveren van coupons een du plicaat van de afrekening aan den fiscus zou den moeten zenden. De heer KNOTTENBELT (Lib.) wijst op de wenschelijkheid, dat in beslissingen der Ta riefcommissie de namen der leden die daar aan hebben meegewerkt worden meegedeeld. De heer GUIT (R. K.) bespreekt de stich ting Maas en Waal, welke is voortgekomen uit het Bouwbureau Watersnood en criti- seert de wijze, waarop de door den waters nood getroffenen behandeld zijn. De armste menschen moeten van hun voorschot terug betalen, anderen niet terwijl de armsten ook nog het laatst zijn geholpen. De heer VAN DEN HEUVEL (A. R.) klaagt erover, dat het arbeidsloon van minderjarige kinderen van een belastingplichtige in hun bedrijf, niet als bedrijfskosten van de inkom sten mag worden afgetrokken. Voorts bepleit hij een ruimere toepassing van de vrijstelling van grondbelasting. De heer VAN VOORST TOT VOORST (R. K.) bespreekt de landbouwboekhoud- bureaux van wie niet mag worden ondersteld dat zij er bewust toe zouden meewerken win sten „weg te werken". De opgaven dier bu reaux zijn volkomen betrouwbaar. De bewering, dat de winst in boerenbedrij ven in jaren, waarin geen crisis bestond, nau welijks grooter is dan thans, is absoluut on juist. De heer BIEREMA (Lib.) komt ook op tegen de verdachtmaking van de landbouw- boekhoudbureaux; deze doen uitstekend werk en zijn volkomen betrouwbaar. Ook spr. dringt aan op vrijstelling van grondbelasting bij een economische crisis. Verder maakt spr. enkele opmerkingen over de Nederl. Bank in verband met haar pon- denbezit. Eerst heeft zij doen weten, dat geen verliezen op dit bezit werden gevreesd. Thans schijnt vast te staan, dat daarop wel degelijk groote verliezen zijn geleden en dat dit is toe te schrijven aan een al te faire houding te genover de Bank of Engeland, welke haar in- terttjd heeft teruggebracht van een voorne men haar pondenwissels om te zetten in goud. Thans heeft de Ned. Bank een deel van haar pondenbezit overgedaan aan de Indische regeering voor eventueele aflossing der pon- denleeningen. Het verlies der Ned. Bank schijnt dienten gevolge 30 milloen te zullen bedragen. Spr. meent dat de Ned. Bank sterker zou hebben gestaan als zij in vorige jaren meer had ge reserveerd. De heer J. TER LAAN (S.D.A.P.) wenscht opheffing van het bankgeheim. De heer VAN POLL (R.K.) keurt even eens af, dat het loon van minderjarige kin deren, werkzaam in het bedrijf van een be lastingplichtige, meetelt voor het inkomen van dien belastingplichtige, waardoor de ge zinsband wordt verzwakt; immers, nu gaan die kinderen bij anderen werken en dan blijft hun loon onbelast. De heer KETELAAR (V.D.) behandelt de Maas en Waalkwestie. Spr. vraagt den Minister deze zaak nog eens nauwkeurig te onderzoeken en te wil len overwegen of de hypotheken niet kun nen worden kwijtgescholden. De heer FLORIS VOS (Partijloos) her- irnert aan zijn in Mei aangenomen motie in zake een wijziging van de Registratie- wet in zake vrijstelling van recht van re gistratie van de akten der overdracht van landelijke eigendommen aan hen, die gedu rende zekeren tijd pachter daarvan zijn ge weest. Die wetswijziging laat echter nog op zich wachten. Spr. wijst verder op de ergerlijke toene ming van de diefstallen van rijwielplaatjes. Is het niet mogelijk een ander systeem voor de rijwielbelasting te maken? De heer DE WILDE (AJR.) bespreekt de klacht in het Voorl. Verslag, dat sommige inspecteurs ten aanzien van de Inkomsten belasting hoogere aanslagen vaststellen, dan met de aangiften overeenkomt, zonder dat de aangevers zijn opgeroepen om inlichtingen te verstrekken. De heer K. TER LAAN (S.D.A.P.) pro testeert tegen de heffing van wegenbelasting voor de automobiel-brandspuit van de Vrij willige Brandweer te Zaandam. Verder wijst spr. op de moeilijke positie waarin vele wachtgelders en gewezen wacht gelders zijn gekomen. Kan er geen com missie worden benoemd voor de behartiging van de belangen van de wachtgelders? Antwoord