■xé
!de grapjas harlek. ij rij
V*
te"
«5'
s
s
STEUN AAN WESTFRIESLAND
Voor de Huiskamer
B
%S
C m
Co:
Cn he
:J.egee
jv
v? 1
Ner
5»
st
rn
Repetitie
J\
f» «e
CtVer d
Si"16
W
tS
TWEEDE KANEh
De minister zal onderzoeken, of er aanleiding bestaat om de
gemeenten wat betreft het percentage in de steunregeling tegemoet
te komen - Alle moties verworpen
HET WETSONTWERP AANGENOMEN
EERSTE KAMER
BINNENLANDSCH NIEUWS
Draadnagelfabriek uitgekocht
De bouw van den derden kruiser
De K. L. M. en onze handelsbelangen
De Gouden Standaard in Nederland
Kerstgave voor de werkloozen
Het Ned. Paviljoen te Vincennes
LEGER EN
Bezuiniging bij het Leger
BOEKBESPRE
A
Hoe de reus den pochhans Janko een kastijding toediende
°age
h 6t Ia
Nbe
!et ;be
n? le«
>Nhc
th
zal
vai
C St
Vst
Nij:
t
'er
■en,
r Vei
St
een
w
hoe
on
K Va]
V
W^oei
'Hap
..De
u6enl
Ver
;Ssèn
"Hg
H i
•w
H1
Hir
Hir
k11 s
h>
V b|
In
Hvï
Mi
Vergadering van Woensdag
Interpellatie - Boon
Aan de orde is het verzoek van den heer
Boon om verlof tot het richten van vragen
tot den minister van Waterstaat over de
voorgeschiedenis van de totstandkoming van
het zendtijdbesluit van 15 Mei 1930 en tevens
over het vraagstuk van den zenderbouw.
De heer BOON (VB.) had aanvankelijk
gehoopt, dat deze interpellatie nog voor het
Kerstreces zou kunnen worden gehouden.
Intusschen is voor het tweede deel van zijn
interpellatie-aanvraag de aanleiding verval
len na een door den minister gedane mede-
deeling.
Spr. legt zich er thans by neer dat de in
terpellatie tot na het Kerstreces wordt uit
gesteld.
Het interpellatie-verzoek wordt toegestaan.
De interpellatie zal worden gehouden op een
nader te bepalen dag.
Binnenlandsche Zaken en Land
bouw
Aan de orde is het wetsontwerp tot Wijzi
ging en verhooging van hoofdstuk 5 der
rtjksbegrootlng voor 1931 (verschillende on
derwerpen)
De heer VAN DER HEUVEL (A.R.) bepleit
eenige verdere tegemoetkoming voor de
bloembollenkweekerij te Breezand. Den steun
voor den tuinbouw in Noord-Holland had
spr. liever via de bedrijven zien toegekend.
De heer v. d. BILT (R.K.) schetst den
droeven toestand van den tuinbouw in
Noord-Holland.
In de bepalingen van het plan van uitvoe
ring der credletverleening zou spr. de woor
den „ten hoogste" voor het bedrag van het
totale crediet willen geschrapt zien, zoodat
de regeering wordt gemachtigd meer te ver-
leenen en verder zou hij het percentage van
30 pet, dat de gemeenten in de betrokken
streek (West-Friesland) moeten bijpassen,
gehalveerd willen zien.
Tenslotte zou hij ook Kennemerland en
de credietverleening willen zien betrokken.
De heer KAMPSCHOER (R.K.) sluit zich
bij het betoog van den heer v. d. Bilt aan
en verklaart, dat met het dubbele van 700.000
gulden nog slechts op matige wijze steun
kan worden verle .d en hy vraagt voorts of
de minister bereid is dit bedrag op 1% mll-
lioen te bepalen. Voorts dient de midden
stand in die streek te worden geholpen.
De heer v. VOORST TOT VOORST is van
meening, dat de regeering ten aanzien van
den veenkolonlalen landbouw te weinig reke
ning houdt met de adviezen der organisa
ties.
De heer DUIJS (S.D.A.P.) acht de crediet-
regeling voor West-Friesland veel te beperkt.
Ook o.a. Kennemerland dient erin betrokken
te worden. Er zyn verschillende zelfstandige
tuinders, die zich by het armbestuur hebben
aangemeld. In drie plaatsjes in die Streek,
welke nog geen 8000 inwoners tellen, hebben
de menschen in totaal 170.000 schuld
moeten maken by hun leveranciers, zooals
de bakkers, melkboeren, enz. Er zou wel twee
millioen ncodig zün om de noodlydende tuin
der in die streek voldoende te helpen. Met
crediet bereikt men alleen, dat ze 'n halven
meter minder onder water verdrinken. Ook
gaat het niet aan 30 pet. door de gemeenten
te laten bijpassen, want de gemeenten zyn
zelf hulpbehoevend. Reeds thans komen er
advertenties in de Schagercourant voor,
waarby boerderijen te koop worden gevraagd
met bepaling, dat de eigenaar er als pach
ter kan blijven wonen. Het doel daarvan is
de boerderüen voor 'n appel en "n ei in te
palmen en de tuinders of landbouwers als
ondergeschikten te laten werken. Spr. kwali
ficeert degenen, die aldus speculeeren als
hyena's.
