DUITSCHLANDS FINANCIEELE TOESTAND EEN DRAADJE IN DEN OCEAAN DRESSUURKUNSTEN TWEEDE BLAD DONDERDAG 7 JANUARI 1932 BLADZIJDE 1 door Dr. HERMANN R. DIETRICH Minister van Financiën van het Duitsche Rijk DE STRIJD OM TS1TSIHAR DE OVERSTROOMINGEN IN SCHOTLAND SIP m m AAN BOORD VAN EEN KABEL-REPARATIE-SCHIP De nieuwe kerk te Santpoort Aanbesteding van den bouw De taal der cijfers - Naweeën van een verloren oorloè Vast besloten tot handhavinè van de solvabiliteit des Rijks. Het Dui'sche Rij ie is sinds zijn vestiging, evenals de Vereenigde Staten van Amerika, een verbond van Staten. Tot de wereldoor log uitbrak was het Rijk buitengemeen be perkt in fiscale bevoegdheden. Duitsch- land's directe belastingen waaronder nJ. de inkomstenbelasting kwamen evenals in Amerika niet ten goede aan ae Centrale Regeering, naar aan de afzonderlijke Staten. Als het Rijk geld ooodig had boven het geen het verkreeg uit invoerrechten en in directe belastingen, waren de Staten ver plicht subsidies te verleenen, quota gehee- ten. Gedurende den oorlog werd dit systeem losgelaten en in 1919 schafte de minister van Financiën Eizbeigen het geheel af. De lasten van den verloren oorlog noodzaakten het Rijk de bevoegdheid om inkomsten en kapitaal-belastingen te heffm tot zich te tiekken. In p'ats van de Staten en de ge meenten voerde het Rijk een lnxomsten en loonbelasting in, welke sinds dien de hoofd bron is gebleven van de RijksiriKomsten. De inkomsten en loonbelasting wordt via den ondernem?r geheven. Het minimaal be lastbare loon is 120u mark per jaar. Van inkomsten bove-, 80.000 mark wordt een be lasting van veertig procent geheven. Daar naast zijn er nog keikelijke belastingen en bijzondere crisis bijdragen, welke dit belas- tingcijfer in totaal op een percentage van 52 hebben gebracht Hpt gevolg van deze wijziging in het sys teem van belastingheffing was dat de Sta ten en gemeenten niet meer in staat waren de kosten, voortspruitend uit ae ondersteu ning van armen, wier aantal sedert den oorlog en het begin van den crisis tot een onrustbarende hoogte is gestegen, te dekken. Daarom was het noodzakelijk ae Staten en gemeenten te doen deel enin de belasting ontvangsten van het Rijk. Het feit, dat de Staten en gemeenten uit eigen middelen de politie, de scholen, do ge rechtsgebouwen, den aanleg van straten en de ondersteuning der armen hadden te be talen was in hoofdzaak oorzaak van deze verandering. De eenige bevoegdheid van het Rilk in deze materie is de uitvaardiging van Wetten, maar ook deze bevoigdheid is nog zeer beperkt. Herhaaldelijk heeft deze omstandigheid tot verkeerden opvattingen aanleiding gege ven. Uitvoerig heeft Parker Gilbert o.a. deze kwestie in zijn rapporten behandeld. Meer dan eens heeft men het Rijk verweten, dat het de Staten en gemeenten teveel geld gaf en hen daardoor verleidde tot roekelooze en onverantwoordelijke uitgaven. Toegegeven moet worden dat een sys teem, welk ook, tot. steunverleenlng aan pu blieke lichamen die hun eigen verantwoorde- lijkheiddragen niet voor onbepaalden tijd kan worden gehandhaafd. De Duitsche autoriteiten zijn er zich dan ook volledig van bewust dat dit systeem zijn schaduwzijden heeft, maar na ae instorting van 1919 was geen andere uitweg mogelijk. Het verwijt, dat de Staten en gemeenten te vel geld zouden ontvangen is op het oogenblik totaal ongegrond. Hieronder volgt een lijstje van de bedragen, welke uit belas tinggelden aan de Staten zijn