PASTILLES DROSTE
■MUI
BIJ DEN GENERAAL-DICTATOR
Q£t($c£ i ve£/co*ït
TWEEDE BLAD
ZATERDAG 2 JANUARI 1932
BLADZIJDE 1
Het Visscherijbedrijf
in 1931
Het aanleggen van een
Sportpark te Velsen
ELGK WAT WILS
Persgesprek met Carmona
„Portugals Dictatuur loopt op haar Eind".
Een ongunstig jaar
fi
=rF=
- IK
10 April a.s. de eerste
motorwedstrijden
Verkeersavond
Hier werkt
Slotvoogd Ruïne van Brederode
Auto in de sloot
Twee auto's tegen elkaar gebotst
Man gestikt
Trap van een paard
ONOVERTROFFEN SMAAK EN KWALITEIT
Trekj es No. 738
Portugal wordt bestuurd door generaal
Carmona, den man, die zich in 1927 als
dictator opwierp.
Wij vonden hem bereid, zijn ideeën over
dictatuur voor ons uiteen te zetten.
„Om den aard van de regeering, die 4
jaar lang het lot van Portugal richting
heeft gegeven, te begrijpen, zoo begon hij
en t: beseffen het goede, dat zij heeft
tot stand gebracht, is een grondige kennis
der Portugeesche politiek vereischt. En al.
leen degenen, die door hun ervaring in staat
zijn, een vergelijking te maken tusschen
den tegenwoordigen toestand en dien van
vóór den staatsgreep, kunnen over ons re.
giem oordeelen. Daarom zal voor de vrien
den van Portugal, die het land werkelijk
genegen zijn, een uiteenzetting van onzen
arbeid en methoden en van de doeleinden,
die we nastreven, van belang blijken.
Ik geloof niet, dat er een dictatuur be
staat, die op de onze gelijkt.
De eerste vraag, welke het bestaansrecht
van een regeeringsvorm bepaalt, is wel: is
het volk, dat dien vorm aanvaardt, in het
algemeen tevredener en welvarender dan
onder het vorige regiem? Wat betreft Por
tugal antwoord ik Ja".
Maar U zult toch moeten toegeven, dat
verscheidene pogingen zijn gedaan, om uw
regeering omver te werpen?
„Juist. Maar dit is precies de reden van
mijn optimisme! Immers de opstandjes, die
de laatste jaren hier en daar uitbraken,
bewezen juist de voortreffelijkheid van ons
regiem: in geen enkele dier gevallen stond
het volk achter den opstand. Steeds waren,
de rebellen politici, die hun eigen wil in de
plaats hoopten te stellen van de dictatuur.
Vóór 1927 gaven de staatslieden zich aan
corruptie over, om zooveel mogelijk van
hun bevoorrechte positie te profiteeren.
Op het oogenblik is voor den partijman
geen enkele mogelijkheid meer open, om
zich ten koste van anderen te verbeteren.
Vandaar dat de vroegere klasse van politici
tegen ons samenzweert. En daar zij enkel
kon steunen op haar naaste vrienden en
aanhangers, heeft ze nooit veel last veroor
zaakt. Te allen tijde konden we rekenen
op den volkomen loyalen steun van het
leger en de meerderheid van het volk."
Is Portugal in de jaren der dictatuur
ook vooruitgegaan? vroegen we. En niet
zonder eenige zelfingenomenheid antwoord,
de de generaal-dictator:
„Vergeleken met het Portugal van 1926,
is het huidige Portugal 100 procent verbe.
terd, niet alleen op het gebied van nationale
activiteit, maar ook wat betreft het ver
trouwen en het gezag, welke het land gfc.
niet. Toen wij ten tooneele kwamen, was
het land geruïneerd. Handel en industrie
bevonden zich in wanordelijken toestand.
Het parlement verrichtte niets van eenige
beteekenis wegens het partijstelsel en de
schaamteloosheid, waarmede politici zich
ten koste der kiezers verrijkten.
Scholen, openbare gebouwen, wegen, ha.
vens en zelfs paleizen waren verwaarloosd.
Het crediet van' het land was laag, daar de
schulden dikwijls niet erkend werden.
Hierin is tegenwoordig overal verandering
gekomen. Onze regeering heeft den steun
der jeugd gewonnen. Hard en onvermoeid
hebben we gewerkt, om onze bestaansbron-
nen te ontwikkelen en het land weer op
te bouwen. De begrooting is weer in even.
wicht gebracht. We betalen onze schulden,
ons crediet is hoog. Er is geen enkele bui-
tenlandsche bezoeker, die niet geïmponeerd
wordt door de voortreffelijkheid onzer we.
gen het welvarend aanzien van het platte,
land, de dorpen en stadjes en de goede
orde,' die overal heerscht.