van den Minister. De Minister van Financiën, de heer DE GEER, merkt op, dat de opmerkingen over de landbouw-boekhoudbureaux minder ge richt waren tegen de Memorie van Antwoord dan tegen het Voorl. Verslag. De Regeering heeft waardeering voor die bureaux. De grondbelasting kan thans niet worden gewijzigd, vrijstelling van die belasting bij crisisrampen zal nader worden overwogen. Spr. zal de argumenten van den heer Van der Hou ven over de dividendbelasting van de verbruikscoöperaties nader bezien. De motie moet spr. ontraden. Den heer IJzerman heeft spr. met zeker genoegen gehoord. Deze drong met den heer J. ter Laan aan op opheffing van het bank geheim. Dat waren voor spr. nieuwe klanken, want tot nog toe werd bij hem steeds aan gedrongen op eerbiediging van het bankge heim. Spr. houdt val dat deze zaak inter nationaal moet worden behandeld. De zaak van Maas en Waal zal spr. nog eens nader onderzoeken; hij kan echter geen toezegging doen aan den heer Guit, in den zin als deze vroeg. Ten aanzien van het loon van minder jarige kinderen wijst spr. op de thans ge volgde jurisprudentie. Ten aanzien van de pondentransactie moet spr. vooruitloopen op de door den heer Joekes ingezonden schriftelijke vragen. De heer Bierema vroeg tegen welken koers de ponden aan Indië zijn verkocht. Indië dekt zich tegen een stijging, de Ned. Bank dekt zich tegen verder verlies. De trans actie is tegen zoodanigen koers gedaan, dat de koers zal zijn de koers van den dag maar niet hooger dan 9.45 en niet lager dan 9.25. De Nederl. Bank heeft voor deze transactie geen goedkeuring noodig van de Regeering De Minister van Koloniën heeft echter ge vraagd omdat Indië in 1934 niet behoeft af te lossen dat de Nederlandsche Re geering het af te lossen bedrag als vlotten de schuld zal financieren. En daarom wenscht de Ned. regeering de goedkeuring van de wetgevende macht. Aan de matige toepasing van het loon beslag zal spr. zijn aandacht wijden. Herplaatsing van wachtgelders is in het Als U zich gewond heeft, zijn drie dingen noodzakelijkhet bloed te stelpen, bloedvergiftiging te voorkomen en snelle genezing zonder litteeken. Verzorg daarom elke wond direct met Kloosterbalsem. Ondervindt zelf hoe vlug de pijn ver dwijnt, 't bloeden ophoudt, hoe zuiver de wond blijft en hoe verwonderlijk snel Kloosterbalsem zonder litteekens geneest. belang van de wachtgelders en van den fiscus. Het wachtgeldbureau stuurt voort durend aan op herplaatsing. De wachtgel ders zijn echter niet altijd voor een betrek king geschikt. Een commissie is niet noodig. Spr. wil nagaan of van het Belgische sys teem voor de rijwielbelasting iets is over te nemen, maar voorshands gelooft spr. het niet. Wat de autospuit der Vrijwillige Brand weer te Zaandam betreft meent spr. dat de Wegenbelastingwet naar de letter moet worden toegepast. Bij Afd. V (Dienst der belastingen) dringt de heer SMEENK (A.R.) aan op een bu- tere regeling van het georganiseerd overleg. Spr. waarschuwt tegen te sterke inkrim ping van het personeel van den actieven dienst en bepleit een betere verdeeling van het personeel over verschillende standplaat sen. De heer VAN POLL (R. K.) betreurt, dat de plannen tot reorganisatie van den belas tingdienst zijn opgeschort. De heer VAN DER HOVEN (S. D.) vraagt, met welk recht een belastingambte- naar wordt verboden bestuurslid te blijven van een coöperatieve vereeniging. De MINISTER zal de opmerkingen over het personeel nog eens nalezen. Aan den heer Van der Houven merkt spr. op, dat het in het door hem bedoelde geval een tabaks vergunning betreft, waarop juist de belas tingambtenaren toezicht moeten houden. Eerediensten. Bjj afdeeling VIII (kosten der eeredien sten) behandelt de heer LINGBEEK (H. G. S. P.) de positie van de Ned. Herv. Kerk, welke door de regeerlngsmaatregelen is ge worden tot de positie van Laocoon. De kerk is geenszins vrij om zich naar eigen inzicht te organtseeren. De heer ZANDT (S. G. P.) vraagt in