Ten slotte dient spr. drie moties in, de
eerste ertoe strekkende ook Kennemerland
in een hulpregeling te betrekken, de tweede
om naast crediet ook steun in byzondere ge
vallen aan noodlydende tuinders te verschaf
fen en de derde om tot tegemoetkoming aan
de flnancieele moeilijkheden waarin tal van
gemeenten in West-Friesland c.a. verkeeren,
de bydragen der gemeenten niet op 30 doch
op 10 pet te bepalen.
De heer HIEMSTRA (S.D.) wijst erop, dat
ln de voorgestelde regeling een maximum
loon van 16 per volwassen arbeider in
West-Friesland wordt genoemd. Hij vreest
hiervan loondruk en is voornemens een
motie in te dienen om mogeiyk te maken, dat
de plaatseiyke geldloonen in acht worden
genomen, zoodat het bedrag van 16 kan
worden overschreden.
De heer BIEREMA (Lib.) is van meening,
dat de regeling voor West-Friesland er reeds
veel eerder had behooren te zyn en dat de
bijdrage van 30 pet. door de gemeenten te
hoog is.
De heer LOVINK (C.H.) wenscht de zul-
velinspectie meer zelfstandig te zien ge
maakt, deze behoort evenals de landbouw
een afzonderiyken inspecteur te hebben,
Van het contingenteeringswetje heeft spr.
goede verwachtingen voor den export.
De heer OUD (V. D.) acht de ten aan
zien van West-Friesland door de Regeering
voorgestelde credletregeling te bezwarend
voor de gemeenten. Hy meent, dat het doel
van de bydragen der gemeenten niet moet
zijn geld te verschaffen door die gemeenten,
doch een belang by de goede uitoefening van
de regeling te scheppen voor die gemeenten.
De heer BRAAT (Plattel.) wenscht de be
trokken gemeenten ln West-Friesland geheel
van bydragen te ztón vrijgesteld en het totale
crediet te zien verhoogd. Spr. dient een
motie van deze strekking in, omdat de motie
van den heer Duys hem niet ver genoeg
gaat.
Minister RUYS DE BEERENBROUCK,
antwoordt den heer v. d. Heuvel, dat aan de
Kamer spoedig mededeeling zal worden ge
daan van het resultaat van het nader over
leg omtrent den veenkolonialen landbouw
met den Regeeringscommissaris. Instelling
daarnaast van een commissie van advies acht
hy overbodig, daar de Regeeringscommissaris
toegankeiyk is voor de adviezen der belang
hebbenden.
Van de 200 bollenkwoekers in Breezand ko
men er ongeveer 80 voor steun in aanmerking
Do hypotheekbanken zullen de noodige cou
lance betrachten.
Wat West-Friesland betreft ook hier heeft
de Regeering zich tot criterium gesteld, dat
ondergang van bedryven moet worden voor
komen.
Tot verlaging van het percentage van 30
pet. als bijdrage van de gemeentebesturen
kan spr niet voetstoots een toezegging doen.
Hy is echter bereid te overwegen of als
resultaat van nader overleg eenige meerdere
tegemoetkoming aan de betrokken ge
meenten mogelijk is.
De vraag of het bedrag van 7 ton van het
Rijk en 3 ton van de gemeenten, in totaal 1
millioen voldoende is zou spreker voorloopig
bevestigend moeten beantwoorden. Of later
zal biyken, dat aanvulling noodig is, valt
thans nog niet te zeggen.
Spreker adviseert tot verwerping van de
ingediende moties.
De heer DUYS (S.D.A.P.) trekt zijn motie
om de bijdragen der gemeenten te bepalen
op 10 pet. in, zülks in afwachting van wat
de minister zal doen.
Na dupliek van minister RUYS. die nog
wyst op de moeiiyke omstandigheden, waar
in zoovele bedryven buiten land- en tuin
bouw en zoovele particulieren verkeeren en
op de consequentie, dat iedere gulden meer
voor land- en tuinbouwsteun moet worden
opgebracht door de overige belastingbeta
lers, worden de moties in stemming ge
bracht.
De le motie-Duys (ook Kennemerland)
wordt met 45 tegen 30 stemmen verworpen.
De 2e motie-Duys (steun naast crediet)
wordt met 46 tegen 30 stemmen eveneens
verworpen.
De motie-Hiemstra (geldend verklaring van
plaatselijke loonregeling) wordt met 42 te
gen 35 stemmen verworpen
De motie-Braat (steunregeling voor ge-
heele land- en tuinbouw) wordt met 52
tegen 23 stemmen verworpen.
