ONTEIGENING
GEEN BEZETTING
VAN TSJINTSJAU
BESLUIT:
BERICHTEN UIT ONZE
-VORIGE OPLAGE
INSLUITING DER CHINEEZEN
BEOOGD
Heh meest ver^
sterkend voedsel
BURGERLIJKE STAND
UIT DEN OMTREK
VELSEN-NOORD
TSJINTSJAU, 23 Dec. (Eigen bericht.) Als
eerste aller persverslag-gevers ben ik te
Tsjintsjau, 't middelpunt der huidige troebe
len in Mandsjoerije, aangekomen. Als gast
der regeering woon ik in het hoofdkwartier
der neutrale waarnemers.
Volgens Chineesche berichten marcheeren
de Japanners naar de spoorlijn Tungliau
Taluschan op. De stad Faku is bezet. Om
den spoorweg YingkauKupangtze werd
heden gestreden. Deze lijn is eenigen tijd ge
leden door Chineesche troepen vernield. De
Japanners hebben het plan haar te herstel
len.
Naar Sjanhaikwan op de Chineesch—
Mandsjoerijsche grens hebben de Japanners
krijgsmateriaal gestuurd en de stad zelf met
300 man bezet. Deze Japansche troepenbewe
gingen beoogen blijkbaar de insluiting van
het Chineesche leger van drie kanten, om
het op deze wijze tot den terugtocht te dwin
gen.
Officieel wordt verklaard, dat generaal
Honjo, de Japansche opperbevelhebber,
„niet het plan heeft Tsjintsjau te bezetten,
doch enkel het land te zuiveren van bandie
tenbenden."
Wat het aftreden der Chineesche regeering
betreft, dat daaromtrent verspreide berichten
zijn onjuist. De Nanking-regeering is niet
heengegaan, doch biedt tegenstand.
Toen nu ettelijke weken geleden het Mand
sjoerijsche conflict als een bom barstte in de
couloirs van den Volkenbond en de geheele
beschaafde wereld met ontzetting sloeg, werd
in een deel van de Europeesche pers het
optrden van Japan sterk gegispt. Men hoop
te allerwege dat die aangelegenheid in een
handomdraaien zou worden opgelost. Er wa
ren zelfs menschen, die er van overtuigd
waren, dat de Japansche regeering door de
militaire clique was overrompeld en voor een
voldongen feit was gesteld.
Als men echter ter plaatse zelf is en pro
beert om de problemen nader te oezien, dan
zien de gebeurtenissen der laatste weken er
toch wezenlijk anders uit. Men moet op de
eerste plaats de ontwikkeling der laatste veer
tig jaren bestudeeren, om te kunnen begrij
pen, waarom Japan zoo taai vasthoudt zelfs
aan het kleinste resultaat, dat het bereikte
op het Aziatisch continent. Op zeer vele din
gen, die hier sedert den oorlog van Japan
tegen China in de jaren 1894—'95 zich heb
ben afgespeeld, heeft men in Europa maar
nauwelijks de aandacht gevestigd. Wij hadden
onze eigen zorgen en futiliteiten en vergaten
daardoor de ontwikkeling van gebeurtenissen
te vervolgen die toen ver van ons weg hun
gang gingen, maar die niettegenstaande dat
moesten leiden tot het huidige culminatie
punt
Voor den doodgewonen Japanschen burger,
die van politiek maar heel weinig begrip
heeft, is Mandsjoerije heilige bodem. Er is
nauwelijks een dorp op het Japansche eilan
denrijk te vinden, dat niet eenigen zijner zo
nen op de slachtvelden van Mandsjoerije
heeft zien vallen en verbloeden. Japanneezen
van alle standen hebben mij sedert jaren niet
zonder sentimentaliteit verteld, welk een die
pen indruk die transporten van gesneuvelden
in hun schooljaren op hen hebben gemaakt.
Na den oorlog met China in de jaren
1894'95 moest Japan noodgedwongen den
prijs van zijn overwinning: Port Arthur en
Dairin prijsgeven. De groote mogendheden
kwamen tusschen beiden. Met ongehoorde
offers aan bloed veroverde Japan deze
posities acht jaren later op Rusland, dat
het van ouderdom ingezonken China' vele
concessies had afgedwongen. Duizenden
Japanners zijn langs de spoorlijnen Antoeng
Moekden en Port Arthur—Moekden ge
sneuveld. Wie ooit in het Zuidelijke Mand
sjoerije heeft gereisd, weet met welke diepe
vereering de Japanneezen spreken van dezen
met bloed doordrenkten bodem.