Ziedaar, wat we tot dusver tot stand
hebben gebracht, en ik durf beweren dat
de dictatuur op deze wijze goed werk heeft
verricht."
En hoe denkt U zich de verdere ont.
wikkeling van den toestand?
.Hierop antwoord ik: De dictatuur loopt
op haar eind. Hoe weldadig ze ook geweest
moge zijn, zij kan niet eeuwig duren. Een
dictatuur is immers op haar best een tij
delijk redmiddel, dat zijn doel voorbij zou
streven, indien het zich te lang handhaafde.
Zoolang een dictator leeft, aan de dicta,
tuur blijven voortbestaan en een weldadi.
gen invloed uitoefenen, doch steeds blijft
het gevaar bestaan, dat zij ontijdig aan
haar einde komt door den dood van den
dictator. En dit juist wenschen we in Por
tugal te vermijden.
In Italië zijn de toestanden misschien
anders: in ieder geval verschilt de fascis
tische theorie over en de opvatting van
regeeren eenigermate van de onze. Men kan
zich daarom niet op mij beroepen, om op
vattingen te verdedigen, welke in strijd zijn
met de uiteenzetting, die ik u juist heb
gegeven."
Zal de nieuwe regeering, welke u voor
ziet, veel van die dictatuur verschillen?
„Neen, daar kunt u zeker van zijn. Zij
zal niet, zooals sommigen hebben verklaard,
afgedankte regeeringsmethoden weer in het
leven roepen als het parlementarisme,
zooals men dat tegenwoordig kent.
Natuurlijk zal er een parlement zijn. De
menschen hechten nu eenmaal veel aan dat
woord en het is in ieder geval een veilige uit
laat voor de publieke opinie. Dit parlement
zal echter aanzienlijk van zijn voorgangers
verschillen.
Wij gelooven niet in algemeene verkiezin.
gen, en denken er beter aan te doen, het
stemrecht slechts toe te kennen aan een
beperkte groep menschen en de elite van de
natie.
Practisch zullen slechts de gezinshoofden,
mannen zoowel als vrouwen, en burgers in
het bezit van een rang of diploma mogen
stemmen.
Het aldus gevormde kiezerscorps kiest de
„Juntas de Freguezia" of districtsraden, die
op hun beurt de gemeenteraden zullen kie
zen.
Het wetgevende parlement zal tenslotte ge
kozen worden door de gemeenteraden eener.
züds en ten andere door de vertegenwoordi
gers der verschillende belangrijke nationale
instellingen zooals Kamers van Koophandel
en groote industrieele en commercieele on.
dernemingen.
Het Portugeesche parlement zal aanzien
lijk verschillen van andere z.g. constitutio
nele parlementen, daar zijn bevoegdheden
zeer beperkt zullen worden. Het zal geen
controle uitoefenen op de uitvoerende macht.
In dat opzicht zullen wij dezelfde uitvoe.
rende macht behouden als het tegenwoor.
dige ministerie bezit. Allej ministers zullen
worden benoemd door den president en aan
hem alleen verantwoording verschuldigd zijn.
Meer kan ik hierover niet vertellen, daar
wij practisch nog niet eens de basis hebben
gelegd voor de nieuwe grondwet.
Waarschijnlijk zal binnen enkele maanden
over deze aangelegenheid een volksstemming
worden gehouden. Ik geloof echter niet, dat
de nieuwe grondwet erg zal verschillen van
de ruwe schets, welke ik u heb gegeven. Gaat
alles voorspoedig, dan zullen we weldra met
de codificatie gereed zijn en de nieuwe
grondwet in werking stellen."
Wanneer ik u dus goed heb begrepen,
zijt u voornemens de dictatuur neer te leg
gen en langzaam meer normale toestanden
voor te bereiden?
„Inderdaad. De overgang zal echter zeer
langzaam zijn en de meeste leidende begin
selen, die we vandaag aanhangen, zullen ook
morgen hun kracht behouden."
Copyright N. Haarl. Ct. en N.-Holl. Dag.
bird London General Press.
Het jaar 1931 is zoowel voor het reede-
rijbedrijf als voor den vischbandel buiten
gewoon ongunstig geweest. Als we hier
bij dan nog in aanmerking nemen, dat de
voroitzichten voor de naaste toekomst
door verschillende omstandigheden ver
van rooskleurig zijn, ligt het als vanzelf
sprekend voor de hand, dat de stemming
rondom de visschershaven zeer down is.
molabGu'icCt ad.*
Plan der nieuwe kerk te Koog Zaandijk, welker aanbesteding dezer dagen heeft
plaats gehad.