betaald: In 1928 3.412 millioen mark. In 1929 3.293 millioen mark. In 1930 3.050 millioen mark. In 1931 (naar raming) 2.300 millioen mark. Tengevolge van de geregelde verminde ring der uitkeringen van het Rijk aan de Staten en van de daling in hun eigen be lastinginkomsten, is de financieele toestand van de Staten en gemeenten heel moeilijk geworden Alvorens te komen tot het eigenlijke bud get van het Rijk zou ik gaarne willen vast stellen, dat dit budget, na aftrek van wat de Staen en gemeenten ontvangen, in de eerste plaats bestaat uit de lasten van de verloren oorlog. Op het oogenblik, tijdens Hoover's ..schulden-vacantie" betaalt Duitschland 2 200.000.000 mark, voornamelijk aan onder steuning van oorlogsinvalieden, weduwen en weezen, pensioenen aan gewezen officieren, Nu meer dan oo<t duideivk aan den dae is getreden ae inwerk ng van de toestanden in Hei buitenland op Hei wel en wee onzer eigen Nedenand^che volkshmshoud'ne. Hebben wij gemeend on> Hei belang der uiste voorlichting van ons ezend puthek te moeien ver zekeren van de MEDEWERKING VAN LEIDENDE STAATSLIE DEN in elh de' vier groo<e Eumpeesche mogendheden Gr loi-Bntianntë, Frank'ijk. Dwtschiand, Italië. Wij geven vandaag Hei woord aan den DIJITSCHEN RIJKSMINIS TER VAN FIN ANCIEN Dr. HER MANN R. DIETRICH. Het door hem oehandetde onderwerp staat in hel b'andpum der belangstelling. interest aan de Dawes- en Young-Ieeningen, vergoeding aan Duitsche onaerdanen, die verdreven zijn uit voormalige Duitsche grondgebieden of uit vreemae landen en aan vergoeding voor privaat bezit, dat door het verdrag van Versailles is geconfisceerd. Opgemerkt moet worden dat het ten hocgste noodzakelijk is gebleken de onder steuning aan oorlogsslachtoffers aanmerke lijk te verminderen in de crisis-periode. De uitgaven voor deze invaliden en voor de families der in den oorlo" gevallenen werden sinds 1929 met 300 üllioen Mark veija...- derd. Een oorlogsinvalide, die een been en een of been heeft verloren, wordt 50 Mark per maand. Aan een oud-strijder, dis een arm of been neeft verloren wordt 50 Mark per maand uitbetaald. Dat dit te veel is zal nie mand kunnen beweren. Het aantal van deze invaliden is in Duitschland zeer hoog en bedraagt in totaal 840.000. Daarenboven zijn er nog 1 millioen nagelaten gezinnen van gesneuvelden. In den loop van den oorlog werd ieder, die maar eenigszins geschikt was, Ingelijfd en van alle volkeren cie aan den oorlog deei. namen heeft Duitschland de zwaarste ver liezen geleden. Bij 't zooeven genoemde bedrag moeten wor- geteld de betalingen aan bmnenlandsche schuld, als gevolg van de waardedaling der Duitsche oorlogsleeningen, welke betalingen jaarlijks 300 millioen Mark bedragen. De oorlogsleeningen werden zoo goed als waar. deloos door de inflatie, welke den Duilschen middenstand, die het grootste deel van zijn spaargelden en daardoor van zijn koop kracht verloor, zware verliezen berokkende Deze verliezen zijn generaties lang niet in te halen. Zij teekenen zich af in het ontelbaar aantal kleine winkeliers, die gedurende den oorlog hun geld leenden aan het Rijk en die nu oud en niet in staat zijn om te werken en dientengevolge op de liefdadigheid zijn aangewezen. Bovengenoemde uitgaven bestaan uit 2.500.000 Mark belastinggeld, uitgekeerd aan de Staten en de gemeenten, 2.220.OOj.OOO Mark oorlogskosten en 200 millioen loopende uitgaven. Als dit bedrag van 4.900.000.000 Mark wordt afgetrokken van het totaal