trekking der Koninklijke besluiten, die de vrijheid der kerken hebben ingeperkt. De heer BIEREMA (Lib.) vraagt om toelagen aan .Joodsche geestelijken. De MINISTER zegt ten aanzien van dit laatste punt overweging toe. Den heer Zandt antwoordt spreker, dat ook naar het Toen mijnheer Lompret, ambtenaar op de Prefectuur, in den namiddag de eetkamer der dames Cornellis binnentrad, had hij het gevoel, dat zijn huwelijksverwachtingen door een ramp bedreigd werden. Hij beschouwde mevrouw Cornellis reeds als zijn schoonmoeder, want haar dochter, de zachte Celestine, was zijn uitverkorene, met wie hij wenschte te trouwen. Maar van daag zag hij tot zijn groote verbazing tus- schen hen beiden een mannenhoofd, dat hij niet kende. En mijnheer Lompret wist met een, wat hem te wachten stond. .Mijnheer Vernois, een jeugdvriend van Celestine", stelde mevr. Cornellis den onbe kende voor. „Na een jarenlange afwezig heid heeft hij ons heden met zijn bezoek verrast." „Hij heeft een reis om de wereld ge maakt," voegde Celestine er aan toe en haar mooi gezichtje straalde van bewondering. „Hij komt regelrecht van China", ver klaarde de moeder. „En zijn eerste bezoek heeft ons gegolden." „Ja, om dit mooie servies te brengen, dat hij persoonlijk voor ons van daar ginds meegebracht heeft." Van gindsDeze eenvoudige woorden drukten op mijnheer Lompret als een looden last, op hem, die nog nooit zijn vaderstad verlaten had en die zich verbeeldde, dat een wereldreis een grooten, buitengewonen moed eischte. Hij was er ook zeker van, dat hier een mededinger tegenover hem stond, die teruggekeerd was om hem Cele stine afhandig te maken. De strijd was on gelijk, de uitslag was reeds te voren beslist. Mijnheer Lompret keek hem niet minder verbaasd aan dan Celestine en haar moe der deden en zijn hopeloosheid werd ieder oogenblik grooter. „Die moest terug komen," flitste het hem door het hoofd. „Celestine heeft nu nog maar oog voor hem. Ze zal mij nu zeker den bons geven." „Door zulke gedachten gefolterd, kon hij slechts met moeite het enthousiasme deelen, waarmee moeder en dochter het exotisch geschenk prezen. „We zullen het meteen inwijden", ver klaarde Celestine, „we zullen er nu koffie uit drinken." „Ik ben de laatste hier", dacht de ambte naar treurig. Wat moest hij echter doen? Hij plaatste zich gehoorzaam tegenover een van deze broze tassen en ofschoon hij geen kenner was, bekeek hij beleefdheidshalve de leven dige kleuren van het model, afkomstig van het penseel van een Chineesch kunstenaar. Een zucht kon hij echter niet onderdrukken. „Dat komt uit China!Uit China Wat zal Celestine mijn bloemen verachten, die op de markt gekocht zijn en de choco lade, die ik uit den winkel, hier dichtbij, meebreng." Op het aanhouden der dames begon Ver nois nu met de vertelling van zijn reis, die natuurlijk zeer rijk aan avonturen was. Moeder en dochter hingen vol bewondering aan zijn lippen en haar vurige blikken spoorden hem aan, zijn vertelling nog meer kracht bij te zetten. „Ik heb heel wat meegebracht", zei hij, terwijl hij met de hand een beweging naar zich zelf maakte. „De zeeziektehet afschuwelijk verblijf bü de wildenen dan het afschuwelijk eten in de tropenIk zal nu wel een kuur moeten maken om weer te herstellen... Wat mij ontbreekt is een gezellig tehuis en een vrouw, die altijd bij mij was Bij deze woorden wierp hij zoo'n vurigen blik op Celestine, dat deze kleurde. Mijnheer Lompret zat als op gloeiende kolen. „Mijn leven is verknoeid", moest hij zelf bekennen. „Ook ik had moeten reizen. Nu kon lk terug zijn en dan zou lk wel meer meegebracht hebben dan een gewoon koffie- servies. Ik had een compleet eetservies voor 12 personen meegebracht. Helaas, deze edelmoedigheid was slechts een droombeeld, terwijl het servies in zijn gansche pracht daar stond. Nu begon men koffie te drinken. Er zou mijnheer Lompret niets anders overblijven dan mooi stil te zitten en zich daarna vernederd en over wonnen terug te