Moeilijke jaren doorstaan.
Het visscherijbedrijf heeft meermalen
voor groote moeilijkheden gestaan, doch
bij al deze moeilijkheden was er steeds
een lichtpuntje te ontdekken, was er steeds
de hoop op een spoedige verbetering, wel
ke hoop dan ook meestal in vervulling ging
Laten we slechts herinneren aan ce Moei
lijke tijden, die aanbraken, nadat eéri ieind
was gekomen aan de inmenging van de
overheid in de distributie van onze Noord-
zeevisch, toen zoowel in het binnen- als
in het buitenland de particuliere handel
ontredderd was. Ook toen vreesde men,
dat IJmuiden er nooit meer bovenop zou
komen, een vrees die spoedig zou blijken
ongegrond te zijn. De omzet die in 1923
was gedaald tot ongeveer 11 millioen, nam
geleidelijk toe. Duitschland, dat na de „Al-
gimex" in 1920 bijna geen visch meer af
nam. trad tegen de verwachtingen in weer
als kooper op en betrok van 1925 af weer
een aanzienlijk kwantum. Zij het dan. ook
niet veel meer dan een derde van dat van
voor den oorlog. Naast Duitschland werd
ook Frankrijk een goede afnemer, ter
wijl België ongeveer het peil bereikte der
vóór-oorlogsche jaren.
Uitbreiding der vloot als ge
volg van herleving van den
handel.
De herleving van den handel had tot
gevolg, dat Je vloot geen voldoende capa
citeit had, jtii de markt naar behoeften
van visch te voorzien. Dit bezwaar deed
zich het eerst gelden in 1928. De vermeer
dering der vloot met 8 stoom- en motor
schepen bleek onvoldoende om aan het
voortdurende tekort een einde te maken.
In 1929 echter vermeerderde de vloot met
26 stoomtrawlers, terwijl in genoemd jaar
gedurende de periode, vallende buiten de
haringteelt meer dan 150 motorloggers
van Katwijk. Scheveningen, Vlaardingen
enz. aan de trawlvisscherij deelnamen,
waardoor vooral de aanvoer van tong en
tarbot sterk toenam.
Geringe vangsten, groote
concurrentie, geweldige in
zinking.
De geringe vangsten, gepaard met een
sterk toenemende concurrentie op de door
IJmuiden voorziene markten in het bui
tenland brachten vooral in den loop van
het jaar 1930 een geweldige inzinking te
weeg, toen gedurende vele maanden een
deel van de vloot werd opgelegd. Deze
toestand verergerde in 1931 zoodanig, dat
er een ernstige crisistoestand ontstond,
welke gedurende het geheele jaar zoowel
de reederij als den handel verlamde. Deze
toestand was vooral noodlottig voor het
reederiibedri.if, waarvoor de uitbreiding der
vloot in de laatste jaren zich ernstig begon
te wreken.
Namen in Januari nog ongeveer 140
trawlers aan de visscherij deel, in Mei
was dit aantal gedaald tot een 60-tal.
Eerst in September trad een verbetering
in, maar ook in deze maand nam slechts
drie vierde van de vloot en dan nog met
verlies aan de visscherij deel. De ge
volgen van dezen crisistoestand bleven niet
«uit. Eenige kleine reederijen en ook een
met een 9-tal booten geraakten in moei
lijkheden en moesten liquideeren.
Vele trawlers uit de vaart.
Inmiddels is de toestand weer verslech
terd en is na September weer een groot
aantal trawlers uit de vaart genomen, zoo
dat thans ternauwernood de helft van de
vloot in bedrijf is. Vooral de laatste we
ken zijn Je resultaten zeer treurig. De
handel is lusteloos, waardoor natuurlijk
ook de besommingen lager zijn dan ooit.
Groot kapitaalverlies.
Het kapitaal, dat in den loop van dit
jaar door de waardevermindering der
trawlervloot is verloren gegaan is enorm;
als we dit taxeeren op 2 millioen zijn we
met onze taxatie zeker niet aan den Imo
gen kant.
