li
IDE GRAPJAS HARLEKIJN!
Balsem die wond!
Kloosterbalsem '?0""So1!r
Voor de Huiskamer
I
DE CONTINGENTEERINGSWET
AANGENOMEN
TWEEDE KAMER
De begrooting van financiën goedgekeurd
De arbeidsbegrooting in behandeling
AKKER's
De Chineesche koffietassen
HANDEL EN NIJVERHEID
Duitsche Industrie- en
Handelsdag
Silverberg en Luther aan het woord
VRAGENBUS
RECHTSZAKEN^
Een ondankbare gast
Zij kon haar haar niet
kammen
Harlekijns avontuur met den luchtschipper
W
Vergadering van Donderdag 3 December.
De behandeling van het ontwerp van wet
inzake toekenning van de bevoegdheid tot het
tijdelijk treffen van maatregelen ter beper
king van den invoer van goederen wordt
voortgezet.
Dr. KORTENHORST (R. K.) merkt ten
aanzien van het amendement-Oud inzake re
pressieve contróle op, dat de mogelijkheid be
staat, dat de Kamer een ontwerp tot be
krachtiging van een invoerbeperklngsbeslult
verwerpt. De Minister kan dan weer een
nieuw besluit van gelijke strekking nemen,
doch is dan weer genoopt dat door een nieuw
wetsontwerp te laten volgen. Zoo zouden er
meer bezwaren tegen het amendement zijn
aan te voeren. In de gegeven omstandigheden
ia het misschien het beste dat het amende
ment zonder stemming wordt aangenomen.
Een conflict van meeningen in de Kamer
blijft dan achterwege. Spreker en hij
meent wel te kunnen zeggen de R. K. fractie
is bereid met het amendement-Oud mee
te gaan op voorwaarde van soepele toepas
sing.
De heer v. d. TEMPEL (S. D. A. P.) zegt,
dat zijn fractie zal stemmen zoowel voor het
amendement-Oud als voor het sub-amende-
ment-Boon, ten einde de wettelijke contróle
zoo scherp mogelijk vast te leggen.
De heer v. d. HEUVEL (A.R.) handhaaft
zijn bezwaren tegen het amendement-Oud,
doch hoopt gaarne, dat de toekomst hem in
het ongelijk zal stellen.
Minister VERSCHUUR herhaalt, dat hij
aanvankelijk ernstige bezwaren tegen het
amendement-Oud had, doch erkent dat het
parlement er prijs op stelt zijn bevoegdheden
te behouden. Zijn bezwaren zijn aanmerkelijk
verminderd door de toelichting.
Wat het sub-amendement-Boon betreft,
moet men er rekening mee houden, dat een
advies er wellicht anders zal uitzien wanneer
het aan de Kamer moet worden overgelegd of
gepubliceerd, dan wanneer het vertrouwelijk
blijft binnen het Kabinet. Het sub-amende
ment heeft om zoo te zeggen evenveel nut
als niet-noodzakelijkheid. De regeering is
voornemen alle noodige inlichtingen ter zake
aan de Kamer te verschaffen.
De heer OUD (V. D.) wil de meening weg
nemen als zou de toelichting een andere
strekking aan zijn amendement hebben ge
geven. Het amendement is volkomen duide
lijk en beoogt de beslissing in handen van
de Kamer te houden.
De heer BOON (V. B.) ziet het bezwaar
tegen overlegging van het advies der commis
sie aan de Kamer niet in, doch trekt na de
toezegging van den Minister, dat zooveel mo
gelijk inlichtingen aan de Kamer zullen wor
den verschaft, zijn subamendement in.
Het amendement-Oud wordt z. h. s. aan
genomen.
De heer OUD (V.D.) licht no geen amen
dement toe onl de wet, behalve ten aan
zien van de strafbare feiten, met ingang
van 1 Januari 1935 te laten vervallen, be
houdens eerdere intrekking.
Het wetsontwerp wordt z. h. s. aanvaard.
Begrooting Arbeid, Handel en
Nijverheid
Aan de orde is het Xe hoofdstuk der
Rijksbegrooting 1932 (Arbeid, Handel en
Nijverheid)
Prof. SLOTEMAKER DE BRUINE (C.H.)
brengt de nieuwe indeeling van het depar
tement van Economische Zaken ter sprake.
De overbinding van economische en so
ciale staatsbemoeiingen in een departe
ment acht hij niet gelukkig.
Evenmin zou hij het gelukkig achten, in
dien de dienst der volksgezondheid, die des
tijds terecht bij „Arbeid" is gebracht, thans
daarvan weder zou worden losgemaakt.
Dr. VOS (Lib.) betoogt, dat nog slechts
weinig van de noodzakelijk geachte bezui
niging valt te bemerken.
In tegenstelling met den heer Slotemaker
de Bruine juicht hij de voorgenomen over
brenging van afdeelingen naar Binnenland-
sche Zaken toe, dat daardoor een meer
sociaal karakter zal verkrijgen.
