DUITSCHLANDS FINANCIEELE
TOESTAND
EEN DRAADJE IN DEN OCEAAN
DRESSUURKUNSTEN
TWEEDE BLAD
DONDERDAG 7 JANUARI 1932
BLADZIJDE 1
door
Dr. HERMANN R. DIETRICH
Minister van Financiën van het Duitsche Rijk
DE STRIJD OM TS1TSIHAR
DE OVERSTROOMINGEN IN SCHOTLAND
SIP
m m
AAN BOORD VAN EEN KABEL-REPARATIE-SCHIP
De nieuwe kerk te
Santpoort
Aanbesteding van den bouw
De taal der cijfers - Naweeën van
een verloren oorloè Vast besloten
tot handhavinè van de solvabiliteit
des Rijks.
Het Dui'sche Rij ie is sinds zijn vestiging,
evenals de Vereenigde Staten van Amerika,
een verbond van Staten. Tot de wereldoor
log uitbrak was het Rijk buitengemeen be
perkt in fiscale bevoegdheden. Duitsch-
land's directe belastingen waaronder nJ.
de inkomstenbelasting kwamen evenals
in Amerika niet ten goede aan ae Centrale
Regeering, naar aan de afzonderlijke Staten.
Als het Rijk geld ooodig had boven het
geen het verkreeg uit invoerrechten en in
directe belastingen, waren de Staten ver
plicht subsidies te verleenen, quota gehee-
ten.
Gedurende den oorlog werd dit systeem
losgelaten en in 1919 schafte de minister
van Financiën Eizbeigen het geheel af. De
lasten van den verloren oorlog noodzaakten
het Rijk de bevoegdheid om inkomsten en
kapitaal-belastingen te heffm tot zich te
tiekken. In p'ats van de Staten en de ge
meenten voerde het Rijk een lnxomsten en
loonbelasting in, welke sinds dien de hoofd
bron is gebleven van de RijksiriKomsten.
De inkomsten en loonbelasting wordt via
den ondernem?r geheven. Het minimaal be
lastbare loon is 120u mark per jaar. Van
inkomsten bove-, 80.000 mark wordt een be
lasting van veertig procent geheven. Daar
naast zijn er nog keikelijke belastingen en
bijzondere crisis bijdragen, welke dit belas-
tingcijfer in totaal op een percentage van
52 hebben gebracht
Hpt gevolg van deze wijziging in het sys
teem van belastingheffing was dat de Sta
ten en gemeenten niet meer in staat waren
de kosten, voortspruitend uit ae ondersteu
ning van armen, wier aantal sedert den
oorlog en het begin van den crisis tot een
onrustbarende hoogte is gestegen, te dekken.
Daarom was het noodzakelijk ae Staten en
gemeenten te doen deel enin de belasting
ontvangsten van het Rijk.
Het feit, dat de Staten en gemeenten uit
eigen middelen de politie, de scholen, do ge
rechtsgebouwen, den aanleg van straten en
de ondersteuning der armen hadden te be
talen was in hoofdzaak oorzaak van deze
verandering. De eenige bevoegdheid van het
Rilk in deze materie is de uitvaardiging van
Wetten, maar ook deze bevoigdheid is nog
zeer beperkt.
Herhaaldelijk heeft deze omstandigheid
tot verkeerden opvattingen aanleiding gege
ven. Uitvoerig heeft Parker Gilbert o.a. deze
kwestie in zijn rapporten behandeld. Meer
dan eens heeft men het Rijk verweten, dat
het de Staten en gemeenten teveel geld gaf
en hen daardoor verleidde tot roekelooze
en onverantwoordelijke uitgaven.
Toegegeven moet worden dat een sys
teem, welk ook, tot. steunverleenlng aan pu
blieke lichamen die hun eigen verantwoorde-
lijkheiddragen niet voor onbepaalden tijd
kan worden gehandhaafd.
De Duitsche autoriteiten zijn er zich dan
ook volledig van bewust dat dit systeem zijn
schaduwzijden heeft, maar na ae instorting
van 1919 was geen andere uitweg mogelijk.
Het verwijt, dat de Staten en gemeenten
te vel geld zouden ontvangen is op het
oogenblik totaal ongegrond. Hieronder volgt
een lijstje van de bedragen, welke uit belas
tinggelden aan de Staten zijn betaald:
In 1928 3.412 millioen mark.