budget van 9.300.000.000 Mark dan blijven er 4.400 000 Mark over. In dit overschot zijn begrepen de uitkee- rir.gen aan de werkloozen, bedragende in to taal 1.200.000.000 Mark. Misschien kan men in enkele landen, bijvoorbeeld in Amerika zeggen, dat uitkeeringen aan werkloozen niet absoluut noodzakelijk zijn en dat de werkloozen geheel of gedeeittiqk aan zich zelf kunnen worden overgelaten ol verwezen naar de particuliere liefdadigheid. Dit laat ste zou op een mislukking uitloopen door het ontbreken der ncodige fondsen als gevolg van de ruine- der weldadigheidskassen door inflatie. Indien de vijf millioen Dultscne werkloo zen aan hun lot werden overgelaten, zou dit een groot gevaar teteekenen voor den bin. nenlandschen toestand en zou een er toe standen ontstaan zooals die voigden op de instorting in 1918. Vergeten mag niet worden, dat Duitsch land een grondgebied heeft van slechts 180.976 vierkante mijl, waarop niet minder dan 64 mihioen inwoners moeten '.even. Duitschland lijdt aan de gevolgen van een onvergelijkelijke overbevolking. Generaal Habasi, de verjxeraar van Tsitsiliar. Men behoeft slechts Duitschland te verge lijken met de Vereenigde Staten, die, Alaska niet inbegrepen, meer dan zestien maal zoo groot zijn, maar minder dan tweemaal zoo veel inwoners hebben als Duitschland. Duitschlands inwoner.» hebben daardoor niet die mogelijkheid van emigratie naar ui'gestrekte gebieden van onbewoond land, waar zij een lieuw bestaar zouden kunnen beginnen onder betere omstandigheden. Zij zijn gewoonweg gedoemd tot honger en ar moe. In het verleden r-ad Duitschland reeds .n hooge mate te kampen met dezelfde moeilijk heden, voortkomend uit de overbevolking. Maar toen konden zijn moeilijkheden wor den overwonnen, voornamelijk door een deel van de bevolking over te brengen naar vreemde landen. 2oo emigreerden bijvoor, beeld millioenen Duitschers naar de Ver. eenigde Staten. Tenslotte omvat het budget 420 millioen Mark voor betaling van buitengewone schuld. Tengevolge van de gedeeltelijke re- valorisatie der oorlogsleeningen is de schuld, dienst 300 millioen hooger dan in 1913. De overblijvende 2.500.000.000 Mark zijn benoodigd voor de dagelijksche uitgaven van het Rijk. Het budget is thans ongeveer gelijk aan dat van vóór den oorlog. Het ver. schil echter ligt in het feit. dat Duitsch land vóór den oorlog 1.700 millioen Mark besteedde aan leger en vloot tegen 600 mil. lioen thans, waartegenover echter weer nieuwe uitgaven staan. Zoo vergt de uitvoering van het nieuwe douane, en belastingsysteem een extra uit. gave van ettelijke honderden millioenen. De kosten van de pensioeneering van Invaliden en van de werkliedenongevallenverzekering zijn 450 millioen Mark hooger dan vóór den oorlog. Deze laatste verhooging is toe te schrijven aan het verloren gaan van de on- gevallenverzekeringsfondsend oor de inflatie, welk verlies milliarden Marken beloopt, welke waren belegd in Staatsleeningen en andere vaste rentedragende papieren. Ook moet men er rekening mee houden, dat de koopkracht van de Mark lager is dan vóór den ooi log, De kosten van levens onderhoud in Duitschland zijn nog 25 30 pet. hooger dan in 1914. Hier volgen eénige cijfers over de totale uitgaven van het Rijk (leger en vloot niet inbegrepen) over 1926: 719 millioen Mark 1927 816 millioen, 1928; 942 millioen, 1929: 933 millioen, 1930: 804 millioen, 1931: 680 millioen. Deze cijfers tconen duidelijk aan, dat Duitschland