PASTILLES DROSTE ■MUI BIJ DEN GENERAAL-DICTATOR Q£t($c£ i ve£/co*ït TWEEDE BLAD ZATERDAG 2 JANUARI 1932 BLADZIJDE 1 Het Visscherijbedrijf in 1931 Het aanleggen van een Sportpark te Velsen ELGK WAT WILS Persgesprek met Carmona „Portugals Dictatuur loopt op haar Eind". Een ongunstig jaar fi =rF= - IK 10 April a.s. de eerste motorwedstrijden Verkeersavond Hier werkt Slotvoogd Ruïne van Brederode Auto in de sloot Twee auto's tegen elkaar gebotst Man gestikt Trap van een paard ONOVERTROFFEN SMAAK EN KWALITEIT Trekj es No. 738 Portugal wordt bestuurd door generaal Carmona, den man, die zich in 1927 als dictator opwierp. Wij vonden hem bereid, zijn ideeën over dictatuur voor ons uiteen te zetten. „Om den aard van de regeering, die 4 jaar lang het lot van Portugal richting heeft gegeven, te begrijpen, zoo begon hij en t: beseffen het goede, dat zij heeft tot stand gebracht, is een grondige kennis der Portugeesche politiek vereischt. En al. leen degenen, die door hun ervaring in staat zijn, een vergelijking te maken tusschen den tegenwoordigen toestand en dien van vóór den staatsgreep, kunnen over ons re. giem oordeelen. Daarom zal voor de vrien den van Portugal, die het land werkelijk genegen zijn, een uiteenzetting van onzen arbeid en methoden en van de doeleinden, die we nastreven, van belang blijken. Ik geloof niet, dat er een dictatuur be staat, die op de onze gelijkt. De eerste vraag, welke het bestaansrecht van een regeeringsvorm bepaalt, is wel: is het volk, dat dien vorm aanvaardt, in het algemeen tevredener en welvarender dan onder het vorige regiem? Wat betreft Por tugal antwoord ik Ja". Maar U zult toch moeten toegeven, dat verscheidene pogingen zijn gedaan, om uw regeering omver te werpen? „Juist. Maar dit is precies de reden van mijn optimisme! Immers de opstandjes, die de laatste jaren hier en daar uitbraken, bewezen juist de voortreffelijkheid van ons regiem: in geen enkele dier gevallen stond het volk achter den opstand. Steeds waren, de rebellen politici, die hun eigen wil in de plaats hoopten te stellen van de dictatuur. Vóór 1927 gaven de staatslieden zich aan corruptie over, om zooveel mogelijk van hun bevoorrechte positie te profiteeren. Op het oogenblik is voor den partijman geen enkele mogelijkheid meer open, om zich ten koste van anderen te verbeteren. Vandaar dat de vroegere klasse van politici tegen ons samenzweert. En daar zij enkel kon steunen op haar naaste vrienden en aanhangers, heeft ze nooit veel last veroor zaakt. Te allen tijde konden we rekenen op den volkomen loyalen steun van het leger en de meerderheid van het volk." Is Portugal in de jaren der dictatuur ook vooruitgegaan? vroegen we. En niet zonder eenige zelfingenomenheid antwoord, de de generaal-dictator: „Vergeleken met het Portugal van 1926, is het huidige Portugal 100 procent verbe. terd, niet alleen op het gebied van nationale activiteit, maar ook wat betreft het ver trouwen en het gezag, welke het land gfc. niet. Toen wij ten tooneele kwamen, was het land geruïneerd. Handel en industrie bevonden zich in wanordelijken toestand. Het parlement verrichtte niets van eenige beteekenis wegens het partijstelsel en de schaamteloosheid, waarmede politici zich ten koste der kiezers verrijkten. Scholen, openbare gebouwen, wegen, ha. vens en zelfs paleizen waren verwaarloosd. Het crediet van' het land was laag, daar de schulden dikwijls niet erkend werden. Hierin is tegenwoordig overal verandering gekomen. Onze regeering heeft den steun der jeugd gewonnen. Hard en onvermoeid hebben we gewerkt, om onze bestaansbron- nen te ontwikkelen en het land weer op te bouwen. De begrooting is weer in even. wicht gebracht. We betalen onze schulden, ons crediet is hoog. Er is geen enkele bui- tenlandsche bezoeker, die niet geïmponeerd