In 1929 3.293 millioen mark.
In 1930 3.050 millioen mark.
In 1931 (naar raming) 2.300 millioen mark.
Tengevolge van de geregelde verminde
ring der uitkeringen van het Rijk aan de
Staten en van de daling in hun eigen be
lastinginkomsten, is de financieele toestand
van de Staten en gemeenten heel moeilijk
geworden
Alvorens te komen tot het eigenlijke bud
get van het Rijk zou ik gaarne willen vast
stellen, dat dit budget, na aftrek van wat de
Staen en gemeenten ontvangen, in de eerste
plaats bestaat uit de lasten van de verloren
oorlog. Op het oogenblik, tijdens Hoover's
..schulden-vacantie" betaalt Duitschland
2 200.000.000 mark, voornamelijk aan onder
steuning van oorlogsinvalieden, weduwen en
weezen, pensioenen aan gewezen officieren,
Nu meer dan oo<t duideivk aan den
dae is getreden ae inwerk ng van de
toestanden in Hei buitenland op Hei wel
en wee onzer eigen Nedenand^che
volkshmshoud'ne. Hebben wij gemeend
on> Hei belang der uiste voorlichting
van ons ezend puthek te moeien ver
zekeren van de MEDEWERKING
VAN LEIDENDE STAATSLIE
DEN in elh de' vier groo<e Eumpeesche
mogendheden Gr loi-Bntianntë,
Frank'ijk. Dwtschiand, Italië.
Wij geven vandaag Hei woord aan
den DIJITSCHEN RIJKSMINIS
TER VAN FIN ANCIEN Dr. HER
MANN R. DIETRICH. Het door
hem oehandetde onderwerp staat in hel
b'andpum der belangstelling.
interest aan de Dawes- en Young-Ieeningen,
vergoeding aan Duitsche onaerdanen, die
verdreven zijn uit voormalige Duitsche
grondgebieden of uit vreemae landen en
aan vergoeding voor privaat bezit, dat door
het verdrag van Versailles is geconfisceerd.
Opgemerkt moet worden dat het ten
hocgste noodzakelijk is gebleken de onder
steuning aan oorlogsslachtoffers aanmerke
lijk te verminderen in de crisis-periode. De
uitgaven voor deze invaliden en voor de
families der in den oorlo" gevallenen werden
sinds 1929 met 300 üllioen Mark veija...-
derd.
Een oorlogsinvalide, die een been en een
of been heeft verloren, wordt 50 Mark per
maand. Aan een oud-strijder, dis een arm
of been neeft verloren wordt 50 Mark per
maand uitbetaald. Dat dit te veel is zal nie
mand kunnen beweren.
Het aantal van deze invaliden is in
Duitschland zeer hoog en bedraagt in totaal
840.000. Daarenboven zijn er nog 1 millioen
nagelaten gezinnen van gesneuvelden. In
den loop van den oorlog werd ieder, die
maar eenigszins geschikt was, Ingelijfd en
van alle volkeren cie aan den oorlog deei.
namen heeft Duitschland de zwaarste ver
liezen geleden.
Bij 't zooeven genoemde bedrag moeten wor-
geteld de betalingen aan bmnenlandsche
schuld, als gevolg van de waardedaling der
Duitsche oorlogsleeningen, welke betalingen
jaarlijks 300 millioen Mark bedragen. De
oorlogsleeningen werden zoo goed als waar.
deloos door de inflatie, welke den Duilschen
middenstand, die het grootste deel van zijn
spaargelden en daardoor van zijn koop
kracht verloor, zware verliezen berokkende
Deze verliezen zijn generaties lang niet in te
halen. Zij teekenen zich af in het ontelbaar
aantal kleine winkeliers, die gedurende den
oorlog hun geld leenden aan het Rijk en die
nu oud en niet in staat zijn om te werken
en dientengevolge op de liefdadigheid zijn
aangewezen.
Bovengenoemde uitgaven bestaan uit
2.500.000 Mark belastinggeld, uitgekeerd aan
de Staten en de gemeenten, 2.220.OOj.OOO
Mark oorlogskosten en 200 millioen loopende
uitgaven.