De heer BRAAT (Plattel.) dringt er op
aan, dat een directeur-generaal van den
Landbouw zal worden aangesteld.
Minister VERSCHUUR antwoordt, dat de
spoedshalve bij afzonderlijk ontwerp voor
gestelde economische voorlichting slechts in
een enkel opzicht praejudicteert op de nieu
we samenstelling van de departementen.
Een indeeling, die aan alle verlangens te
gemoet komt, schijnt onvindbaar. Alleen
zonder indeeling zou men het ideaal kun
nen benaderen.
Het terrein, waarop bezuiniging bij het
departement van Arbeid mogelijk is, wordt
aanzienlijk beperkt door allerlei vaste uit
gaven. Overigens is het streven naar be
zuiniging in sterke mate bij de regeering
aanwezig.
Wat den directeur-generaal van den land
bouw aangaat, beveelt spr. een afwach
tende houding aan, pret het oog op de prac-
tljk.
Bij de'afdeeling Arbeid betoogt de heer
LOERAKKER (R.K.), dat beperking van
den arbeidsduur in den landbouw noodig
is, in het bijzonder de bescherming van den
arbeid van Jeugdige personen en kinderen.
De heer AMELINK (A.R.) vraagt een ver
bod van fabrieksarbeid voor de gehuwde
vrouw, hetgeen aan den arbeid der mannen
ten goede zal komen, evenals aan de be
strijding der werkloosheid in het algemeen.
Voorts dient de 8-urendag toepasselijk te
worden verklaard voor de kantoren. Een
beroep op de tijdsomstandigheden om deze
beperking niet in te voeren, gaat z. 1. niet
op.
De heer DROP (S.D.A.P.) zet uiteen, dat
de productie-capaciteit in den laatsten tijd
aanmerkelijk is toegenomen, ondanks ver
mindering van personeel. In Amerika nam
de capaciteit toe met 45 pet., het aantal
arbeiders daalde ondanks van 9 tot 8.1 mil-
lioen.
Voor een categorie van 700.000 arbeiders
is de arbeidswet nog steeds niet ingevoerd;
sp\ dringt op deze invoering aan.
Door invoering van de 40-uren week zou
de economische crisis in belangrijke mate
kunnen worden verzacht.
MeJ. DE JONG (S.D.A.P.) is van mee
ning, dat de naleving van de arbeidswet
nog veel te wenschen overlaat.
Voorts maakt zij bezwaar tegen het stel
selmatig overwerken, zooals dat in enkele
plaatsen geschiedt.
Dr. VOS (Lib.) v. \agt naar 's ministers
plannen inzake partieele herziening van de
arbeidswet in het belang van een meer
soepele uitvoering.
Het standpunt van de regeering, om in
deze tijden de arbeidsbeperking niet in te
voeren op de kantoren, kan spr. volkomen
begrijpen. Van excessen kan trouwens niet
worden gewaagd.
Voorts bepleit hij meer vrijheid van den
bakkersarbeid en van de aflevering van
versch brood in de vroege ochtenduren.
De heer JOEKES (VD.) is van meening,
dat van het ontbreken van wettelijke beper
king van den arbeidsduur op kantoren mis
bruik wordt gemaakt.
Spr. hoopt, dat de minister zal komen
met een ontwerp inzake verbindend-verkla
ring van de collectieve arbeidsovereenkomst.
In verband met het werk van Genève
huldigt spr. de nagedachtenis van dr. No-
lens, die een uitnemend kenner van het
internationale arbeidsrecht was, en die met
zijrr breede' opvatting velerlei belangen
diende. Door diens heengaan heeft Neder
land een gevoelig verlies geleden.
De heer KUIPER (R.K.) verheugt zich
over de indiening van een bedrijfsradenwet
en bepleit de indiening van een ontwerp
inzake verbindend-verklaring van de col
lectieve arbeidsovereenkomst.
Het woord van mr. Joekes ter huldiging
van de nagedachtenis van mgr. Nolens heeft
cprekers volle instemming.
Wat den fabrieksarbeid der gehuwde
vrouw betreft, deze dient wettelijk te wor
den verboden.
Ten slotte schetst spr. de moreele gevaren
van de werkloosheid, die met alle ten
dienste staande middelen behoort te wor
den bestreden.
Mej. GROENEWEG (S.D.A.P.) bepleit
bescherming van jeugdige arbeiders en
vrouwen tegen te lange werktijden, die nog
steeds voorkomen.
Een verbod van fabrieksarbeid der ge
huwde vrouw acht zij echter onjuist. Het
zou een uitkomst zijn' voor de arbeiders
klasse indien de gehuwde vrouw niet meer
ui. werken behoefde te gaan, doch de om
standigheden zijn van dien aard, dat deze
arbeidersvrouwen niet om principieele re
denen de fabriek binnengaan, doch uit
nood.