wordt door de voortreffelijkheid onzer we. gen het welvarend aanzien van het platte, land, de dorpen en stadjes en de goede orde,' die overal heerscht. Ziedaar, wat we tot dusver tot stand hebben gebracht, en ik durf beweren dat de dictatuur op deze wijze goed werk heeft verricht." En hoe denkt U zich de verdere ont. wikkeling van den toestand? .Hierop antwoord ik: De dictatuur loopt op haar eind. Hoe weldadig ze ook geweest moge zijn, zij kan niet eeuwig duren. Een dictatuur is immers op haar best een tij delijk redmiddel, dat zijn doel voorbij zou streven, indien het zich te lang handhaafde. Zoolang een dictator leeft, aan de dicta, tuur blijven voortbestaan en een weldadi. gen invloed uitoefenen, doch steeds blijft het gevaar bestaan, dat zij ontijdig aan haar einde komt door den dood van den dictator. En dit juist wenschen we in Por tugal te vermijden. In Italië zijn de toestanden misschien anders: in ieder geval verschilt de fascis tische theorie over en de opvatting van regeeren eenigermate van de onze. Men kan zich daarom niet op mij beroepen, om op vattingen te verdedigen, welke in strijd zijn met de uiteenzetting, die ik u juist heb gegeven." Zal de nieuwe regeering, welke u voor ziet, veel van die dictatuur verschillen? „Neen, daar kunt u zeker van zijn. Zij zal niet, zooals sommigen hebben verklaard, afgedankte regeeringsmethoden weer in het leven roepen als het parlementarisme, zooals men dat tegenwoordig kent. Natuurlijk zal er een parlement zijn. De menschen hechten nu eenmaal veel aan dat woord en het is in ieder geval een veilige uit laat voor de publieke opinie. Dit parlement zal echter aanzienlijk van zijn voorgangers verschillen. Wij gelooven niet in algemeene verkiezin. gen, en denken er beter aan te doen, het stemrecht slechts toe te kennen aan een beperkte groep menschen en de elite van de natie. Practisch zullen slechts de gezinshoofden, mannen zoowel als vrouwen, en burgers in het bezit van een rang of diploma mogen stemmen. Het aldus gevormde kiezerscorps kiest de „Juntas de Freguezia" of districtsraden, die op hun beurt de gemeenteraden zullen kie zen. Het wetgevende parlement zal tenslotte ge kozen worden door de gemeenteraden eener. züds en ten andere door de vertegenwoordi gers der verschillende belangrijke nationale instellingen zooals Kamers van Koophandel en groote industrieele en commercieele on. dernemingen. Het Portugeesche parlement zal aanzien lijk verschillen van andere z.g. constitutio nele parlementen, daar zijn bevoegdheden zeer beperkt zullen worden. Het zal geen controle uitoefenen op de uitvoerende macht. In dat opzicht zullen wij dezelfde uitvoe. rende macht behouden als het tegenwoor. dige ministerie bezit. Allej ministers zullen worden benoemd door den president en aan hem alleen verantwoording verschuldigd zijn. Meer kan ik hierover niet vertellen, daar wij practisch nog niet eens de basis hebben gelegd voor de nieuwe grondwet. Waarschijnlijk zal binnen enkele maanden over deze aangelegenheid een volksstemming worden gehouden. Ik geloof echter niet, dat de nieuwe grondwet erg zal verschillen van de ruwe schets, welke ik u heb gegeven. Gaat alles voorspoedig, dan zullen we weldra met de codificatie gereed zijn en de nieuwe grondwet in werking stellen." Wanneer ik u dus goed heb begrepen, zijt u voornemens de dictatuur neer te leg gen en langzaam meer normale toestanden voor te bereiden? „Inderdaad. De overgang zal echter zeer langzaam zijn en de meeste leidende begin selen, die we vandaag aanhangen, zullen ook morgen hun kracht behouden." Copyright N. Haarl. Ct. en N.