Bij alle tegenspoeden kwam in den na
zomer nog de plotselinge waardevermin
dering van het Engelsche pond. waardoor
eenige vischhandelaren ernstige koersver
liezen leden en de Engelsche consignatie-
handel, die reeds door een voortdurend te
kort aan de gewenschte soorten en kwali
teiten toch al met veel moeilijkheden te
kampen had, andermaal 'n gevoeligen klap
kreeg. Schrik en ontsteltenis baarde
voorts de door de Fransche regeering in
gevoerde contingenteering, die onzen uit
voer van fijnvisch, speciaal van tong. be
dreigde. Gelukkig is het van deze zijde
dreigende gevaar voorloopig geweken,
doordat het oorspronkelijke contingent
voor fijnvisch zoodanig werd verhoogd,
dat de uitvoer daarvan tot uit. September
vrijwel onbelemmerd kan geschieden.
De uitvoer naar België bedreigd.
Thans is het de uitvoer naar België die
bedreigd wordt. De Belgische reederijen.
vermoedelijk lekker gemaakt door de door
Frankrijk ingevoerde protectie, klaagt
steen en been over de haar door andere
landen aangedane concurrentie. Herhaalde
lijk wordt er van deze zijde bij de Belgi
sche regeering aangedrongen op beper
king van den invoer. Zal de regeering voor
dezen aandrang zwichten? Het wil ons
voorkomen, dat voorloopig nog geen ge
vaar dreigt. België is een land, waar veel
visch gegeten wordt en het eigen vissche
rijbedrijf kan het land niet van voldoende
visch voorzien. Maar de uitbreiding die de
visschersvloot van onze Zuidelijke buren
i,
x-
Het noodkerkje te Zaandijk, hetwelk niet al te lang dienst zal behoeven te doen, nu
den bouw eener nieuwe kerk reeds is aanbe steed en gegund.
heeft ondergaan, heeft een belangrijke ver
meerdering van den aanvoer tengevolge
gehad, hetgeen duidelijk wordt aangetoond
door de stijging van den omzet te Oosten
de. Vol belangstelling volgt men in IJmui
den de beweging in het Zuiden: immers
een vierde van de in IJmuiden aangevoer
de visch komt in Belgische magen terecht
en wanneer ook deze afnemer Nederland
mocht ontvallen, zou dat een onherstelbaar
verlies voor ons bedrijf beteekenen.
De aanvoer van versche haring was dit
jaar grooter dan ooit. Kwamen er in 1930
slechts 65 drifters binnen, dit jaar loopt dit
aantal naar de 300. Vooral de werkne
mers voor wie 1931 ook een slecht jaar
was, hebben hierbij weigevaren.
Vooral drukte de nood zijn stempel op
het Fonds voor Sociale Voorzieningen, dat
in het afgeloopen jaar ongeveer 100.000
aan ondersteuning bij werkloosheid uit
keerde. Aangezien thans de werkloozeti-
kassen voor de zeevisschers geopend zijn
zijn de uitkeeringen van genoemd Fonds
als een extraatje te beschouwen, waardoor
de bedragen aanzienlijk verminderd kon
den worden.
Concurrentie voor de IJmuider
kooplieden.
De te IJmuiden gevestigde kooplieden,
wier afzetgebied beperkt is tot het binnen
land hadden weer veel te lijden van de
concurrentie der vischauto's, die het heele
land afreizen, en waardoor menig koopman
zijn omzet zag verminderen. Steeds meer
wordt het gewoonte, dat elders gevestig
de winkeliers en venters zelf te IJmuiden
komen koopen, niet van hun oude leveran
ciers, maar in den afslag. De IJmuidensche
handelaren zijn hiertegen reeds in verzet
gekomen, ook al omdat het koopen in den
afslag door het groot aantal geaccredi-
teerden steeds moeilijker wordt.
Dit schrijvende komen we vanzelf aan
een teer hoofdstuk: het electrische mijn-
toestel. Nog steeds is de invoering daar
van niet verzekerd, alhoewel het bij den
verkoop van versche- en pekelharing reeds
vele goede diensten heeft bewezen. De
vischhandelaren handhaven hun vroeger
gestelden wensch: sorteering van ie visch
naar kwaliteit en zoolang hieraan geen ge
volg is gegeven zullen zich weinig koop
lieden con amore op de banken voor de
groote wijzerplaat neerzetten.
De totale omzet.
De totale omzet in den Rijksvischafslag
is op het oogenblik, waarop we dit jaar
overzicht schrijven nog niet bekend. Aan
de hand van het omzetcijfer over het tijd
vak van 1 Januari tot uit. November kan
echter worden vastgesteld, dat het circa
11 Ja millioen gulden zal bedragen of rond
2 millioen gulden minder dan in 1930.