thans veel minder uitgeeft dan in 1926. Ik acht- het onnoodig de verdere ontwik, keling en den tegenwoordigen toestand te beschrijven. In 1930 beliepen de uitgaven in totaal 11.900.000 Mark. Voor 1931 was het budget vastgesteld op 10.700.000.000 M., doch intusschen is het teruggebracht tot 9.300.000.000 M. Bij 1930 vergeleken heeft Duitschland dus zijn uitgaven met 2.600.000.000 M. besnoeid, ondanks het reeds gememoreerde feit, dat in het budget begre pen zijn 420 millioen Mark voor bultengewo. ne schuldbetalingen, 1.200.000 000 voor de werkloozen. Wij konden aan het bovenge. noemde bedrag komen door de noodveror. dening van Juni jJ.. welke in totaal 700 millioen Mark zal opbrengen. Desondanks zullen de inkomsten uit belastingheffingen naar alle waarschijnlijkheid 2.000.000.000 M. lager zijn aan het eind van het -belasting jaar. Wij zullen daarom genoodzaakt zijn de uitgaven nog meer te beperken en daar enboven nieuwe belastingen te heffen. Op de eerste plaats is in de vermindering van uitgaven begrepen de verlichting in de her stelbetalingen, ingevolge Hoover's morato rium en wel tot een totaal van 1.250.000 000 Mark. De vermindering van de uitkeeringen aan de staten van 700 Millioen M. en een algemeene besnoeiing op de uitgaven tot een bedrag van 650 millioen Mark. De maatregelen, welke door de noodver ordening in werking treden, voorzien in een verhooging van de omzetbelasting van 0.85 tot 2 procent. Een bedrag van ongeveer 900 millioen mark wordt uit deze verheoging verwacht. Een klein deel van de opbrengst dezer heffing zal dienen te worden uitge keerd aan de Staten en gemeenten, die het anders niet zouden kunnen bolwerken. De bezuinigingen op het Rijkshuishouden worden voornamelijk beheerscht door de verlaging der salarissen van de burgerlijke ambtenaren, wien in het laatste anderhalf jaar 25 procent op hun salarissen werd gekort. De positie van de ambtenaren op het oogenblik is als volgt; de lagere ambtena ren ontvangen 115 procent van de voor- oorlogsche salarissen, de hcogere 96. de hoogste 88 procent. Dat de lagere ambte naren meer ontvangen dan voor den oor log is daaraan toe te schrijven, dat zij toen reeds buitengewoon slecht werden betaald. Aangezien echter de kosten van het le vensonderhoud bijna 30 procent hooger zijn dan in 1913, is hun eigenlijke salaris, d.i. hun koopkracht, veel lager dan het hierbo ven vermelde percentage aangeeft. De onpartijdige beoordeelaar van Duitsch lands staatshuishouding zal uit de door mij hierboven gegeven beschouwingen zien, dat er, althans wat den tegenwoordigen toestand betreft, geen sprake van is, dat Duitschland een weelderige economische huishouding voert. Integendeel, Duitschland is overgegaan tot een politiek van de uiter sts nooddruft. Indien dit in het verleden niet altijd het geval was, indien Duitsch land hier en daar fouten gemaakt heeft gedurende de voorspoedige jaren 1927, '28 en '29, dan mag niet worden vergeten, dat Duitschlands heldere kijk op de economi sche ontwikkeling grootelijks werd verduis terd door de gebeurtenissen, welke elkan der snel opvolgden. Eerst vier jaren oorlog, dan vijf Jaren inflatie met een geheel nieuwe regeling van alle geldwaarden en ten slotte verschillende jaren van onvergelijkelijk vlug herstel. Dit laatste was mogelijk door de enorme cre- - r' vftsr; y.,1 Een opname in de buurt van KiUin, waar hooge water ernstige vernielingen aanrichtte dieten, welke het buitenland