-Holl. Dag. bird London General Press. Het jaar 1931 is zoowel voor het reede- rijbedrijf als voor den vischbandel buiten gewoon ongunstig geweest. Als we hier bij dan nog in aanmerking nemen, dat de voroitzichten voor de naaste toekomst door verschillende omstandigheden ver van rooskleurig zijn, ligt het als vanzelf sprekend voor de hand, dat de stemming rondom de visschershaven zeer down is. molabGu'icCt ad.* Plan der nieuwe kerk te Koog Zaandijk, welker aanbesteding dezer dagen heeft plaats gehad. Moeilijke jaren doorstaan. Het visscherijbedrijf heeft meermalen voor groote moeilijkheden gestaan, doch bij al deze moeilijkheden was er steeds een lichtpuntje te ontdekken, was er steeds de hoop op een spoedige verbetering, wel ke hoop dan ook meestal in vervulling ging Laten we slechts herinneren aan ce Moei lijke tijden, die aanbraken, nadat eéri ieind was gekomen aan de inmenging van de overheid in de distributie van onze Noord- zeevisch, toen zoowel in het binnen- als in het buitenland de particuliere handel ontredderd was. Ook toen vreesde men, dat IJmuiden er nooit meer bovenop zou komen, een vrees die spoedig zou blijken ongegrond te zijn. De omzet die in 1923 was gedaald tot ongeveer 11 millioen, nam geleidelijk toe. Duitschland, dat na de „Al- gimex" in 1920 bijna geen visch meer af nam. trad tegen de verwachtingen in weer als kooper op en betrok van 1925 af weer een aanzienlijk kwantum. Zij het dan. ook niet veel meer dan een derde van dat van voor den oorlog. Naast Duitschland werd ook Frankrijk een goede afnemer, ter wijl België ongeveer het peil bereikte der vóór-oorlogsche jaren. Uitbreiding der vloot als ge volg van herleving van den handel. De herleving van den handel had tot gevolg, dat Je vloot geen voldoende capa citeit had, jtii de markt naar behoeften van visch te voorzien. Dit bezwaar deed zich het eerst gelden in 1928. De vermeer dering der vloot met 8 stoom- en motor schepen bleek onvoldoende om aan het voortdurende tekort een einde te maken. In 1929 echter vermeerderde de vloot met 26 stoomtrawlers, terwijl in genoemd jaar gedurende de periode, vallende buiten de haringteelt meer dan 150 motorloggers van Katwijk. Scheveningen, Vlaardingen enz. aan de trawlvisscherij deelnamen, waardoor vooral de aanvoer van tong en tarbot sterk toenam. Geringe vangsten, groote concurrentie, geweldige in zinking. De geringe vangsten, gepaard met een sterk toenemende concurrentie op de door IJmuiden voorziene markten in het bui tenland brachten vooral in den loop van het jaar 1930 een geweldige inzinking te weeg, toen gedurende vele maanden een deel van de vloot werd opgelegd. Deze toestand verergerde in 1931 zoodanig, dat er een ernstige crisistoestand ontstond, welke gedurende het geheele jaar zoowel de reederij als den handel verlamde. Deze toestand was vooral noodlottig voor het reederiibedri.if, waarvoor de uitbreiding der vloot in de laatste jaren zich ernstig begon te wreken. Namen in Januari nog ongeveer 140 trawlers aan de visscherij deel, in Mei was dit aantal gedaald tot een 60-tal. Eerst in September trad een verbetering in, maar ook in deze maand nam slechts drie vierde van de vloot en dan nog met verlies aan de visscherij deel. De ge volgen van dezen crisistoestand bleven niet «uit. Eenige kleine reederijen en ook een met een 9-tal booten geraakten in moei lijkheden en moesten liquideeren. Vele trawlers uit de vaart. Inmiddels is de toestand weer verslech terd en is na September weer een groot aantal trawlers uit de vaart genomen, zoo dat thans ternauwernood de helft van de vloot in bedrijf is. Vooral de laatste we ken zijn Je resultaten zeer treurig. De handel is lusteloos, waardoor natuurlijk ook de besommingen lager zijn dan ooit. Groot kapitaalverlies. Het kapitaal, dat in den loop van dit jaar door de waardevermindering der trawlervloot is verloren gegaan is enorm; als we dit taxeeren op 2 millioen zijn we met onze taxatie zeker niet aan den Imo gen kant. Bij alle