De heer KORTENHORST (R.K.) bepleit
een wettelijke verplichting tot sparen voor
de jeugd, en wenscht instelling van een
commissie daartoe.
Te 6.25 wordt de vergadering geschorst
tot des avonds 8 uur.
Avondvergadering
BEGROOTING VAN FINANCIEN
De heer WEITKAMP (C. H.) klaagt over
de hooge kosten van onderzoekingen in ka
dastrale en hypothecaire registers. De min
dere opbrengsten van deze maatregelen moe
ten z.i. worden goedgemaakt door verhooging
van de inkomstenbelasting en een weeldebe
lasting. Het publiek dat van dumping „win
sten" profiteert moet dit voor de boeren over
hebben.
De heer VAN DER HOUVEN (S. D. A. P.)
dient een motie in waarin wordt uitgesproken
dat van het door coöperatieve verbruiksver-
eenigingen aan haar leden uitgekeerde be
drag voor zoover dit niet is verkregen door
verkoop aan derden geen dividendbelasting
behoort te worden geheven, en de Minister
wordt uitgenoodigd de wet op de dividend
en tantièmebelasting te wijzigen.
De heer IJZERMAN (S. D. A. P.) wijst op
het belastingontduiken en het gebruiken van
wetsartikelen om minder belasting te beta
len, dan men zou moeten.
Verder zou spr. willen aanbevelen dat ban
kiers bij het verzilveren van coupons een du
plicaat van de afrekening aan den fiscus zou
den moeten zenden.
De heer KNOTTENBELT (Lib.) wijst op de
wenschelijkheid, dat in beslissingen der Ta
riefcommissie de namen der leden die daar
aan hebben meegewerkt worden meegedeeld.
De heer GUIT (R. K.) bespreekt de stich
ting Maas en Waal, welke is voortgekomen
uit het Bouwbureau Watersnood en criti-
seert de wijze, waarop de door den waters
nood getroffenen behandeld zijn. De armste
menschen moeten van hun voorschot terug
betalen, anderen niet terwijl de armsten ook
nog het laatst zijn geholpen.
De heer VAN DEN HEUVEL (A. R.) klaagt
erover, dat het arbeidsloon van minderjarige
kinderen van een belastingplichtige in hun
bedrijf, niet als bedrijfskosten van de inkom
sten mag worden afgetrokken.
Voorts bepleit hij een ruimere toepassing
van de vrijstelling van grondbelasting.
De heer VAN VOORST TOT VOORST
(R. K.) bespreekt de landbouwboekhoud-
bureaux van wie niet mag worden ondersteld
dat zij er bewust toe zouden meewerken win
sten „weg te werken". De opgaven dier bu
reaux zijn volkomen betrouwbaar.
De bewering, dat de winst in boerenbedrij
ven in jaren, waarin geen crisis bestond, nau
welijks grooter is dan thans, is absoluut on
juist.
De heer BIEREMA (Lib.) komt ook op
tegen de verdachtmaking van de landbouw-
boekhoudbureaux; deze doen uitstekend werk
en zijn volkomen betrouwbaar.
Ook spr. dringt aan op vrijstelling van
grondbelasting bij een economische crisis.
Verder maakt spr. enkele opmerkingen over
de Nederl. Bank in verband met haar pon-
denbezit. Eerst heeft zij doen weten, dat geen
verliezen op dit bezit werden gevreesd. Thans
schijnt vast te staan, dat daarop wel degelijk
groote verliezen zijn geleden en dat dit is toe
te schrijven aan een al te faire houding te
genover de Bank of Engeland, welke haar in-
terttjd heeft teruggebracht van een voorne
men haar pondenwissels om te zetten in goud.
Thans heeft de Ned. Bank een deel van
haar pondenbezit overgedaan aan de Indische
regeering voor eventueele aflossing der pon-
denleeningen.
Het verlies der Ned. Bank schijnt dienten
gevolge 30 milloen te zullen bedragen. Spr.
meent dat de Ned. Bank sterker zou hebben
gestaan als zij in vorige jaren meer had ge
reserveerd.
De heer J. TER LAAN (S.D.A.P.) wenscht
opheffing van het bankgeheim.
De heer VAN POLL (R.K.) keurt even
eens af, dat het loon van minderjarige kin
deren, werkzaam in het bedrijf van een be
lastingplichtige, meetelt voor het inkomen
van dien belastingplichtige, waardoor de ge
zinsband wordt verzwakt; immers, nu gaan
die kinderen bij anderen werken en dan
blijft hun loon onbelast.
De heer KETELAAR (V.D.) behandelt de
Maas en Waalkwestie.
Spr. vraagt den Minister deze zaak nog
eens nauwkeurig te onderzoeken en te wil
len overwegen of de hypotheken niet kun
nen worden kwijtgescholden.