Het wetsontwerp wordt z. h. s. goedge
keurd.
Onderwijsbegrooting.
Voortgezet wordt de behandeling van de
Onderwijsbegrooting 1932.
De Minister van Onderwijs. Kunsten en
Wetenschappen, mr. TERPSTRA beant
woordend, zegt. ten aanzien van herstel van
de theologische faculteit aan de openbare
universiteit te constateeren, dat sinds de toe
zegging van dr. Kuyper in 1904 de toen
verlangde samenwerking of tegemoetkoming
Van andere zy'dè nog niet is gebleken.
Verbinding van universiteit en maat-
schappy in den door enkele leden bepleiten
zin stuit op bezwaren. De taak der univer
siteit is in de eerste plaats algemeene we-
tenschappeiyke vorming en aankweeking
van studiezin. De praktijk des levens moet
voor de aanpassing in de toekomst zorgen,
speciale universitaire vorming van no
tarissen, burgemeesters journalisten en
bedryfsleiders is niet noodzakelijk te achten.
De heer SCHOKKING (C.H.) wenscht
uitbreiding van het aantal bedden in "net
Academisch ziekenhuis te Leiden ter ver
betering van het heelkundige onderwijs aan
de Leidsche universiteit.
Minister TERPSTRA is bereid, deze aan
gelegenheid zoodanig te regelen, dat in het
nieuwe gebouw het aantal bedden voor het
heelkundige onderwijs niet minder zal zyn
dan in het oude gebouw.
Ds. FABER (S.D.A.P.) houdt een pleidooi
voor het Staatsexamen en voor de open
baarheid van H. B. S.-examens in het al
gemeen. Het schoolexamen, dat overigens wel
eenige voordeelen heeft, is niet voldoende
betrouwbaar.
De heer ZULSTRA (A.R.) acht bezuini
ging op het middelbaar onderwijs mogeiyk,
o.a. door beperking van het aantal leer
lingen.
De heer KETELAAR (V.D.) vraagt hoe
het staat met de nieuwe wettelijke regeling
van het voorbereidend hooger- en gymna
siaal onderwys en dringt aan op bevorde
ring van de samenwerking tusschen de
leerkrachten van het lager en het middel
baar onderwijs ter verbetering van de aan
sluiting van de lagere aan de middelbare
school.
Tegen half zeven wordt de vergadering
Verdaagd tot heden één uur.
Vergadering van Woensdag
Verschillende wetsontwerpen
Aangenomen werden de volgende wetsont
werpen:
Onteigening ten behoeve van verbouwing
van den stoomtramweg van Haarlem naar
Leiden tot een electrischen tramweg.
Onteigening van perceelen, erfdienstbaar
heden en andere zakeiyke rechten, noodig
voor den aanleg van een weg van Zaandyk
naar Purmerend, onder de gemeenten Zaan
dyk, Zaandam, Wijde Wormer, Ilpendam en
Purmerend.
Onteigening van perceelen, erfdienstbaar
heden en andere zakeiyke rechten noodig
voor verbetering van het gedeelte Duiven-
drechtsche brug—Zwartewegje van den
Ryksweg AmsterdamUtrecht.
Rechtstoestand militaire ambtenaren.
Daarna ging de Kamer over tot behande
ling van het volgende wetsontwerp:
Regelen betreffende den rechtstoestand
van de militaire ambtenaren.
De heer HEERKENS THIJSSEN (R.K.)
vestigt er de aandacht op. dat in dit ont
werp onder art. 2 de notarissen worden ge
noemd. waarmede een leemte, welke in de
Ambtenarenwet voorkomt, wordt aangevuld.
De Minister van Justitie, mr. DONNER,
merkt hiertegenover op, dat het de bedoe
ling van dit noemen der notarissen juist is,
om uitdrukkeiyk vast te leggen, dat de no
tarissen niet onder de Ambtenarenwet
vallen.
Het ontwerp wordt daarna z. h. s. aan
genomen.
Verdrag met Zuid-Slavië.
Hierna werd het volgende wetsontwerp be
handeld
Goedkeuring van het op 28 Mei 1930 te
Belgrado tusschen Nederland en Zuid-Slavië
gesloten handels- en scheepvaartverdrag en
van het daarbü behoorende slotprotocol.
De heer HEERKENS THIJSSEN (R.K.)
herinnert aan een persartikel, volgens het
welk ons land zich er niet voldoende op
heeft toegelegd om vasten voet in Zuid-
Slavië te krijgen. Spr. herinnert hierby aan
de meermalen geuite klacht, dat de reveering
niet voldoende aandacht wijdt aan onze be
langen in opkomende kleine landen. Dit
biykt wel uit de onvoldoende diplomatieke
en consulaire vertegenwoordiging. Daarnaast
wyst spr. er op, dat door andere landen
juist alle pogingen in het werk worden ge
steld, om handelsrelaties in die landen aan
te knooocn. Het is daarom van groot be
lang, dat ook ons land in Zuid-Slavië be
hoorlijk vertegenwoordigd is. In deze tyds-
omstandigheden moet alles worden gedaan
om zooveel mogelijk expansie te krijgen ln
onzen afzet.