tegenspoeden kwam in den na zomer nog de plotselinge waardevermin dering van het Engelsche pond. waardoor eenige vischhandelaren ernstige koersver liezen leden en de Engelsche consignatie- handel, die reeds door een voortdurend te kort aan de gewenschte soorten en kwali teiten toch al met veel moeilijkheden te kampen had, andermaal 'n gevoeligen klap kreeg. Schrik en ontsteltenis baarde voorts de door de Fransche regeering in gevoerde contingenteering, die onzen uit voer van fijnvisch, speciaal van tong. be dreigde. Gelukkig is het van deze zijde dreigende gevaar voorloopig geweken, doordat het oorspronkelijke contingent voor fijnvisch zoodanig werd verhoogd, dat de uitvoer daarvan tot uit. September vrijwel onbelemmerd kan geschieden. De uitvoer naar België bedreigd. Thans is het de uitvoer naar België die bedreigd wordt. De Belgische reederijen. vermoedelijk lekker gemaakt door de door Frankrijk ingevoerde protectie, klaagt steen en been over de haar door andere landen aangedane concurrentie. Herhaalde lijk wordt er van deze zijde bij de Belgi sche regeering aangedrongen op beper king van den invoer. Zal de regeering voor dezen aandrang zwichten? Het wil ons voorkomen, dat voorloopig nog geen ge vaar dreigt. België is een land, waar veel visch gegeten wordt en het eigen vissche rijbedrijf kan het land niet van voldoende visch voorzien. Maar de uitbreiding die de visschersvloot van onze Zuidelijke buren i, x- Het noodkerkje te Zaandijk, hetwelk niet al te lang dienst zal behoeven te doen, nu den bouw eener nieuwe kerk reeds is aanbe steed en gegund. heeft ondergaan, heeft een belangrijke ver meerdering van den aanvoer tengevolge gehad, hetgeen duidelijk wordt aangetoond door de stijging van den omzet te Oosten de. Vol belangstelling volgt men in IJmui den de beweging in het Zuiden: immers een vierde van de in IJmuiden aangevoer de visch komt in Belgische magen terecht en wanneer ook deze afnemer Nederland mocht ontvallen, zou dat een onherstelbaar verlies voor ons bedrijf beteekenen. De aanvoer van versche haring was dit jaar grooter dan ooit. Kwamen er in 1930 slechts 65 drifters binnen, dit jaar loopt dit aantal naar de 300. Vooral de werkne mers voor wie 1931 ook een slecht jaar was, hebben hierbij weigevaren. Vooral drukte de nood zijn stempel op het Fonds voor Sociale Voorzieningen, dat in het afgeloopen jaar ongeveer 100.000 aan ondersteuning bij werkloosheid uit keerde. Aangezien thans de werkloozeti- kassen voor de zeevisschers geopend zijn zijn de uitkeeringen van genoemd Fonds als een extraatje te beschouwen, waardoor de bedragen aanzienlijk verminderd kon den worden. Concurrentie voor de IJmuider kooplieden. De te IJmuiden gevestigde kooplieden, wier afzetgebied beperkt is tot het binnen land hadden weer veel te lijden van de concurrentie der vischauto's, die het heele land afreizen, en waardoor menig koopman zijn omzet zag verminderen. Steeds meer wordt het gewoonte, dat elders gevestig de winkeliers en venters zelf te IJmuiden komen koopen, niet van hun oude leveran ciers, maar in den afslag. De IJmuidensche handelaren zijn hiertegen reeds in verzet gekomen, ook al omdat het koopen in den afslag door het groot aantal geaccredi- teerden steeds moeilijker wordt. Dit schrijvende komen we vanzelf aan een teer hoofdstuk: het electrische mijn- toestel. Nog steeds is de invoering daar van niet verzekerd, alhoewel het bij den verkoop van versche- en pekelharing reeds vele goede diensten heeft bewezen. De vischhandelaren handhaven hun vroeger gestelden wensch: sorteering van ie visch naar kwaliteit en zoolang hieraan geen ge volg is gegeven zullen zich weinig koop lieden con amore op de banken voor de groote wijzerplaat neerzetten. De totale omzet. De totale omzet in den Rijksvischafslag is