trekken. „Bedien u van suiker", vleide Celestine met teedere stem. Natuurlijk was het Vernois tot wien zij sprak: dat was niet meer dan billijk, want tenslotte was hij immers de schenker en zoo kwam hem de eerste tas toe. Met onderdrukte woede greep mijnheer Lompret zijn tas en goot den inhoud door zijn keel, onbekommerd of hij zijn tong brandde. Toen wilde hij de tas weer neer zetten. En nu gebeurde het verschrikke lijkenu kwam de catastrophe: het kost bare porceleinen tasje glipte uit zijn be vende handen en viel in duizend scherven op den vloer. Drie kreten van schrik en verachting weerklonken op hetzelfde oogenblik. De man, die uit Chine gekomen was, scheen vandaar slechts weinig philo6ophie en nog minder beleefdheid meegebracht te hebben, want hij ging als een getergde tijger tegen den schuldige te keer. „Zie nu toch eens aanMen moet toch wel een ongelikte beer zijn om niet eens een tas in de hand te kunnen houdenHet servies is nu bedorveneen servies, dat ik van Peking af zoo voorzichtig behandeld heb en dat wellicht eenig in de wereld is!" „Mijn Hemel!" jammerden de dames Cor nellis. Mijnheer Lompret, heelemaal rood en op gewonden, was het liefst door den grond gezakt. Hij deed moeite zijn onhandigheid te excuseeren. „Ik ben werkelijk wanhopigikzal een andere tas in de plaats koopen, als u het goedvindtstotterde hij. „U wilt misschien naar Peking reizen om ze daar te bestellen!" zei Celestine met boosaardige ironie. Werktuiglijk had mijnheer Lompret zich gebukt om de scherven bij elkaar te rapen: hij draaide ze om en om en trachtte ze aan een te voegen. Plotseling richtte hij zich echter op zijn temeergeslagenheid was verdwenen en had voor een absolute zekerheid plaats ge maakt. „O, China is niet zoo heel ver als men wel meenen zou", antwoordde hij fijntjes. Met deze woorden hield hij de dames een stuk der gebroken tas voor, waar op een heel klein etiketje het volgende te lezen stond: „Bazar des Mandarins" Marseille. Speciaal artikel en aandenken uit China." „Hoe hokvast ik ook ben, deze reis zal ik nog wel kunnen riskeeren", triomfeerde hij. Moeder en dochter keken elkander aan, eerst verbaasd, daarna met een veelzeggend lachje. „Laten we er dan heenreizen", wendde Celestine zich tot mijnheer Lompret. „Op de huwelijksreis, nietwaar?" oordeel van den minister van justitie de be sluiten van 1816 niet moeten worden inge trokken. De verdere artikelen worden vastgesteld. De begrooting van het departement van financiën wordt zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. Wet op de middelen. Aan de orde is de Wet op de Middelen. De heer KNOTTENBELT (Lib.) wijst op de wenschelijkheid van verlaging der loods gelden in het belang van de scheepvaart op Nederlandsche havens. Die gelden zijn te hoog en onze scheepvaart verkeert in een noodtoestand. De MINISTER antwoordt, dat de loods gelden voor de Schelde worden bepaald naar den gedeprecieerden frank. Spr. zegt over weging toe. De Middelenwet wordt zonder hoofdelij ke stemming aangenomen. De vergadering wordt om twee uur ver daagd tot hedenmiddag twee uur. Op de vergadering van het hoofdbestuur van den Duitschen Industrie- en Handels dag heeft dr. Silverberg gesproken over den tegenwoordigen economischen toestand. Hier bij zeide hij o.a.. dat de economische ver tegenwoordigers niet verhelen konden, dat de handelingen der rfjksregeering beschouwd moeten worden als bepaald door den totaal- inhoud van de huidige en toekomstige in ternationale ontwikkeling der gebeurtenissen. In de staatshuishouding is een evenwicht der openbare begrootingen onontbeerlijk. De overspanning der openbare lasten en die der sociaal-politieke staatsinmengingen heeft tot een verstarring geleid der productiekosten voor de bedrijven. Daarom moeten ook over al waar te hooge loonen bestaan, deze wor den aangepast aan den economischen toe stand. Een verminderen van de productie kosten voert vanzelf tot prijsverlaging. Sil verberg erkende de bedenkelijke