■xé !de grapjas harlek. ij rij V* te" «5' s s STEUN AAN WESTFRIESLAND Voor de Huiskamer B %S C m Co: Cn he :J.egee jv v? 1 Ner 5» st rn Repetitie J\ f» «e CtVer d Si"16 W tS TWEEDE KANEh De minister zal onderzoeken, of er aanleiding bestaat om de gemeenten wat betreft het percentage in de steunregeling tegemoet te komen - Alle moties verworpen HET WETSONTWERP AANGENOMEN EERSTE KAMER BINNENLANDSCH NIEUWS Draadnagelfabriek uitgekocht De bouw van den derden kruiser De K. L. M. en onze handelsbelangen De Gouden Standaard in Nederland Kerstgave voor de werkloozen Het Ned. Paviljoen te Vincennes LEGER EN Bezuiniging bij het Leger BOEKBESPRE A Hoe de reus den pochhans Janko een kastijding toediende °age h 6t Ia Nbe !et ;be n? le« >Nhc th zal vai C St Vst Nij: t 'er ■en, r Vei St een w hoe on K Va] V W^oei 'Hap ..De u6enl Ver ;Ssèn "Hg H i •w H1 Hir Hir k11 s h> V b| In Hvï Mi Vergadering van Woensdag Interpellatie - Boon Aan de orde is het verzoek van den heer Boon om verlof tot het richten van vragen tot den minister van Waterstaat over de voorgeschiedenis van de totstandkoming van het zendtijdbesluit van 15 Mei 1930 en tevens over het vraagstuk van den zenderbouw. De heer BOON (VB.) had aanvankelijk gehoopt, dat deze interpellatie nog voor het Kerstreces zou kunnen worden gehouden. Intusschen is voor het tweede deel van zijn interpellatie-aanvraag de aanleiding verval len na een door den minister gedane mede- deeling. Spr. legt zich er thans by neer dat de in terpellatie tot na het Kerstreces wordt uit gesteld. Het interpellatie-verzoek wordt toegestaan. De interpellatie zal worden gehouden op een nader te bepalen dag. Binnenlandsche Zaken en Land bouw Aan de orde is het wetsontwerp tot Wijzi ging en verhooging van hoofdstuk 5 der rtjksbegrootlng voor 1931 (verschillende on derwerpen) De heer VAN DER HEUVEL (A.R.) bepleit eenige verdere tegemoetkoming voor de bloembollenkweekerij te Breezand. Den steun voor den tuinbouw in Noord-Holland had spr. liever via de bedrijven zien toegekend. De heer v. d. BILT (R.K.) schetst den droeven toestand van den tuinbouw in Noord-Holland. In de bepalingen van het plan van uitvoe ring der credletverleening zou spr. de woor den „ten hoogste" voor het bedrag van het totale crediet willen geschrapt zien, zoodat de regeering wordt gemachtigd meer te ver- leenen en verder zou hij het percentage van 30 pet, dat de gemeenten in de betrokken streek (West-Friesland) moeten bijpassen, gehalveerd willen zien. Tenslotte zou hij ook Kennemerland en de credietverleening willen zien betrokken. De heer KAMPSCHOER (R.K.) sluit zich bij het betoog van den heer v. d. Bilt aan en verklaart, dat met het dubbele van 700.000 gulden nog slechts op matige wijze steun kan worden verle .d en hy vraagt voorts of de minister bereid is dit bedrag op 1% mll- lioen te bepalen. Voorts dient de midden stand in die streek te worden geholpen. De heer v. VOORST TOT VOORST is van meening, dat de regeering ten aanzien van den veenkolonlalen landbouw te weinig reke ning houdt met de adviezen der organisa ties. De heer DUIJS (S.D.A.P.) acht de crediet- regeling voor West-Friesland veel te beperkt. Ook o.a. Kennemerland dient erin betrokken te worden. Er zyn verschillende zelfstandige tuinders, die zich by het armbestuur hebben aangemeld. In drie plaatsjes in die Streek, welke nog geen 8000 inwoners tellen, hebben de menschen in totaal 170.000 schuld moeten maken by hun leveranciers, zooals de bakkers, melkboeren, enz. Er zou wel twee millioen ncodig zün om de noodlydende tuin der in die streek voldoende te helpen. Met crediet bereikt men alleen, dat ze 'n halven meter minder onder water verdrinken. Ook gaat het niet aan 30 pet. door de gemeenten te laten bijpassen, want de gemeenten zyn zelf hulpbehoevend. Reeds thans komen er advertenties in de Schagercourant voor, waarby boerderijen te koop worden gevraagd met bepaling, dat de eigenaar er als pach ter kan blijven wonen. Het doel daarvan is de boerderüen voor 'n appel en "n ei in te