Wij kennen een voorbeeld van deze
mentaliteit uit de koloniale geschiedenis
van een andere groote mogendheid. In
Engeland werden, na den Indischen op
stand van 1857 namen els Lucknow, Cawn-
pore en vele andere met dezelfde diepe
vereering voor de tallooze daar gevallenen
genoemd. Het sprak tientallen van jaren
van zelf voor den doodgewonen Engelschen
burger, die een zoon, een broeder in Indié
had verloren, dat deze heilige, met bloed
doordrenkten bodem niet mocht worden
prijsgegeven. Nu precies zoo staat het met
de Japanneezen in Mandsjoerije. Ik moest
op de eerste plaats de aandacht vestigen
op deze in zekere mate sentimenteele oor
zaak, wijl zij de verklaring der opvatting
van geheel het Japansche volk in zich
sluit.
Sedert den Russisch-Japanschen oorlog
hebben de Japansche handel en industrie in
Mandsjoerije reusachtige resultaten bereikt.
Rusland had weliswaar om het zoo te zeggen
dit aan mineraliën zoo rijke en buitengewoon
vruchtbare land ontdekt, maar de reus Rus
land stond op leemen voeten.
De Japansche dwerg bracht hem ten val
en Tokio zette in werkelijkheid om wat
Petersburg wellicht eens had gedroomd.
Japan werkte aan het kolonialiseeren van
Mandsjoerije met een consequentie en een
ver vooruitzienden blik, als we in de koloniale
geschiedenis van Europa maar heel weinig
vinden. Groote ondernemingen, zooals spoor
wegen, kolen- en ijzermijnen werden er ge
sticht. Maar daarnaast werd het geheele land
overtrokken als met een net van kleine han
delaars, kooplieden, middenstanders en am
bachtslieden, die dikwijls niet konden leven
van de opbrengst van hun arbeid, maar die
er zeker van waren, dat het moederland
hun in geen geval in den steek zou laten.
Zelfs tot in de kleinste vlekken van Mand
sjoerije vindt ge overal den een of anderen
Japanschen kramer of barbier. En al die
menschjes werken met een handigheid en
ijver, die een Europeesche kolonisator nooit
zou hebben klaargespeeld.
En dan de militairen! Ik heb bij de Ja
pansche officieren kaarten gezien, die hon
derdmaal beter en nauwkeuriger zijn dan die
generaal Ma in zijn hoofdkwartier heeft.
Het plan der bezetting van Mandsjoerije
op het huidig oogenblik kan dus onmogelijk
maar ontstaan zijn in de koppen van een
paar Japansche generalen, maar het is veel
eerder het resultaat van voorbereidingen, die
reeds reeksen van jaren wel zijn overwogen
en die op een gunstig moment tot uitvoering
moesten worden gebracht. De laatste oorza
ken, die geleid hebben tot het binnenrukken
van Japan in Mandsjoerije, zijn van geen
beteekenis. Feit is, dat het plan gereed lag.
En het was goed doordacht. Het moment was
goed gekozen. Want China was door en door
verzwakt door den burgeroorlog tusschen
Nanking en Canton en door den strijd tegen
communisten en de rooversbenden. Japan
zelf wist het 't beste, dat de Europeesche
mogendheden een groot deel van hun in
vloed in het verre Oosten hadden verloren.
Engeland had buitendien de handen vol
-V;
werk in Indië en zware zorgen voor zijn
handel in het Oosten. Frankrijk werd in be
slag genomen door Cochin-China. En de
Sovjets zijn door hun eigen aangelegenhe
den dusdanig gebonden, dat zij met angst
en vreeze het oprukken der Japanners
moeten gade slaan, zonder ook maar iets er
tegen te kunnen ondernemen.
Er blijft dus alleen maar Amerika over!
De plannen van Amerika zijn door het op
treden van Japan aanmerkelijk, ja wezen
lijk in de war gestuurd. Maar ook de Ver-
eenigde Staten zullen het laten bij papie
ren protesten. Voor hen is het object, waar
om het gaat, van te weinig beteekenis om
het op een ernstig conflict met Japan te
laten aankomen.