op het oogenblik, waarop we dit jaar overzicht schrijven nog niet bekend. Aan de hand van het omzetcijfer over het tijd vak van 1 Januari tot uit. November kan echter worden vastgesteld, dat het circa 11 Ja millioen gulden zal bedragen of rond 2 millioen gulden minder dan in 1930. Gedurende het jaar 1931 kwamen te IJmuiden binnen Van de treilvisscherij 3243 (4549) Hol- landsche stoomtreilers met f 8.008.370 (f 11.131.883) aan besomming, 80 (100) Duitsche stoomtreilers met f 290.822 (f 465.510), 2 (3) Engelsche stoomtreilers met f 3.243 (f 5.087), 1710 (1702) motorlog gers met f 1.135.172 (f 1.087.552), 4 (6) stoomkustvisschers met f 2640 (f 3205), 6578 (4824) motorkustvisschers met f 523.220 (f 357.076), 228 (248) open booten met f 1203 (f 4088), 22 (1) Duitsche motorkotters met f 15.315 (f 395); 43 (14) Belgische mo torkotters met f 30.480 (f 6707, 153 (32) Deensche motorkotters met f 138.467 (f 29.095); ..van de beugvisscherij kwamen binnen 131 (113) stoombeugers met f 140.026 (f 152.450); van de drUfnetvisschery kwamen binnen 53 (55) stoomloggers m. f 181.666 (f 311.632), 51 (94) motorloggers met f 114.872 (f 278.941), 2 (7) Duitsche stoomloggers met f 1153 (f 13.384) en 642 (192) Engelsche stoomloggers met f 624.801 (f 457.750). De gemiddelde besomming der stoomtrei- er goed af en maakten ondanks de crisis 1930. Deze kleine vermeerdering der reis- opbrengst wordt echter geheel teniet gedaan doordat met een gelijk aantal treilers ruim 1200 reizen minder werden gemaakt. De motorloggers besomden gemiddeld per reis f 665 tegen f 635 in 1930. Voor deze vaartuigen waren de uitkomsten dus iets gunstiger dan het vorige jaar. De Deensche motorkotters brachten het erg goed af en maakten ondanks de crisis bevredigende besommingen, n.l. f 900 per reis, evenals in 1930. Het spreekt vanzelf, dat ook de beugvis scherij onder de crisis te lijden had Deze besomden gemiddeld slechts f 1075 tegen f 1350 in 1930. De resultaten der drijfnetvisscherij waren al bijzonder slecht; de totale opbrengst van de door Hollandsohe vaartuigen (stoom- en motorloggers) aangebrachte haring bedroeg slechts de helft van die in 1930. De gemid delde besomming per reis liep terug van f 4000 tot f 3450.. (Tusschen haakjes zijn geplaatst de cij fers van 1930). Aangaande de plannen tot het aanleggen van een Sportpark nabij den Hagelingerweg te Velsen (Driehuis), waaromtrent wij reeds het een en ander mededeelden, kunnen wij thans melden, dat de uitvoering van deze plannen verzekerd is. Reeds in deze maand zal een aanvang worden gemaakt met de voorbereidende werkzaamheden en 10 April vinden de eerste grasbaa n - m otor weds tr ij den plaats, waaraan de beste renners zullen deelnemen. Er zullen twee banen worden aangelegd, n.l een „dirt"-baan, een soort sintelbaan, met verharde onderbaan en daaromheen een grasbaan. De binnenbaan krijgt een lengte van 550 M., de grasbaan wordt on geveer even lang als die te Alkmaar. Voor dezen eersten wedstrijd is, evenals voor de drie andere in 1932 te houden grasbaanwed- strijden, een regeling getroffen met den Nederlandschen Rennersbond, die, evenals het gemeentebestuur van Velsen, de meeste medewerking heeft toegezegd. Er zal een tribune worden gebouwd met 2000 zitplaatsen, voorts komen er groote parkeerterreinen voor auto's en motoren. Het wedstrijd-rijden op de „dirt"-baan eischt vanwege haar scherpe bochten een speciale training. Ook op deze baan zullen dit jaar reeds verscheidene wedstrijden ge organiseerd worden. Verder ligt het in de bedoeling van de ondernemers vliègdemon- straties te houden. Door „De Verkeersagent" Op 15 Januari zal te dezer stede een ver keersavond worden gehouden in gebouw „Rosehaghe", Hoofmanstraat 12, georgani seerd door „De Verkeersagent". De avond begint te 8 uur. De bedoeling