palmen en de tuinders of landbouwers als ondergeschikten te laten werken. Spr. kwali ficeert degenen, die aldus speculeeren als hyena's. Ten slotte dient spr. drie moties in, de eerste ertoe strekkende ook Kennemerland in een hulpregeling te betrekken, de tweede om naast crediet ook steun in byzondere ge vallen aan noodlydende tuinders te verschaf fen en de derde om tot tegemoetkoming aan de flnancieele moeilijkheden waarin tal van gemeenten in West-Friesland c.a. verkeeren, de bydragen der gemeenten niet op 30 doch op 10 pet te bepalen. De heer HIEMSTRA (S.D.) wijst erop, dat ln de voorgestelde regeling een maximum loon van 16 per volwassen arbeider in West-Friesland wordt genoemd. Hij vreest hiervan loondruk en is voornemens een motie in te dienen om mogeiyk te maken, dat de plaatseiyke geldloonen in acht worden genomen, zoodat het bedrag van 16 kan worden overschreden. De heer BIEREMA (Lib.) is van meening, dat de regeling voor West-Friesland er reeds veel eerder had behooren te zyn en dat de bijdrage van 30 pet. door de gemeenten te hoog is. De heer LOVINK (C.H.) wenscht de zul- velinspectie meer zelfstandig te zien ge maakt, deze behoort evenals de landbouw een afzonderiyken inspecteur te hebben, Van het contingenteeringswetje heeft spr. goede verwachtingen voor den export. De heer OUD (V. D.) acht de ten aan zien van West-Friesland door de Regeering voorgestelde credletregeling te bezwarend voor de gemeenten. Hy meent, dat het doel van de bydragen der gemeenten niet moet zijn geld te verschaffen door die gemeenten, doch een belang by de goede uitoefening van de regeling te scheppen voor die gemeenten. De heer BRAAT (Plattel.) wenscht de be trokken gemeenten ln West-Friesland geheel van bydragen te ztón vrijgesteld en het totale crediet te zien verhoogd. Spr. dient een motie van deze strekking in, omdat de motie van den heer Duys hem niet ver genoeg gaat. Minister RUYS DE BEERENBROUCK, antwoordt den heer v. d. Heuvel, dat aan de Kamer spoedig mededeeling zal worden ge daan van het resultaat van het nader over leg omtrent den veenkolonialen landbouw met den Regeeringscommissaris. Instelling daarnaast van een commissie van advies acht hy overbodig, daar de Regeeringscommissaris toegankeiyk is voor de adviezen der belang hebbenden. Van de 200 bollenkwoekers in Breezand ko men er ongeveer 80 voor steun in aanmerking Do hypotheekbanken zullen de noodige cou lance betrachten. Wat West-Friesland betreft ook hier heeft de Regeering zich tot criterium gesteld, dat ondergang van bedryven moet worden voor komen. Tot verlaging van het percentage van 30 pet. als bijdrage van de gemeentebesturen kan spr niet voetstoots een toezegging doen. Hy is echter bereid te overwegen of als resultaat van nader overleg eenige meerdere tegemoetkoming aan de betrokken ge meenten mogelijk is. De vraag of het bedrag van 7 ton van het Rijk en 3 ton van de gemeenten, in totaal 1 millioen voldoende is zou spreker voorloopig bevestigend moeten beantwoorden. Of later zal biyken, dat aanvulling noodig is, valt thans nog niet te zeggen. Spreker adviseert tot verwerping van de ingediende moties. De heer DUYS (S.D.A.P.) trekt zijn motie om de bijdragen der gemeenten te bepalen op 10 pet. in, zülks in afwachting van wat de minister zal doen. Na dupliek van minister RUYS. die nog wyst op de moeiiyke omstandigheden, waar in zoovele bedryven buiten land- en tuin bouw en zoovele particulieren verkeeren en op de consequentie, dat iedere gulden meer voor land- en tuinbouwsteun moet worden opgebracht door de overige belastingbeta lers, worden de moties in stemming ge bracht. De le motie-Duys (ook Kennemerland) wordt met 45 tegen 30 stemmen verworpen. De 2e motie-Duys (steun naast crediet) wordt met 46 tegen 30 stemmen eveneens verworpen. De motie-Hiemstra (geldend verklaring van plaatselijke loonregeling) wordt met 42 te gen 35 stemmen verworpen De motie-Braat (steunregeling voor ge- heele land- en tuinbouw) wordt met 52 tegen 23 stemmen verworpen. Het wetsontwerp wordt