Als dit bedrag van 4.900.000.000 Mark
wordt afgetrokken van het totaal budget
van 9.300.000.000 Mark dan blijven er
4.400 000 Mark over.
In dit overschot zijn begrepen de uitkee-
rir.gen aan de werkloozen, bedragende in to
taal 1.200.000.000 Mark. Misschien kan men
in enkele landen, bijvoorbeeld in Amerika
zeggen, dat uitkeeringen aan werkloozen
niet absoluut noodzakelijk zijn en dat de
werkloozen geheel of gedeeittiqk aan zich
zelf kunnen worden overgelaten ol verwezen
naar de particuliere liefdadigheid. Dit laat
ste zou op een mislukking uitloopen door het
ontbreken der ncodige fondsen als gevolg
van de ruine- der weldadigheidskassen door
inflatie.
Indien de vijf millioen Dultscne werkloo
zen aan hun lot werden overgelaten, zou dit
een groot gevaar teteekenen voor den bin.
nenlandschen toestand en zou een er toe
standen ontstaan zooals die voigden op de
instorting in 1918.
Vergeten mag niet worden, dat Duitsch
land een grondgebied heeft van slechts
180.976 vierkante mijl, waarop niet minder
dan 64 mihioen inwoners moeten '.even.
Duitschland lijdt aan de gevolgen van een
onvergelijkelijke overbevolking.
Generaal Habasi, de verjxeraar van Tsitsiliar.
Men behoeft slechts Duitschland te verge
lijken met de Vereenigde Staten, die, Alaska
niet inbegrepen, meer dan zestien maal zoo
groot zijn, maar minder dan tweemaal zoo
veel inwoners hebben als Duitschland.
Duitschlands inwoner.» hebben daardoor
niet die mogelijkheid van emigratie naar
ui'gestrekte gebieden van onbewoond land,
waar zij een lieuw bestaar zouden kunnen
beginnen onder betere omstandigheden. Zij
zijn gewoonweg gedoemd tot honger en ar
moe.
In het verleden r-ad Duitschland reeds .n
hooge mate te kampen met dezelfde moeilijk
heden, voortkomend uit de overbevolking.
Maar toen konden zijn moeilijkheden wor
den overwonnen, voornamelijk door een deel
van de bevolking over te brengen naar
vreemde landen. 2oo emigreerden bijvoor,
beeld millioenen Duitschers naar de Ver.
eenigde Staten.
Tenslotte omvat het budget 420 millioen
Mark voor betaling van buitengewone
schuld. Tengevolge van de gedeeltelijke re-
valorisatie der oorlogsleeningen is de schuld,
dienst 300 millioen hooger dan in 1913.
De overblijvende 2.500.000.000 Mark zijn
benoodigd voor de dagelijksche uitgaven
van het Rijk. Het budget is thans ongeveer
gelijk aan dat van vóór den oorlog. Het ver.
schil echter ligt in het feit. dat Duitsch
land vóór den oorlog 1.700 millioen Mark
besteedde aan leger en vloot tegen 600 mil.
lioen thans, waartegenover echter weer
nieuwe uitgaven staan.
Zoo vergt de uitvoering van het nieuwe
douane, en belastingsysteem een extra uit.
gave van ettelijke honderden millioenen. De
kosten van de pensioeneering van Invaliden
en van de werkliedenongevallenverzekering
zijn 450 millioen Mark hooger dan vóór den
oorlog. Deze laatste verhooging is toe te
schrijven aan het verloren gaan van de on-
gevallenverzekeringsfondsend oor de inflatie,
welk verlies milliarden Marken beloopt,
welke waren belegd in Staatsleeningen en
andere vaste rentedragende papieren.
Ook moet men er rekening mee houden,
dat de koopkracht van de Mark lager is
dan vóór den ooi log, De kosten van levens
onderhoud in Duitschland zijn nog 25 30
pet. hooger dan in 1914.
Hier volgen eénige cijfers over de totale
uitgaven van het Rijk (leger en vloot niet
inbegrepen) over 1926: 719 millioen Mark
1927 816 millioen, 1928; 942 millioen, 1929:
933 millioen, 1930: 804 millioen, 1931: 680
millioen.