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
de heer BEELAERTS VAN BLOKLAND,
merkt op, dat de regeering wel degeiyk haar
aandacht wijdt aan de handelsbetrekkingen
met Zuid-Slavië. Dit blijkt wel uit de in
diening van dit verdrag en uit het verdrag
dat onlangs nog hier in de Kamer is be
handeld. De toestand van 's lands financiën
laat niet toe èn in Athene èn in Belgrado
een gezant te hebben. De gezant in Athene
houdt echter voldoende contact met Belgra
do, waar hij nog zeer onlangs is geweest.
Het ontwerp wordt daarna z. h. s. aan
genomen.
Verdrag van Oslo.
Thans is aan de orde:
Goedkeuring van het op 22 December 1930
te Oslo gesloten verdrag tot economische
toenadering met bybehoorend protocol
De heer VAN CITTERS (A.R.) noemt dit
verdrag een zoo goed als niets zeggende
overeenkomst.
De heer KOSTER (Lib.) betreurt, dat de
regeering niet meer dan tot dusver heeft
gedaan om de banden tusschen deze landen
wat vaster aan te knoopen.
De heer WIBAUT (S.D.) heeft thans, on
geveer een jaar na de sluiting van het ver
drag, meer waardeering hiervoor dan hij
aanvankeiyk had. Het feit, dat in dezen tyd
vyr landen een overeenkomst aangaan,
waarvan de strekking is om de tarieven niet
te verhoogen, is onder de tegenwoordige eco
nomische toestanden in Europa toch wel iets
waard. Oslo is te zien als een heel klein
lichtstipje in de tegenwoordige economische
verdwazing.
De heer DIEPENHORST (A.R.) grijpt met
alle genoegen deze gelegenheid aan om zijn
instemming te betuigen met deze hernieuw
de poging tot internationale toenadering.
Maar wij hebben hiervan een conventie ge
kregen met uitsluitend negatieve eigen
schappen. De minister zegt nu wel, dat de
geest van het verdrag reeds werkt sedert
de sluiting er van. Maar, vraagt spr., m
welke richting werkt deze geest en welke
Zijn de tastbare resultaten daarvan?
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
de heer BEELAERTS VAN BLOKLAND,
merkt op, dat de bedoeling van het ver
drag niets anders is, dan rekening te hou
den met elkanders moeiiykheden en om
zooveel mogeiyk te voorkomen, dat maat
regelen worden getroffen, waardoor de an
dere verdragpartijen in moeiiykheden zou
den kunnen komen.
Het wetsontwep wordt daarna z. h. s.
aangenomen.
Hierna wordt gepauzeerd.
Economische voorlichtingsdienst.
Na de pauze wordt aan de orde gesteld
het wetsontwerp tot wijziging en verhoo
ging van hoofdstuk X der Ryksbegrooting
1931 (Economische Voorlichtingsdienst).
De heer FOOK (Lib.) is van oordeel, dat
ook de economische dienst van buitenland
sche zaken onder den nieüwen dienst haa
moeten worden gebracht.
Verder vreest spr., dat de nieuwe dienst
te veel ambtenaren zal vergen.
De Minister van Arbeid. Handel en Ny-
verheid, de heer VERSCHUUR, merkt op,
dat we niets mogen verzuimen in deze moei
lijke tyden, om onzen export met alle mo
gelijke middelen te versterken De bedoeling
van den nieuwen dienst is dan ook, een
betere outillage te scheppen voor de uit
breiding van onzen afzet.
Het wetsontwerp wordt z. h. s, aange
nomen.
Tarief van invoerrechten.
De heer BLOMJOUS (R.K.) betoogt, dat,
toen de ons omringende landen overgingen
tot het oprichten van hooge tariefmuren,
ons land geen enkelen maatregel van tegen
weer ter beschikking had. Nederland onder
vindt nu ook de gevolgen van de verander
de Engelsche handelspolitiek, die gesteund
wordt door byna alle liberalen in dat land.
Frankrijk tracht door vermindering van den
import het evenwicht op zijn handelsbalans
te herstellen. Waarom belemmeren wy niet
den invoer van Fransche artikelen, die wy
kunnen missen?
Wanneer de regeering voldoende steun zal
willen geven aan landbouw en industrie zal
Nederland beter dan eenlg ander land ter
wereld door zijn natuurlijken rykdom in
staat zyn welvaart orde en rust binnen zyn
grenzen te behouden. Er kan ontzagiyk veel
gedaan worden om onze industrie te be'
houden.