Duitschland verleende. Met zijn credieten heeft Duitsch land gedeeltelijk weer opgebouwd, wat oor log en inflatie hadden verwoest Zij stelden het Rijk ook in staat een groot deel der buitenlandsche handelsbetrekkingen, welke door de confiscatie van milliarden marken van particulier Duitsch kapitaal in alle deelen der wereld waren vernield, te her stellen. Het eenige land, dat niet meedeed aan de confiscatie van particuliere bezit tingen gedurende den oorlog was de Unie van Zuid-Afrika. De Vereenigde Staten ga ven het geconfisceerde particuliere kapitaal aan de vroegere eigenaars terug. Hierdoor werd een vreeselijke fout, die de oorlogvoerende landen, Duitschland incluis, begingen, goedgemaakt. Ook moet in aanmerking worden geno men, dat Duitschland door het opnemen van enorme leeningen zijn politieke lasten (herstelbetalingen) opbracht, ofschoon uit budgetair oogpunt deze bedragen in Duitschland zelf werden geheven. Op een andere wijze de herstelbetalingen te finan cieren en naar het buitenland over te he velen, zou onmogelijk zijn geweest met het oog op den stand der handelsbalans. Ieder zal begrijpen, dat Duitschlands toestand op het oogenblik uiterst moeilijk is. En wel om twee redenen. In de eerste plaats zijn Duitschlands betrekkingen tot den wereldhandel voor de derde maal ver stoord; eerst door oorlog, daarna door in flatie, thans door de instorting van de internationale crediet-structuur. Deze in eenstorting maakt het vooreen debiteur- Staat heel bezwaarlijk handelsrelaties aan te houden, zonder dewelke het niet moge lijk is aan zijn verplichtingen te voldoen. Vervolgens werkt Duitschlands econo misch apparaat heel langzaam ten gevolge van de crisis en het gebrek aan kapitaal, veroorzaakt door het terugtrekken van mil liarden marken aan buitenlandsch geld. De economische apparatuur op zichzelf is intact. Alleen is het noodig, dat zij gesti muleerd wordt door nieuwe kapitaalvorming en door gezonde, normale handelsbetrekkin- - en credietvoorwaarden. Dan zal de Duitsche zakenwereld weer vertrouwen krij gen in zichzelf. Vertrouwen is de nood zakelijke voorwaarde voor herstel en voor doorbetaling van alle particuliere contrac- tueele verplichtingen ten opzichte van Duitschlands buitenlandsche crediteuren. In deze moeilijke periode van wegslin- king van het nationale inkomen, een kwaal, waaraan niet enkel Duitschland lijdt, is Duitschland er desniettegenstaande in geslaagd staande te blijven. Ondanks het feit, dat het geen verdere credieten heeft ontvangen kon het in het afgeloopen jaar voortgaan zijn verplichtingen prompt na te komen. Opnieuw heeft Duitschland al zijn krach ten tot het uiterste gespannen en op zijn volk haast ondragelijke lasten gelegd om het budgetair evenwicht tot stand te bren gen. De Rljksregeering heeft bewezen, dat het haar ernst is met haar vast besluit om niet te gedoogen, dat Duitschlands solvabili- teitsbasis zal worden geschokt. Nadruk verboden). Hebt u wel eens getracht met geblind doekte oogen een draaaje garen uit een badkuip te visschen? Niet zoo eenvoudig, wel? Nu wij zijn thans bezig uit den Atlantischen Oceaan een kabel op te vis. schen, die men met twee handen gemakke lijk omspannen kan en die zoo ongeveer op 4700 Meter diepte op den zeebodem ligt! Of liever: wij zoeken de uiteinden van den kabel, want de transatlantische leiding U gebroken. Mijn avontuur met de ,,John W. Makay" begon in het New-V on.scne station van een Amerikaan-che