De heer FLORIS VOS (Partijloos) her-
irnert aan zijn in Mei aangenomen motie
in zake een wijziging van de Registratie-
wet in zake vrijstelling van recht van re
gistratie van de akten der overdracht van
landelijke eigendommen aan hen, die gedu
rende zekeren tijd pachter daarvan zijn ge
weest. Die wetswijziging laat echter nog op
zich wachten.
Spr. wijst verder op de ergerlijke toene
ming van de diefstallen van rijwielplaatjes.
Is het niet mogelijk een ander systeem voor
de rijwielbelasting te maken?
De heer DE WILDE (AJR.) bespreekt de
klacht in het Voorl. Verslag, dat sommige
inspecteurs ten aanzien van de Inkomsten
belasting hoogere aanslagen vaststellen, dan
met de aangiften overeenkomt, zonder dat de
aangevers zijn opgeroepen om inlichtingen te
verstrekken.
De heer K. TER LAAN (S.D.A.P.) pro
testeert tegen de heffing van wegenbelasting
voor de automobiel-brandspuit van de Vrij
willige Brandweer te Zaandam.
Verder wijst spr. op de moeilijke positie
waarin vele wachtgelders en gewezen wacht
gelders zijn gekomen. Kan er geen com
missie worden benoemd voor de behartiging
van de belangen van de wachtgelders?
Antwoord van den Minister.
De Minister van Financiën, de heer DE
GEER, merkt op, dat de opmerkingen over
de landbouw-boekhoudbureaux minder ge
richt waren tegen de Memorie van Antwoord
dan tegen het Voorl. Verslag. De Regeering
heeft waardeering voor die bureaux.
De grondbelasting kan thans niet worden
gewijzigd, vrijstelling van die belasting bij
crisisrampen zal nader worden overwogen.
Spr. zal de argumenten van den heer
Van der Hou ven over de dividendbelasting
van de verbruikscoöperaties nader bezien.
De motie moet spr. ontraden.
Den heer IJzerman heeft spr. met zeker
genoegen gehoord. Deze drong met den heer
J. ter Laan aan op opheffing van het bank
geheim. Dat waren voor spr. nieuwe klanken,
want tot nog toe werd bij hem steeds aan
gedrongen op eerbiediging van het bankge
heim. Spr. houdt val dat deze zaak inter
nationaal moet worden behandeld.
De zaak van Maas en Waal zal spr. nog
eens nader onderzoeken; hij kan echter
geen toezegging doen aan den heer Guit,
in den zin als deze vroeg.
Ten aanzien van het loon van minder
jarige kinderen wijst spr. op de thans ge
volgde jurisprudentie.
Ten aanzien van de pondentransactie moet
spr. vooruitloopen op de door den heer
Joekes ingezonden schriftelijke vragen.
De heer Bierema vroeg tegen welken koers
de ponden aan Indië zijn verkocht. Indië
dekt zich tegen een stijging, de Ned. Bank
dekt zich tegen verder verlies. De trans
actie is tegen zoodanigen koers gedaan, dat
de koers zal zijn de koers van den dag maar
niet hooger dan 9.45 en niet lager dan 9.25.
De Nederl. Bank heeft voor deze transactie
geen goedkeuring noodig van de Regeering
De Minister van Koloniën heeft echter ge
vraagd omdat Indië in 1934 niet behoeft
af te lossen dat de Nederlandsche Re
geering het af te lossen bedrag als vlotten
de schuld zal financieren. En daarom
wenscht de Ned. regeering de goedkeuring
van de wetgevende macht.
Aan de matige toepasing van het loon
beslag zal spr. zijn aandacht wijden.
Herplaatsing van wachtgelders is in het
Als U zich gewond heeft, zijn drie dingen noodzakelijkhet
bloed te stelpen, bloedvergiftiging te voorkomen en snelle
genezing zonder litteeken. Verzorg daarom elke wond direct
met Kloosterbalsem. Ondervindt zelf hoe vlug de pijn ver
dwijnt, 't bloeden ophoudt, hoe zuiver de wond blijft en hoe
verwonderlijk snel Kloosterbalsem zonder litteekens geneest.
belang van de wachtgelders en van den
fiscus. Het wachtgeldbureau stuurt voort
durend aan op herplaatsing. De wachtgel
ders zijn echter niet altijd voor een betrek
king geschikt. Een commissie is niet noodig.
Spr. wil nagaan of van het Belgische sys
teem voor de rijwielbelasting iets is over te
nemen, maar voorshands gelooft spr. het
niet.
Wat de autospuit der Vrijwillige Brand
weer te Zaandam betreft meent spr. dat de
Wegenbelastingwet naar de letter moet
worden toegepast.
Bij Afd. V (Dienst der belastingen) dringt
de heer SMEENK (A.R.) aan op een bu-
tere regeling van het georganiseerd overleg.
Spr. waarschuwt tegen te sterke inkrim
ping van het personeel van den actieven
dienst en bepleit een betere verdeeling van
het personeel over verschillende standplaat
sen.
De heer VAN POLL (R. K.) betreurt, dat
de plannen tot reorganisatie van den belas
tingdienst zijn opgeschort.