z. h. s. goedge keurd. Onderwijsbegrooting. Voortgezet wordt de behandeling van de Onderwijsbegrooting 1932. De Minister van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen, mr. TERPSTRA beant woordend, zegt. ten aanzien van herstel van de theologische faculteit aan de openbare universiteit te constateeren, dat sinds de toe zegging van dr. Kuyper in 1904 de toen verlangde samenwerking of tegemoetkoming Van andere zy'dè nog niet is gebleken. Verbinding van universiteit en maat- schappy in den door enkele leden bepleiten zin stuit op bezwaren. De taak der univer siteit is in de eerste plaats algemeene we- tenschappeiyke vorming en aankweeking van studiezin. De praktijk des levens moet voor de aanpassing in de toekomst zorgen, speciale universitaire vorming van no tarissen, burgemeesters journalisten en bedryfsleiders is niet noodzakelijk te achten. De heer SCHOKKING (C.H.) wenscht uitbreiding van het aantal bedden in "net Academisch ziekenhuis te Leiden ter ver betering van het heelkundige onderwijs aan de Leidsche universiteit. Minister TERPSTRA is bereid, deze aan gelegenheid zoodanig te regelen, dat in het nieuwe gebouw het aantal bedden voor het heelkundige onderwijs niet minder zal zyn dan in het oude gebouw. Ds. FABER (S.D.A.P.) houdt een pleidooi voor het Staatsexamen en voor de open baarheid van H. B. S.-examens in het al gemeen. Het schoolexamen, dat overigens wel eenige voordeelen heeft, is niet voldoende betrouwbaar. De heer ZULSTRA (A.R.) acht bezuini ging op het middelbaar onderwijs mogeiyk, o.a. door beperking van het aantal leer lingen. De heer KETELAAR (V.D.) vraagt hoe het staat met de nieuwe wettelijke regeling van het voorbereidend hooger- en gymna siaal onderwys en dringt aan op bevorde ring van de samenwerking tusschen de leerkrachten van het lager en het middel baar onderwijs ter verbetering van de aan sluiting van de lagere aan de middelbare school. Tegen half zeven wordt de vergadering Verdaagd tot heden één uur. Vergadering van Woensdag Verschillende wetsontwerpen Aangenomen werden de volgende wetsont werpen: Onteigening ten behoeve van verbouwing van den stoomtramweg van Haarlem naar Leiden tot een electrischen tramweg. Onteigening van perceelen, erfdienstbaar heden en andere zakeiyke rechten, noodig voor den aanleg van een weg van Zaandyk naar Purmerend, onder de gemeenten Zaan dyk, Zaandam, Wijde Wormer, Ilpendam en Purmerend. Onteigening van perceelen, erfdienstbaar heden en andere zakeiyke rechten noodig voor verbetering van het gedeelte Duiven- drechtsche brug—Zwartewegje van den Ryksweg AmsterdamUtrecht. Rechtstoestand militaire ambtenaren. Daarna ging de Kamer over tot behande ling van het volgende wetsontwerp: Regelen betreffende den rechtstoestand van de militaire ambtenaren. De heer HEERKENS THIJSSEN (R.K.) vestigt er de aandacht op. dat in dit ont werp onder art. 2 de notarissen worden ge noemd. waarmede een leemte, welke in de Ambtenarenwet voorkomt, wordt aangevuld. De Minister van Justitie, mr. DONNER, merkt hiertegenover op, dat het de bedoe ling van dit noemen der notarissen juist is, om uitdrukkeiyk vast te leggen, dat de no tarissen niet onder de Ambtenarenwet vallen. Het ontwerp wordt daarna z. h. s. aan genomen. Verdrag met Zuid-Slavië. Hierna werd het volgende wetsontwerp be handeld Goedkeuring van het op 28 Mei 1930 te Belgrado tusschen Nederland en Zuid-Slavië gesloten handels- en scheepvaartverdrag en van het daarbü behoorende slotprotocol. De heer HEERKENS THIJSSEN (R.K.) herinnert aan een persartikel, volgens het welk ons land zich er niet voldoende op heeft toegelegd om vasten voet in Zuid- Slavië te krijgen. Spr. herinnert hierby aan de meermalen geuite klacht, dat de reveering niet voldoende aandacht wijdt aan onze be langen in opkomende kleine landen. Dit biykt wel uit de onvoldoende diplomatieke en consulaire vertegenwoordiging. Daarnaast wyst spr. er op, dat door andere landen juist alle pogingen in het werk worden ge steld, om handelsrelaties in die landen aan te