Gedurende het jaar 1931 kwamen te
IJmuiden binnen
Van de treilvisscherij 3243 (4549) Hol-
landsche stoomtreilers met f 8.008.370
(f 11.131.883) aan besomming, 80 (100)
Duitsche stoomtreilers met f 290.822
(f 465.510), 2 (3) Engelsche stoomtreilers
met f 3.243 (f 5.087), 1710 (1702) motorlog
gers met f 1.135.172 (f 1.087.552), 4 (6)
stoomkustvisschers met f 2640 (f 3205), 6578
(4824) motorkustvisschers met f 523.220
(f 357.076), 228 (248) open booten met
f 1203 (f 4088), 22 (1) Duitsche motorkotters
met f 15.315 (f 395); 43 (14) Belgische mo
torkotters met f 30.480 (f 6707, 153 (32)
Deensche motorkotters met f 138.467
(f 29.095);
..van de beugvisscherij kwamen binnen 131
(113) stoombeugers met f 140.026 (f 152.450);
van de drUfnetvisschery kwamen binnen
53 (55) stoomloggers m. f 181.666 (f 311.632),
51 (94) motorloggers met f 114.872
(f 278.941), 2 (7) Duitsche stoomloggers met
f 1153 (f 13.384) en 642 (192) Engelsche
stoomloggers met f 624.801 (f 457.750).
De gemiddelde besomming der stoomtrei-
er goed af en maakten ondanks de crisis
1930. Deze kleine vermeerdering der reis-
opbrengst wordt echter geheel teniet gedaan
doordat met een gelijk aantal treilers ruim
1200 reizen minder werden gemaakt.
De motorloggers besomden gemiddeld per
reis f 665 tegen f 635 in 1930. Voor deze
vaartuigen waren de uitkomsten dus iets
gunstiger dan het vorige jaar.
De Deensche motorkotters brachten het
erg goed af en maakten ondanks de crisis
bevredigende besommingen, n.l. f 900 per
reis, evenals in 1930.
Het spreekt vanzelf, dat ook de beugvis
scherij onder de crisis te lijden had Deze
besomden gemiddeld slechts f 1075 tegen
f 1350 in 1930.
De resultaten der drijfnetvisscherij waren
al bijzonder slecht; de totale opbrengst van
de door Hollandsohe vaartuigen (stoom- en
motorloggers) aangebrachte haring bedroeg
slechts de helft van die in 1930. De gemid
delde besomming per reis liep terug van
f 4000 tot f 3450..
(Tusschen haakjes zijn geplaatst de cij
fers van 1930).
Aangaande de plannen tot het aanleggen
van een Sportpark nabij den Hagelingerweg
te Velsen (Driehuis), waaromtrent wij reeds
het een en ander mededeelden, kunnen wij
thans melden, dat de uitvoering van deze
plannen verzekerd is. Reeds in deze maand
zal een aanvang worden gemaakt met de
voorbereidende werkzaamheden en 10 April
vinden de eerste grasbaa n - m otor weds tr ij den
plaats, waaraan de beste renners zullen
deelnemen.
Er zullen twee banen worden aangelegd,
n.l een „dirt"-baan, een soort sintelbaan,
met verharde onderbaan en daaromheen
een grasbaan. De binnenbaan krijgt een
lengte van 550 M., de grasbaan wordt on
geveer even lang als die te Alkmaar. Voor
dezen eersten wedstrijd is, evenals voor de
drie andere in 1932 te houden grasbaanwed-
strijden, een regeling getroffen met den
Nederlandschen Rennersbond, die, evenals
het gemeentebestuur van Velsen, de meeste
medewerking heeft toegezegd.
Er zal een tribune worden gebouwd met
2000 zitplaatsen, voorts komen er groote
parkeerterreinen voor auto's en motoren.
Het wedstrijd-rijden op de „dirt"-baan
eischt vanwege haar scherpe bochten een
speciale training. Ook op deze baan zullen
dit jaar reeds verscheidene wedstrijden ge
organiseerd worden. Verder ligt het in de
bedoeling van de ondernemers vliègdemon-
straties te houden.
Door „De Verkeersagent"
Op 15 Januari zal te dezer stede een ver
keersavond worden gehouden in gebouw
„Rosehaghe", Hoofmanstraat 12, georgani
seerd door „De Verkeersagent".
De avond begint te 8 uur.
De bedoeling van dezen avond is, ouders
en opvoeders te wijzen op de gevaren van
den weg en hun de middelen aan de hand
te doen om de jeugd tegen die gevaren te
beschermen.
Medewerking wordt verleend door de
Mondaccordeonclub „D. S. V." en een
spreekkoor van „Meerlebosch".
Sprekers zijn o.m. inspecteur Diepenbroek
uit Nijkerk en de heer Klaren, alhier.