In Genève, Parijs en Washington zit men
aan de groene conferentie-tafels en onder-
tusschen zet Japan zijn zegepralenden tocht
door Mandsjoerije voort. De Japanneezen
openen op dit moment „commercieele"
vlieglijnen van de militaire basis te Moek
den uit, op een tijdstip, dat handel en ver
keer volledig met lamheid zijn geslagen en
journalisten de eenige gasten der spoor
wegen zijn. China heeft natuurlijk voor
dien vliegdienst, evenmin als voor vele an
deren, concessie verleend. Maar Nanking
ligt op wijden venen afstand. Mandsjoerije
is van het overige China afgesneden, zoodat
het recht van den sterkste hier regeert.
WALTER BOSSHARD.
(Copyright Nw. Hrl. Crt., Nrd.-Holl. Dag
blad en Opera Mundi press).
Het tekort op de Amerikaansche
begrooting
Loonsverlaging bepleit
Senator Borah, sprekende over een tekort
op de Amerikaansche begrooting, bepleitte
een salarisverlaging van 10 pet. voor alle
salarissen boven de 2500 dollar van ambte
naren in staatsdienst. Het aldus bezuinigde
bedrag zal voldoende zijn, om de begrooting
in evenwicht te brengen en het tekort te
dekken.
De strijd tegen de alcohol
smokkelarij
Invallen in nachthuizen te New York
De laatste dagen voor Kerstmis besteedt
de New Yorksche politie met een krachtige
actie tegen de alcoholsmokkelarij. In de
meeste nachtclubs in het Theater-kwartier
van New York worden invallen gedaan en in
totaal zijn in de laatste dagen voor meer
dan één millioen dollar aan likeuren en al
coholhoudende dranken in beslag genomen,
terwijl 104 personen zijn gearresteerd. De
eigenaars der nachthuizen worden in ver
zekerde bewaring gehouden, om naderhand
berecht te worden.
Van vele nachthuizen is de installatie of
het meubilair naar het politiebureau overge
bracht.
De diefstal in het postkantoor
te Stockholm
Het grootste deel van den buit terecht
Gistermiddag is van het half millioen, dat
verleden week uit een postkantoor te Stock
holm werd gestolen, een bedrag van 400.000
kronen, dus verreweg het grootste gedeelte,
als deposito bij een bank te Malmö ontdekt.
De eergisteren gearresteerde Sjogren heeft
bekend dat hij medeplichtig was aan den
diefstal en dat hij het plan reeds twee jaar
geleden had uitgewerkt. Sjogren verklaarde
echter de inbrv-.k niet zelf te hebben ge
pleegd en weigert zijn medeplichtige te noe
men.
T. Bikker te Hilversum met f 206.370. Voor
't overige bewogen zich de bedragen voor het
meerendeel tusschen f 140.000 en f 150.000.
Met een mes in het oog gestoken
Slachtoffer overleden
Zondagmorgen ontstond tusschen van D
en J. v. d. L. te Brouwhuis, bij Helmond,
ruzie over een oude kwestie. Handgemeen
werden zij echter niet. Zondagavond begaf
v d. L. zich in beschonken toestand naar
de woning van Van D. Herhaalde malen
stak hij met zijn dolkmes in de voordeur.
Van D. ging toen door de achterdeur en
kwam op deze wijze naar voren. v. d. L.
stak hem toen met een mes in het oog
Denzelfden avond moest het slachtoffer
nog naar Utrecht vervoerd worden, waar
hij gisteren is overleden. Hij was gehuwd
en vader van 9 kinderen. De dader is ge
arresteerd en naar Roermond overge
bracht.
Aanbesteding
Te 's-Hage werd Woensdagmiddag door
den Rijksgebouwendienst van het Ministerie
van Financiën aanbesteed: het bouwen van
een post-, telegraaf- en telefoongebouw te
Bussum.
Er waren niet minder dan 63 Insohrijvingen
binnengekomen. De drie laagste inschrijvers
waren: 1. Fa. J. H. Hendriks te Den Bosch
met f 113.500; 2. F. J. Turen te Lonneker
f 127.740; 3. Aann. Mij. v. h. Rozenhart te
Haarlem f 128.800. Hoogste inschrijver was
Ondertrouwd: 23 December S. Hertog
en M. Kölschbach; J. J. van Lieshout en C.