Deze cijfers tconen duidelijk aan, dat
Duitschland thans veel minder uitgeeft dan
in 1926.
Ik acht- het onnoodig de verdere ontwik,
keling en den tegenwoordigen toestand te
beschrijven. In 1930 beliepen de uitgaven
in totaal 11.900.000 Mark. Voor 1931 was het
budget vastgesteld op 10.700.000.000 M., doch
intusschen is het teruggebracht tot
9.300.000.000 M. Bij 1930 vergeleken heeft
Duitschland dus zijn uitgaven met
2.600.000.000 M. besnoeid, ondanks het reeds
gememoreerde feit, dat in het budget begre
pen zijn 420 millioen Mark voor bultengewo.
ne schuldbetalingen, 1.200.000 000 voor de
werkloozen. Wij konden aan het bovenge.
noemde bedrag komen door de noodveror.
dening van Juni jJ.. welke in totaal 700
millioen Mark zal opbrengen. Desondanks
zullen de inkomsten uit belastingheffingen
naar alle waarschijnlijkheid 2.000.000.000 M.
lager zijn aan het eind van het -belasting
jaar. Wij zullen daarom genoodzaakt zijn
de uitgaven nog meer te beperken en daar
enboven nieuwe belastingen te heffen. Op
de eerste plaats is in de vermindering van
uitgaven begrepen de verlichting in de her
stelbetalingen, ingevolge Hoover's morato
rium en wel tot een totaal van 1.250.000 000
Mark. De vermindering van de uitkeeringen
aan de staten van 700 Millioen M. en een
algemeene besnoeiing op de uitgaven tot
een bedrag van 650 millioen Mark.
De maatregelen, welke door de noodver
ordening in werking treden, voorzien in een
verhooging van de omzetbelasting van 0.85
tot 2 procent. Een bedrag van ongeveer 900
millioen mark wordt uit deze verheoging
verwacht. Een klein deel van de opbrengst
dezer heffing zal dienen te worden uitge
keerd aan de Staten en gemeenten, die het
anders niet zouden kunnen bolwerken.
De bezuinigingen op het Rijkshuishouden
worden voornamelijk beheerscht door de
verlaging der salarissen van de burgerlijke
ambtenaren, wien in het laatste anderhalf
jaar 25 procent op hun salarissen werd
gekort.
De positie van de ambtenaren op het
oogenblik is als volgt; de lagere ambtena
ren ontvangen 115 procent van de voor-
oorlogsche salarissen, de hcogere 96. de
hoogste 88 procent. Dat de lagere ambte
naren meer ontvangen dan voor den oor
log is daaraan toe te schrijven, dat zij toen
reeds buitengewoon slecht werden betaald.
Aangezien echter de kosten van het le
vensonderhoud bijna 30 procent hooger zijn
dan in 1913, is hun eigenlijke salaris, d.i.
hun koopkracht, veel lager dan het hierbo
ven vermelde percentage aangeeft.
De onpartijdige beoordeelaar van Duitsch
lands staatshuishouding zal uit de door
mij hierboven gegeven beschouwingen zien,
dat er, althans wat den tegenwoordigen
toestand betreft, geen sprake van is, dat
Duitschland een weelderige economische
huishouding voert. Integendeel, Duitschland
is overgegaan tot een politiek van de uiter
sts nooddruft. Indien dit in het verleden
niet altijd het geval was, indien Duitsch
land hier en daar fouten gemaakt heeft
gedurende de voorspoedige jaren 1927, '28 en
'29, dan mag niet worden vergeten, dat
Duitschlands heldere kijk op de economi
sche ontwikkeling grootelijks werd verduis
terd door de gebeurtenissen, welke elkan
der snel opvolgden.