De heer VAN DER HOVEN (S. D.)
vraagt, met welk recht een belastingambte-
naar wordt verboden bestuurslid te blijven
van een coöperatieve vereeniging.
De MINISTER zal de opmerkingen over
het personeel nog eens nalezen. Aan den
heer Van der Houven merkt spr. op, dat het
in het door hem bedoelde geval een tabaks
vergunning betreft, waarop juist de belas
tingambtenaren toezicht moeten houden.
Eerediensten.
Bjj afdeeling VIII (kosten der eeredien
sten) behandelt de heer LINGBEEK (H. G.
S. P.) de positie van de Ned. Herv. Kerk,
welke door de regeerlngsmaatregelen is ge
worden tot de positie van Laocoon. De kerk
is geenszins vrij om zich naar eigen inzicht
te organtseeren.
De heer ZANDT (S. G. P.) vraagt in
trekking der Koninklijke besluiten, die de
vrijheid der kerken hebben ingeperkt.
De heer BIEREMA (Lib.) vraagt om
toelagen aan .Joodsche geestelijken.
De MINISTER zegt ten aanzien van dit
laatste punt overweging toe. Den heer
Zandt antwoordt spreker, dat ook naar het
Toen mijnheer Lompret, ambtenaar op de
Prefectuur, in den namiddag de eetkamer
der dames Cornellis binnentrad, had hij het
gevoel, dat zijn huwelijksverwachtingen
door een ramp bedreigd werden.
Hij beschouwde mevrouw Cornellis reeds
als zijn schoonmoeder, want haar dochter,
de zachte Celestine, was zijn uitverkorene,
met wie hij wenschte te trouwen. Maar van
daag zag hij tot zijn groote verbazing tus-
schen hen beiden een mannenhoofd, dat hij
niet kende. En mijnheer Lompret wist met
een, wat hem te wachten stond.
.Mijnheer Vernois, een jeugdvriend van
Celestine", stelde mevr. Cornellis den onbe
kende voor. „Na een jarenlange afwezig
heid heeft hij ons heden met zijn bezoek
verrast."
„Hij heeft een reis om de wereld ge
maakt," voegde Celestine er aan toe en haar
mooi gezichtje straalde van bewondering.
„Hij komt regelrecht van China", ver
klaarde de moeder. „En zijn eerste bezoek
heeft ons gegolden."
„Ja, om dit mooie servies te brengen, dat
hij persoonlijk voor ons van daar ginds
meegebracht heeft."
Van gindsDeze eenvoudige woorden
drukten op mijnheer Lompret als een looden
last, op hem, die nog nooit zijn vaderstad
verlaten had en die zich verbeeldde, dat een
wereldreis een grooten, buitengewonen
moed eischte. Hij was er ook zeker van,
dat hier een mededinger tegenover hem
stond, die teruggekeerd was om hem Cele
stine afhandig te maken. De strijd was on
gelijk, de uitslag was reeds te voren beslist.
Mijnheer Lompret keek hem niet minder
verbaasd aan dan Celestine en haar moe
der deden en zijn hopeloosheid werd ieder
oogenblik grooter.
„Die moest terug komen," flitste het hem
door het hoofd. „Celestine heeft nu nog
maar oog voor hem. Ze zal mij nu zeker
den bons geven."
„Door zulke gedachten gefolterd, kon hij
slechts met moeite het enthousiasme deelen,
waarmee moeder en dochter het exotisch
geschenk prezen.
„We zullen het meteen inwijden", ver
klaarde Celestine, „we zullen er nu koffie uit
drinken."
„Ik ben de laatste hier", dacht de ambte
naar treurig.
Wat moest hij echter doen? Hij plaatste
zich gehoorzaam tegenover een van deze
broze tassen en ofschoon hij geen kenner
was, bekeek hij beleefdheidshalve de leven
dige kleuren van het model, afkomstig van
het penseel van een Chineesch kunstenaar.
Een zucht kon hij echter niet onderdrukken.
„Dat komt uit China!Uit China
Wat zal Celestine mijn bloemen verachten,
die op de markt gekocht zijn en de choco
lade, die ik uit den winkel, hier dichtbij,
meebreng."
Op het aanhouden der dames begon Ver
nois nu met de vertelling van zijn reis, die
natuurlijk zeer rijk aan avonturen was.
Moeder en dochter hingen vol bewondering
aan zijn lippen en haar vurige blikken
spoorden hem aan, zijn vertelling nog meer
kracht bij te zetten.
„Ik heb heel wat meegebracht", zei hij,
terwijl hij met de hand een beweging naar
zich zelf maakte.
„De zeeziektehet afschuwelijk verblijf
bü de wildenen dan het afschuwelijk
eten in de tropenIk zal nu wel een
kuur moeten maken om weer te herstellen...