M. H. de Graaff; J. M Eelman en P Klok;
J. Oerlemans en E. Kutschera; J. Elshoff en
M .G. J. Dekker; D. van Duijn en A. M. B. F.
de Boode.
Getrouwd: 23 December J. D. Voetelink
en P. J. Zoomers; J. van Hattem en L. E. E\
Mutz; W. B. Schaaf en C. M. Wassenaar; J.
Hollander en E. O. Hogendoorn; F. L. Stijn-
man en T. W. Opbroek; A. Röckrath en P.
Lawniczak; J. A. A. Pauw en E. M. L. F.
Frentrup; W. F. Beusker en AM. Sowa; P.
B. van Britsom en J. H. Janus: W. Loos en
M. K. Verhorst.
Geboren: 22 December H. J. Janszen
Slot, d.
Overleden: 22 December G. Kollaart
Bierenbroodspot, 82 Acaciastraat; P. de
Vries, 58 j., Gierstraat; G. Bakkenist—Vink;
80 j„ Koninginneweg; P. Bak, 73 j., Gast-
huisvest.
HET ZILVEREN JUBILEUM VAN DEN
R. K. FABRIEKSARBEIDERSBOND
Op den tweeden Kerstdag heeft de afdee-
ling Velsen van den Ned. R. K. Fabrieks-
arbeidersbond „St Willibrordus" op waar
dige wijze en onder groote belangstelling
haar zilveren jubileum herdacht.
De feestdag werd ingezet met een alge-
meene H. Communie, waarna om 10 uur de
plechtige Hoogmis werd opgedragen door
den Zeereerw. heer Pastoor J. Schoenma
ker, geassisteerd door den Weleerw. heer
Rector Th. Boonekamp, uit Beverwijk als
diaken en den Weleerw. heer Kapelaan De-
termeijer als sub-diaken.
Voor den aanvang van de plechtigheid had
de wijding plaats van het nieuwe vaandel,
hetwelk namens de leden des middags tij
dens de receptie zou worden aangeboden.
De Zeereerw. heer Pastoor hield na het
Evangelie een mooie feestpredikatie, waarin
de beteekenis van het jubileum dezer Ka
tholieke organisatie werd herdacht.
De receptie.
Des middags had in het Vereenigingsge-
bouw de receptie plaats. De zaal was fees
telijk versierd, terwijl rondom de bestuurs
tafel een schat van bloemstukken prijkte als
even zoovele blijken van belangstelling en
medeleven in het zilveren feest.
Na een kort openingswoord van den voor
zitter der feestcommissie, die de talrijke ge-
noodigden welkom heette, nam de voorzit
ter van de jubileerende organisatie, de heer
Laurent, het woord.
Spr. herinnerde er aan, hoe Pastoor De
Rooy 25 jaar geleden het initiatief nam tot
oprichting van de organisatie. Het plantje,
destijds aan de aarde toevertrouwd, heeft
diep wortel geschoten en Is uitgegroeid tot
een trotsehen eik, die zich zal vertakken tot
de omliggende gemeenten.
Dankbaar herdacht spr. de medewerking
van de geestelijke adviseurs, in het bijzon
der van den tegenwoordigen adviseur, den
Zeereerw. heer Pastoor. Zij hebben er wel
toe bijgedragen, om den Bond te brengen
op het peil, waarop hij thans staat
Als Katholiek arbeider was spr. trotsch
op onze geestelijke adviseurs, niet omdat
de organisatie aan den leiband loopt, zooals
wel eens smadelijk wórdt beweerd, maat
om de liefde, die zij jegens het volk koes
teren en om den steun en de medewerking*;
welke steeds van hen wordt ondervonden.
(Applaus).
Spr. las hierna de schriftelijke felicitaties
voor, welke van verschillende zijden waren
ontvangen. Er waren er onder van den oud
adviseur, den Zeereerw. heer pastoor Was
sen, uit Bennebroek, van den Hoogeerw.
heer Deken Homülle uit Leiden en van de
afdeeling Renkum.
Ook van de directie van de Papierfabrie
ken was een gelukwensch ontvangen, waar
bij de wensch was gevoegd, dat de prettige
samenwerking, welke steeds bestaan heeft,
zal voortduren tot algemeen welzijn.