knooocn. Het is daarom van groot be lang, dat ook ons land in Zuid-Slavië be hoorlijk vertegenwoordigd is. In deze tyds- omstandigheden moet alles worden gedaan om zooveel mogelijk expansie te krijgen ln onzen afzet. De Minister van Buitenlandsche Zaken, de heer BEELAERTS VAN BLOKLAND, merkt op, dat de regeering wel degeiyk haar aandacht wijdt aan de handelsbetrekkingen met Zuid-Slavië. Dit blijkt wel uit de in diening van dit verdrag en uit het verdrag dat onlangs nog hier in de Kamer is be handeld. De toestand van 's lands financiën laat niet toe èn in Athene èn in Belgrado een gezant te hebben. De gezant in Athene houdt echter voldoende contact met Belgra do, waar hij nog zeer onlangs is geweest. Het ontwerp wordt daarna z. h. s. aan genomen. Verdrag van Oslo. Thans is aan de orde: Goedkeuring van het op 22 December 1930 te Oslo gesloten verdrag tot economische toenadering met bybehoorend protocol De heer VAN CITTERS (A.R.) noemt dit verdrag een zoo goed als niets zeggende overeenkomst. De heer KOSTER (Lib.) betreurt, dat de regeering niet meer dan tot dusver heeft gedaan om de banden tusschen deze landen wat vaster aan te knoopen. De heer WIBAUT (S.D.) heeft thans, on geveer een jaar na de sluiting van het ver drag, meer waardeering hiervoor dan hij aanvankeiyk had. Het feit, dat in dezen tyd vyr landen een overeenkomst aangaan, waarvan de strekking is om de tarieven niet te verhoogen, is onder de tegenwoordige eco nomische toestanden in Europa toch wel iets waard. Oslo is te zien als een heel klein lichtstipje in de tegenwoordige economische verdwazing. De heer DIEPENHORST (A.R.) grijpt met alle genoegen deze gelegenheid aan om zijn instemming te betuigen met deze hernieuw de poging tot internationale toenadering. Maar wij hebben hiervan een conventie ge kregen met uitsluitend negatieve eigen schappen. De minister zegt nu wel, dat de geest van het verdrag reeds werkt sedert de sluiting er van. Maar, vraagt spr., m welke richting werkt deze geest en welke Zijn de tastbare resultaten daarvan? De Minister van Buitenlandsche Zaken, de heer BEELAERTS VAN BLOKLAND, merkt op, dat de bedoeling van het ver drag niets anders is, dan rekening te hou den met elkanders moeiiykheden en om zooveel mogeiyk te voorkomen, dat maat regelen worden getroffen, waardoor de an dere verdragpartijen in moeiiykheden zou den kunnen komen. Het wetsontwep wordt daarna z. h. s. aangenomen. Hierna wordt gepauzeerd. Economische voorlichtingsdienst. Na de pauze wordt aan de orde gesteld het wetsontwerp tot wijziging en verhoo ging van hoofdstuk X der Ryksbegrooting 1931 (Economische Voorlichtingsdienst). De heer FOOK (Lib.) is van oordeel, dat ook de economische dienst van buitenland sche zaken onder den nieüwen dienst haa moeten worden gebracht. Verder vreest spr., dat de nieuwe dienst te veel ambtenaren zal vergen. De Minister van Arbeid. Handel en Ny- verheid, de heer VERSCHUUR, merkt op, dat we niets mogen verzuimen in deze moei lijke tyden, om onzen export met alle mo gelijke middelen te versterken De bedoeling van den nieuwen dienst is dan ook, een betere outillage te scheppen voor de uit breiding van onzen afzet. Het wetsontwerp wordt z. h. s, aange nomen. Tarief van invoerrechten. De heer BLOMJOUS (R.K.) betoogt, dat, toen de ons omringende landen overgingen tot het oprichten van hooge tariefmuren, ons land geen enkelen maatregel van tegen weer ter beschikking had. Nederland onder vindt nu ook de gevolgen van de verander de Engelsche handelspolitiek, die gesteund wordt door byna alle liberalen in dat land. Frankrijk tracht door vermindering van den import het evenwicht op zijn handelsbalans te herstellen. Waarom belemmeren wy niet den invoer van Fransche artikelen, die wy kunnen missen? Wanneer de regeering voldoende steun zal willen geven aan landbouw en industrie zal Nederland beter dan eenlg ander land ter wereld door zijn natuurlijken rykdom in staat zyn welvaart orde en rust binnen zyn grenzen te behouden. Er kan ontzagiyk veel gedaan worden