Examen Heilgymnastiek en Massage
HAARLEM. (Ned. Gen. vo:r Heiig. en
Massage). Geëx. 11 oand.; gesl. de dames
M. J. Engberts, Amsterdam; P. E. Kloos-
terhuys, Den Haag. M. H. Vermaas, Rot
terdam; M. A. Bekkering, Amsterdam; N.
Peereboom, Haarlem, de heer A. E. Tra-
r.oman, Amsterdam.
hef geeft meer weerstand
teaen kouvatten
Doozen a 25, 45 en 65 ets.
Bij beschikking van den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is
benoemd tot Slotvoogd van de Ruïne van
Brederode te Santpoort jhr. mr. B. M. de
Jonge van Ellemeet, Rijksarchivaris in
Noord-Holland, te Haarlem.
Toestand van een dame ernstig
Donderdagmorgen reed in de richting van
Capelle a. d. IJssel op den 's-Gravenweg te
Rotterdam een Belgische auto, waarin drie
artisten zaten, de eigenaar, de 36-jarige A.
B. uit Brussel en zijn eehtgenoote, de 34-
jarige M. B„ geboren G. en een Engelsch
artist, de 36-jarige G. M. C. Plotseling
moest de auto uitwijken voor een wielrijd-
ster, die van de tegenovergestelde richting
kwam. Door de gladheid van den weg slipte
de auto, waardoor de wielrijdster in de
sloot, aan den kant van den weg, terecht
kwam. Zij wist zichzelf echter spoedig op
het droge te brengen; zij was er met eenige
onbeteekenende wondjes afgekomen.
De auto was bij het slippen tot aan den
kant van de sloot doorgeschoven. De wagen
kwam met de linkerzijde in de ondiepe
moddersloot terecht. Voorbijgangers snelden
toe en sloegen de ruiten van de rechter
zijdeur, die nog een eindje boven het water
stak, in en wisten de drie inzittenden, die
doornat waren, op het droge te brengen. De
twee mannen waren er zonder letsel afge
komen, maar mevrouw B. was bewusteloos.
Zij kwam later weer bij, maar moest door
den G. G. en G. D. naar het Ziekenhuis
Coolsingel worden overgebracht, waar zij is
opgenomen.
Haar toestand bleek ernstig, daar zij zeer
veel modderwater naar binnen heeft ge
kregen, dat ook in de longen is gedrongen.
Het Belgische echtpaar was in de afge
loopen week in een theater te Rotterdam
opgetreden en was op reis naar Hamburg,
waar zij gisteravond zouden moeten optre
den.
Door mist en gladheid van den weg
Op den weg tusschen Montfoort en Oude
water is tengevolge van den mist het
autotje van een veehouder uit Gouderak
ingereden op een stilstaanden vrachtauto
van een aanemersfirma te Amsterdam. De
chauffeur van dezen wagen was juist bezig
dezen met een zeil te overdekken, waardoor
hij tusschen de beide auto's bekneld kwam.
De man, de ongeveer 45-jarige W. Ankel,
gehuwd en afkomstig uit Gouda, heeft een
beenbreuk en ernstige inwendige verwon
dingen bekomen.
De politie van Wilniskop heeft den auto
in beslag genomen.
Nadat de eerste hulp was verleend door
dr. Verhoek uit Hoenkop, werd het slacht
offer naar een ziekenhuis te Gouda overge
bracht.
De veehouder heeft verklaard door den
mist den stilstaanden vrachtauto te laat
te hebben bemerkt, waardoor hij, mede ten-
gevolgen van de gladheid van den weg, zijn
wagen niet tijdig tot stilstand heeft kunnen
brengen.
In een bananenwagen
In den nacht van Woensdag op Donder
dag is te Rotterdam de 25-jarige zwerver
F. V. in een spoorwagen, waarin ba
nanen werden vervoerd, gestikt. De man
is in den wagen gegaan omdat deze ver
warmd was. Hij heeft de deuren gesloten en
is toen gestikt. Zijn lijk werd 's morgens
gevonden.
Wegwerker aan de gevolgen overleden
Toen de landbouwer J. te Reek op het
land aan het werk was, werd zijn paard
schichtig. De 72-jarige wegwerker G. van
Summeren, die het dier bij den teugel
greep, kwam daarbij te vallen en kreeg een
trap op den buik, aan de gevolgen waarvan
hij overleden is.
Ü44
't Levende Lijk.
Jaap Eggenaars kwam zoo om de week of
vier, vijf met z'n drie-wielige bakfiets in
Slikhoven.