Hierna verkreeg de Zeereerw. heer Pas
toor het woord, die bij de hulde, door den
1 voorzitter aan dc geestelijke adviseurs ge
bracht vooral Pastoor De Rooy wilde be
trekken. Deze oud-adviseur en oprichter,
hoewel verhinderd om bij de herdenking
tegenwoordig te zijn, heeft met groote liefde
in deze organisatie niedegearbeid. Ook de
Eerw. spr. zelf verzekerde gaarne saam te
werken met deze frissche mannen, die hun
geloof beleven, maar daarnaast in het prac-
tische leven ook weten te strijden voor hun
rechten.
Dan was het woord aan den heer Hars-
veld, den voorzitter van het vaandel-comité,
die memoreerde hoe spoedig na de oprich
ting van de afdeeling een vaandel werd
aangeschaft. Onder dit vaandel is gestreden
en gewerkt, waarbij de organisatie gestadig
groeide.
In 1917 werden de transportarbeiders in
een afzonderlijke organisatie ondergebracht,
met het gevolg, dat het vaandel niet meer
beantwoordde aan de eischen, welke er aan
gesteld behooren te worden. Er werden dan
ook plannen gemaakt voor een nieujv vaan
del. Rentelooze aandeelen werden geplaatst,
waardoor ieder naar krachten kon bijdra
gen en zoo kan thans het nieuwe vaandel,
het geschenk van leden en vrienden, aan de
afdeeling worden aangeboden als blijk van
waardeering en dankbaarheid voor hetgeen
zij voor de leden deed-
Spr. gaf een uitleg van de symboliek,
waarna hij besloot met de hoop uit te spre
ken, dat de vereeniging onder dit nieuwe
vaandel een gelukkige toekomst tegemoet
zal gaan.
De voorzitter sloot zich hierbij van harte
aan en aanvaardde daarop het geschenk met
een hartelijk dankwoord.
Nadat de heer Floris, namens het Kring-
bestuur van den R. K. Volksbond, een
woord van gelukwensch had gesproken,
verkreeg de Weleerw. Pater Gratianus, ad
viseur van de afdeeling Velsen van den
R. K. Volksbond, het woord.
De Eerw. spr. constateerde, dat ofschoon
alles in deze zaal spreekt van feestvreugde,
er in de afgeloopen 25 jaar ook ongetwij
feld leed zal zijn gedragen. Hierbij dacht
Z.Eerw. aan de uitgestotenen in Twente, ar
beiders, die tenslotte vechten voor hun
rechten, maar die de vreugde missen, welke
hier heerscht. Z.Eerw. hoopte, dat deze
ramp door krachtige organisatie hier van
ons kan worden afgehouden.
Het had den Eerw. spreker getroffen, dat
met zooveel waardeeiing wordt gesproken
over de geestelijke adviseurs. Z.Eerw.
hoopte, dat men altijd zal hebben, wat men
van de adviseurs verwacht Zij toch hebben
den plicht om hand in hand met den arbei
der te strijden om de maatschappij, die door
en door ziek is, weer gezond te maken.
Met de beste wenschen voor de toekomst
eindigde Pater Gratianus.
Vervolgens werd bet woord gevoerd door
den beer Maas, voorzitter van de afdeeling
Velsen van den R. K. Volksbond.
Spr. herdacht den pioniersarbeid, welke
verricht is in het verleden, toen de orga
nisatie opgericht moest worden. Deze ar
beid moest onder moeilijke omstandigheden
worden verricht, en de jongeren in de be
weging vinden thans het bed geschud.
Spr. wenschte de afdeeling geluk met
haar jubileum en voegde er den wensch bij,
dat zij een nieuwe orde van zaken zal mo
gen beleven, waarin meer gelijkheid zal zijn
bij de verdeeling der producten, waarvan
de arbeiders toch de medevoortbrengers
zijn.
Hierna werden achtereenvolgens woor
den van gelukwensch gesproken door den
heer v. Geelen, namens het Kringbestuur
van den R. K. Volksbond IJmuiden-Oost en
de R. K. Bouwvakarbeiders van IJmulden;
door den heer Strijbosch namens de Metaal
ewerkers, door den heer H. Vink namens
e sub-afdeeling Beverwijk en voorts door
«8en heer Tijtsma namens den Christ. Fa-
brieksarbeidersbond.
Nadat door den heer Blok van den Christ.