om onze industrie te be' houden. De heer GELDERMAN (Lib.) zegt, dat wy niet zullen kunnen ontkomen aan een verlaging der binnenlandsche pryzen, wil men de goudwaarde van den gulden kun nen handhaven. Met een vermeerdering van den binnen- landschen omzet komt men er niet. In het wetsontwerp ziet spr. het bezwaar, dat het de zoo noodige prijsdaling tegenhoudt. De heer TER HAAR (C.H.) constateert, dat het bij ons slecht gaat, maar gaat het bU anderen niet veel slechter? De waarde van onzen export is gedaald, maar dat komt door de crisis. De prijzen kunnen wij niet wüzigen met handelspoli' tieke maatregelen. De heer DOBBELMANN (R.K.) hoopt, dat dit ontwerp zoo spoedig mogeiyk zal wor den gevolgd door een meer algemeene her ziening van ons tarief. Hij acht het de schuld van de starre vrijhandelaren, dat onze industrie thans zoo diep in den put Zit. De heer WIBAUT (S. D. A. P.) meent, dat wij niet moeten meedoen aan de dwaze economische politiek van andere landen. Juist in dezen tijd moeten de tarieven niet verhoogd worden. De heer POLLEMA (C.H.) acht een slui tend budget van meer belang dan de schade, die mogelijk voor eenige volksgroepen voort vloeit uit dit ontwerp. De heer WESTERDIJK (V. D.) bespreekt den slechten toestand in het veehoudersbe- drijf en den grooten vleeschinvoer. De vergadering Wordt verdaagd. De belangen der Nederlandsche In dustrie en der arbeiders bepleit. Het Tweede Kamerlid de heer Van Poll heeft den minister van Arbeid, H. en N. de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat de groot ste draadnagelfabriek te Helmond voor een duur van vyf jaren geen draadnagels meer zal maken en dat de vennootschap voor de ze stilzetting een ruime vergoeding ontvangt van een internationaal syndicaat? Is de minister in staat en bereid mede te deelen of het aanvankeiyk aan deze fabriek door het syndicaat toegewezen quote na den uitkoop is overgegaan aan een buiten landsche fabriek, zoodat een belangrijke werkgelegenheid voor Nederland verloren ging? Is het den minister bekend of ook de door dezen uitkoop werkloos geworden ar beiders een vergoeding ontvangen? Kan de minister mededeelen of de uitge kochte firma bereid is geweest om mede te werken tot het tot stand brengen eener draadwalsery in Nederland, welke de draad industrie onafhankeiyk zou maken van bui tenlandsche walseryen en of daartoe plan nen hebben bestaan, die nu niet terstond tot uitvoering komen, ten gevolge van de aansluiting der draadverwerkende fabrieken by een internationaal syndicaat, waarby de stilzetting van de fabriek Werd overeenge komen? Is de minister niet van meening, dat door dezen gang van zaken het algemeen be lang wordt geschaad en de noodzakeiyk- heid gebleken is om ons land onafhankeiyk te maken van syndicaten, die de algeheele beschikking hebben over de voor onze in dustrie noodige grondstoffen en halffabri katen? „Maar beste kerel," protesteerde George, „er zyn duizenden andere manieren, om kennis met haar te maken. Ga in een^tennisclub speel golf ga naar een paar bals ga naar „Verveel me niet zoo, George," zei Tony Marsden. „Dat heb ik natuuriyk allemaal al gedaan, en 't heeft me niets geholpen. Ik weet nog niets, dan dat ze iederen Donder dagavond muziekles gaat nemen en dat ze 't mooiste, heerhjkste. „Schiet opl" mopperde George. „Heb je ontdekt, waar ze woont?" „Natuurlijk In een van die groote hulzen aan 't smalle eind van 't plein, met een echte draak van een tante." „Die waarschymyk 't geld voor 't opschep pen heeftEn denk jy, arme verliefde gek, dat die tante jou, een inktkoelie, met haar mooie nicht schoot zal laten gaan? Geen kansl" „Dat zal ik wel zien. Dus 't is afgesproken, hè?" „Nee, dat is 't niet. Waarom kom je juist by mij? Waarom gun je de eer niet „Omdat je zoo'n blikslagers knappe too- neelspeler bent, ouwe jongen. En je hebt er 't gezicht voor. Je grimeering als landlooper zal eenvoudig knal zijn." George grinnikte. Hy verbeeldde zich, dat hy tooneel kon spelen. „Nou goed maar ik begin er niet aan ionder generale