De heer GELDERMAN (Lib.) zegt, dat
wy niet zullen kunnen ontkomen aan een
verlaging der binnenlandsche pryzen, wil
men de goudwaarde van den gulden kun
nen handhaven.
Met een vermeerdering van den binnen-
landschen omzet komt men er niet. In het
wetsontwerp ziet spr. het bezwaar, dat het
de zoo noodige prijsdaling tegenhoudt.
De heer TER HAAR (C.H.) constateert,
dat het bij ons slecht gaat, maar gaat het
bU anderen niet veel slechter?
De waarde van onzen export is gedaald,
maar dat komt door de crisis. De prijzen
kunnen wij niet wüzigen met handelspoli'
tieke maatregelen.
De heer DOBBELMANN (R.K.) hoopt, dat
dit ontwerp zoo spoedig mogeiyk zal wor
den gevolgd door een meer algemeene her
ziening van ons tarief. Hij acht het de
schuld van de starre vrijhandelaren, dat
onze industrie thans zoo diep in den put Zit.
De heer WIBAUT (S. D. A. P.) meent,
dat wij niet moeten meedoen aan de dwaze
economische politiek van andere landen.
Juist in dezen tijd moeten de tarieven niet
verhoogd worden.
De heer POLLEMA (C.H.) acht een slui
tend budget van meer belang dan de schade,
die mogelijk voor eenige volksgroepen voort
vloeit uit dit ontwerp.
De heer WESTERDIJK (V. D.) bespreekt
den slechten toestand in het veehoudersbe-
drijf en den grooten vleeschinvoer.
De vergadering Wordt verdaagd.
De belangen der Nederlandsche In
dustrie en der arbeiders bepleit.
Het Tweede Kamerlid de heer Van Poll
heeft den minister van Arbeid, H. en N. de
volgende vragen gesteld:
Is het den minister bekend, dat de groot
ste draadnagelfabriek te Helmond voor een
duur van vyf jaren geen draadnagels meer
zal maken en dat de vennootschap voor de
ze stilzetting een ruime vergoeding ontvangt
van een internationaal syndicaat?
Is de minister in staat en bereid mede te
deelen of het aanvankeiyk aan deze fabriek
door het syndicaat toegewezen quote na
den uitkoop is overgegaan aan een buiten
landsche fabriek, zoodat een belangrijke
werkgelegenheid voor Nederland verloren
ging?
Is het den minister bekend of ook de
door dezen uitkoop werkloos geworden ar
beiders een vergoeding ontvangen?
Kan de minister mededeelen of de uitge
kochte firma bereid is geweest om mede te
werken tot het tot stand brengen eener
draadwalsery in Nederland, welke de draad
industrie onafhankeiyk zou maken van bui
tenlandsche walseryen en of daartoe plan
nen hebben bestaan, die nu niet terstond
tot uitvoering komen, ten gevolge van de
aansluiting der draadverwerkende fabrieken
by een internationaal syndicaat, waarby de
stilzetting van de fabriek Werd overeenge
komen?
Is de minister niet van meening, dat door
dezen gang van zaken het algemeen be
lang wordt geschaad en de noodzakeiyk-
heid gebleken is om ons land onafhankeiyk
te maken van syndicaten, die de algeheele
beschikking hebben over de voor onze in
dustrie noodige grondstoffen en halffabri
katen?
„Maar beste kerel," protesteerde George, „er
zyn duizenden andere manieren, om kennis
met haar te maken. Ga in een^tennisclub
speel golf ga naar een paar bals ga
naar
„Verveel me niet zoo, George," zei Tony
Marsden. „Dat heb ik natuuriyk allemaal al
gedaan, en 't heeft me niets geholpen. Ik
weet nog niets, dan dat ze iederen Donder
dagavond muziekles gaat nemen en dat ze
't mooiste, heerhjkste.
„Schiet opl" mopperde George. „Heb je
ontdekt, waar ze woont?"
„Natuurlijk In een van die groote hulzen
aan 't smalle eind van 't plein, met een
echte draak van een tante."
„Die waarschymyk 't geld voor 't opschep
pen heeftEn denk jy, arme verliefde gek,
dat die tante jou, een inktkoelie, met haar
mooie nicht schoot zal laten gaan? Geen
kansl"
„Dat zal ik wel zien. Dus 't is afgesproken,
hè?"
„Nee, dat is 't niet. Waarom kom je juist
by mij? Waarom gun je de eer niet
„Omdat je zoo'n blikslagers knappe too-
neelspeler bent, ouwe jongen. En je hebt er 't
gezicht voor. Je grimeering als landlooper zal
eenvoudig knal zijn."
George grinnikte. Hy verbeeldde zich, dat
hy tooneel kon spelen.
„Nou goed maar ik begin er niet aan
ionder generale repetitie, in costuumen
morgen is 't Donderdag haar uit-avond,
zeg je.... Enfin, we zullen 't probeeren. Ik
waag 't er op."