Bond een persoonlijk woord van geluk
wensch was gesproken, werd nog het
woord gevoerd door den heer A. v. d. Plas
namens de afdeeling Beverwijk van den
R. K. Volksbond, door den heer Groene-
veld namens de Handels- en Kantoorbe
dienden, en door den heer Vermeij namens
de Bouwvakarbeiders.
De heer H. H. Meijer bracht de geluk-
wenschen van de R. K. Kiesvereeniging
over, waarna de heer B. Waterlander, thans
bezoldigd bestuurder, o.a. woorden van
hulde sprak aan het adres van de bestuurs
leden, mannen op de rechte plaats, die het
vertrouwen der leden hebben. Spr. had de
overtuiging gekregen, dat Velsen een kern
krijgt van goede organisatieimenschen, waar
van het bezit voor den bond van groote
beteekenis is.
Hierna werd nog het woord gevoerd door
den heer v. 't Padje als oud-lid, door den
heer Kooiman namens „St. Paulus", door
den heer F. Schols, namens de afdeeling
Beverwijk van de R. K. Metaalbewerkers;
door den heer Van Leeuwen namens „St.
Bonifacius" en door den heer G. Kroon als
oud-lid en medeoprichter.
De heer Laurent sprak tenslotte een
hartelijk dankwoord, waarna deze uitste
kend geslaagde receptie was geëindigd.
De feestvergaderlng.
Des avonds was de keurig versierde zaal
van bet R. K. Vereenigingsgebouw tot de
laatste plaats bezet.
De tijd voor den aanvang werd gekort
met muziek door het Trio Need van IJtnui-
den.
De voorzitter, de heer W. J. F. L a u r e n t
opende de feestelijke bijeenkomst met zijn
voldoening uit te spreken over de groote
belangstelling.
In het bijzonder heette spr. welkom den
Z.Eerw. heeren Pastoor Schoenmaker, Rec
tor Boonekamp en Kapelaan Determeijer.
De Weleerw. heer Kapelaan Knots, die ais
spreker zou optreden, kon door drukke
werkzaamheden nog niet aanwezig zijn. Uit
het verloop van den dag is gebleken, dat de
afdeeling zich gedurende de nu afgesloten
periode veel vrienden heeft verworven.
Vooral de aanbieding van het nieuwe vaan
del is hiervan het beste bewijs en spreker
hoopte van harte, dat de hierbij geuitte
wenschen, alle R. K. Fabrieksarbeiders in
de R. K. organisatie, bewaarheid mag wor
den.
Nadat nog mededeeling was gedaan van
het aantal ingekomen schriftelijke geluk-
wenschen, was het woord aan den heer F.
Brussel uit Den Haag, lid van 't Hoofd
bestuur van „St. Willibrordus."
De heer Brussel begon zijn betoog met
een beschouwing over de thans bestaande
wereldcrisis. Wat zijn de oorzaken van al
de ellende die momenteel wordt geleden en
welke, naar spr. verwacht, nog zullen toe
nemen?
Voordat hij echter tot de beantwoording
van deze vragen overgaat, geeft de heer
Brussel een uitvoerige beschouwing over
het ontstaan van de stoommachine en daar
mee de opkomst van het groot-kapitalisme.
De oorlog scheurde de geheele maatschappij
uiteen en waar in den oorlog vele landen
waren aangewezen op de voorziening door
eigen productie, probeerde men later dit
zoo te bestendigen.
De toename van de bevolking kan onge
veer worden geschat op 1 pet per jaar en
de statistieken wijzen uit, dat door de ratio
nalisatie, de productie met 2 pet. toeneemt,
hetgeen natuurlijk leiden moet tot overpro
ductie.
De oorzaken van den crisis zijn volgens
spr. van economischen, politiek-finantieelen
en constructieven aard. Over de geheele
wereld bedraagt het aantal werkloozen
thans ongeveer 30 millioen; 30 millioen
menschen die uit het arbeids- en productie
proces zijn gestooten. Een Oplossing is nog
niet gevonden en men durft of kan niet
radicaal ingrijpen. De crisis za! niet worden
opgelost alvorens door de oorlogsschulden
een streep is gehaald. De wereld is krank
zinnig en het zal ontzettende moeite kosten
hierin afdoende verandering en verbetering
te brengen.