repetitie, in costuumen morgen is 't Donderdag haar uit-avond, zeg je.... Enfin, we zullen 't probeeren. Ik waag 't er op." Tony viel in een leunstoel en gaf zich over aan droomen over het mooie meisje, dat hij zoo dolgraag kennen zou. Hy werd op aarde teruggeroepen door de verschyning van George, uitgedost als landlooper. „Prachtig! Vooruit maar!" Toen ze op het plein waren, werd Tony re gisseur. Ze komt dèt huis uit, en dan wandelt ze langzaam dien kant op, tusschen de boomen. jy zit achter dat stukje plantsoen. Ik loop tien meter achter haar. Je springt over 't gras en grijpt haar muziektasch. Ze begint te schreeuwen en ik snel te hulp. Dan vechten we een beetje en „Dan moeten we even repeteeren, Tony. Je kunt niet zoogenaamd vechten, als je niet precies weet, wat je doen gaat. Ik zal 't je voordoen. Loop jy naar 't huis, dan verstop ik me achter 't boschje en kom er aan net zoo als ik 't morgen doen zal." „Goed, vooruit," zei Tony. Hy ging tot het hek van het huis van het meisje, bleef er even staan en kwam toen snel terugloopen. Precies op 't juiste oogenblik sprong George uit zqn schuilhoek, en greep Tony by den arm. „Allé, toe," zei hy schor, „geef over!" Een beetje al te realistisch draaide hy Tony by den arm rond en liet hem tegen de steenen tuimelen. „Leeiyke schurk!" zei een stem, George keerde zich om, verschrikt. Voor hem, met blauwe oogen, die toornig wyd open stonden, was het meisje! Terwyi George zich nog verwonderde, hief ze haar muziektasch hoog op, en bracht hem met geweld tegen den neus van George. George was de kluts kwijt. Een seconde bleef hy met open mond staan, toen keerde hü zich om en rende. Het meisje wendde zich tot Tony, die lang zaam overeind kwam. Hy veegde een gedeelte van het slik van zijn gezicht en staarde haar aan. Toen hy de muziektasch in de hand van het meisje zag begreep hy alles: de muziek les was op Woensdag verzet 1 „Ik hoop, dat u u niet bezeerd hebt," zei het meisje. „In ieder geval," ging ze trotsch voort, „heb ik dien schurk laten loopen, alsof de politie hem al op de hielen zat!" Tony voelde aandrang om te juichen, 't Was dus toch gelukt! De repetitie was even goed geweest als de echte voorstelling! Er ging een vlugge gedachte door hem heen, dat Woensdag zyn geluksdag moest zyn. 't Was bijna te mooi, om te gelooven! „Dank u wel," zei Tony, inwendig grinni kend. „Ikik voel me een beetje duizelig. 't Is verschrikkelijk aardig van u, dat u bent komen redden." „Denkt u, dat u tot aan Ons huis zou kun nen loopen?" „O, dank u wel. Dat kan ik zeker wel." Op een avond, een maand later, toen zy verloofd waren, vertelde Tony, dat hij 'n ont zettende bekentenis moest doen, en toen begon hy daaraan. „Dus je ziet, lieveling," besloot hy, „dat je me elgeniyk heelemaal niet gered hpbt." „Of ik dat niet van 't begin af geweten heb, domoor! Heb je ooit een landlooper gezien met een betrekkeiyk schoon gezicht, en een heel aardigen zegelring aan zyn pink?" Is de minister niet van meening, dat het welzijn der geheele bevolking vereischt, dat beslissingen over het voortbestaan eener in dustrie niet uitsluitend afhankehjk wordt gesteld van het geldelijk voordeel van een onderneming? Zoo ja, meent dan niet de minister, dat van overheidswege zoo spoedig mogelijk tot het tot stand komen van een walsbedryf als aanvulling van het hoogovenbedryf be hoort te worden overgegaan, waarover de regeering een groote mate van zeggingschap heeft? Om uitstel gevraagd. Het lid der Tweede Kamer de heer Cramer heeft den Minister van Defensie de vol gende vragen gesteld: 1. Heeft de Minister kennis genomen van de onlangs in het College van Gedelegeer den van den Volksraad ingediende en door alle aanwezige leden dus door de groote meerderheid van dit college ondertee- kende motie, waarin de noodzakelijkheid wordt bepleit den bouw van den derden kruiser althans voor 1932 uit te stellen, ten zij deze verder geheel voor rekening van Nederland plaats heeft? 2. Zoo ja, is de Minister bereid alsnog, op grond van de financieele moeiiykheden, waarin Ned.