uitwerking van den hoogen rentevoet, doch wendde zich tegen ieder gewelddadig ingrijpen. Herstel van de economische moeilijkheden is alleen mogelijk door uitbreiding van de zaken. Hiertoe is een uitbreiding noodig van het credietvolume. waartoe vele middelen be staan.. Een geschikt middel is echter ook een verlaging van het disconto. De tegenwoordige deviezen-wetgeving geeft Duitschland de vrijheid tot rentevorming, waarvan op het juiste oogenblik gebruik kan worden gemaakt. Vervolgens werd het woord gevoerd door dr. Luther, den president van de Rijksbank, die er den nadruk op legde, dat de Rijks bank er naar streefde het bedrijfsleven alle mogelijke verlichting te verschaffen. De mo gelijkheid van een disconto-verlaging moet echter altijd beoordeeld worden in verband met de totaalomstandigheden. De ervaring in Duitschland en Amerika heeft getoond, dat in tijden van dalende conjunctuur het laag houden of verlagen van den rentevoet geen waarborg is geweest voor economische herleving. Natuurlijk zou de Rijksbank geen oogenblik aarzelen wanneer de mogelijkheid zich voordeed over te gaan tot verlaging van het disconto. De Rijksbank moet echter bij haar politiek ook de psychologische instel ling van het Duitsche volk in oogenschouw nemen. Niemand kan weten, van welk mo ment af het overwinnen van de crisis be gint. Het primaire is het vertrouwen; prac- tisch gesproken de opdrachten. Silverberg, die hierop nogmaals het woord nam, zeide van meening te zijn, dat in Duitschland de uitbreiding van het binnen- landsche Duitsche credietvolume met een gelijktijdig verlagen van het disconto een es sentieel middel was voor het tot herleving brengen van de geheele economische bedrij vigheid. In aansluiting op deze beide sprekers werd debat gevoerd. Hierbij werd tot uiting ge bracht, dat de regeering-Brüning belang rijke bezuinigingsmaatregelen met grooten ernst had doorgevoerd, nadat jarenlang een bedriegelijke overschatting van de economi sche capaciteit tot overpeinzing van de open bare uitgaven gevoerd had. Vraag: Is mijn 3de (jongste) zoon dienst plichtig, of is hij vrij wegens broederdienst? De oudste is t.z.t. aangeloot en korten tijd onder de wapenen geweest, werd na korten tijd 2 tot 3 weken, definitief afgekeurd. De tweede is vrijgeloot. Antw.: Uw derde zoon zal moeten dienen als hij er in loot. Vraag: Hoe maakt men marmer schoon? Antv.-.: Met een warme oplossing van zu ringzout, daarna goed afspoelen en wrijven met een papje van marmerschraapsel en wa ter. Vr.: 1. Ik ben aangeslagen naar een inko men van f 1578 per jaar in de gem. Haarlem- Ik ben gehuwd en heb 3 kinderen 9. 7 en 5 jaar. Hoeveel levensonderhoud wordt er nu voor die 5 personen afgetrokken? 2. En hoeveel belasting moet ik dan van het overgebleven geld betalen? Antw.: I. Er wordt een kinderaftrek toe gepast van f 360. 2. f 21.50 totaal. Vr. van J. E. te BI. Antw.: Het is een katholiek niet verboden dien cursus te volgen, maar wij zouden u willen adviseeren eerst uw biechtvader te raadplegen alvorens er aan te beginnen. Een som van 1170 gestolen De 21-jarige varensgezel M. D. H. was aan boord van een schip bevriend geraakt met een collega uit Katwijk aan Zee, zekeren D-» die hem na de reis mede naar huis nam en bij zijn ouders introduceerde. Dezen noodig- den Hdie geen vast verblijf had, uit tot de volgende reis als gast in huis te blijven, welk aanbod gretig werd aangenomen. Na eenige dagen deed de gast, die zeide van goede fa milie te zijn en een ruim inkomen te hebben, van zijn liefde tot de dochter des huizes blij ken en heel spoedig' kwam het tot een ver loving. Het feest werd op de gebruikelijke wijze gevierd en H. deed de huisgenooten en genoodigden in zijn vreugde deelen. Het ont haal was verre van karig. Kort daarop ging de zoon des huizes weer varen, doch Hdie geen boot kon krijgen, bleef in de dubbele hoedanigheid van as. schoonzoon en als gast. eenigszins tot ongerief van de familie. Toen werd de oude