Eerst vier jaren oorlog, dan vijf Jaren
inflatie met een geheel nieuwe regeling van
alle geldwaarden en ten slotte verschillende
jaren van onvergelijkelijk vlug herstel. Dit
laatste was mogelijk door de enorme cre-
- r'
vftsr; y.,1
Een opname in de buurt van KiUin, waar hooge water ernstige vernielingen aanrichtte
dieten, welke het buitenland Duitschland
verleende. Met zijn credieten heeft Duitsch
land gedeeltelijk weer opgebouwd, wat oor
log en inflatie hadden verwoest Zij stelden
het Rijk ook in staat een groot deel der
buitenlandsche handelsbetrekkingen, welke
door de confiscatie van milliarden marken
van particulier Duitsch kapitaal in alle
deelen der wereld waren vernield, te her
stellen. Het eenige land, dat niet meedeed
aan de confiscatie van particuliere bezit
tingen gedurende den oorlog was de Unie
van Zuid-Afrika. De Vereenigde Staten ga
ven het geconfisceerde particuliere kapitaal
aan de vroegere eigenaars terug.
Hierdoor werd een vreeselijke fout, die de
oorlogvoerende landen, Duitschland incluis,
begingen, goedgemaakt.
Ook moet in aanmerking worden geno
men, dat Duitschland door het opnemen
van enorme leeningen zijn politieke lasten
(herstelbetalingen) opbracht, ofschoon uit
budgetair oogpunt deze bedragen in
Duitschland zelf werden geheven. Op een
andere wijze de herstelbetalingen te finan
cieren en naar het buitenland over te he
velen, zou onmogelijk zijn geweest met het
oog op den stand der handelsbalans.
Ieder zal begrijpen, dat Duitschlands
toestand op het oogenblik uiterst moeilijk
is. En wel om twee redenen. In de eerste
plaats zijn Duitschlands betrekkingen tot
den wereldhandel voor de derde maal ver
stoord; eerst door oorlog, daarna door in
flatie, thans door de instorting van de
internationale crediet-structuur. Deze in
eenstorting maakt het vooreen debiteur-
Staat heel bezwaarlijk handelsrelaties aan
te houden, zonder dewelke het niet moge
lijk is aan zijn verplichtingen te voldoen.
Vervolgens werkt Duitschlands econo
misch apparaat heel langzaam ten gevolge
van de crisis en het gebrek aan kapitaal,
veroorzaakt door het terugtrekken van mil
liarden marken aan buitenlandsch geld.
De economische apparatuur op zichzelf is
intact. Alleen is het noodig, dat zij gesti
muleerd wordt door nieuwe kapitaalvorming
en door gezonde, normale handelsbetrekkin-
- en credietvoorwaarden. Dan zal de
Duitsche zakenwereld weer vertrouwen krij
gen in zichzelf. Vertrouwen is de nood
zakelijke voorwaarde voor herstel en voor
doorbetaling van alle particuliere contrac-
tueele verplichtingen ten opzichte van
Duitschlands buitenlandsche crediteuren.
In deze moeilijke periode van wegslin-
king van het nationale inkomen, een
kwaal, waaraan niet enkel Duitschland
lijdt, is Duitschland er desniettegenstaande
in geslaagd staande te blijven. Ondanks het
feit, dat het geen verdere credieten heeft
ontvangen kon het in het afgeloopen jaar
voortgaan zijn verplichtingen prompt na te
komen.
Opnieuw heeft Duitschland al zijn krach
ten tot het uiterste gespannen en op zijn
volk haast ondragelijke lasten gelegd om
het budgetair evenwicht tot stand te bren
gen.
De Rljksregeering heeft bewezen, dat het
haar ernst is met haar vast besluit om niet
te gedoogen, dat Duitschlands solvabili-
teitsbasis zal worden geschokt.
Nadruk verboden).
Hebt u wel eens getracht met geblind
doekte oogen een draaaje garen uit een
badkuip te visschen? Niet zoo eenvoudig,
wel? Nu wij zijn thans bezig uit den
Atlantischen Oceaan een kabel op te vis.
schen, die men met twee handen gemakke
lijk omspannen kan en die zoo ongeveer op
4700 Meter diepte op den zeebodem ligt!
Of liever: wij zoeken de uiteinden van den
kabel, want de transatlantische leiding U
gebroken.
Mijn avontuur met de ,,John W. Makay"
begon in het New-V on.scne station van
een Amerikaan-che transatlantische kabel
maatschappij. Mijn vriend Johny O'Brien
zat aan het toestel. En plotseling was de
lijn „dood", hij had Londen verloren! Nu
dat is een dagelijks voorkomend iets.