Wat mij ontbreekt is een gezellig tehuis en
een vrouw, die altijd bij mij was
Bij deze woorden wierp hij zoo'n vurigen
blik op Celestine, dat deze kleurde. Mijnheer
Lompret zat als op gloeiende kolen.
„Mijn leven is verknoeid", moest hij zelf
bekennen. „Ook ik had moeten reizen. Nu
kon lk terug zijn en dan zou lk wel meer
meegebracht hebben dan een gewoon koffie-
servies. Ik had een compleet eetservies voor
12 personen meegebracht.
Helaas, deze edelmoedigheid was slechts
een droombeeld, terwijl het servies in zijn
gansche pracht daar stond. Nu begon men
koffie te drinken. Er zou mijnheer Lompret
niets anders overblijven dan mooi stil te
zitten en zich daarna vernederd en over
wonnen terug te trekken.
„Bedien u van suiker", vleide Celestine
met teedere stem.
Natuurlijk was het Vernois tot wien zij
sprak: dat was niet meer dan billijk, want
tenslotte was hij immers de schenker en zoo
kwam hem de eerste tas toe.
Met onderdrukte woede greep mijnheer
Lompret zijn tas en goot den inhoud door
zijn keel, onbekommerd of hij zijn tong
brandde. Toen wilde hij de tas weer neer
zetten. En nu gebeurde het verschrikke
lijkenu kwam de catastrophe: het kost
bare porceleinen tasje glipte uit zijn be
vende handen en viel in duizend scherven
op den vloer.
Drie kreten van schrik en verachting
weerklonken op hetzelfde oogenblik. De
man, die uit Chine gekomen was, scheen
vandaar slechts weinig philo6ophie en nog
minder beleefdheid meegebracht te hebben,
want hij ging als een getergde tijger tegen
den schuldige te keer.
„Zie nu toch eens aanMen moet toch
wel een ongelikte beer zijn om niet eens een
tas in de hand te kunnen houdenHet
servies is nu bedorveneen servies, dat ik
van Peking af zoo voorzichtig behandeld
heb en dat wellicht eenig in de wereld is!"
„Mijn Hemel!" jammerden de dames Cor
nellis.
Mijnheer Lompret, heelemaal rood en op
gewonden, was het liefst door den grond
gezakt. Hij deed moeite zijn onhandigheid
te excuseeren.
„Ik ben werkelijk wanhopigikzal
een andere tas in de plaats koopen, als u
het goedvindtstotterde hij.
„U wilt misschien naar Peking reizen om
ze daar te bestellen!" zei Celestine met
boosaardige ironie.
Werktuiglijk had mijnheer Lompret zich
gebukt om de scherven bij elkaar te rapen:
hij draaide ze om en om en trachtte ze aan
een te voegen.
Plotseling richtte hij zich echter op
zijn temeergeslagenheid was verdwenen en
had voor een absolute zekerheid plaats ge
maakt.
„O, China is niet zoo heel ver als men
wel meenen zou", antwoordde hij fijntjes.
Met deze woorden hield hij de dames een
stuk der gebroken tas voor, waar op een heel
klein etiketje het volgende te lezen stond:
„Bazar des Mandarins" Marseille. Speciaal
artikel en aandenken uit China."
„Hoe hokvast ik ook ben, deze reis zal ik
nog wel kunnen riskeeren", triomfeerde hij.
Moeder en dochter keken elkander aan,
eerst verbaasd, daarna met een veelzeggend
lachje.
„Laten we er dan heenreizen", wendde
Celestine zich tot mijnheer Lompret. „Op de
huwelijksreis, nietwaar?"
oordeel van den minister van justitie de be
sluiten van 1816 niet moeten worden inge
trokken.
De verdere artikelen worden vastgesteld.
De begrooting van het departement van
financiën wordt zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
Wet op de middelen.
Aan de orde is de Wet op de Middelen.
De heer KNOTTENBELT (Lib.) wijst op
de wenschelijkheid van verlaging der loods
gelden in het belang van de scheepvaart op
Nederlandsche havens. Die gelden zijn te
hoog en onze scheepvaart verkeert in een
noodtoestand.
De MINISTER antwoordt, dat de loods
gelden voor de Schelde worden bepaald naar
den gedeprecieerden frank. Spr. zegt over
weging toe.
De Middelenwet wordt zonder hoofdelij
ke stemming aangenomen.
De vergadering wordt om twee uur ver
daagd tot hedenmiddag twee uur.
Op de vergadering van het hoofdbestuur
van den Duitschen Industrie- en Handels
dag heeft dr. Silverberg gesproken over den
tegenwoordigen economischen toestand. Hier
bij zeide hij o.a.. dat de economische ver
tegenwoordigers niet verhelen konden, dat
de handelingen der rfjksregeering beschouwd
moeten worden als bepaald door den totaal-
inhoud van de huidige en toekomstige in
ternationale ontwikkeling der gebeurtenissen.