Het aantal industrie-arbeiders is de laat
ste jaren in alle landen geweldig toegeno
men en voor hen is thans geen voldoende
werkgelegenheid te vinden.
Aan de hand van verschillende cijfers
toonde spr. aan, dat, waar voor ongeveer
50 jaren Europa van vele artikelen nog 95
pet. der wereldbehoefte produceerde, dit nu
geen 30 pet. meer is. Menschelijkerwijs ge
sproken is er uit de chaos geen uitkomen
meer. Nog nimmer is de strijd om het be
staan zoo zwaar geweest als thans. Is het
geen waanzin, dat, terwijl in het eene
district de levensmiddelen met groote hoe
veelheden worden vernietigd, in het andere
millioenen menschen honger lijden? De aar
de kan, indien de mechanisatie goed werd
toegepast, een paradijs zijn, nu is het voor
velen een hel.
Eenmaal werd de arbeid beschouwd als
een vloek, hierin is gelukkig verandering
gekomen, maar nu doet de vloek der werk
loosheid zich nog meer gelden. Door de
werkloosheid gaat de mensch moreel ten
onder, daar zij, die jaren zonder arbc"'
hebben rondgeloopen, niet meer tot werk""
in staat zijn. Deez schade is niet meer te
herstellen en zal zich wreken.
De Kerk heeft in alle opzichten haar
plicht gedaan, door er op te wijzen hoe "e
zaak moet worden ter hand genomen. Doe"
ook de Staat heeft een groote verantwoor*
ding in deze en spr. zou niet durven bewe-
ren, dat zij in niets is tekort geschoten.
Noodzakelijk is eveneens, dat er tusschen
werkgevers en werknemers meer same"'
werking komt. De eerste mogen niet uit het
oog verliezen, dat zü hun bezit te dank®"
hebben aan hun arbeiders.
De afdeeling Velsen heeft gedurende hasr
bestaan gedaan wat zij doen moest en spf-
hoopt, mede namens het Hoofdbestuur, da'
dit in de toekomst steeds zoo zal blijven»
De rede van den heer Brussel werd rn®'
groote aandacht gevolgd en met luid ap
plaus beloond.
De tweede spreker, de Weleerw. heer A-
Knots, kapelaan te Amsterdam, herin
nerde aan het bestaanspeil der arbeider5
voor 10 jaar geelden en nu. Toen fatsoenlij
ke loonen en arbeidsverhoudingen en
groote en langdurige stakingen om deze
behouden. De contrasten zijn wel schril-
maar zij hebben op de wereld altijd bestaan-
Een duurzame rust en een blijvende vrede,
waarnaar men reikhalzend uitziet, is onmo
gelijk. Alles wat vroeger mooi en goed was-
schijnt nu leelijk en kwaad. Op aarde is
geen rust. Wil men het blijvende, zie dan
niet te veel naar de aarde, doch wendt u>"
blikken naar boven, naar God. Deze ge
dachte moet ons blijvend beheerschen, wil
len wij rust genieten.
St. Willibrordus, afdeeling Velsen va"
den R. K. Fabrieksarbeldersbond, aldus de
Eerw .spr., gij viert nu feest en gij moog*
dit doen, omdat door woltijd is gewerkt aa"
en voor bet geluk van uw ieden-vakgenoo-
ten. Bij dit werk hebt gij steeds Christ«s
tot uw richtsnoer gehouden en Hem nage
volgd. Reconstructie is noodig, maar wil
men deze duurzaam maken, dan is het al
leen mogelijk in christelijken geest. Veel
tegenwerking hebt u moeten ondervinden-
soms zelfs haat, maar ieder weldenkend
mensch heeft begrepen, dat uw streven was
gerciht op rechtvaardigheid en niet op ge
weld.
Men zal wellicht vragen, wat hebben wit
aan ons christelijk beginsel, wat levert het
ons op? In het kort is hierop het antwoord:
De Roomsche vakbeweging heeft er aa"
medegewerkt, ons land voor groote ram
pen te behoeden.