heer D. ziek en moest naar het ziekenhuis. Onder die omstandighe den moest H nu wel vertrekken. Eenige da gen later wilde juffr. D., die de verplegings- kosten van haar man moest gaan voldoen, het geld uit de secretaire halen. Toen zij het sigarenkistje opende, waarin zich de spaar- duiten bevonden, bleken de schapen erg ge dund. Van het pak bankbiljetten, ongeveer 1800, bleek een bedrag van 1170, zijnde 6 biljetten van 50 gulden, 3 van 40 gulden en 30 van 25 gulden, verdwenen Natuurlijk viel de verdenking op den log-' die spoedig door de mand viel en gistere® voor de rechtbank te Den Haag wegens het voortgezet misdrijf van diefstal in de ver- dachtenbank stond. De president stelde den bestolene de vraag, welken indruk hij van H gekregen had, e® of hij hem betrouwbaar achtte. „Och, edelachtbare, ik geloof dat hij niets anders deed dan liegen", luidde het antwoord- Ondervraagd omtrent de wijze waarop hU het geld heeft uitgegeven, zeide verdachte o.a- dat hij behalve de onkosten voor het verlo vingsfeest en een mantel en eenige sierade® voor zijn meisje, 300 besteed had voor ee® ameublement dat hij te Alkmaar zou hebbe® gekocht Gedurende de kermisweek aldaar b°~ft hij 200 opgemaakt. De president wilde weten waar de resteerende 500 waren ge bleven, doch kreeg zulke ontwijkende ant woorden. dat Z.E.A. maar met vragen ophield- De vrouw van D bevestigde de verklarin gen van haar man. Met een woedenden blik op H., die haar zoo gemeen behandeld had, verliet getuige het hekje. Het O.M., waargenomen door mr dr. Va® Asch van Wijck, zride, dat de inlichtingen omtrent H. ongunstig zijn. Hij staat bekend als listig en geslepen. Spr somde de feite® op en noemde H.'s gedrag tegenover deze menschen meer dan erg. Alleen zijn jeugd en een blanco strafregister vormen de eenige lichtpunten. Eisch één jaar gevangenisstraf. Mej H. Blitz, voor H. pleitend, wees op de omstandigheden, waardoor verdachte, die bil de maatschappij waarbij hij werkte, gunrtis staat aangeschreven tot zijn daad gekome® is, en verzocht clementie. Vonnis 17 December as. Verlamd door rheumatiek. „Twee jaar leed ik aan rheumatiek en ver leden jaar om dezen tijd werd lk 10 weke® bedlegerig. Mijn handen en voeten waren het ergst aangetast. Ik kon er niets meer mee doen. Ik kon mij niet wasschen of mijn haar kammen, dat moest allemaal voor mi) ge daan worden. In 't begin van dit jaar bego® ik eiken morgen Kruschen Salts te neme® en het doet mij genoegen te kunnen zegge®, dat ik nu heel goed ben en in staat mij® huishouding te doen, terwijl ik in het slecht ste weer uitga zonder dat het mij schaadt." Mevr. P, K. Rheumatiek gaat samen met een teveel aa® urinezuur in het lichaam. Twee bestanddee- len in Kruschen Salts hebben het vermo gen, urinezuur op te lossen, zoodat het da» onmiddellijk uit het lichaam kan worde» verwijderd. Andere bestanddeelen in Kru schen Salts helpen de natuur dit opgeloste urinezuur door de ingewanden en nieren te verwijderen. Weer andere ingrediënten voor komen het gisten van het voedsel in de in gewanden en houden daarbij niet alleen d® vorming van urinezuur tegen, doch ook va» andere onzuiverheden die het bloed vergif tigen en den weg vrij maken voor verschei dene ziekten. 4, Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten 0.90 e» 1.60 per flacon. Hollandsche verpakking waarborgt echt heid. (Adv.) 304. Harlekijn zat met z'n sterkste hengelroede te visschen op een plaats, waar kokkerds van visschen zwommen. „Hoezee!" riep hij, „ik heb beet!" Op dit oogenblik kwam een luchtballon naderbij. 305. Harlekijn haalde een kolossalen visch op, die tegelijkertijd van den haak viel. „Dat is Juist iets voor mij." juichte de luchtschipper, terwijl hij den visch greep. 306. Maar de haak had het schuitje vast gepakt en Harlekijn hield den luchtschipper gevangen. „Als je mij den visch niet terug geeft, ga je, op water en brood Harlekijn. iQe öe ken de 'er»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10