van dezen avond is, ouders en opvoeders te wijzen op de gevaren van den weg en hun de middelen aan de hand te doen om de jeugd tegen die gevaren te beschermen. Medewerking wordt verleend door de Mondaccordeonclub „D. S. V." en een spreekkoor van „Meerlebosch". Sprekers zijn o.m. inspecteur Diepenbroek uit Nijkerk en de heer Klaren, alhier. Examen Heilgymnastiek en Massage HAARLEM. (Ned. Gen. vo:r Heiig. en Massage). Geëx. 11 oand.; gesl. de dames M. J. Engberts, Amsterdam; P. E. Kloos- terhuys, Den Haag. M. H. Vermaas, Rot terdam; M. A. Bekkering, Amsterdam; N. Peereboom, Haarlem, de heer A. E. Tra- r.oman, Amsterdam. hef geeft meer weerstand teaen kouvatten Doozen a 25, 45 en 65 ets. Bij beschikking van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is benoemd tot Slotvoogd van de Ruïne van Brederode te Santpoort jhr. mr. B. M. de Jonge van Ellemeet, Rijksarchivaris in Noord-Holland, te Haarlem. Toestand van een dame ernstig Donderdagmorgen reed in de richting van Capelle a. d. IJssel op den 's-Gravenweg te Rotterdam een Belgische auto, waarin drie artisten zaten, de eigenaar, de 36-jarige A. B. uit Brussel en zijn eehtgenoote, de 34- jarige M. B„ geboren G. en een Engelsch artist, de 36-jarige G. M. C. Plotseling moest de auto uitwijken voor een wielrijd- ster, die van de tegenovergestelde richting kwam. Door de gladheid van den weg slipte de auto, waardoor de wielrijdster in de sloot, aan den kant van den weg, terecht kwam. Zij wist zichzelf echter spoedig op het droge te brengen; zij was er met eenige onbeteekenende wondjes afgekomen. De auto was bij het slippen tot aan den kant van de sloot doorgeschoven. De wagen kwam met de linkerzijde in de ondiepe moddersloot terecht. Voorbijgangers snelden toe en sloegen de ruiten van de rechter zijdeur, die nog een eindje boven het water stak, in en wisten de drie inzittenden, die doornat waren, op het droge te brengen. De twee mannen waren er zonder letsel afge komen, maar mevrouw B. was bewusteloos. Zij kwam later weer bij, maar moest door den G. G. en G. D. naar het Ziekenhuis Coolsingel worden overgebracht, waar zij is opgenomen. Haar toestand bleek ernstig, daar zij zeer veel modderwater naar binnen heeft ge kregen, dat ook in de longen is gedrongen. Het Belgische echtpaar was in de afge loopen week in een theater te Rotterdam opgetreden en was op reis naar Hamburg, waar zij gisteravond zouden moeten optre den. Door mist en gladheid van den weg Op den weg tusschen Montfoort en Oude water is tengevolge van den mist het autotje van een veehouder uit Gouderak ingereden op een stilstaanden vrachtauto van een aanemersfirma te Amsterdam. De chauffeur van dezen wagen was juist bezig dezen met een zeil te overdekken, waardoor hij tusschen de beide auto's bekneld kwam. De man, de ongeveer 45-jarige W. Ankel, gehuwd en afkomstig uit Gouda, heeft een beenbreuk en ernstige inwendige verwon dingen bekomen. De politie van Wilniskop heeft den auto in beslag genomen. Nadat de eerste hulp was verleend door dr. Verhoek uit Hoenkop, werd het slacht offer naar een ziekenhuis te Gouda overge bracht. De veehouder heeft verklaard door den mist den stilstaanden vrachtauto te laat te hebben bemerkt, waardoor hij, mede ten- gevolgen van de gladheid van den weg, zijn wagen niet tijdig tot stilstand heeft kunnen brengen. In een bananenwagen In den nacht van Woensdag op Donder dag is te Rotterdam de 25-jarige zwerver F. V. in een spoorwagen, waarin ba nanen werden vervoerd, gestikt. De man is in den wagen gegaan omdat deze ver warmd was. Hij heeft de deuren gesloten en is toen gestikt. Zijn lijk werd 's morgens gevonden. Wegwerker aan de gevolgen overleden Toen de landbouwer J. te Reek op het land aan het werk was, werd zijn paard schichtig. De 72-jarige wegwerker G. van