Tony viel in een leunstoel en gaf zich over
aan droomen over het mooie meisje, dat hij
zoo dolgraag kennen zou. Hy werd op aarde
teruggeroepen door de verschyning van
George, uitgedost als landlooper.
„Prachtig! Vooruit maar!"
Toen ze op het plein waren, werd Tony re
gisseur.
Ze komt dèt huis uit, en dan wandelt ze
langzaam dien kant op, tusschen de boomen.
jy zit achter dat stukje plantsoen. Ik loop
tien meter achter haar. Je springt over 't gras
en grijpt haar muziektasch. Ze begint te
schreeuwen en ik snel te hulp. Dan vechten
we een beetje en
„Dan moeten we even repeteeren, Tony. Je
kunt niet zoogenaamd vechten, als je niet
precies weet, wat je doen gaat. Ik zal 't je
voordoen. Loop jy naar 't huis, dan verstop
ik me achter 't boschje en kom er aan net
zoo als ik 't morgen doen zal."
„Goed, vooruit," zei Tony.
Hy ging tot het hek van het huis van het
meisje, bleef er even staan en kwam toen
snel terugloopen.
Precies op 't juiste oogenblik sprong George
uit zqn schuilhoek, en greep Tony by den
arm.
„Allé, toe," zei hy schor, „geef over!"
Een beetje al te realistisch draaide hy Tony
by den arm rond en liet hem tegen de
steenen tuimelen.
„Leeiyke schurk!" zei een stem,
George keerde zich om, verschrikt.
Voor hem, met blauwe oogen, die toornig
wyd open stonden, was het meisje! Terwyi
George zich nog verwonderde, hief ze haar
muziektasch hoog op, en bracht hem met
geweld tegen den neus van George.
George was de kluts kwijt. Een seconde
bleef hy met open mond staan, toen keerde
hü zich om en rende.
Het meisje wendde zich tot Tony, die lang
zaam overeind kwam. Hy veegde een gedeelte
van het slik van zijn gezicht en staarde haar
aan.
Toen hy de muziektasch in de hand van
het meisje zag begreep hy alles: de muziek
les was op Woensdag verzet 1
„Ik hoop, dat u u niet bezeerd hebt," zei
het meisje. „In ieder geval," ging ze trotsch
voort, „heb ik dien schurk laten loopen, alsof
de politie hem al op de hielen zat!"
Tony voelde aandrang om te juichen, 't
Was dus toch gelukt! De repetitie was even
goed geweest als de echte voorstelling! Er
ging een vlugge gedachte door hem heen, dat
Woensdag zyn geluksdag moest zyn. 't Was
bijna te mooi, om te gelooven!
„Dank u wel," zei Tony, inwendig grinni
kend. „Ikik voel me een beetje duizelig.
't Is verschrikkelijk aardig van u, dat u bent
komen redden."
„Denkt u, dat u tot aan Ons huis zou kun
nen loopen?"
„O, dank u wel. Dat kan ik zeker wel."
Op een avond, een maand later, toen zy
verloofd waren, vertelde Tony, dat hij 'n ont
zettende bekentenis moest doen, en toen
begon hy daaraan.
„Dus je ziet, lieveling," besloot hy, „dat je
me elgeniyk heelemaal niet gered hpbt."
„Of ik dat niet van 't begin af geweten heb,
domoor! Heb je ooit een landlooper gezien
met een betrekkeiyk schoon gezicht, en een
heel aardigen zegelring aan zyn pink?"
Is de minister niet van meening, dat het
welzijn der geheele bevolking vereischt, dat
beslissingen over het voortbestaan eener in
dustrie niet uitsluitend afhankehjk wordt
gesteld van het geldelijk voordeel van een
onderneming?
Zoo ja, meent dan niet de minister, dat
van overheidswege zoo spoedig mogelijk tot
het tot stand komen van een walsbedryf
als aanvulling van het hoogovenbedryf be
hoort te worden overgegaan, waarover de
regeering een groote mate van zeggingschap
heeft?
Om uitstel gevraagd.
Het lid der Tweede Kamer de heer Cramer
heeft den Minister van Defensie de vol
gende vragen gesteld:
1. Heeft de Minister kennis genomen van
de onlangs in het College van Gedelegeer
den van den Volksraad ingediende en door
alle aanwezige leden dus door de groote
meerderheid van dit college ondertee-
kende motie, waarin de noodzakelijkheid
wordt bepleit den bouw van den derden
kruiser althans voor 1932 uit te stellen, ten
zij deze verder geheel voor rekening van
Nederland plaats heeft?
2. Zoo ja, is de Minister bereid alsnog, op
grond van de financieele moeiiykheden,
waarin Ned.-Indië verkeert, den bouw van
den derden kruiser uit te stellen?
Vragen van het Kamerlid Floris Vos.
Het lid der Tweede Kamer, de heer F.