Want er kunnen stormen opsteken, die de
zee omwoelen, zoolang, totdat de kabel
breekt, er kunnen stoomtreilers voorbij
komen, die hun anker juist in den kabel
werpen, of er kunnen ijsbergen opkomen,
die b j New-Four land aan oen g-onct ra
ken en den kabel verpletteren En als dat
alles met het geval is, dan zo'gt een on-
derzeesche aardbeving wel er voor. dat de
kabelleggers nooit zonde: werk zitten.
De re ioielcic'V..en van de maa chap-
Plj zochten onmiddellijk verbinding met het
kabelsch'.n ..John W. Mv-ay" Het kwam
naar Halifax en he' gelukte mij aan boord
te komen.
Daarna 18 dagen lang niets dan zware
zeeën, stormen, nevels en wervelvinden, één
dag zonneschijn en dan weer 9 dagen
storm, ijs en huizenhoog? golven.
En tóchviscLte kapitein Living
stone de kabeleinden op en liet ze weer
aaneenhechten! Op welke wijze?....
De kabel gebroken
Twee en twintig l'jnen verbinden Europa
met Ame ika Men weet, waar zij liggen,
want de kabelleggers hebben zoo ongeveer
de beste zeekaarten ter wereld. Maar dan
breekt er plotseling zoo'n lijn en de beide
uiteinden blijven natuurlijk niet op de
plaats liggen, waar zij gebroken zijn. fairoo-
rrrngen en grondbewegrigen laten een ka
bel niet met rust. Men moet inderdaad
„zoeken". Met een galvanometeren met
een schip, dat er ui- ziet als een luxe.
jacht, glanzend wit. glimmend en blinkend,
maar' driemaal zoo groot als een jacht.
Een schip, dat tanks heeft, met vele kilo
meters kabel en dat ook bij halfvolle rui.
men op de golven schommelt als een ka
meel In de worri n Felf- reeds b'j vlakke
zee. Maar kabels breken haast uitslut.
tend bij storm. En de kabelleggers trekken
er dadelijk na het oreken op uit om te
repareeren. 24 uur per dag moet de lijn in
werking zijn om grnoeg dividend op te
leveren, ieder uur van oponthoud kost
duizenden guldens.
De ,,John W. Makay"baant zich door het
zwaarste weer een weg door de golven,
door nevel er. storm.
De marconist heeft de handen vol. De
chef-electricien zit in zijn werkplaats die er
uit ziet als het laboratorium van den een
of anderen' professor; 'le navigator rekent
er, rekent. Want op een bepaald punt, mid
den in den Oceaan, moet aangestuurd
worden. Een punt dat op de kaarten van
den kabellegger is aangegeven. Het land-
station heelt namelijk vastgesteld, dat de
eerste breuk 899 mijl van New-York
verwijderd is. Hoe men dat berekende?
Het is bekend, dat de electrische weerstand
in een directe verhouding staat tot de
lengte van den geieider. En die geleider 's
de kabel! En de waarde, die iedere mijl
kabel aan electric.telt bevat, is bekend,
die heeft men bij het leggen vastgesteld.
De berekening is dus eenvoudig Minder
eenvoudig is het, de speld in de hooischelf,
in dit geval het punt in den oceaan te
vinden.
Op zoek naar de nitelnden
Maar het werd gevonden. Door radio,
peiling, enz. Door middel van het echo
lood kan men de diepte tot den zeebodem
meten. De tijd, die het geluid aflegt tot
aan den zeebodem, waa-, het teruggekaatst
wordt en weer opgevanger geeft de diepte
aan. Op de plaats rangekomen, maakt de
„John W. Makay" en sierlijke boog, en
manoeuvreert zoodanig, dat de boeg lood.
recht op den kabe: komt te staan op on
geveer 5 mijl afstand van de vermoedelijke
plaats hiervan. Een grondproef wordt ge.
nomen en daarna het daarbij passende
speelahker geko' en. Er zijn er. uie den
vorm van een tang hebben, spiraalvormige,
groote en kleine, voor Iedere bodemsoort
een bepaalde. Maai alle sluiten zich auto
matisch om den kabel heen, als zij ?r
langs gaan.