In de staatshuishouding is een evenwicht der
openbare begrootingen onontbeerlijk. De
overspanning der openbare lasten en die der
sociaal-politieke staatsinmengingen heeft tot
een verstarring geleid der productiekosten
voor de bedrijven. Daarom moeten ook over
al waar te hooge loonen bestaan, deze wor
den aangepast aan den economischen toe
stand. Een verminderen van de productie
kosten voert vanzelf tot prijsverlaging. Sil
verberg erkende de bedenkelijke uitwerking
van den hoogen rentevoet, doch wendde zich
tegen ieder gewelddadig ingrijpen. Herstel
van de economische moeilijkheden is alleen
mogelijk door uitbreiding van de zaken.
Hiertoe is een uitbreiding noodig van het
credietvolume. waartoe vele middelen be
staan.. Een geschikt middel is echter ook
een verlaging van het disconto.
De tegenwoordige deviezen-wetgeving geeft
Duitschland de vrijheid tot rentevorming,
waarvan op het juiste oogenblik gebruik kan
worden gemaakt.
Vervolgens werd het woord gevoerd door
dr. Luther, den president van de Rijksbank,
die er den nadruk op legde, dat de Rijks
bank er naar streefde het bedrijfsleven alle
mogelijke verlichting te verschaffen. De mo
gelijkheid van een disconto-verlaging moet
echter altijd beoordeeld worden in verband
met de totaalomstandigheden. De ervaring
in Duitschland en Amerika heeft getoond,
dat in tijden van dalende conjunctuur het
laag houden of verlagen van den rentevoet
geen waarborg is geweest voor economische
herleving. Natuurlijk zou de Rijksbank geen
oogenblik aarzelen wanneer de mogelijkheid
zich voordeed over te gaan tot verlaging van
het disconto. De Rijksbank moet echter bij
haar politiek ook de psychologische instel
ling van het Duitsche volk in oogenschouw
nemen. Niemand kan weten, van welk mo
ment af het overwinnen van de crisis be
gint. Het primaire is het vertrouwen; prac-
tisch gesproken de opdrachten.
Silverberg, die hierop nogmaals het woord
nam, zeide van meening te zijn, dat in
Duitschland de uitbreiding van het binnen-
landsche Duitsche credietvolume met een
gelijktijdig verlagen van het disconto een es
sentieel middel was voor het tot herleving
brengen van de geheele economische bedrij
vigheid.
In aansluiting op deze beide sprekers werd
debat gevoerd. Hierbij werd tot uiting ge
bracht, dat de regeering-Brüning belang
rijke bezuinigingsmaatregelen met grooten
ernst had doorgevoerd, nadat jarenlang een
bedriegelijke overschatting van de economi
sche capaciteit tot overpeinzing van de open
bare uitgaven gevoerd had.
Vraag: Is mijn 3de (jongste) zoon dienst
plichtig, of is hij vrij wegens broederdienst?
De oudste is t.z.t. aangeloot en korten tijd
onder de wapenen geweest, werd na korten
tijd 2 tot 3 weken, definitief afgekeurd. De
tweede is vrijgeloot.
Antw.: Uw derde zoon zal moeten dienen
als hij er in loot.
Vraag: Hoe maakt men marmer schoon?
Antv.-.: Met een warme oplossing van zu
ringzout, daarna goed afspoelen en wrijven
met een papje van marmerschraapsel en wa
ter.
Vr.: 1. Ik ben aangeslagen naar een inko
men van f 1578 per jaar in de gem. Haarlem-
Ik ben gehuwd en heb 3 kinderen 9. 7 en 5
jaar. Hoeveel levensonderhoud wordt er nu
voor die 5 personen afgetrokken?
2. En hoeveel belasting moet ik dan van
het overgebleven geld betalen?
Antw.: I. Er wordt een kinderaftrek toe
gepast van f 360.
2. f 21.50 totaal.
Vr. van J. E. te BI.
Antw.: Het is een katholiek niet verboden
dien cursus te volgen, maar wij zouden u
willen adviseeren eerst uw biechtvader te
raadplegen alvorens er aan te beginnen.
Een som van 1170 gestolen
De 21-jarige varensgezel M. D. H. was aan
boord van een schip bevriend geraakt met
een collega uit Katwijk aan Zee, zekeren D-»
die hem na de reis mede naar huis nam en
bij zijn ouders introduceerde. Dezen noodig-
den Hdie geen vast verblijf had, uit tot de
volgende reis als gast in huis te blijven, welk
aanbod gretig werd aangenomen. Na eenige
dagen deed de gast, die zeide van goede fa
milie te zijn en een ruim inkomen te hebben,
van zijn liefde tot de dochter des huizes blij
ken en heel spoedig' kwam het tot een ver
loving. Het feest werd op de gebruikelijke
wijze gevierd en H. deed de huisgenooten en
genoodigden in zijn vreugde deelen. Het ont
haal was verre van karig. Kort daarop ging
de zoon des huizes weer varen, doch Hdie
geen boot kon krijgen, bleef in de dubbele
hoedanigheid van as. schoonzoon en als gast.
eenigszins tot ongerief van de familie.