-Indië verkeert, den bouw van den derden kruiser uit te stellen? Vragen van het Kamerlid Floris Vos. Het lid der Tweede Kamer, de heer F. Vos heeft den Minister van Arbeid, Handel en Nyverheid gevraagd: 1. Is de Regeëring van oordeel, dat het Rykssubsidie aan de K. L. M. behoort te worden bestendigd, nu deze maatschappij de belangen voorstaat van den Engelschen handel en industrie, door in het weekblad Handelsberichten (uitgave van het Ministe rie van Arbeid, Handel en Nyverheid met medewerking van de Ministeries v. Buiten landsche Zaken, van Binnenlandsche Za ken en Landbouw en van Koloniën) op de voorpagina in het oogloopend te advertee- ren: Het pond staat laag. Nu kunt U voordeelig koopen in Engeland? 2. Is de Minister van oordeel, dat het onbehoorlijk is, dat door een van Rykswe- ge gesubsidieerde onderneming in een door de Regeering uitgegeven weekblad de Ne derlandsche handel en industrie worden on dermijnd? 3. Zoo ja, is de Minister bereid te be vorderen, dat het toezicht op handelingen van de K. L. M. en op de semi-officieele uitgaven wordt verscherpt? Wordt niet verlaten De parlementaire redacteur van de „Msb." meldt: De opvatting hier bestaat, dat de vraag naar dollars welke gisteren te Amsterdam bestond, veroorzaakt kan zün door interna tionale besprekingen b.v. van Bazel en dat. misschien ook de Duitsche noodverordening t.a.v. Duitsche saldi in Nederland een groote vraag naar dollars kan hebben veroorzaakt, niettegenstaande de dollar den laatsten tyd eerder eenigszlns zwak was. Van een verlaten door Nederland van den gouden standaard is geen sprake. Dit is trouwens voor dengene, die de goudpositie der Nederlandsche Bank kent vanzelfspre kend. Een commissie voor eenig onderzoek in verband met de positie van den gulden, waarvan in buitenlandsche bladen is ge maakt, bestaat, naar wij van vrij goed inge lichte zijde met stelligheid vernemen, niet. Ten bedrage van 25 pCt. der uitkeering Naar de „Volkskrant" verneemt, heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw goedgekeurd, dat aan da onder- steun-werkloozen een kerstgave wordt ver- Strekt van 25 procent van de uitkeering, die betrokkenen over de week van 20 tot en met 26 December ontvangen. De beslissing omtrent de vraag of diege nen die uitkeering uit een werkloozenkas ontvangen ook voor toekenning in aanmer king kunnen worden gebracht meent de Mi nister aan zün ambtgenoot van Arbeid, Han del en Nyverheid te moeten overlaten. De arbeiders, die by de werkverschaffing te werk gesteld zijn, kunnen niet voor de kerstgave in aanmerking gebracht worden, doch dezen zullen over de beide Kerstdagen en den Nieuwjaarsdag een uitkeering ont vangen wegens loonderving. koloniale tentoonstelling aan een Ne°er sche combinatie was verkocht en c'-ft combinatie zou trachten een tentoon5 U in te richten, hetzy by 's-Gravenhage' by Arnhem. Vóór 15 December moSfp de combinatie zekerheid gegeven worde deze tentoonstelling inderdaad in&er' worden. fit' De combinatie heeft sinds eenigen te $- het gemeentebestuur van 's-Gravenh&f derhandeld, maar is niet voor den „ji stelden datum tot overeenstemming „je komen. Naar verluidt zou het stuur eerst over eenige weken een beS't<)0«' kunnen nemen. Het comité van de teI mi stelling heeft in verband met de h,aIj (l- besprekingen nog eenigen tyd uitstel leend, doch blijft een spoedige be5 wenschelijk achten, mede in verband 111 opruimingswerken in Parijs. Geen nieuwe overjassen en jekbefS De minister van Defensie heeft dat, te beginnen in 1932, de dienstplicB- die voor eerste oefening onder de i- komen by een onbereden korps, alsroe j,)l' onberedenen van een bereden wapen, u' jj(1 tend gedragen overjassen en jekkers 5 ontvangen. De magazynen van Tg? kleeding hebben n.l. nog vry groote v0^,ej5< den gedragen overjassen en jekkers, nog in goeden staat verkeeren en die 0 yp dien voorzien zijn van uitneembare v° Voorts zal geen tweede overjas of J/f jekker worden verstrekt aan het dienst ?0|' tig personeel, dat de