Tweeduizend tweehonderdtwintig kilo.
gram waterdruk rusi, hisi op iederen vier
kanten centimeter .an den kabel. En wq
beginnen het anker verder te sleepen. Met
een snelheid van één mijl per uur. En
inde daad wij hebben geluk. Maar op
het geluk alleen gaat geen enkele kabel
legger af. Voor oen start zetten wq een
boei buiten boord, .en stalen boei van 6
voet doorsnede me. blinklichten. Dikwqis
kruist het schip drie weken rond. Dan
weet men ten minste, waar de kabel niet
is. Livingstone, de kapitein, is op het dek.
verliest de groote stnqf niet uit het oog,
waardoor de weerstand van het sleepanker
wordt aangegeven, de kracht, waarmede
dit aan de ïqn trekt. Op de brug staat
de tweede stuurman en stuurt 't sen p met
den machinetelegraaf, want het roer is
niets waard b i dit tempo. Men s.u'irc met
de schroeven. Een uur zoeken wq. nog een
nog twee, nog vier! Livhigstone gaat zitteu
op den staalkabel van het sleepanker.
want zqn kunst, zqn aangeboren talent ,s
het te voelen of de kabel beet heeft.
Livingstone zit in den «torm op den staal
draad. die in zijn lichaam snqdt; hq wacht,
hq zoektdan een kreet!
WU hebben den kabel
DadeT'k stonnen, wa-i de kabel is veert'g I
jaar oud en nogal breekbaar. Er kan aarde
boven oo li""e.i pi als wij tè hard trek
ken kunnen uit .én breuk tien andere
ontstaan. Voorzicl tig wordt de d"uk be
proefd, de wqzer is omhoog gedraald, het
anker zit. Acht uur duur" het, voordat ne
kabel goed en wel uit het grq'sgroene water
opduikt.
En dan begint het eigenlijk pas. Als een
reusachtige zeeslang
komt de kabel uit het grijsgroene water te
vcorschqn, bedekt met planten en begroeid
met schelpen. Het e:nde hebben wq nog
'Met. Maar de cheMnger'eur. in de pro*
kamer, laat vanaf de uitgezette boei een
leiding leggen, hq ,/erk met speciale gal
vanometers, berekent nauwkeurig den weg
tot het eind van den kabel. Langzaam
vaart de Makay lanirs den kabel. Reu n
boelen houden het eindp boven water. Het
eene einde. Waar zal het tweede zqn?
Drie mqi of tachtig mqi van ons verwU-
derd?Weer ïetze'fde weer; onwee-,
storm, een voortdurende strqa met den
oceaan. Twee tot vqf duizend dollar kost
een mql kabel!
Acht dagen 2oeken wij, vinden niets.
Steeds minder hoeren wy de klanken van
de grama.oon in de leestaal, ae _,esp.e;;ken
van de men-chen verstemmen a!l°n"s
5000 dollar kost een week varen met den
kabsilerr 1 aar 'n via omt
komt er minder binnen aan telegrammen
Zoeken.... zoeken. Men jaagt op een
klein dun draadje in de zee.... Aard-
massa's mie'en den kabel be-raven hebben,
verande* ingen "an den zeebodemLiving
stone laat het gevonden einde met een
nieuwen kabel verbinder, legt 12 mijlen
uit, 20, nu 34Een dag van duisternis,
nevel, eeuwig gehru, van den m'sthoorn;
het schip zwaait en .tampt zoodat 12 van
de 93 mar. haifdocd zijn. Reeds langen tijd
doe ik niets anders dan verlangen naar
het einde van dit avontuur. Maa- dan
komt er ten slo'te één dag, waarop de zon
zich weer vertoont, waarop de storm de
woorden n'et meevoert, zoodra zij gesp oxen
zijn. Allen ïeven weer op. Enof hot
zoo moest zijn, Livingstone vindt het tweede
kab"l-einde'
Vier en dertig jaar is de „eerste hydro-
graaf' reeds -ark-aam voo- re -at-
schappil. veertig jas: de machinemeester
van de trommels. Ma-.r steeds gaat er weer
een golf van vreugde over de geheele be
manning, als de kabel weer gehoel hersteld
is, als de radio-telegrafist aan dek komt en
meldt, dat alles in orde is. dat 't kus'»fation
de herstelling "an de verbinding heeft ge
meld. Want dat is ïog niet steeds zeker.