Vos heeft den Minister van Arbeid, Handel
en Nyverheid gevraagd:
1. Is de Regeëring van oordeel, dat het
Rykssubsidie aan de K. L. M. behoort te
worden bestendigd, nu deze maatschappij
de belangen voorstaat van den Engelschen
handel en industrie, door in het weekblad
Handelsberichten (uitgave van het Ministe
rie van Arbeid, Handel en Nyverheid met
medewerking van de Ministeries v. Buiten
landsche Zaken, van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw en van Koloniën) op de
voorpagina in het oogloopend te advertee-
ren:
Het pond staat laag. Nu kunt
U voordeelig koopen in Engeland?
2. Is de Minister van oordeel, dat het
onbehoorlijk is, dat door een van Rykswe-
ge gesubsidieerde onderneming in een door
de Regeering uitgegeven weekblad de Ne
derlandsche handel en industrie worden on
dermijnd?
3. Zoo ja, is de Minister bereid te be
vorderen, dat het toezicht op handelingen
van de K. L. M. en op de semi-officieele
uitgaven wordt verscherpt?
Wordt niet verlaten
De parlementaire redacteur van de „Msb."
meldt:
De opvatting hier bestaat, dat de vraag
naar dollars welke gisteren te Amsterdam
bestond, veroorzaakt kan zün door interna
tionale besprekingen b.v. van Bazel en dat.
misschien ook de Duitsche noodverordening
t.a.v. Duitsche saldi in Nederland een groote
vraag naar dollars kan hebben veroorzaakt,
niettegenstaande de dollar den laatsten tyd
eerder eenigszlns zwak was.
Van een verlaten door Nederland van
den gouden standaard is geen sprake. Dit
is trouwens voor dengene, die de goudpositie
der Nederlandsche Bank kent vanzelfspre
kend.
Een commissie voor eenig onderzoek in
verband met de positie van den gulden,
waarvan in buitenlandsche bladen is ge
maakt, bestaat, naar wij van vrij goed inge
lichte zijde met stelligheid vernemen, niet.
Ten bedrage van 25 pCt. der uitkeering
Naar de „Volkskrant" verneemt, heeft de
Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw goedgekeurd, dat aan da onder-
steun-werkloozen een kerstgave wordt ver-
Strekt van 25 procent van de uitkeering, die
betrokkenen over de week van 20 tot en met
26 December ontvangen.
De beslissing omtrent de vraag of diege
nen die uitkeering uit een werkloozenkas
ontvangen ook voor toekenning in aanmer
king kunnen worden gebracht meent de Mi
nister aan zün ambtgenoot van Arbeid, Han
del en Nyverheid te moeten overlaten.
De arbeiders, die by de werkverschaffing
te werk gesteld zijn, kunnen niet voor de
kerstgave in aanmerking gebracht worden,
doch dezen zullen over de beide Kerstdagen
en den Nieuwjaarsdag een uitkeering ont
vangen wegens loonderving.
koloniale tentoonstelling aan een Ne°er
sche combinatie was verkocht en c'-ft
combinatie zou trachten een tentoon5 U
in te richten, hetzy by 's-Gravenhage'
by Arnhem. Vóór 15 December moSfp
de combinatie zekerheid gegeven worde
deze tentoonstelling inderdaad in&er'
worden. fit'
De combinatie heeft sinds eenigen te $-
het gemeentebestuur van 's-Gravenh&f
derhandeld, maar is niet voor den „ji
stelden datum tot overeenstemming „je
komen. Naar verluidt zou het
stuur eerst over eenige weken een beS't<)0«'
kunnen nemen. Het comité van de teI mi
stelling heeft in verband met de h,aIj (l-
besprekingen nog eenigen tyd uitstel
leend, doch blijft een spoedige be5
wenschelijk achten, mede in verband 111
opruimingswerken in Parijs.
Geen nieuwe overjassen en jekbefS
De minister van Defensie heeft
dat, te beginnen in 1932, de dienstplicB-
die voor eerste oefening onder de i-
komen by een onbereden korps, alsroe j,)l'
onberedenen van een bereden wapen, u' jj(1
tend gedragen overjassen en jekkers 5
ontvangen. De magazynen van Tg?
kleeding hebben n.l. nog vry groote v0^,ej5<
den gedragen overjassen en jekkers,
nog in goeden staat verkeeren en die 0 yp
dien voorzien zijn van uitneembare v°
Voorts zal geen tweede overjas of J/f
jekker worden verstrekt aan het dienst ?0|'
tig personeel, dat de eerste oefenia»
brengt tusschen 1 Maart en 1 Octop
aan het dienstplichtig personeel, dat al5 jf
van een tweede stuk overkleeding we Lp!
geen gebruik zal maken (hospitaals0'
en intendancetroepen).
„TREKKERS", door J. v;
gers. Uitg. L. C. G'
berg, 's-Hertogenbosch.