Summeren, die het dier bij den teugel greep, kwam daarbij te vallen en kreeg een trap op den buik, aan de gevolgen waarvan hij overleden is. Ü44 't Levende Lijk. Jaap Eggenaars kwam zoo om de week of vier, vijf met z'n drie-wielige bakfiets in Slikhoven. Hij verkocht manufacturen en aanverwante artikelen. Dat „aanverwante" gelieve men te ver staan in de meest uitgebreide zin. Want als je 't deksel van faap's rijdend magazijn voor 't eerst zag opengaan, dan stond je versteld van 't onnoemelijk aantal goederen, dat daar in bonte verscheidenheid lag samengepakt en opgestapeld. En 't gebeurde niet zelden, dat ie aan één deur 'n pakje naalden, 'n heerendas, 'n lap flanel, 'n parapluie en 'n Engelscb-leeren broek verkocht. Hij kwam zoo goed als huis aan huis daar in 't afgelegen dorp Slikhoven, en er was bijna niemand, die laap Eggenaars niet kende. Al 'n kleine dertig jaar kwam ie er.leef de mee met vreugde, geluk, droefheid en rouw.dronk 'n glas port ot wijn mee op de gezondheid van 'n nieuw paartje.... at beschuit met muisjes of peperkoek bij de jjomst van 'n versch „Slikhovenaartje".. uilde zonder de minste moeite tranen met tuiten in 't sterfhuis van een zijner klanten Hij was bekend met aller doen en laten, nukken, karakter, financieële toestand, grie ven en onhebbelijkheden, gaf iedereen gelijk en bleef met allemaal goeie vrienden. In die kleine dertig jaar was Jaap nooit ziek, dronken, kwaad, of zelfs maar slecht gehumeurd geweest.... Hij kwam fluitend Slikhoven binnentrap pen en trapte er 's avonds weer fluitend uit, onverschillig of ie 'n goeie of 'n magere dag had gemaakt. Tot 'n ontstellend intermezzo hem voor 'n groot jaar de spot van heel Slikhoven op de trouwe nek stapelde. Kwam zóó. Het was op 'n heerlijke dag in Augustus. Jaap begon z'n wijk in 't naburige Meer- zandmaar had daar langer werk dan gewoonlijk en kwam pa? tegen de namiddag in Slikhoven aan. Waar ie 't slecht trol. Want er was Ketmis. En als er in Slikhoven kermis is, dan blijft er geen zuigeling en geen overgrootmoeder in huis. Bij de zestiende klant had laap nog voor geen drie centenver kocht en kwam zonder „Slikhovensch handgift" in 't café van Nelis Dam, waar ie altijd z'n brood at. 'n Gezellige drukte was 't daar.... er werd gedanst bij 'n „orkest" van harmonica met slagwerk.... er werd geklonken, ge trakteerd en gezongen.... en toen Jaap binnenkwam ging er 'n kletterend hoera door de gelagkamer, en in 'n ommezien had den ze Jaap in 'n kring gesleurd, hosten hem duizelig en zongen, dat ie nooit verloren ging. Voor ie 't wist, had ie al zes biertjes te goed.... en als ie daar alles had opgedron ken wat hem door de Slikhovensche jonge lingschap werd aangeboden, dan.... enfin, dan zou dat „andere" wellicht niet gebeurd zijn. Jaap begreep al gauw, dat er van z'n perio dieke rondgang bij de klanten vandaag niets terecht zou komen..en besloot, 'n uurtje de kermis op te gaan. Hij reed z'n bakfiets 't erf op en trok 'n kermisgezicht. En overal werd ie met luidruchtige uit roepen of gejuich begroeten overal werd ie getrakteerd op wafels oliebollen, roomijs, biertjes, zoete slokjes en brande- wijnties met suiker Jaap's blozend gelaat werd blozender.. En meer verhit. 't Duurde niet zoo heel lang meer, of hij had aan z'n linker-arm vier.... en aan z'n rechter-dito vijf Slikhovensche boerin netjes, die hem meetrokken in de draaimolen, de waarzegtent, het vlooientheater en alle andere attractiesen de halve Slikho vensche kermis liep gierend te hoop, tóen Jaap, getooid met 'n papieren muts en' 'n web van serpentines, voor „De Kop van TÜt" met de geweldige houten hamer stond te zwaaien..»,* en alsmaar missloeg.^* en bij de laatste mep met hamer en al over het doel tuimelde.... 