eerste oefenia» brengt tusschen 1 Maart en 1 Octop aan het dienstplichtig personeel, dat al5 jf van een tweede stuk overkleeding we Lp! geen gebruik zal maken (hospitaals0' en intendancetroepen). „TREKKERS", door J. v; gers. Uitg. L. C. G' berg, 's-Hertogenbosch. Harrie Krenkers is het echte type f ondeugenden achterbuurtjongen. HÜ j5 e® meer slaag dan eten, loout weg van maakt dan heel wat avontuurtjes me®- p!) slotte komt hij terecht in een woonwa| een familie, die, reizend en trekken0' kunstenmakers aan den kost komt. Nu breekt er voor Harrie een tyd vaIJ,/J genot aan. Hy leert samen met zijn n'e vriendje Puk verschillende kunstjes erLifle' weldra in het publiek optreden. Dit a {e:' raadje oefent op Harrie een indry'Lt# goede uit. Pük is een brave, godsdi® je» jongen en langzaam aan begint H&rrl - l' goede voorbeeld van hem na te volgde® zegt aan zyn vriendje, katholiek te worden. tr Dit voornemen is ook te danken feit, dat Marcellini, de baas van het O® schap, eveneens voomameiyk door het voorbeeld van Puk, weer tot de Kerk ruggekeerd en een braaf man gewordeh jf Van het gelukkige slot, dat het ëeiie kroont, moet de lezer zelf kennis nef De auteur heeft deze geschiedenis '^eef gezelligen, onderhoudenden verteltrant \jf gegeven, waarbij de spanning nog vet wordt door de pakkende teekeningetj®s Jan Kraan en Fred Rietmann. Een waardig presentje aan den boom! f£«" „DE WANDELAAR" Zooeven verscheen bij den uitgever Schoonderbeek te Laren de Dec.-af'®^ A van „De Wandelaar", maandblad, ge"" CA natuurstudie, natuurbescherming, heef geologie, folklore, buitenleven en toer'5 A. V. Feij opent de artikelen-sen5 een gevoelige schets, getiteld „Van 5 nen ouderdom" dit oud en schoof Zoowel betrekking op een Veluwsche v die hem zeer liet was als op een Vel° t f' molen, die eveneens zijn hart heeft. VA dacteur, Rinke Tolman, geeft, nu de dagen in zicht zijn, den raad „Laat bl° uw tolk zijn". G. A. van Schaik besld'^ relaas van de omzwervingen in het Zevenhuizen (provincie Groningen). 0A Jan Veldman den lof zingt van de goe°c stad Kampen. Ds. J. I. van Schaick gezworven bij de Ysselmonden daar o.a. getroffen door de majes vlucht van zwanen. cV A. C. de Koek zet uiteen, wat de (p berhemel te aanschouwen geeft en Zenbeek vertelt van grillig gevormd® ^ie„ grotten op de Veluwe. A. Joman W Nog geen beslissing over wederopbouw in ons land Voor eenigen tyd is melding gemaakt dat I het Nederlandsche Paviljoen op de Parysche weer een mycologisch onderwerp. het ditmaal over heideknots- en oor ld- zwammen. Het aanschouwen van ®e° f tal boomen met elk een apart karak®® Mr. Roel Houwink een fijne schets in 0 terwijl Dr. A. G. M. Liernur heeft g •j/ op het „eiland van belofte", waarir>e® j0t' schelling is bedoeld. A. B. Wigman te uit zijn groote waardeering voor deO 0 schilder Wenckebach. o0t In de uitgebreide rubriek Van 0A, lezers (natuurhistorisch allerlei) w0 L;j l meer geschreven over wintervogel5 - v Friesche boerderij en den vogelrijkd0 De Beer. Xil Ook deze aflevering is weer zeer „0 geïllustreerd bovendien zijn de ®01f-el(k„ kers van dit nummer dezen keer ugt Voor den nieuwen jaargang kofl redactie weer allerlei verrassends aa°' V'1 'I, li Wij i la de ^sia >er «taag ,,,-Aar 'Ijke %erl: de Watte Kr00 Hie rii ■dl, Of C te br Wj h 'ftg bii gel 337. De Reus Gog was 'n vriend van Har- lekü'n. Eens haalde Harlekyn z'n vriend over om zich geheel wit te laten beschil deren en zich dan als standbeeld in de nabüheid van 't kasteel op te stellen. De Koning zou dat zeer op prijs stellen. 338. De Koning kwam, vergezeld van den nieuwbakken graaf Janko. „Wat zie ik daar?" riep de graaf. „Lykt dat stand beeld niet precies op dien Reus Gog, dien ik onlangs het hoofd voor de voeten legde?" 339. Toen de Reus Gog dit zwaaide hy met z'n knots en wiefP $]il- één slag den ongelukklgen pochhan zebollend op het plat van een der van 't kasteel. .aiiiuunnnniiiininiuimHiHminaniiiiiMinHmnMiniiw >d£ Ni dc

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1931 | | pagina 10