Het kan zijn, dat de kabel op meerdere
plaatsen gebroken s, aat de eerste herstel,
ling nog geen 'ertinding geeft. Dan moet
er wéér gezocht worden.
De man aan b"t loket
Eerste steward Smith komt met zijn
beste spullen voor den das; de tafel in dien
dag bijzonder feestelijk; Livingstone
steekt zijn piipje aan. tot den laatsten man
is men vergenoegd :.an boord.
De .John W Makay" vaa-t naar huis..
Misschien zendt men het schip halverwege
de haven alweer ergens anders heen.
Brandstof Is er voer arie maanden aan
boord.
„Hard werken bij ons," zegt de kapitein
in ziin telegram'? alt je, „de kabelsde
zenuwen der wereldoveral zqn dis
zenuwen kapot.
Beursberichten en wereldschokkende tij
dingen loopen weer door den draad. De maa
echter, die het telegram aan het loket af.
geeft, denkt all?eu ove- den prijs van die
woorden En nq w=et niets van den eeuw'-
gen strijd tegen het geweld van de zee,
van den storm, nij weet niets van kabel,
leggers en dat jaarlijks vele malen onbe
duidende d'aadjes uit een oceaan gevischt
moeten worden... Onbeduidend?....
Aanbesteding
Gisteravond werd door het bestuur van
de Woningstichting „Het Oosten", alhier,
aanbesteed: het verfwerk ten behoeve der
26 woningen, gelegen en nabij Jacob Geei-
straat en Hofdijkplein enz., a hier.
Ingekomen waren 25 biljetten. Laagste
inschrijver was de firma Houtman te 's-Gra-
venhage, voor f 884.
Hedenmorgen werd door de bouwcommis
sie van de nieuwe parochie van O.L. Vr. van
Altijddurenden Bijstand in het hotel „Zo-
merlust" te Santpoort aanbesteed: Het bou
wen van kerk met toren en pastorie- alhier.
Raming 89.000. Ingekomen waren 36 bil
jetten. Laagste inschrijver was N. Wester te
St. Pancras, voor 73 900.
Ingeschreven werd als volgt;
W. Èoerrigter, Haarlem, 84990.
W. Bunnink, Amersfoort, 88.100.
H. v. Keulen, Amersfoort, 91V50.
N.V. Aannemingsmij. ,,Erika", Noordwijk,
91500.—.
Van Geldorp. IJmuiden, ƒ98999
Aannemingsmij. „Hillcgersberg" f 87900.
D. v. Buuren, Blcemer.daal, 85934.
J. P. A. Nelissen, Haarlem, f 84 860.
Van Sambeek- Heemstede, f 96.250.
Tunissen, Heemstede, 97.360.
N.V. Aannemingsmy. „Ncord Holland",
85.885.
J. Wester. St. Pancras f 73900.—.
P. v. Gelc'orp, Haarlemmerliede, 99.200.—.
P. Rings- Santpoort, 9' "50.
A. Buur, Haarlem, 90.000.
N.V. „Nederland", Ni'megen, 98.900.
Doedens, 't Zand, f 98 798.
J. Wittebrood, Beemster, 88.840.
Koenders, Enschedé, 90.500; J. Kuipers,
Soestdijk, 89.920; J. M. Tromp, Beverwijk,
f 89.900: G. Kelis. Wijk aan Duin, f 99.900;
J. Philips, Haarlem, 88.923; F. Philips,
Haarlem, 85.1449; A. van Hoften, Haarlem,
84.900; frma N. Coblenz en Zn., Haarlem,
85.700; firma Braun, Beverwijk, 89-800;
Kieberts, Sassenhe'm, 85.858; J. Hooy,
Krommenie, 95.800; P. Tuin, 't Zand.
104 000; J. J. Tromp, Overveen, 83.400;
N.V. Aannemeremij. „Rotterdam" te Rotter
dam, 87 400; Vanhoven en Evers. Heem
stede, 84.800; Gebr. van Putten, Heem.
stede, 83.970, Aannemingsmij Rosenhart
Haarlem, 75.901. J. P. Schuit, Haarlem,
85.650.
Bobette, een aap. die door zijn Jongleur,
kunsten in Beriqn een groote bekendheid
heeft gekiegen