't Werd avond. De kermisvierders van 's middags waren naar huis. Jaap had ook graag weg gewild, maar kreeg geen kans. Want de middag-menschen maakten plaats voor de latere kermisgangersen die kenden Jaap ook allemaal en lieten hem niet gaan. „Nee, Jaap," hielden ze hem lachend vast, „je bent 'n lollige ouwe vrijer, die geen vrouw en kinderen in angst laat zitten, dat je 'n ongeluk gekregen zal hebben....' 't komt 'r dus niks op an. dat je 'n uurtje later uit 't dorp gaat. Zoo moest Jaap opnieuw mee naar de mallemolen, de schiettent, de ballentent, de vroolijke keuken en de dansgelegenheden.. Jaap's gezicht werd kleuriger.... En zoo mogelijk nog meer verhit.... Z'n oogjes knipten tot streepjes en z'n mond verzakte naar 'n onnoozele glimlach Door 'n nog niet opgehelderd toeval raak te hij de vrienden kwijt en liep op 'n gegeven oogenblik moederziel alleen aan de achter kant van de rijen tentjes en kramen.... Op 'oopen leek 't niet veel meer, om bij de waarheid te blijven.,.. En de duisternis van „de kermis aan de verkeerde kant" maakte 't er niet beter op voor Jaap. Twee maal liep ie tegen 'n paal van 'n tent op«^». drie maal struikelde hij, heel of half, over 'n snoer-touw, dat bij de grond aan 'n ijzeren pen zat geknoopt. Hij had nog juist genoeg tegenwoordig-' heid van geest, om te maken, dat ie zoo gauw mogelijk van dat gevaarlijke terrein weg kwam Ging door 'n laantje.... Ging over de straatweg Ging door 'n ander laantje. Kwam op 'n erf terecht.... zwikte., kantelde.... lag met z'n hoofd en z'n bo venlijf in 'n bak met kalk of zooiets Hij scharrelde weer op de been.... wreef met z'n mouw de witte brei uit z'n oogen, liet de rest maar zitten.... en 't gelaat van Jaap had nu veel weg van 'n gepoederde clownskop. Hij zeilde verder. Verloor z'n papieren mutsvroeg de weg aan 'n lantaarnpaalgaf de maan 'n standje, die achter 'n dikke wolk schoof, en elk uitzicht wegnam., stootte z'n hoofd tegen 'n hekliep er langs tot ie geen hek meer voelde.... zwaaide 'n kwart slag links 'n kiezelpaadje inbotste tegen 'n klomp steen.weer tegen 'n hek.voel de zich loopen door gras, zand, struiken., om even later heelemaél geen grond meer te voelen.... althans voor 'n paar seconden. Want hij viel in iets diepswat 't was, wist ie niet.had geen benul, om 'n onder zoek in te stellenwel constateerde Jaap, dat ie tamelijk zacht en niet ongemakkelijk was terecht gekomen.... 'n Minuut of vijf bleef ie zoo liggen.... trachtte toen na te d enken over z'n, positie maar in z'n hoofd werd 't 'n wilde potpourri van geluiden en rare droomen.... zonder begin, zonder middelpunt, zonder eind.... en 't was of zoetjesaan dat alles van hem weg dreef.... heel ver.... heel ver.... om niet terug te keeren. En Jaap hoorde niet eens meer, dat ie zeer onbehoorlijk lag te snurken.... Het werd nacht.... En het werd een nieuwe dag.... Kobus Kouwedijk, de melkboer, duwde z'n karretje met blank-gepoetste bussen over 't pad, dat naast 't kerkhof liep.... sloeg onwillekeurig 'n zijdelingsche blik op de doodenakker.... meende iets te zien bewe gen.... keek nog es goed.... en gaf 'n afschuwelijke schreeuw.... Want uit 'n grafkuil zag ie 'n hoofd steken.... 'n wit hoofd.... overplekt met zand-klodders. Met 'n verlamming in z'n beenen bleef ie staan.... trilde zoo erg, dat z'n melkwa- gentjeen de bussen mee-bibberden.... Toen vroeg 't hoofd opeens met schorre stem „Hé, Kobus.... Kun je mij ook zeggen hoe laat 't is Kobus gaf schreeuw nummer twee.... liet z'n karretje staan.... trapte z'n klom pen twintig meter de lucht in en vloog op z'n paarse sokken weg.... zoo hard als ie nog nooit geloopen had. Jaap Eggenaars, die de vorige avond m 'n versch gedolven grafkuil was getunneld, en ingeslapenwordt nog dikwels pla gend «,'t levende lijk" genoemd in Slikhoven. G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5