Toen werd de oude heer D. ziek en moest
naar het ziekenhuis. Onder die omstandighe
den moest H nu wel vertrekken. Eenige da
gen later wilde juffr. D., die de verplegings-
kosten van haar man moest gaan voldoen,
het geld uit de secretaire halen. Toen zij het
sigarenkistje opende, waarin zich de spaar-
duiten bevonden, bleken de schapen erg ge
dund. Van het pak bankbiljetten, ongeveer
1800, bleek een bedrag van 1170, zijnde
6 biljetten van 50 gulden, 3 van 40 gulden en
30 van 25 gulden, verdwenen
Natuurlijk viel de verdenking op den log-'
die spoedig door de mand viel en gistere®
voor de rechtbank te Den Haag wegens het
voortgezet misdrijf van diefstal in de ver-
dachtenbank stond.
De president stelde den bestolene de vraag,
welken indruk hij van H gekregen had, e®
of hij hem betrouwbaar achtte.
„Och, edelachtbare, ik geloof dat hij niets
anders deed dan liegen", luidde het antwoord-
Ondervraagd omtrent de wijze waarop hU
het geld heeft uitgegeven, zeide verdachte o.a-
dat hij behalve de onkosten voor het verlo
vingsfeest en een mantel en eenige sierade®
voor zijn meisje, 300 besteed had voor ee®
ameublement dat hij te Alkmaar zou hebbe®
gekocht Gedurende de kermisweek aldaar
b°~ft hij 200 opgemaakt. De president wilde
weten waar de resteerende 500 waren ge
bleven, doch kreeg zulke ontwijkende ant
woorden. dat Z.E.A. maar met vragen ophield-
De vrouw van D bevestigde de verklarin
gen van haar man. Met een woedenden blik
op H., die haar zoo gemeen behandeld had,
verliet getuige het hekje.
Het O.M., waargenomen door mr dr. Va®
Asch van Wijck, zride, dat de inlichtingen
omtrent H. ongunstig zijn. Hij staat bekend
als listig en geslepen. Spr somde de feite®
op en noemde H.'s gedrag tegenover deze
menschen meer dan erg. Alleen zijn jeugd
en een blanco strafregister vormen de eenige
lichtpunten.
Eisch één jaar gevangenisstraf.
Mej H. Blitz, voor H. pleitend, wees op de
omstandigheden, waardoor verdachte, die bil
de maatschappij waarbij hij werkte, gunrtis
staat aangeschreven tot zijn daad gekome®
is, en verzocht clementie.
Vonnis 17 December as.
Verlamd door rheumatiek.
„Twee jaar leed ik aan rheumatiek en ver
leden jaar om dezen tijd werd lk 10 weke®
bedlegerig. Mijn handen en voeten waren het
ergst aangetast. Ik kon er niets meer mee
doen. Ik kon mij niet wasschen of mijn haar
kammen, dat moest allemaal voor mi) ge
daan worden. In 't begin van dit jaar bego®
ik eiken morgen Kruschen Salts te neme®
en het doet mij genoegen te kunnen zegge®,
dat ik nu heel goed ben en in staat mij®
huishouding te doen, terwijl ik in het slecht
ste weer uitga zonder dat het mij schaadt."
Mevr. P, K.
Rheumatiek gaat samen met een teveel aa®
urinezuur in het lichaam. Twee bestanddee-
len in Kruschen Salts hebben het vermo
gen, urinezuur op te lossen, zoodat het da»
onmiddellijk uit het lichaam kan worde»
verwijderd. Andere bestanddeelen in Kru
schen Salts helpen de natuur dit opgeloste
urinezuur door de ingewanden en nieren te
verwijderen. Weer andere ingrediënten voor
komen het gisten van het voedsel in de in
gewanden en houden daarbij niet alleen d®
vorming van urinezuur tegen, doch ook va»
andere onzuiverheden die het bloed vergif
tigen en den weg vrij maken voor verschei
dene ziekten. 4,
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar
bij alle apothekers en drogisten 0.90 e»
1.60 per flacon.
Hollandsche verpakking waarborgt echt
heid. (Adv.)
304. Harlekijn zat met z'n sterkste
hengelroede te visschen op een plaats,
waar kokkerds van visschen zwommen.
„Hoezee!" riep hij, „ik heb beet!" Op
dit oogenblik kwam een luchtballon
naderbij.
305. Harlekijn haalde een kolossalen
visch op, die tegelijkertijd van den haak
viel. „Dat is Juist iets voor mij." juichte
de luchtschipper, terwijl hij den visch
greep.
306. Maar de haak had het schuitje
vast gepakt en Harlekijn hield den
luchtschipper gevangen. „Als je mij den
visch niet terug geeft, ga je, op water
en brood
Harlekijn.
iQe
öe
ken
de
'er»