Hij verkocht manufacturen en aanverwante
artikelen.
Dat „aanverwante" gelieve men te ver
staan in de meest uitgebreide zin.
Want als je 't deksel van faap's rijdend
magazijn voor 't eerst zag opengaan, dan
stond je versteld van 't onnoemelijk aantal
goederen, dat daar in bonte verscheidenheid
lag samengepakt en opgestapeld.
En 't gebeurde niet zelden, dat ie aan één
deur 'n pakje naalden, 'n heerendas, 'n lap
flanel, 'n parapluie en 'n Engelscb-leeren
broek verkocht.
Hij kwam zoo goed als huis aan huis daar
in 't afgelegen dorp Slikhoven, en er was
bijna niemand, die laap Eggenaars niet kende.
Al 'n kleine dertig jaar kwam ie er.leef
de mee met vreugde, geluk, droefheid en
rouw.dronk 'n glas port ot wijn mee op
de gezondheid van 'n nieuw paartje.... at
beschuit met muisjes of peperkoek bij de
jjomst van 'n versch „Slikhovenaartje"..
uilde zonder de minste moeite tranen met
tuiten in 't sterfhuis van een zijner klanten
Hij was bekend met aller doen en laten,
nukken, karakter, financieële toestand, grie
ven en onhebbelijkheden, gaf iedereen gelijk
en bleef met allemaal goeie vrienden.
In die kleine dertig jaar was Jaap nooit
ziek, dronken, kwaad, of zelfs maar slecht
gehumeurd geweest....
Hij kwam fluitend Slikhoven binnentrap
pen en trapte er 's avonds weer fluitend
uit, onverschillig of ie 'n goeie of 'n magere
dag had gemaakt.
Tot 'n ontstellend intermezzo hem voor
'n groot jaar de spot van heel Slikhoven op
de trouwe nek stapelde.
Kwam zóó.
Het was op 'n heerlijke dag in Augustus.
Jaap begon z'n wijk in 't naburige Meer-
zandmaar had daar langer werk dan
gewoonlijk en kwam pa? tegen de namiddag
in Slikhoven aan.
Waar ie 't slecht trol.
Want er was Ketmis.
En als er in Slikhoven kermis is, dan blijft
er geen zuigeling en geen overgrootmoeder
in huis.
Bij de zestiende klant had laap nog voor
geen drie centenver kocht en kwam zonder
„Slikhovensch handgift" in 't café van Nelis
Dam, waar ie altijd z'n brood at.
'n Gezellige drukte was 't daar.... er
werd gedanst bij 'n „orkest" van harmonica
met slagwerk.... er werd geklonken, ge
trakteerd en gezongen.... en toen Jaap
binnenkwam ging er 'n kletterend hoera
door de gelagkamer, en in 'n ommezien had
den ze Jaap in 'n kring gesleurd, hosten hem
duizelig en zongen, dat ie nooit verloren
ging.
Voor ie 't wist, had ie al zes biertjes te
goed.... en als ie daar alles had opgedron
ken wat hem door de Slikhovensche jonge
lingschap werd aangeboden, dan.... enfin,
dan zou dat „andere" wellicht niet gebeurd
zijn.
Jaap begreep al gauw, dat er van z'n perio
dieke rondgang bij de klanten vandaag niets
terecht zou komen..en besloot, 'n uurtje
de kermis op te gaan. Hij reed z'n bakfiets
't erf op en trok 'n kermisgezicht.
En overal werd ie met luidruchtige uit
roepen of gejuich begroeten overal
werd ie getrakteerd op wafels oliebollen,
roomijs, biertjes, zoete slokjes en brande-
wijnties met suiker
Jaap's blozend gelaat werd blozender..
En meer verhit.
't Duurde niet zoo heel lang meer, of hij
had aan z'n linker-arm vier.... en aan
z'n rechter-dito vijf Slikhovensche boerin
netjes, die hem meetrokken in de draaimolen,
de waarzegtent, het vlooientheater en alle
andere attractiesen de halve Slikho
vensche kermis liep gierend te hoop, tóen
Jaap, getooid met 'n papieren muts en' 'n
web van serpentines, voor „De Kop van TÜt"
met de geweldige houten hamer stond te
zwaaien..»,* en alsmaar missloeg.^* en
bij de laatste mep met hamer en al over het
doel tuimelde....
't Werd avond.
De kermisvierders van 's middags waren
naar huis.
Jaap had ook graag weg gewild, maar
kreeg geen kans.
Want de middag-menschen maakten plaats
voor de latere kermisgangersen die
kenden Jaap ook allemaal en lieten hem niet
gaan.