Gij wilt verder met uw organisatie en
geeft daarvoor uw beste krachten, maar al
leen God kan ons verlossen van elke moei
lijkheid. Wij zijn geen kinderen van het
domme noodlot, maar van een God dio weet
wat wij noodig hebben. En al krijgen wil
op aarde niet alles wat wij zouden wen
schen, in den hemel zal ons dit later dubbe'
worden vergolden. De hoop op een betef
hiernamaals geeft kracht aan onzen arbeid,
licht aan ons verstand. De aarde belooft
ons zeer veel, maar wat zijn al deze be
loften, gedaan zonder God? De ware vrede
zal komen als de wolken van zelfzucht zijn
verdwenen en het licht van Kerstmis hief
door heen kan dringen. Ook onder u zijn
wellicht velen, die de vakorganisatie allee"
beschouwen uit materieel oogpunt Dit is
verkeerd. De standen mogen niet tegen
elkander worden opgezet, wat echter niet
wegneemt, dat er gestreefd mag, neen moet
worden naar stoffeijke verbetlering. Een
kwart eeuw hebt gij het R. K. karakter in
uw Bond hoog eghouden, vergeet dit nim
mer, breidt uw gelederen uit en brengt
ieder die er bij hoort, er binnen, doch be
houdt uw goeden geest. De geest van de
ware democratie, van het Evangelie en uV
R. K. beginsel zal u de moed en de kracht
geven tot steeds voorwaarts gaan.
Ook deze rede werd met groote belang
stelling gevolgd en aan het einde geest
driftig toegejuicht.
De heer Laurent dankte beide spre
kers voor hun mooie en opwekkende rede
voeringen.
Het verdere gedeelte van den avond werd
gevuld door voordrachten van het gezel
schap De Laat uit Tilburg en muziek van
het Trio Need.
Het was een mooi feest, dat bij allen nog
lang in herinnering zal voortleven.
Donderdagavond volgde een herhaling
voor hen die den eersten avond niet aan
wezig konden zijn.
(Ongecorrigeerd).
Het Hoofd van het gemeentebestuur van Haarlem,
Gelet op het bepaalde bü art. 84 der Onteigeningswet;
Maakt openbaar bekend, dat door den Raad der gemeente Haarlem het navolgende besluit is genomen:
No. 21 De Raad der gemeente Haarlem,
Gelet op zijn besluit van 23 September 1931, No. 25, waarbij voorloopig is goedgekeurd het plan tot onteigening ten name van de gemeente wa^rio™
van het gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Haarlem, sectie B, No. 2340, gelegen aan de zuidzijde van de Rozenstraat;
Gezien het advies der Gezondheidscommissie d.d. 21 September 1931, No. 69 R.G.C.;
Gelet op zijn besluit van 6 Mei 1931, No. 6 (goedgekeurd door Ged. Staten van Noordholland bij besluit van 27 Mei 1931, No. 65) bij welk besluit
ingevolge de Woningwet een verbod is uitgevaardigd om op het gedeelte van het perceel aan de zuidzijde van de Rozenstraat, kadastraal bekend gemeente
Haarlem sectie B, No. 2340, te bouwen of te herbouwen;
Gelezen een voorstel van Burgemeester en Wethouders;
Gelet op titel IV (art. 77, 5e, 79 en 83) der Onteigeningswet;
Overwegende, dat geen bezwaarschriften binnen den daarvoor bij art. 81 van laatstgenoemde wet bepaalden tijd zijn ingekomen;
Behoudens Koninklijke goedkeuring tot onteigening, ten name van de gemeente Haarlem, in het belang van de volkshuisvesting, van bovenbedoelt
perceelsgedeelte, hetwelk met gele kleur en bet cijfer 1 is aangeduid op het bij dit besluit behoorend bij raadsbesluit van 23 September 1931, No. 25
voorloopig goedgekeurd plan (grondteekening, gemerkt 1), en welk perceelsgedeelte nader is omschreven in den hieronder volgenden staat:
Nummer
van het
grondplan
Te onteigenen
grootte
Hectare
Are
Centiare
Van de perceelen bij het kadaster bekend gemeente Haarlem
als
32.50
huis en erf
ter grootte van:
Hectare
Are
Centiare
Sectie
84
Nummer
2340
Ten name van
Ebeli, Maria Elisabeth, Wed.
Gijsbertus Suman,
pensionhoudster, Haarlem.
Gedaan in de vergadering van 16 December 1931.
De Voorzitter,
(get.) M. SLINGENBERG lo.B.
De Secretaris,
(get.) WESSTRA.
Het Hoofd van het gemeentebestuur voornoemd,
MAARSCHALK.