transatlantische kabel maatschappij. Mijn vriend Johny O'Brien zat aan het toestel. En plotseling was de lijn „dood", hij had Londen verloren! Nu dat is een dagelijks voorkomend iets. Want er kunnen stormen opsteken, die de zee omwoelen, zoolang, totdat de kabel breekt, er kunnen stoomtreilers voorbij komen, die hun anker juist in den kabel werpen, of er kunnen ijsbergen opkomen, die b j New-Four land aan oen g-onct ra ken en den kabel verpletteren En als dat alles met het geval is, dan zo'gt een on- derzeesche aardbeving wel er voor. dat de kabelleggers nooit zonde: werk zitten. De re ioielcic'V..en van de maa chap- Plj zochten onmiddellijk verbinding met het kabelsch'.n ..John W. Mv-ay" Het kwam naar Halifax en he' gelukte mij aan boord te komen. Daarna 18 dagen lang niets dan zware zeeën, stormen, nevels en wervelvinden, één dag zonneschijn en dan weer 9 dagen storm, ijs en huizenhoog? golven. En tóchviscLte kapitein Living stone de kabeleinden op en liet ze weer aaneenhechten! Op welke wijze?.... De kabel gebroken Twee en twintig l'jnen verbinden Europa met Ame ika Men weet, waar zij liggen, want de kabelleggers hebben zoo ongeveer de beste zeekaarten ter wereld. Maar dan breekt er plotseling zoo'n lijn en de beide uiteinden blijven natuurlijk niet op de plaats liggen, waar zij gebroken zijn. fairoo- rrrngen en grondbewegrigen laten een ka bel niet met rust. Men moet inderdaad „zoeken". Met een galvanometeren met een schip, dat er ui- ziet als een luxe. jacht, glanzend wit. glimmend en blinkend, maar' driemaal zoo groot als een jacht. Een schip, dat tanks heeft, met vele kilo meters kabel en dat ook bij halfvolle rui. men op de golven schommelt als een ka meel In de worri n Felf- reeds b'j vlakke zee. Maar kabels breken haast uitslut. tend bij storm. En de kabelleggers trekken er dadelijk na het oreken op uit om te repareeren. 24 uur per dag moet de lijn in werking zijn om grnoeg dividend op te leveren, ieder uur van oponthoud kost duizenden guldens. De ,,John W. Makay"baant zich door het zwaarste weer een weg door de golven, door nevel er. storm. De marconist heeft de handen vol. De chef-electricien zit in zijn werkplaats die er uit ziet als het laboratorium van den een of anderen' professor; 'le navigator rekent er, rekent. Want op een bepaald punt, mid den in den Oceaan, moet aangestuurd worden. Een punt dat op de kaarten van den kabellegger is aangegeven. Het land- station heelt namelijk vastgesteld, dat de eerste breuk 899 mijl van New-York verwijderd is. Hoe men dat berekende? Het is bekend, dat de electrische weerstand in een directe verhouding staat tot de lengte van den geieider. En die geleider 's de kabel! En de waarde, die iedere mijl kabel aan electric.telt bevat, is bekend, die heeft men bij het leggen vastgesteld. De berekening is dus eenvoudig Minder eenvoudig is het, de speld in de hooischelf, in dit geval het punt in den oceaan te vinden. Op zoek naar de nitelnden Maar het werd gevonden. Door radio, peiling, enz. Door middel van het echo lood kan men de diepte tot den zeebodem meten. De tijd, die het geluid aflegt tot aan den zeebodem, waa-, het teruggekaatst wordt en weer opgevanger geeft de diepte aan. Op de plaats rangekomen, maakt de „John W. Makay" en sierlijke boog, en manoeuvreert zoodanig, dat de boeg lood. recht op den kabe: komt te staan op on geveer 5 mijl afstand van de vermoedelijke plaats hiervan. Een grondproef wordt ge. nomen en