„Nee, Jaap," hielden ze hem lachend vast,
„je bent 'n lollige ouwe vrijer, die geen vrouw
en kinderen in angst laat zitten, dat je 'n
ongeluk gekregen zal hebben....' 't komt 'r
dus niks op an. dat je 'n uurtje later uit 't
dorp gaat.
Zoo moest Jaap opnieuw mee naar de
mallemolen, de schiettent, de ballentent, de
vroolijke keuken en de dansgelegenheden..
Jaap's gezicht werd kleuriger....
En zoo mogelijk nog meer verhit....
Z'n oogjes knipten tot streepjes en z'n
mond verzakte naar 'n onnoozele glimlach
Door 'n nog niet opgehelderd toeval raak
te hij de vrienden kwijt en liep op 'n gegeven
oogenblik moederziel alleen aan de achter
kant van de rijen tentjes en kramen....
Op 'oopen leek 't niet veel meer, om bij de
waarheid te blijven.,..
En de duisternis van „de kermis aan de
verkeerde kant" maakte 't er niet beter op
voor Jaap.
Twee maal liep ie tegen 'n paal van 'n
tent op«^». drie maal struikelde hij, heel of
half, over 'n snoer-touw, dat bij de grond aan
'n ijzeren pen zat geknoopt.
Hij had nog juist genoeg tegenwoordig-'
heid van geest, om te maken, dat ie zoo gauw
mogelijk van dat gevaarlijke terrein weg kwam
Ging door 'n laantje....
Ging over de straatweg
Ging door 'n ander laantje.
Kwam op 'n erf terecht.... zwikte.,
kantelde.... lag met z'n hoofd en z'n bo
venlijf in 'n bak met kalk of zooiets
Hij scharrelde weer op de been.... wreef
met z'n mouw de witte brei uit z'n oogen,
liet de rest maar zitten.... en 't gelaat van
Jaap had nu veel weg van 'n gepoederde
clownskop.
Hij zeilde verder.
Verloor z'n papieren mutsvroeg de
weg aan 'n lantaarnpaalgaf de maan 'n
standje, die achter 'n dikke wolk schoof, en
elk uitzicht wegnam., stootte z'n hoofd
tegen 'n hekliep er langs tot ie geen
hek meer voelde.... zwaaide 'n kwart slag
links 'n kiezelpaadje inbotste tegen 'n
klomp steen.weer tegen 'n hek.voel
de zich loopen door gras, zand, struiken.,
om even later heelemaél geen grond meer te
voelen.... althans voor 'n paar seconden.
Want hij viel in iets diepswat 't was,
wist ie niet.had geen benul, om 'n onder
zoek in te stellenwel constateerde Jaap,
dat ie tamelijk zacht en niet ongemakkelijk
was terecht gekomen....
'n Minuut of vijf bleef ie zoo liggen....
trachtte toen na te d enken over z'n, positie
maar in z'n hoofd werd 't 'n wilde potpourri
van geluiden en rare droomen.... zonder
begin, zonder middelpunt, zonder eind....
en 't was of zoetjesaan dat alles van hem weg
dreef.... heel ver.... heel ver.... om
niet terug te keeren.
En Jaap hoorde niet eens meer, dat ie zeer
onbehoorlijk lag te snurken....
Het werd nacht....
En het werd een nieuwe dag....
Kobus Kouwedijk, de melkboer, duwde
z'n karretje met blank-gepoetste bussen over
't pad, dat naast 't kerkhof liep.... sloeg
onwillekeurig 'n zijdelingsche blik op de
doodenakker.... meende iets te zien bewe
gen.... keek nog es goed.... en gaf 'n
afschuwelijke schreeuw.... Want uit 'n
grafkuil zag ie 'n hoofd steken.... 'n wit
hoofd.... overplekt met zand-klodders.
Met 'n verlamming in z'n beenen bleef ie
staan.... trilde zoo erg, dat z'n melkwa-
gentjeen de bussen mee-bibberden.... Toen
vroeg 't hoofd opeens met schorre stem
„Hé, Kobus.... Kun je mij ook zeggen
hoe laat 't is
Kobus gaf schreeuw nummer twee....
liet z'n karretje staan.... trapte z'n klom
pen twintig meter de lucht in en vloog op
z'n paarse sokken weg.... zoo hard als ie
nog nooit geloopen had.
Jaap Eggenaars, die de vorige avond m
'n versch gedolven grafkuil was getunneld,
en ingeslapenwordt nog dikwels pla
gend «,'t levende lijk" genoemd in Slikhoven.
G. N.