Harrie Krenkers is het echte type f
ondeugenden achterbuurtjongen. HÜ j5 e®
meer slaag dan eten, loout weg van
maakt dan heel wat avontuurtjes me®- p!)
slotte komt hij terecht in een woonwa|
een familie, die, reizend en trekken0'
kunstenmakers aan den kost komt.
Nu breekt er voor Harrie een tyd vaIJ,/J
genot aan. Hy leert samen met zijn n'e
vriendje Puk verschillende kunstjes erLifle'
weldra in het publiek optreden. Dit a {e:'
raadje oefent op Harrie een indry'Lt#
goede uit. Pük is een brave, godsdi® je»
jongen en langzaam aan begint H&rrl - l'
goede voorbeeld van hem na te volgde®
zegt aan zyn vriendje, katholiek te
worden. tr
Dit voornemen is ook te danken
feit, dat Marcellini, de baas van het O®
schap, eveneens voomameiyk door het
voorbeeld van Puk, weer tot de Kerk
ruggekeerd en een braaf man gewordeh jf
Van het gelukkige slot, dat het ëeiie
kroont, moet de lezer zelf kennis nef
De auteur heeft deze geschiedenis '^eef
gezelligen, onderhoudenden verteltrant \jf
gegeven, waarbij de spanning nog vet
wordt door de pakkende teekeningetj®s
Jan Kraan en Fred Rietmann.
Een waardig presentje aan den
boom!
f£«"
„DE WANDELAAR"
Zooeven verscheen bij den uitgever
Schoonderbeek te Laren de Dec.-af'®^ A
van „De Wandelaar", maandblad, ge"" CA
natuurstudie, natuurbescherming, heef
geologie, folklore, buitenleven en toer'5
A. V. Feij opent de artikelen-sen5
een gevoelige schets, getiteld „Van 5
nen ouderdom" dit oud en schoof
Zoowel betrekking op een Veluwsche v
die hem zeer liet was als op een Vel° t f'
molen, die eveneens zijn hart heeft. VA
dacteur, Rinke Tolman, geeft, nu de
dagen in zicht zijn, den raad „Laat bl°
uw tolk zijn". G. A. van Schaik besld'^
relaas van de omzwervingen in het
Zevenhuizen (provincie Groningen). 0A
Jan Veldman den lof zingt van de goe°c
stad Kampen. Ds. J. I. van Schaick
gezworven bij de Ysselmonden
daar o.a. getroffen door de majes
vlucht van zwanen. cV
A. C. de Koek zet uiteen, wat de (p
berhemel te aanschouwen geeft en
Zenbeek vertelt van grillig gevormd® ^ie„
grotten op de Veluwe. A. Joman
W
Nog geen beslissing over wederopbouw
in ons land
Voor eenigen tyd is melding gemaakt dat I
het Nederlandsche Paviljoen op de Parysche
weer een mycologisch onderwerp.
het ditmaal over heideknots- en oor ld-
zwammen. Het aanschouwen van ®e° f
tal boomen met elk een apart karak®®
Mr. Roel Houwink een fijne schets in 0
terwijl Dr. A. G. M. Liernur heeft g •j/
op het „eiland van belofte", waarir>e® j0t'
schelling is bedoeld. A. B. Wigman te
uit zijn groote waardeering voor deO 0
schilder Wenckebach. o0t
In de uitgebreide rubriek Van 0A,
lezers (natuurhistorisch allerlei) w0 L;j l
meer geschreven over wintervogel5 - v
Friesche boerderij en den vogelrijkd0
De Beer. Xil
Ook deze aflevering is weer zeer „0
geïllustreerd bovendien zijn de ®01f-el(k„
kers van dit nummer dezen keer ugt
Voor den nieuwen jaargang kofl
redactie weer allerlei verrassends aa°'
V'1
'I,
li Wij i
la
de
^sia
>er
«taag
,,,-Aar
'Ijke
%erl:
de
Watte
Kr00
Hie
rii
■dl,
Of
C
te br
Wj h
'ftg
bii
gel
337. De Reus Gog was 'n vriend van Har-
lekü'n. Eens haalde Harlekyn z'n vriend
over om zich geheel wit te laten beschil
deren en zich dan als standbeeld in de
nabüheid van 't kasteel op te stellen. De
Koning zou dat zeer op prijs stellen.
338. De Koning kwam, vergezeld van den
nieuwbakken graaf Janko. „Wat zie ik
daar?" riep de graaf. „Lykt dat stand
beeld niet precies op dien Reus Gog, dien
ik onlangs het hoofd voor de voeten
legde?"
339. Toen de Reus Gog dit
zwaaide hy met z'n knots en wiefP $]il-
één slag den ongelukklgen pochhan
zebollend op het plat van een der
van 't kasteel.
.aiiiuunnnniiiininiuimHiHminaniiiiiMinHmnMiniiw
>d£
Ni
dc