daarna het daarbij passende speelahker geko' en. Er zijn er. uie den vorm van een tang hebben, spiraalvormige, groote en kleine, voor Iedere bodemsoort een bepaalde. Maai alle sluiten zich auto matisch om den kabel heen, als zij ?r langs gaan. Tweeduizend tweehonderdtwintig kilo. gram waterdruk rusi, hisi op iederen vier kanten centimeter .an den kabel. En wq beginnen het anker verder te sleepen. Met een snelheid van één mijl per uur. En inde daad wij hebben geluk. Maar op het geluk alleen gaat geen enkele kabel legger af. Voor oen start zetten wq een boei buiten boord, .en stalen boei van 6 voet doorsnede me. blinklichten. Dikwqis kruist het schip drie weken rond. Dan weet men ten minste, waar de kabel niet is. Livingstone, de kapitein, is op het dek. verliest de groote stnqf niet uit het oog, waardoor de weerstand van het sleepanker wordt aangegeven, de kracht, waarmede dit aan de ïqn trekt. Op de brug staat de tweede stuurman en stuurt 't sen p met den machinetelegraaf, want het roer is niets waard b i dit tempo. Men s.u'irc met de schroeven. Een uur zoeken wq. nog een nog twee, nog vier! Livhigstone gaat zitteu op den staalkabel van het sleepanker. want zqn kunst, zqn aangeboren talent ,s het te voelen of de kabel beet heeft. Livingstone zit in den «torm op den staal draad. die in zijn lichaam snqdt; hq wacht, hq zoektdan een kreet! WU hebben den kabel DadeT'k stonnen, wa-i de kabel is veert'g I jaar oud en nogal breekbaar. Er kan aarde boven oo li""e.i pi als wij tè hard trek ken kunnen uit .én breuk tien andere ontstaan. Voorzicl tig wordt de d"uk be proefd, de wqzer is omhoog gedraald, het anker zit. Acht uur duur" het, voordat ne kabel goed en wel uit het grq'sgroene water opduikt. En dan begint het eigenlijk pas. Als een reusachtige zeeslang komt de kabel uit het grijsgroene water te vcorschqn, bedekt met planten en begroeid met schelpen. Het e:nde hebben wq nog 'Met. Maar de cheMnger'eur. in de pro* kamer, laat vanaf de uitgezette boei een leiding leggen, hq ,/erk met speciale gal vanometers, berekent nauwkeurig den weg tot het eind van den kabel. Langzaam vaart de Makay lanirs den kabel. Reu n boelen houden het eindp boven water. Het eene einde. Waar zal het tweede zqn? Drie mqi of tachtig mqi van ons verwU- derd?Weer ïetze'fde weer; onwee-, storm, een voortdurende strqa met den oceaan. Twee tot vqf duizend dollar kost een mql kabel! Acht dagen 2oeken wij, vinden niets. Steeds minder hoeren wy de klanken van de grama.oon in de leestaal, ae _,esp.e;;ken van de men-chen verstemmen a!l°n"s 5000 dollar kost een week varen met den kabsilerr 1 aar 'n via omt komt er minder binnen aan telegrammen Zoeken.... zoeken. Men jaagt op een klein dun draadje in de zee.... Aard- massa's mie'en den kabel be-raven hebben, verande* ingen "an den zeebodemLiving stone laat het gevonden einde met een nieuwen kabel verbinder, legt 12 mijlen uit, 20, nu 34Een dag van duisternis, nevel, eeuwig gehru, van den m'sthoorn; het schip zwaait en .tampt zoodat 12 van de 93 mar. haifdocd zijn. Reeds langen tijd doe ik niets anders dan verlangen naar het einde van dit avontuur. Maa- dan komt er ten slo'te één dag, waarop de zon zich weer vertoont, waarop de storm de woorden n'et meevoert, zoodra zij gesp oxen zijn. Allen ïeven weer op. Enof hot zoo moest zijn, Livingstone vindt het tweede kab"l-einde' Vier en dertig jaar is de „eerste hydro- graaf' reeds -ark-aam voo- re -at- schappil. veertig jas: de machinemeester van de trommels. Ma-.r steeds gaat er weer een golf van vreugde over de geheele be manning, als de kabel weer gehoel hersteld is, als de radio-telegrafist aan dek komt en meldt, dat alles in orde is. dat 't kus'»fation de herstelling "an de verbinding heeft ge meld. Want dat is ïog niet steeds zeker. Het kan zijn, dat de kabel op meerdere plaatsen gebroken s, aat de eerste herstel, ling nog geen 'ertinding geeft. Dan moet er wéér gezocht worden. De man aan b"t loket Eerste steward Smith komt met zijn beste spullen voor den das; de tafel in dien dag bijzonder feestelijk; Livingstone steekt zijn piipje aan. tot den laatsten man is men vergenoegd :.an boord. De .John W Makay" vaa-t naar huis.. Misschien zendt men het schip halverwege de haven alweer ergens anders heen. Brandstof Is er voer arie maanden aan boord. „Hard werken bij ons," zegt de kapitein in ziin telegram'? alt je, „de kabelsde zenuwen der wereldoveral zqn dis zenuwen kapot. Beursberichten en wereldschokkende tij dingen loopen weer door den draad. De maa echter, die het telegram aan het loket af. geeft, denkt all?eu ove- den prijs van die woorden En nq w=et niets van den eeuw'- gen strijd tegen het geweld van de zee, van den storm, nij weet niets van kabel, leggers en dat jaarlijks vele malen onbe duidende d'aadjes uit een oceaan gevischt moeten worden... Onbeduidend?.... Aanbesteding Gisteravond werd door het bestuur van de Woningstichting „Het Oosten", alhier, aanbesteed: het verfwerk ten behoeve der 26 woningen, gelegen en nabij Jacob Geei- straat en Hofdijkplein enz., a hier. Ingekomen waren 25 biljetten. Laagste inschrijver was de firma Houtman te 's-Gra- venhage, voor f 884. Hedenmorgen werd door de bouwcommis sie van de nieuwe parochie van O.L. Vr. van Altijddurenden Bijstand in het hotel „Zo- merlust" te Santpoort aanbesteed: Het bou wen van kerk met toren en pastorie- alhier. Raming 89.000. Ingekomen waren 36 bil jetten. Laagste inschrijver was N. Wester te St. Pancras, voor 73 900. Ingeschreven werd als volgt; W. Èoerrigter, Haarlem, 84990. W. Bunnink, Amersfoort, 88.100. H. v. Keulen, Amersfoort, 91V50. N.V. Aannemingsmij. ,,Erika", Noordwijk, 91500.—. Van Geldorp. IJmuiden, ƒ98999 Aannemingsmij. „Hillcgersberg" f 87900. D. v. Buuren, Blcemer.daal, 85934. J. P. A. Nelissen, Haarlem, f 84 860. Van Sambeek- Heemstede, f 96.250. Tunissen, Heemstede, 97.360. N.V. Aannemingsmy. „Ncord Holland", 85.885. J. Wester. St. Pancras f 73900.—. P. v. Gelc'orp, Haarlemmerliede, 99.200.—. P. Rings- Santpoort, 9' "50. A. Buur, Haarlem, 90.000. N.V. „Nederland", Ni'megen, 98.900. Doedens, 't Zand, f 98 798. J. Wittebrood, Beemster, 88.840. Koenders, Enschedé, 90.500; J. Kuipers, Soestdijk, 89.920; J. M. Tromp, Beverwijk, f 89.900: G. Kelis. Wijk aan Duin, f 99.900; J. Philips, Haarlem, 88.923; F. Philips, Haarlem, 85.1449; A. van Hoften, Haarlem, 84.900; frma N. Coblenz en Zn., Haarlem, 85.700; firma Braun, Beverwijk, 89-800; Kieberts, Sassenhe'm, 85.858; J. Hooy, Krommenie, 95.800; P. Tuin, 't Zand. 104 000; J. J. Tromp, Overveen, 83.400; N.V. Aannemeremij. „Rotterdam" te Rotter dam, 87 400; Vanhoven en Evers. Heem stede, 84.800; Gebr. van Putten, Heem. stede, 83.970, Aannemingsmij Rosenhart Haarlem, 75.901. J. P. Schuit, Haarlem, 85.650. Bobette, een aap. die door zijn Jongleur, kunsten in Beriqn een groote bekendheid heeft gekiegen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5